Evaluatievormen: De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne jury.

Transcriptie

1

2 1 BACHELOR 1 INSTRUMENT Gitaar 1 Mandoline 1 Harp 1 vaardigheidstoets 100% Interne evaluaties van het jaarprogramma gebeuren op klasconcerten en groepslessen door docent(en). De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne jury. De student behaalt de eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken. De student is geslaagd als hij minimaal 10/20 behaalt voor dit opleidingsonderdeel, dat bovendien niet delibereerbaar is. Vaardigheidstoets, 100% van de punten, bestaande uit 1 jaarexamen van 30 minuten met een gemengd recitalprogramma. De student kiest het programma in samenspraak met de hoofddocent. Het programma bevat werken uit diverse stijlperioden, van renaissance tot hedendaags repertoire. Gitaar 1 / Mandoline 1 / Harp 1 (deel 1): 50% van de minutage en punten Gitaar 1 / Mandoline 1 / Harp 1 (deel 2): 50% van de minutage en punten VOORBEREIDING AUDITEREN 1 (enkel studenten harp) Voorbereiding vaardigheidstoets 100% auditeren 1 De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne jury. De student behaalt de gestelde eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken in de zeer specifieke context van een auditie. De student is geslaagd als hij minimaal 10/20 behaalt voor dit opleidingsonderdeel, dat bovendien niet delibereerbaar is. Praktische proef orkesttrekken tijdens de examensessie van mei/juni: 4 opgelegde orkesttrekken. Deze orkesttrekken worden ten laatste 3 maanden voor het jaarexamen aan de studenten opgegeven. artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 2 van 12

3 INITIATIE GITAARSPEL 1 (enkel studenten mandoline) Initiatie gitaarspel 1 vaardigheidstoets 100% De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne jury. Er wordt gewerkt naar eigen vermogen en kunnen van de student waarbij rekening wordt gehouden met het individuele niveau. De student moet in zijn voorgesteld repertoire voor het examen voldoen aan het voorgeschreven programma. Daarnaast wordt er nauwlettend op toegezien dat er per klimmend studiejaar bij de student een merkbare vooruitgang is die zich vertaalt in een steeds moeilijker repertoire. Belangrijk daarbij is het correct weergeven van de partituur met respect voor stijl en tekst. Graden kunnen toegekend worden op basis van muzikale overtuigingskracht en de moeilijkheidsgraad van het programma. De student is geslaagd wanneer de jury oordeelt dat de student voldoende evolutie heeft doorgemaakt: de student toont aan dat hij het instrument beheerst en dat hij met inzicht en stijlkennis een partituur op correcte wijze kan vertolken en behaalt minimaal 10/20 voor dit opleidingsonderdeel. Bij de beoordeling houdt de jury rekening met volgende competenties: Vaardigheden: ritmiek, melodische lijnen, harmonisch gevoel, correcte en verzorgde weergave. Kennis en inzicht: analytisch denkvermogen, stilistiek, frasering. Attitudes: artistieke gedrevenheid, persoonlijkheid, zelfstandigheid, visie, podiumpresentatie. Vaardigheidstoets: 3 contrasterende stukken niveau basisspel in eerste positie, eventueel met eenvoudige barré en bindingen. 2 BACHELOR 2 INSTRUMENT Gitaar 2 Mandoline 2 Harp 2 vaardigheidstoets 100 Interne evaluaties van het jaarprogramma gebeuren op klasconcerten en groepslessen door docent(en). De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne jury. De student behaalt de eindcompetenties, toont aan dat hij het instrument beheerst en dat hij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken. De student is geslaagd als hij minimaal 10/20 behaalt voor dit opleidingsonderdeel, dat bovendien niet delibereerbaar is. Vaardigheidstoets, 100% van de punten, bestaande uit 1 jaarexamen van 30 minuten met een gemengd recitalprogramma. artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 3 van 12

