NOTITIE HOGERE WAARDEN WET GELUIDHINDER GEMEENTE ALKMAAR 2008

Transcriptie

1 NOTITIE HOGERE WAARDEN WET GELUIDHINDER GEMEENTE ALKMAAR november 2008

2 Inhoudsopgave 1. Samenvatting Inleiding Geluid in de Gemeente Alkmaar Aanleiding Wet geluidhinder Provinciaal beleid Gemeentelijk Milieubeleidsplan Reikwijdte Status, procedure en vaststelling Leeswijzer Wetgeving geluid Wet geluidhinder Bestrijding geluidhinder Geluidgevoelige objecten Geluidszones Dosismaat Doeltreffende maatregelen Cumulatie geluidsbelasting Dove gevel Wet milieubeheer (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening Bouwbesluit Overige regelgeving Procedure hogere waarde Bevoegd gezag Procedure Hogere waarde Uitgangspunten van de Gemeente Alkmaar Inleiding Wegverkeerslawaai Spoorweglawaai Industrielawaai en zonebeheer Ontheffingsgronden Algemene ontheffingsgronden Bijzondere ontheffingsgronden wegverkeerslawaai Bijzondere ontheffingsgronden spoorweglawaai Bijzondere ontheffingsgronden industrielawaai Voorwaarde aan verlenen hogere waarden in geval van woningen BIJLAGE I GELUIDWAARDEN OP GROND VAN DE WET GELUIDHINDER BIJLAGE II BEVOEGD GEZAG BIJLAGE III AANVRAAGFORMULIER BIJLAGE IV SCHEMA VASTSTELLEN BESTEMMINGSPLAN EN HOGERE WAARDEN BIJLAGE V BESLISBOOM VERLENEN HOGERE WAARDEN BIJLAGE VI AANLEVEREN KADASTER BIJLAGE VII BEGRIPPENLIJST Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

3 1. Samenvatting De inwerkingtreding van de nieuwe Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder op 1 januari 2007 betekent een decentralisatie van de bevoegdheden o.g.v. de Wet geluidhinder van de Provincie naar Gemeenten. Één van de hoofddoelstellingen van de nieuwe geluidwetgeving is het decentraliseren van de bevoegdheid tot het verlenen van hogere waarden ten behoeve van geluidgevoelige objecten aan gemeentebesturen. De Gemeente Alkmaar heeft in onderhavige Notitie hogere waarden Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar 2008, uitgangspunten omtrent het verlenen van hogere waarden, opgeschreven. De door de Wet geluidhinder aan gemeentebesturen gelaten ruimte met betrekking tot het verlenen van hogere waarden, wordt in deze notitie, door middel van uitgangspunten, ingevuld. Daarnaast biedt de notitie een overzicht van de te volgen procedure voor het verlenen hogere waarde, een uiteenzetting van de (voorkeurs)grenswaarden wegverkeers-, spoorweg-, en industrielawaai, standaard formulieren en stroomschema s. De volgende uitgangspunten worden in deze notitie vastgesteld: Uitgangspunt 1: Binnen de Gemeente Alkmaar verdienen de bronmaatregelen de voorkeur boven overdrachtsmaatregelen en maatregelen bij de ontvanger. Uitgangspunt 2: Maatregelen zijn niet doelmatig in de volgende situaties: 1. Geluidreductie is dermate laag dat deze als niet effectief te beschouwen is; 2. Maatregel heeft tot gevolg dat een andere woning onevenredig zwaar wordt belast; 3. De geluidreductie heeft tot gevolg dat een onevenredig aantal woningen zwaarder worden belast. Uitgangspunt 3: Voordat wordt afgewogen of hogere waarden kunnen worden verleend, wordt onderzocht of te nemen maatregelen doelmatig (effectief) zijn. Daarna wordt gekeken naar de bezwaren stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Uitgangspunt 4: Indien een gecumuleerde geluidsbelasting de maximale ontheffingswaarde van één van de afzonderlijk bronnen overschrijdt, is sprake van onaanvaardbare kwaliteit van de akoestische leefomgeving. In dat geval geldt bij de verlening van hogere waarden een zwaardere motivatieplicht met betrekking tot de aanvaardbaarheid van de akoestische leefomgeving Uitgangspunt 5: Indien maatregelen niet doeltreffend zijn, dan wel andere bezwaren ontmoeten, kunnen slechts hogere waarden worden verleend indien sprake is van één van de in dit beleid gestelde situaties (ontheffingsgronden). Uitgangspunt 6: Aan het verlenen van hogere waarden worden voorwaarden gesteld: de woningen dienen een geluidsluwe gevel te hebben en 30% van de verblijfsruimten en de buitenruimte dienen aan de geluidsluwe zijde te zijn geprojecteerd indien de geluidsbelasting meer dan 5 db dan de voorkeursgrenswaarde bedraagt. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken.. Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

4 2. Inleiding 2.1. Geluid in de Gemeente Alkmaar De Gemeente Alkmaar is gedeeltelijk ingesloten door de rijks- en provinciale wegen en wordt doorkruist door de treinverbinding Den Helder - Zaandam. Daarnaast heeft de Gemeente meerdere industrieterreinen waarop bedrijven zijn gevestigd die geluid produceren. Vanwege deze geluidbronnen en de verplichtingen van de Gemeente voortkomend uit wet- en regelgeving, is zij gehouden te zorgen voor een gezonde balans tussen geluidhinder en een goede woon- en werkomgeving. Vanwege de Wet geluidhinder is in onderhavige notitie omschreven hoe de Gemeente Alkmaar omgaat met de geluidproductie vanwege verschillende geluidbronnen (wegverkeers-, spoorweg-, en industrielawaai) in relatie tot geluidgevoelige objecten zoals woningen en scholen Aanleiding De directe aanleiding voor het opstellen van onderhavige notitie is het in werking treden van de nieuwe Wet geluidhinder. Naast de huidige doelstellingen in de Wet geluidhinder, zijn doelstellingen ten aanzien van de geluidhinder opgenomen in provinciaal- en Gemeentelijke beleid. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de verschillende doelstellingen Wet geluidhinder Zoals hierboven omschreven is de directe aanleiding voor het opstellen van de uitgangspunten in onderhavige notitie, de op 1 januari 2007 in werking getreden nieuwe Wet geluidhinder (Wgh) en het Besluit geluidhinder (Bg). Hoofddoel van deze wet en het besluit is het vereenvoudigen van de geluidregelgeving en het decentraliseren van bevoegdheden. Gemeentebesturen zijn thans bevoegd tot het opstellen van beleid omtrent geluidsbelasting en geluidhinder. De Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar 2008 geeft een invulling aan de ruimte die aan gemeente besturen is gelaten met betrekking tot het verlenen van hogere waarden in de Wgh Provinciaal beleid De Provincie Noord-Holland heeft voor het Provinciaal Milieubeleidsplan opgesteld. Het Milieubeleidsplan is onlangs geëvalueerd en verlengd tot september In paragraaf 7.4 van het Milieubeleidsplan is voor het onderwerp geluid het Provinciaal beleid neergelegd. De Provincie heeft in het kader van het verlenen van ontheffingen als uitgangspunt, dat slechts terughoudend hogere waarden worden verleend. Uitgangspunt bij ruimtelijke plannen is, dat een inspanning wordt verlangd van de aanvrager, om de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeers-, spoorweg-, en industrielawaai niet te overschrijden. Dit betekent in beginsel geen projectie van geluidsgevoelige bestemmingen in zones rond industrieterreinen en langs (spoor)wegen (geen opschuivende bebouwing). In die gevallen waar niet aan vaststelling van een hogere waarde kon worden ontkomen -van geval tot geval te beoordelen op grond van gestelde criteria- waren GS bereid tot vaststelling van een hogere grenswaarde. Het streven dat geen nieuwe geluidshinderknelpunten ontstaan, was daarbij hoofdzaak. Tot voor kort was in de Wgh opgenomen welke ontheffingsgronden gehanteerd konden worden om een hogere waarde vast te stellen. Daarnaast had de Provincie met het verlenen van hogere waarden beleid opgesteld (zie paragraaf ). Overeenkomstig de Leidraad provinciaal ruimtelijk beleid van de Provincie werden verzoeken om hogere waarden getoetst aan de volgende criteria: Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

