Analyse scope 3 emissies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Analyse scope 3 emissies"

Transcriptie

1 Analyse scope 3 emissies CO 2 -voetafdruk 2010 Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV Maart

2 Inleiding Cauberg-Huygen is sinds 1975 koploper in oplossingen voor de bouw- en infrasector, industrie en ruimtelijke ordening. Kernactiviteit is technisch en strategisch advies, gestoeld op toegepaste natuurkunde. Cauberg-Huygen wil echter ook op een verantwoorde wijze bijdragen aan de doelstellingen van zijn opdrachtgevers. Vermindering van CO2-uitstoot, zorg voor duurzaamheid, leefbaarheid en energiebesparing zijn de pijlers van ons MVO-beleid. Vanuit onze adviespraktijk staan wij voor de uitdaging om hieraan mede vorm te geven in nieuwbouw en renovatie, op stedelijk niveau, in gebiedsontwikkelingen en op projectniveau. Cauberg-Huygen heeft ook een eigen CO2-voetafdruk opgesteld. Deze CO2-voetafdruk betreft een inventarisatie van het energiegebruik binnen Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs en de daaraan verbonden CO2-uitstoot. De inspanningen van Cauberg-Huygen om CO2-emissie te reduceren gaan nog veel verder. De impact van onze initiatieven en projectadvisering op duurzaamheid is groot. Onze medewerkers zijn zich hier zeer van bewust en zien dit dan ook als een grote uitdaging binnen hun adviespraktijk. De projecten zijn niet alleen toonaangevend, maar door de inbreng van nationaal en internationaal (duurzaamheid- en energie) onderzoek ook vooruitstrevend en vernieuwend. Al is het effect vanuit onze adviezen zeer groot, onze eigen werkomgeving moeten we daarbij niet uit het oog verliezen. Een aantal ontwikkelingen rond het thema duurzaam zijn gemeengoed binnen onze bedrijfsvoering. Zo rijden wij uitsluitend in s met een A- of B-label en stimuleren we onze medewerkers gebruik te maken van het Fietsplan voor woon-werkverkeer en de NS-Business card voor zakelijk verkeer. Het reizen tussen de vestigingen beperken we ook door gebruik te maken van tele- en videoconferenties. We werken aan reductie van papiergebruik door digitale verspreiding van offertes, onderzoeksrapportages en andere documenten. Intranet zorgt voor beheersing van de interne papierstroom. In dat kader past ook dat alle printers standaard op zwart/wit staan ingesteld. Met betrekking tot kantoorbenodigdheden wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van zowel duurzame als fair tradeproducten. En de laboratoriumhal van vestiging Zwolle wordt bijvoorbeeld voorverwarmd met kantoorretourlucht. In het kader van certificering van Cauberg-Huygen op niveau 4 van de CO2-prestatieladder is het onderliggende rapport opgesteld. Hierin is een overzicht gegeven van de analyse van de scope 3 emissies (overige indirecte emissies) en twee ketenanalyses van Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs. Deze analyse en inventarisatie is opgesteld conform de richtlijnen van SKAO (Stichting Klimaatvriendelijk ondernemen) zoals omschreven in het Handboek CO 2 -prestatieladder 2.0 d.d. 23 juni Naar aanleiding van de externe review van deze rapportage door Stimular zijn een aantal aanvullingen aangebracht in de ketenanalyse van het papierverbruik. Informatie over de analyse van de scope 3 emissies en de kwantitatieve reductiedoelstellingen zijn zowel intern als extern gecommuniceerd middels de CH nieuwsbrief, CH website en het blad CH profiel. De acties ten behoeve van de reductie van de scope 3 emissies zijn separaat vermeld in de onderliggende rapportage en tevens geïntegreerd in het energiemanagement programma. Cauberg-Huygen streeft er continu naar om de kwaliteit van de aangeleverde data voor het opstellen en uitwerken van de CO 2 -emissie inventaris te verbeteren (kwaliteitsmanagement plan). Zie hiervoor ook de toelichting bij het inventariseren en kwantificeren van de verschillende scope 3 emissies. Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV Februari 2012 Analyse scope 3 emissies Blz 2

3 Inhoudsopgave 1. Uitgangspunten Waardeketen Beschrijving categorieën scope 3 emissies Indeling scope 3 emissies (SKAO) Indeling scope 3 emissies (GHG protocol) Vaststellen rangorde scope 3 emissies Overzicht CO 2 -emissies 2010 scope 1 t/m Selectie te analyseren scope 3 emissies Papierverbruik (ketenanalyse) Partners in de keten Kwantificeren van CO 2 -emissies Reductiedoelstelling en reductieacties Zakelijk reizen met OV (ketenanalyse) Partners in de keten Kwantificeren van CO 2 -emissies Reductiedoelstelling en reductieacties Bijlagen Bijlage I Bijlage II Specificatie woon-werkverkeer per vestiging Specificatie omrekenen OV kosten naar OV km s Analyse scope 3 emissies Blz 3

4 1. Uitgangspunten In dit rapport is een analyse gegeven van de scope 3 emissies van Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV (CHRI) en Huygen Installatie Adviseurs BV (HIA). De scope 3 emissies zijn de overige indirecte CO 2 -emissies. Naast een inventarisatie van deze emissies zijn ook twee ketenanalyses uitgevoerd en reductiedoelstellingen gedefinieerd. De analyse van de scope 3 emissies is uitgevoerd op basis van de vier stappen uit het Green House Gas (GHG) protocol. Dit zijn de volgende vier stappen: 1. het beschrijven van de waardeketen 2. het bepalen van de voor Cauberg-Huygen relevante categorieën scope 3 emissies 3. het identificeren van partners in de waardeketen 4. het kwantificeren van de emissies Hieronder zijn de eerste twee stappen uitgewerkt. Stap drie en vier zijn uitgewerkt voor de geselecteerde categorieën voor de uitgebreide ketenanalyse. 1.1 Waardeketen Cauberg-Huygen is een raadgevend ingenieursbureau (adviesbureau). Cauberg-Huygen is thuis in de bouw- en infrasector, industrie en ruimtelijke ordening. Het werkgebied betreft advisering op de volgende vakgebieden: bouwfysica, duurzame energie, installaties, veiligheid en milieuaspecten. In een maatschappelijke omgeving die wordt gedomineerd door thema s zoals duurzaamheid, veiligheid, milieu, energiereductie en comfort is de inbreng van een oplossingsgerichte adviseur van groot belang. Adviseurs van Cauberg-Huygen bieden die oplossingen op basis van hun kennis en innovatief talent, met hun passie voor het werk en met de zekerheid van heel veel ervaring in hun team. Zij onderzoeken, dragen verbetervoorstellen aan en adviseren over technische en procedurele aspecten. Cauberg-Huygen en dochteronderneming Huygen Installatie Adviseurs leveren vanuit haar vijf vestigingen in Rotterdam, Zwolle, Maastricht, Amsterdam en s-hertogenbosch adviesdiensten voor een breed scala aan opdrachtgevers (voornamelijk in Nederland). Bijdrage van Cauberg-Huygen aan CO 2 -reductie bij de klant Vermindering van CO2-uitstoot, zorg voor duurzaamheid, leefbaarheid en energiebesparing zijn de pijlers van ons MVO-beleid. Cauberg-Huygen staat vanuit zijn adviespraktijk voor de uitdaging om hieraan mede vorm te geven in nieuwbouw en renovatie, op stedelijk niveau, in gebiedsontwikkelingen en op projectniveau. De impact van onze initiatieven en projectadvisering op duurzaamheid is groot. Daar zijn onze betrokken medewerkers zich terdege van bewust. Zij zien dit dan ook als grote uitdaging binnen hun adviespraktijk. De projecten zijn niet alleen toonaangevend, maar door de inbreng van nationaal en internationaal (duurzaamheid- en energie) onderzoek ook vooruitstrevend en vernieuwend. Een van deze projecten is bijvoorbeeld de adviesrol van Cauberg-Huygen bij de ontwikkeling van eerste seriematige bouw van passiefhuizen (zeer energiezuinige woningen). Dit project betreft de Analyse scope 3 emissies Blz 4

5 ontwikkeling van 103 passiefhuizen in Almere. Cauberg-Huygen heeft als adviseur meegedacht in het financieel/ energetisch optimaliseren van deze woningen, het geschikt maken voor seriematige bouw van deze techniek, alsmede opleveringsmetingen van onder andere het energiegebruik van de woningen en voorlichting aan bewoners over het energiegebruik van huishoudelijk apparatuur. Cauberg-Huygen heeft op basis van deze energieverbruik metingen de energiebesparing (CO 2 - emissiereductie) voor dit project vastgesteld en daarmee ook de impact van het project gekwantificeerd. 1.2 Beschrijving categorieën scope 3 emissies Indeling scope 3 emissies (SKAO) In het Handboek CO 2 prestatieladder 2.0 van 23 juni 2011 van SKAO worden de volgende scope 3 emissieposten gedefinieerd (pag. 51): 1. Woon-werkverkeer 2. Papierverbruik 3. Zakelijke reizen met OV 4. Afvalverwerking 5. Elektraverbruik op locatie bij klanten 6. Energiegebruik van toeleveranciers van het primaire proces 7. Overige verbruiksgoederen 8. Overig De categorieën zakelijke km s met privé s en zakelijk vliegreizen vallen conform het GHG protocol onder scope 3. SKAO rekent deze twee categorieën echter tot scope 2 (zie afbeelding). Deze posten zijn derhalve meegenomen in de CO 2 -emissie inventarisatie van scope 1 en scope 2 en worden hier verder buiten beschouwing gelaten. Analyse scope 3 emissies Blz 5

6 1. Woon-werkverkeer (commuter travel) Woon-werkverkeer vindt plaats met lease s (zijn al in scope 1 meegenomen), met privé s, met het openbaar vervoer of met de fiets/lopend. Aan alle werknemers (CHRI en HIA) is gevraagd op welke wijze het woon-werkverkeer plaatsvindt. Deze informatie is gekoppeld aan de afstand van elke werknemer tot aan de vestiging. Op basis daarvan zijn de woon-werk km s per transportmiddel bepaald (zie onderstaande tabel en een uitgebreide specificatie hiervan in bijlage 1). lopend/ fiets bus metro/ tram stoptrein/ intercity privé benzine privé diesel privé LPG aantal km procentueel 6.9% 0.3% 0.7% 9.8% 66.9% 13.6% 1.7% g CO2 p/km ton CO totaal ton CO Van alle woon-werkverkeer km s vindt ongeveer 7% lopend/ met de fiets plaats, 11% met het openbaar vervoer en 82% met privé s. Woon-werkverkeer vormt de grootste CO 2 -emissie post van de scope 3 emissies. Over 2010 bedraagt de post woon-werkverkeer in totaal km. De equivalente CO 2 -emissies voor deze post bedraagt 250 ton CO 2 over Van het totaal aantal km s komt ca. 11% voor rekening van HIA en 89% voor CHRI. Ter stimulering van het fietsgebruik heeft de overheid het mogelijk gemaakt dat werknemers met belastingvoordeel een fiets kunnen aanschaffen via hun werkgever. In het kader van CO 2 - emissiereductie op woon-werkverkeer faciliteert Cauberg-Huygen vanaf 2004 een dergelijk fietsenplan. Over de afgelopen vijf jaar gemeten hebben gemiddeld vijf werknemers per jaar een fiets aangeschaft met het fietsenplan. 2. Papierverbruik Voor een ingenieursbureau als Cauberg-Huygen vormt papier een kenmerkend onderdeel voor het bedrijfsproces. De producten welke Cauberg-Huygen levert, worden in de vorm van een rapportage aan de opdrachtgever verstrekt. Voor alle vestigingen van Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs is het papierverbruik in kaart gebracht. In de onderstaande tabellen is het totaal papierverbruik over 2010 weergegeven van Cauberg-Huygen (12,4 ton) en Huygen Installatie Adviseurs (2,2 ton). In 2010 is er in totaal ruim 14,6 ton papier gebruikt. (aantal vellen papier) Blanco Ricoh CH logo Totaal kg CHRI vestiging A A A papier 2010 CHM CHZ CHA CHH CHR Totaal CH Analyse scope 3 emissies Blz 6

