Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Nieuwe infrastructuur mobiele communicatie (C2000) Nr. 26 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 6 december 2002 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 1 heeft op 6 november 2002 overleg gevoerd met staatssecretaris Hessing van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over: de halfjaarlijkse voortgangsrapportage inzake het C2000- project (25 124, nr. 24). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), Van de Camp (CDA), voorzitter, Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), De Graaf (D66), Cornielje (VVD), Luchtenveld (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GroenLinks), Rietkerk (CDA), Van der Staaij (SGP), Blok (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Schonewille (LPF), ondervoorzitter, Teeven (Leefbaar Nederland), Wolfsen PvdA), Spies (CDA), Stuger (LPF), Eerdmans (LPF), Azough (GroenLinks), Zeroual (LPF), Sterk (CDA), Smilde (CDA) en Haverkamp (CDA). Plv. leden: Rijpstra (VVD), Mosterd (CDA), K.G. de Vries (PvdA), Adelmund (PvdA), Van der Ham (D66), De Grave (VVD), Verbugt (VVD), Lazrak (SP), Rosenmöller (GroenLinks), Meijer (CDA), Slob (ChristenUnie), Van Beek (VVD), Rambocus (CDA), Janssen van Raay (LPF), Jense (Leefbaar Nederland), Van Oven (PvdA), Cqörüz (CDA), Palm (LPF), Wiersma (LPF), Halsema (GroenLinks), Varela (LPF), Eski (CDA), Bruls (CDA) en Verburg (CDA). De heer Rietkerk (CDA) vindt een effectieve, actuele en te actualiseren communicatie- en informatiehuishouding bij politie, ambulance, brandweer en marechaussee van belang voor een veilige samenleving. Vanwege het complexe financiële karakter van C2000 is het als een «groot project» gekwalificeerd. Er leven nog steeds zorgen over de financiële aspecten. De laatste halfjaarlijkse rapportage biedt dan ook onvoldoende informatie over de peildatum, de financiële stand van zaken en de verdeling van de kosten over gemeenten, regiokorpsen en regio s. Dit heeft zijn weerslag op de controlefunctie van het parlement. Het project C2000 kent raakvlakken met het project Geïntegreerd meldkamersysteem (GMS) en de toepassing van informatie- en communicatietechnieken (ICT) in het algemeen. Kan de staatssecretaris aangeven hoe deze projecten onderling verband houden en of zij voldoende efficiënt en effectief zijn voor de huidige situatie? De financiële bijdrage van het Rijk is reeds fors verhoogd, naar 490 mln euro. De getallen in de bijlagen laten, bij elkaar opgeteld, zelfs een bedrag van zo n 500 mln euro zien. Kan de staatssecretaris hierin duidelijkheid brengen? De financiële bijdrage van gemeenten, regiokorpsen en regio s zijn volstrekt onduidelijk. De motie- Wagenaar is dan ook onvoldoende uitgevoerd. De tijdelijke C2000- beheerorganisatie, ICT Overheid (ITO), is van groot belang. Ligt hierbij een splitsing van de taken van ontwikkeling en beheer niet voor de hand? Kan de staatssecretaris ingaan op het inmiddels voor het veld onlosmakelijke geheel van C2000, GMS en ICT bij politie en brandweer? Zou het met het oog op de noodzaak van goede informatie niet beter zijn om de status van groot project hiernaar uit te breiden? Hier is de controlefunctie van het parlement, de medeverantwoordelijkheid bij dit kostbare project, in het geding. KST65821 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2002 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 26 1

2 De voortgangsrapportage van 9 juli 2002 geeft de heer Rietkerk de indruk dat de planning niet wordt gehaald en dat de kosten opnieuw aanzienlijk hoger uitvallen dan geraamd. In de voortgangsrapportage van 9 november 2001 wordt echter gesteld dat voldoende inzicht moet bestaan in de kosten van het project en dat die kosten zich binnen de financiële kaders moeten bevinden. Blijven de kosten nu wel of niet binnen die gestelde kaders? Mist de rapportage geen informatie over de actuele stand van zaken over de financiën van zowel Rijk als de partners in dit verband? Wie betaalt de eventuele meerkosten? Uit