4 De student kiest het programma in samenspraak met de hoofddocent. Het programma bevat werken uit diverse stijlperioden, van renaissance tot hedendaags repertoire. Gitaar 2 / Mandoline 2 / Harp 2 (deel 1): 50% van de minutage en punten Gitaar 2 / Mandoline 2 / Harp 2 (deel 2): 50% van de minutage en punten VOORBEREIDING AUDITEREN 2 (enkel studenten harp) Voorbereiding vaardigheidstoets 100% auditeren 2 De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne jury. De student behaalt de gestelde eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken in de zeer specifieke context van een auditie.de student is geslaagd als hij minimaal 10/20 behaalt voor dit opleidingsonderdeel, dat bovendien niet delibereerbaar is. Praktische proef orkesttrekken tijdens de examensessie van mei-juni: 4 opgelegde orkesttrekken. Deze orkesttrekken worden ten laatste 3 maanden voor het jaarexamen aan de studenten opgegeven. INITIATIE GITAARSPEL 2 (enkel studenten mandoline) Initiatie gitaarspel 2 vaardigheidstoets 100% De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode (mei/juni) voor een Interne jury. Er wordt gewerkt naar eigen vermogen en kunnen van de student waarbij rekening wordt gehouden met het individuele niveau. De student moet in zijn voorgesteld repertoire voor het examen voldoen aan het voorgeschreven programma. Daarnaast wordt er nauwlettend op toegezien dat er per klimmend studiejaar bij de student een merkbare vooruitgang is die zich vertaalt in een steeds moeilijker repertoire. Belangrijk daarbij is het correct weergeven van de partituur met respect voor stijl en tekst. Graden kunnen toegekend worden op basis van muzikale overtuigingskracht en de moeilijkheidsgraad van het programma. De student is geslaagd wanneer de jury oordeelt dat de student voldoende evolutie heeft doorgemaakt: de student toont aan dat hij het instrument beheerst en dat hij met inzicht en stijlkennis een partituur op correcte wijze kan vertolken en behaalt minimaal 10/20 voor dit opleidingsonderdeel. Bij de beoordeling houdt de jury rekening met volgende competenties: Vaardigheden: ritmiek, melodische lijnen, harmonisch gevoel, correcte en verzorgde weergave. Kennis en inzicht: analytisch denkvermogen, stilistiek, frasering. Attitudes: artistieke gedrevenheid, persoonlijkheid, zelfstandigheid, visie, podiumpresentatie. Vaardigheidstoets: 3 contrasterende stukken met verwerking van barré en bindingen. artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 4 van 12

5 3 BACHELOR 3 INSTRUMENT Gitaar 3 vaardigheidstoets 100% Mandoline 3 Harp 3 Interne evaluaties van het jaarprogramma gebeuren op klasconcerten en groepslessen door docent(en). De vaardigheidstoets is een openbare proef die wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne + externe jury. De student behaalt de eindcompetenties, toont aan dat hij het instrument beheerst en dat hij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken. De student is geslaagd als hij minimaal 10/20 behaalt voor dit opleidingsonderdeel, dat bovendien niet delibereerbaar is. Vaardigheidstoets, 100% van de punten, bestaande uit 1 openbare proef van 45 minuten met een gemengd recitalprogramma. De student kiest het programma in samenspraak met de hoofddocent. Het programma omhelst werken uit diverse stijlperioden, van renaissance tot hedendaags repertoire. Studenten gitaar 3 brengen daarnaast een opgelegd werk. De deeltijdse instrumentenexamens van Bachelor 3 worden als volgt gepland: Gitaar 3 / Mandoline 3 / Harp 3 (deel 1): examen met 50% van het programma voor een interne jury. Gitaar 3 / Mandoline 3 / Harp 3 (deel 2): examen met presentatie van het volledige bachelor 3- programma (deel 1 mag hernomen worden) voor een interne en externe jury. AUDITIETRAINING 1 (enkel studenten harp) Auditietraining 1 vaardigheidstoets 100% De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode (mei/juni) voor een interne jury. De student behaalt de gestelde eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken in de zeer specifieke context van een auditie. De student is geslaagd als hij minimaal 10/20 behaalt voor dit opleidingsonderdeel, dat bovendien niet delibereerbaar is. Vaardigheidstoets: De student brengt 6 opgelegde orkesttrekken. Deze orkesttrekken worden ten laatste 1 maand voor de proef aan de studenten opgegeven. artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 5 van 12