7 (aantal vellen papier) Blanco Ricoh HIA logo Totaal kg HIA vestiging A A A papier 2010 HIA-R HIA-M (papierverbruik HIA-Z zit bij papierverbruik CHZ inbegrepen, idem HIA-A en CHA) Totaal HIA In het bovenstaande papierverbruik van CH en HIA is het papierverbruik als gevolg van het twee keer per jaar uitbrengen van het blad CH profiel niet inbegrepen. Op basis van een specificatie van de drukkerij bedraagt het papierverbruik hiervan over 2010 in totaal 728 kg papier. Het totale papierverbruik van CH en HIA over 2010 komt hiermee op 15,4 ton papier. Voor de conversie van het papierverbruik naar CO 2 -emissies worden verschillende conversiefactoren gehanteerd. Hiervoor zijn geen eenduidige richtlijnen opgesteld. Door onder andere Prorail, Capgemini en DHV wordt de conversiefactor van 0,0013 ton CO 2 / kg papier gehanteerd, afkomstig uit het onderzoek (Uitgebreide Energie Studie) van DHV (2008) 1. Dit komt overeen met 1,3 ton CO 2 / ton papier. In een CO 2 -emissie inventarisatie van Royal Haskoning (2010) in opdracht van Strukton 2 is geconstateerd op basis van gegevens van Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en kartonfabrieken dat voor de productie van papier een CO 2 -emissie gehanteerd kan worden met een ondergrens van slechts 0,573 ton CO 2 / ton papier (onder bepaalde randvoorwaarden). Voor de berekening van de CO 2 -emissie als gevolg van het papierverbruik van CH en HIA wordt gerekend met de conversiefactor van 1,3 ton CO 2 / ton papier. Uitgaande van deze conversiefactor van 1,3 ton CO 2 p/ ton papier en een papierverbruik van CH en HIA van 15,4 ton over 2010, komt dit neer op een totale CO 2 -emissie van 20,0 ton CO Zakelijke reizen met OV De medewerkers van Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs hebben regelmatig een zakelijke afspraak bij de klant op locatie. Met de introductie van o.a. het nieuwe telefoonnetwerk (Mitel) en de mogelijkheid van Live meetings (teleconferenties) wordt een CO 2 reductie beoogd voor de zakelijke kilometers. Met de Live meetings is het immers niet altijd meer noodzakelijk om naar een andere externe locatie te gaan voor een overleg en kan tijd en geld worden bespaard. Als vervoer toch noodzakelijk is, stimuleert Cauberg-Huygen haar medewerkers om gebruik te maken van het openbaar vervoer, onder meer door het beschikbaar stellen van een NS businesscard. In 2010 zijn er in totaal 328 zakenreizen met de trein/intercity geweest, waarbij in totaal km per trein/intercity is afgelegd. Uitgaande van een CO 2 emissie van 65 g CO 2 p/ trein km, komt dit in totaal neer op ongeveer 3,8 ton CO 2 -emissie. Alle trein km s voor zakelijke reizen zijn gemaakt door medewerkers van Cauberg-Huygen. 1 In de UES (Uitgebreide Energie Studie) van DHV (2008) in opdracht van SenterNovem wordt uitgegaan van 0,0013 ton CO 2/ kg papier. 2 CO2-emissieinventarisatie papier Strukton van Royal Haskoning (juni 2010) in opdracht van Strukton Analyse scope 3 emissies Blz 7

8 4. Afvalverwerking De afvalstromen van de (deels gecombineerde) vestigingen van Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs bestaan uit papierafval en restafval. Voor één gecombineerde vestiging (Rotterdam) is geanalyseerd welke omvang deze afvalstromen hebben. Binnen deze vestiging wordt papier- en restafval gescheiden ingezameld. Rijmond Milieu BV is verantwoordelijk voor de ledigingen hiervan. Over 2010 vonden per kwartaal 13 ledigingen plaats, op jaarbasis 52 (wekelijks dus). Het afval wordt ingezameld in 1100 L containers waarbij het gemiddelde gewicht van restafval tussen de 90 en 100 kg bedraagt en voor papierafval tussen de 50 en 75 kg voor een volledig gevulde container. Dit is een schatting van Rijnmond Milieu BV. Voor de berekening is er uitgegaan van het gemiddelde gewicht en wekelijks een volledig gevulde container van zowel papier- als restafval. Op jaarbasis betekent dit voor een gecombineerde vestiging CH en HIA in totaal 4940 kg restafval en 3250 kg papierafval. Landelijk zijn er drie gecombineerde vestigingen (in Rotterdam, Zwolle en Amsterdam en vanaf eind december 2011 ook in Maastricht) en een CH vestiging in s-hertogenbosch. Verondersteld is dat een CH vestiging 2/3 aandeel heeft in het afval van een gecombineerde vestiging. Om een indicatie van de omvang van het afval van alle vestigingen te kunnen opstellen, wordt gerekend met in totaal 4,3 gecombineerde CH en HIA vestigingen (de gecombineerde vestiging in Amsterdam is qua omvang niet zo groot en derhalve voor 2/3 aandeel meegenomen in de berekening). Dit resulteert over 2010 in totaal 21,4 ton restafval en 14,1 ton papierafval. Papierafval wordt gerecycled. Er zijn geen eenduidige conversiefactoren opgesteld voor de equivalente CO 2 -emissie. In de praktijk wordt soms zelfs met een negatieve CO 2 -emissie equivalent gerekend (een vermindering op de totale scope 3 emissies). Er is besloten om het papierafval verder buiten beschouwing te laten en dit niet mee te rekenen (niet met een positieve of negatieve CO 2 - emissie equivalent). Restafval wordt op verschillende manieren verwerkt. Ook hier zijn geen eenduidige conversiefactoren voor opgesteld. De equivalente CO 2 -emissie is afhankelijk van de wijze waarop het afval wordt verwerkt (storten, composteren, verbranden). In het onderzoek Afvalverwerking en CO 2 3 van CE is over de volledige afvalverwerking (storten, composteren, verbanden) in Nederland de equivalente CO 2 -emissie bepaald en gelijk gesteld aan 74 tot 92 kg CO 2 -eq/ ton afval. Uitgaande van 21,4 ton bedrijfsafval en een CO 2 -emissie van 92 kg CO 2 -eq/ ton afval, resulteert dit over 2010 in een emissie van 2,0 ton CO 2. 3 Afvalverwerking en CO 2. Quick scan van de broeikasgassen van de afvalverwerkingsector in Nederland , maart 2006, CE, Delft, blz 47. Analyse scope 3 emissies Blz 8

9 5. Elektraverbruik op locatie bij klanten Door medewerkers van Cauberg-Huygen wordt voornamelijk in projectteams in de eigen kantoren gewerkt. Onder alle CH werknemers is geïnventariseerd hoeveel keer men in 2010 een of meerdere dagen extern heeft gewerkt. In totaal zijn door 9 medewerkers 694,25 dagen extern gewerkt. Uitgaande van 214 werkdagen per jaar, komt dit neer op 3,2 FTE in Het aantal FTE binnen Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs bedroeg op 1 januari 2010 in totaal 191,5. Het aantal van 3,2 FTE dat in 2010 extern gewerkt heeft, komt dus neer op 1,7% van het personeelsbestand. Door medewerkers van Huygen Installatie Adviseurs wordt vaker op locatie gewerkt. Door hen is een inschatting gemaakt van het aantal FTE dat in 2010 extern gewerkt heeft, ongeveer 2 FTE (komt neer op 5% van het personeelsbestand). In totaal is in 2010 door 5,2 FTE extern op locatie gewerkt. Voor het energiegebruik van een laptop wordt op jaarbasis uitgegaan van ca. 70 kwh per jaar per werkplek (Tebodin, 2010) 4. In totaal komt het neer op een elektraverbruik van 367 kwh. Uitgaande van CO 2 uitstoot van 455 g/ kwh, resulteert het in een CO 2 emissie van 0,17 ton CO Energiegebruik van toeleveranciers van het primaire proces Cauberg-Huygen is een ingenieursbureau. Het primaire proces bestaat uit het werken in projectteams aan de totstandkoming van adviezen en rapportages. De voornaamste toeleveranciers van het primaire proces zijn de leveranciers van kantoorartikelen, meubilair, ICT en papier. Dit is een zeer divers aanbod. De inkoop van papier is een regulier terugkerend onderdeel in het bedrijfsproces en is daarom meegenomen in de CO 2 voetafdruk (zie onderdeel 2). De overige hierboven genoemde posten zijn buiten beschouwing gelaten. 7. Overige verbruiksgoederen Voor overige verbruiksgoederen zijn er met het oog op de CO 2 -emissies hiervan geen relevante categorieën voor Cauberg-Huygen te vermelden. 8. Overig Andere overige posten, bijvoorbeeld elektra- en gasverbruik van thuiswerkende deelnemers is voor Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs niet van toepassing. De werkzaamheden worden voornamelijk op de vestigingen uitgevoerd in projectteams. 4 Ketenkaart ICT-gebruik kantoortoepassingen. Desktops, laptops & thin clients, 28 september 2010 (rapport Tebodin in opdracht van AgentschapNL) Analyse scope 3 emissies Blz 9

10 1.2.2 Indeling scope 3 emissies (GHG protocol) Het GHG protocol onderscheidt meer categorieën in de scope 3 emissies dan volgens de afbeelding in het handboek CO 2 -prestatieladder 2.0 van 23 juni 2011 van SKAO (pag. 51). Ten einde de scope 3 emissies volledig in kaart te brengen, zijn de scope 3 emissies ook op basis van GHG protocol geanalyseerd. In het GHG protocol wordt in scope 3 onderscheid gemaakt tussen upstream activities en downstream activities. De upstream activities betreft de posten van CO 2 -emissies welke gerelateerd zijn aan ingekochte diensten of producten (post 1 t/m 9), de downstream activities zijn posten van CO 2 -emissies welke gerelateerd zijn aan het gebruik van het geleverde product of dienst (post 10 t/m 15). In de onderstaande tabel zijn deze 15 categorieën weergeven met daaronder een toelichting op elke post. Cauberg-Huygen is een raadgevend ingenieursbureau. Het eindproduct dat Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs levert, zijn adviezen en rapportages. Upstream 1. Purchased Goods & Services 2. Capital Goods 3. Fuel- and Energy- Related Activities not Included in Scope 1 or 2 4. Transportation & Distribution 5. Waste Generated in Operations 6. Business Travel 7. Employee Commuting 8. Leased Assets 9. Investments Scope 3 emissies Downstream 10. Transportation & Distribution 11. Processing of Sold Products 12. Use of Sold Products 13. End-of-Life Treatment of Sold Products 14. Leased Assets 15. Franchises Upstream scope 3 emissies 1. Purchased Goods & Services De voornaamste toeleveranciers van het primaire proces zijn de leveranciers van kantoorartikelen, meubilair, ICT en papier. Dit is een zeer divers aanbod. De inkoop van papier is een regulier terugkerend onderdeel in het bedrijfsproces en is daarom meegenomen in de analyse. De overige hierboven genoemde posten zijn buiten beschouwing gelaten. De CO 2 -emissie als gevolg van het papierverbruik (de productie van het papier) over 2010 is 20,0 ton CO 2. Voor de berekening hiervan, zie par en par Capital Goods CH en HIA huren (gezamenlijke) kantoorpanden, er is geen sprake van kapitaalgoederen. 3. Fuel- and Energy- Related Activities Not Included in Scope 1 or 2 In scope 1&2 is reeds het energieverbruik (m3 gas, kwh elektriciteit) van de kantoorpanden en het brandstofverbruik als gevolg van zakelijke reizen met lease en privé inbegrepen. Het elektraverbruik dat hierin niet is inbegrepen, is het elektraverbruik van werknemers welke extern op locatie met een laptop werken. Op basis van het aantal dagen dat extern op locatie is gewerkt (met een laptop), is een inschatting van het elektraverbruik gemaakt. De equivalente CO 2 -emissie van deze post bedraagt over 2010 in totaal 0,17 ton CO 2. Voor de berekening hiervan, zie par Analyse scope 3 emissies Blz 10

11 4. Transportation & Distribution (Upstream) Transport en distributie als gevolg van ingekochte producten/ diensten voor het productieproces (geleverde product zijn adviezen/rapportages). Papier wordt structureel ingekocht; over 2010 heeft een CH vestiging gemiddeld 6,4 keer een nieuwe papiervoorraad (pallet) A3 en A4 papier ontvangen. Er is geen informatie beschikbaar over de gemiddelde afstand tot het distributiepunt, het type vervoermiddel en capaciteit van het vervoermiddel beschikbaar. Indien hiervoor aannames gemaakt worden resulteert dit in een CO 2 -emissie van iets meer dan 0,16 ton CO 2. Aannames voor deze berekening zijn: enkele rit tot distributiepunt gemiddeld 50 km, capaciteit vervoermiddel 4 pallets, brandstof goederenvervoer algemeen 3135 g CO 2 /liter brandstof (diesel). Gezien de geringe omvang en diverse aannames wordt deze post verder niet meegenomen in de scope 3 emissies. 5. Waste Generated in Operations De afvalstromen van een gecombineerde CH&HIA vestiging zijn in kaart gebracht. Op basis hiervan is een inschatting gemaakt van de omvang van het jaarlijkse bedrijfsafval. Dit is geraamd op 2,0 ton CO 2 over Voor de berekening hiervan, zie par Business Travel CO 2 -emissies voor zakelijke reizen met niet-bedrijfsvoertuigen zijn in kaart gebracht. Een aantal van deze posten zijn al conform de indeling van SKAO in scope 2 vermeld: zakelijke reizen met privé en zakelijke reizen met vliegtuig. De zakelijke reizen met OV vallen onder scope 3. De omvang van deze post over 2010 is 3,8 ton CO 2. Voor de berekening hiervan, zie par Employee Commuting De CO 2 -emissies als gevolg van woon-werkverkeer is voor CH & HIA de omvangrijkste post van scope 3 emissies. De omvang van deze post over 2010 bedraagt 249,9 ton CO 2. Voor de berekening hiervan, zie par Leased Assets (Upstream) Onder deze categorie valt zakelijk verkeer met lease s. Deze post is al in scope 1 vermeld in de CO 2 -voetafdruk. De CO 2 -emissie als gevolg van het gebruik van de gehuurde kantoorpanden is vermeld in scope 1 (ruimteverwarming kantoren) en scope 2 (elektraverbruik kantoren). 9. Investments Voor deze post zijn geen CO 2 -emissies voor CH en HIA. Downstream scope 3 emissies 10. Transportation & Distribution (Downstream) Transport en distributie als gevolg van verkoop van geleverde producten/diensten. Het geleverde product (advies/rapportage) wordt per post naar de klant (opdrachtgever) verstuurd. Om een schatting te kunnen maken van de equivalente CO 2 -emissie als gevolg van transport, is informatie nodig van het aantal poststukken dat in 2010 is aangeboden en de gemiddelde CO 2 -emissie per verzending van Post NL. Op basis van de jaarafrekening van 2010 van de frankeermachine op een van de vestigingen, aannames voor het gemiddelde tarief voor een postzending en pakket, is een totaal aantal van 5902 Analyse scope 3 emissies Blz 11

