Sportclub als buurthuis van de toekomst

Transcriptie

1 Sportclub als buurthuis van de toekomst Werkblad beschrijving interventie voor Goed Beschreven t.b.v. Menukaart Sportimpuls Originele versie: maart 2013, versie 1.0 Versie MSI: oktober 2013 Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad LET OP velden met de aanduiding MSI, zijn verplicht voor het aanmelden voor de Menukaart Sportimpuls Voor meer informatie: Oktober 2013, versie MSI

2 Colofon Ontwikkelaar/licentiehouder van de interventie Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Website (van de interventie) De Sportbank Genemuidenstraat NZ Den Haag Nvt De Sportbank Contactpersoon Vul hier de eerste contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam Sandra Schenk Adres Gemenuidenstraat 208 Postcode 2545 NZ Plaats Den Haag Telefoon Fax nvt Tweede contactpersoon Vul hier de tweede contactpersoon voor de interventie in Naam Louk Burgers Adres Genemuidenstraat 208 Postcode 2545 NZ Plaats Den Haag Telefoon Fax nvt

3 Referentie in verband met publicatie Naam auteur Sandra Schenk en Louk Burgers Titel interventie Databank(en) Plaats, instituut Sportclub als Buurthuis van de Toekomst Den Haag Datum 22 mei 2014 Het Werkblad moet een samenvatting van de beschikbare schriftelijke informatie zijn en geeft informatie over de interventie die van belang is voor de beoordeling van de kwaliteit en randvoorwaarden van de interventie. Daarnaast is de informatie bedoeld voor bezoekers van de databank(en) van de samenwerkende organisaties. Het Werkblad is een invulformulier, geordend naar onderwerp (doelgroep, doel enzovoort). De onderwerpen volgen de criteria voor beoordeling. Kijk in de handleiding die bij dit werkblad hoort ter ondersteuning bij het invullen van dit werkblad. Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende organisaties

4 Inhoud Colofon... 2 Samenvatting... 5 Uitgebreide beschrijving Probleemomschrijving Beschrijving interventie Samenhang Uitvoering Evaluatie van praktijkervaringen Aangehaalde literatuur... 30

5 Samenvatting Eén A-4tje, maximaal 400 woorden Schrijf hier een korte pakkende beschrijving van de interventie en neem hier in ieder geval de volgende onderdelen in op: Doelgroep, doel en aanpak van de activiteiten. Sport als sociaal bindmiddel! Het succesvolle project Sportclub als Buurthuis van de Toekomst uit Den Haag is landelijk ontwikkeld tot deze interventie. Sport voor iedereen, dichtbij huis en in de eigen leefomgeving draagt bij aan de volgende doelen: verhogen van sportparticipatie versterken van de maatschappelijke betekenis van de sportaanbieder verbeteren van de sociale cohesie in achterstandswijken Dit vraagt om een prominentere plaats van sport en de sportaanbieder in de samenleving. De sportaanbieder wordt steeds meer gezien als een ankerpunt in de maatschappij, een veilige plek waar mensen samenkomen: Sportclub als Buurthuis van de Toekomst. Werken op basis van behoefte levert duurzame sportparticipatie De doelgroep van de interventie zijn bewoners van alle leeftijden wonend in achterstandswijken rondom een sportaanbieder. Om in wijken met een sociale en maatschappelijke achterstand het belang van sport en bewegen op de agenda van bewoners te krijgen is het belangrijk om je te verdiepen in de wijk, de behoeftes te peilen en te onderzoeken waar de sportaanbieder kan aansluiten bij de leefstijl. Dit geeft de sportaanbieder nieuwe inzichten om aangepast sportaanbod te creëren. Om de sportparticipatie van wijkbewoners vervolgens duurzaam te verhogen is het noodzakelijk dat een sportaanbieder de wijkbewoners betrekt bij het samenstellen van het sport- en beweegaanbod en duurzame samenwerkingen aan gaat met lokale organisaties. De sportclub als buurthuis: een veilige plek waar mensen samenkomen Sportaanbieders zijn geschikte organisaties om dit te bereiken. Aan de via de sport ontstane nieuwe verbindingen kan vervolgens meer maatschappelijke betekenis worden gegeven. Op die manier heeft vernieuwend sportaanbod niet alleen effect op de sport, maar wordt sport in een breder maatschappelijk kader getrokken. Via sport wordt dan ook vernieuwing toegepast op gerelateerde terreinen, zoals het vinden van (culturele) combinaties in de sport en het koppelen van sport aan maatschappelijke doelen. Wat houdt de interventie in? Over een tijdspad van 1 jaar wordt, onder regie van een projectleider, toegewerkt naar Sportclub als Buurthuis van de Toekomst. De interventie bestaat uit drie fasen: voorbereiding, uitvoering en continuering. Het geeft de sportaanbieder zicht op: eigen sterktes en zwaktes, de uitdagingen en krachten van de lokale context specifieke doelgroep(en) geschikte (sport)activiteiten en wervingsmethodes

6 lokale samenwerkingspartners om uiteindelijk tot duurzaam sportaanbod te komen De Sportbank (interventie-eigenaar) volgt op grote lijnen de uitvoering en ondersteunt de projectleider en sportaanbieder met verschillende middelen zoals een handleiding, meetinstrumenten, opleidingsdag en formats om mee te werken. Na afloop van de interventie verschuift de projectleider naar de achtergrond en neemt de buurtsportcoach het over, met ondersteuning van een commissie Sportclub in de Maatschappij bij de sportaanbieder. De Sportbank kan na afloop van de interventie extra ondersteuning aanbieden.