6 INITIATIE GITAARSPEL 3 (enkel studenten mandoline) Initiatie gitaarspel 3 vaardigheidstoets 100% De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode (mei/juni) voor een interne jury. Er wordt gewerkt naar eigen vermogen en kunnen van de student waarbij rekening wordt gehouden met het individuele niveau. De student moet in zijn voorgesteld repertoire voor het examen voldoen aan het voorgeschreven programma. Daarnaast wordt er nauwlettend op toegezien dat er per klimmend studiejaar bij de student een merkbare vooruitgang is die zich vertaalt in een steeds moeilijker repertoire. Belangrijk daarbij is het correct weergeven van de partituur met respect voor stijl en tekst. Graden kunnen toegekend worden op basis van muzikale overtuigingskracht en de moeilijkheidsgraad van het programma. De student is geslaagd wanneer de jury oordeelt dat de student voldoende evolutie heeft doorgemaakt: de student toont aan dat hij het instrument beheerst en dat hij met inzicht en stijlkennis een partituur op correcte wijze kan vertolken en behaalt minimaal 10/20 voor dit opleidingsonderdeel. Bij de beoordeling houdt de jury rekening met volgende competenties: Vaardigheden: ritmiek, melodische lijnen, harmonisch gevoel, correcte en verzorgde weergave. Kennis en inzicht: analytisch denkvermogen, stilistiek, frasering. Attitudes: artistieke gedrevenheid, persoonlijkheid, zelfstandigheid, visie, podiumpresentatie. Vaardigheidstoets: 3 contrasterende stukken met verwerking van barré en bindingen. 4 MASTER 1 INSTRUMENT Gitaar 4 Mandoline 4 Harp 4 vaardigheidstoets 100% Interne evaluaties van het jaarprogramma gebeuren op klasconcerten en groepslessen door docent(en). De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne jury. De student behaalt de eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken. De student is geslaagd als hij minimaal 10/20 behaalt voor dit opleidingsonderdeel dat bovendien niet delibereerbaar is. Vaardigheidstoets, 100% van de punten, bestaande uit 1 jaarexamen van 35 minuten met een gemengd recitalprogramma artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 6 van 12

7 De student kiest het programma in samenspraak met de hoofddocent. Het programma omhelst werken uit diverse stijlperioden, van renaissance tot hedendaags repertoire. Gitaar 4 / Mandoline 4 / Harp 4 (deel 1): 50% van de minutage en punten Gitaar 4 / Mandoline 4 / Harp 4 (deel 2): 50% van de minutage en punten AUDITIETRAINING 2 (enkel studenten harp) OPTIE PODIUM AUDITIETRAINING (enkel studenten harp) OPTIE ORKESTSPEL 1 Auditietraining 2 vaardigheidstoets 100% Auditietraining (optie orkestspel) 1 Een vaardigheidstoets tijdens de examenperiode in mei/juni voor een interne jury. De student behaalt de gestelde eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken in de zeer specifieke context van een auditie. De student moet minstens 10/20 behalen om te slagen voor dit opleidingsonderdeel. Specificaties m.b.t. het examenprogramma Praktische proef tijdens de examenperiode in mei/juni: 8 opgelegde orkesttrekken. Deze orkesttrekken worden ten laatste 1 maand voor de proef aan de studenten opgegeven. Auditietraining 2 en Auditietraining (optie orkestspel) 1 kunnen niet opgesplitst worden voor een deeltijdse studie. De vaardigheidstoets voor deze opleidingsonderdelen dient bijgevolg integraal afgelegd te worden in combinatie met deel 1 of deel 2 van Instrument 4. INITIATIE GITAARSPEL 4 (enkel studenten mandoline) Initiatie gitaarspel 4 vaardigheidstoets 100% De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode (mei/juni) voor een Interne jury. Er wordt gewerkt naar eigen vermogen en kunnen van de student waarbij rekening wordt gehouden met het individuele niveau. De student moet in zijn voorgesteld repertoire voor het examen voldoen aan het voorgeschreven programma. Daarnaast wordt er nauwlettend op toegezien dat er per klimmend studiejaar bij de student een merkbare vooruitgang is die zich vertaalt in een steeds moeilijker repertoire. Belangrijk daarbij is het correct weergeven van de partituur met respect voor stijl en tekst. Graden kunnen toegekend worden op basis van muzikale overtuigingskracht en de moeilijkheidsgraad van het programma. artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 7 van 12