regio s en politiekorpsen valt inmiddels de kritiek te horen dat het niet goed gaat met de financiën voor dit project. Kan de staatssecretaris die berichten bevestigen? De ambulancediensten Limburg-Zuid en Noord-Holland-Noord overwegen om uit het project te stappen. Wat is hiervan het effect? De planning wordt overigens sowieso niet gehaald, als gevolg van technische ontwikkelingen, nu de datum van 2004 wordt genoemd. Is het door ITO te ontwikkelen les- en leermateriaal voor mensen die met C2000 moeten werken tijdig klaar? Geldt dat ook voor de aanbestedingen, waarmee ongeveer acht maanden zijn gemoeid? Hoe kan het dat regiokorps Amsterdam zelfstandig is overgegaan tot de aanschaf van RABS en (radio- en alarmeringsbediensystemen)? Is de vrijstelling geregeld voor de benodigde zendmasten? Zijn die masten ook voor andere zaken of commerciële activiteiten te exploiteren, met het oog op een kostendrukkend effect? De Kamer heeft de motie-rietkerk aangenomen, waarin gewezen is op het belang van de grensoverschrijdende communicatie. Gevraagd is om er in de grensregio s zoals Zeeland, Limburg, Twente, Gelderland en Groningen, bij de uitrol op te letten dat de systemen aansluiten op de buitenlandse communicatie. Is het beeld juist dat met name Duitsland hiervoor nog niet klaar is? Wat gaat de staatssecretaris er aan doen? De heer Wiersma (LPF) vindt C2000 een bijzonder ambitieus project op het gebied van de veiligheid. De staatssecretaris is in dit verband, door zijn specifieke ervaring als korpschef van de politie, de man bij uitstek voor dit als een «groot project» aangewezen plan. De voortgangsrapportage van 9 juli 2002 kent soms zeer globale informatie, wat vreemd is gezien de grote hoeveelheid planningsactiviteiten op de agenda. Ook ontbreekt informatie over de peildatum en is er onvoldoende informatie over de financiële consequenties. De door de Kamer gewenste informatie ontbreekt, terwijl de politiekorpsen een stijging van de regionale lasten verwachten. Op 1 november 2002 heeft de staatssecretaris duidelijk gemaakt dat het rijksaandeel van 490 mln euro waarschijnlijk constant blijft. De problemen bij hulpverleningsdiensten en regionale operationalisering worden in kaart gebracht. Een en ander komt eind van het jaar beschikbaar. De heer Wiersma haalt aan dat C2000 op 1 januari 2004 operationeel moet zijn in het gehele land. Die ambitieuze doelstelling wordt onderschreven, alhoewel het als gevolg van organisatie- en afstemmingsproblemen wellicht wat later kan worden. De invoering van GMS als applicatie voor ondersteuning van het operationele proces van de vier hulpverleningsdiensten ligt op schema. De colocatie als gevolg van samenvoeging van de meldkamers tot 28 disciplinaire meldkamers voor de 25 regio s, het KLPD en twee voor de KMAR ligt op schema. De colocatie kent overigens enige vertraging als gevolg van nieuwbouw, en zal afgerond worden in de loop van het jaar Ook de bouw van het antennesysteem ligt op schema, ondanks een vertraging van enkele maanden, nu de levering van de systeemsoftware op zich laat wachten. De overige elementen van de infrastructuur, de vaste verbindingen, de zoneswitches en de radiobediensystemen, liggen op schema en zullen eind 2003 gereed zijn. Over het onderhoud wordt onderhandeld met TetraNed. De doelstelling van 1 januari 2004 lijkt daarmee gehaald te kunnen worden, al is het wachten Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 26 2

