HET EUROPEES AANHOUDINGSBEVEL:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET EUROPEES AANHOUDINGSBEVEL:"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar HET EUROPEES AANHOUDINGSBEVEL: VERHOLEN VALKUILEN IN KADERBESLUIT 2002/584/JBZ Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Hanegreefs Carmen (studentennr ) Promotor: Prof. dr. Traest Commissaris: Nicholas De Nil

2

3 Dankwoord Deze masterproef, het sluitstuk van mijn vijfjarige opleiding Rechten, had ik zonder de hulp van bepaalde personen nooit tot een goed einde kunnen brengen. Daarom wil ik die personen hierbij dan ook oprecht bedanken. Vooreerst zou ik graag mijn promotor, Prof. dr. Traest, willen bedanken voor het aanbrengen van dit boeiende onderwerp en het opvolgen en nalezen van mijn masterproef. Zijn opbouwende kritiek, uitvoerige feedback en informatie hebben mij heel goed vooruitgeholpen. Verder wil ik ook mijn commissaris, de heer Nicholas De Nil, bedanken voor zijn medewerking, de grondigheid waarmee hij mijn masterproef heeft nagelezen en de constructieve aard van zijn opmerkingen in dit verband. Daarnaast gaat nog een speciaal dankwoord uit naar mijn ouders voor hun onvoorwaardelijke steun tijdens mijn studies; ook in moeilijke perioden zijn zij in mij blijven geloven en hebben zij mij steeds de motivatie gegeven om door te zetten tot het einde. Ten slotte had ik graag ook nog mejuffrouw Maxime Meyfroidt bedankt voor het nalezen van mijn masterproef op taal- en spellingsfouten.

4 Inhoudsopgave Dankwoord Inhoudsopgave Lijst van afkortingen Inleiding 1 1.Probleemstelling Onderzoeksvragen Methodiek. 3 Hoofdstuk 1. De krachtlijnen van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel en de toepassing van de cruciale aspecten ervan door het Belgische Hof van Cassatie 1. Inleiding Toepassingsgebied van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbeve Het begrip Europees aanhoudingsbevel De overleveringsprocedure in hoofdlijnen Het specialiteitsbeginsel Overleveringsvoorwaarden, weigeringsgronden en garanties Overleveringsvoorwaarden De in aanmerking komende strafbare feiten De gegevens in het Europees aanhoudingsbevel Dubbele vervolgbaarheid of vatbaarheid voor tenuitvoerlegging Het bevinden van de gezochte persoon op het grondgebied van een andere Europese lidstaat 18

5 6.2. Weigeringsgronden Verplichte weigeringsgronden Amnestie Ne bis in idem De leeftijd van de gezochte persoon Facultatieve weigeringsgronden Dubbele incriminatie ten aanzien van niet-lijstfeiten.22 a) Principe.22 b) Uitzonderingen Litispendentie in de staat van tenuitvoerlegging Sepot wegens hetzelfde feit Verjaring van de strafvordering of van de straf naar het recht van de uitvoerende lidstaat Ne bis in idem ten gevolge van een vonnis uit een staat buiten de Europese Unie Nationaliteit van of verblijfplaats in de uitvoerende lidstaat Dubbele jurisdictie Eerbiediging van de fundamentele rechten Garanties Bijzondere garantie bij tenuitvoerlegging van verstekvonnissen (De doodstraf en) de levenslange gevangenisstraf Eigen onderdanen of ingezetenen de terugkeergarantie..36

6 7. Overgangsregeling Omzetting kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel in nationale wetgeving Problemen op het vlak van de geldigheid De overgangsregeling Niet alle lidstaten hebben de regeling op dezelfde manier ten uitvoer gebracht Het gebruik van een kaderbesluit in deze materie De nogal revolutionaire regelgeving met betrekking tot de nationale onderdanen 43 Hoofdstuk 2. De Overleveringswet en de toepassing van de cruciale aspecten van het KEAB door de Nederlandse Hoge Raad 1. Inleiding Omzetting KEAB in Nederlandse nationale wetgeving Overgangsregeling De bevoegde rechterlijke autoriteit Overleveringsvoorwaarden, weigeringsgronden en garanties in de Overleveringswet Overleveringsvoorwaarden De strafbare feiten die in aanmerking komen De gegevens in het Europees aanhoudingsbevel Dubbele vervolgbaarheid of vatbaarheid voor tenuitvoerlegging De specialiteit en de verderlevering Weigeringsgronden Amnestie Ne bis in idem.. 54

