Kloofje in de anus. Chirurgie / Vaatchirurgie

Transcriptie

1 Kloofje in de anus Chirurgie / Vaatchirurgie

2 Inleiding Deze folder geeft u een globaal overzicht van de klachten en oorzaak van een kloofje in de anus en de meest gebruikelijke behandelingsmethoden. Het is goed u te realiseren dat bij het vaststellen van een aandoening de situatie voor iedereen weer anders ligt. De klachten Kloofjes in de anus geven meestal klachten in de vorm van een scherpe pijn tijdens of na de stoelgang. Vaak treedt daarbij ook wat bloedverlies op. Oorzaak Een kloofje in de anus verloopt in de lengterichting van de anus en is gelokaliseerd in de middenlijn aan de voor- en/of achterkant van de anus. Waarom het kloofje ontstaat en waarom juist op bepaalde voorkeursplaatsen in de anus, is nog niet precies duidelijk. Mogelijk heeft het te maken met een verhoogde spanning, een soort kramp, van een deel van de kringspier. Hierdoor raakt de bloedvoorziening verstoord. Onbewust wordt door de pijn en de spanning de ontlasting opgehouden. Dat heeft tot gevolg dat de ontlasting hard wordt. Het kloofje scheurt bij de volgende stoelgang dan weer open en blijft op die manier hardnekkig bestaan. Het kloofje in de anus komt meestal voor op jonge en middelbare leeftijd, maar het kan zich ook voordoen bij baby's, kleuters en ouderen. Het onderzoek Meestal zijn de klachten duidelijk zodat nader onderzoek - behoudens het lichamelijk onderzoek - niet of nauwelijks nodig is. Bij het lichamelijk onderzoek inspecteert de arts de anus. Hij zal de anus wat spreiden om een eventueel kloofje te kunnen ontdekken. De behandelingsmethoden Meestal reageert een kloofje op eenvoudige maatregelen. In de eerste plaats zal de stoelgang zacht gehouden moeten worden. Daarvoor is het eten van voldoende plantaardige vezels (bijvoorbeeld zemelen en bruinbrood) en het drinken van veel water nodig. Een regelmaat in het ontlastingspatroon voorkomt dat de ontlasting onnodig lang opgehouden moet worden en daardoor te hard wordt. Voorts kan het regelmatig nemen van een warm bad de verhoogde spanning in een deel van de sluitspier wegnemen. Medicijnen in de vorm van zalfjes en zetpillen kunnen ook helpen. Om de stoelgang zacht te houden kan de arts u medicijnen voorschrijven in de vorm van poeders van plantaardige vezels of een drankje. Een van de zalven die gebruikt wordt, bevat een stof die door de huid van de anus heen wordt opgenomen. Als gevolg daarvan ontspant de sluitspier een beetje waardoor de klachten kunnen verdwijnen en het kloofje kan genezen. 2