3 op de nadere informatie die in kaart wordt gebracht. De volgende voortgangsrapportage moet dan ook helderheid brengen op verschillende punten. Mevrouw Van Heteren (PvdA) herkent bij C2000 de euvels die kleven aan grote, innovatieve projecten. Men komt daarbij immers bij de technische ontwikkelingen voor verrassingen te staan. In de ondersteuning en samenwerking kan de nodige kinnesinne optreden. Het vergt bovendien intensieve inspanning, terwijl de implementatie een uitdaging op zichzelf vormt, bijvoorbeeld bij de verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk, regio, landelijke overheden en diensten. Het project C2000 kent dan ook een lange adem. De schaal van de benodigde investeringen, zo n 45 mln euro, en de complexiteit van het proces maken het belangrijk dat informatievoorziening en financiële verantwoording een grote mate van inzichtelijkheid kennen. Met de Rekenkamer wordt echter geconstateerd dat de financiële verantwoording van C2000 wisselend van kwaliteit is en soms te globaal. Dat laatste is zeker het geval in de halfjaarlijkse rapportage van 9 juli Nu het project na een aantal pilots in de uitrolfase is beland, worden immers andere informatie-eisen gesteld. In deze fase moet de informatie zodanig zijn dat een te groot financieel beslag kan worden vermeden. Mevrouw Van Heteren merkt op dat de halfjaarlijkse rapportage van 9 november door de bijgevoegde onderzoeken feitelijke informatie verschaft over de financiële onderbouwing. Die onderbouwing is in de brief van 9 juli 2002 globaal en schamel. Is die vaagheid te verklaren door erop te wijzen de berekeningen van de werkgroep Kosten en baten van november 2001 nog steeds geldig zijn? Of is het wachten op vitale gegevens van partijen? Berichten laten zien dat de aanlevering van financiële kerngegevens door de regio s nog niet optimaal verloopt. Hoe actueel zijn de gegevens van de werkgroep Kosten en baten? Welke additionele kosten voorziet de staatssecretaris als gevolg van de uitrol? Welke inspanningen levert de staatssecretaris om de aanlevering van gegevens voor de kosteninschattingen te faciliteren? Is de traagheid van het proces onvermijdelijk of zijn er stimuleringsmaatregelen mogelijk? De pijnpunten die in de onderliggende studies naar voren komen, zijn deels die van de pilot in Amsterdam. In hoeverre zijn die knelpunten inmiddels verholpen? Welke additionele inspanning voorziet de staatssecretaris op dit vlak voor implementatie in de rest van het land, ook gezien mogelijke extra kosten? Bij de overgang van pilot naar uitrol blijkt dat sommige regio s nog niet zo ver zijn. Er stappen reeds partijen uit. Waar voorziet de staatssecretaris mogelijk extra inspanningen om de regio s optimaal bij het C2000-project te betrekken? Welke extra financiële belasting brengt dat met zich? Hoe worden die kosten verdeeld? Zijn de verschillende diensten voldoende op elkaar afgestemd en daarvoor gefaciliteerd? Hoe staat het met het beheer van het net in de eindfase? Is hierbij sprake van voldoende anticipatie, ook in financiële zin? De heer Cornielje (VVD) is in de periode woordvoerder geweest namens zijn fractie op het C2000-project. Het kwalificeren van C2000 als een groot project is daarbij van belang. Het gaat immers om een technisch veeleisend en langdurig project, met heel veel partners met verschillende bevoegdheden en verantwoordelijkheden en met bovendien hoge kosten en uitgaven. De voortgangsrapportage van 9 juli 2002 vormt reden tot een compliment voor iedereen die aan het project werkt. Er zijn goede vorderingen gemaakt. Alle partners hebben hun verantwoordelijkheid genomen. Het C2000-project wordt echter verbonden aan een ander complex systeem, de geïntegreerde meldkamer, en aan de colocatieproblematiek. Het in elkaar weven van deze drie projecten roept de vraag op of deze Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 26 3

4 onderwerpen in de toekomst niet in gezamenlijkheid en samenhang aan de Kamer moeten worden gepresenteerd, inclusief de accountantsrapporten. Het een valt immers niet te beoordelen zonder het ander, wat gevolgen moet hebben voor de halfjaarlijkse rapportage van december Is de staatssecretaris daartoe bereid? Is het ook mogelijk? De heer Cornielje leest in de brief van 9 juli 2002 dat voorkomen moet worden dat door invoering van deze projecten de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers en de operationele eenheden in gevaar komt. De staatssecretaris schrijf in dit verband dat, hoewel het belang van C2000 breed wordt onderschreven, niet alle betrokken partijen zich in gelijke mate probleemeigenaar voelen. Het is echter