12 postzendingen en 386 pakketten vastgesteld voor Met behulp van de CO2-calculator van Post NL 5 is de equivalente CO 2 -emissie hiervan bepaald, te weten 0,16 ton CO 2. In 2011 is een sterke afname zichtbaar van het papierverbruik als gevolg van het in 1voud aanleveren van rapportages in plaats van in 3voud. Ook worden rapportages waar mogelijk alleen nog digitaal verstuurd. Daarom zal de CO 2 -emissie van deze post in de volgende jaren afnemen. Gezien de geringe omvang en aantal aannames wordt deze post daarom verder niet meegenomen in de scope 3 emissies. 11. Processing of Sold Products Cauberg-Huygen en Huygen Installatie adviseurs leveren rapportages en adviezen, geen halffabricaten. Deze post is daarom niet van toepassing. 12. Use of Sold Products Het eindproduct (advies/ rapportage) verbruikt zelf geen energie; deze post is daarom niet van toepassing. 13. End-of-Life Treatment of Sold Products Rapportages worden gearchiveerd. Indien archivering niet meer noodzakelijk is, wordt het papier gerecycled. In de conversiefactor voor het berekenen van de equivalente CO 2 -emissie als gevolg van het papierverbruik, is niet alleen de CO 2 -emissie voor de productie van het papier inbegrepen, maar ook de CO 2 -emissie als gevolg van recycling omdat dit een onderdeel is van het productieproces voor de papierproducent. Daarom is deze post niet van toepassing voor CH & HIA. 14. Leased Assets (Downstream) Deze post is niet van toepassing. 15. Franchises Deze post is niet van toepassing. 5 Analyse scope 3 emissies Blz 12

13 1.2.3 Vaststellen rangorde scope 3 emissies Aan de hand van het GHG protocol voor scope 3 emissies is een rangorde bepaald. Hierbij is in de eerste plaats gekeken naar de omvang van de CO 2 -emissie van de betreffende post en vervolgens ook naar de betrouwbaarheid van de data en de invloed welke CH heeft om tot reductie in de betreffende post te komen. Op basis daarvan is volgende rangorde bepaald: 1. categorie 7, employee commuting (woon-werkverkeer) 2. categorie 1, Purchased Goods & Services (papierverbruik) 3. categorie 6, business travel (zakelijke reizen met OV) 4. categorie 5, Waste Generated in Operations (afvalverwerking) 5. categorie 3, Fuel- and Energy- Related Activities Not Included in Scope 1 or 2 (elektraverbruik op locatie klant) 6. categorie 4, transportation & distribution (upstream) (energiegebruik toeleveranciers primaire proces: bezorging pallets papiervoorraad)). 7. categorie 10, transportation & distribution (downstream) (verzending per post van rapportages) De berekende CO 2 -emissie van categorie 7, 1, 6, 5 en 3 zijn meegenomen in de bepaling van de CO 2 - voetafdruk van scope 3 emissies van De berekende CO 2 -emissie van categorie 4 en 10 zijn gezien de beperkte omvang en aannames niet hierin meegenomen. In paragraaf 1.4 is een overzicht gegeven van de bovenstaande scope 3 emissies met daarbij de omvang van de CO 2 -emissie vermeld. Voor de categorieën wordt de Nederlandse benaming aangehouden. Opmerking: De downstream scope 3 emissies zijn bepaald volgens de richtlijnen van het GHG protocol. Uit de bovenstaande analyse blijkt dat deze categorie voor een adviesbureau als CH een zeer klein aandeel heeft in de CO 2 -emissies. NLingenieurs is bezig met een branchegerichte toelichting waarbij er voor de downstream scope 3 emissies bij een ingenieursbureau niet gekeken wordt naar het eindproduct van het ingenieursbureau (het rapport) maar naar de invloed van het advies van het ingenieursbureau op de CO 2 -emissie van het eindproject/product. Cauberg-Huygen is als bouwfysisch adviesbureau direct betrokken bij de advisering rondom de ontwikkelingen van zeer energiezuinige woon- en utiliteitgebouwen en draagt vanuit haar expertise op dit vlak dan ook direct bij aan de CO 2 -emissiereductie van woon- en utiliteitgebouwen. Analyse scope 3 emissies Blz 13

14 1.3 Overzicht CO 2 -emissies 2010 scope 1 t/m 3 In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de vastgestelde scope 3 emissies (par ) van Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs over 2010, alsmede de eerder vastgestelde CO 2- emissies in scope 1 en 2 (zie hiervoor CO 2 -voetafdruk 2010 (3.A.1)). Onderverdeling in scopes CO 2 -emissie (ton) over 2010 Scope 1 directe CO 2 -emissies 209,3 Scope 2 indirecte CO 2 -emissies 353,2 Scope 3 overige indirecte CO 2 -emissies - 1. Woon-werkverkeer - 2. Papierverbruik - 3. Zakelijke reizen met OV - 4. Afvalverwerking - 5. Elektraverbruik op locatie bij klanten - 6. Transport en distributie (upstream) - 7. Transport en distributie (downstream) - 8. Overig 275,9 249,9 20,0 3,8 2,0 0, Totaal scope 1 t/m 3 838,4 Totale CO 2 -emissie over 2010 p/fte 4,38 ton CO 2 p/fte De totale CO 2 -emissie van scope 3 bedraagt 275,9 ton CO 2 over De totale CO 2 -emissie van scope 1, 2 en 3 van Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs bedraagt daarmee 838,4 ton CO 2 over 2010, omgerekend naar het aantal FTE (191,5) komt dit neer op 4,38 ton CO 2 p/fte. Analyse scope 3 emissies Blz 14

15 1.4 Selectie te analyseren scope 3 emissies Uit de bovenstaande analyse is gebleken dat in 2010 de twee grootste CO 2 -emissies in scope 3 de posten woon-werkverkeer en papierverbruik zijn, gevolgd door de zakelijke reizen met openbaar vervoer (zie ook onderstaande afbeelding). Conform de richtlijnen omschreven in het Handboek CO 2 -prestatieladder 2.0 d.d. 23 juni 2011 dient er van twee categorieën van de scope 3 emissies een ketenanalyse uitgevoerd te worden. Een uit de top twee van de CO 2 -emissies in scope 3 en een uit de top zes van de CO 2 -emissies in scope 3. Op basis van de nauwkeurigheid van de beschikbare data en de omvang van de posten, komen de categorieën woon-werkverkeer, papierverbruik en zakelijke reizen met OV hiervoor in aanmerking. Er is gekozen om de ketenanalyse uit te voeren voor de categorie papierverbruik en zakelijke reizen met OV. Uit de top twee van CO 2 -emissies is het papierverbruik gekozen omdat dit een kenmerkend onderdeel is van het bedrijfsproces en hierin ook mogelijkheden zijn voor verdere CO 2 - emissiereductie. De post woon-werkverkeer is niet geselecteerd omdat de mogelijkheden tot verdere reductie beperkt zijn. Wel is een uitgebreidere ketenanalyse hiervan in bijlage 1 geplaatst. Uit de top zes is als tweede categorie voor de ketenanalyse de post zakelijke reizen met OV geselecteerd. Voor de categorieën papierverbruik en zakelijke reizen met OV worden stap 3 en 4 van het in het begin van hoofdstuk 1 vermelde GHG protocol doorlopen. Scope 3 overige indirecte CO2 emissies CO2 emissie (ton) Woon-werk verkeer met niet bedrijfsvoertuigen Papier gebruik Openbaar vervoer voor zakelijk verkeer Afvalverwerking Elektraverbruik op locatie bij klant onderverdeling scope 3 emissies Analyse scope 3 emissies Blz 15

16 2. Papierverbruik (ketenanalyse) Voor een ingenieursbureau als Cauberg-Huygen vormt papier een kenmerkend onderdeel voor het bedrijfsproces. In het voorgaande hoofdstuk is benoemd dat de CO 2 -emissies als gevolg van het papierverbruik een van de grotere posten in scope 3 betreft. In dit hoofdstuk wordt stap drie en vier uit het GHG protocol verder uitgewerkt voor het papierverbruik: het identificeren van partners in de keten en het kwantificeren van de CO 2 -emissies. Daarnaast zijn in dit hoofdstuk de doelstellingen en acties gedefinieerd om tot een reductie van CO 2 -emissies te komen uit het papierverbruik. 2.1 Partners in de keten De derde stap in het GHG protocol betreft het identificeren van de partners in de keten. Het identificeren van de partners in de keten is volgens het protocol nodig omdat deze belangrijk zijn bij het aanwijzen van de bron van de emissies, voor het kunnen verkrijgen van relevante data en voor het berekenen van de emissies. Voor het papierverbruik betreft dit de volgende partners: - werknemers van Cauberg-Huygen - werknemers van Huygen Installatie Adviseurs - opdrachtgevers van Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs - papierleverancier (Ricoh) - facilitair manager print- en reprovoorzieningen (Scando, business partner van Ricoh) - (overig) uitbesteed drukwerk Werknemers CH en HIA Werknemers zijn in grote mate verantwoordelijk voor het daadwerkelijke papierverbruik. De keuze om s, (tussentijdse versies van) rapportages, tekeningen e.a. te printen ligt bij hen, alsmede de wijze waarop (enkelzijdig, dubbelzijdig, twee blz s op één blz). Vanuit de directie is besloten om de standaard printerinstellingen te wijzigen naar dubbelzijdig in zwart-wit waarbij de werknemer zelf nog wel de mogelijkheid heeft om dit wijzigen naar enkelzijdig of twee op een bladzijde en of in kleur. Deze maatregel zal medio 2012 uitgevoerd worden. Door de directie worden al diverse maatregelen genomen om de interne papierstroom te beperken (Intranet, document management systeem, zie ook par. 2.3). De mogelijkheden om tot verdere reductie te komen liggen vooral in het bewustwordingsproces bij de eigen werknemers. Hiertoe worden ook acties ondernomen (zie par. 2.3). Opdrachtgevers van CH en HIA Het eindproduct dat Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs levert, zijn adviezen en rapportages. In het kader van wet- en regelgeving dienen sommige rapportages hardcopy in een vooraf gedefinieerde hoeveelheid te worden aangeleverd. Wanneer dit niet van toepassing is, is door de directie besloten om in het kader van reductie van het papierverbruik rapportages in enkelvoud aan te leveren in plaats van in drievoud. Deze maatregel is medio juli 2010 doorgevoerd in de offerte sjablonen (zie par. 2.3). Analyse scope 3 emissies Blz 16

17 Papierleverancier en facilitair management van print- en reprovoorzieningen In het vierde kwartaal van 2011 heeft er een duurzaamheidoverleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiger van Ricoh en een vertegenwoordiger van Scando. De print- en reprovoorzieningen van Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs zijn afkomstig van Ricoh (zowel de printers als het papier dat gebruikt wordt) waarbij het facilitair management hiervan uitgevoerd wordt door Scando (business partner van Ricoh). Uit dit overleg is gebleken dat Cauberg-Huygen goed op weg is in het verduurzamen van dit onderdeel van het bedrijfsproces (papierverbruik). In het verleden is al overgegaan van 120 gr/m 2 papier naar het huidige 80 gr/m 2 papier. Het A4 en A3 papier dat gebruikt wordt, is het 80 gr/m 2 HYBRID papier van Navigator. Dit papier is voor 30% gerecycled en heeft een FSC keurmerk. De instellingen van de printers (energiebesparingstand) zijn geoptimaliseerd in de kantoren van Cauberg- Huygen. (overig) uitbesteed drukwerk Het uitbesteed drukwerk betreft de A4 volgvellen met het bedrijfslogo en het drukken van het blad CH profiel welke twee keer per jaar uitkomt. Deze laatstgenoemde post is toegevoegd naar aanleiding van de review op de eerste versie van dit rapport door Stimular. De A4 volgvellen met het bedrijfslogo worden gedrukt door Sync. Grafimedia (Kerkrade) en het blad CH profiel wordt gedrukt door Coers&Roest (Arnhem). Drukkerijen vormen een belangrijke ketenpartner omdat zij beschikken over de mogelijkheid om duurzaam drukwerk te leveren (papier met een gunstiger CO 2 -profiel). Conclusie partners in de keten: De CO 2 -emissie als gevolg van het papierverbruik komt tot stand door het verbruik in aantallen en door de CO 2 -emissie van het papier per eenheid. Om tot een verdere reductie van het papierverbruik te komen, zijn de belangrijkste ketenpartners enerzijds de werknemers van CH&HIA en de opdrachtgevers, welke bepalend zijn voor het papierverbruik in aantallen en anderzijds de drukkerijen/ leveranciers van het papier, welke bepalend zijn voor de CO 2 -emissie van het papier per eenheid. De werknemers zijn het belangrijkste aangrijpingspunt voor reductie van het intern papiergebruik en de opdrachtgevers zijn de belangrijkste partner voor reductie van het papiergebruik voor rapportages. Daarnaast zijn de papierleveranciers en drukkerijen (Ricoh/Scando, Sync en Coers&Roest) belangrijke ketenpartners omdat zij de mogelijkheid hebben om duurzaam drukwerk aan te leveren (papier met een gunstiger CO 2 -profiel). De belangrijkste uit deze groep is Ricoh/ Scando aangezien het door hen geleverde A4 en A3 papier meer dan 80% omvat van het totale papierverbruik. Uit het duurzaamheidsoverleg met Ricoh/ Scando blijkt dat CH al bewust omgaat in het selecteren van het papier dat gebruikt wordt. Analyse scope 3 emissies Blz 17