7 Uitgebreide beschrijving 1. Probleemomschrijving Probleem Voor welk probleem, thema of risico is de interventie ontwikkeld? Omschrijf aard en ernst van het probleem Gebruik hiervoor maximaal 400 woorden. Beschrijf ook de spreiding (hoe vaak komt het probleem voor en bij wie) en de mogelijke gevolgen (immaterieel en materieel) als er nu niet wordt ingegrepen. Achterblijvende sport- en beweegparticipatie van mensen met een lage SES De positie van kwetsbare groepen vraagt om aandacht. Het gaat hierbij om kenmerken als weinig inkomen, lage opleiding, geen werk en slechte gezondheid. Het aantal personen met een kwetsbaar kenmerk is na 2008 geleidelijk opgelopen naar bijna 25% (als percentage van de bevolking) in 2012 (Pommer& Van der Torre, 2013). Sport- en beweegparticipatie van mensen met een lage sociaal economische status (SES) blijft achter ten opzichte van mensen met een hoge SES. Zo doen mensen uit armere gezinnen minder aan sport dan mensen uit rijkere gezinnen (Tiessen-Raaphorst, 2010). Tiessen en Raaphorst (2010) halen gebrek aan financiële middelen, beperkte sociale participatie van de ouders en een niet-westerse herkomst als belangrijke verklarende factoren aan voor achterblijvende sport- en beweegparticipatie en inactiviteit. Volgens Breedveld (2006) lijkt het er op dat niet zozeer het sportief kapitaal van ouders van belang is voor hun kinderen, maar vooral het sociaal kapitaal. Tot slot is de capaciteit van het sportaanbod in lage SES-wijken veelal beperkt en laat de kwaliteit van de sportvoorzieningen te wensen over (Duijvestijn 2007). Lage sport- en beweegparticipatie en inactiviteit verhogen de kans op gezondheidsgerelateerde klachten, zoals hart- en vaatziekten, diabetes, depressie, bepaalde vormen van kanker (o.a. Hildebrandt et al., 1999; Hardman & Stensel, 2009; WHO, 2010). Maar de gevolgen van een lage sportparticipatie beperken zich niet tot een verminderde gezondheid. Meedoen aan of het organiseren van sport heeft tevens een belangrijke socialiserende functie. Zo biedt sportparticipatie onder meer een context waar mensen elkaar ontmoeten en sociale contacten opdoen, waar individuele gedragsverandering mogelijk is en informele sociale controle plaatsvindt (SCP, 2009). De interventie gelooft in sport als sociaal bindmiddel en het draagt mede bij aan het verhogen van beweeg en sportparticipatie, het versterken van de maatschappelijke betekenis van de sportaanbieder en het verbeteren van de sociale cohesie in achterstandswijken.

8 2. Beschrijving interventie Het werkblad is ook geschikt voor een samenvattende beschrijving van complexe of samengestelde interventies. Dit zijn interventies die uit twee of meer afzonderlijke onderdelen bestaan. Denk aan interventies met aparte onderdelen voor verschillende doelgroepen, zoals een leefstijlinterventie die zowel gericht is op de community als de school als de individuele docent. Of aan interventies met verschillende modules die bij een doelgroep op maat worden toegepast. Naarmate er meer onderdelen zijn is het aan te bevelen de structuur visueel weer te geven in een schema. Dit geldt met name voor de subdoelen en voor de aanpak van de interventie. Zie verder bij de betreffende paragrafen hieronder. 2.1 Doelgroep Wat is de uiteindelijke doelgroep van de interventie? De einddoelgroep van de interventie zijn in eerste instantie bewoners van alle leeftijden wonend in achterstandswijken in de omgeving van een sportaanbieder met achterblijvende sport- en beweegparticipatie. Meer specifiek richt de interventie zich op wijken waar relatief veel inactieve mensen met een lage SES (bepaald op basis van opleiding, inkomen en beroepsniveau) wonen. Via de gemeente kan worden achterhaald welke wijken bekend staan als achterstandswijken. Subdoelgroepen zijn jongeren in de leeftijd van 4 tot 12 jaar en 12 tot 18 jaar, volwassenen, senioren en niet-westerse mannen en vrouwen. De precieze doelgroep wordt bepaald aan de hand van een wijkbewoners-enquête in de beginfase van de interventie. Zijn er intermediaire doelgroepen? Zo ja, welke? De intermediaire doelgroep zijn lokale organisaties uit de wijk en haar vrijwilligers (en betaalde krachten / professionals). De volgende lokale organisaties kunnen deelnemen: Sportvereniging (bestuur, trainers en vrijwilligers) Andere lokale commerciële en niet-commerciële sportaanbieders (bestuur/directie en sportleiders/docenten) zoals een dansschool, karateschool of fitnessclub Buurtcentrum van waaruit sportactiviteiten in de wijk worden georganiseerd (bestuur, vrijwilligers en sport- en spelleiders) Professionals van diverse maatschappelijke (sport)organisaties De projecteider ondersteunt de intermediaire doelgroep gedurende 1 jaar. Hij/zij voert de interventie lokaal uit, adviseert bij de te nemen stappen en is eindverantwoordelijk. De projectleider kan iemand zijn vanuit de intermediaire doelgroep, een zelfstandige professional, iemand vanuit een sportadviesbureau of iemand van een gemeentelijke afdeling Sport.

9 Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de buurtsportcoach (indien aanwezig) de projectleider vanaf de start ondersteunt. Mogelijke werkzaamheden van de buurtsportcoach (hierna te noemen buurtsportcoach ) zijn het coördineren van de activiteiten en het onderhouden van contacten met de doelgroep. De buurtsportcoach vormt samen met de projectleider de spin in het web in de wijk. Na de opstartfase neemt de buurtsportcoach het over van de projectleider. Selectie van doelgroepen Hoe wordt de doelgroep en - indien van toepassing - de (intermediaire) doelgroep(en) geselecteerd? Er wordt in eerste instantie ingezet op een brede doelgroep, maar een onderdeel van de interventie is het bepalen van specifieke doelgroepen in de wijk. Dit vormt ook de kracht van de interventie en daarmee is de interventie goed aan te passen aan de lokale situatie en lokale probleemgebieden. Het is dan ook een opmaattraject. In de voorbereidingsfase worden, met behulp van meetinstrumenten (interne scan, partnerscan en wijkbewoners-enquête), de definitieve doelgroepen bepaald. De interventie kan alleen worden uitgevoerd als de sportaanbieder vanaf het begin is betrokken bij de aanvraag. De sportaanbieder werkt de gehele interventie nauw samen met de projectleider en zal na afloop van de interventie, met behulp van de buurtsportcoach, het project voortzetten. Voor de Sportbank is het daarom belangrijk dat de sportaanbieder maatschappelijke georiënteerd is en dit met praktijkvoorbeelden kan staven. Bijvoorbeeld: welke rol zien ze voor zichzelf weggelegd bij de aanpak van lokale problematiek op gebied van gezondheid en beweegachterstand, aanwezigheid van een commissie Maatschappelijk Innovatie (of soortgelijk) en organisatie van wijkactiviteiten met lokale partners. 2.2 Doel Hoofddoel Het hoofddoel is het verhogen van de sport- en beweegparticipatie van lage ses wijkbewoners en een positieve bijdrage leveren aan de sociale cohesie in de wijk. Subdoelen Wat zijn de subdoelen van de interventie? Indien van toepassing: koppel de subdoelen aan de betreffende (intermediaire) doelgroepen, bijvoorbeeld in een schema. Om de hoofddoelstelling te bereiken zijn er een aantal subdoelen gevormd. De subdoelen zijn onderverdeeld in subdoelen voor de doelgroep en subdoelen voor de sportaanbieder. Subdoelen voor de specifieke doelgroep afhankelijk van de lokale context 1. De doelgroep kan deelnemen aan een breed sportaanbod, aangepast aan hun behoeften* 2. De doelgroep kan bij de sportaanbieder sporten in een veilige en vertrouwde omgeving