7 De leeftijd van de gezochte persoon Dubbele incriminatie ten aanzien van niet-lijstfeiten Litispendentie in de staat van tenuitvoerlegging Sepot wegens hetzelfde feit Verjaring van de strafvordering of van de straf naar het recht van de uitvoerende lidstaat Ne bis in idem ten gevolge van een vonnis uit een staat buiten de Europese Unie Nationaliteit of verblijfplaats in de uitvoerende lidstaat Dubbele jurisdictie Eerbiediging van de fundamentele rechten Kennelijke onschuld De ongenoegzaamheid van het Europees aanhoudingsbevel Garanties Bijzondere garantie bij tenuitvoerlegging van verstekvonnissen (De doodstraf en) de levenslange gevangenisstraf Eigen onderdanen of ingezetenen de terugkeergarantie..67 Hoofdstuk 3. Interpretatieproblemen met artikelen van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel 1.Inleiding Prejudiciële vraagstelling aan het Hof van Justitie betreffende de uitlegging van artikelen van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel Art. 3, lid 2 KEAB.. 70

8 Probleemstelling Zaak C-261/09 - Gaetano Mantello.. 70 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden. 70 b) Uitlegging door het Hof Conclusie Art. 4, lid 6 KEAB Probleemstelling Zaak C-66/08 - Szymon Kozlowski..74 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden. 74 b) Uitlegging door het Hof Zaak C-123/08 - Dominic Wolzenburg.76 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden.76 b) Uitlegging door het Hof Zaak C-42/11 - João Pedro Lopes Da Silva Jorge.78 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden.78 b) Uitlegging door het Hof Conclusie Art. 4bis, lid 1 KEAB Probleemstelling Zaak C-399/11 - Stefano Melloni versus Ministerio Fiscal...81 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden 81

9 b) Uitlegging door het Hof Conclusie Art. 4, lid 6 en art. 5, leden 1 en 3 KEAB Probleemstelling Zaak C-306/09 - I.B. versus Ministerraad...84 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden...84 b) Uitlegging door het Hof Conclusie Art. 5, lid 3 KEAB Probleemstelling Zaak C-264/10 - Gheorghe Kita a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden 87 b) Uitlegging door het Hof Art. 27, leden 2-4 KEAB Probleemstelling Zaak C-388/08 PPU - Artur Leymann en Aleksei Pustovarov..90 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden...90 b) Uitlegging door het Hof Conclusie Art. 27, lid 4 en art. 28, lid 3, sub c KEAB Probleemstelling..94

10 Zaak C-168/13 PPU - Jeremy F. versus Premier ministre 94 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden 94 b) Uitlegging door het Hof Conclusie Art. 28, lid 2 KEAB Probleemstelling Zaak C-192/12 - Melvin West...97 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden...97 b) Uitlegging door het Hof Conclusie Artt. 31 en 32 KEAB Probleemstelling Zaak C-296/08 PPU - Ministère public versus Ignacio Pédro Santesteban Goicoechea.100 a) Context waarin de interpretatieproblemen werden ondervonden.100 b) Uitlegging door het Hof Conclusie Conclusie. 103 Bibliografie..108 Bijlagen 119 Bijlage I Model Europees aanhoudingsbevel..119 Bijlage II Vervanging punt d)..126

