Handels en economisch recht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handels en economisch recht"

Transcriptie

1 3de bach rechten Handels en economisch recht Samenvatting Q uickprinter Koningstraat Antwerpen R38 12,00

2 Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via

3 DEEL I Inleiding HOOFDSTUK 1 Deel 1 Inleiding Belangrijkste arresten zijn dikgedrukt in de cursus. Examen: aantonen dat je een jurist bent en kan werken met rechtsbronnen. Oefeningen voorbereiden + inzenden op bb (schema van 1p) Gert.straetmans@uantwerpen.be Examen: Wetgeving, RS en RL toepassen, alles wat in de colleges gezien werd, is te kennen + de leidraad (cursus). Mondeling: 30min voorbereidingstijd 3 examenvragen (bijvragen zijn positief bedoeld ) Meteen individuele feedback over het examen. AFDELING 1 Praktisch BASISVAK - De focus is en moet breed zijn bij een basisvak. Niet elk deelonderwerp kan grondig worden uitgespit. Het curriculum van de rechtenopleiding bevat daartoe andere opleidingsonderdelen, zoals keuzevakken en grondige studies. - Het economisch recht omvat twee evenwaardige constitutieve bestanddelen: het klassieke handelsrecht of ondernemingsrecht en het marktrecht. Het klassieke handelsrecht handelt over de klassieke regels met betrekking tot de handelaar, tot de onderneming. Verder bevat het de regels over de marktordening, bijvoorbeeld regels over de solden. LEERDOELEN - Kennisoverdracht: verstrekken van basiskennis waarop in de grondige studies en practica wordt voortgebouwd - Onderlinge verbanden leggen tussen de constitutieve onderdelen van het economisch recht. - Inzicht verwerven in het vakgebied - Redeneervermogen opbouwen om theoretische beginselen toe te passen in de praktijk WEDERZIJDSE VERWACHTINGEN - Student Kennisoverdracht onderlinge verbanden worden aangetoond en verklaard eerste aanzet tot redenering - Docent detecteren van juridisch probleem analyseren van het juridische probleem/juiste karakterisering probleemoplossend redeneervermogen opbouwen STUDIEMATERIAAL - Inleidende teksten over de aanknopingspunten van economisch recht en ondernemingsbegrip.

4 COLLEGES - Collegeschema s vormen de leidraad bij de colleges - Colleges vormen de leidraad bij de wetgeving en rechtspraak - De leidraad en rechtspraak werden opgenomen in de documentatiebundel die door Sofia Cursusdienst ter beschikking wordt gesteld. De wetgeving werd gebundeld in een Wetboek Economisch Recht, uitgegeven door Maklu. (RS-bundel: belangrijkste arresten in het vet. Kies die arresten die je zelf het beste begrijpt. Je moet telkens de basisbeginselen, uitgelegd in het arrest, weergeven. Leer voor dit vak niets uit je hoofd, maar leer werken met de rechtsbronnen, met de wetgeving en met de rechtspraak.) - een basisvak veronderstelt hoorcolleges in klassieke vorm - Er wordt wel tijd ingeruimd voor praktijkoefeningen die een voorafspiegeling zijn van mogelijke examenvragen, maar wisselwerking en dialoog blijft in een basiscursus in beginsel beperkt. (Het oplossen van de casussen is niet verplicht, maar het is een goede graadmeter om te weten waar je staat bij dit vak. Het fungeert aldus als hulpmiddel.) - Studenten hebben steeds de mogelijkheid en de plicht te onderbreken om verduidelijking te vragen EXAMEN - Examenleerstof collegestof is examenleerstof met dien verstande dat studenten worden geacht de bijhorende wetgeving en rechtspraak uit de documentatiebundel op een praktijkgeval toe te kunnen passen. De hoorcolleges bevatten nuttige aanwijzingen daartoe. het is inherent aan een basisvak dat geen onderscheid kan worden gemaakt tussen kernleerstof en andere. De hoorcolleges bevatten wel nuttige aanwijzingen om de wetgeving en rechtspraak uit de documentatiebundel in het juiste perspectief te plaatsen - Examenvorm mondeling examen van 15 à 20 minuten voorbereidingstijd: probleemdetectie kan zonder voorbereiding, maar juridisch probleem oplossen, vereist een adequate toepassing van de wetgeving zelf en dit vereist een korte voorbereidingstijd. Elke student wordt een voorbereidingstijd van minimum 30 minuten gegarandeerd informeel gesprek met de drie examenvra(a)g(en) uit verschillende onderdelen van de cursus als uitgangspunt student behoort aan te tonen dat hij/zij examenstof begrijpt en concreet ook kan toepassen: redeneervermogen, inzicht en coherente mondelinge weergave geven de doorslag - Het examen is zuiver MONDELING, de schriftelijke voorbereiding geldt als geheugensteun voor de student, niet als geheugensteun voor de docent. Je wordt beoordeeld op wat je zegt! - zuivere reproductie van collegestof, zelfs correct en gedetailleerd, wordt niet gehonoreerd; pas wanneer kennis een correcte plaats verwerft binnen de juridische redenering, als onderdeel van inzicht in de examenleerstof, is zij van nut. - Wie het antwoord op één van de drie vragen volledig schuldig blijft, kan niet slagen. Men krijgt wel steeds individuele feedback. Je weet aldus na afloop van het examen of je al dan niet geslaagd bent. Vuistregels: - Correcte probleemdetectie volstaat niet om geslaagd te zijn voor het examen, maar is wel een conditio sine qua non daarvoor 1

5 - Correcte weergave op algemene of zelfs gedetailleerde wijze van wetgeving die relevant kan zijn, nadat het juridische probleem correct werd gedetecteerd, volstaat niet om geslaagd te zijn voor het examen - Correcte probleemdetectie en correcte aanzet tot concrete oplossing aan de hand van de specifieke, relevante wetsbepalingen en rechtspraak volstaat reeds om geslaagd te zijn voor het examen - Het examen is een GESLOTEN BOEK examen, met schriftelijke voorbereiding. Gebruik van leidraad en van eigen nota's is bijgevolg verboden. Wel mag en moet gebruik worden gemaakt van rechtspraak- en wetgevingsbundel, maar alleen voor zover die niet geannoteerd zijn. Aanbrengen van onbeschreven post-its etc... om de bundel overzichtelijker te maken is wel toegelaten. Het kleuren of markeren van specifieke passages is eveneens toegelaten, net als het aanbrengen van afkortingen van wetgeving of arrestnamen op de post-its. De faculteit past een streng fraudebeleid toe. AFDELING 2 Korte inleiding m.b.t. Wetboek van Economisch Recht (WER) In 2013 heeft de wetgever een hele evolutie opgestart om de regels van economisch recht bij elkaar te brengen. Hij heeft dat gedaan in 18 boeken en heeft daarbij gekozen voor de aanbouwwetgeving. Er gaan daarbij gaandeweg een aantal boeken over economisch recht in werking treden. De voor ons belangrijkste boeken zijn al in werking getreden in mei 2014 Doelstelling WER: Je moet hiervoor kijken naar boek II. Hierin staan de doelstellingen van dit wetboek. Er is ook een verwijzing naar het toepassingsgebied. We starten hier even mee. Art. II, 1 WER stelt dat onze wetgever vooropstelt, onder voorbehoud van internationale verdragen en Europees recht, om het algemeen juridisch kader inzake economische aangelegenheden bij elkaar te krijgen. Men wil één wetboek, waarin alle regels inzake het economisch recht opgenomen zijn. Is de wetgever hierin geslaagd? Helaas niet. Waarom niet? Wat vind je in dat wetboek terug? Je had dit al kunnen afleiden uit de omslag van het wetboek, met name de titel 'wetboek van economisch recht en aanvullende wetgeving'. De wetgever is er aldus niet in geslaagd om dit alles in een geheel onder te brengen. Wat valt er dan nog buiten? - Dit zijn de daden van koophandel. Ons wetboek van koophandel is doorheen de jaren volledig leeg gehaald. Men heeft hieruit een aantal bepalingen genomen en die elders ondergebracht. Een aantal bepalingen zijn blijven bestaan. Onze wetgever had best die daden van koophandel, alsmede het handelaarsbegrip, afgeschaft, dan moesten we dit niet meer uitleggen, maar hij heeft dat dus niet gedaan. Het blijft voor het Belgische recht een belangrijk aanknopingspunt om te bepalen wie handelaar is. - In het verlengde daarvan wordt het handelaarsbegrip steeds gebruikt als een aanknopingspunt om te bepalen wie er failliet kan gaan. - Ook het faillissementsrecht en de wet continuïteit ondernemingen, die weliswaar een ruimer aanknopingspunt heeft, vallen ook buiten dat wetboek van economisch recht. Dit zijn nochtans twee belangrijke elementen van het economisch recht. - Het merkenrecht en het tekeningen- en modellenrecht. Dit is niet opgenomen in boek XI. Dit vind je in het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom. Waarom nemen we dat niet op in het wetboek? Het is een Benelux-verdrag, dat uniforme wetgeving bevat voor België, Nederland en Luxemburg. Je kan het enkel door 2