10 3. De doelgroep kan deelnemen aan andere gezamenlijke (niet-sportgerelateerde) activiteiten, aangepast aan hun behoeften bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding, kunst en cultuur-gerelateerde activiteiten, kooklessen* 4. De doelgroep kan zijn of haar sociale contacten bevorderen door contact met andere deelnemers Subdoelen sportaanbieder 1. De sportaanbieder vergroot zijn maatschappelijk functie. Er worden nieuwe verbindingen met andere organisaties in de wijk gelegd waarmee de sportaanbieder zijn activiteiten verbreedt op verschillende gebieden 2. De sportaanbieder gaat, in samenwerking met andere organisaties in de wijk, accommodaties en sportvelden efficiënter inzetten zodat meerdere instanties (bijvoorbeeld dagopvang senioren, kinderopvang, huiswerkbegeleiding, bedrijvensport) op uiteenlopende tijdstippen en voor verschillende doelgroepen hier van gebruik maken. 3. De sportaanbieder betrekt wijkbewoners als lid en/of vrijwilliger actief bij de organisatie van het activiteitenaanbod *De uiteindelijke activiteiten zijn niet vooraf bekend maar worden in de voorbereidingsfase van de interventie bepaald. Er kan worden gekozen voor aangepast aanbod van de eigen sport van de sportaanbieder, vernieuwd sportaanbod en niet-sportgerelateerde activiteiten. Voorbeelden zijn: Bij een voetbalvereniging: Meidenvoetbal of 35+ Voetbal, GALM-methode voor senioren, biljarten, Jeu de Boules of schilderen. Bij een hockeyvereniging: Fithockey voor senioren of Be Interactive als wandelprogramma voor vrouwen. Huiswerkbegeleiding bij na-schoolse opvang. Bij een turnvereniging: Master Trend Weken voor senioren of B-fit voor basisschoolleerlingen. Bij een fitnessschool: Fitness 2.0, BigMove of danslessen voor scholieren. Cursussen over gezonde eetstijl. 2.3 Aanpak Opzet van de interventie Hoe is de opzet van de interventie? Denk aan volgorde, frequentie, intensiteit en duur - indien van toepassing. Voeg hier eventueel een schema in. De sportaanbieder als Buurthuis van de Toekomst Het moment dat een sportaanbieder kiest voor deze interventie, is ook het moment dat de sportaanbieder kiest voor het vergroten van zijn maatschappelijke functie via een integrale aanpak. Gedurende het proces van de interventie worden er nieuwe verbindingen met andere wijkorganisaties gelegd en verbreedt de sportaanbieder zijn aanbod op verschillende terreinen. Welke partij het initiatief neemt is afhankelijk van factoren als de aanwezigheid van sportaanbieders, zelfstandige professionals, reeds aanwezige samenwerkingsverbanden, zelforganisaties en van lokale behoeftes en beleid van de Gemeente. In de praktijk wordt de aanvraag vaak opgepakt door een uitvoerende

11 professional (zelfstandig of werkend bij een lokaal sport en adviesbureau), in opdracht van een Gemeente of lokaal samenwerkingsverband. De uitvoerende professional levert vervolgens ook de projectleider voor de interventie aan. Opzetten van een Sportclub als Buurthuis van de Toekomst Voor het opzetten en overdragen staat een tijdspad van 1 jaar. Gedurende het jaar verschuift de uitvoering, coaching en ondersteuning door de projectleider naar de buurtsportcoach met ondersteuning van een commissie Sportclub in de Maatschappij bij de sportaanbieder. De buurtsportcoach en de commissie zijn na afloop van de interventie in staat de zelfstandig door te gaan. Fasering De interventie is onderverdeeld in drie fasen. De tijdsduur is afhankelijk van de lokale context, onderstaande genoemde tijdsduur is bepaald aan de hand van praktijkervaring. De eerste fase is de voorbereidingsfase en neemt twee tot die maanden in beslag. 1. De eerste stap is het in kaart brengen van de wijk en het bepalen van de bestaande en gewenste situatie. 2. De tweede stap is het samenstellen van een klankborgroep (Smaakmakers) die het netwerk vormen. 3. De derde stap is het inzetten en uitvoeren van de meetinstrumenten (vereniging-in-context-scan: interne scan & partnerscan en de wijkenquête) om de krachten, kansen en uitdagingen van de sportaanbieder, mogelijke partners en wijkbewoners inzichtelijk te krijgen. De tweede fase is de uitvoeringsfase en neemt 4 tot 6 maanden in beslag. 1. De eerste stap is het organiseren van een Kantineontmoeting waar de resultaten uit fase 1 worden gedeeld met de wijkbewoners en mogelijke samenwerkingspartners. 2. De tweede stap is het schrijven een actieplan waar naast de specifieke doelgroepen, de gekozen activiteiten per doelgroep en de wijze van werving per doelgroep, de rol en taken van alle partners worden benoemd. 3. De derde stap is het daadwerkelijk werven van deelnemers en de uitvoering van de gekozen activiteiten. De derde fase is de continuerings- en borgingsfase en deze fase neemt twee tot drie maanden in beslag. Het doel van deze fase is de verankering in de wijk en de basis leggen voor het duurzame sportaanbod in de wijk. In deze fase vindt ook de evaluatie en herhaling van de interne scan plaats. Na afloop van de interventie kan de sportaanbieder, met ondersteuning van de buurtsportcoach en de oprichting van een commissie Sportclub in de Maatschappij, zelfstandig verder. Indien nodig kan bij de Sportbank aanvullende ondersteuning worden aangevraagd. Het uitvoeren van bovenstaande drie fasen wordt toegelicht bij inhoud van de interventie.

12 Locatie en uitvoerders Waar wordt de interventie uitgevoerd en door wie? Indien van toepassing per onderdeel beschrijven. De locatie waar de interventie voornamelijk wordt uitgevoerd is bij en rondom de accommodatie van de sportaanbieder. Hieronder schematisch per fase de locatie en uitvoerder. Fase 1 Fase 2 Fase 3 Stappen Locatie Uitvoerder Projectleider (met Deskresearch, inzet meetinstrumenten De wijk en accommodatie ondersteuning samenstellen klankbordgroep sportaanbieder buurtsportcoach, vrijwilligers en studenten) Projectleider (met Kantine-ontmoeting en coalitievorming Accommodatie sportaanbieder ondersteuning buurtsportcoach ) Werving deelnemers en activiteiten Kader intermediaire doelgroep De wijk en accommodatie (in samenwerking met sportaanbieder buurtsportcoach ) Verankeren in de wijk Projectleider (met De wijk en accommodatie ondersteuning van sportaanbieder buurtsportcoach ) Evalueren en meten Projectleider (met De wijk en accommodatie ondersteuning van sportaanbieder buurtsportcoach ) Binnen de interventie zijn er vier partijen die voor een groot deel de uitvoering en het succes van de interventie bepalen. Een eigenschap die alle partijen moeten hebben is geloof in de interventie en de kracht van samenwerken. Ze moeten geloven in de innovatieve aanpak, anderen kunnen overtuigen van de haalbaarheid en een lange termijn visie hebben. De projectleider is de katalysator en zorgt gedurende de interventie voor het verbinden van de netwerken van de vier partijen. Interventie-uitvoerder: Projectleider in samenwerking met sportaanbieder De projecteider ondersteunt de sportaanbieder bij de uitvoering (1 jaar). Hij/zij voert de interventie lokaal uit, adviseert bij de te nemen stappen en is eindverantwoordelijk. De projectleider kan iemand zijn vanuit de intermediaire doelgroep, een zelfstandige professional, iemand vanuit een sportadviesbureau of iemand van een gemeentelijke afdeling Sport. Gemeente en buurtsportcoach In de praktijk wordt de aanvraag vaak opgepakt door een uitvoerende professional (zelfstandig of werkend bij een lokaal sport en adviesbureau), in opdracht van een Gemeente of lokaal samenwerkingsverband. De uitvoerende professional kan ook de projectleider voor de interventie aanleveren. Gedurende de uitvoering van de interventie bestaat de mogelijkheid dat de buurtsportcoach (indien aanwezig) de projectleider vanaf de start ondersteunt. Mogelijke werkzaamheden van de buurtsportcoach tijdens de interventie zijn het coördineren van de activiteiten en het onderhouden van contacten met de doelgroep. De buurtsportcoach