5 Onderbouwing en opgave van redenen waarom met maximale inspanning niet aan de voorkeursgrenswaarden kon worden voldaan; Aan te vragen hogere waarden overeenkomstig de wettelijke reken- en meetvoorschriften; Aanwezigheid van tenminste 1 geluidsluwe gevel bij geluidgevoelige bestemming; Cumulatietoets geluidsbelasting op geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd in meerdere Wgh- en Luchtvaartzones. Nu echter de Provincie Noord-Holland bij het vaststellen van hogere waarden veelal niet meer het bevoegd gezag is, behoort het opstellen van beleid omtrent hogere waarde tot het takenpakket van de Gemeente. In beginsel vormt het beleid van de Provincie hierbij het uitgangspunt (zie hierover eveneens paragraaf 5.1) Gemeentelijk Milieubeleidsplan Het Milieubeleidsplan van de Gemeente Alkmaar is verlengd tot en met De algemene doelstelling ten aanzien van geluid in dit Milieubeleidsplan is het terugdringen van het aantal gehinderden door geluid binnen de gemeente Alkmaar, met als speciale opgave het vastleggen van de nulsituatie. Het Milieubeleidsplan is onlangs geëvalueerd en men werkt thans aan de herziening van Milieubeleidsplan voor de Gemeente Alkmaar. Met betrekking tot het geluidbeleid zal in het nieuwe Milieubeleidsplan een kaderstellende paragraaf worden opgenomen, waarin de ambities en doelstellingen van de Gemeente Alkmaar met betrekking tot geluidsaspecten, worden opgenomen. Dit geldt zowel voor geluid in het kader van de Wgh, als de overige onderwerpen die met geluid te maken hebben (bijvoorbeeld bouwlawaai of evenementenlawaai). Vooruitlopend op het vastleggen van het kaderstellende gedeelte omtrent geluid in de Gemeente Alkmaar, wordt onderhavig beleid vastgesteld. Dit beleid is dan ook een uitwerking van de ambities en doelstellingen zoals opgenomen in het Milieubeleidsplan van de Gemeente Alkmaar Reikwijdte In de Wgh is vastgelegd dat geluidgevoelige objecten (zoals woningen of scholen) binnen een zone worden beschermd tegen drie geluidbronnen: wegverkeer, spoorwegverkeer en industrie. Binnen de zones zijn geluidnormen gekoppeld aan de geluidbronnen. De streefnorm is de voorkeursgrenswaarde. Ontheffing kan worden verleend tot bepaalde grenswaarden (de maximaal toegestane geluidsbelasting). In deze notitie wordt beschreven in welke situaties ontheffing kan worden verleend, inclusief het basisprincipe dat en welke de noodzakelijke en wenselijke maatregelen getroffen moeten worden (de uitgangspunten) Status, procedure en vaststelling Onderhavige notitie is een beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Een beleidsregel is een algemene regel omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften. In een beleidsregel worden de verschillende belangen tegen elkaar afgewogen. Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

6 De notitie wordt vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Alkmaar. Nadat participatie heeft plaatsgevonden, is het concept van de notitie ter inzage gelegd. Van de mogelijkheid tot het inbrengen van zienswijzen is geen gebruikt gemaakt. De notitie is slechts ambtshalve op ondergeschikte punten, aangepast. Na vaststelling vindt publicatie van ter inzage leggen van de definitieve versie, plaats. De notitie wordt ter kennisgeving tevens aan de Commissie stedelijke ontwikkeling gezonden. Tegen een beleidsregel staat geen bezwaar of beroep open. Een eenmaal vastgestelde beleidsregel wordt bekend gemaakt door publicatie, waarna de definitieve nota 6 weken ter inzage ligt. De notitie treedt in werking op de dag na de publicatie van de vaststelling Leeswijzer In de volgende hoofdstukken zijn de uitgangspunten van de Gemeente Alkmaar opgeschreven. In hoofdstuk 3 is een uiteenzetting van de wetgeving omtrent geluid, opgenomen. In hoofdstuk 4 is de procedure omtrent het verlenen van hogere waarden omschreven. Hoofdstuk 5 bevat de uitgangspunten met betrekking tot het verlenen van hogere waarden. In de bijlagen bij dit beleid zijn standaard formulieren, standaard besluiten en stroomschema s opgenomen. Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