8 De student is geslaagd wanneer de jury oordeelt dat de student voldoende evolutie heeft doorgemaakt: de student toont aan dat hij het instrument beheerst en dat hij met inzicht en stijlkennis een partituur op correcte wijze kan vertolken en behaalt minimaal 10/20 voor dit opleidingsonderdeel. Bij de beoordeling houdt de jury rekening met volgende competenties: Vaardigheden: ritmiek, melodische lijnen, harmonisch gevoel, correcte en verzorgde weergave. Kennis en inzicht: analytisch denkvermogen, stilistiek, frasering. Attitudes: artistieke gedrevenheid, persoonlijkheid, zelfstandigheid, visie, podiumpresentatie. Praktijkexamen: 3 contrasterende stukken met verwerking van barré en bindingen. 5 MASTER 2 INSTRUMENT 5 Gitaar 5 vaardigheidstoets 100% Mandoline 5 Harp 5 Interne evaluaties van het jaarprogramma gebeuren op klasconcerten en groepslessen door docent(en). De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiodes voor een interne+externe jury. De student behaalt de eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken. De student moet minstens 10/20 behalen om te slagen voor dit opleidingsonderdeel, dat bovendien niet delibereerbaar is. Specificaties m.b.t. het examenrepertoire: Vaardigheidstoets, 100% van de punten, bestaande uit 1 openbare proef van 50 minuten met een gemengd recitalprogramma De student kiest het programma in samenspraak met de hoofddocent. Het programma omhelst werken uit diverse stijlperioden, van renaissance tot hedendaags repertoire. Wanneer de student kiest voor een Geïntegreerde Masterproef Eindproject of een Geïntegreerde Masterproef Kamermuziek (zie vademecum Geïntegreerde Masterproef en Onderzoeksproject voor meer informatie), kan het opleidingsonderdeel Instrument 5 wel opgesplitst worden voor een deeltijdse studie. Programma en Evaluatie: Instrument 5 (deel 1): 50% van de minutage voor een interne jury. Instrument 5 (deel 2): examen met presentatie van het volledige Master 2 programma (deel 1 mag hernomen worden) voor een interne en externe jury. artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 8 van 12

9 AUDITIETRAINING 3 (enkel studenten harp) OPTIE PODIUM Auditietraining 3 vaardigheidstoets 100% Een vaardigheidstoets tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne jury. De student behaalt de gestelde eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken in de zeer specifieke context van een auditie. De student moet minstens 10/20 behalen om te slagen voor dit opleidingsonderdeel. Specificaties m.b.t. het examenprogramma Tijdens de examenperiode in mei/juni: 8 opgelegde orkesttrekken. Deze orkesttrekken worden ten laatste 1 maand voor de proef aan de studenten opgegeven. 1 auditiewerk - te bepalen in overleg met de hoofdvakdocent. Auditietraining 3 kan niet opgesplitst worden voor een deeltijdse studie. INITIATIE GITAARSPEL 5 (enkel studenten mandoline) Initiatie gitaarspel 5 vaardigheidstoets 100% De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode (mei/juni) voor een Interne jury. Er wordt gewerkt naar eigen vermogen en kunnen van de student waarbij rekening wordt gehouden met het individuele niveau. De student moet in zijn voorgesteld repertoire voor het examen voldoen aan het voorgeschreven programma. Daarnaast wordt er nauwlettend op toegezien dat er per klimmend studiejaar bij de student een merkbare vooruitgang is die zich vertaalt in een steeds moeilijker repertoire. Belangrijk daarbij is het correct weergeven van de partituur met respect voor stijl en tekst. Graden kunnen toegekend worden op basis van muzikale overtuigingskracht en de moeilijkheidsgraad van het programma. De student is geslaagd wanneer de jury oordeelt dat de student voldoende evolutie heeft doorgemaakt: de student toont aan dat hij het instrument beheerst en dat hij met inzicht en stijlkennis een partituur op correcte wijze kan vertolken en behaalt minimaal 10/20 voor dit opleidingsonderdeel. Bij de beoordeling houdt de jury rekening met volgende competenties: Vaardigheden: ritmiek, melodische lijnen, harmonisch gevoel, correcte en verzorgde weergave. Kennis en inzicht: analytisch denkvermogen, stilistiek, frasering. Attitudes: artistieke gedrevenheid, persoonlijkheid, zelfstandigheid, visie, podiumpresentatie. Vaardigheidstoets: 3 contrasterende stukken met verwerking van barré en bindingen. artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 9 van 12