6 overeenkomst tussen de verdragsluitende staten wijzigen. Men heeft dit er aldus buiten gelaten, maar dit is een heel belangrijk onderdeel van ons intellectueel eigendomsrecht dat wij niet terug vinden in het WER. De wetgever is er aldus niet in geslaagd om alle regelgeving inzake het economisch recht samen te brengen. Wil de wetgever hiertoe bijkomende pogingen ondernemen? Ja. Tijdens de vorige legislatuur wilde de wetgever alles zeer snel doorvoeren, zodanig dat dat WER toch in werking kon treden en dan zijn er vergissingen begaan, waardoor een aantal belangrijke aspecten er niet in zijn opgenomen. Dit wil de wetgever nog wel doen. We moeten de wetgevingsevolutie dit semester dus zeer goed in het oog houden, om na te gaan of de wetgever geen wijzigingen doet en bijvoorbeeld het faillissementrecht in het WER incorporeert. We kunnen concluderen dat er een wetboek inzake het economisch recht bestaat, dat bestaat uit verschillende boekdelen en daarnaast aanvullende wetgeving. Art. II, 2 WER handelt over de vrijheid van ondernemen. Dit wetboek strekt ertoe de vrijheid van ondernemen (1) en de loyauteit van economische transacties (2) te bezegelen en een hoog niveau van bescherming van de consument (3). Dit zijn drie belangrijke componenten. Als we spreken over economisch recht, dan spreken we over een open markt-economie en die open markt-economie heeft zijn oorsprong in wat de Europese Unie vooropstelt. Die bepalingen vind je ook terug in het WER, achteraan. Het wetboek gaat kijken naar de bepalingen van het verdrag inzake de EU. Art. 3, lid 3, pag. 873 in uw bundel. Hierin staat dat de EU een interne markt tot stand brengt en die is gesteund op prijsstabiliteit en een sociale markteconomie. Een open markt-economie waarin de marktkrachten in principe vrij kunnen spelen. Art. II, 3 WER legt de vrijheid van ondernemen uit. Iedereen is vrij om een economische activiteit naar keuze uit te oefenen. Dit stond vroeger in het Decreet d'allarde, in de wet Le Chapelier van Dat decreet is opgeheven en is vervangen door deze bepaling. Deze bepaling houdt het basisprincipe in van ons economisch recht, omdat de gewesten ook die bepaling naleven. Bepaalde wetgeving kan aldus getoetst worden aan dit principe. Er valt een ding op. Onze wetgever verduidelijkt de vrijheid van ondernemen, maar bij de doelstellingen staat er ook de loyauteit van de transacties. Hierover vind je geen uitleg in boek II. Er is ook geen enkele bepaling terug te vinden in boek II over een hoog niveau inzake consumentenbescherming. Men moet de betekenis hiervan achterhalen op basis van de andere boeken in het WER. Art. II, 4 WER : binnen de bepaalde beperkingen (BV. diploma, openbare orde, verdragen). De regels binnen de EU die de toegang tot de markt bepalen, zijn de regels van vrij verkeer. BV. vrijheid van goederen, van werknemers, van kapitaal, van vestiging,. Deze vrijheden verzekeren dat je binnen de EU toegang tot de markt krijgt. Eens je op die markt bent, wil je niet dat ondernemingen onderling afspraken maken om je uit die markt te krijgen. De eerste ingrepen in de markt moeten de vrijheid kunnen doen respecteren (= kartelrecht). Deze regels vind je in Art WVEU en in boek 4 van het WER. BV. Andere ondernemingen maken afspraken dat de bepaalde concurrent door bepaalde merken niet meer beleverd wordt door de leveranciers. Je moet voorkomen dat de ondernemingen onderling de vrijheid gaan beperken. 1. VRIJE MEDEDINGING Vrijheid van mededinging houdt ook de vrijheid van kopiëren in. Dit is een basisprincipe dat verband houdt met vrije mededinging. Maar soms zegt de overheid dat je voor de exploitatie toch nog geld 3

7 zou moeten terugverdienen. Het is dus zo dat je voor een bepaalde termijn jouw recht tegen de vrijheid van kopiëren te beschermen. Dit is het intelectueel eigendomsrecht (boek XI WER). BV. auteursrecht, kwekersrecht, octrooirecht wat er niet in staat : merken, tekeningen en modellen ; deze vind je terug in het Benelux-verdrag (BVIE)). 2. EERLIJKE MEDEDINGING Je wil dat die prestaties in een kader worden gehonoreerd, dit is de eerlijke mededinging. De loyauteit in de economische transacties verwijst naar de eerlijke mededinging, deze geeft aan wat gangbaar is. Onze wetgever heeft, wat consumentenbescherming betreft en wat de eerlijke handelspraktijken betreft, twee belangrijke wetboeken doorgevoerd, namelijk boek VI en boek XIV. Dit zijn voor ons de belangrijkste boeken waarin wij aanwijzingen zullen vinden over wat eerlijke, loyale handelstransacties zijn, loyale marktpraktijken zijn en daar vinden we ook aanwijzingen welk niveau van consumentenbescherming vooropgesteld wordt. Hoe moet je nu met dit wetboek werken? Per thema zijn een aantal regels van economisch recht samengebracht in een onderdeel van een boek van dat groter wetboek en soms moet je, afhankelijk van de situatie, een aantal boeken met elkaar combineren. Onze wetgever heeft ook een goed initiatief genomen om alle definities samen te brengen in een boek, boek I. Je zou natuurlijk verwachten dat onze wetgever zoveel mogelijk die definities aanbrengt die transversaal gelden doorheen heel dat WER, maar dit is niet gelukt. Bijvoorbeeld, art. I, 1 WER stelt: '(...) behoudens andersluidende bepalingen in titel II'. Het begrip onderneming geldt aldus niet voor alle boeken van het WER, want aanvullend op deze eerste titel bevat titel II definities die eigen zijn aan elk boek. Aanvullend op de algemene definities heb je aldus definities die specifiek zijn voor de bijzondere boeken. Als je het instrument hanteert moet je goed opletten en controleren of een bepaalde definitie niet anders wordt ingevuld voor de deelboeken van het WER. Een definitie is algemeen, tenzij men ervan afwijkt in de bijzondere definities. Er is een bijzondere wet, als we het hebben over loyauteit van handelstransacties, dan zijn boeken VI en XIV van belang. In het wetboek zijn er dus eigen definities van boek VI, deze vind je in art. I, 8 WER. Onze wetgever heeft ook eigen definities aan boek XIV doorgevoerd en hij heeft deze ondergebracht in art. I, 8 WER. We hebben twee artikelen die dezelfde nummering hebben, namelijk art. I, 8 WER. Dit is niet erg gebruiksvriendelijk. De uitgever heeft helaas de vergissing begaan van te denken dat er maar één art. I, 8 WER is. Het art. I, 8 WER dat u hierin terugvindt, is artikel met betrekking tot boek VI, maar u hebt ook een bepaling met betrekking tot boek XIV. Het bijkomend art. I, 8 WER is ter beschikking op de website. Het gaat om een tweetal of drietal pagina's die u mag afprinten en meenemen naar het examen. Let goed op met de wetgevingsbundel! Onze wetgever ging er mogelijks van uit dat de boeken VI en XIV nooit gezamelijk van toepassing zouden zijn. In de praktijk is dit echter niet het geval, er zijn een aantal situaties waarbij u beide boeken moet toepassen. 3. ONVERVALSTE MEDEDINGING Staatssteun = onvervalste mededinging. De overheid mag de markt niet ondermijnen door bepaalde extra middelen te geven aan bepaalde ondernemingen zodat deze een voordeel krijgen tegenover hun concurrenten. 4

8 Statuut ondernemingen en de middelen van ondernemingen: Handelstussenpersonen vind je in Boek X. Wat betreft de registratie, boekhoudkundige regels, vinden we terug in boek III WER. Onze wetgever heeft er dus niet voor geopteerd om het Wetboek van Koophandel af te schaffen daarnaast ook het Faill. W. en WCO vind je niet in het WER. Je moet nagaan of je onder die wetten valt, of je geen uitzondering bent. Op wie zijn deze regels van toepassing? EUROPEES : - Bij deze 3 wetten is de aanknopingsfactor handelaars. = W. Kh + Faill W. + WCO aanknopingsfactor : handelaars - Bij het WER is de aanknopingsfactor : het begrip onderneming. De definitie vinden we terug in boek I (er zijn verschillende definities opgenomen in de verschillende artikels). Een andere aanknopingsfactor is de consument. Daarnaast geldt het ook voor de vrije beroepsbeoefenaar. = WER aanknopingsfactor : onderneming, consument (behoudens andere bepalingen opgenomen in boek II) (voor boek XI geldt het begrip onderneming niet). Regels vind je in het Werkingsverdrag. Die bepalingen worden gewoon omgezet in ons Belgische recht. Het enige verschil is dat volgens onze bepalingen de misbruik van machtspositie enkel wordt ingeperkt in ons land. Dus alleen het toepassingsgebied is anders. In verband met het intellectuele eigendomsrecht heb je richtlijnen, de regels groeien meer en meer naar elkaar toe. Wat betreft het octrooirecht zie je ook een grote invloed. Deze regels moeten maar worden omgezet voor Wat betreft marktpraktijken heb je een exhaustieve regeling op Europees niveau. Dat is richtlijn 2005/29. Op dat gebied heb je ook de richtlijn consumentenrechten wat betreft koop op afstand. Wat ook belangrijk is, is de richtlijn onrechtmatige bedingen. Daarnaast heb je ook nog volledige harmonisatie wat betreft vergelijkende reclame. Dit is allemaal omgezet in boek VI en boek XIV. Heeft het EU-recht invloed op de aanknopingsfactoren? Ja natuurlijk! Je hebt verdragsbepalingen / richtlijnen / verordeningen die wij moeten overnemen. Het EU-recht heeft een grote invloed op de begrippen onderneming en consumenten. Dat verklaart dat je natuurlijk heel wat rechtspraak van het HvJ zal terugvinden. HOOFDSTUK 2 Deel 2: Collegeschema s (zie cursus) DEEL II Aanknopingspunten van economisch recht HOOFDSTUK 1 Algemeen Traditionele opvatting van handelsrecht: de rechtsregelen die de verhoudingen tussen de handelaars (met in begrip van industriëlen en financiers) beheersen. In die betekenis werd het tegengesteld aan: 5