7 3. Wetgeving geluid 3.1. Wet geluidhinder De Wgh vormt het juridisch kader voor het Nederlandse geluidbeleid. De Wgh bevat een uitgebreid stelsel van bepalingen ter voorkoming en bestrijding van geluidhinder door wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai. De uitvoering van de Wgh is veelal gekoppeld aan de regels omtrent ruimtelijke ordening (de basis is neergelegd in artikel 10 van de Wet ruimtelijke ordening, juncto artikel 15 van het Besluit op de ruimtelijke ordening). Bij het opstellen van ruimtelijke plannen dienen de geluidnormen van de Wgh en haar onderliggende beleidsregels in acht te worden genomen. Onder de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (inwerkingtreding op 1 juli 2008) is dit uitgangspunt niet gewijzigd. Het wettelijk kader van de Wgh maakt uitdrukkelijk onderscheid tussen nieuwe en bestaande situaties. Hierbij geldt het uitgangspunt dat voor nieuwe situaties strengere normen gelden dan in bestaande situaties Bestrijding geluidhinder Het doel van de Wgh is het beschermen van de mens tegen geluidhinder en in lijn daarmee het creëren en behouden van een gezonde akoestische leefomgeving. Bij een te hoog geluidniveau ligt het derhalve in de rede dat maatregelen worden getroffen teneinde de geluidhinder terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau. Het aanvaardbare niveau is in beginsel de voorkeursgrenswaarde (zie paragraaf ). Er zijn vele maatregelen mogelijk om geluidhinder te verminderen. De Wgh kent een voorkeursvolgorde met betrekking tot de te treffen maatregelen. Prioriteit ligt bij het nemen van maatregelen aan de bron. Als daarmee onvoldoende effect wordt bereikt, komen maatregelen in de overdrachtssfeer in aanmerking. Tenslotte worden maatregelen bij de ontvangen overwogen. Hierna volgt een uitleg van de verschillende maatregelen, inclusief een aantal -niet limitatieve- voorbeelden: Maatregelen aan de bron Maatregelen aan de bron zijn alle maatregelen die genomen worden om de geluidemissie terug te brengen, of beter nog, die het ontstaan van geluid te voorkomen. Bij het verlenen van hogere waarden wordt bekeken of bronmaatregelen mogelijk zijn. De volgende bronmaatregelen zijn denkbaar: - aanleg van geluidreducerend asfalt; - toepassen van verkeerscirculatie-maatregelen (toegepast op de Bierkade); - uitplaatsen van milieubelastende bedrijven (Schelphoek); Overdrachtsmaatregelen Het beperken van geluidoverdracht kan eveneens geschieden met het treffen van maatregelen die de overdracht van geluid van de geluidbron naar de ontvanger belemmeren (geluidstransmissie). Het verdient de voorkeur dat het beperken van geluidoverdracht bij de bron als eerste wordt onderzocht. De volgende overdrachtsmaatregelen zijn denkbaar: - geluidschermen en geluidwallen; - aangepaste stedenbouwkundige verkaveling, zoals het afschermend bouwen (al dan niet in combinatie met een dove gevel, zie hiervoor paragraaf ); Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

8 Maatregelen bij de ontvanger Tenslotte worden de maatregelen bij de ontvanger van geluid overwogen. Dit zijn alle maatregelen die de geluidimmissie verminderen. Bij het treffen van maatregelen bij de ontvanger dient de woonkwaliteit in ogenschouw te worden genomen. Maatregelen bij de ontvanger kunnen zijn: - wijzigen van de indeling in woningen; - gevelisolatie. Het uitgangspunt van de Gemeente Alkmaar is dat allereerst wordt gekeken naar de mogelijkheid bronmaatregelen te treffen. Wanneer dit niet realistisch of doelmatig is, dient te worden onderzocht welke overdrachtsmaatregelen wenselijk en doeltreffend zijn. Als beide maatregelen geen uitkomst bieden dan wordt tenslotte gekeken naar de mogelijkheden maatregelen bij de ontvanger te treffen. Uitgangspunt 1: Binnen de Gemeente Alkmaar verdienen de bronmaatregelen de voorkeur boven overdrachtsmaatregelen en maatregelen bij de ontvanger. In de nieuwe Wgh is de onderzoeksplicht voor initiatiefnemers aangescherpt. Dat wil zeggen dat zij eerst de botte geluidbelasting dienen te meten en daarna dienen te bezien wat voor effect maatregelen sorteren Geluidgevoelige objecten In de Wgh en het Bg worden alleen geluidgevoelige objecten (zowel gebouwen als terreinen) beschermd tegen gevaar, schade of hinder als gevolg van geluid (geluidhinder). In artikel 1 Wgh en 1.1 en 1.2 van het Bg is omschreven welke objecten door de Wgh worden beschermd. De volgende geluidgevoelige objecten worden door de Wgh beschermd: Woningen; Onderwijsgebouwen (met uitzondering van gymnastieklokalen); Ziekenhuizen en verpleeghuizen; Terreinen die behoren bij andere gezondheidsgebouwen dan algemene categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg; Woonwagenstandplaatsen (als bedoeld in artikel 1 lid a onder h van de Woningwet); Op grond van het Bg genieten de volgende objecten eveneens bescherming tegen geluidhinder: Verzorgingshuizen; Psychiatrische inrichtingen; Medische centra; Poliklinieken; Medische kleuterdagverblijven. Indien de objecten niet worden genoemd, worden deze niet beschermd door de wetgeving omtrent geluid (bijvoorbeeld kantoren) Voorts worden objecten die niet strikt vallen onder de in de Wgh genoemde categorieën tevens niet beschermd tegen geluidhinder. Hierbij valt te denken aan ligplaatsen voor woonschepen, kinderdagverblijven, asielzoekerscentra, campings, enz.. In het kader van een goede ruimtelijke ordening houdt de Gemeente Alkmaar uiteraard wel rekening met deze situaties. Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