18 2.2 Kwantificeren van CO 2 -emissies De vierde stap in het GHG protocol betreft het kwantificeren van de emissies. De resultaten hiervan zijn al in het voorgaande hoofdstuk vermeld. In deze paragraaf is hiervan een nadere uitwerking gegeven. De administratie in Maastricht (zowel CH als HIA) beschikt over de belangrijkste gegevens van het papierverbruik van alle vestigingen. Op basis van deze beschikbare informatie is het papierverbruik over 2010 vastgesteld. In het papierverbruik is meegenomen: - blanco A4 vellen (Ricoh) van zowel CH als HIA (80 gr/m 2 ) - blanco A3 vellen (Ricoh) van zowel CH als HIA (80 gr/m 2 ) - volgpapier A4 met CH logo (80 gr/m 2 ) - volgpapier A4 met HIA logo (90 gr/m 2 ) - papierverbruik voor drukken van CH profiel (200 gr/m 2 ) De bovenstaande posten beslaan het grootste gedeelte van het papierverbruik. In het bovenstaande papierverbruik is het papierverbruik inbegrepen van drukwerk van boekjes voor congressen e.a. Wat niet is meegenomen is het verbruik van papier voor A4/A5 enveloppen. In paragraaf is een schatting gemaakt van het aantal postzendingen (5902 stuks). Indien de verstuurde rapporten in een standaard A4 envelop (C4 envelop met venster, 120 gr/m 2, 229x324 mm), komt dit neer op ca. 105 kg papierverbruik voor enveloppen. Vanwege de geringe omvang en aantal aannames wordt deze post daarom verder niet meegenomen. In de onderstaande twee tabellen is het papierverbruik, uitgedrukt in het aantal vellen en het gewicht, weergegeven over 2010 voor de verschillende vestigingen van CH en HIA. Het papierverbruik van HIA-Z zit inbegrepen bij het papierverbruik van CHZ en dat van HIA-A bij CHA. Papierverbruik CH Blanco Ricoh (aantal vellen) CH logo (aantal vellen) Gewicht (kg) A A A papier 2010 CHM CHZ CHA CHH CHR totaal Papierverbruik HIA Blanco Ricoh (aantal vellen) HIA logo (aantal vellen) Gewicht (kg) A A A papier 2010 HIA-R HIA-M (papierverbruik HIA-Z zit bij papierverbruik CHZ inbegrepen, en van HIA-A bij CHA) totaal Over 2010 heeft CH een papier verbruik 12,4 ton en HIA een papierverbruik van 2,2 ton, opgeteld in totaal 14,6 ton papier. Analyse scope 3 emissies Blz 18

19 In het bovenstaande papierverbruik van CH en HIA is het papierverbruik als gevolg van het twee keer per jaar uitbrengen van het blad CH profiel nog niet inbegrepen. Op basis van een specificatie van de drukkerij (Coers&Roest) bedraagt het papierverbruik hiervan over 2010 in totaal 728 kg papier. Het totale papierverbruik van CH en HIA over 2010 komt hiermee op 15,4 ton papier. Uitgaande van een conversiefactor van 1,3 ton CO 2 p/ton papier, komt dit neer op een totale CO 2 - emissie van 20,0 ton CO 2. Analyse scope 3 emissies Blz 19

20 2.3 Reductiedoelstelling en reductieacties In 2010 heeft Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs in totaal 15,4 ton papier gebruikt, resulterend in 20,0 ton CO 2 -emissie. Voor een adviesbureau als Cauberg-Huygen vormt het papier(gebruik) een kenmerkend bedrijfsonderdeel. Ook op dit punt wil Cauberg-Huygen aan reductie werken en is de volgende reductiedoelstelling gedefinieerd: Reductiedoelstelling: Een reductie van 6% op het papiergebruik over de periode Op basis van de volgende maatregelen is CH voornemens dit te realiseren: - aanleveren rapportages in enkelvoud in plaats van drievoud o deze maatregel is medio juli 2010 al in gang gezet - invoering van het document managementsysteem o beheersen van de interne papierstroom; proces is in 2011 in gang gezet - intranet (uitbreiding) o beheersen interne papierstroom; uitbreiding Intranet (Intranet II en III) - stimuleren van werknemers zoveel mogelijk dubbelzijdig te printen (of niet) o door de kwaliteitsbewaking wordt gewerkt aan een brochure energiezuinig op de werkplek waarin dit opgenomen wordt; door directie is besloten om de printers standaard op dubbelzijdig in te stellen. Deze maatregel wordt medio 2012 uitgevoerd. Cauberg-Huygen is een bouwfysisch adviesbureau (ingenieursbureau). Van de directe sectorgenoten (bouwfysisch adviesbureau) is alleen DGMR gecertificeerd op de CO 2 -prestatieladder op niveau 3 (scope 1 en 2). Om een beoordeling te geven over de ambitie van deze reductiedoelstelling van scope 3 is gekeken naar andere partijen (niet directe sectorgenoten) welke op niveau 4 of niveau 5 gecertificeerd zijn. Royal Haskoning heeft een reductiedoelstelling van 20% op het jaarlijks A4 papierverbruik. Peek BV heeft een reductiedoelstelling gesteld van 1% op het papierverbruik. DHV heeft een reductiedoelstelling van 10% gesteld op het papierverbruik. De doelstelling van 6% van CH is derhalve als middenmotor beoordeeld. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het feit dat de gerealiseerde papierbesparing van CH vele malen hoger is (over 2011 is ruim 20% reductie gerealiseerd ten opzichte van het referentiejaar 2010). Toetsing reductiedoelstelling De gerealiseerde CO2-reductie zal tenminste halfjaarlijks op de genoemde post gecontroleerd worden. Op basis hiervan is de organisatie op de hoogte van de mate waarin de beoogde reductie gerealiseerd wordt. Toelichting: de post papierverbruik heeft over 2010 tot 20,0 ton CO 2 emissie geleid. Dit komt neer op 0,1044 ton CO 2 p/fte. Deze post dient conform de reductiedoelstelling in elk geval over het jaar 2013 zes procent lager te liggen. De maatregelen om het papierverbruik te reduceren komt ook tot uitdrukking in de omvang van het totaal aantal kopieerapparaten/ printers op de vestigingen. Het aantal printers in 2010 is ten opzichte van 2009 op elke vestiging met gemiddeld één afgenomen tot een totaal van 28. Naar verwachting zal dit aantal verder afnemen in Analyse scope 3 emissies Blz 20

21 3. Zakelijk reizen met OV (ketenanalyse) 3.1 Partners in de keten De derde stap in het GHG protocol betreft het identificeren van de partners in de keten. Het identificeren van de partners in de keten is volgens het protocol nodig omdat deze belangrijk zijn bij het aanwijzen van de bron van de emissies, voor het kunnen verkrijgen van relevante data en voor het berekenen van de emissies. Voor het zakelijk reizen met openbaar vervoer (OV) betreft dit op hoofdlijnen de volgende partners: - werknemers van Cauberg-Huygen - werknemers van Huygen Installatie Adviseurs - openbaar vervoermaatschappijen (NS e.a.) Werknemers CH en HIA Wanneer werknemers naar een externe zakelijke afspraak gaan, wordt een afweging gemaakt met welk type vervoer deze reis verricht wordt: privé/ lease of OV. De werknemer is dus de eerste en belangrijkste ketenpartner voor wat betreft het gebruik van OV. Om het reizen met OV te stimuleren heeft Cauberg-Huygen voor haar personeel op elke vestiging een NS businesscard beschikbaar gesteld. Op deze manier kan gemakkelijk gereisd worden zonder verdere administratieve afhandeling voor de werknemer (wat wel het geval is wanneer de werknemer het kaartje zelf koopt; kosten dienen dan gedeclareerd te worden en betaalbewijs en OV-kaartje dienen naar de administratie opgestuurd te worden). Onder het personeel van Cauberg-Huygen is een enquête afgenomen door de vestigingsecretaresses om te achterhalen in hoeverre men op de hoogte is van de mogelijkheden om zakelijke OV-reizen met de NS businesscard te boeken en of men het afgelopen jaar(jaren) ook van deze faciliteit gebruik heeft gemaakt. De volgende vragen zijn aan alle medewerkers gesteld: 1. heb je in 2010 of 2011 een zakelijke reis met OV gedaan? 2. Heb je toen de NS businesscard (een keer) gebruikt? 3. Wist je dat je de NS businesscard hiervoor kon gebruiken? In de onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven per CH vestiging. Vestiging 1. Heb je in 2010 of 2011 een 2. Heb je toen de NS 3. Wist je dat je de NS zakelijke reis met OV gedaan? businesscard (een keer) businesscard hiervoor kon gebruikt? gebruiken? CHM 34% Ja, 68% Nee 34% Ja, 68% Nee 82% Ja, 18% Nee CHZ 44% Ja, 56% Nee 31% Ja, 69% Nee 94% Ja, 6% Nee CHA 62% Ja, 38% Nee 29% Ja, 71% Nee 90% Ja, 10% Nee CHH 28% Ja, 72% Nee 28% Ja, 72% Nee 100% Ja, 0% Nee CHR 26% Ja, 74% Nee 10% Ja, 90% Nee 45% Ja, 55% Nee Analyse scope 3 emissies Blz 21

22 Op basis van de gegevens in de bovenstaande tabel kunnen de volgende conclusies getrokken worden voor wat betreft het gebruik maken van OV voor zakelijke reizen door werknemers van de verschillende vestigingen: - de eerste vraag, of er wel eens een zakelijke reis met OV is gedaan: voor de meeste vestigingen geldt dat tenminste 25-35% van de werknemers een of meerdere zakelijke reizen met OV heeft gedaan in 2010 en De vestiging in Amsterdam (CHA) steekt hier met kop en schouders bovenuit, daar geldt dat 62% van de werknemers een of meerdere zakelijke reizen met OV heeft gedaan. - De tweede vraag, of er dan gebruik is gemaakt van de NS businesscard: bij met name CHA en CHR is het percentage dat deze vraag met Ja beantwoordt veel lager (ongeveer de helft) ten opzichte van het percentage bij de eerste vraag. Op basis van de derde vraag kan geconcludeerd worden dat bij het bij de werknemers van CHA min of meer een bewuste keuze is geweest om niet (altijd) de NS businesscard te gebruiken en dat bij de werknemers van CHR dit vermoedelijk te maken heeft met het feit dat een groot deel van de werknemers niet op de hoogte was van deze mogelijkheid. - De derde vraag, of de werknemer op de hoogte was van de mogelijkheid om de NS business card te gebruiken: voor de meeste vestigingen geldt dat 80% tot 100% van de werknemers hiervan op de hoogte zijn. Bij de vestiging in Rotterdam (CHR) ligt dit percentage beduidend lager (45%). Op basis van bovenstaande informatie kan geconcludeerd worden dat onder de werknemers van de vestiging Amsterdam de meeste zakelijke OV reizigers zich bevinden en dat op de vestiging in Rotterdam ongeveer de helft van de werknemers niet op de hoogte zijn van de mogelijkheid om de NS businesscard voor een zakelijke OV reis te gebruiken. Voor de werknemers in Rotterdam heeft dit er echter niet toe geleid dat er ook daadwerkelijk minder zakelijke reizen met OV worden gedaan; het percentage werknemers dat een of meerdere zakelijke OV reizen heeft verricht komt ongeveer overeen met het percentage van werknemers van s-hertogenbosch (waar juist iedereen van de mogelijkheid van de NS businesscard op de hoogte was). Openbaar vervoermaatschappijen (NS e.a.) De aanbieders van openbaar vervoer vormen ook een ketenpartner als het gaat om het zakelijk reizen met OV. Dit zijn de aanbieders van openbaar vervoer met de trein, bus, tram en metro. In het kader van zakelijke reizen met OV wordt de analyse beperkt tot de aanbieders van openbaar vervoer met de trein. Dit zijn diverse maatschappijen, zoals de NS, Connexxion, Veolia, Arriva e.a. De ketenanalyse wordt beperkt tot de NS. Cauberg-Huygen maakt gebruik van de NS businesscard; hierdoor worden alle zakelijke reizen door de NS geregistreerd. De NS vormt daarmee een belangrijke ketenpartner waar het gaat om het verkrijgen van de data van deze OV reizen. De NS is zelf ook actief bezig met het beperken van het energieverbruik van hun treinen. Daarnaast zijn er nog indirecte ketenpartners, zoals beheerders van de spoorinfrastructuur, elektriciteitsleverancier e.a. Deze worden in de ketenanalyse verder buiten beschouwing gelaten. Conclusie partners in de keten: De werknemers van CH en HIA zijn de belangrijkste ketenpartners; zij maken de keuze met welk vervoermiddel er naar een zakelijke afspraak wordt gegaan. De NS is een belangrijke ketenpartner als het gaat om de registratie van de zakelijke OV km s. Analyse scope 3 emissies Blz 22