11 Lijst van afkortingen Circulaire EAB EAB EAB-Wet EU KEAB KI Olw. OM VTSv. Wijzigingskaderbesluit EAB Ministeriële circulaire van 8 augustus 2005 inzake het Europees aanhoudingsbevel Europees aanhoudingsbevel Wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel Europese Unie Kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie Kamer van Inbeschuldigingstelling Wet van 29 april 2004 tot implementatie van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie (Overleveringswet) Openbaar Ministerie Voorafgaande Titel Wetboek Strafvordering Kaderbesluit 2009/299/JBZ van 26 februari 2009 van de Raad tot wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, Kaderbesluit 2005/214/JBZ, Kaderbesluit 2006/783/JBZ, Kaderbesluit 2008/909/JBZ en Kaderbesluit 2008/947/JBZ en tot versterking van de procedurele rechten van personen, tot bevordering van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen gegeven ten aanzien van personen die niet verschenen zijn tijdens het proces

12 Inleiding 1. Probleemstelling 1. Sinds het Verdrag van Amsterdam van 1997 heeft de Europese Unie de opdracht een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te creëren 1. Deze doelstelling wil zij onder meer verwezenlijken door een meer verregaande samenwerking op gerechtelijk gebied 2, die daarbij de vereenvoudiging van de uitlevering tussen lidstaten zou omvatten 3. Ter realisatie van deze opdracht werden twee nieuwe rechtsinstrumenten, het kaderbesluit en het besluit, in het leven geroepen 4. De grondslagen voor die volwaardige Europese rechtsruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid werden gelegd in oktober 1999 op de Europese Top in het Finse Tampere 5. Op deze Topconferentie van staatshoofden en regeringsleiders werd beslist dat de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen de hoeksteen van de gerechtelijke samenwerking binnen de Europese Unie moest worden 6. In concretisering van deze nieuwe basisidee schonken de Commissie en de Raad hun goedkeuring aan een programma van maatregelen Het Europees aanhoudingsbevel zou een prominente rol gaan spelen op het pad naar een dermate vervolmaakte Europese rechtsruimte. De creatie van het Europees aanhoudingsbevel is onbetwistbaar in een stroomversnelling gekomen door de gebeurtenissen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten 8. Reeds op 19 september 2001, tijdens de napijnen van het tragische gebeuren, sleepte het voorstel voor het kaderbesluit de goedkeuring van de Commissie in de wacht. Hierop aansluitend gaf de Europese Raad op een buitengewone zitting van 21 september 2001 de opdracht aan de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken tot verdere uitwerking van deze regeling. Het definitieve politieke akkoord kwam er reeds drie maanden later. Nog eens zes maanden later lag het kaderbesluit van 13 juni 2002 van de Raad van de 1 Art. 2 en 29 verdrag van Maastricht betreffende de Europese Unie, 7 februari 1992, Pb.C. 29 juli 1992, afl. 191, 7 resp. 64 (thans art. 67 VWEU). 2 Art. 31, lid 1, b) verdrag van Maastricht betreffende de Europese Unie, 7 februari 1992, Pb.C. 29 juli 1992, afl. 191, (thans artt. 82, 83 en 85 VWEU). 3 S. DEWULF, Extradere: Uitlevering, Europees aanhoudingsbevel en overdracht aan het Internationaal Strafhof en de ad hoc Tribunalen, Gent, Larcier, 2009, H. SANDERS, Handboek overleveringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011,11. 5 H. SANDERS, Het Europees aanhoudingsbevel: Nederlands en Belgisch overleveringsrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2007, 2. 6 Conclusies van het voorzitterschap Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999, overw Programma van maatregelen Europese Raad, 30 november 2000 om uitvoering te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen, Pb.C. 2001, afl. 12, 10; A.H.J. SWART, Een ware Europese rechtsruimte: wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen in de Europese Unie, Oratie Universiteit van Amsterdam, Deventer, Gouda Quint, 2001, 3. 8 C. VAN DEN WYNGAERT, Kennismaking met het Internationaal en Europees strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2003, 33. 1