9 Geluidszones Geluid en hinder zijn ruimtelijk bepaald. De geluidsbelasting neemt immers af naarmate er meer ruimte zit tussen de bron en de ontvanger. Die ruimte is de geluidszone. In de Wgh is voor de geluidbronnen wegverkeer en spoorwegverkeer omschreven hoe ver die zones reiken. Ten behoeve van industrielawaai is in de Wgh opgenomen hoe een zone moet worden vastgesteld. Binnen die zones dienen de in de Wgh vastgestelde geluidnormen in acht te worden genomen Dosismaat Voor wegverkeerslawaai en spoorweglawaai wordt met de wetswijziging overgestapt op de Europese dosismaat L den. In de Wet wordt de nieuwe dosismaat L den aangeduid met db, de oude dosismaat L etm wordt als voorheen aangeduid met db(a). Beide dosismaten zijn A-gewogen, dat wil zeggen overeenkomend met de gevoeligheid van het menselijk oor. De geluidsbelasting in L den wordt bepaald als gemiddelde op jaarbasis over de dag-, avond- en nachtperiode, in plaats van de hoogste van de drie (bij wegverkeer voorheen twee) etmaalperioden. Uit onderzoek is gebleken dat in Nederland de verdeling van de verkeersintensiteiten over het etmaal, binnen een zekere bandbreedte, constant is. Daarmee komt de geluidsbelasting in db in getalswaarde gemiddeld 2 db lager uit dan voorheen in db(a). Om de nieuwe dosismaat zo beleidsneutraal mogelijk in te voeren, zijn daarom in de nieuwe Wgh ook alle normen met 2 db verlaagd. Een voorkeursgrenswaarde die in de oude Wet 50 db(a) was, is nu dus 48 db geworden. Voor alle duidelijkheid: dit is geen inhoudelijke aanscherping van de norm. Overigens is de dag-avond-nacht verhouding van de verkeersintensiteiten niet voor alle wegen en spoorwegen hetzelfde. Door deze afwijkende verhoudingen is het conversieverschil niet altijd 2 db. Volgens artikel 110h van de nieuwe Wgh wordt een geldende hogere waarde (uitgedrukt in db(a)) omgerekend in een nieuwe waarde (uitgedrukt in db) volgens een methode die wordt vastgelegd in een Ministeriële Regeling. Deze methode houdt in dat de conversie niet leidt tot een feitelijke versoepeling of aanscherping van die hogere waarde. Voor industrielawaai is, met uitzondering van de bepaling betreffende de geluidskartering op basis van de Europese richtlijn Omgevingslawaai, L den niet ingevoerd. De dosismaat blijft derhalve L etm in db(a) Doeltreffende maatregelen De Wgh gaat uit van een voorkeursgrenswaarde, waaraan de geluidgevoelige objecten mogen worden blootgesteld. In de tabellen van bijlage I zijn de hogere grenswaarden per geluidbron en object, opgenomen. Deze tabellen zijn samengesteld op basis van de Wet geluidhinder. Aan de tabellen kunt u geen rechten ontlenen. Ze dienen slechts het doel de toets aan de normen voor aanvrager te vergemakkelijken. Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde is in de Wgh bepaald dat hogere waarden slechts kunnen worden verleend indien is onderzocht of maatregelen (dit zijn bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen of maatregelen bij de ontvanger, zie paragraaf ) leiden tot een reductie van de geluidsbelasting. Hierbij dient een afweging te worden gemaakt omtrent de doelmatigheid en de haalbaarheid van deze maatregelen. Een maatregel is ondoelmatig indien de te treffen maatregelen als niet effectief te beschouwen zijn. In de volgende situaties is een maatregel als niet effectief te beschouwen: - De geluidreductie is dermate laag, dat die reductie niet in verhouding staat tot de te nemen maatregelen; Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

10 - Indien de maatregel leidt tot een vermindering van geluidbelasting voor woning A maar waarbij woning B onevenredig wordt belast; - Indien het aantal woningen waarbij sprake is van geluidreductie, niet opweegt tegen het aantal woningen dat extra wordt belast. Uitgangspunt 2: Maatregelen zijn niet doelmatig in de volgende situaties: 1. Geluidreductie is dermate laag dat deze als niet effectief te beschouwen is; 2. Maatregelen hebben tot gevolg dat een andere woning onevenredig zwaar wordt belast; 3. De geluidreductie heeft tot gevolg dat een onevenredig aantal woningen zwaarder worden belast. De haalbaarheid van de te nemen maatregelen kunnen stuiten op een vijftal bezwaren. Ontheffing kan slechts worden verleend indien sprake is van één van onderstaande bezwaren met betrekking tot de te nemen maatregelen. Indien maatregelen wel kunnen worden getroffen zijn dit uiteraard bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen of maatregelen bij ontvanger (zie uitgangspunt 1). I. Stedenbouwkundig Het treffen van maatregelen kan stuiten op stedenbouwkundige bezwaren. Bij het aanvoeren van stedenbouwkundige bezwaren dient dit met reden te zijn omkleed. Zo kan het aanleggen van een geluidwal of het plaatsen van een geluidscherm in een stedelijke omgeving, stedenbouwkundig onwenselijk zijn. Van een onwenselijke situatie is bijvoorbeeld sprake indien tussen de woningen of het andere geluidgevoelige object en de geluidbron geen duidelijke stedenbouwkundige relatie bestaat. II. Verkeerskundige maatregelen Verkeerskundige maatregelen hebben betrekking op maatregelen die het aantal verkeersbewegingen beïnvloeden. Wanneer redelijkerwijs geen maatregelen op verkeerskundig gebied kunnen worden getroffen die leiden tot een verlaging van de geluidsbelasting kunnen hogere waarden worden verleend. Volgende verkeerskundige maatregen zijn in de volgende situatie bezwaarlijk: - Het toepassen van geluidreducerend asfalt is niet mogelijk op kruisingen; - Het verlagen van verkeersintensiteiten is verkeerskundig niet mogelijk; - Het wijzigen van de samenstelling van het verkeer, bijvoorbeeld het omleiden van zwaar vrachtverkeer, is niet mogelijk; - Het verlagen van de toegestane snelheid is niet mogelijk. III. Vervoerskundige maatregelen; Vervoerskundige maatregelen hebben betrekking op maatregelen die het aantal vervoersbewegingen beïnvloeden. Bij bezwaren van vervoerskundige aard is de mogelijkheid tot het inzetten van andere soorten van transport niet mogelijk. Geluidoverlast van een drukke verkeersweg kan bijvoorbeeld mogelijk worden verminderd met een snelle busverbinding en de inzet van extra bussen, de aanleg van een tramverbinding of gebruik maken van een waterwegverbinding. Bij grote verkeersstromen van vrachtwagens kan, indien alternatieven (betreffende infrastructuur) aanwezig zijn, de overstap op containervervoer per spoor of per vrachtschip in overweging worden genomen. IV. Landschappelijke maatregelen; Landschappelijke bezwaren bij het treffen van geluidbeperkende voorzieningen zijn denkbaar wanneer de maatregelen een doorsnijding van een waardevol open landschap veroorzaken. Ook is het voorstelbaar dat beïnvloeding van grondwaterstromen en belemmeringen die betrekking hebben Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