9 burgerlijk recht: gemeen privaatrecht dat betrekkingen regelt tussen particulieren die geen handelaar zijn of niet in die hoedanigheid optreden en economisch recht: deel van het publiekrecht dat betrekkingen regelt tussen overheid en bedrijfsleven. Overheid geeft prikkels. Het is niet de overheid die de economie volledig stuurt. We hebben hier een open markt economie. De overheid heeft wel een impact op de markt maar tenslotte liggen de keuzes bij de producenten (ondernemingen) zelf. Maar: markteconomie stelt ondernemingsgewijze productie en distributie centraal. Onderneming is spil markteconomie en wordt gaandeweg kern voor hergroepering van regels van diverse signatuur zodat economisch recht in ruime zin groeit, dat alle regelen omvat van publiekrecht én privaatrecht die de ondernemingsactiviteit betreffen. Economisch recht in ruime zin rust op twee pijlers: 1. Ondernemingsrecht (klassieke handelsrecht) betreft: statuut onderneming en instrumenten waarover zij beschikt om haar doelstellingen te bereiken en 2. Marktrecht betreft: rechtsregelen die betrekking hebben op het marktgebeuren en op het handelen van de daarbij betrokken hoofdspelers: ondernemingen, consumenten en overheid. Vroeger dacht men hoe meer producenten, hoe goedkoper de producten. De consument is dan de begunstigde. Gaandeweg zien we de consument niet meer als passief maar als actief. De consument wordt ook een belangrijke speler. (Financieel recht vormt net als vennootschapsrecht een makkelijk afsplits baar onderdeel van economisch recht) KRITIEK 1 : De overheid vaardigt steeds meer regels uit die impact hebben op de eco activiteiten en dus het onderscheid tussen privaat & publiek R is moeilijk hanteerbaar. KRITIEK 2 : De entiteiten die nu de beslissingen nemen in de markt, dat zijn ondernemingen zelf. De plaats waar wie en hoeveel er wordt geproduceerd van bepaalde goederen, dat bepalen de ondernemingen. Op die te nauwe invulling hebben we een probleem mee. We zeggen dus: markteconomie is een ondernemingsgewijze productie en distributie. Wat doen we? We zoeken naar een economisch recht als koepelterm voor enerzijds ondernemingsrecht en marktrecht. Ook fiscaal en vennootschapsrecht behoren daar natuurlijk ook in, maar beide zijn makkelijk afsplitsbaar. AFDELING 1 Beknopte historische schets Codex Hamurabi paragrafen over burger-, straf- en handelsrecht - Oudst bewaarde wettenverzameling van de Oude Tijd (MAAR dit is in feite niet zo, ze wordt zo echter wél beschouwd) - Op zwarte basaltsteen gehouwen - = pragmatische wettenverzameling Romeins recht In de Romeinse tijd heb je alleen het burgerlijk recht (maakten onderscheid tussen hij die burger was en de slaven). Voor een burger was het ongezien dat hij zich met de lage activiteiten bezighield, de handelsactiviteiten, dat was voor slaven. Toen hadden we geen onderscheid tussen het burgerlijk en handelsrecht. In het common law systeem is er ook geen onderscheid tussen beide. 6

10 Middeleeuwen De Middeleeuwen krijg je kruistochten, komt m n in contact met andere goederen en komen er handelstransacties. Venetië en Antwerpen komen op als handelsregio en dus heb je meer en meer problemen gerelateerd aan handelsrecht en we zitten nog met het Romeinse Recht, dat onvoldoende aan die problemen is aangepast, dus heb je wat nodig dat apart tot stand komt. Er komt dus een subjectief handelsrecht, ontstaat er een aparte klasse van handelaars waarvoor speciale regels gelden (gilden: bepalen wie bepaalde activiteit mag uitoefenen en bij problemen zullen ze ook rechtspreken). Hier ontstaat er dus een splitsing. Ordonnances Colbert (1673: terre en 1681: marine) Ordonnances van Colbert als basis W.Kh Art. 1 W.Kh: Sont commerçants ceux qui exercent des actes de commerce en om koopman te zijn il faut faire profession habituelle d exercer des actes de commerce - Art. 3 verwijst naar les faits de commerce - Art. 631 maakte de rechtbanken van koophandel bevoegd voor - des contestations relatives aux actes de commerce entre toutes personnes. - toutes les contestations entre négociants, marchands et banquiers, zonder ook maar enige verwijzing naar actes de commerce. - Als uitzondering op de bevoegdheid van de algemene rechtbanken en om het gedachtegoed van de Franse Revolutie getrouw te blijven, spreekt het dan voor zich dat die daden van koophandel limitatief moeten opgesomd worden (art.632 en 633) Belangrijk zijn de Ordonnances Colbert (17 de E). Hij was de stadkistbewaarder van Lodewijk XIV. Het bevat belangrijke regels voor handelsrecht, en die zijn voor ons nog altijd de basis die ertoe geleid hebben dat we ons WB Kh nu nog hebben, ze zijn opgenomen in Napoleontische wetboek van koophandel van Franse revolutie Tijdens die revolutie gaat m n de beginselen van gelijkheid, vrijheid en broederlijkheid vooropstellen. M n is gekant tegen privileges die bepaalde personen hebben. Je krijgt de Wet Le Chapelier en decreet d Allarde: we willen geen aparte klasse van handelaars, we willen geen corporaties en gilden die zelf bepaalden wie dit en dat mag doen. Iedereen moet kunnen kiezen welke eco activiteit hij uitoefent, en dus wordt de vrijheid van ondernemen doorgevoerd, wat nog steeds de basis is van ons economisch recht (nu opgenomen in art II, 3 WER). Wet Le Chapelier en het Decreet d Allarde van 2-17 maart 1791 A compter du 1er avril 1791 il sera libre à toute personne de faire tel négoce ou d exercer telle profession, art ou métier, qu elle trouvera bon, mais elle sera tenue de se pourvoir auparavent d une patente et de se conformer aux règlements de police qui sont ou pourront être faits (Art. 7 Decreet d Allarde) Je zit nog altijd met die handelsactiviteiten en dus moet je regels daarvoor gaan opstellen. Niet alleen iedereen was gelijk geworden, en gaat m n heel de rechtsprekende functie van gilden overboord gooien dus moet m n iets in de plaats stellen. Er komt de opdracht een WB Kh in te voeren (1807, bij ons in 1808 in werking). Je moet dan dat gedachtegoed van de FR revolutie wel handhaven, dus m n gaat koppelen aan objectieve aanknopingsfactor, nl de daden van koophandel dus krijg je ene WB gericht op een objectieve aanknopingsfactor. 7

11 Handelaar: is hij die daden van koophandel uitoefent. Je moet daarvan dan je gewoon beroep maken. Iedereen die daden van Kh uitoefent is handelaar. Dan ga je conform het gedachtegoed (niet zoveel/weinig mogelijk bijzondere regels uit te vaardigen) ga je ze in limitatieve lijst vastleggen. Je moet een RB van KH inrichten, en die wordt al bevoegd gemaakt voor geschillen/daden van koophandel mbt alle personen, om die gelijkheid te bewaren. Je kan iemand niet onttrekken aan zijn natuurlijke rechter, iedereen gelijk voor de wet. Je krijgt een breed toepassingsgebied, waarbij alle personen en DUS OOK burgers, m.b.t. hun handelsdaden, onderworpen zijn aan de rechtbanken van koophandel. Daarnaast is m n bevoegd voor alle geschillen tussen financierders, onderhandelaars en handelaars, zonder ook maar enige verwijzing naar de actes de commerce. Je hebt een objectieve aanknoping, dat gedachtegoed zegt dat iedereen die daden van KH stelt, dat die handelaar is. - Herziening W.Kh.: eerst de bepalingen inzake faillissement (1851), later ook de bepalingen over handelaarschap (1853). - Nieuw artikel 1: definitie van kooplieden, die niet meer entre toutes personnes en négociants, marchands of banquiers zijn, maar zij die daden van koophandel uitoefenen, zoals die limitatief in artikel 2 worden opgesomd, en die daarvan, hoofdzakelijk of aanvullend, hun gewoon beroep maken. Uiteindelijk komen we tot onze definitie: m n heeft gezegd dat de definitie van kooplid niet meer verwijst naar entre toutes personnes, het zijn zij die daden van koophandel uitoefenen, die zijn handelaar. De daden worden limitatief opgesomd. De overgang staat verder weg van de gedachte van de FR revolutie. We hebben een beperkt personeel toepassingsgebied, waardoor je niet altijd de eco realiteit kon vatten, in vele gevallen was de lijst te beperkt. Men had wel die objectieve aanknoping, maar die gilden leven nog een stuk door dus dat subjectieve winstoogmerk bleef altijd wat doorsijpelen. Handelaars zijn gericht op speculatieve winst, het vilaine profeit en dat speelt altijd voort. Dat is de negatieve connotatie in het begrip handelaar. Er werd dus opnieuw gewicht gegeven aan het oude, subjectieve criterium van 'handelaar'. Dit verklaart de deels objectieve en deels subjectieve grondslag in het Belgische handelsrecht! Je hebt dus een subjectieve en objectieve component, die terug te vinden zijn in WB Kh. HOOFDSTUK 2 Bijzonder AFDELING 1 Daden van koophandel Artikel 1 W.Kh.: begrip koopman/handelaar - Is wie van daden van koophandel uit te oefenen, zijn gewone, hoofdzakelijk of aanvullend beroep maakt Art 1 WB Kh. Om te bepalen wie handelaar is, moeten we nagaan wat de daden van KH zijn, die vind je in art 2bis en 2ter en art 3WB Kh. Het is een limitatieve lijst (oorsprong in FR revolutie objectieve element) en winstoogmerk (subjectieve element). Wat is de oorsprong van winstoogmerk? Daden van koophandel (art.2 W.Kh. + art.2bis en 3 W.Kh.) Kenmerken limitatieve lijst bij Wet opgesomd (zie hoger oorsprong) winstoogmerk, in zin van speculatieve winst, profijt, winstbejag (Cass., 1973, le but de lucre, de spéculation (= pastoorsarrest)), als verwijzing naar de subjectieve ingesteldheid van de natuurlijke persoon. Pastoorsarrest (1973) 8