13 Europese Unie op tafel, betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie (verder het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel ) 9. Onderhavig besluit trad in werking op 1 januari Het Europees aanhoudingsbevel, waarin het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel voorziet, maakt de eerste concrete toepassing uit van het basisprincipe van de wederzijdse erkenning op strafrechtelijk gebied 11. Het trad binnen de Europese rechtsruimte in de plaats van de te trage, te gepolitiseerde en te weinig voorspelbare bestaande uitleveringsprocedures 12. Er hebben zich evenwel heel wat problemen voorgedaan op het vlak van de geldigheid van het Europees aanhoudingsbevel. Zo stelden er zich problemen betreffende de overgangsregeling, voerden niet alle lidstaten de regeling op dezelfde wijze in en werd het gebruik van een kaderbesluit in deze materie aangevochten. Het grootste struikelblok was echter de nogal grensverleggende regelgeving in het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel met betrekking tot de nationale onderdanen, die in enkele lidstaten tot grondwettelijke dilemma s heeft geleid en de goede werking van het aanhoudingsbevel heeft gehypothekeerd Het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel vertoont bovendien een aantal intrinsieke gebreken, waardoor het sinds zijn totstandkoming een fel becommentarieerd rechtsinstrument uitmaakt. Zo werd er onder meer kritiek geuit op het wederzijds vertrouwen in elkaars rechtssysteem en op het gemak waarmee misbruik kan worden gemaakt van dit nieuwe overleveringsregime. Overigens klonk er een waarschuwing voor blinde overlevering 14. Ondanks dit alles mag evenwel niet worden ontkend dat het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel een aantal belangrijke vernieuwingen heeft doorgevoerd binnen de Europese strafrechtelijke ruimte en het Europees aanhoudingsbevel zelf zonder meer een aanzienlijke stap voorwaarts betekent op het gebied van de Europese gerechtelijke harmonisatie S. DEWULF, Extradere: Uitlevering, Europees aanhoudingsbevel en overdracht aan het Internationaal Strafhof en de ad hoc Tribunalen, Gent, Larcier, 2009, Kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ,13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, PB.L. 18 juli 2002, afl. 190, Preambule bij kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 1, overw. (6). 12 Preambule bij kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 2, overw. (11). 13 S. DEWULF, Extradere: Uitlevering, Europees aanhoudingsbevel en overdracht aan het Internationaal Strafhof en de ad hoc Tribunalen, Gent, Larcier, 2009, 155; C. JANSSENS, Het Europees aanhoudingsbevel onder vuur: hebben de nationale (grondwettelijke) hoven het laatste woord?, RW , afl. 9, Zie o.m. P. BEKAERT, Europees aanhoudingsbevel is knoeiwerk op alle niveaus, Juristenkrant 2005, afl. 117, 3; G. VERMEULEN, U vraagt, wij draaien Europees aanhoudingsbevel leidt tot blinde overlevering verdachten en veroordeelden, Juristenkrant 2002, afl. 57, H. SANDERS, Het Europees aanhoudingsbevel: Nederlands en Belgisch overleveringsrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2007,

14 4. In deze masterproef worden de krachtlijnen van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel geschetst en worden de intrinsieke gebreken van dit kaderbesluit doorgelicht. Tevens zal worden uitgediept hoe de Belgische en Nederlandse wetgever de cruciale aspecten van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel hebben vertolkt in hun nationale wetgeving. Een groot deel van de focus zal in dit verband komen te liggen op de prominente rol die de nationale rechter bij de toepassing van het Europees aanhoudingsbevel vervult. Hierbij zal worden nagegaan tot op welke hoogte de nationale rechters van België en Nederland tot op heden de cruciale aspecten van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel in hun rechtspraak hebben toegepast. Ten slotte zal nog worden stilgestaan bij de rechtspraak van het Hof van Justitie aangaande dit kaderbesluit. 2. Onderzoeksvragen 5. Het onderzoek heeft zodoende tot doel volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: 1) Welke intrinsieke gebreken vertoont het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel? 2) Hoe hebben de Belgische en Nederlandse wetgever de cruciale aspecten van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel in hun nationale wetgeving vertolkt? 3) In welke mate passen de nationale rechters van het Belgische Hof van Cassatie en de Nederlandse Hoge Raad de cruciale aspecten van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel toe? 4) In welke context hebben nationale rechters tot op heden interpretatieproblemen ondervonden met artikelen van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel? 6. Het onderzoek zal ten slotte beëindigd worden met een evaluerend hoofdstuk, waarin op deze vier onderzoeksvragen een finaal antwoord zal worden geformuleerd. 3. Methodiek 7. Om dit onderzoek voldoende onderbouwd te voeren zullen, aan de hand van een analyse van de relevante wetgeving en rechtsleer, de krachtlijnen worden geschetst van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel en zal overigens worden nagegaan hoe de Belgische wetgever deze cruciale aspecten van het kaderbesluit in zijn nationale wetgeving heeft vertolkt. In dezelfde geest zal een inhoudelijke analyse worden gemaakt van de gevelde arresten over het Europees aanhoudingsbevel door het Belgische Hof van Cassatie. Hierbij zal worden afgewogen in welke mate bovengenoemd rechtscollege de cruciale aspecten van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel toepast. In een volgende stap zal hetzelfde traject worden doorlopen voor de receptie van het kaderbesluit binnen Nederlandse context. Vooreerst zal worden onderzocht hoe de Nederlandse wetgever deze cruciale aspecten van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel in zijn 3