van groot belang dat na invoering het systeem geolied loopt. Welke organen voelen zich nog geen of onvoldoende probleemeigenaar? Wat doet de staatssecretaris om betrokkenen alsnog daarvan te overtuigen? De eerder gestelde vragen naar de financiële problematiek worden onderschreven. Antwoord van de staatssecretaris De staatssecretaris vindt hetgeen reeds is bewerkstelligd door het project C2000 een geweldige dynamiek uitstralen, mede in het licht van de ervaringen met de rampen in Volendam en Enschede. De twee belangrijkste aspecten tegen deze achtergrond zijn het concept van de veiligheidsregio, dat veel mogelijkheden biedt op het terrein van bestuur, organisatie, financiering, aansturing en helderheid, en de gecoloceerde meldkamer, die zich volgens velen nu al moet ontwikkelen naar een geïntegreerde meldkamer. Het biedt al met al perspectief op investeringen die Nederland veiliger maken. De staatssecretaris toont zich een groot voorstander van het ingezette, samenhangend beleid met vier stappen op het gebied van veiligheid. Ten eerste territoriale congruentie, die uiteindelijk moet leiden tot bestuurlijke congruentie op 1 januari 2004 met 25 veiligheidsregio s. Dit betekent dat de grenzen van de hulpverleningsorganisaties, brandweer, ambulance en politie, gelijk worden getrokken. In Noord-Holland, Gelderland en Overijssel bestaan overigens nog flinke knelpunten op dit vlak. Ten tweede moet elke regio een gecoloceerde oftewel samengevoegde meldkamer hebben. Een dergelijk gemeenschappelijk meldcentrum maakt dat centralisten van de hulpverleningsdiensten van elkaar kunnen leren, met elkaar communiceren en elkaar informeren tijdens calamiteiten, zoals in het buitenland het geval is. In de gecoloceerde meldkamer in Zwolle zijn de drie culturen reeds bijeengebracht. Ten derde is er GMS, wat inhoudt dat elke meldkamer wordt uitgerust met een geïntegreerd meldkamersysteem. Dit systeem is ontworpen om centralisten bij hun multidisciplinaire werk te steunen, namelijk alarmmeldingen van burgers foutloos en snel af te handelen. Ten vierde is er C2000, een landelijk, digitaal beveiligd netwerk, bestemd voor alle hulpverleners van brandweer, ambulance, politie en Koninklijke marechaussee, geschikt voor spraak en data en klaar voor de toekomst, met grensoverschrijdende communicatie binnen handbereik. Met deze vier stappen zijn de randvoorwaarden geschapen voor verdergaande integratie van de hulpverleningsdiensten en dus weer sneller en efficiënter werken. De vraag of de projecten een succes worden, waarvoor een geweldige gezamenlijke inspanning is vereist, is mede afhankelijk van de samenwerking met de regio s. De regio s moeten dan ook verantwoordelijkheid willen dragen en bereid zijn om te investeren. De onlangs gestarte Europese aanbesteding van de benodigde digitale randapparatuur voor het C2000-netwerk is in dit verband van belang. Deze regionale verantwoordelijkheid is goed opgepakt door politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening. Het is in dat licht verbazingwekkend dat zo veel korpsbeheerders continu bij het Rijk aankloppen om meer geld. Provincies Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 26 4

5 vragen vooral om beleid, de gemeenten vooral om geld. De gemeenten trachten duidelijk te maken dat zij de benodigde investeringen niet hebben kunnen voorzien. Het is echter helder dat het Rijk reeds voldoende heeft bijgedragen. De nationale overheid financiert de ontwikkeling van GMS en financiert het C2000-netwerk. Dat laatste kost bijna 500 mln euro. Het Rijk neemt tot het jaar 2004 de exploitatie van het C2000-netwerk voor zijn rekening en draagt daarna in belangrijke mate structureel bij aan deze kosten. De nationale overheid heeft de radiobediensystemen tegen gunstige voorwaarden aangeschaft en heeft daarnaast het budget voor de rampenbestrijding structureel verhoogd. In dit licht is het reëel dat de regio s de overige investeringen voor hun rekening nemen, ongeveer 160 mln euro, conform de afspraken. De exploitatiekosten voor