12 Een pastoor komt op een lumineus idee, mens sana in corpore sano: ik ga met gelden van de kerkfabriek een zwembad inrichten voor parochianen. Men vond wel een aannemer die dat voor een zacht prijsje wou doen. Het zwembad wordt opgeleverd, m n vult het met water maar er is een probleem, er is een scheur in het zwembad en water loopt weg. De aannemer zegt dus: ik moest het voor zo n prijs doen, ik stuur toch mijn factuur. Pastoor zegt: ik betaal niet.de aannemer dagvaardt pastoor voor RB KH. In eerste aanleg verdedigt hij: pastoor is geen handelaar, hij doet het niet met winstoogmerk. De rechter zegt: u motief is wellicht geen winst halen, maar dat is u motief. U oogmerk is nog altijd een rendabel zwembad uit te bouwen dus je bent handelaar en hebt wel winstoogmerk. Bij Cassatie: het stelt dat deze pastoor, die een daad van KH stelt, is geen handelaar want hij stelt het niet met het winstoogmerk in de zin van WB Kh (speculatieve winst, profijt of winstbejag). Gezien dit niet meer is rechtgezet in een ander arrest, moeten we ervan uitgaan dat een handelaar die daden van KH stelt, hij dat maar is met dat winstoogmerk. Het blijft vereiste om handelaar te zijn. Pastoor wou het zwembad uitbouwen met ideologische doeleinden. HvC beslist dat je pas handelaar bent als je een betrokken winstoogmerk hebt, en de pastoor is dit niet. Nergens is er gezegd dat het kenmerk winstoogmerk mag geschrapt worden dus heeft het nog altijd doorwerking. Objectieve daden van koophandel = Afzonderlijke, geïsoleerde handelingen (Art. 2 W. Kh) = Pas daden van koophandel als ze worden uitgevoerd door een onderneming = een geheel van afzonderlijke handelingen op georganiseerde wijze om de markt te betreden verwijst naar herhaling verwijst concreter naar: - een veelheid van handelingen wat een vooraf daartoe opgezette organisatie veronderstelt (een geheel van voorbereidselen waarna de activiteit kan worden aangevat) BV.Uitbating steenkoolmijnen is geen daad van koophandel, ze halen het er gewoon uit, ze verwerken / bewerken het niet daardoor konden ze niet failliet verklaard worden Uitz. Landbouwbedrijven Uitz. Onderlinge verzekering - we gaan ons onderling tegenover elkaar verbinden, we hebben allemaal een risico. Daar zit dus een stuk solidariteit in en dus een gebrek aan winstoogmerk. - een uitoefening via een daartoe opgezette organisatie die meer is dan de organisatie van persoonlijk werk (de intentie om zich naar binnen en naar buiten (ten aanzien van derden) als een economische onderneming te organiseren) - Naar vorm: alle order- en toonderpapieren (lid 11) Verbintenissen die overdraagbaar zijn met het papier zelf = daad van Koophandel, bv.: wisselbrieven, mandaten, orderbriefjes, cheques Hier vormt winstoogmerk geen afzonderlijk vereiste; het zijn zuivere daden van koophandel Maar: verschuiving in rechtspraak: winstoogmerk in zin W.Kh. wordt steeds minder als referentie aan de subjectieve ingesteldheid ( wegens meer en meer discussie) van de persoon gezien, en steeds meer als onderdeel van de daad van koophandel zelf of van het beroepsmatig uitoefenen van die daad: zie Cass., 1946 en 1948 en commentaar W.G. bij Cass., 19 januari 1973). Men zocht naar een 9

13 aanknoping die minder subjectief was en meer objectief. Subjectieve daden van koophandel (art. 2 in fine W.Kh.) = Alle handelingen (alle verbintenissen die op een handelaar rusten, ook al zijn ze niet opgesomd in artikel 2 W. Kh.) van een koopman tenzij hij bewijst dat ze geen verband houden met (vreemd zijn aan) zijn handel. Gewoon beroep - natuurlijke persoon: stellen van daden van koophandel met enige regelmaat (om zijn kost te verdienen = beroepsmatig karakter) én met winstoogmerk o niet: een té occasionele activiteit die geen gewone beroepsuitoefening uitmaakt Bv.: grafdelver die enkel rond Allerheiligen bij bloemenkwekers chrysanten aankoopt om ze verder te verkopen Bv. Werchter : voor je huis een kraampje zetten om hotdogs te verkopen - Rechtspersoon: bepalend is of het statutair doel bestaat in het stellen van daden van koophandel Hoofzakelijk of aanvullend beroep - accessorium sequitur principale = hoofdactiviteit (nauwe verstrengeling of ondergeschikte activiteit voorbereidende handelingen kunnen als accessoria het statuut van de hoofdactiviteit overnemen) - aanvullend beroep: autonome activiteit die los staat van de hoofdactiviteit Bv. ambtenaar gaat na zijn uren een verzekeraarskantoor uitbaten, dit los van zijn hoofdberoep. Wat is dan nog kenmerkend? - Je hebt objectieve daden van KH, dan heb je bepaalde daden die op zich daden van KH zijn, en daden die pas een daad van KH worden als ze ondernemingsgewijs gesteld zijn (dat verwijst naar een zekere herhaling, feit dat je iets op georganiseerde wijze doet). - Dan heb je aparte daden van KH naar de vorm, dat zijn alle order en toonderpapieren. Hier is dat winstoogmerk niet vereist, dat wordt verondersteld. Het zijn verbintenissen die geïncorporeerd zijn in het papier dat overdraagbaar is. Dat zijn de zuivere daden van koophandel. Er is discussie in BE of je dat winstoogmerk niet meer zou moeten objectiveren, koppelen aan ondernemingsactiviteit. Mits cassatie in geen enkel arrest heeft aangegeven dat het arrest van 73 geen goed recht meer is, is winstoogmerk nog steeds vereist. Voorbeelden, zie cursus pag (Lezen volstaat!) (De lijst van daden van KH: (zie art 2 WB): Geïsoleerd - Vb: Franchising, concessie prémaman, quick - Vb ambachtsonderneming: kapper - Voorbereidende handelingen zijn geen daden van kh (behalve liggend streepje 3 in art) 10

14 - Liggend streepje 8: opening van rekeningen Daden van KH ondernemingen - Liggend streepje 4: landbouw is uitgezonderd, maar wel verrichtingen van industriële ondernemingen als er verwerking is. Vb: zuiver ontginnen van steenkool uit mijn = geen handelaar - Openbare werken: werken in opdracht van een derde persoon (cursus) - Onderneming van openbare schouwspelen zie pastoorarrest; vb: concerten, sportmanifestaties - PremieVZ: onderscheiden van de onderlinge VZ, die maakt dat een groep personen zich ertoe verbinden wnnr risico bij één persoon zich manifesteert, allen ertoe zullen bijdragen.) Zijn geen handelaar in de zin van W.Kh.: Art 2bis WB Kh: het probleem was: je koopt goederen aan, je verkoopt ze weer. Je komt dan tot vaststelling dat apotheker gewoon een handelaar is, wat in feite ook zo is. Dat wou m n niet, vanuit de oorsprong vond m n dat handelaar wat vies was. Iemand die apotheker is, dat is toch op een andere manier, en dus bijkomende bepaling in art 2bis ingevoerd. Wanneer m n geneesmiddelen verkoopt, beschouwt m n het als onderdeel van de vrije beroepsuitoefening. Dus ook alle verkopen die in verlengde liggen van wat apotheker normaal doet in zijn beroepsuitoefening, dat zijn burgerlijke daden en geen daden van Kh. DUS uitzondering: hieronder vallen alle producten waarvoor de apotheker toelating heeft om ze te verkopen, bvb. farmaceutische producten (MAAR GEEN luxe-parfums, WANT dan is de apotheker wél een handelaar!) Hierbij geldt: accessoria die de zuivere, natuurlijke en normale verlenging zijn van het hoofdberoep volgen het burgerlijk statuut van het hoofdberoep. Elke aankoop met als doel deze verder te verkopen is een daad van koophandel. BV. Apotheker : geneesmiddelen aankopen en verkopen wetswijziging Art. 2bis W. Kh : wetgever wou dit verkopen : aankopen van bepaalde koopwaren met het oog op verkoop worden niet gezien als daden van koophandel voor apothekers en (dieren)artsen. De voorwaarde is dat die verkoop verband houdt met de vrije beroepsuitoefening. Daarnaast kan die ook wel koop-verkoop realiseren en daarvan aanvullend zijn beroep van maken als daad van koophandel. BV. producten bereiden door de apotheker is geen daad van koophandel BV. Verkoop van geneesmiddelen is geen daad van koophandel. Als die apotheker producten verkoopt die niets met het vrije beroep te maken heeft, dan stelt hij wel daden van koophandel en daarvoor is die dus een handelaar Art 2ter WB Kh (= resultaat van lobbywerk): opvangen van kinderen door onafhankelijke zelfstandige onthaalouders is geen daad van koophandel. Is er waarschijnlijk ingekomen om meer mensen te overtuigen onthaalouder te worden. Het heeft geen enkele specifieke juridische achtergrond. (STAAT NT IN CODEX) Art 3 WB Kh: dat heeft betrekking op de handel op zee. Je vind daarin expeditie ter zee etc. Je vind er ook de limitatieve lijst van daden van Kh. Je bent pas handelaar als je daar je gewoon beroep van maakt. Het betekent dat je op georganiseerde wijze met meer recurrente handelingen de markt betreedt, en met winstoogmerk. Occasioneel telt niet mee. Deelnemen aan e-bay, dan ben je geen handelaar. 11