15 nationale wetgeving heeft geïmplementeerd. Vervolgens komt een inhoudelijke analyse aan bod van de arresten over het Europees aanhoudingsbevel die door de Nederlandse Hoge Raad zijn geveld. Deze analyse zal verlopen met analoge aandacht voor het toepassingsgedrag van laatstgenoemde terzake. Tijdens deze observaties zullen de door de literatuur aangehaalde intrinsieke gebreken van het kaderbesluit worden blootgelegd. Verder zal een analyse worden gemaakt van de tot op heden gevelde arresten door het Europees Hof van Justitie over het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel. Concreet zal worden onderzocht in welke context nationale rechters tot op heden interpretatieproblemen ondervonden met artikelen van het kaderbesluit en hoe deze, in het licht van de bevindingen, door het Hof dienen te worden uitgelegd. Ten slotte zal een finaal antwoord worden gegeven op de vier onderzoeksvragen. 8. Wegens tijdsdruk werd ervoor gekozen om enkel de arresten van het Belgische Hof van Cassatie aangaande het Europees aanhoudingsbevel te analyseren. Bijgevolg zullen er mogelijks belangrijke zienswijzen, die zich op een lager niveau te weten: de raadkamers en de kamers van inbeschuldigingstelling manifesteren, in deze masterproef niet aan bod komen. De selectie van het rechtsvergelijkende onderzoeksmateriaal verliep daarentegen probleemloos. Als dusdanig lag de keuze voor de arresten van de Nederlandse Hoge Raad voor de hand aangezien dit opperste rechtscollege zich in Nederland buigt over de cassatieberoepen tegen de beslissingen aangaande overleveringsverzoeken en in die hoedanigheid het laatste woord krijgt over de kwestieuze afwijzing of inwilliging van laatstgenoemden. De wetgever achtte het meest opportuun deze bevoegdheid toe te vertrouwen aan zijn hoogste rechtscollege teneinde een optimale toepassing van de wet in dezen te bewerkstelligen. De geselecteerde arresten dateren alle uit de periode tussen 1 januari 2004 en 1 oktober