13 vormt samen met de projectleider de spin in het web in de wijk. Na afloop neemt de buurtsportcoach het over van de projectleider. Klankbordgroep Smaakmakers De groep Smaakmakers bestaat uit een groep (4 tot 8) vrijwilligers en professionals die de wijk weerspiegelen. Het is belangrijk dat deze mensen binnen hun netwerk een bepaald gezag hebben, kennis en netwerk willen delen en geloven in de kracht van samenwerken. Voorbeelden van vrijwilligers zijn: voorzitter sportvereniging, bestuurslid maatschappelijke projecten, trainer, lid, vrijwilliger, overblijfmoeder, lid bewonersorganisatie, oudercommissie of zelforganisatie. Voorbeelden van professionals zijn: jongerenwerker, ouderenconsulent, directeur welzijnsorganisatie, voorzitter moskee of kerk, welzijnswerker, ondernemer of docent. De sportaanbieder betrekt op deze manier wijkbewoners die als vrijwilliger actief zijn bij de totstandkoming van de interventie. De Smaakmakers spelen in de voorbereidingsfase een cruciale rol. Naast een r0l als klankbord en vraagbaak voor de projectleider zijn de Smaakmakers medeverantwoordelijk voor de keuze voor mogelijke lokale samenwerkingspartners (dit is nodig voor de partnerscan). In een later stadium van de interventie fungeren zij met name als ambassadeurs voor de interventie en een aantal als commissieleden voor de commissie Sportclub in de Maatschappij bij de sportaanbieder. Interventie-eigenaar De Sportbank volgt op grote lijnen de uitvoering en ondersteunt de projectleider met verschillende middelen zoals bijvoorbeeld een opleidingsdag en intervisie bijeenkomsten (verdere toelichting volgt in hoofdstuk 4). De ondersteuning is alleen gedurende projectperiode van de interventie. Tijdens en na afloop van de projectperiode kan de projectleider of buurtsportcoach extra ondersteuning aanvragen. Hier kunnen individueel afspraken over worden gemaakt en is afhankelijk van de tijdsinvestering die dit vraagt. De Sportbank is een maatschappelijke procesontwikkelaar die investeert in de kracht van mensen. Extra ondersteuning Voor ondersteuning bij het uitvoeren van de meetinstrumenten en het werven van deelnemers en de uitvoering van activiteiten is het aan te raden een samenwerking aan te gaan met een stagebureau van een MBO/HBO onderwijsinstelling. Te denken aan een regionaal opleidingscentrum Sport&Bewegen (ROC), een Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) of een Sportmanagementopleiding. Inhoud van de interventie Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd en eventueel in welke volgorde? Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Aanvraagprocedure Welke partij het initiatief neemt is afhankelijk van factoren als de aanwezigheid van sportaanbieders, zelfstandige professionals, reeds aanwezige samenwerkingsverbanden, zelforganisaties en van lokale behoeftes en beleid van de Gemeente. In de praktijk wordt de aanvraag vaak opgepakt door een uitvoerende professional (zelfstandig of werkend bij een lokaal sport en adviesbureau), in opdracht van een Gemeente of lokaal samenwerkingsverband. De uitvoerende professional levert vervolgens ook de projectleider voor de

14 interventie aan. Maar het is ook mogelijk dat de Gemeente zelf de aanvraag doet en zelf de projectleider aanlevert. Er zijn verschillende mogelijkheden om te starten met de interventie. Een mogelijkheid is via de Sportmenukaart en de Sportimpuls-subsidie. Een andere mogelijkheid is het direct aanvragen bij de Sportbank, dit kan via de website of telefonisch. Gezien de kosten van de interventie zal deze laatste optie met behulp van een financiële sponsor moeten worden aangevraagd (bijvoorbeeld via een subsidie van een fonds of met financiële steun van de eigen gemeente). Verdere toelichting hieromtrent volgt in hoofdstuk 4 Uitvoering: kwaliteitsbewaking. Hieronder volgt een inhoudelijk beschrijving van de interventie. Fase 1 VOORBEREIDINGSFASE Als eerste wordt de wijk in kaart gebracht (deskresearch) en worden meetinstrumenten ingezet. De meetinstrumenten (vereniging-in-context-scan: interne scan & partnerscan en de wijkenquête) worden ingezet om de krachten, behoeftes, kansen en uitdagingen van de sportaanbieder, mogelijke partners en wijkbewoners inzichtelijk te krijgen. Hieruit volgen de definitieve doelgroepen en activiteiten. Deskresearch De projectleider begint met de deskresearch om een beeld te krijgen van de maatschappelijke sport- en beweegvraagstukken, gezondheidsvraagstukken en vraagstukken omtrent sociale cohesie in de wijk. De projectleider doet dit door gebruik te maken van bijvoorbeeld wijkanalyses, buurtmonitoren, demografische gegevens van de eigen gemeente zijn mogelijke middelen en eventueel algemene gegevens van CBS, SCP, etc. Vervolgens schrijft de projectleider het plan van aanpak voor de inzet en uitvoering van de meetinstrumenten en start hij/zij met het samenstellen van de klankbordgroep Smaakmakers. Tevens is bekend wanneer en of een buurtsportcoach gaat starten (in de huidige beschrijving spreken we alleen over een projectleider, maar zodra de buurtsportcoach start kun je deze toevoegen). Samenstellen Smaakmakers Bij het samenstellen van de klankbordgroep Smaakmakers is de projectleider leidend. De groep Smaakmakers bestaat uit een groep (4 tot 8) vrijwilligers en professionals die de wijk weerspiegelen. Het is belangrijk dat deze mensen binnen hun netwerk een bepaald gezag hebben, kennis en netwerk willen delen en geloven in de kracht van samenwerken. De projectleider heeft structureel overleg (minimaal 1 x per zes weken) met de Smaakmakers over de te nemen stappen, ontvangt feedback en de klankbordgroep fungeert als vertaler naar de wijk. Meetinstrumenten Na de deskresearch en het samenstellen van de Smaakmakers wordt met behulp van wetenschappelijk onderbouwde meetinstrumenten van de interventie-eigenaar door de projectleider onderzocht in hoeverre de sportaanbieder in staat is te voldoen aan de behoeftes van de wijkbewoners. De eerste stap is de Verenigingin-context-scan die bestaat uit een interne scan en een partnerscan. Aan het einde van de interventie worden beide scans herhaald om inzicht te krijgen in de ontwikkeling.