23 3.2 Kwantificeren van CO 2 -emissies De vierde stap in het GHG protocol betreft het kwantificeren van de emissies. De resultaten hiervan zijn al in het voorgaande hoofdstuk vermeld. In deze paragraaf is hiervan een nadere uitwerking gegeven. In paragraaf 3.1 is duidelijk geworden dat er zakelijke reizen met OV worden gemaakt door werknemers van CH met en zonder gebruikmaking van de NS businesscard. De NS verstrekt maandelijks een overzicht van de zakelijke reizen met OV met de businesscard. Op basis hiervan kunnen de zakelijke OV km s bepaald worden. Wanneer een werknemer een los treinkaartje koopt, wordt deze gedeclareerd in het administratiesysteem en wordt het origineel opgestuurd naar de administratie in CHM. Het met terugwerkende kracht uitzoeken van de treinkaartjes uit 2010 is te tijdrovend. Vanuit de administratie zijn wel de gedeclareerde OV kosten gemakkelijk te herleiden. Deze kosten zijn (bij benadering) omgerekend naar het aantal reizigers km. Op basis van de kosten van een enkele reis 2 e klas van Den Haag CS naar Amsterdam CS is gerekend met 0,17 p/ trein km (zie toelichting in bijlage 2). Bij andere partijen 6 wordt met een vergelijkbaar tarief gerekend. Hierbij is verondersteld dat alle OV kosten afkomstig zijn van trein km s (wat voor 99% ook het geval is). In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van Cauberg-Huygen van het aantal trein km s en aantal treinritten per maand in Het aantal trein km s is gesplitst in het werkelijk aantal trein km s zoals geregistreerd met de NS business card en het berekende aantal trein km s o.b.v. de gedeclareerde OV kosten, omgerekend naar trein km s. Maand Aantal ritten NS card Aantal ritten met los kaartje Totaal aantal ritten Trein km s (NS card) Berekend trein km s (decl. OV kosten) Totaal aantal trein km s Jan Febr Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sept Okt Nov Dec Totaal In 2010 zijn in totaal 328 treinritten gemaakt, 135 treinritten met de NS businesscard voor in totaal trein km s en 193 treinritten met losse treinkaartjes voor in totaal ca trein km s. In 2010 zijn in totaal trein km s afgelegd voor zakelijke reizen. 6 Arcadis rekent met 0,18 p/ trein km, blz 27 van Analyse scope 3 emissies, Arcadis Nederland BV, 17 september 2010 Analyse scope 3 emissies Blz 23

24 In de onderstaande grafiek is het verloop weergegeven van het aantal trein km s per maand (bestaande uit treinritten geboekt met NS card en met losse OV kaartjes) en het totaal aantal treinritten per maand in 2010 (voor Cauberg-Huygen). Hieruit kunnen de volgende conclusies worden getrokken: - het aantal treinritten per maand volgt in grote mate het verloop van het totaal aan trein km s per maand. Over 2010 bedraagt de gemiddelde treinreis 180 km. - het aantal treinritten en trein km s fluctueert in de loop van het jaar, met een piek rond maart, vlak voor de zomer (juni) en in sept. Dit verloop wordt gedeeltelijk bepaald door het verloop van de werkvoorraad en het moment dat werknemers verlofdagen opnemen. Totaal aantal trein km's en ritten (2010) NS card trein km's p/mnd (2010) OV km's p/mnd (2010) totaal aantal treinritten p/mnd (2010) Trein km's Treinritten 0 jan febr mrt apr mei jun jul aug sept okt nov dec Maand 0 Bij Huygen Installatie Adviseurs worden niet veel zakelijke reizen met de trein gemaakt. In 2010 zijn er geen zakelijke reizen met het OV gemaakt. In 2010 zijn in totaal trein km s afgelegd voor zakelijke reizen. Uitgaande van een CO 2 -emissie van 65 g CO 2 p/ trein km, komt dit in totaal neer op ongeveer 3,8 ton CO 2 -emissie. Analyse scope 3 emissies Blz 24

25 3.3 Reductiedoelstelling en reductieacties In 2010 heeft Cauberg-Huygen en Huygen Installatie Adviseurs km per trein/intercity afgelegd voor zakelijke OV reizen, resulterend in 3,8 ton CO 2 -emissie. De post zakelijke OV reizen vormt samen met de zakelijke km s met lease s (scope 1) en privé s (scope 2) een omvangrijke post. Op de zakelijke reizen met lease en privé s zijn op dit moment al reductiedoelstellingen gedefinieerd. Voor de post zakelijke OV reizen heeft Cauberg-Huygen de volgende reductiedoelstelling opgesteld: Reductiedoelstelling: Een reductie van 2% op zakelijke OV reizen over de periode Op basis van de volgende maatregelen is CH voornemens dit te realiseren: - Projecten worden waar mogelijk uitgevoerd vanuit de meest nabije vestiging in het land om de zakelijke (OV) km s voor overleggen en besprekingen met de opdrachtgever zoveel mogelijk te beperken. - Met de introductie van o.a. het nieuwe telefoonnetwerk (Mitel) en de mogelijkheid van Live meetings (teleconferenties) wordt een CO 2 reductie beoogd voor de zakelijke kilometers. Met de Live meetings is het immers niet altijd meer noodzakelijk om naar een andere externe locatie te gaan voor een overleg. Cauberg-Huygen stimuleert haar medewerkers om waar mogelijk met het OV naar zakelijke afspraken te gaan. Dit kan enerzijds resulteren in een toename van het aantal zakelijke OV km s. Dit is in deze analyse verder buiten beschouwing gelaten. Op basis van bovenstaande maatregelen is de verwachting dat de gestelde doelstelling gerealiseerd kan worden. Verder wordt in de nog op te stellen brochure energiezuinig op de werkplek ook melding gemaakt van de mogelijkheden om zakelijke OV reizen met de NS business card te boeken. Uit de enquête onder het personeel is namelijk gebleken dat lang niet iedereen hiervan op de hoogte is. Cauberg-Huygen is een bouwfysisch adviesbureau (ingenieursbureau). Van de directe sectorgenoten (bouwfysisch adviesbureau) is alleen DGMR gecertificeerd op de CO 2 -prestatieladder op niveau 3 (scope 1 en 2). Om een beoordeling te geven over de ambitie van deze reductiedoelstelling is gekeken naar andere partijen (niet directe sectorgenoten) welke op niveau 4 of niveau 5 gecertificeerd zijn. Arcadis heeft een reductiedoelstelling op zakelijk OV reizen gedefinieerd van 3%. Capgemini heeft gesteld dat ze het percentage actieve treinreizigers wil verhogen zodat in 2020 elke medewerker met NScard deze ook gebruikt. De doelstelling van 2% van CH is derhalve als middenmotor beoordeeld. Toetsing reductiedoelstelling De gerealiseerde CO2-emissie reductie zal tenminste halfjaarlijks op de genoemde post gecontroleerd worden. Op basis hiervan is de organisatie op de hoogte van de mate waarin de beoogde reductie gerealiseerd wordt. Toelichting: de post zakelijke OV reizen heeft over 2010 tot 3,8 ton CO 2 -emissie geleid. Dit komt neer op 0,0198 ton CO 2 p/fte. Deze post dient conform de reductiedoelstelling in elk geval over het jaar 2013 twee procent lager te liggen. Bij de beoordeling van de post zakelijke OV reizen zal er ook gekeken worden naar het procentuele aandeel van de zakelijke OV reizen t.o.v. het totaal aantal zakelijke km s. Indien zowel het absolute Analyse scope 3 emissies Blz 25

26 aantal OV km s toeneemt als ook het procentuele aandeel in de totale zakelijke km s, dan leidt dit enerzijds tot een toename van de CO 2 -emissies voor de post zakelijke OV km s, maar ook tot een afname op de totale uitstoot van CO 2 -emissies voor de zakelijke reizen omdat de CO 2 -emissie per trein km beduidend lager is dan voor een km. Analyse scope 3 emissies Blz 26

27 Bijlagen Analyse scope 3 emissies Blz 27

28 Bijlage I Specificatie woon-werkverkeer per vestiging De post woon-werkverkeer heeft het grootste aandeel in de CO 2 -emissies van scope 3. De post woonwerkverkeer is niet geselecteerd voor een uitgebreide ketenanalyse omdat de mogelijkheden tot verdere reductie beperkt zijn. Wel is er een beknopte analyse uitgevoerd waarvan de resultaten in deze bijlage vermeld zijn. Partners in de keten De belangrijkste partners in de keten voor de post woon-werkverkeer zijn: - de werknemers van CH en HIA o de werknemer beslist voornamelijk op basis van de afstand van de woning tot de vestiging waar hij of zij in dienst is en de beschikbaarheid van OV bij de vestiging en de eigen woning, met welk vervoermiddel het woon-werkverkeer plaatsvindt (fiets, of OV). Indien het woon-werkverkeer met de plaatsvindt, dan is de keuze van het merk en de uitvoering (brandstof) medebepalend voor de CO 2 -emissie voor woon-werkverkeer. - beheerder wegennetwerk (overheid) o de beschikbaarheid van een wegennetwerk vanaf de woning tot aan de vestiging; dit is over het algemeen altijd aanwezig, maar de capaciteit (files) van het betreffende traject kan bepalend zijn om een ander vervoermiddel dan de te nemen. - openbaar vervoermaatschappijen o de beschikbaarheid van een goede OV verbinding vanaf de woning tot aan de vestiging kan bepalend zijn voor de afweging of het woon-werkverkeer met de OV of met de plaatsvindt. - werkgever o de werkgever heeft beperkte invloed op de keuze van het transportmiddel voor woonwerkverkeer. De werkgever verstrekt de werknemer een vergoeding gebaseerd op de kosten van openbaarvervoer waarbij rekening wordt gehouden met het aantal kilometers dat de werknemer van de vestiging woont. Conclusie: de belangrijkste ketenpartner voor de post woon-werkverkeer zijn de eigen werknemers van CH en HIA. Kwantificeren van CO 2 -emissies De administratie in Maastricht (CH en HIA) beschikt over de gegevens van het woon-werkverkeer. Van elke werknemer is bekend wat de woon-werk afstand is (enkele reis) en hoeveel werkdagen per jaar de betreffende werknemer op en neer gaat tussen de eigen woning en de vestiging waar hij of zij werkzaam is, op basis waarvan het totaal aantal woon-werk km s per werknemer berekend kan worden. Onder het personeel van Cauberg-Huygen is een enquête afgenomen door de vestigingsecretaresses om te achterhalen op welke wijze het woon-werkverkeer plaatsvindt. Hierin is gevraagd met welk vervoermiddel (lopend, fiets, bus, metro/tram, stoptrein/intercity, privé of lease ) welk aandeel in het woon-werkverkeer plaatsvindt: - Voorbeeld 1: Jan werkt 4 dagen per week, hij gaat 1 dag per week met de fiets naar zijn werk (25% van zijn werkdagen per week) en 3 dagen per week (gemiddeld) met de privé (75%). - Voorbeeld 2: secretaresse Inge werkt 5 ochtenden in de week, dat is voor deze rekensom dus 5 werkdagen (5x naar werk op en neer). Zij gaat 3 dagen met de trein (60%) en 2 dagen met de privé (40%) Analyse scope 3 emissies Blz 28