16 Hoofdstuk 1. De krachtlijnen van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel en de toepassing van de cruciale aspecten ervan door het Belgische Hof van Cassatie 1. Inleiding 9. In dit kennismakende hoofdstuk worden de meest prominente aspecten van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel op de voorgrond gebracht. Aangezien een wezenskenmerk van dit Europees rechtsinstrument de omzetting naar nationaal recht is, kan vanzelfsprekend niet voorbij worden gegaan aan de wijze waarop de lidstaten vorm hebben gegeven aan de bepalingen van het kaderbesluit. Hieronder wordt in dit verband specifiek ingegaan op de omzetting naar Belgisch nationaal recht. In het tweede hoofdstuk komt in dezelfde lijn de omzetting naar Nederlands nationaal recht aan bod. Concreet luidt de vraag dan hoe de Belgische wetgever de cruciale aspecten van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel, zoals deze in de verkennende analyse naar voren zijn gekomen, vertolkt in zijn eigen nationale wetgeving. Waar relevant wordt een inhoudelijke analyse gemaakt van de arresten die het Belgische Hof van Cassatie over het Europees aanhoudingsbevel heeft geveld, teneinde na te gaan in welke mate bovengenoemd rechtscollege toepassing maakt van het cruciale aspect dat op dat punt ter bespreking voorligt. 2. Toepassingsgebied van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel 10. Sinds 1 januari 2004 vervangen de bepalingen van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel de overeenkomstige bepalingen van de verdragen die toepasselijk zijn ter zake van uitlevering in de betrekkingen tussen de lidstaten onderling 16. Deze vervanging behelst evenwel geen verdwijning van de voorgaande verdragen. Zij blijven immers van betekenis voor de gevallen die onder een overeenkomstig art. 32 kaderbesluit afgelegde verklaring van een lidstaat vallen (betreffende de overgangsregeling, zie Infra 7, randnr. 89), alsook in andere aangelegenheden waarvoor de regeling betreffende het Europees aanhoudingsbevel niet 16 Art. 31, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 11; S. DEWULF, Extradere: Uitlevering, Europees aanhoudingsbevel en overdracht aan het Internationaal Strafhof en de ad hoc Tribunalen, Gent, Larcier, 2009,

17 geldt 17. Ter illustratie kan worden gewezen op uitleveringen aan en door niet-eu-landen die in de plaats van het kaderbesluit het Europees uitleveringsverdrag hanteren. Istraël, Turkije en Zwitserland zijn slechts enkele van de vele landen die van deze optiek gebruik maken 18. Lidstaten mogen wel nog de bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen, met uitzondering van de verdragen en overeenkomsten opgesomd in art. 31, lid 1 KEAB, die reeds van kracht waren op het ogenblik van de aanneming van het kaderbesluit, blijven toepassen voor zover zij verder strekken dan de doelstellingen van het kaderbesluit en ertoe bijdragen de procedures voor de overlevering van personen tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd verdergaand te vereenvoudigen of te vergemakkelijken 19. Zij dienen de Raad van de Europese Unie en de Commissie evenwel in kennis te stellen van de bestaande overeenkomst of regeling die zij wensen te blijven toepassen 20. In het licht van dit voorbehoud hebben Denemarken, Finland en Zweden verklaard dat de bepalingen van het kaderbesluit kunnen worden verstevigd en uitgebreid op grond van hun geldende uniforme wetgeving Het begrip Europees aanhoudingsbevel 11. Het Europees aanhoudingsbevel is een gerechtelijke beslissing die wordt genomen door de bevoegde rechterlijke autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie (uitvaardigende rechterlijke autoriteit) met het oog op de aanhouding en de overlevering door de bevoegde rechterlijke autoriteit van een andere lidstaat (uitvoerende rechterlijke autoriteit), opdat de vervolgende autoriteiten een strafvervolging zouden kunnen instellen tegen of de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of veiligheidsmaatregel zouden kunnen opleggen aan de persoon die voorwerp is van de uitlevering 22. Het aanhoudingsbevel kan met andere woorden zowel worden aangewend voor de strafvervolging (vervolgingsoverlevering) als voor de tenuitvoerlegging van een straf of veiligheidsmaatregel (executieoverlevering) HvJ C-296/08, Ministère public v. Ignacio Pedro Santesteban Goicoechea, 2008, overw. 58; J. VAN GAEVER, Het Europees aanhoudingsbevel in de praktijk, Mechelen, Kluwer, 2013, R. BLEKXTOON, Haastige spoed is zelden goed (of het Europees aanhoudingsbevel EAB ), NTER 2004, afl. 1-2, Art. 31, lid 2 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 11-12; HvJ C-296/08, Ministère public v. Ignacio Pedro Santesteban Goicoechea, 2008, overw ; S. DEWULF, Extradere: Uitlevering, Europees aanhoudingsbevel en overdracht aan het Internationaal Strafhof en de ad hoc Tribunalen, Gent, Larcier, 2009, H. SANDERS, Handboek overleveringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, Verklaringen van sommige lidstaten bij de aanneming van het kaderbesluit, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 1, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 2; C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, strafprocesrecht en internationaal strafrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2006, S. DEWULF, Extradere: Uitlevering, Europees aanhoudingsbevel en overdracht aan het Internationaal Strafhof en de ad hoc Tribunalen, Gent, Larcier, 2009,