15 Iemand die ambtenaar is bij overheid werkt, maar bijkomend een verzekeringskantoor uitbaat, die heeft een aanvullend beroep dat autonoom staat van zijn hoofdactiviteit. = Vallen buiten de limitatieve opsomming van de wet Stellen daden van koophandel zonder winstoogmerk - Landbouwers/veetelers - Werknemers: zij handelen niet op zelfstandige basis, maar onder gezag - Ambachtslieden - Delfstofnijverheid: zie hoger art.2, lid 4 - Overheid: handelingen in algemeen belang, geen winstoogmerk (NMBS, de Lijn overheidsondernemingen met handelaarskarakter) - Verenigingen zonder winstoogmerk (V.Z.W. s) De Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk - Beroepsvereniging: gebrek aan winstoogmerk informatie verstrekken aan de ledenvrije beroepsbeoefenaars: zie inleidende tekst: intellectuele karakter doorslaggevend? - Kunstenaars/beoefenaren van artistieke beroepen?: gebrek aan winstoogmerk want drijfveer is in hoofdzaak artistieke overwegingen = burgerlijk: bv. schrijver die in eigen beheer werk uitgeeft? kunstschilder die lokaal huurt om werken tentoon te stellen met oog op verkoop? Wie is er dan geen handelaar? Ieder die buiten de limitatieve opsomming van de wet valt. - VZW: het is eigen aan VZW dat die niet met winstoogmerk optreedt. Dit betekent NIET dat ze geen daden van Kh kan stellen, zij het in ondergeschikte orde aan het ideologische oogmerk. (Cassatie zegt: blijft het ondergeschikt in de toewijzing van middelen, dan kan dat, op vw dat die activiteit noodzakelijk is om ideële oogmerk te verwezenlijken.) VZW's zijn gerechtigd om bijkomstige of ondergeschikte handelsactiviteiten te voeren als cumulatief voldaan is aan drie voorwaarden: 1. De economische (lucratieve) activiteit moet in vergelijking tot de niet-commerciële activiteit (= ideële doel) kwantitatief minder belangrijk zijn, wat betreft de allocatie van middelen. M.a.w. de daad van koophandel moet ondergeschikt zijn aan het ideële doel! 2. De handelsactiviteit moet noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van het ideële oogmerk dat de vereniging nastreeft. 3. Opbrengsten worden aangewend ter verwezenlijking van dat niet-economische oogmerk. Men mag m.a.w. de winsten niet uitkeren aan de leden van de VZW! Opmerking: De hoeveelheid inkomsten die de VZW genereert heeft daarbij geen enkel belang! Dit geldt evenzeer voor het Rode Kruis, ook al hebben zij een bijzonder statuut. - Vrije beroepsbeoefenaars: het is een belangrijke discussie in BE. Ze willen geen handelaar genoemd worden. Dat heeft te maken met de negatieve connotatie die historisch is geworteld. Vb: advocaat, kan je dat anno 2015 nog stellen dat die geen winst nastreven? Nu zijn ze een combo van een supermarkt en gespecialiseerde dienstverlening one-stop-shop. Dat je met al je problemen bij één kantoor komt. Wat is het gevolg dus van heel sterk lobbywerk van de beroepsvereniging voor vrije beroepsbeoefenaar? We hebben niet één WB XI maar 12

16 ook een boek XIV mbt marktpraktijken in verhouding tss consument en vrije beroepsbeoefenaar. (zie nog later id cursus). Zij zijn onderworpen aan deontologische regels. Hij levert hoofdzakelijk intellectuele diensten. Het vrije beroep werd in beginsel niet gedefineerd omdat ze niet wilden dat dit vast zou liggen. Daardoor heb je heel veel vrije beroepsbeoefenaars. Boek XIV gaat over vrije beroepsbeoefenaars. 5 kwalitatieve kenmerken : dienstverlening bestaat uit intellectuele prestatie, voorafgaande opleiding en permanente vorming, persoonlijke verantwoordelijkheid, verleent de dienstverlening op onafhakelijke wijze en hij is onderworpen aan deotologische normen. Rechtsleer heeft argumenten van geen handelaar weerlegd. Het is niet omdat de bovenstaande kenmerken er zijn dat hij om die reden geen handelaar is (BV. deontologische normen heeft een vertegenwoordiger ook). Verschil : reclame vrije beroepen gebeurt dit door de beroepsverening met hetzelfde resultaat tot gevolg. Meer en meer het oprichten van associaties (BV. huisdokter). Je ziet een verschuiving tot een vennootschap waarbij er 1 persoon is naar een vennootschap met meerdere personen. One stop shop : cliënt komt binnen : je kan hem op meerdere gebieden juridisch helpen : alle diensten worden aangeboden gespecialiseerd in onderdelen, de cliënt moet niet meer naar meerdere plaatsen. Winstoogmerk is niet meer doorslaggevend Resterende element : intellectuele diensten. Kritiek : GH : presteren gelijkaardige diensten Los daarvan is de hoofdzakelijke intellectuele prestatie het hoofdelement om te zeggen dat hij geen handelaar is. AFDELING 2 Onderneming in de zin Wet Marktpraktijken 1 INLEIDING Adagium: elkeen die op dezelfde wijze de markt betreedt, wordt onderworpen aan dezelfde rechtsregels. handelaarsbegrip: Iedereen die op eenzelfde wijze de markt betreedt moet in feite onderworpen worden aan dezelfde regels. Pleidooi uit een artikel uit RL: verkopersbegrip minder aan daden van KH koppelen, die band te doorknippen en in de plaats te stellen dat iedereen die op georganiseerde wijze markt betreedt of voornemen heeft op georganiseerde wijze goederen of diensten aan te bieden. Verkoper (uit WHPC 1991) veronderstelt dat er een zekere organisatie is om zijn diensten of producten aan het publiek, op de markt aan te bieden of dat men minstens het voornemen heeft om diensten of producten op georganiseerde wijze aan het publiek, op de markt aan te bieden. In 71 was het aanknopingspunt handelaar, nadien is men het gaan verbreden tot verkoper. Verkoper is hij die goederen verkoopt maar voor diensten ging men terugvallen op de daden van koophandel. Daardoor was er weer een beperking (vrije beroepsoefenaars waren weer geen verkoper). 13

17 Geïsoleerde handelingen buiten het verkoperbegrip (van de WHPC 1991). Geïsoleerde handelingen moet je niet beschouwen als verkoper/ondernemer. Vb: iemand verkoopt pc op ebay, dat is niet meteen een onderneming omdat je één verkoopsactiviteit stelt. Vroeger was dat wel het geval. verruiming in WMPC (2010): van verkopersbegrip naar ondernemingsbegrip. Het verkopersbegrip wordt omgezet naar ondernemingsbegrip waardoor niet meer naar daden van Kh moet worden verwezen. (= evolutie) Met die invoering van dat ondernemingsbegrip stelde de wetgever voorop dat het begrip dezelfde invulling moest krijgen als in de wet tot bescherming van economische mededinging, dat is oude wet die nu in boek IV WER is omgezet. Het ondernemingsbegrip bij het kartelrecht wordt vooral door HvJ ingevuld, daar waar het art 101 WVEU interpreteert. Dat moeten we eerst nagaan en vanuit die analyse moeten we komen tot het ondernemingsbegrip zoals het ook bij marktpraktijken geldt. Art. I, 1.1 WER: ondernemingsbegrip in dit artikel geldt transversaal (voor zover er niet van wordt afgeweken). Afstemming op het mededingingsrecht (kartelrecht): kijken naar de betrokken wetgeving en dus niet naar de naam. Men gaat economische activiteiten onderscheiden van niet-economische activiteiten. DUS: in de marktpraktijken werd het ondernemingsbegrip afgestemd op het mededingingsrecht/kartelrecht. Hierdoor geldt: ondernemingsbegrip marktpraktijken +/- = ondernemingsbegrip kartelrecht. Aanknopingspunten van economisch recht: functioneel. De wetgever wil die eenheid doorvoeren maar in functie, gelet op de doelstellingen gaat men het begrip toch een andere invulling geven. in functie van de doelstelling van de betrokken wetgeving kunnen dezelfde begrippen andere betekenissen krijgen De begrippen die gebruikt worden als aanknoping om personele toepassingsgebied te begrijpen moet je in functie van de doelstelling van de betrokken wetgeving bekijken. Vb: ondernemingsbegrip in boek III, art WER wijkt al af van de algemene definitie, ook art 1.4 verwijst naar onderneming, maar ook daar een andere definitie. 2 ONDERNEMINGSBEGRIP IN HET MEDEDINGINGSRECHT Ondernemingsbegrip (art VWEU) Arrest Höffner & Elser Arrest dat aan basis ligt. De Duitse overheid kent een monopolie toe aan een overheidsorgaan arbeidsbemiddeling voor hoger opgeleiden en leidinggevenden. In de praktijk kon die entiteit die belast was met die dienstverlening die markt niet bedienen en ontstonden er ook private ondernemingen die deze taak op zich namen. De private sloten ook contracten. Duitse wetgeving : overeenkomsten buiten de monopolie om zijn nietig. Dit werd bepaald in een wet. De private spelers konden toen niet meer optreden. In tegenreactie vonden zij dat dit een schending uitmaakte. De vraag werd gesteld, is die entiteit een onderneming? Het is een brede, functionele definitie van ondernemen. HvJ: onderneming is elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd : - Het gaat over elke eenheid, zowel natuurlijke als RP. - Winstoogmerk speelt geen rol: NV, BVBA, VZW. Kan allerlei vennootschapsvormen aannemen. Maakt niet uit welke rechtsvorm men had. - Wordt die gefinancierd door privémiddelen of door de overheid? Ook overheidseenheden vallen onder ondernemingsbegrip : maakt niet uit financiering door overheid - Economische activiteit: arrest commissie t. Italië Rechtsoverweging : omstandigheid dat het wordt toegewezen door een overheidsorgaan maakt niet uit dat het geen economische vorm heeft. Overheid of niet is hier niet noodzakelijk. 14