15 Interne scan is een verkenning van de uitdagingen, krachten en aandachtspunten van de sportaanbieder en geldt als nulmeting. Deze input wordt gebruikt om in kaart te brengen waar de sportaanbieder ondersteuning nodig heeft. Tegelijkertijd geeft deze meting ook een indicatie van de kansen voor de sportaanbieder. In totaal wordt deze scan twee keer afgenomen (nulmeting en 1-meting). De interne scan bestaat uit de thema s: algemeen, vrijwilligersbeleid en betaald kader, externe communicatie, clubcultuur, intern beleid, accommodatie, financiën en toekomst. De interne scan is een digitale vragenlijst, het invullen neemt drie kwartier tot een uur in beslag. Partnerscan is een verkenning van de mogelijkheden van de context. Deze scan geeft een beeld van de samenwerkingsmogelijkheden met partners in de wijk. De partijen waar deze scan wordt afgenomen, worden van te voren bepaald door de projectleider en Smaakmakers. De scan wordt bij vier tot maximaal 10 partners afgenomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het eigen netwerk, resultaten deskresearch en resultaten uit de interne scan. De partnerscan is een digitale vragenlijst, het invullen neemt vijftien tot twintig minuten in beslag. Naast de Vereniging-in-context-scan wordt ook een wijkbewoners-enquête afgenomen (vragenlijst die drie tot vijf minuten in beslag neemt). De resultaten uit deze enquête worden gebruikt om sport en buurthuisactiviteiten te ontwikkelen bij de sportaanbieder die afgestemd zijn op de beweegbehoeftes en maatschappelijk vraagstukken in de wijk. De enquête wordt uitgezet onder een representatieve selectie van wijkbewoners, zodat rekening wordt gehouden met demografische verschillen. Het streefaantal is 15 tot 20 enquêtes per subdoelgroep met een maximum van 100 enquêtes. De selectie wordt bepaald door de projectleider. Uitvoering meetinstrumenten Zoals eerder toegelicht is het raadzaam deze enquêtes te laten uitvoeren door studenten (bij voorkeur studenten die naast de Nederlandse taal een niet-nederlandse taal spreken die veel voorkomend is in de wijk). Indien dit niet mogelijk is dan zullen de Smaakmakers worden ingezet. Voor bewoners die de Nederlandse taal minder of nauwelijks beheersen is het verstandig de enquête te vertalen (de oorspronkelijke versie is vertaald naar een Turkse en Arabische versie). De projectleider verwerkt de resultaten van de eerste fase en schrijft een voorstel voor het aanbod van een breed pakket aan sport-, beweeg-, en andere gezamenlijke activiteiten bij de sportaanbieder (5 tot 15 activiteiten) aangepast aan de behoeftes van de specifieke doelgroepen. Tevens schrijft de projectleider een voorstel voor de wervingsmethode van deelnemers. Fase 2 UITVOERINGSFASE De voorbereiding en uitvoering van de Kantine-ontmoeting en Coalitievorming wordt gedaan door de projectleider en buurtsportcoach, ondersteunt door de Smaakmakers en wijkpartners voortgekomen uit partnerscan (bijvoorbeeld: woonzorgcentrum, wijkcentrum, Buitenschoolse Opvang/Naschoolse Opvang, Basisonderwijs en Voortgezet-onderwijs, ouderenzorgcentrum, gezondheidscentra, huisartsenpraktijk, Centrum Jeugd en Gezin etc).

16 Kantineontmoeting Er wordt bij de sportaanbieder een inspiratie-bijeenkomst georganiseerd waar de resultaten uit fase 1 interactief worden gepresenteerd aan wijkbewoners, mogelijke partners (uit partnerscan) en de leden van de sportaanbieder. Doel van de bijeenkomst is feedback ontvangen op de keuze voor de doelgroepen en activiteiten. Een achterliggend doel is dat vanuit de sportaanbieder een eerste stap wordt gezet naar het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving voor de wijkbewoners. Aan het einde van de bijeenkomst worden drie tot vijf activiteiten gekozen (afhankelijk van de omvang van de sportaanbieder). De projectleider verwerkt de resultaten van de bijeenkomst verder in het actieplan. Coalitievorming De projectleider maakt met de deelnemende wijkpartners afspraken (bijvoorbeeld in convenanten) over onder andere uitvoer activiteiten, werving en aantal deelnemers, promotie, tijdplanning en mogelijke personele inzet bij activiteiten. De afspraken worden teruggekoppeld aan de klankbordgroep. Het aantal deelnemers hangt af van de gekozen doelgroep(en) en bijbehorende activiteiten. Werving deelnemers en activiteiten Werving van de deelnemers gaat in samenwerking met vrijwilligers van de sportaanbieders, de wijkpartners en eventuele inzet van studenten. De uitvoering van de activiteiten vindt plaats bij de sportaanbieder en gaat in samenwerking met trainers van de sportaanbieder, (opgeleid of op te leiden) kader vanuit de wijkpartners en/of stagiaires van een onderwijsinstelling. Door de samenwerking met de andere wijkorganisaties worden accommodaties en sportvelden efficiënter ingezet. Meerdere instanties kunnen op uiteenlopende tijdstippen gebruik maken van de faciliteiten van de sportaanbieder. Voortraject werving Zoals eerder beschreven wordt in eerste instantie ingezet op een brede doelgroep en wordt aan de hand van scans de specifieke doelgroepen in de wijk bepaald. Naar aanleiding van de gekozen activiteiten en specifieke doelgroepen worden de deelnemers geworven. Er wordt een op maat communicatieplan geschreven door de projectleider met ondersteuning van de interventie-eigenaar. Met behulp van het communicatieplan en contactenpuntenmatrix (doelgroep weggezet tegen meest geschikte wervingsmiddel) wordt de wijze van werving bepaald voor de specifieke doelgroepen. Hierbij moet rekening worden gehouden met feit dat de kracht zit in het combineren van communicatiekanalen. Een flyer op zichzelf gaat geen deelnemers genereren. Mogelijke wervings- / communicatiekanalen zijn; Indirect contact (persberichten lokale krant, websites wijk / partners, digitale muurkrant, flyers / posters / banners, social media) Direct contact (deur aan deur, op locatie (winkelcentrum) door samenwerkingspartners, vrijwilligers en klankbordgroep) Viraal contact (virale marketing is een marketingtechniek die probeert met behulp van bestaande sociale netwerken de bekendheid te vergroten (of positieve associaties te bewerkstelligen) op een manier die te vergelijken is met een virale epidemie. Het lijkt op mond-tot-mondreclame versterkt