29 Het bovenstaande voorbeeld is verwerkt in de onderstaande tabel: Naam Percentage van werkdagen per week naar kantoor met: Lopend/ Bus Metro/ Stoptrein/ Privé Lease fiets tram intercity Auto Jan 25% 75% Inge 60% 40% Deze informatie is gekoppeld aan de woon-werk km s per werknemer (administratie Maastricht) en de eerder geïnventariseerde informatie over het brandstoftype van de privé. Op basis van deze informatie zijn de totale woon-werk km s gesplitst in de km s per transportmiddel. Deze km s zijn vermenigvuldigd met de CO 2 -emissie equivalent van het betreffende transportmiddel op basis waarvan de totale CO 2 -emissie voor woon-werkverkeer over 2010 is vastgesteld. In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van het woon-verkeer van alle CH en HIA medewerkers over De woon-werk km s met lease zijn niet meegenomen in het woonwerkverkeer; deze km s zijn al inbegrepen in de scope 1 emissies. lopend/ fiets bus metro/ tram stoptrein/ intercity benzine diesel LPG aantal km procentueel 6.9% 0.3% 0.7% 9.8% 66.9% 13.6% 1.7% g CO2 p/km ton CO totaal ton CO Van alle woon-werkverkeer km s vindt ongeveer 7% lopend/ met de fiets plaats, 11% met het openbaar vervoer en 82% met privé s. Woon-werkverkeer vormt de grootste CO 2 emissie post van de scope 3 emissies. Over 2010 bedraagt de post woon-werkverkeer in totaal km. De equivalente CO 2 -emissies voor deze post bedraagt 250 ton CO 2 over Van het totaal aantal km s komt ca. 11% voor rekening van HIA en 89% voor CHRI. Uitsplitsing per vestiging In de bovenstaande tabel zijn de totaal woon-werk km s van de werknemers van CH en HIA vermeld. Hieronder is dit per CH vestiging uitgesplitst om zo een beter beeld te krijgen of er nog sprake is van significante verschillen per vestiging. Vestiging Maastricht (CHM): - totaal woon-werk km s (22,9% van alle CH woon-werk km s). - de gemiddelde woon-werk afstand (enkele reis) van een CHM werknemers is 17,3 km. - Specificatie per modaliteit, zie onderstaande tabel: CHM benzine diesel LPG lopend/ fiets bus metro/ tram stoptrein/ intercity Totaal aantal km's procentueel 6.4% 0.0% 0.0% 4.1% 81.7% 3.4% 4.4% g CO2 p/km ton CO totaal ton CO Analyse scope 3 emissies Blz 29

30 Vestiging Rotterdam (CHR): - totaal woon-werk km s (23,5% van alle CH woon-werk km s). - de gemiddelde woon-werk afstand (enkele reis) van een CHR werknemers is 22,1 km. - Specificatie per modaliteit, zie onderstaande tabel: CHR lopend/ fiets bus metro/ tram stoptrein/ intercity benzine diesel LPG Totaal aantal km's procentueel 11.2% 0.0% 2.9% 2.5% 66.7% 16.7% 0.0% g CO2 p/km ton CO totaal ton CO Vestiging Zwolle (CHZ): - totaal woon-werk km s (27,4% van alle CH woon-werk km s). - de gemiddelde woon-werk afstand (enkele reis) van een CHZ werknemers is 31,8 km. - Specificatie per modaliteit, zie onderstaande tabel: CHZ lopend/ fiets bus metro/ tram stoptrein/ intercity benzine diesel LPG Totaal aantal km's procentueel 5.0% 0.1% 0.0% 19.2% 44.4% 28.1% 3.2% g CO2 p/km ton CO totaal ton CO Vestiging Amsterdam (CHA): - totaal woon-werk km s (13,2% van alle CH woon-werk km s). - de gemiddelde woon-werk afstand (enkele reis) van een CHA werknemers is 20,7 km. - Specificatie per modaliteit, zie onderstaande tabel: CHA lopend/ fiets bus metro/ tram stoptrein/ intercity benzine diesel LPG Totaal aantal km's procentueel 11.5% 2.6% 0.9% 30.2% 54.7% 0.0% 0.0% g CO2 p/km ton CO totaal ton CO Analyse scope 3 emissies Blz 30

31 Vestiging s-hertogenbosch (CHH): - totaal woon-werk km s (13,0% van alle CH woon-werk km s). - de gemiddelde woon-werk afstand (enkele reis) van een CHA werknemers is 25,8 km. - Specificatie per modaliteit, zie onderstaande tabel: CHH lopend/ fiets bus metro/ tram stoptrein/ intercity benzine diesel LPG Totaal aantal km's procentueel 6.3% 0.0% 0.0% 0.0% 71.2% 22.5% 0.0% g CO2 p/km ton CO totaal ton CO In de onderstaande tabel is voor elke vestiging de totale CO 2 -emissie gedeeld door het totaal aantal km woon-werkverkeer, resulterend in de gemiddelde CO 2 -emissie (in gram) per woon-werk km. Hieruit blijkt dat de vestiging in Amsterdam (CHA) veruit de laagste CO 2 -emissie heeft per woon-werk km. CHM CHR CHZ CHA CHH gr CO2 p/km (gemiddeld) Conclusies op basis van uitsplitsing per vestiging: - de vestiging Zwolle (CHZ) heeft het grootste aandeel in het totaal aantal woon-werk km s (27,4%) en de vestiging Amsterdam (CHA) en s-hertogenbosch (CHH) het kleinste aandeel (respectievelijk 13,2% en 13,0%). Ook de equivalente CO 2 -emissie is voor CHZ het grootst. - Het aantal woon-werk km s welke plaatsvindt lopend of met de fiets, is het hoogst bij de vestiging Rotterdam (CHR) en Amsterdam (CHA), respectievelijk 11,2% en 11,5% en het laagst voor de vestiging Zwolle (CHZ) met 5,0%. - Het aantal woon-werk km s welke plaatsvindt met de stoptrein/ intercity, is het hoogst bij de vestiging Amsterdam (CHA) met 30,2% gevolgd door de vestiging Zwolle (CHZ) met 19,2% en het laagst voor de vestiging s-hertogenbosch (CHH) met 0%. - De gemiddelde woon-werk afstand (enkele rit) is het kleinst voor de vestiging in Maastricht (17,3 km) en het grootst voor de vestiging in Zwolle (31,8 km). - De vestiging in Amsterdam heeft veruit de laagste CO 2 -emissie per woon-werk km. In de onderstaande tabel is het totaal aantal km s woon-werkverkeer van alle CH vestigingen weergegeven. CHRI totaal lopend/ fiets bus metro/ tram stoptrein/ intercity benzine diesel LPG Totaal aantal km procentueel 7.8% 0.4% 0.8% 10.8% 63.0% 15.3% 1.9% g CO2 p/km ton CO totaal ton CO Analyse scope 3 emissies Blz 31

32 Door HIA is een vergelijkbare inventarisatie uitgevoerd. Het woon-werkverkeer vindt plaats met de fiets, lease, privé, tram of trein. Het aantal fiets km is niet bekend, de lease km s zijn al meegenomen in scope 1 en de privé km s voor woon-werkverkeer bedragen km over het jaar De brandstof van deze privé s is benzine voor al deze werknemers. Het aantal tram en trein km s bedraagt over 2010 respectievelijk 320 km en 3520 km. In de onderstaande tabel zijn de HIA woon-werk km s meegenomen en is de totale CO 2 -emissie van CH en HIA van het woonwerkverkeer weergegeven. CH en HIA lopend/ fiets bus metro/ tram stoptrein/ intercity benzine diesel LPG Totaal aantal km procentueel 6.9% 0.3% 0.7% 9.8% 66.9% 13.6% 1.7% g CO2 p/km ton CO totaal ton CO Van alle woon-werkverkeer km s vindt ongeveer 7% lopend/ met de fiets plaats, 11% met het openbaar vervoer en 82% met privé s. Woon-werkverkeer vormt de grootste CO 2 emissie post van de scope 3 emissies. Over 2010 bedraagt de post woon-werkverkeer in totaal km. De equivalente CO 2 -emissies voor deze post bedraagt 250 ton CO 2 over Van het totaal aantal km s komt ca. 11% voor rekening van HIA en 89% voor CHRI. Reductiemaatregelen Ter stimulering van het fietsgebruik heeft de overheid het mogelijk gemaakt dat werknemers met belastingvoordeel een fiets kunnen aanschaffen via hun werkgever. In het kader van CO 2 -reductie op woon-werkverkeer faciliteert Cauberg-Huygen vanaf 2004 een dergelijk fietsplan. Over de afgelopen vijf jaar gemeten hebben gemiddeld vijf werknemers per jaar een fiets aangeschaft met het fietsenplan. Op basis van deze maatregel is het de verwachting dat het procentuele aandeel van woon-werkverkeer met de fiets gelijk blijft of enigszins toeneemt; hier zijn echter geen reductiedoelstellingen aan verbonden. Verder zal in de nog op te stellen brochure energiezuinig op de werkplek ook melding gemaakt van de mogelijkheid voor werknemers om van het fietsplan gebruik te maken. Analyse scope 3 emissies Blz 32

33 Bijlage II Specificatie omrekenen OV kosten naar OV km s Enkele reis van Den Haag CS naar Amsterdam CS: - kosten 10,20 (bron: OV 9292) - afstand bij benadering 60,8 km (bron: Google maps) - treinkosten 0,168 p/km.

CO 2 -reductiedoelstelling 2011-2013

CO 2 -reductiedoelstelling 2011-2013 CO 2 -reductiedoelstelling 2011-2013 Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV december 2011 2010.0001-15 Inleiding Cauberg-Huygen is sinds 1975 koploper in oplossingen voor de bouw- en infrasector, industrie

Nadere informatie

CO 2 -reductiedoelstelling 2011-2013

CO 2 -reductiedoelstelling 2011-2013 CO 2 -reductiedoelstelling 2011-2013 Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV juni 2011 2010.0001-07 Inleiding Cauberg-Huygen is sinds 1975 koploper in oplossingen voor de bouw- en infrasector, industrie

Nadere informatie

Halfjaarlijkse tussenrapportage

Halfjaarlijkse tussenrapportage Halfjaarlijkse tussenrapportage CO 2 -voetafdruk 2011 (1 e - 3 e kw) Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV december 2011 2010.0001-16 Inleiding Cauberg-Huygen is sinds 1975 koploper in oplossingen voor

Nadere informatie

Halfjaarlijkse tussenrapportage

Halfjaarlijkse tussenrapportage Halfjaarlijkse tussenrapportage CO 2 voetafdruk 2012 (3 e 4 e kw) CaubergHuygen Raadgevende Ingenieurs BV Februari 2013 2010.000121 Inleiding CaubergHuygen is sinds 1975 koploper in oplossingen voor de

Nadere informatie

Energie audit verslag

Energie audit verslag Energie audit verslag Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV juni 2011 2010.0001-10 Inleiding Cauberg-Huygen is sinds 1975 koploper in oplossingen voor de bouw- en infrasector, industrie en ruimtelijke

Nadere informatie

Scope-3-analyse Robert Bosch B.V.

Scope-3-analyse Robert Bosch B.V. Scope-3-analyse Robert Bosch B.V. Stap 1: Analyse scope-3-emissies De bedrijfsactiviteiten van Robert Bosch B.V. zijn onderdeel van een keten van activiteiten. Zo moeten materialen die worden ingekocht

Nadere informatie

Rangorde scope 3 emissies CO 2 -Prestatieladder niveau 4

Rangorde scope 3 emissies CO 2 -Prestatieladder niveau 4 CO 2 -Prestatieladder niveau 4 Inzicht in energieverbruik Scope 3 emissiebronnen Op grond van normeis 4.A.1. van het Handboek zijn de meest materiële scope 3 emissies over het jaar 2013 in kaart gebracht.

Nadere informatie

Memo introductie inventarisatie scope 3

Memo introductie inventarisatie scope 3 Memo introductie Memo introductie CO 2 -prestatieladder MVO medewerker Naam: R. van Mourik Manager QHSE Naam: B.F. Maas Datum: 7 november 2014 Datum: 7 november 2014 Handtekening: Handtekening: Kamer van

Nadere informatie

Scope 3 emissie inventarisatie

Scope 3 emissie inventarisatie Pagina: 1 van 12 Scope 3 emissie inventarisatie Pagina: 2 van 12 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Methode (bepaling relevantie scope 3 emissie categorie)... 4 2.1. Rangorde categorieën scope 3 emissies

Nadere informatie

VERSIEBEHEER. Aangepast Omschrijving

VERSIEBEHEER. Aangepast Omschrijving VERSIEBEHEER Versie Datum Aangepast door Omschrijving 1.2 18/5/215 KMe Tabel 1 geactualiseerd i.v.m. nieuwe uitstootgegevens 214 1.1 12/5/214 KMe Tabel 1 geactualiseerd i.v.m. Eemland 1. 12/7/213 CBl/KMe

Nadere informatie

Een duurzame toekomst, deel 2

Een duurzame toekomst, deel 2 Een duurzame toekomst, deel 2 Rapportage van de carbon footprint van 4Infra 2013 Definitieve rapportage Verantwoording Titel : Een duurzame toekomst, deel 2 Projectnummer : Referentienummer : Revisie :

Nadere informatie

Jade Beheer B.V. 4.A.1 Meest materiele scope III emissies

Jade Beheer B.V. 4.A.1 Meest materiele scope III emissies Jade Beheer B.V. 4.A.1 Meest materiele scope III emissies Meest materiele scope III emissies Inleiding Dit rapport bevat een analyse van de scope III emissies van Jade Beheer B.V. om te voldoen aan eis

Nadere informatie

[NIEUWSBRIEF NR. 2 JELLE BIJLSMA BV] 1 december 2014

[NIEUWSBRIEF NR. 2 JELLE BIJLSMA BV] 1 december 2014 Voortgangsrapportage CO 2-emissiereductie Graag informeren wij u over de uitkomsten van onze eerste voortgangsrapportage sinds we gecertificeerd zijn op de CO 2-prestatieladder. De gehele voortgangsrapportage

Nadere informatie

Bepaling rangorde meest materiële scope 3 emissiebronnen van BAM Infratechniek

Bepaling rangorde meest materiële scope 3 emissiebronnen van BAM Infratechniek Bepaling rangorde meest materiële scope 3 emissiebronnen van Scope Scope 3 3 emissiebronnen 2-7-2012 Rapport opgesteld door KAM afdeling Versie: 1 Deze rapportage toont de rangorde van de meest materiële

Nadere informatie

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2 5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2016 t/m juni 2016 Revisie 1.0 Datum 14 juli

Nadere informatie

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B. 5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2015 t/m december 2015 Revisie 1.0 Datum

Nadere informatie

Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam"

Ketenanalyse Afval in project Nobelweg te Amsterdam Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam" 4.A.1_2 Ketenanalyse afval in project "Nobelweg te Amsterdam" 1/16 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten Van

Nadere informatie

Scope III analyse 2015

Scope III analyse 2015 Scope III analyse 2015 Beheer document Versie Datum wijziging Gewijzigd door Scope III Analyse 12-5-2016 M. Hoogeland Inhoud Inleiding... 4 1.De waardeketen... 4 Algemene beschrijving... 4 Meetperiode...