18 Het speelt natuurlijk mee dat er al een markt is ontstaan omdat dat overheidsorgaan de markt niet kon bedienen (rechtsoverweging 31). Zij kan haar monopolie alleen maar versterken door te zeggen dat de rest nietig is maar dat heeft het Hof willen voorkomen. Arrest commissie t. Italië Een economische activiteit is het aanbieden van goederen of diensten op een bepaalde markt. Dan heb je een economische activiteit. Het is dus ook zeer ruim omdat het alle stadia van de economische cyclus omvat. In feite functioneel voor de toepassing van het verbod dat er afspraken zijn tss ondernemingen die mededinging beperken, moet je nagaan of er een eenheid is die een invloed kan uitoefenen op die markt. Pas als je dat kan, kan je ook de mededinging op die markt beperken. Je moet nagaan of de entiteit een impact heeft op de markt. Nagaan of een entiteit een economische impact heeft op de markt door goederen of diensten aan te bieden. in dat verband ( ) onder economische activiteit (wordt) verstaan, de activiteit bestaande in het aanbieden van goederen en diensten op een bepaalde markt Economische activiteit omvat alle stadia van de economische cyclus met inbegrip van landbouw Doel Art. 101 Werkingsverdrag: men wil verbieden dat er mededingingsbeperkingen worden ingesteld door besluiten van ondernemingen. Men wil dus een zo ruim mogelijke definitie. BV. Landbouw valt daar automatisch onder het is geen handelaar zoals in de wetgeving staat maar toch is het wel een handelaar in deze materie. Men moet nagaan wie kan hier als onderneming een impact hebben op het marktverloop, dat wil men voorkomen. Voorbeelden van ondernemingen: - Vrije beroepsbeoefenaars = ondernemingen Advocaten bieden tegen beloning diensten aan; Vb: arrest Wouters: advocaten bieden diensten aan tegen een beloning/vergoeding. Ze staan zelf in voor de financiële risico s van hun activiteiten. Overheidsondernemingen zijn ondernemingen - Ondernemingsverenigingen zijn ondernemingen : Art.101 Werkingsverdrag : verboden zijn afspraken tussen ondernemingen, besluiten van ondernemingsverenigingen en onderling samenhangende afspraken die de mededinging van de intracommunautaire markt beperkt. De relevante markt bij ons is natuurlijk de Belgische markt. BV. Architect krijgt het advies dat zijn loon bestaat uit 7% van de totale waarde. Geen enkel probleem, dat is niet mededingingsbeperking want het is een richtlijn, ze hebben nog altijd de vrije mededinging. Stel nu dat de architect een bouwpromotor kent en die architect zegt dat hij voor dit project 3,5% aanrekent. Stel dat dat ter oren komt van de orde van architecten en die orde zegt dat de richtprijs 7% is en dat wel veel te laag is en als besluit schorsen ze de architect. Dat wordt een bindend besluit want men gaat het afdwingen, dit heeft een mededingingsbeperkend besluit van een ondernemingsvereniging. Dat moeten we ook kunnen aanpakken want dat beperkt de mededinging. - (Koepel)verenigingen van ondernemingsverenigingen zijn ondernemingen - Sportfederaties zijn ondernemingen: doe je dat professioneel, wordt het een economische activiteit in de zin van het werkingsverdrag. Hier zie je dat die sportfederaties voor toepassing van kartelrecht als ondernemingen worden beschouwd. In functie van de bepaling is er ook een verschil in invulling: kartelrecht geen vrijgeleide om volledig buiten schot te blijven - Ook bij activiteiten die ertoe bijdragen de doping in de sport te bestrijden >< vrij verkeer van diensten. Uitsluitend antidopingregels die een legitiem doel nastreven, zoals het verzekeren van het goede verloop van de sportcompetitie, zijn uit art 101 VWEU gesloten - Griekse automobiel en toerisme club: Deel aan de besluitvorming = overheidstaak 15

19 Arrest Josemans (NT in RS-bundel): op commerciële wijze motorcrossen organiseren = onderneming het geven van adviezen over veiligheidsnormen die je moet naleven als je aantal sportfederaties voert, maar daarnaast gaat diezelfde federatie ook op commerciële wijze een aantal sportmanifestaties inrichten. Voor die activiteiten ben je wel een onderneming. Er is dus geen algemene vrijgeleide voor die sportfederatie. Met betrekking tot een gemeentelijk besluit van de stad Maastricht, waarin m n de koffieshops een aantal beperkingen oplegt. We willen niet dat FR en BE in massa naar die shops komen, dat zorgt voor overlast. Hier gaat het erom dat je als je geen NL bent, je er geen softdrugs meer kan kopen. Josemans baat zo n shop uit en krijgt boete omdat hij nog wel verkoopt. Hij komt ertegenop: dit is inbreuk op verbod op discriminatie obv nationaliteit? En ook een beperking aan het vrije verkeer als unieburger om te reizen & verblijven waar ik wil. HvJ zegt: wnnr we het hebben over verdovende middelen, hebben we zeer strikt gereglementeerd circuit: wanneer ze voor geneeskundige behandeling gebruikt worden, val je onder bijzondere categorie. Hier heb je illegale verdovende middelen, ze zijn niet in de handel, zijn illegaal. Illegale middelen kunnen nooit voorwerp zijn van een eco activiteit, het is niet omdat er in NL er een gedoogbeleid is, dat neemt niet weg dat EUrechtelijk die softdrugs illegaal is en tot illegale handel behoort. Het kan dan nt een voorwerp zijn van eco activiteit en kan je dus ook nt beroepen op de bepalingen van het WVEU. 3 ONDERWIJS Onderwijs: - = overheidstaak onderneming - = economische activiteit = onderneming Onderwijs kan je aanbieden als overheidstaak, maar je kan het ook aanbieden als eco activiteit, dus m.a.w.: wanneer onderwijs wordt aangeboden als overheidstaak is het geen onderneming, echter als eco activiteit, heb je wel een onderneming. Hoe moet je dit interpreteren? Arrest Humbel (NT in RS-bundel) Wanneer de overheid onderwijs organiseert en hoofdzakelijk financiert uit staatskas, dan treedt ze op in het algemeen belang. Het is de opvoedende rol van de overheid die ze vervult. Dat onderwijs is geen eco activiteit, dat onderwijs of degene die het verstrekt, is geen onderneming. Vb: ua, het betalen van inschrijvingsgeld is geen onderneming, het inschrijvingsgeld dekt niet de kosten van de infrastructuur, de professoren etc. Maw: ook al betaal je, dan nog zal het een overheidstaak zijn die op de UA wordt vervuld. Maar niet alle activiteiten van de UA zijn overheidstaken. Kortom: het inschrijvingsgeld bedraagt maar een fractie van wat onderwijs werkelijk kost! Het is aldus gesubsidieerd door de overheid en dus een overheidstaak in het algemeen belang. Arrest Wirth (NT in RS-bundel) Wanneer overheid hoofdzakelijk het onderwijs financiert ben je geen onderneming, maar wanneer particulieren hoofdzakelijk dat onderwijs financieren, heb je wel een eco activiteit en ben je een onderneming. Dan was degene die dat aanbiedt, een onderneming in de zin van art 101 VWEU. Dat is heel moeilijk, omdat het hof vage begrippen gebruikt zoals hoofdzakelijk. Die afweging zal je heel in concreto moeten maken. Vb: centrum voor beroepsvervolmaking in de rechten (CBR) dat onderwijs, hoewel het ook wordt verstrekt door de UA, dat onderwijs is wel een eco activiteit, daar moet je betalen in functie van wat je daar krijgt. Het is niet zo omdat een bepaalde entiteit een taak van de overheid vervult, dat alle taken buiten de eco activiteiten vallen. Je moet activiteit per activiteit analyseren. Analyse per onderwijsactiviteit. Het gaat om een feitenkwestie! Wordt de onderwijsactiviteit gesubsidieerd door de overheid of wordt deze hoofdzakelijk gefinancierd door studenten/hun ouders? Hierbij zijn een aantal criteria belangrijk: - Prijs die daarvoor betaald wordt door leerlingen, ouders of derden 16

Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken. Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding

Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken. Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding Consumentenrecht Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken Doelstelling van de wet Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding Bescherming van de eerlijke

Nadere informatie

Handels en economisch recht

Handels en economisch recht p 3de bach rechten 1 Handels en economisch recht Notities + PPT Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R R38 6,50 2 3 HANDELS- EN ECONOMISCH RECHT Economisch recht is een tak

Nadere informatie

HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT

HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT Béatrice Ponet Gert Straetmans (eds.) Antwerpen Cambridge Het vrij beroep na het Wetboek van Economisch

Nadere informatie

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)

Nadere informatie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV: Vrij beroep 1/ België Wet van 15 mei 2014 houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