17 door het internet, waardoor snel en goedkoop een groot aantal mensen bereikt kan worden. Virale marketing richt zich op consumenten, niet bedrijven). Werving Er zijn een aantal subdoelgroepen genoemd (zie beschrijving interventie: doelgroep). Hieronder worden vindplaatsen en wervingskanalen genoemd die gebruikt zijn in de praktijk. Subdoelgroepen zijn jongeren in de leeftijd van 4 tot 12 jaar en 12 tot 18 jaar, volwassenen, senioren en niet-westerse mannen en vrouwen. Indien de wijkkrant goed wordt gelezen door de wijkbewoners is het aan te raden elk kwartaal een persbericht te plaatsen. Op deze manier kun je de wijkbewoners op de hoogte houden van de ontwikkelingen omtrent de interventie. Tevens kunnen flyer s huis aan huis worden bezorgd, posters worden opgehangen in de wijk en gebruik worden gemaakt van een digitale muurkrant. Dit blijven echter passieve vormen van werving. De beste manier om deelnemers te werven blijft persoonlijk contact en hierbij gebruik maken van het netwerk van de samenwerkingspartners en Smaakmakers. Voor de werving van kinderen (4 tot 12 jaar) kan direct contact worden opgenomen met de basisscholen, na- en buitenschoolse opvang, Centrum Jeugd en Gezin, consultatiebureau, via het wijkcentrum, via ouders op het schoolplein, via een gezondheidscentrum of welzijnsorganisatie. Voor jongeren (12 tot 18 jaar) kan contact worden opgenomen met voortgezet onderwijs, via het wijkcentrum of welzijnsorganisatie. De jongeren aanspreken bij playgrounds en veldjes of tijdens pauzes in winkelcentra. Volwassen en senioren bewoners kunnen onder andere worden benaderd via gezondheidscentra, bewonersorganisaties, welzijnsorganisatie, zorginstellingen en zelforganisaties. Maar bijvoorbeeld ook door contact te zoeken met werkgevers, kerk en moskee, bibliotheek, gezondheidsloket in stadsdeelkantoren, persoonlijk aanschrijven via de Gemeente, samenwerking met winkeliersvereniging of winkelcentrum om op zaterdag met kraampje in winkelcentrum bewoners aan te spreken. Activiteiten Het kan voorkomen dat naar aanleiding van de uitkomst uit fase 1 en fase 2 kader moet worden opgeleid voor de uitvoering van de activiteiten. In overleg met Smaakmakers kan de projectleider kijken naar welke personen hiervoor in aanmerking komen. Er kan hier heel bewust worden gekozen voor iemand uit de wijk die nog niet betrokken is bij de sportaanbieder maar wel activiteiten wil verzorgen. De activiteiten zijn niet vooraf bekend maar worden in de voorbereidingsfase bepaald. Er kan worden gekozen voor aangepast aanbod van de eigen sport van de sportaanbieder en vernieuwd aanbod. De hieronder genoemde activiteiten voor de subdoelgroepen zijn uit de praktijk: Bij een voetbalvereniging: Meidenvoetbal of 35+ Voetbal, GALM-methode voor senioren, schilderen, biljarten of Jeu de Boules. Bij een hockeyvereniging: Fithockey voor senioren, Be Interactive als wandelprogramma voor vrouwen of huiswerkbegeleiding via na-schoolse opvang.

18 Bij een turnvereniging: Master Trend Weken voor senioren, B-fit voor basisschoolleerlingen of dans voor meisjes. Bij een fitnessschool: Fitness 2.0, BigMove of danslessen voor scholieren en cursussen over gezonde eetstijl. De uitvoering van het sport- en beweegaanbod vind plaats bij de sportaanbieder. Het is laagdrempelig, omdat: Het sportaanbod in vernieuwde en aangepaste vorm wordt aangeboden (bijvoorbeeld eigen tempo, aangepaste regels of materiaal) De uitvoering gebeurd door trainers/vrijwilligers/ kader van de sportaanbieder, maar het kan ook door trainers/vrijwilligers / kader van de wijkpartners worden uitgevoerd bij de sportaanbieder. Door de uitvoering over te laten aan mensen uit een vertrouwde omgeving van de wijkbewoners versterkt dit tevens het gevoel van een veilige en vertrouwde omgeving bij de sportaanbieder. Het vertrouwen begint bij een persoon en verplaatst zich naar de locatie van de sportaanbieder. Rondom de activiteiten zijn veel bewuste contactmomenten ingepland tussen deelnemers. Algemene groepsontvangst vooraf, ingelaste onderbrekingen bij de spelvormen en gezamenlijk afsluiten (onder genot van koffie / thee) na afloop van de activiteiten. Deze contactmomenten tussen deelnemers zijn laagdrempelig en ongedwongen. De opgedane nieuwe contacten en ervaring kunnen voor wijkbewoners ondersteunend zijn bij het versterken van hun sociale participatie in wijk. Deelnemers worden gedurende de interventie geen lid van de sportaanbieder, maar het advies is de deelnemers een kleine vergoeding te laten betalen voor deelname (bijvoorbeeld 15 voor 10 lessen). Door het betalen van een vergoeding zullen deelnemers minder snel afhaken omdat ze waar voor hun geld willen. Het zou extra winst zijn de deelnemers de deelname op termijn gaan zien als een investering in hun gezondheid. Mogelijke vormen van deelname gedurende de interventie: Eendaagse-activiteiten gericht op specifieke doelgroepen (kennismakingsbijeenkomst, proeftuindag, clinic) Evenementen gericht op meerdere doelgroepen (stratentoernooi/ Open dag / Familiedag / koppelen van sportactiviteiten aan wijkevenementen) in combinatie met BBQ. Lessenreeks (5 tot 10 opeenvolgende lessen) met afsluitende activiteit. Flexibel lidmaatschap (kwartaal/ familie / seizoen / 10 rittenkaart / activiteitenkaart) Monitoring en aftersales Alle deelnemers aan activiteiten, evenementen en lessenreeksen worden gemonitord door trainers. Gedurende de periode van deelname aan sportactiviteiten wordt regelmatig contact opgenomen (hoe gaat het, waar was je, wanneer kom je?) met deelnemers. Persoonlijk contact met deelnemers is een belangrijk middel om voor deelnemers een veilige en vertrouwde omgeving te creëren. Na afloop van een lessenreeks of flexibel lidmaatschap wordt een aanbieding gedaan om (aangepast) lid te worden.