10 MASTERPROEF INSTRUMENT Masterproef afstudeeropdracht 100% instrument Interne evaluaties van het jaarprogramma gebeuren op contactnames en tijdens de besprekingen van het reflectief luik van de masterproef door de betrokken docenten. De openbare masterproef wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne en externe jury. Rond één of meerdere programmaonderdelen van de masterproef werkt de student een kritische reflectie uit. Deze reflectie kan op verschillende wijzen en tijdstippen (januari, mei) gepresenteerd worden. De student behaalt de eindcompetenties m.b.t. de masterproef en toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken. Verder bewijst de student dat hij/zij beschikt over de nodige onderzoeks- en reflectieve vaardigheden. De evaluatieprocedure voorziet de mogelijkheid tot uitsplitsing van de quotering per onderdeel. De student dient een voldoende quotatie (10/20) te behalen voor elk onderdeel om te kunnen slagen voor de gehele masterproef. MASTERPROEF GITAAR, MANDOLINE en HARP (opties muziekeducatie + podium): De afstudeeropdracht bestaat uit 1 openbare masterproef met 50 minuten keuzewerken: de student krijgt hierbij de kans het repertorium uit te diepen waarin hij zich wenst te onderscheiden. Hij kan een gemengd repertoire brengen uit diverse stijlperioden, van renaissance tot hedendaags repertoire, maar hij kan zich ook focussen op een specifiek repertoireonderdeel. Rond één of meerdere programmaonderdelen van de masterproef werkt de student een kritische reflectie uit. Deze reflectie kan op verschillende wijzen en tijdstippen (januari, mei) gepresenteerd worden. Volgende specifieke competenties worden beoordeeld: competenties m.b.t. de hoofddiscipline: ritmiek, melodievoering, harmonisch inzicht, samenspel, analytisch denkvermogen, stilistiek, interpretatie, muzikale maturiteit, artistieke gedrevenheid, persoonlijkheid, zelfstandigheid, originaliteit, visie, podiumpresentatie, evolutie en potentieel. competenties m.b.t. de reflectie: inhoud: duidelijke terugkoppeling naar eigen artistieke visie; kritische reflectie over de geconsulteerde bronnen; relevantie van de reflectie voor het artistieke domein; meerwaarde van de reflectie; het individuele overstijgend vorm: structuur en opbouw, zorg m.b.t. vormgeving en layout, correct en verzorgd taalgebruik, duidelijke link tussen conclusie en vraagstelling. bronnen: voldoende bronnen, correcte, nauwkeurige en voldoende citaten, diverse en up-to-date bibliografie, verwerking van de informatie uit de bronnen (niet enkel citaten), vormt deze reflectie zelf een goede bron? Meer informatie over de masterproef is te vinden in het Vademecum Geïntegreerde Masterproef. Het opleidingsonderdeel Geïntegreerde Masterproef Instrument kan niet opgesplitst worden voor een deeltijdse studie. artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 10 van 12