1.1 Wetgeving Nationale wetgeving Het internationale recht Rechtspraak Gewoonte 22 1.

1.1 Wetgeving Nationale wetgeving Het internationale recht Rechtspraak Gewoonte 22 1. 7 INLEIDING 13 Deel 1 Fundamentele elementen van het HANDELS- EN economisch recht 17 1 DE BRONNEN VAN HET ECONOMISCH RECHT 19 1.1 Wetgeving 19 1.1.1 Nationale wetgeving 19 1.1.2 Het internationale recht

Nadere informatie

Handels en Economische Recht

Handels en Economische Recht 3de bach Rechten Handels en Economische Recht Prof. Straetmans Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R38 10 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be

Nadere informatie

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)

Nadere informatie

Conceptnota nieuwe regelgeving taaldecreet Commissie Werk en Economie Vlaams Parlement

Conceptnota nieuwe regelgeving taaldecreet Commissie Werk en Economie Vlaams Parlement Conceptnota nieuwe regelgeving taaldecreet Commissie Werk en Economie Vlaams Parlement Enkele beschouwingen vanuit de werking van de Europese interne markt en het Belgisch economisch recht Jules Stuyck

Nadere informatie

DE TOEPASSING VAN DE WET MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING

DE TOEPASSING VAN DE WET MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING TEKST Yves Vandendriessche, advocaat (Crivits & Persyn) De dierenarts in het ondernemingsrecht DE TOEPASSING VAN DE WET MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING In een vorige bijdrage stond Yves Vandendriessche

Nadere informatie

Rolnummers 5197, 5198 en 5199. Arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 A R R E S T

Rolnummers 5197, 5198 en 5199. Arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 A R R E S T Rolnummers 5197, 5198 en 5199 Arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, 1 en 2, en 3, 2, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken

Nadere informatie

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines De voorwaarden waaraan voldaan moet worden in het kader van de steunregeling voor kleine en middelgrote windturbines,

Nadere informatie

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden 2011-12 1. Prof.Dr. R. Feltkamp

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden 2011-12 1. Prof.Dr. R. Feltkamp Extern standpunt Workshop FOD Economie 22/5/13 Prof. Dr. K. Byttebier Hoogleraar VUB (Vz. PREC) Advocaat (Everest) Prof. Dr. R. Feltkamp Docent VUB (PREC-BuCo) Advocaat (MODO) Zakenrecht & zakelijke zekerheden

Nadere informatie

ECTS-fiche - Handels- en economisch recht

ECTS-fiche - Handels- en economisch recht ECTS-fiche - Handels- en economisch recht Afstudeerrichting: Graduaat rechtspraktijk Code: D1 Aantal lestijden: 80 1. Beknopte omschrijving: Het handelsverkeer is zonder twijfel een erg belangrijk onderdeel

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 511 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van wet houdende hervorming van het ondernemingsrecht. Brussel, 5 juli 2017 SAMENVATTING De Raad voor het Verbruik werd op 22 juni 2017 door de

Nadere informatie

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016 Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging 10 Maart 2016 Agenda Overzicht enkele bepalingen marktpraktijken Analyse mogelijke relatie mededinging Overzicht 0. Algemeen 1. Prijsaanduiding 2.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

Het nieuwe insolventierecht Inleiding en personeel toepassingsgebied

Het nieuwe insolventierecht Inleiding en personeel toepassingsgebied Het nieuwe insolventierecht Inleiding en personeel toepassingsgebied FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN,

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

Inhoud hoofdstuk 1. het wettelijke kader van de uitoefening van het beroep van architect

Inhoud hoofdstuk 1. het wettelijke kader van de uitoefening van het beroep van architect Hoofdstuk 1. Het wettelijke kader van de uitoefening van het beroep van architect...1 Afdeling 1. Inleiding...1 Afdeling 2. Het monopolie van de architect...2 1. Opmaken van plannen en controle op de uitvoering...2

Nadere informatie

Codex Handels- en Vennootschapsrecht 2011

Codex Handels- en Vennootschapsrecht 2011 Codex Handels- en Vennootschapsrecht 2011 Codex Handels- en Vennootschapsrecht 2011 G.L. BALLON K. GEENS J. STUYCK E. TERRYN Dit wetboek is bijgewerkt tot en met het Belgisch Staatsblad van 30 juni 2011.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming

Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be NOTA Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming

Nadere informatie

Persoonlijke kopie van ()

Persoonlijke kopie van () De architect De architect Beroepsuitoefening en deontologie Kristof Uytterhoeven Sarah Schoenmaekers Antwerpen Cambridge De architect. Beroepsuitoefening en deontologie Kristof Uytterhoeven en Sarah Schoenmaekers

Nadere informatie

Beknopte inhoudsopgave

Beknopte inhoudsopgave Beknopte inhoudsopgave Voorwoord 15 Bronnen 16 DEEL 1 INLEIDENDE TEKSTEN 17 I. Handelsrecht, economisch en financieel recht: begripsbepaling 19 II. Aanknopingspunten van economisch recht 25 DEEL 2 COLLEGESCHEMA

Nadere informatie

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17 IX Onderzoeksopzet 1 Hoofdstuk 1. Achtergrond 3 Hoofdstuk 2. Probleemstelling 7 Afdeling I. Academisch debat 7 Afdeling II. Eigen bijdrage academisch debat 9 Hoofdstuk 3. Onderzoeksvragen en -methodologie

Nadere informatie

Door het Wetboek van economisch recht opgeheven bepalingen

Door het Wetboek van economisch recht opgeheven bepalingen Door het Wetboek van economisch recht opgeheven bepalingen Opgeheven wetsbepaling Wettelijke basis voor de opheffing Inwerkingtreding van de opheffing Bepalingen opgeheven door Boek II Décret du 2-17 mars

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 29.03.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1609/2008, ingediend door D. A. L. (Britse nationaliteit), over vermeende discriminatie

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N BEROEPSREGL - Onthaalouders A08 Brussel, 25.06.2009 MH/BL/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE UITSLUITING VAN DE BEROEPSACTIVITEIT

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

Master in het vennootschapsrecht

Master in het vennootschapsrecht Master in het vennootschapsrecht INTERUNIVERSITAIR PROGRAMMA Faculteit Rechtsgeleerdheid De master in het vennootschapsrecht aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid legt de klemtoon op de grondige uitdieping

Nadere informatie

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN

Nadere informatie

Zaak C-377/98. Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

Zaak C-377/98. Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie Zaak C-377/98 Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie Nietigverklaring Richtlijn 98/44/EG Rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen Rechtsgrondslag Artikel

Nadere informatie

Handelaars en ambachtslieden, nijveraars en landbouwers. 2

Handelaars en ambachtslieden, nijveraars en landbouwers. 2 www.vdvaccountants.be 7 1. DEFINITIES Om de omzetting van éénmanszaak tot vennootschap te begrijpen is het nodig om eerst enkele begrippen gedefinieerd te zien vanuit wettelijk perspectief. In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2018 D.16.0021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.16.0021.N K.V. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Beatrix Vanlerberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Reglement Starterscontract

Reglement Starterscontract Reglement Starterscontract Artikel 1 Situering De Stad Gent, zijnde het College van Burgemeester en Schepenen, kan onder de voorwaarden bepaald in dit reglement, een toelage toekennen aan startende ondernemers,

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Op 25 maart 2002 heeft Politheek tegen het bestreden besluit een bezwaarschrift ingediend.

BESLUIT. 3. Op 25 maart 2002 heeft Politheek tegen het bestreden besluit een bezwaarschrift ingediend. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2855-26 Betreft zaak: Politheek Explorer Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT, GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 ASPEELE, E. DE LOOSE, H. MOEYKENS, F. PlETERS, S. TlJSEBAERT,

Nadere informatie

EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET

EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET 1/5 EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET SOORTEN CUMULBEPERKINGEN STRUCTUUR ARTIKEL 62 De wettelijke cumulbeperkingen, zoals geformuleerd in artikel 62 van de wet van 25 april

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven.

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2849-15 Betreft zaak: Allibre/Gemeente Breda Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 FEBRUARI 2012 F.10.0115.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0115.N 1. K.P., 2. H.D.S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050

Nadere informatie

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET

Nadere informatie

RJ-Uiting 2014-7: ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen

RJ-Uiting 2014-7: ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen RJ-Uiting 2014-7: ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen Inleiding RJ-Uiting 2014-7 bevat de ontwerp-richtlijn 630 Commerciële stichtingen en verenigingen. De Raad voor de Jaarverslaggeving

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

BENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart 2007. Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT

BENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart 2007. Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2006/2/11 ARREST van 19 maart 2007 Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT Procestaal : Nederlands ARRET du 19 mars 2007 En cause METABOUW BOUWBEDRIJF

Nadere informatie

Uitvoering van overheidsopdrachten van werken

Uitvoering van overheidsopdrachten van werken 111 Uitvoering van overheidsopdrachten van werken Kennismaking met de algemene uitvoeringsregels en de algemene aannemingsvoorwaarden en duiding van de belangrijkste verschillen met het gemeen aannemingsrecht

Nadere informatie

C Gerechtelijke statistieken van het Gerecht

C Gerechtelijke statistieken van het Gerecht C van het Werkzaamheden van het 1. Aanhangig gemaakte, afgedane, aanhangige zaken (2006 2010) Aanhangig gemaakte zaken 2. Aard van de procedures (2006 2010) 3. Aard van het beroep (2006 2010) 4. Onderwerp

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN SOCIAL FINANCE NL B.V.