3 Chirurgische behandeling Wanneer de klachten niet reageren op bovengenoemde maatregelen en het kloofje blijft bestaan, kan een operatie verlichting geven. Deze heeft tot doel de verhoogde spanning in een deel van de sluitspier te verminderen. De arts zal met u bespreken op welke manier de behandeling zal plaatsvinden. Bij de zogenaamde LIS-methode (laterale interne sfincterotomie) wordt via een kleine snede naast de anus een klein deel van de sluitspier ingeknipt. Dat kan onder regionale verdoving (verdoving van een deel van het lichaam), onder algehele verdoving (narcose), maar ook heel goed onder plaatselijke verdoving. Risico's en complicaties van de operatieve behandeling De ingrepen vinden plaats in een bloedvatrijk gebied (de anus). Daarom kan na de behandeling wat bloedverlies optreden. De kans op infectie is, zoals bij alle operaties, ook bij deze ingreep gering aanwezig. Het operatiewondje wordt daarom meestal opengelaten om het risico van infectie zo klein mogelijk te houden. Continentie Onder continentie van de anus verstaan we het vermogen om de passage van lucht (winden), vocht (slijm, diarree) en ontlasting onder controle te houden. Bij deze ingrepen wordt de verhoogde spanning van de sluitspier verminderd. De vraag doet zich daarom voor of dit gevaar op kan leveren voor de continentie. In het begin kan er zeker sprake zijn van enig verlies van controle van de sluitspier. Met name op winden, maar mogelijk ook op vocht. Dat wil zeggen, dat wanneer u een windje of wat vocht voelt aankomen, u de kringspier bewust moet aanspannen. Voorheen ging dit moeiteloos en bijna onbewust. U moet dus de continentie wat meer bewust gaan beheersen. Meestal is dit echter van tijdelijke aard. In een klein aantal gevallen (ca. 5%) kan het verlies van deze controle blijvend zijn. Vooral het verlies van wat vocht (anaal slijm met of zonder ontlastingsvezels) kan dan hinderlijk zijn. (Bij een leeftijd boven de 50 jaar moet deze ingreep dan ook niet meer gedaan worden). Na de behandeling Opvallend is dat de pijnklachten meestal sterk verminderd of zelfs direct verdwenen zijn. Na de ingreep zal de stoelgang zacht gehouden moeten worden. Daarvoor krijgt u een recept mee naar huis. Na behandeling zal de anus bedekt zijn met een gaasje. Bij ontslag krijgt u een recept voor gazen mee naar huis. Het is verstandig het anaal gebied goed schoon te houden, met name na de stoelgang, maar ook tussendoor. Twee keer per dag dient u het operatiegebied met behulp van een douche goed schoon te spoelen. Bij pijn is het innemen van een eenvoudige pijnstiller meestal voldoende. 3

4 Voorkom vertraging van uw onderzoek en/of operatie In het ziekenhuis krijgen we steeds meer te maken met bacteriën die ongevoelig zijn voor antibiotica. Deze bacteriën noemen we Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO). Een voorbeeld van een BRMO is de MRSA-bacterie. De bacteriën kunnen een nadelig effect hebben op uw gezondheid of de gezondheid van andere patiënten. Wij doen er in Orbis Medisch Centrum alles aan om te voorkomen dat deze bacteriën zich verspreiden binnen ons ziekenhuis. In onderstaande tabel staan enkele vragen. Als u één vraag met Ja beantwoordt, behoort u tot een groep die meer risico heeft een ongevoelige bacterie bij zich te dragen. Geeft u dit door aan uw behandelend arts zodra deze vaststelt dat een onderzoek of operatie noodzakelijk is. Dit voorkomt onnodige vertraging. Als namelijk pas vlak voor aanvang van onderzoek of operatie blijkt dat u het risico loopt besmet te zijn, is het mogelijk dat de arts besluit niet door te gaan, voordat onderzocht is of u een bacterie bij u draagt. Wij beseffen dat het maken van kweken en eventuele isolatiemaatregelen ingrijpend en onaangenaam zijn. Het is echter de enige manier om u zo goed mogelijk te kunnen behandelen en om andere patiënten te beschermen tegen mogelijke besmetting met resistente bacteriën. Leest u onderstaande vragen goed voordat u deze beantwoordt. Weet u een antwoord niet, vul dan Nee in. Vragen Bent u in de afgelopen 2 maanden opgenomen geweest in een buitenlandse of Nederlandse zorginstelling? (ziekenhuis, verpleeg of verzorgingshuis) Bent u langer dan 2 maanden geleden opgenomen geweest in een buitenlandse of Nederlandse zorginstelling (ziekenhuis, verpleeg of verzorgingshuis) en hebt u nog wondjes, infecties of andere gevolgen van deze opname? Komt u voor het eerst met een buitenlands adoptiekindje naar ons ziekenhuis voor onderzoek of opname? Is al bekend dat u drager bent van een BRMO (of MRSA)? Woont u samen met of verzorgt u een persoon met BRMO? Werkt u met levende varkens of vleeskalveren? Ja / Nee 4

5 Chirurgie Meldpunt Oost 11 Afsprakennummer Op werkdagen: en uur Informatienummer Op werkdagen: en uur Internet