19 Fase 3 CONTINUERING EN BORGINGSFASE Verankering Het verankeren in de wijk gebeurd door de projectleider en buurtsportcoach, in samenwerking met Smaakmakers en wijkpartners. Om de kans te vergroten dat de interventie verankert in de wijk en de sportaanbieder zijn maatschappelijke functie verder vergroot, is het wenselijk dat na afloop van de projectperiode de rol van projectleider wordt overgenomen door een buursportcoach en er een commissie Sportclub in de Maatschappij bij de sportaanbieder wordt opgericht. De impuls in de wijk is gegeven en de eerste contouren van een sportief integraal wijkprogramma zijn gelegd. De buursportcoach en de commissie gaan bestaande activiteiten continueren en uitbouwen. Het is ook mogelijk dat vanuit de vereniging een bestuurder de rol van de projectleider overneemt, maar dat is afhankelijk van de tijdsinvestering en lange termijn inzichten van de sportaanbieder hoe dit in de praktijk tot stand komt. Duurzaam sportaanbod De continuïteit van activiteiten drijft vooral op draagvlak en betrokkenheid bij de samenleving. Het draagvlak binnen de drie kernen (projectleider, buurtsportcoach en Smaakmakers) heeft zich gedurende de interventie verspreid als een olievlek. Bewoners en deelnemers binnen dit netwerk ervaren de aandacht als positief en voelen zich betrokken als deelnemer, vrijwilliger, supporter of aanbieder. Ook faciliteer je door lokale verbindingen kruisbestuiving tussen mensen en organisaties die voor een duurzame borging van sportactiviteiten in de wijk zorgen. Het verduurzamen van sport- en beweegaanbod wordt verder versterkt door het (nieuw) opgeleid kader een pool van gekwalificeerd personeel de aanschaf van specifiek spelmateriaal verschillende vormen van sport- en beweegaanbod nieuw en aangepast sportaanbod structureel aanbieden n in verschillende lidmaatschapsvormen en gelden (bijvoorbeeld via subsidie vanuit de Ooievaarspas of het Jeugdsportfonds) Na de projectperiode zal worden gekozen voor de juiste lidmaatschapsvorm en daarbij horende bedragen. Hiermee kunnen de trainers van de nieuwe activiteiten worden betaald. Voor bewoners in de lage SES-wijken zijn er financiële ondersteuningsmogelijkheden in de vorm van de Ooievaarspas (Den Haag) of het Jeugdsportfonds (landelijk). Evalueren en meten Na of tijdens elke fase volgt een terugkoppeling van de projectleider en buurtportcoach aan de klankbordgroep, wijkpartners en interventie-eigenaar. Na afloop van de projectperiode volgt er nogmaals een Vereniging-in-context-scan (interne scan en partnerscan) om inzichtelijk te krijgen welke vorderingen zijn gemaakt (1-meting). De evaluatie van de interventie is tweeledig. Eerst wordt de interventie geëvalueerd door en met de projectleider en de buurtsportcoach. Aanwezigen bij de evaluatie-bijeenkomst zijn de Smaakmakers en samenwerkingspartners. De uitkomst van deze evaluatiebijeenkomst wordt door middel

20 van een verslag teruggekoppeld aan de interventie-eigenaar. Als laatste krijgt de interventie-uitvoerder het verzoek de ondersteuning van de interventie-eigenaar te evalueren. Beoogde resultaat: sociale cohesie Sociale cohesie verwijst naar de mate van verbondenheid en solidariteit binnen groepen en gemeenschappen. Sociale cohesie telt daarin drie componenten (Bolt& Torrance, 2005). Sociale participatie (deelnemen aan de samenleving/gedrag), gedeelde opvattingen (normen en waarden) en identificatie/verbondenheid met een gemeenschap (beleving). Sociale cohesie richt zich op verschillende schaalniveaus. Bijvoorbeeld binnen het gezin of de familie, maar ook in buurten, verenigingen of zelfs hele samenlevingen. Kort samengevat biedt sportparticipatie op wijkniveau, zowel deelname aan sport als het participeren in de organisatie en uitvoering van sportieve activiteiten, kansen op het gebied van sociale cohesie: Het betrekken van wijkbewoners en lokale partijen bij de start en ontwikkeling van de interventie en bij de keuze voor het sportaanbod. Het samenbrengen van wijkbewoners bij de sportaanbieder voor, tijdens en na sportactiviteiten, evenementen en wijktoernooien. Totstandkoming van nieuwe verbindingen tussen lokale partners (bijvoorbeeld door middel van het aanbieden van trainers en docenten voor specifieke doelgroepen). Het onderbrengen en wijkbewoners mee in aanraking brengen van andere wijkactiviteiten bij de sportaanbieder (kaartclubjes, na-schoolse opvang, kunst en cultuur activiteiten). Bovenstaande punten dragen elk bij aan de eerder genoemde subdoelstellingen voor de doelgroep en de sportaanbieder. Door de wijkbewoners en lokale partners deelgenoot te maken van de interventie is de ervaring dat de verbondenheid en solidariteit in de wijk wordt versterkt. Er is meer contact, begrip en kennis van elkaar. 2.4 Ontwikkelgeschiedenis Betrokkenheid doelgroep Was de doelgroep betrokken bij de ontwikkeling van de interventie, en op welke manier? Wijkbewoners rondom de sportverenigingen waar de interventie-eigenaar in eerste instantie is gestart met de interventie hebben een rol gespeeld bij de ontwikkeling. Rondom elke vereniging is de wijk-enquête afgenomen bij een aantal wijkbewoners. De resultaten uit deze wijk-enquête zijn meegenomen bij de totstandkoming en keuze voor het aangepaste sportaanbod in die specifieke wijk maar de resultaten zijn ook meegenomen bij verbetering en aanpassingen van de enquête (bijvoorbeeld de enquête in Turks of Marokkaans vertalen). Ook hebben een aantal wijkbewoners deelgenomen aan de Smaakmakers. 2.5 Vergelijkbare interventies Op de Menukaart Sportimpuls staan twee soortgelijke interventies. Buurtsportvereniging