11 EINDPROJECT/RECITAL (OPTIE PODIUM) Periode Examenvorm Duur Locatie - datum % van de punten februari mei assessment Eindproject/recital: 50 minuten per student Af te spreken met de coördinator voor de kerstvakantie 100% Interne evaluaties van het jaarprogramma gebeuren op contactopnames door de betrokken docenten. De assessmentproef wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne jury, mogelijks aangevuld met externe deskundigen. De evaluatieprocedure voorziet de mogelijkheid tot uitsplitsing van de quotering per deelproef (a, b). De jury evalueert indien en in welke mate de student de gestelde eindcompetentie behaald heeft. De student is in staat om op zelfstandige basis een muzikaal project te ontwikkelen en te presenteren. De student is zelf verantwoordelijk voor de keuze van het genre, de medespelers, het repetitieproces en het repertoire en moet ook aandacht schenken aan de technische omstandigheden, de promotie van het concert en de communicatie met het publiek. De student is in staat om het publiek te boeien met zijn uitvoering. De student is geslaagd als hij minimaal 10/20 behaalt voor dit opleidingsonderdeel. Het programma van de assessmentproef, 100% van de punten, bestaat uit onderstaande onderdelen: a) De realisatie van een concertproject waarbij de student optreedt als musicus en (co-) concertorganisator. De student kan hiervoor samenwerken met medestudenten en/of externe kunstenaars. Max. 1/3 van de totale minutage van het programma van het Eindproject/recital 9 ects kan gerecycleerd worden uit programma s van kamermuziek of het examen instrument/zang van het lopende academiejaar en dit enkel na toestemming van de betrokken coördinator & de hoofdvakdocent. M.b.t. het recycleren van werken uit de vorige academiejaren is er geen enkele beperking. De datum dient steeds geprikt te worden in overleg met de opleidingsonderdeelverantwoordelijke (Karla Verlie), de betrokken coördinator én de hoofdvakdocent. Werkwijze: Bepalen van inhoud en thematiek Kiezen van een formule ( klassiek, jazz, rock/pop, folk, mengvorm van verschillende muziekgenres, mengvorm met andere kunstvormen, ). Aflijnen van de doelgroep (kinderen, jongeren, concertpubliek, theaterpubliek, algemeen of zeer specifiek). Kiezen van medespelers, in functie van de drie bovenstaande beslissingen. Interdisciplinaire projecten, programma s met vaste kamermuziek ensembles en solo voorstellingen behoren onder meer tot de mogelijkheden. Uitwerken van zinvol programma. Concept bespreken met de verantwoordelijke docent na overleg met de hoofdvakdocent instrument. Indienen van concept met programma, timing en locatie, voor de kerstvakantie bij de opleidingsonderdeelverantwoordelijke (Karla Verlie). Organisatie van het toonmoment in concert-/voorstellingsvorm in de daartoe voorziene examenperiode. b) Oplevering van een individueel verkoopdossier voor het uitgevoerde eindproject/recital, conform de specificaties van de verantwoordelijke docent van het opleidingsonderdeel. De student moet minstens 10/20 behalen om te slagen voor dit opleidingsonderdeel. artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 11 van 12

12 6 POSTGRADUAAT De student bepaalt in het begin van het jaar een opleidingsparcours vanuit een specifieke motivatie, vb. een auditie in een orkest, deelnemen aan een wedstrijd of zich verdiepen binnen een specifieke kamermuziekdiscipline. Op basis van die motivatie maken de student en de docent samen een keuze van werken die de student tijdens de voortgezette opleiding zal instuderen. Dit parcours wordt genoteerd en afgegeven aan het verantwoordelijk lid van de artistieke directie voor de aanvang van de lessen. INSTRUMENT (postgraduaat concertsolist + orkestmusicus) Instrument vaardigheidstoets 100% Interne evaluaties van het jaarprogramma gebeuren op klasconcerten en groepslessen door docent(en). De vaardigheidstoets is een openbare proef die wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode voor een interne + externe jury. De student behaalt de eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken. De student moet minstens 10/20 behalen om te slagen voor dit opleidingsonderdeel, dat bovendien niet delibereerbaar is. Specificatie m.b.t. het examenrepertoire: Vaardigheidstoets, 100% van de punten, bestaande uit 1 openbare proef van min. 60 minuten met een gemengd recitalprogramma aangepast aan de vooropgestelde specialisatie. De student kiest het programma in samenspraak met de hoofddocent. AUDITEREN (postgraduaat orkestmusicus: enkel voor harp) Auditeren (postgraduaat orkestmusicus) vaardigheidstoets 100% De vaardigheidstoets wordt afgelegd tijdens de daartoe voorziene examenperiode in mei/juni voor een interne jury. De student behaalt de gestelde eindcompetenties, toont aan dat hij/zij het instrument beheerst en dat hij/zij met inzicht, stijlkennis en artistieke uitstraling een partituur kan vertolken in de zeer specifieke context van een auditie. De student moet minstens 10/20 behalen om te slagen op het opleidingsonderdeel. Specificatie m.b.t. het examenrepertoire: Tijdens de examenperiode in mei/juni: 8 opgelegde orkesttrekken. Deze orkesttrekken worden ten laatste 1 maand voor de proef aan de studenten opgegeven. 1 auditiewerk - te bepalen in overleg met de hoofdvakdocent. Voor inhoudelijk vragen kan je terecht bij Roland Broux (docent en vakgroepvoorzitter), Alain Craens (verantwoordelijk lid van de artistieke directie) of Inge Simoens (opleidingshoofd Muziek). artesis- Koninklijk Conservatorium Antwerpen Vademecum Tokkelinstrumenten Pagina 12 van 12