de regio s komen uiteindelijk neer op ongeveer 200 euro per man, per jaar. De gevraagde investeringen zijn het overigens zeker waard. De staatssecretaris heeft in een eerdere functie als korpschef in Eindhoven, eind jaren tachtig, samenwerking gezocht met de rijkspolitie, onder meer door de meldkamers bij elkaar te brengen in één ruimte. Na een jaar konden er op 20 man gemeentepolitie en 12 man rijkspolitie maar liefst 18 personeelsleden ingewonnen worden. Het Rijk heeft aan een en ander financieel bijgedragen uit een potje voor samenwerking. C2000 is dus in Eindhoven ontstaan. In het huidige tijdsbestek moeten de regio s deels zelf de kosten opbrengen voor de colocatie. De kosten voor het huidige, analoge systeem, inclusief onderhoud, beheer en vervanging, komen echter reeds geheel voor rekening van de regio. Het Rijk heeft de regio s bovendien vanaf 1994 en zeker vanaf 1996 erop gewezen dat men voorzieningen moest treffen, afschrijven en reserveren, met het oog op vervanging door C2000. Zonder het C2000-initiatief hadden de regio s overigens ook moeten overgaan tot vervanging, aanschaf van nieuwe apparatuur, aanpassing op de meldkamers en ontwikkeling van een meldkamersysteem. Bovendien moet het eerdergenoemde inverdieneffect niet uit het oog worden verloren als, in dit geval, drie geïsoleerde diensten in een ruimte worden samengebracht, wat altijd materieel en menskracht zal uitsparen. De staatssecretaris houdt vast aan de toezegging om te praten met de regio s die aangeven problemen te hebben. Dat is ook van belang om vast te stellen of het om echte problemen gaat of om het verhogen van de druk met het oog op de nieuwe verkiezingen en een nieuw kabinet. Overigens is reeds vast te stellen dat veel regio s de kosten van de gecoloceerde meldkamer en de effecten van de territoriale congruentie koppelt aan C2000. Er is geen scheiding meer te maken tussen GMS, gecoloceerde meldkamer en C2000. Die is er wel degelijk op het vlak van de financiering en de scheiding van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Een overzicht van de verschillende knelpunten zal opgenomen worden in de halfjaarlijkse rapportage aan de Kamer. Zo is er een probleem met GMS. Bij een proef in Haaglanden is gebleken dat het standaardmodel van de software niet voldoende is voor een dergelijk grote regio. Er is overigens een model ontworpen om de kosten van onder meer colocatie per regio inzichtelijk te maken. De landelijke stuurgroep heeft gevraagd om de data hiervoor voor het einde van het jaar in te dienen, zodat de zaken goed bekeken kunnen worden. De staatssecretaris is bereid om per brief in te gaan op het voor sommigen onlosmakelijke geheel van C2000, GMS en ICT bij politie en brandweer. Getracht zal worden om de genoemde onderdelen te onderscheiden. In dit verband kan beter gesproken worden over het project verbindingen en meldkamerdomein in plaats van C2000. Ook over ICT kan het nodige worden gemeld. Het betrekken van ICT in het algemeen, ook al wordt dat door het veld op een hoop gegooid met C2000, is nog niet aan de orde bij het grote project en zou C2000 van een andere orde maken. Men zou dan in wezen ingaan op de vraag van de korpsbeheerders over de hoogte van het budget met het oog op de ICT-ontwikkelingen in de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 26 5

6 praktijk. In reactie op het rapport van de Rekenkamer is overigens besloten om de financiële transparantie te vergroten in de komende voortgangsrapportages. Bij ITO vormt de ontwikkeling een sterke poot van de organisatie. Dat zal wellicht niet altijd zo blijven. Ontwikkeling en beheer zijn meer in het algemeen geen strijdige organisatieonderdelen. Er wordt reeds gepoogd om de vraag- en de aanbod-organisatie anders te organiseren, wellicht met gemeenschappelijke regelingen. De staatssecretaris is ervan overtuigd dat het project op rijksniveau tot 1 januari 2004 binnen de begroting op rijksniveau zal blijven. Wat betreft de verplichtingen loopt de rijksoverheid voor op het schema. Of dat ook voor