18 De lidstaten duiden de rechterlijke autoriteiten aan die naar hun recht bevoegd zijn tot de uitvaardiging en uitvoering van Europese aanhoudingsbevelen 24. Bovendien kunnen zij één of meer centrale autoriteiten aanwijzen om de bevoegde rechterlijke autoriteiten bij te staan 25. De rol van deze centrale autoriteit(en) dient evenwel beperkt te blijven tot de verlening van praktische en administratieve bijstand 26. Zo kan een lidstaat, indien deze dit wenst, de uit- en inkomende verzoeken kanaliseren via een centrale autoriteit Het Hof van Cassatie, dat geconfronteerd werd met een betwisting omtrent de vraag of het Sicherungshaftbefehl, dat door de Duitse overheid was uitgevaardigd en waarvan de tenuitvoerlegging werd gevorderd, het voorwerp kon uitmaken van een Europees aanhoudingsbevel, oordeelde dat een dergelijk Sicherungshaftbefehl, met de bedoeling zich te vergewissen van de persoon van een veroordeelde die een straf met probatieuitstel werd opgelegd, zodat de aangewezen rechterlijke instantie de intrekking van het probatieuitstel zou kunnen uitspreken, wel degelijk een uitvoerbare rechterlijke beslissing is met dezelfde kracht als een aanhoudingsbevel en er bovendien toe strekt om, na intrekking van het probatieuitstel, tot de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf over te gaan De overleveringsprocedure in hoofdlijnen 13. Het Europees aanhoudingsbevel, dat een aantal vermeldingen moet bevatten die volgens een gemeenschappelijk standaardmodel worden ingevoerd 29 (zie bijlage 1), wordt door de uitvaardigende rechterlijke autoriteit rechtstreeks toegezonden aan de uitvoerende rechterlijke autoriteit 30. De uitvaardigende rechterlijke autoriteit kan het aanhoudingsbevel evenwel ook nog 24 Art. 6, lid 1 en 2 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 7, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Preambule bij kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 2, overw. (9); A. BRAEM en B. BILQUIN, Het Europees aanhoudingsbevel. Een belangrijk instrument van de Europese gerechtelijke en politiële samenwerking in strafzaken, Vigiles 2003, afl. 3, Art. 7, lid 2 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 5; C. VAN DEN WYNGAERT, Kennismaking met het Internationaal en Europees strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2003, Cass. 11 december 2007, AR P N, Pas. 2007, afl.12, Art. 8, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 9, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 5. 7