11 op flora en fauna hieronder kunnen vallen. Evenals bij het aspect stedenbouwkundige overwegingen spelen hier de locatiespecifieke omstandigheden een rol. V. Financiële aspecten Het treffen van geluidwerende voorzieningen brengt extra kosten met zich mee. Met deze extra kosten zal in beginsel in de planvorming en in de bijbehorende exploitatie rekening moeten worden gehouden. Bezwaren van financiële aard kan derhalve niet vanzelfsprekend leiden tot het aanvaardbaar verlenen van hogere waarden. Wanneer echter de meerkosten van de geluidreducerende maatregelen niet meer in verhouding staan tot de te beschermen geluidgevoelige objecten, is er reden om op grond van de financiële overwegingen de mogelijkheid van ontheffingverlening te onderzoeken. Uitgangspunt 3: Voordat wordt afgewogen of hogere waarden kunnen worden verleend, wordt onderzocht of te nemen maatregelen doelmatig (effectief) zijn. Daarna wordt gekeken naar de bezwaren stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard Cumulatie geluidsbelasting In artikel 110f van de Wgh is opgenomen dat de geluidsbelasting als gevolg van verschillende zones gecumuleerd moet worden, indien het object waarvoor hogere grenswaarde wordt aangevraagd, is gesitueerd in twee of meerdere zones. In de Wgh is vastgelegd welke cumulatiemethode daarbij moet worden gehanteerd. De wet kent echter geen maximale ontheffingswaarden of voorkeursgrenswaarden voor gecumuleerde geluidsbelasting. Wanneer op een locatie sprake is van cumulatie zal in de meeste situaties de gecumuleerde geluidsbelasting enkele db s hoger zijn dan de geluidsbelasting als gevolg van de afzonderlijke geluidbronnen. Op de berekening van de cumulatie is bijlage I, hoofdstuk 2 van het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006 van toepassing. Burgemeester en Wethouders zijn slechts bevoegd tot het vaststellen van hogere waarden indien de gecumuleerde geluidsbelasting naar hun oordeel niet leidt tot een onaanvaardbare geluidsbelasting. Bij de beoordeling omtrent gecumuleerde geluidsbelasting wordt een gecumuleerde belasting die de maximale toelaatbare ontheffingswaarde van die betreffende bron niet overstijgt, zonder meer toelaatbaar geacht. Overschrijding van deze norm betekent niet automatisch dat geen ontheffing kan worden verleend. Afhankelijk van de mate van overschrijding zal het college van Burgemeester en Wethouders in het hogere waarde besluit een nadere motivatie moeten opnemen ten aanzien van de gecumuleerde geluidsbelasting. Voorbeeld: Ten behoeve van de herzonering van een industrieterrein dient een nieuwe geluidszone en daarmee nieuwe hogere waarden te worden vastgesteld. Ter plaatse wordt een hogere waarde voor een woning vastgesteld van 58 db(a), de maximale ontheffingswaarde is 60 db(a) Ten behoeve de woning is eerder echter een hogere waarde vanwege wegverkeerslawaai van 53 db vastgesteld. Uit berekeningen blijkt dat de gecumuleerde geluidsbelasting de 60 db(a) overstijgt, zodat een nadere motivatie (in de vorm van een belangenafweging) door het college van Burgemeester en Wethouders noodzakelijk. Indien de 60 db(a) niet wordt overschreden is sprake van aanvaardbare cumulatieve geluidsbelasting. Uitgangspunt 4: Indien een gecumuleerde geluidsbelasting de maximale ontheffingswaarde van één van de afzonderlijk bronnen overschrijdt, is sprake van onaanvaardbare kwaliteit Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

12 van de akoestische leefomgeving. In dat geval geldt bij de verlening van hogere waarden een zwaardere motivatieplicht met betrekking tot de aanvaardbaarheid van de akoestische leefomgeving Dove gevel De Wgh kent reeds enkele jaren het begrip dove gevel. Een dove gevel is een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en welke een zekere geluidswering dient te bezitten (artikel 1b lid 5 Wgh). Ingeval een geluidsgevoelige bestemming van een dergelijke gevel is voorzien, behoeft voor die gevel niet te worden getoetst aan de (voorkeurs)grenswaarden van de Wgh. Met de wijziging van de Wgh op 1 januari 2007 is het begrip dove gevel verruimd, er mag nu ook sprake zijn van een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte (verblijfsruimte). De toelichting van de Wgh noemt een nooduitgang als voorbeeld. Een raam of een deur van een woning is geen bij uitzondering te openen deel. Indien sprake is van een dove gevel, wordt die gevel niet meer getoetst aan de Wgh Wet milieubeheer De Wet milieubeheer (Wm) is de belangrijkste milieuwet en bevat regels met betrekking tot de bescherming van het milieu en in het kader daarvan het (al dan niet) verlenen van milieuvergunningen. Bij het verlenen van een milieuvergunning worden de gevolgen van het bedrijf voor de omgeving, door de overheid getoetst. In de meeste gevallen is het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd gezag. Voor bedrijven met een zware milieubelasting is Gedeputeerde Staten van de Provincie het bevoegde gezag (zie hiervoor de Wet milieubeheer). Bedrijven met belastende milieuactiviteiten hebben een milieuvergunning nodig tenzij het bedrijf valt onder de op basis van 8.40 Wm in januari 2008 in werking getreden Activiteitenbesluit (officieel: het 'Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer'). In het Activiteitenbesluit zijn de tien 8.40 AMvB's, het 'Besluit voorzieningen en installaties' en het 'Besluit opslaan in ondergrondse tanks' samengevoegd. Ten behoeve van de bepaling van de geluidsbelasting dient rekening te worden gehouden met de bedrijven waarvoor een milieuvergunning benodigd is en de bedrijven die vallen onder het Activiteitenbesluit. Bij milieuvergunningplichtige bedrijven wordt de toegestane geluidsbelasting vastgelegd in de milieuvergunning. In geval van de bedrijven die onder het Activiteitenbesluit, geldt dat in het Activiteitenbesluit voorschriften zijn opgenomen met een kwantitatieve eis van geluidsbelasting. De waarden in verleende milieuvergunningen of de geluidbelasting als opgenomen in het Activiteitenbesluit speelt een belangrijke rol bij het beheer van de geluidszone van een industrieterrein. De berekende geluidsbelasting is in de regel gebaseerd op formeel toegestane geluiduitstraling. De onbenutte of vrijgekomen geluidruimte wordt door een zonebeheerplan eerlijk verdeeld, zodat wordt voorkomen dat nieuwe bedrijven niet kunnen worden toegestaan op het industrieterrein of dat uitbreiding van bestaande bedrijven niet mogelijk is (zie hierover paragraaf 5.4.) 3.3. (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