de korpsen en de regio s geldt, is niet met zekerheid te zeggen. Wanneer regio s aanhaken is onder meer afhankelijk van bestemmingsplannen, bouwplannen en verbouwingen van meldkamers. De financiering moet echter losgekoppeld blijven van de planning, die gericht is op 1 januari Bij grote projecten is overigens vaak te zien dat het veld steeds meer eisen op tafel legt. In de huidige plannen is voorzien in bekostiging van een radioen alarmeringsbediensysteem, wat 30 werkplekken inhoudt. Later in die ontwikkeling, bijvoorbeeld na het jaar 2004, komt wellicht de eis naar voren om het systeem te multipliceren naar wijkniveau. De mogelijkheid van een dergelijke ontwikkeling moet zeker onderzocht worden, bijvoorbeeld met het alternatief van meeluisteren. Na de uitrol in het jaar 2004 zal het veld een en ander zelf moeten ontwikkelen en betalen. Overigens is het regiokorps Amsterdam zelfstandig overgegaan tot de aanschaf van RABS en met het oog op de startproef. Hetzelfde geldt voor Zuid-Limburg, dat proefregio is voor de drielandenproef van eind 2002, gericht op internationale samenwerking bij rampen. Het idee van het exploiteren van de zendmasten voor commerciële activiteiten wordt meegenomen. Om eventuele traagheid bij aflevering te voorkomen zijn contracten afgesloten met eventuele boeteclausules. Van gesteggel tussen de verschillende diensten zal in het begin, zeker bij de colocaties, zeker sprake zijn. Doel is dat bij het project een gemeenschappelijk probleem wordt ervaren. Met het oog daarop worden de overleggen gecombineerd, wat tot nu toe het nodige enthousiasme laat zien in de regio s. Dat zal zeker verder gestimuleerd worden. PriceWaterhouseCoopers en Deloitte & Touche hebben in het licht van vorming van een strategisch besluitvormingsplatform geadviseerd om de organisatie aan te passen. Die moet niet meer gericht zijn op ontwikkeling en start, maar op realisering en beheer. Die aanpassing zal ertoe leiden dat iedereen zich probleemeigenaar voelt. Daaraan ligt de idee ten grondslag dat de verschillende betrokkenen, ook de regionale besturen, beter geïnformeerd moeten worden. Nadere gedachtewisseling De heer Rietkerk (CDA) steunt het concept en de ambitie van de veiligheidsregio, bedoeld om de veiligheid van de burgers te bevorderen. De uitwerking is echter complex en kent gespreide verantwoordelijkheden. Er ligt een nadrukkelijke relatie tussen C2000, de geïntegreerde meldkamer en ICT bij politie, brandweer en ambulance. Wat nu als de ambulancezorg Zuid-Limburg en Noord-Holland-Noord eruit stappen? Wat is inmiddels het bedrag dat gemoeid is met het totale project? Wie draait op voor de extra kosten? Wat als er na de uitrol niet grensoverschrijdend gecommuniceerd kan worden met Duitsland en België? Hoe staat het met de les- en leerstof die ITO moet ontwikkelen? De staatssecretaris heeft gelijk dat er maar 30 punten zijn als het gaat om koppeling van RABS en GMS. Is dat technische probleem op te lossen? Wanneer komt er een proef, met twee rampen, met het C2000-systeem? Het antwoord van de staatssecretaris op de vraag, het verband tussen C2000, GMS en de ICT bij Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 26 6

7 politie, ambulance en brandweer inzichtelijk te maken in het licht van een groot project is verstaan als een toezegging. Als dat onverhoopt niet het geval, zal hierover een uitspraak aan de Kamer worden voorgelegd. De heer Wiersma (LPF) krijgt de indruk dat de staatssecretaris goed op de centen let en de verantwoordelijkheden van de afzonderlijke diensten voor samenwerking benadrukt. C2000 kan een synergie bewerkstelligen op allerlei aspecten van de veiligheid in Nederland. Het is goed als op een bepaald moment een proef wordt genomen, bijvoorbeeld op Schiphol. Daar is sprake van een bijzondere situatie, met brandweerdiensten uit de gemeente Haarlemmermeer en politiediensten uit de gemeente Amsterdam. Mevrouw Van Heteren (PvdA) vraagt zich af wat de gevraagde omslag betekent voor de verschillende organisaties in de beheersfase. Hoe