Nadere informatie

Ketenanalyse Woon-werk verkeer VBK Noord B.V. Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol

Ketenanalyse Woon-werk verkeer VBK Noord B.V. Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol Ketenanalyse Woon-werk verkeer VBK Noord B.V. Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten VBK

Nadere informatie

Evelien Ploos van Amstel

Evelien Ploos van Amstel Evelien Ploos van Amstel 06 1010 8345 Referentie EP/161912 Datum 3 mei 2016 INHOUDSOPGAVE... 2 1 INLEIDING... 3 2 MATERIALITEITSANALYSE... 4 2.1 DOELSTELLING VOOR HET OPSTELLEN VAN DE INVENTARISATIE VAN

Nadere informatie

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2 5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2017 t/m juni 2017 Revisie 1.0 Datum 20 juli

Nadere informatie

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 1E & 2E KWARTAAL 2016 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 1E & 2E KWARTAAL 2016 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 1E & 2E KWARTAAL 2016 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. Opsteller Versie Status L. Deerns & B. Ketelaars 1609-CO2-DEF Definitief Inhoudsopgave Inleiding... 2 Eisen... 3 Invalshoek

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder Adviesbureau B.V Sint Bavostraat 60C 4891 CK RIJSBERGEN Telefoon (076) 597 47 16 CO 2 -Prestatieladder 3.A.1 Emissie-inventaris met CO2-Footprint www.apconbv.com ..........................................................................................

Nadere informatie

Kwalitatieve en kwantitatieve scope 3 analyse

Kwalitatieve en kwantitatieve scope 3 analyse Kwalitatieve en kwantitatieve scope 3 analyse CO 2 -Prestatieladder niveau 5 Goedkeuring en autorisatielijst Type Naam Functie Colofon Titel Paraaf Ke Opsteller M. van Eijk Beleidsadviseur tenanalys Goedkeuring

Nadere informatie

Energie meetplan Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2

Energie meetplan Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2 Energie meetplan 2012-2017 Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Doelstellingen... 4 3. Planning meetmomenten... 5 3.1 Traffic Service Nederland totaal... 5

Nadere informatie

CO2 reductieplan 2020 Conform de CO2-prestatieladder 3.0

CO2 reductieplan 2020 Conform de CO2-prestatieladder 3.0 CO2 reductieplan 2020 Conform de CO2-prestatieladder 3.0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Hoofddoelstelling 3 2 Subdoelstellingen per emissiestroom 4 2.1. Scope 1: subdoelstelling wagenpark 4 2.2. Scope

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder. Ketenanalyse woonwerkverkeer Klaver Giant Groep

CO2-Prestatieladder. Ketenanalyse woonwerkverkeer Klaver Giant Groep CO2-Prestatieladder Ketenanalyse woonwerkverkeer Klaver Giant Groep Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Wat is een ketenanalyse... 3 1.2 Doel van de ketenanalyse... 3 1.3 Leeswijzer... 3 2 Scope 3 emissies

Nadere informatie

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen de Van der Ende Steel Protectors Group BV staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

Ketenanalyse voor scope 3

Ketenanalyse voor scope 3 4.A.1 Ketenanalyse CO2-emissies 2013 t.b.v. de CO 2 -Prestatieladder Ketenanalyse voor scope 3 Van Steenis Geodesie BV Ringveste 7b 3992 DD HOUTEN Van Steenis Geodesie BV Duurstedeweg 4 7418 CK DEVENTER

Nadere informatie

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B. 5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2016 t/m december 2016 Revisie 1.0 Datum

Nadere informatie

Emissie-inventarisrapport

Emissie-inventarisrapport Emissie-inventarisrapport CO 2 -prestatieladder MVO medewerker Naam: S. Gorter Algemeen directeur Naam: M. van Vuuren-Sanders Datum: Datum: Handtekening: Handtekening: Cofely Energy & Infra BV Kamer van

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder Adviesbureau B.V Sint Bavostraat 60C 4891 CK RIJSBERGEN Telefoon (076) 597 47 16 CO 2 -Prestatieladder 3.A.1 Emissie-inventaris met CO2-Footprint 2016 www.apconbv.com ..........................................................................................

Nadere informatie

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Status: Definitief Datum van uitgifte: 16-08-2015 Datum van ingang: 07-09-2015 Versienummer: 1.0 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. CO 2 EMISSIES 1E HALFJAAR 2015... 4 2.1

Nadere informatie

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 3E & 4E KWARTAAL 2015 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 3E & 4E KWARTAAL 2015 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 3E & 4E KWARTAAL 2015 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. Opsteller Versie Status Referentie L. Deerns & B. Ketelaars 1605-CO2-DEF Definitief 2.A.2 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Eisen...

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Ketenanalyse Woon-werk verkeer Hollandia BV. Opgesteld volgens de eisen van het Greenhouse Gas Protocol

Ketenanalyse Woon-werk verkeer Hollandia BV. Opgesteld volgens de eisen van het Greenhouse Gas Protocol Ketenanalyse Woon-werk verkeer Hollandia BV Opgesteld volgens de eisen van het Greenhouse Gas Protocol Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten Hollandia 3 1.3. Doel

Nadere informatie

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 3E & 4E KWARTAAL 2016 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 3E & 4E KWARTAAL 2016 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 3E & 4E KWARTAAL 2016 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. Opsteller Versie Status L. Deerns & B. Ketelaars 1703-CO2-DEF Definitief Inhoudsopgave Inleiding... 2 Eisen... 3 Invalshoek

Nadere informatie

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem CO-2 Rapportage 2013 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 2-5-2014 Versie 2.1 H.J.Slot Geaccordeerd J.Nannings Directeur Inhoudsopgave

Nadere informatie

Emissie-inventaris rapport Speer Infra B.V.

Emissie-inventaris rapport Speer Infra B.V. Emissie-inventaris rapport Speer Infra B.V. 1 Beschrijving van de Organisatie Hieronder volgt een korte beschrijving van de organisatie. Verdere informatie is te vinden op de website: http://www.speerinfra.nl/

Nadere informatie

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 1E & 2E KWARTAAL 2017 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 1E & 2E KWARTAAL 2017 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 1E & 2E KWARTAAL 2017 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. Opsteller Versie Status L. Deerns & B. Ketelaars 1708-CO2-DEF Definitief Inhoudsopgave Inleiding... 2 Eisen... 3 Invalshoek

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als 1.226 ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als 1.226 ton CO₂ -, 95% van de totale footprint. Derde voortgangsrapportage CO₂-emissie reductie Hierbij informeren wij u over de uitkomsten van onze Carbon Footprint en de derde CO₂ -emissie inventarisatie, betreffende de periode van juni 2014 tot en

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder Adviesbureau B.V Sint Bavostraat 60C 4891 CK RIJSBERGEN Telefoon (076) 597 47 16 CO 2 -Prestatieladder 3.3.2 Emissie-inventaris met CO 2 -Footprint 7 juli 2014 www.apconbv.com ..........................................................................................

Nadere informatie

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Ketenanalyse 1 Inleiding Eis: Aantoonbaar inzicht in de meest materiele emissies uit scope 3 middels 2 ketenanalyses. Voor het in kaart brengen van scope III

Nadere informatie

Ketenanalyse voor scope 3

Ketenanalyse voor scope 3 4.A.1 Ketenanalyse CO2-emissies 2014 t.b.v. de CO 2 -Prestatieladder Ketenanalyse voor scope 3 Van Steenis Geodesie BV Ringveste 7b 3992 DD HOUTEN Van Steenis Geodesie BV Duurstedeweg 4 7418 CK DEVENTER

Nadere informatie

Ketenanalyse Woon-werk verkeer De Jong en Zoon Beheer B.V.

Ketenanalyse Woon-werk verkeer De Jong en Zoon Beheer B.V. Ketenanalyse Woon-werk verkeer De Jong en Zoon Beheer B.V. Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten De Jong en Zoon Beheer B.V. 3 1.3. Doel van de ketenanalyse 4 1.4.

Nadere informatie

Ketenanalyse stalen kozijnen in project "Mauritshuis"

Ketenanalyse stalen kozijnen in project Mauritshuis Ketenanalyse stalen kozijnen in project "Mauritshuis" Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten Koninklijke Woudenberg 3 1.3. Opbouw 4 Stap 1: Globale berekening van

Nadere informatie

Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2015 Datum: 21 augustus 2015 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1

Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2015 Datum: 21 augustus 2015 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1 2015 Ketenanalyse Papier Rapportage: KAP 2015 Datum: 21 augustus 2015 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Ketenanalyse papier... 4 1.1 Keten van papier... 4 2.2 Identificeren

Nadere informatie

1. INLEIDING Rapportage

1. INLEIDING Rapportage 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Energie Beoordeling Co2 reductie

Energie Beoordeling Co2 reductie Energie Beoordeling Co2 reductie Opgesteld door: Cheryl de Vette VGMK coördinator 2.A.3 Energie Beoordeling 2016 Van Beek Infra Groep B.V. Conform Co2 Prestatieladder 3.0 Datum: 13-5-2016 Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

Groene bedrijfsvoering

Groene bedrijfsvoering Groene bedrijfsvoering Emissie-inventaris DWA 2011 2 DWA installatie- en energieadvies (DWA) is een adviesbureau met ambitie. Met meer dan honderd collega s werken wij aan de verduurzaming van onder meer

Nadere informatie

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed Dit document bevat de uitgewerkte actuele emissie inventaris van Welling Bouw Vastgoed Rapportage januari december 2009 (referentiejaar) Opgesteld door: Wouter van

Nadere informatie

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie. Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie. Graag informeren wij u over de uitkomsten van onze Carbon Footprint en de derde CO 2 Emissie-inventarisatie, dit alles over 2014. Hierin zijn de hoeveelheden

Nadere informatie

DOMINANTIEANALYSE SPIE NEDERLAND B.V.

DOMINANTIEANALYSE SPIE NEDERLAND B.V. SPIE NEDERLAND BV REVISIE 01 14 MEI 2014 SPIE NEDERLAND B.V. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. DE DISTRIBUTIE EN VERMENIGVULDIGING VAN DIT DOCUMENT OF DELEN HIERVAN IS ALLEEN MET SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN

Nadere informatie

Koopmans Bouw b.v. Bank 59.24.39.100. KvK Veluwe en Twente 06038150 ISO 9001 gecertificeerd. Datum 23 april 2012. Behandeld door H.

Koopmans Bouw b.v. Bank 59.24.39.100. KvK Veluwe en Twente 06038150 ISO 9001 gecertificeerd. Datum 23 april 2012. Behandeld door H. Koopmans Bouw b.v. 10 Selectie ketenanalyses CO 2 emissie Marssteden 66 7547 TD Enschede Postbus 461 7500 AL Enschede Telefoon 053-4 600 600 Fax 053-4 600 622 enschede@koopmans.nl www.koopmans.nl Bank

Nadere informatie

Een duurzame toekomst, deel 2

Een duurzame toekomst, deel 2 Een duurzame toekomst, deel 2 Rapportage van de carbon footprint van 4Infra 2018 Definitieve rapportage Verantwoording Titel : Een duurzame toekomst, deel 2 Revisie : 1.0 Datum : 4 april 2019 Auteur(s)

Nadere informatie

Scope 3 analyse. Opgesteld in samenwerking met: Will2Sustain, adviesbureau in duurzaam ondernemen

Scope 3 analyse. Opgesteld in samenwerking met: Will2Sustain, adviesbureau in duurzaam ondernemen Scope 3 analyse Titel: 4.A.1 Rapportage Scope 3 Analyse Baars Datum: 15-08-2018 Versie: 1 Status: Concept Opgesteld door: Sander de Kraker Opgesteld in samenwerking met: Will2Sustain, adviesbureau in duurzaam

Nadere informatie

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 CO-2 Rapportage 2014 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 28-04-2015 Versie 2.2 J.Nannings Directeur Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

CO 2 Nieuwsbrief Eerste voortgangsrapportage scope 3 doelstellingen

CO 2 Nieuwsbrief Eerste voortgangsrapportage scope 3 doelstellingen Eerste voortgangsrapportage scope 3 doelstellingen September 2017 Eerste voortgangsrapportage CO 2 -emissiereductie. Graag informeren wij u over de voortgang van onze scope 3 doelstellingen. Recent hebben

Nadere informatie

Meest materiële Scope 3 emissies en twee ketenanalyses

Meest materiële Scope 3 emissies en twee ketenanalyses Meest materiële Scope 3 emissies en twee ketenanalyses Inleiding Op 2 december 21 heeft Vialis het CO 2 -bewust certificaat op niveau 3 behaald. Niveau 3 van de CO 2 - prestatieladder is met name gericht

Nadere informatie

Rapportage van de meest materiele scope 3 emissies

Rapportage van de meest materiele scope 3 emissies Rapportage van de meest materiele scope emissies Criteria Conform niveau 5 op de CO-prestatieladder.0 Opgesteld door Dennis Kreeft en Marco Vermeulen Handtekening Autorisatiedatum 1-09-017 Versie 09-06-017

Nadere informatie

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Steel Protectors Group staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016 CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016 Uit de CO2 inventarisatie over kwartaal 1 en 2 van 2016 zijn de volgende resultaten bekend. De onderbouwing van de berekening is opgenomen. De footprint

Nadere informatie

Ketenanalyse woon-werkverkeer

Ketenanalyse woon-werkverkeer Ketenanalyse woon-werkverkeer Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol Datum: 6 februari 2014 Referentie: 90005/033/vdG Versie: 1.0 Status: definitief Logitech B.V. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Scope 3 analyse Megaborn Traffic Development B.V.