ALGEMENE VOORWAARDEN SOCIAL FINANCE NL B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN SOCIAL FINANCE NL B.V. 1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle werkzaamheden verricht of te verrichten door of namens Social Finance NL B.V., een besloten vennootschap

Nadere informatie

I. Hervorming vennootschapsrecht een vooruitblik

I. Hervorming vennootschapsrecht een vooruitblik I. Hervorming vennootschapsrecht een vooruitblik naar een nieuw wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) 1 DOORGEDREVEN VEREENVOUDIGING 11 afschaffing onderscheid handelsvennootschappen - burgerlijke

Nadere informatie

Inleiding tot het recht

Inleiding tot het recht 1ste bach PSW Inleiding tot het recht Prof. Janvier Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B08 3,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Inleiding tot het

Nadere informatie

Europese krijtlijnen voor een sociaal federalisme

Europese krijtlijnen voor een sociaal federalisme Europese krijtlijnen voor een sociaal federalisme prof. dr. Herwig VERSCHUEREN Universiteit Antwerpen De Europese context Overzicht De Europese spelers en hun instrumenten De Europese juridische krijtlijnen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland

Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2011 De koning De neutrale strafrechter De doorwerking in privaatrechtelijke verhoudingen van het primaire recht

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling The Bright Side Newsletter n 23 Bright Advocaten www.b-right.be Onderwerp Verbod op verkoop met verlies in strijd met het Europees recht Datum 22 april 2013 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

Een verkenning van de grondslagen van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht

Een verkenning van de grondslagen van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht Een verkenning van de van het ne bis in idem beginsel in het Belgisch belastingrecht Prof. dr. Anne Van de Vijver 17 november 2015 Overzicht Inleiding - Probleemstelling: dubbele belasting - Rechtstheoretisch

Nadere informatie

Wetboek economisch recht Pieter Van den Bossche Adviseur FOD Economie

Wetboek economisch recht Pieter Van den Bossche Adviseur FOD Economie Wetboek economisch recht Pieter Van den Bossche Adviseur FOD Economie Historiek van het project Denktank «modernisering economisch recht» (2007) Poltiieke steun en colloquia (2008) Verkennend ontwerp (2009),

Nadere informatie

2. Loontrekker of zelfstandige?

2. Loontrekker of zelfstandige? 2. Loontrekker of zelfstandige? Meer en meer kaderleden krijgen van hun onderneming een statuut als zelfstandige voorgesteld. De werkgever heeft belang bij de vele mogelijke voordelen (geen vooropzeg bij

Nadere informatie

Consumentenrecht en handelspraktijken: Informatie aan de consument

Consumentenrecht en handelspraktijken: Informatie aan de consument Consumentenrecht en handelspraktijken: Informatie aan de consument Informatie ( Art. 10 WMPC ) Regel m.b.t. taal, etikettering, gebruiksaanwijzingen en garantiebewijzen = Art. 10 WMPC zegt dat de vereisten

Nadere informatie

De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU

De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU Paris Decembre 8th 2017 1 Voorstel richtlijn evenredigheid

Nadere informatie

Marktpraktijken Knipperlichten Contrast 31/01/2019

Marktpraktijken Knipperlichten Contrast 31/01/2019 Marktpraktijken Knipperlichten Contrast 31/01/2019 Jules Stuyck Crowell & Moring 1 Overzicht Inleiding Opheffing boek XIV WER Ondernemingsbegrip in boek VI Recente rechtspraak HvJ B2C oneerlijke handelspraktijken/vergelijkende

Nadere informatie

Reglement Starterscontract

Reglement Starterscontract 1 Reglement Starterscontract Artikel 1 - Situering De Stad Geraardsbergen, zijnde het College van Burgemeester en Schepenen, kan onder de voorwaarden bepaald in dit reglement, een ondersteuning toekennen

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 5009 Arrest nr. 55/2011 van 6 april 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 2, 1 en 2, en 3, 2, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming,

Nadere informatie

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 16.12.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0171/2012, ingediend door Klaus Träger (Duitse nationaliteit), over verschillende

Nadere informatie

De bevoegdheidsverdeling inzake sociale zekerheid en sociale bijstand

De bevoegdheidsverdeling inzake sociale zekerheid en sociale bijstand De bevoegdheidsverdeling inzake sociale zekerheid en sociale bijstand Jan Velaers Materiële bevoegdheidsverdeling Federale overheid: residuaire bevoegdheden Gemeenschappen: toegewezen bevoegdheden o.m.

Nadere informatie

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier De wet op de marktpraktijken Procedure en sancties TALLON Advocaat larcier VII De Bibliotheek Handelsrecht Voorwoord bij de Reeks Mededinging, Handelspraktijken en Intellectuele Rechten Voor- en DEEL I.

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016; Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in

Nadere informatie

Deze bijlage blijft gelden zolang als de Verwerker de persoonsgegevens verwerkt namens de Verwerkingsverantwoordelijke.

Deze bijlage blijft gelden zolang als de Verwerker de persoonsgegevens verwerkt namens de Verwerkingsverantwoordelijke. Bijlage: Toepassing van EU verordening 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer

Nadere informatie

2de bach PSW. Mediarecht. Lesnotities. uickprinter Koningstraat Antwerpen B EUR

2de bach PSW. Mediarecht. Lesnotities. uickprinter Koningstraat Antwerpen   B EUR 2de bach PSW Mediarecht Lesnotities Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B17 3.00 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be MEDIARECHT 2014-2015 INHOUD

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016; Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Vertaling C-478/15-1 Zaak C-478/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten) Faculteit Rechten Universiteit Hasselt Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten) Versie 25 augustus 2010 Artikel 1: Algemene doelstellingen De bachelorscriptie is een bijzondere

Nadere informatie

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2019/XX Boekhoudplichtige onderneming. Ontwerpadvies van 3 april

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2019/XX Boekhoudplichtige onderneming. Ontwerpadvies van 3 april COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2019/XX Boekhoudplichtige onderneming Ontwerpadvies van 3 april 1 2019 I. Algemeen 1. Met de Wet van 25 april 2018 houdende hervorming van het ondernemingsrecht

Nadere informatie

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21

Inhoudstafel. Opzet van het onderzoek en centrale onderzoeksvraag... 21 xi Voorwoord bij de Reeks Grondslagen van het Fiscaal Recht. i Préface à la Collection Fondements de Droit Fiscal iii Woord vooraf v Avant-propos vii Dankwoord ix Afkortingen 1 Deel I Inleiding 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder.

Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008. Art. 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt als naam Zevenbunder. vzw Zevenbunder, NIEUWE STATUTEN Uittreksel uit het verslag van de algemene vergadering van 11 april 2008 De statuten van de vzw worden gewijzigd door de volledige vervanging van de teksten, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

Organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar

Organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar Organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Afzonderlijke

Nadere informatie

1. Werkzaamheden van het Gerecht Aanhangig gemaakte, afgedane, aanhangige zaken ( ) 1

1. Werkzaamheden van het Gerecht Aanhangig gemaakte, afgedane, aanhangige zaken ( ) 1 . Werkzaamheden van het Aanhangig gemaakte, afgedane, aanhangige zaken (2005 2009) 200 000 800 600 400 200 0 Aanhangig gemaakte zaken Afgedane zaken Aanhangige zaken Aanhangig gemaakte zaken 469 432 522

Nadere informatie

1 van 7. Externe FAQ voor de waarborghouders

1 van 7. Externe FAQ voor de waarborghouders Externe FAQ voor de waarborghouders 1 van 7 Wat is een onderneming in het kader van de Waarborgregeling?... 2 Zijn vzw s toegelaten?... 2 Wat is een onderneming in moeilijkheden in het kader van de generieke

Nadere informatie

Betreft: Koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register

Betreft: Koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register MEDEDELING 1 2018/20 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN Correspondent Onze referte Datum sg@ibr-ire.be TD/MB/DS/jv 30.10.2018 Geachte Confrater, Betreft: Koninklijk besluit van 30 juli

Nadere informatie

Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities Aanbieder Afspraak: Algemene Voorwaarden: Beloning: Contract: Gedragscode Linkd: Promotiemateriaal

Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities Aanbieder Afspraak: Algemene Voorwaarden: Beloning: Contract: Gedragscode Linkd: Promotiemateriaal Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: Aanbieder: aanbieder(s) van Producten met wie Linkd op enig moment samenwerkt, zoals omschreven in de Overeenkomst.

Nadere informatie

PC Advocaten Nieuwsbrief mei juni 10

PC Advocaten Nieuwsbrief mei juni 10 PC Advocaten Nieuwsbrief mei juni 10 HANDELSPRAKTIJKEN WORDEN MARKTPRAKTIJKEN INLEIDING De nieuwe Wet Marktpraktijken en Consumentenbescherming (WMPC) in werking getreden op 15.05.10 vervangt de oude Wet

Nadere informatie

Zaak C-475/99. Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz

Zaak C-475/99. Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz Zaak C-475/99 Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz (verzoek van het Oberverwaltungsgericht Rheinland-Pfalz om een prejudiciële beslissing) Artikelen 85, 86 en 90 EG-Verdrag (thans artikelen

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

Managementvennootschappen

Managementvennootschappen Managementvennootschappen INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 4 2. MANAGEMENTVENNOOTSCHAP HET BEGRIP... 5 2.1. Definiëring... 5 2.2. Functie van de managementvennootschap... 6 2.2.1. De managementvennootschap

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Organisatie van de rechtspraak - België

Organisatie van de rechtspraak - België Organisatie van de rechtspraak - België c) Nadere bijzonderheden over de rechterlijke instanties 1. Vredegerecht De vrederechter is de rechter die het dichtst bij de burgers staat. Hij wordt overeenkomstig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT pagina 1 1.) Auteursrechten, naburige rechten en loon. Analyse van het arrest van het Hof van Cassatie dd. 15 september 2014 Moeten naburige rechten onderworpen worden aan

Nadere informatie