13 Vanuit de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en onderliggende regelgeving draagt de Gemeente zorg voor een goede ruimtelijke ordening. Onderdeel van deze goede ruimtelijke ordening is een zorgvuldige milieuhygiënische afweging. Bij besluitvorming omtrent een bestemmingsplan of projectbesluit dient rekening te worden gehouden met de eisen gesteld in de Wgh, zo dient gemotiveerd te worden waarom een bepaalde functie (activiteit) mogelijk is binnen de normen van de Wgh. De milieuhygiënische afweging van de Wro gaat echter soms verder dan de Wgh dit is bijvoorbeeld het geval bij 30 KM/h zones of bij woonboten. De Wet ruimtelijke ordening is op 1 juli 2008 in werking getreden. Met hogere waarden moet sinds de inwerkingtreding van die wet onveranderd rekening worden gehouden bij het vaststellen van bestemmingsplannen. Daarnaast moet bij een projectbesluit (voorheen vrijstelling ) rekening worden gehouden met eventuele hogere waarden Bouwbesluit Het Bouwbesluit stelt eisen aan de bescherming van woningen en andere geluidgevoelige objecten van geluid van buitenaf, hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe situaties. Hogere waarden kunnen alleen worden vastgesteld indien de binnenwaarde van geluid voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit. Als gevolg hiervan kan het zo zijn dat op grond van het Bouwbesluit geluidwerende voorzieningen aan de gevels van de woningen of geluidgevoelige objecten moeten worden getroffen (gevelisolatie). Bouwakoestisch onderzoek dient aan te tonen dat de wettelijke binnenwaarden niet worden overschreden. De geldende binnenwaarden verschillen per type bron en situatie en zijn opgenomen in de tabellen van bijlage I Overige regelgeving Het onderwerp geluid is in meerdere andere regels en wetten opgenomen. Deze wetten zijn echter niet van belang voor het onderwerp geregeld in de Wgh. De volgende regels en wetten bevatten normen ten aanzien van geluid: De Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) voorkomt overlast in de openbare ruimte, waaronder bijvoorbeeld evenementenlawaai; Het Wetboek van Strafrecht stelt het met opzet verstoren van de nachtrust strafbaar. Dit onderwerp is eveneens in de APV geregeld. De Interimwet Stad- en milieubenadering biedt de mogelijkheid om in bepaalde gevallen onder strikte voorwaarden af te wijken van de maximale ontheffingswaarde. Genoemde onderwerpen zijn of kunnen worden uitgewerkt in afzonderlijke notities of beleidsstukken. Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

14 4. Procedure hogere waarde 4.1. Bevoegd gezag De bevoegdheid tot het verlenen van hogere waarden in de zin van de Wgh is met de inwerkingtreding van de nieuwe Wgh gewijzigd. Met betrekking tot Gemeentelijke aangelegenheden is niet meer Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord-Holland of het ministerie van VROM het bevoegd gezag, maar het college van Burgemeester en Wethouders. Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd in de volgende situaties (artikel 110a lid 1 en 2 Wgh): - realisatie van woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en terreinen binnen de zone van wegen, spoorwegen en industrieterreinen; - realisatie van woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en terreinen binnen de zone van regionale bedrijventerreinen, Rijkswegen en Provinciale wegen en spoorwegen; - vaststellen van hogere waarden ten behoeve van de aanleg en reconstructie van stedelijke wegen en trambanen; - vaststelling of wijziging van geluidszones van Gemeentelijke bedrijventerreinen; - aanleggen of wijzigen van een spoorweg, niet zijnde een hoofdspoorweg. Gedeputeerde Staten behoudt haar bevoegdheid ten aanzien van het vaststellen van hogere waarden voor de aanleg of reconstructie van Rijkswegen en Provinciale wegen, de vaststelling of wijziging van de geluidszones van regionale industrieterreinen en de aanleg of wijziging van een hoofdspoorweg. Wat de regionale bedrijventerreinen zijn, wordt bepaald bij Provinciale Milieuverordening (110a lid 7 Wgh). De Minister van VROM is het bevoegd gezag bij het aanleggen/wijzigen van een hoofd(spoor)weg in het kader van de Tracéwet (artikel 87e Wgh) en het saneren en reconstructie van een bestaande (spoor)weg (98 Wgh). Een overzicht van de verschillende situaties waarbij het college van B&W, Gedeputeerde Staten dan wel de Minister bevoegd gezag zijn, is opgenomen in bijlage II Procedure Hogere waarde In artikel 110c van de Wgh is bepaald dat bij het vaststellen van hogere waarden de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgenomen procedure gevolgd moet worden. Deze afdeling van de Awb bevat de zogenaamde uniforme openbare voorbereidingsprocedure. In afwijking van deze procedure dient het ontwerpbesluit hogere waarde dat ten behoeve van het vaststellen of wijzigen van een bestemmingsplan of projectbesluit wordt genomen, tegelijkertijd met het ontwerp ervan ter inzage worden gelegd. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is de procedure omtrent hogere waarde gekoppeld aan de bestemmingsplanprocedure of projectbesluit. De procedure vangt aan nadat het verzoek om hogere waarde is ontvangen. Burgemeester en Wethouders kunnen zelf ook om hogere waarden verzoeken, in dat geval is de gemeente zowel aanvrager als verlener. De Gemeente Alkmaar hanteert een functionele scheiding tussen aanvraag en de beoordeling er van. De aanvraag dient te geschieden overeenkomstig het formulier aanvraag Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

15 hogere waarde welke in de bijlage III is opgenomen. Voordat een aanvraag wordt ingediend is vooroverleg tussen de Gemeente en aanvrager gewenst. In dat vooroverleg kunnen afspraken worden gemaakt over de aan te leveren gegevens en de uitvoering van het akoestisch onderzoek. In het Bg is een aantal eisen opgenomen, waaraan het verzoek om vaststelling van hogere waarden moet voldoen. Het verzoek dient tenminste de volgende informatie te bevatten: 1. de verzochte hogere waarde; 2. de redenen die aan het verzoek ten grondslag liggen; 3. de resultaten van het akoestisch onderzoek. Hierin dienen ten minste de volgende onderwerpen te zijn opgenomen: - de feitelijke geluidsbelasting zonder maatregelen op de woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen; - bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde een onderzoek naar de mogelijk te treffen maatregelen en de akoestische effecten; - een onderbouwing van de doelmatigheid van de mogelijk te treffen maatregelen en onderbouwing op basis van de hoofdcriteria en eventueel vastgestelde aanvullende criteria; - overzicht van de gecumuleerde geluidsbelasting (indien relevant). 4. een verklaring dat maatregelen getroffen zullen worden om te voldoen aan het wettelijk binnenniveau. 5. Één of meer kaarten met bijbehorende verklaring met daarop onder andere de geluidgevoelige objecten, de positie van de bron en de ligging van de zone. In Bijlage IV is een stroomschema opgenomen, waarin de exacte procedure, gekoppeld aan het bestemmingsplan, is weergegeven. In Bijlage V is de beslisboom verlenen hogere waarden, opgenomen. Verleende hogere waarden dienen door de Gemeente te worden ingeschreven bij het Kadaster. Hogere waarden worden ingeschreven nadat deze onherroepelijk zijn. Het besluit met hogere waarden dient eensluidend te worden ingeschreven in het kadaster. De voorwaarden voor het aanleveren van hogere waarden en de manier waarop dat dient te geschieden, zijn opgenomen in bijlage VI. Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