wordt het netwerk beheerd? Wat is daarvoor nodig, ook aan aanpassingen? De heer Cornielje (VVD) heeft de staatssecretaris horen toezeggen om in de volgende voortgangsrapportage aandacht te schenken aan C2000, GMS en colocatie in samenhang en daarbij de afzonderlijke financieringsstromen zichtbaar te maken. Er moet een afzonderlijke brief komen met nadere informatie inzake ICT bij politie, brandweer, enzovoorts. De veiligheid van de burger is gediend met een goed werkend C2000. In de voortgangsrapportage staat dat sommige organisaties zich te weinig als probleemeigenaar zien. De staatssecretaris legt die organisaties niet bepaald het vuur aan de schenen. Dat kan, bijvoorbeeld, door de veiligheidsregio s te vergelijken middels een «benchmarking», zodat duidelijk is of het technische zaken zijn of bestuurlijke samenwerking is waaraan het ontbreekt. De staatssecretaris vraagt of verduidelijkt worden wat wordt bedoeld met ICT bij politie, brandweer en ambulancediensten? De heer Rietkerk (CDA) herinnert aan een convenant van 1998 met de politie inzake ICT, waarbij een bedrag is genoemd van 400 tot 500 mln. Omdat dit bedrag wordt opgenomen in de discussie over C2000, ICT en het aantal agenten, is er behoefte aan een inventarisatie, een nulmeting, op korte termijn. Er moet zicht komen op ICT bij de politie voor de behandeling van de begroting van BZK. Dat hoeft niet onder de status van het grote project te vallen. De staatssecretaris legt uit dat ITO alles te maken heeft met ICT in de ruime zin van het woord, waarvan C2000 een belangrijk onderdeel vormt. De Kamer zal hierover een brief bereiken. Er wordt een financieel inzicht en doorzicht verschaft: hoeveel geld er nog uit te geven is en wat de verwachtingen zijn in de aanloop naar 1 januari 2004, zowel op rijksniveau als op regionaal niveau. Er ligt Europees gezien een probleem inzake grensoverschrijdende communicatie als niet overal voor TetraNed wordt gekozen. De «Länder» schijnen voornemens te zijn besluiten te nemen en niet af te wachten wat op landelijk niveau wordt afgesloten in Duitsland. Men heeft zich ook bereid getoond om tot gesprekken te komen met de staatssecretaris. In Noord-Holland-Noord ligt een probleem voor de ambulancediensten gelet op de incongruente regio s. Dit levert overigens geen problemen op inzake de financiering van C2000, die immers is geregeld via een beleidsregel. Op het moment van oefening moeten ziekenhuizen echter veel onvoorzien geld uittrekken. Dat vormt een probleem. In Amsterdam wordt met veel enthousiasme gewerkt aan de start van C2000, dat ook daar echter nog niet werkt. Schiphol kent de problematiek van betrokkenheid van de gemeenten Haarlemmermeer en Amsterdam. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 26 7

8 Die weeffout kan via dit systeem niet opgelost worden. De staatssecretaris zal daarom later met de regio s in gesprek moeten over de vraag hoe tot een congruente regio gekomen kan worden met het oog op de kwaliteit van de hulpverlening. Het doel van één digitaal systeem en congruente regio s zal uiteindelijk een vliegwieleffect kennen. De veiligheidsregio zal, samen met de geïntegreerde meldkamer, zeer betekenisvol zijn. De organisatie wordt dan ook gericht op implementatie, invoer, uitrol en beheer. Dat maakt duidelijk wie eigenaar is van welk probleem. Van de huidige benchmarking zal verslag worden gedaan in de voortgangsrapportage. Dat zal ook zijn effect hebben. De staatssecretaris legt uit dat de opleidingsproducten van ITO worden overgedragen aan de vier opleidingsinstituten: KMAR, LSOP Politieonderwijsen kenniscentrum, Sosa InHolland (sociaal agogisch) en het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding. De regio s organiseren en betalen de opleidingen. Er is een samenwerkingsverband tussen de instituten ontwikkeld om tot diverse opleidingen te komen. De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Van de Camp De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Gier Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 26 8