Scope 3 analyse Megaborn Traffic Development B.V. 2019 Opgesteld volgens handboek 3.0 van de CO2- prestatieladder : Status Kenmerk Definitief S3A-CO2-V1 Versie/revisie 0 Datum 09-05-2019 Opgesteld door Gecontroleerd door J.N. Liebrecht Directie Inhoudsopgave

Nadere informatie

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS 4.A.1 Onderbouwing Scope 3 Analyse Hakkers Bron: Scopediagram Prestatieladder Handboek 3.0 blz. 30 Datum: 20-3-2018 Versie: 4 1/4 INLEIDING Conform de Prestatieladder Handboek 3.0 en de richtlijnen in

Nadere informatie

Carbon Footprint Rapportage H1-2014

Carbon Footprint Rapportage H1-2014 Carbon Footprint Rapportage H1-2014 Naam Paraaf Datum Steller W.B.R. Weening November 2014 Inhoudsopgave D38.Carbon Footprint Report H1-2014.doc 1. Inleiding... 3 2. Afbakening... 4 2.1 Organisatiegrenzen...

Nadere informatie

1. INLEIDING. 1.1. Rapportage

1. INLEIDING. 1.1. Rapportage 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer 2014 Ketenanalyse Woon- Werkverkeer Rapportage: KAWWV 2014 Datum: 12 Augustus 2014 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.1 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Doel... 4 2.1 Data inventarisatie... 4 2.1.1 Zakelijke

Nadere informatie

CO 2 Voortgangsrapportage 2012. Kwartaal 3 en 4. Akkoord Directie:

CO 2 Voortgangsrapportage 2012. Kwartaal 3 en 4. Akkoord Directie: CO 2 Voortgangsrapportage Kwartaal 3 en 4 Akkoord Directie: 31 december Inhoud voortgangsrapportage, kwartaal 3 en 4 1. Directieverklaring 2. Carbon Footprint a. Scope 1: directe CO 2 emissies b. Scope

Nadere informatie

4.A.1 Inventaris ketenanalyse 1

4.A.1 Inventaris ketenanalyse 1 4.A.1 Inventaris ketenanalyse 1 Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Ketenanalyse woon-werk verkeer. Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol

Ketenanalyse woon-werk verkeer. Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol Ketenanalyse woon-werk verkeer Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten voestalpine 3 1.3.

Nadere informatie

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS

KWALITEITSMANAGEMENTPLAN VOOR EMISSIE INVENTARIS 4.A.1 Onderbouwing Scope 3 Analyse Hakkers Bron: Scopediagram Prestatieladder Handboek 3.0 blz. 30 Datum: 25-07-2018 Versie: 5 1/4 INLEIDING Conform de Prestatieladder Handboek 3.0 en de richtlijnen in

Nadere informatie

Ketenanalyse Transport

Ketenanalyse Transport 2015 Ketenanalyse Transport Rapportage: KAS 2015 Datum: 21 augustus 2015 Opgesteld door: Rick Arts Versie: 1.2 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Doel... 4 2.1 Data inventarisatie... 4 2.2 Identificeren van partners

Nadere informatie

4.A.1 Onderbouwing Scope 3 Analyse Hakker

4.A.1 Onderbouwing Scope 3 Analyse Hakker 4.A.1 Onderbouwing Scope 3 Analyse Hakker Bron: Scopediagram Prestatieladder Handboek 3.0 blz. 30 Datum: 25-6-2015 Versie: 2 1/3 INLEIDING Conform de Prestatieladder Handboek 3.0 en de richtlijnen in het

Nadere informatie

CO 2 HANDBOEK RASENBERG INFRA

CO 2 HANDBOEK RASENBERG INFRA CO 2 HANDBOEK RASENBERG INFRA Onderwerp Organisatie O 2 handboek : Rasenberg Infra INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 AFBAKENING... 4 2.1 INLEIDING... 4 2.2 ORGANISATORISCHE AFBAKENING... 4 2.3 ENERGIESTROMEN...

Nadere informatie

CO2-reductieplan Kuurman

CO2-reductieplan Kuurman CO2-reductieplan Kuurman Auteur: MRO, RVD Januari 2017 Inhoud CO2-reductieplan Kuurman... 1 Inhoud... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Leeswijzer... 3 2 Energiebeoordeling... 4 2.1 Identificatie verbruikers... 4

Nadere informatie

2016/ Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2017 Datum: Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3

2016/ Ketenanalyse Papier. Rapportage: KAP 2017 Datum: Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3 2016/ 2017 Ketenanalyse Papier Rapportage: KAP 2017 Datum: 27-11-2017 Opgesteld door: Monique Harmsen Versie: 1.3 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Ketenanalyse papier... 4 1.1 Keten van papier... 4 2.2 Identificeren

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 1 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 1 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF, SCOPE ÉÉN EMISSIE... 4 2.1 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 2.2 RESULTATEN... 4 3. ELEKTRICITEIT, SCOPE TWEE EMISSIE... 5 3.1 REDUCTIEDOELSTELLING...

Nadere informatie

Rapportage Scope 3 Emissies

Rapportage Scope 3 Emissies Rapportage Scope 3 Emissies Geïdentificeerde en gekwantificeerde emissies conform de Corporate Value Chain (scope 3) Accounting and Reporting Standard Haarsma Groep BV Waltaweg 6 8765 LP Tjerkwerd T: 0515

Nadere informatie

Meest Materiële scope 3 emissies

Meest Materiële scope 3 emissies Meest Materiële scope 3 emissies Opdrachtgever Maurice Huits Vialis Contactpersoon Christine Wortmann 06 4613 9518 Rapportage Referentie CW/160562 Versie 1.1 Datum 19 oktober 2016 Status Definitief Inhoudsopgave

Nadere informatie

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2015

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2015 CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 215 Uit de CO2 inventarisatie over 215 zijn de volgende resultaten bekend. De onderbouwing van de berekening is opgenomen. Voor 215 zijn de gegevens

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

Voortgangsrapportage CO2-emissiereductie. Augustus 2018 Voortgangsrapportage CO2-emissiereductie. Graag informeren wij jullie weer over de voortgang van onze CO 2-emissies. Met de CO 2-Prestatieladder en de CO 2-Footprint zijn de hoeveelheden

Nadere informatie

CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO Wepro Group B.V.

CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO Wepro Group B.V. CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO 14064-1 Wepro Group B.V. Titel Pagina 4.1 Beschrijving van de rapporterende organisatie 3 4.2 Documentatie van de organisatiegrenzen 3 4.3 Emissie inventaris

Nadere informatie

Inventarisatie

Inventarisatie Inventarisatie 2017-1 Aanleiding Halfjaarlijkse inventarisatie CO2 emissie: 2017-1 uitgevoerd Evaluatie CO2 reductiedoelstellingen o.b.v. deze inventarisatie Vragen aan MT: Kennisname van inventarisatie

Nadere informatie

Ketenanalyse staal Max Bögl Nederland B.V.

Ketenanalyse staal Max Bögl Nederland B.V. Ketenanalyse staal Max Bögl Nederland B.V. 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Hoofdstuk 1 Inleiding... 3 1.1 Wat is een ketenanalyse... 3 1.2 Activiteiten Max Bögl... 3 1.3 Opbouw... 3 Stap 1: Globale

Nadere informatie

Beschrijving Energie Management Systeem

Beschrijving Energie Management Systeem Beschrijving Energie Management Systeem 11 maart 2014 Dit document beschrijft het Energie Management Systeem en het reductieplan voor realisatie van de energiereductie doelstellingen van Bepacom B.V. StenVi

Nadere informatie

Ketenanalyse beton Max Bögl Nederland B.V.

Ketenanalyse beton Max Bögl Nederland B.V. Ketenanalyse beton Max Bögl Nederland B.V. Foto: Thea van den Heuvel/DAPh Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten Max Bögl 3 1.3. Opbouw 3 Stap 1: Globale berekening

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012 Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012 Van Vulpen B.V. Pagina 1 van 12 Verantwoording Titel jaar 2012 : Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half Versie : 1.0 Datum : 14-11-2012

Nadere informatie

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV EMISSIE INVENTARIS 2018-2 Tel 053 480 74 90 Vanekerbeekweg 65 www.axentgroen.nl E-mail info@axentgroen.nl 7524 PE, Enschede Directie Wietse Wes INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 ORGANISATIE... 4 2.1 ORGANISATIEBESCHRIJVING...

Nadere informatie

Carbon footprint 2011

Carbon footprint 2011 PAGINA i van 12 Carbon footprint 2011 Opdrachtgever: Stuurgroep MVO Besteknummer: - Projectnummer: 511133 Documentnummer: 511133_Rapportage_Carbon_footprint_2011_1.2 Versie: 1.2 Status: Definitief Uitgegeven

Nadere informatie

2013 Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1

2013 Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Emissie inventaris Netters infra De emissie inventaris van: 2013 Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Opgesteld door: AMK Inventis Stef Jonker Datum: april 2014 Concept Versie 1 Maart 2014 Pagina

Nadere informatie

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 2018 Q1 t/m Q4 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V.

REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 2018 Q1 t/m Q4 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. REVIEW CO2-REDUCTIESYSTEEM 2018 Q1 t/m Q4 VAN DEN HEUVEL HOLDING B.V. Opsteller Versie Status L. Deerns 1903-CO2-DEF Definitief Inhoudsopgave Inleiding... 2 Eisen... 2 Invalshoek A: Inzicht... 3 Footprint

Nadere informatie

Een duurzame toekomst, deel 2

Een duurzame toekomst, deel 2 Een duurzame toekomst, deel 2 Rapportage van de carbon footprint van 4Infra 2016 Concept rapportage Verantwoording Titel : Een duurzame toekomst, deel 2 Revisie : 1.0 Datum : 15-02-2017 Auteur(s) : Ing.

Nadere informatie

A Inzicht Jaar 2016 V 2

A Inzicht Jaar 2016 V 2 A: Inzicht Jaar 2016 Q1-Q4 Deze emissie inventarisatie geeft een beeld van de verschillende energiestromen binnen CoHold. Naast een inventarisatie is in dit rapport ook de CO2 footprint berekend. De rapportage

Nadere informatie

Gebr. Beentjes GWW B.V. CO 2 emissies 2012

Gebr. Beentjes GWW B.V. CO 2 emissies 2012 Gebr. Beentjes GWW B.V. CO 2 emissies 2012 Gebr. Beentjes GWW, 20 maart 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. CO2 emissies... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2 Emissies 2012... 4 1.2.1 Scope 1... 4 1.2.2 Scope 2...

Nadere informatie

Rapportage Carbon Footprint 2018 cf. ISO t.b.v. CO2-Prestatieladder

Rapportage Carbon Footprint 2018 cf. ISO t.b.v. CO2-Prestatieladder Rapportage Carbon Footprint 2018 cf. ISO 14064-1 t.b.v. CO2-Prestatieladder Inhoudsopgave 1. BESCHRIJVING VAN DE RAPPORTERENDE ORGANISATIE... 2 2. EMISSIE INVENTARISATIE... 2 3. KWANTIFICERING... 4 WIJZE

Nadere informatie

Emissie inventaris Brouwers Groenaannemers SCOPE 3 ANALYSE

Emissie inventaris Brouwers Groenaannemers SCOPE 3 ANALYSE Emissie inventaris Brouwers Groenaannemers SCOPE 3 ANALYSE 1. INLEIDING De uitstoot van CO2 kan in kaart worden gebracht aan de hand van drie scope s. Emissies in scope 1 zijn alle directe emissies. Scope

Nadere informatie

Ketenanalyse hergebruik spoorstaven

Ketenanalyse hergebruik spoorstaven Ketenanalyse hergebruik spoorstaven Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol Datum: 21 januari 2013 Referentie: 90005/032/vN Versie: 1.1 Status: Definitief Logitech B.V.

Nadere informatie