16 5. Uitgangspunten van de Gemeente Alkmaar 5.1. Inleiding Nu met de inwerkingtreding van de nieuwe Wgh de Gemeente Alkmaar bevoegd gezag is hogere waarde te verlenen, is zij eveneens het aangewezen orgaan uitgangspunten hierover vast te stellen. In dit hoofdstuk is het beleid van de Gemeente Alkmaar voor het vaststellen van hogere grenswaarden opgenomen. De Gemeente gaat er daarbij vanuit dat ten eerste moet worden gekeken welke maatregelen mogelijk zijn (paragraaf ). Indien deze maatregelen niet doeltreffend zijn dan wel op andere bezwaren stuiten, dient te worden bezien of het verlenen van hogere waarde een mogelijkheid is. Per geluidsbron is beleid opgesteld waarin is aangegeven in welke situatie hogere waarden kunnen worden verleend (ontheffingsgronden). Indien van geen van de situaties sprake is, worden geen hogere waarden verleend. Uitgangspunt 5: Indien maatregelen niet doeltreffend zijn, dan wel andere bezwaren ontmoeten, kunnen slechts hogere waarden worden verleend indien sprake is van één de in deze notitie gestelde situaties (ontheffingsgronden). Bij het bepalen van de ontheffingsgronden wordt in beginsel aangesloten bij de praktijk van de Gemeente Alkmaar, het beleid van de Provincie en de oude systematiek van de Wgh (zoals voorheen de besluiten grenswaarden binnen zones lang wegen, spoorwegen en industrieterreinen). Het verlenen van hogere waarden is mogelijk indien is gebleken dat maatregelen niet doelmatig zijn of tegen bezwaren aanlopen (paragraaf ). Hogere waarden kunnen slechts worden verleend indien sprake is van een aantal situaties (ontheffingsgronden). Deze ontheffingsgronden worden in paragraaf 5.5 omschreven. Er zijn algemene ontheffingsgronden, die van toepassing zijn op alle geluidbronnen. Indien de algemene ontheffingsgronden niet van toepassing zijn, kan sprake zijn van een speciale ontheffingsgrond per geluidbron. Hogere waarden kunnen worden verleend indien sprake is van één van de ontheffingsgronden 5.2. Wegverkeerslawaai Op grond van de Wgh gelden er van rechtswege zones langs wegen. De breedte van die zones is vastgelegd in artikel 74 van de Wgh en is afhankelijk van het aantal rijstroken en of de weg is gelegen in stedelijk of buitenstedelijk gebied. Een zone langs een weg geldt niet voor wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied en voor wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 KM per uur geldt. Indien een (ontwerp) bestemmingsplan of (ontwerp) projectbesluit voorziet in de bouw van geluidgevoelige bestemmingen of de aanleg of een reconstructie van een weg binnen een zone als bedoeld in artikel 74 Wgh, zal akoestisch onderzoek moeten worden verricht. In het akoestisch onderzoek wordt onderzoek gedaan naar de geluidsbelasting en wordt er getoetst aan de voorkeursgrenswaarde. In artikel 87 d van de Wgh is het instellen van een akoestisch onderzoek bij wegverkeerslawaai, geregeld. Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

17 Het verlenen van hogere waarde is gebonden aan een wettelijk maximum, afhankelijk van nieuwe en bestaande situaties, alsmede het stedelijke of buitenstedelijke gebied. In artikel 82, 83, 85, 100 en 100a van de Wgh zijn ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting vanwege wegverkeer, vastgelegd. Alle grenswaarden met betrekking tot wegverkeerslawaai zijn opgenomen in bijlage I Spoorweglawaai Op grond van de Wgh en Bg kunnen van rechtswege zones gelden langs spoor-, tram-, of metrowegen. Voor welke van deze spoorwegen een zone geldt en hoe breed deze is, is aangegeven op een kaart als bedoeld in artikel 1.4 van het Bg. Indien een (ontwerp) bestemmingsplan of (ontwerp) projectbesluit voorziet in de bouw van geluidgevoelige bestemmingen binnen de zone langs een spoorweg of de aanleg van een spoorweg waarbinnen geluidgevoelige bestemmingen zijn gelegen, zal akoestisch onderzoek moeten worden verricht. Bij aanpassing van de spoorweg is dit natuurlijk ook het geval, zij het dat in die situatie de Gemeente Alkmaar niet altijd bevoegd gezag is. Het akoestisch onderzoek onderzoekt de gewijzigde geluidsbelasting en toetst aan de voorkeursgrenswaarde. Het verlenen van hogere waarden is gebonden aan een wettelijk maximum, afhankelijk van nieuwe en bestaande situaties, alsmede het stedelijke of buitenstedelijke gebied. Alle grens waarden met betrekking tot spoorweglawaai zijn opgenomen in bijlage I. In artikel 106c van de Wgh is het instellen van een akoestisch onderzoek bij spoorweglawaai, geregeld. 5.4 Industrielawaai en zonebeheer De Wgh voorziet in de bescherming van geluidgevoelige bestemmingen vanwege de geluidsbelasting veroorzaakt door bedrijven die zijn gevestigd of kunnen worden gevestigd op gronden aangewezen als industrieterrein of bedrijventerrein. In de Wgh is een industrieterrein gedefinieerd als een terrein waaraan in een bestemmingsplan de bestemming is gegeven die de mogelijkheid van vestiging van inrichtingen (in de zin van het Inrichtingen en vergunningenbesluit) die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken (A-inrichtingen). Overeenkomstig de Wgh is de Gemeente gehouden rondom alle nieuwe en bestaande industrieterreinen een zone vast te stellen door middel van een zonebesluit. Deze zone moet worden onderscheiden met de grens van het industrieterrein. Is een industrieterrein vastgesteld inclusief een zone, dan is sprake van een gezoneerd industrieterrein. De zonegrens is in beginsel de grens van 50 db(a) (voorkeursgrenswaarde). Indien vanwege het industrielawaai de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden dienen hogere waarden door het college van B&W te worden vastgesteld. De procedure omtrent hogere waarde moet zijn afgerond voordat het bestemmingsplan door de gemeenteraad wordt vastgesteld. De verleende hogere waarden worden opgenomen in het bestemmingsplan. Alle grenswaarden met betrekking tot industrielawaai zijn opgenomen in bijlage I. In artikel 42 van de Wgh is het instellen van een akoestisch onderzoek bij industrielawaai, geregeld. De zones rond industrieterreinen dienen te worden beheerd, teneinde te voorkomen dat vanwege industrielawaai de voorkeursgrenswaarde of de vastgestelde hogere waarden worden overschreden. Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