21 Sportdorp: Vitale kernen en buurten Daarnaast zijn er twee commerciële organisaties die verenigingen ondersteuning bieden vanuit de gedachte dat de sportvereniging een maatschappelijke functie heeft. Het zijn geen interventies. Sportclub van de Toekomst Vitale sportvereniging Overeenkomsten en verschillen Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen (puntsgewijs)? Buurtsportvereniging heeft ook als doel het verhogen van de sportparticipatie voor bewoners in lage ses wijken. Het verschil is dat tijdens deze interventie een duurzame organisatievorm tot stand komt waar bewoners zelf het sportaanbod realiseren, terwijl de interventie Sportclub als Buurthuis van de Toekomst vanuit een reeds bestaande organisatievorm (de sportaanbieder) werkt en hierbij samenwerkt met de wijkbewoners en lokale wijkpartners. Sportdorp: Vitale kernen en buurten heeft ook als doel de sportparticipatie verhogen en leefbaarheid vergroten van het dorp/kern. Het verschil hierbij is dat niet de sportaanbieder centraal staat maar het hele dorp/kern. Sportclub van de Toekomst is een initiatief van een aantal specialisten in de ondersteuning van sportverenigingen op verschillende terreinen en heeft als doel om sportclubs verder te helpen. Met innovatieve concepten en professionele partners zorgt de Sportclub van de Toekomst ervoor dat verenigingen op eenvoudige wijze kunnen vernieuwen met een effectievere, financieel gezonde en duurzame vereniging tot gevolg. Tijdens roadshows door het land informeren specialisten uit de markt sportverenigingen over verschillende onderwerpen. De overeenkomst is dat sportaanbieder verder wordt ontwikkeld, verschil is dat dit gebeurd door middel van een roadshow waar verschillende sportaanbieders tegelijkertijd aanwezig zijn in plaats van een op maat aanpak. De Stichting Vitale Sportvereniging stimuleert de ontwikkeling van sportverenigingen tot actieve, maatschappelijk betrokken ondernemingen. Dit in samenwerking met gemeenten, sociale partners en bedrijven. Hierbij richten ze zich meer op welzijn, zorg en arbeidsparticipatie en minder op het sportaanbod meer laten aansluiten bij de behoeftes in de wijk en van daaruit de verbinding zoeken met de wijk. Toegevoegde waarde Wat is de toegevoegde waarde van deze interventie? De toegevoegde waarde is vooral dat het aanbod wordt aangesloten op de behoeften van de wijkbewoners (door het in kaart brengen ervan) en dat de wijkbewoners worden betrokken bij zowel de totstandkoming als de uitvoering (bv in de rol van vrijwilliger).

22 3. Samenhang (Facultatief) Beschrijf in maximaal 250 woorden hoe de aanpak aansluit bij de aanleiding, het doel en de doelgroep. Anders gezegd: hoe leidt deze aanpak bij deze situatie en/of dit probleem tot het beoogde doel bij deze doelgroep. nvt 4. Uitvoering Materialen Welke materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering, werving en evaluatie van de interventie? 1. Digitale Vereniging-in-context-scan (interne scan en partnerscan) 2. Wijkbewoners-enquête (indien wenselijk digitaal) De digitale scans en enquête hebben een eigen link naar Survey Monkey. 3. Handleiding (digitaal of in boekvorm) 4. Procesevaluatie 5. Format draaiboek Kantinebijeenkomst 6. Format communicatieplan en contactpuntenmatrix 7. Evaluatieformulier in relatie tot ondersteuning van de interventie-eigenaar 8. Onderzoek van Verwey-Jonker Instituut en de Sportbank: De maatschappelijk waarde van sport. Het onderzoek is als boek uitgegeven en kan worden opgestuurd. Het dient als achtergrondinformatie bij de totstandkoming van de interventie 9. Onderzoek van P. Attema en De Sportbank: De maatschappelijke meerwaarde van sport. Het onderzoek is als boek uitgegeven en kan worden opgestuurd. Het dient als onderbouwing bij de totstandkoming van de interventie 10. Naambordje Sportclub als Buurthuis van de Toekomst (die kan worden bevestigt op de accommodatie) Type organisatie Welk(e) soort(en) organisatie(s) kan /kunnen de interventie uitvoeren? Sportaanbieder (vereniging of commerciële sportaanbieder) Gemeentelijke Sportafdeling, in samenwerking met sportvereniging / sportpark Provinciale Sportafdeling, in samenwerking met sportvereniging / sportpark Sport-gerelateerde zelforganisaties in de wijk Sportbonden, in samenwerking met sportvereniging / sportpark Sportafdeling lokale welzijnsorganisatie Buurtsportvereniging Schoolsportvereniging

23 Opleiding en competenties Welke opleiding /training en specifieke competenties van de uitvoerders zijn vereist? Het volgen van de opleidingsdag en intervisie bijeenkomsten gegeven door de interventie-eigenaar. De projectleider zal aanwezig zijn bij deze dagen. Projectleider: HBO- denk en werkniveau, netwerker, inspirator, daadkrachtig, organisatorisch, verbinder en leiderschap. Buurtsportcoach MBO+/HBO denk en werkniveau, netwerken, verbinden en organiseren. Uitvoering sportactiviteiten worden gegeven door opgeleid kader (bijvoorbeeld via CIOS/ALO/ROC S&B of via cursussen van een sportbond) of kader dat gedurende de interventie wordt opgeleid. Kwaliteitsbewaking Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt? Aanvraagprocedure Welke partij het initiatief neemt is afhankelijk van factoren als de aanwezigheid van sportaanbieders, zelfstandige professionals, reeds aanwezige samenwerkingsverbanden, zelforganisaties en van lokale behoeftes en beleid van de Gemeente. In de praktijk wordt de aanvraag vaak opgepakt door een uitvoerende professional (zelfstandig of werkend bij een lokaal sport en adviesbureau), in opdracht van een Gemeente of lokaal samenwerkingsverband. De uitvoerende professional levert vervolgens ook de projectleider voor de interventie aan. Maar het is ook mogelijk dat de Gemeente zelf de aanvraag doet en zelf de projectleider aanlevert. Er zijn verschillende mogelijkheden om te starten met de interventie. Via de Sportimpuls-subsidie Alvorens wordt gestart met het schrijven van de aanvraag wordt er (telefonisch) contact opgenomen met de Sportbank. Tijdens dit gesprek wordt besproken wat het doel van de interventie is, de lokale context, de kansen, mogelijkheden en haalbaarheid van de aanvraag. De aanvrager krijgt een positief of negatief advies. Minimaal een week voor de deadline van het indienen van de aanvraag ontvangt de Sportbank de volledige aanvraag. De Sportbank geeft binnen 3 dagen feedback op de aanvraag zodat de aanvrager deze feedback nog kan verwerken. De Sportbank zal naar aanleiding van de aanvraag de intentieverklaring wel of niet tekenen. Indien de Sportimpuls-subsidie wordt gehonoreerd dan neemt de aanvrager contact op met de Sportbank en wordt een afspraak gemaakt voor de opleidingsdag. Via de Sportbank De aanvraag kan direct worden aangevraagd bij de Sportbank, dit kan via de website of telefonisch. Gezien de kosten van de interventie zal deze optie met behulp van een financiële sponsor moeten worden aangevraagd (bijvoorbeeld via een subsidie van een fonds of met financiële steun van de eigen gemeente). De Sportbank zal gedurende het schrijven van de aanvraag fungeren als sparringpartner en advies geven. Indien