18 De Gemeente is zonebeheerder van de industrieterreinen (met uitzondering van de bovenregionale industrieterreinen). Ten behoeve van het beheer van de geluidszones van die industrieterreinen stelt de Gemeente na het vaststellen van de zone, een zonebeheerplan op. Een zonebeheerplan is een beleidsdocument waarin het zonebeheer is vastgelegd. Een zonebeheerplan wordt opgesteld ten behoeve van de uitvoering van de zonebeheertaken. In het zonebeheerplan wordt aangegeven hoe met de beschikbare geluidruimte moet worden omgegaan en hoe wordt voorkomen dat de geluidruimte door één inrichting of bedrijf wordt ingenomen en er voor andere nog te vestigen bedrijven geen ruimte overblijft. Het vaststellen van een zonebeheerplan geschiedt via een aparte procedure per industrieterrein. 5.5 Ontheffingsgronden Hogere waarden kunnen slechts worden verleend indien sprake is van één van de ontheffingsgronden. Deze ontheffingsgronden zijn gebaseerd op het door de Provincie eerder toegepaste beleid bij het verlenen van hogere waarden en het inmiddels ingetrokken besluit grenswaarden binnen zones langs wegen, spoorwegen en industrieterreinen. Met betrekking tot de ontheffingsgronden is sprake van 2 categorieën. De eerste categorie betreft de algemenen ontheffingsgronden, die van toepassing zijn op alle geluidsbronnen (paragraaf 5.5.1). De tweede categorie betreft de bijzondere ontheffingsgronden, die gerelateerd zijn aan en zien op de bijzondere situatie van de geluidbron (paragraaf ). Met betrekking tot de woonbestemming zijn in dit beleid aanvullende voorwaarden opgenomen met betrekking tot het verlenen van hogere grenswaarden. De aanvullende voorwaarden zijn opgenomen in paragraaf voor wegverkeerslawaai, voor spoorweglawaai en voor industrielawaai Algemene ontheffingsgronden Hogere waarden kunnen worden verleend indien vanwege het wegverkeers-, spoorweg-, en industrielawaai sprake is van één van de volgende algemene ontheffingsgronden 1 tot en met 4. Deze ontheffingsgronden onderscheiden zich van de bijzondere ontheffingsgronden per geluidbron. In de volgende situaties is sprake van een algemene ontheffingsgrond: 1. Grond- of bedrijfsgebondenheid De nieuwbouw van de geluidgevoelige objecten binnen de zone van een weg, spoorweg of industrieterrein kan noodzakelijk zijn vanwege grond- of bedrijfsgebondenheid. Hierbij valt te denken aan agrarische bedrijfswoningen. 2. Opvullen van een open plaats Gevoelige objecten die een gevelrij sluitend maken. Tevens een planmatige verdichting met een aantal geluidgevoelige objecten van de bestaande stedelijke structuur, waarbij de nieuw te bouwen geluidgevoelige objecten aan meerdere zijden zijn begrensd door bestaande bebouwing. 3. Vervanging van bestaande bebouwing De geluidgevoelige objecten zijn gesitueerd op de locatie van bestaande bebouwing. 4. Stads- of dorpsvernieuwingsplan Geluidgevoelige objecten die deel uitmaken van plannen die volgens de interim-saldo-benadering, de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing of Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (Wet Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar

19 stedelijke vernieuwing) zijn opgesteld. Ook plannen die niet zijn gebaseerd op deze wettelijke regelingen maar wel voorzien in een stedelijke vernieuwing kunnen onder deze ontheffingsgrond vallen Bijzondere ontheffingsgronden wegverkeerslawaai Ontheffingsgrond 5 tot en met 7 gelden alleen voor de geluidbron wegverkeerslawaai. In die situatie is sprake van een bijzondere ontheffingsgrond: 5. Doelmatige akoestische afscherming Door de gekozen situering of de gekozen bouwvorm, vormen de nieuw te bouwen geluidgevoelige objecten een doelmatige akoestische afscherming voor andere bestaande of nieuw te bouwen woningen. Er is sprake van een doelmatig afschermend effect indien de reductie van het wegverkeerslawaai minimaal 2 db voor de andere woningen bedraagt. Voorts bedraagt het aantal af te schermen woningen daarbij tenminste 50% van het totaal aantal betrokken woningen. 6. Reconstructie van een weg: noodzakelijke verkeers- en vervoersfunctie Een noodzakelijke verkeers- of vervoersfunctie bij reconstructie van een weg wordt aangetoond met een cijfermatige onderbouwing in ruimtelijke of verkeerskundige rapporten, plannen of nota s. 7. Reconstructie van een weg: verkeersverzamelfunctie Vanwege de reconstructie van een weg, is sprake van saldering. Dat wil zeggen dat een verhoging van de geluidbelasting ter plaatse direct tot gevolg heeft dat ergens ander sprake is van een lagere geluidsbelasting. Hierbij geldt als voorwaarde dat het aantal geluidgehinderden afneemt of gelijk blijft. De verkeersverzamelfunctie bij reconstructie wordt onderbouwd met een cijfermatige onderbouwing in ruimtelijke of verkeerskundige rapporten, plannen of nota s Bijzondere ontheffingsgronden spoorweglawaai Voor spoorweglawaai gelden naast de algemene ontheffingsgronden de volgende bijzondere ontheffingsgronden (nr. 8 en 9). 8. Doelmatige akoestische afscherming Door de gekozen situering of de gekozen bouwvorm vormen de nieuw te bouwen geluidgevoelige objecten een doelmatige akoestische afscherming voor andere bestaande of nieuw te bouwen woningen/geluidgevoelige gebouwen. Er is sprake van een doelmatig afschermend effect indien de reductie van het wegverkeerslawaai minimaal 2 db voor de andere woningen bedraagt. Voorts bedraagt het aantal af te schermen objecten tenminste 50% van het totaal aantal te bouwen woningen. 9. Nabijheid van station of halte Geluidgevoelige objecten die zijn gelegen in de directe omgeving van een treinstation Bijzondere ontheffingsgronden industrielawaai Naast de algemene ontheffingsgronden geldt voor industrielawaai de volgende bijzondere ontheffingsgrond (nr. 10): 10. Actualisatie geluidzone bij wijziging industrieterrein Bij het wijzigen van een industrieterrein, bijvoorbeeld vanwege voortschrijdend inzicht of nieuwe wettelijke bepalingen en regels, moeten vaak andere hogere waarden worden vastgesteld. Hogere waarden worden dan verleend vanwege revitalisatie van het industrieterrein. Revitalisatie is mogelijk indien het aantal geluidgehinderden gelijk blijft of afneemt. Er dient een evenwicht te bestaan tussen Notitie hogere waarden - Wet geluidhinder, Gemeente Alkmaar