19 steeds via het Schengeninformatiesysteem signaleren 31 Europees justitieel netwerk of Interpol 32. of via andere kanalen, zoals het 14. Het criterium is één Europees aanhoudingsbevel per dossier of aanhangigmaking. Indien de betrokken persoon daarentegen zou zijn veroordeeld of worden vervolgd in verschillende dossiers of in andere gerechtelijke arrondissementen, dienen evenwel meerdere aanhoudingsbevelen te worden opgemaakt. Deze dienen gelijktijdig te worden verstuurd 33. Het aanhoudingsbevel kan overigens gericht zijn aan meerdere lidstaten Het originele aanhoudingsbevel dient te worden vertaald naar één van de officiële talen van de desbetreffende lidstaat of naar een taal die de lidstaat via een verklaring, afgelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, aanvaard heeft 35. Dit moet het voor de nationale rechter mogelijk maken om de inhoud van het Europees aanhoudingsbevel te begrijpen De toezending van het Europees aanhoudingsbevel door de uitvaardigende rechterlijke autoriteit kan gebeuren op elke veilige manier, zolang die maar een schriftelijke melding oplevert en de uitvoerende lidstaat in staat stelt de echtheid van het bevel na te gaan Bij de aanhouding van de gezochte persoon wordt deze laatste in kennis gesteld van het bestaan en de inhoud van het Europees aanhoudingsbevel, alsook van de mogelijkheid om met zijn overlevering in te stemmen. Hij heeft recht op bijstand van een raadsman en een tolk, overeenkomstig het interne recht van de uitvoerende staat 38. Het is de uitvoerende rechterlijke 31 Art. 9, lid 2 en 3 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 10, lid 2 en 3 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 5-6; C. VAN DEN WYNGAERT, Kennismaking met het Internationaal en Europees strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2003, circ. 8 augustus 2005 inzake het Europees aanhoudingsbevel, BS 31 augustus 2005; S. DEWULF, Extradere: Uitlevering, Europees aanhoudingsbevel en overdracht aan het Internationaal Strafhof en de ad hoc Tribunalen, Gent, Larcier, 2009, Verslag van de Commissie, 11 juli 2007 over de uitvoering, sinds 2005, van het kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, COM(2007)407def., overw Art. 8, lid 2 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, C. JANSSENS, De burger, de Unie en het Europees aanhoudingsbevel: op zoek naar het juiste evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in J. MEEUSEN en G. STRAETMANS (eds.), Politiële en justitiële strafrechtelijke samenwerking in de Europese Unie: Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid?, Antwerpen, Intersentia, 2007, Art. 10, lid 4 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 11 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 6. 8

20 autoriteit die beslist of de aangehouden persoon in hechtenis blijft dan wel voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld 39. De aangehouden persoon kan ervoor kiezen in te stemmen met zijn overlevering aan een lidstaat die niet van de specialiteit heeft afgezien. Deze instemming kan in beginsel evenwel niet worden herroepen. Elke lidstaat kan echter bepalen dat de instemming en, in voorkomend geval, de afstand van het specialiteitsbeginsel (cfr. Infra 5, randnr. 20) overeenkomstig de toepasselijke regels van zijn nationaal recht herroepbaar is 40. België, Denemarken, Ierland, Finland en Zweden hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt 41. Indien de aangehouden persoon daarentegen niet instemt met zijn overlevering heeft hij het recht overeenkomstig het nationale recht van de uitvoerende staat door de uitvoerende rechterlijke autoriteit te worden gehoord 42. Dit onderhoud verloopt in de aanwezigheid van een persoon die overeenkomstig het recht van de verzoekende rechterlijke autoriteit wordt aangewezen Het is de uitvoerende rechterlijke autoriteit die, binnen de termijnen en onder de voorwaarden bepaald in het kaderbesluit en de nationale implementatiewet, beslist het aanhoudingsbevel al dan niet uit te voeren 44. Het standaardformulier dient haar in staat te stellen zich een beeld te vormen van de gestelde gedraging. Zij heeft evenwel geen inzage in het strafdossier van de uitvaardigende lidstaat en kan bijgevolg enkel een summiere toetsing doorvoeren betreffende de inhoudelijke vereisten van het kaderbesluit en nagaan of er toepassing kan worden gemaakt van eventuele weigeringsgronden of garanties kunnen worden gevraagd 45. Als dusdanig heeft zij geen discretionaire bevoegdheid om de tenuitvoerlegging toe te staan of te weigeren 46. Evenmin is het haar toegestaan te oordelen over de wettigheid en regelmatigheid van dit bevel, twee elementen die in geval van een tenuitvoerlegging worden 39 Art. 12 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 13, lid 4 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Verklaringen van sommige lidstaten bij de aanneming van het kaderbesluit, Pb.L. 190 van 18 juli 2002, Art. 14 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 19 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 7-8; C. VAN DEN WYNGAERT, Kennismaking met het Internationaal en Europees strafrecht, Antwerpen, Maklu, 2003, Art. 15, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 6; C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht, strafprocesrecht en internationaal strafrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2006, C. JANSSENS, De burger, de Unie en het Europees aanhoudingsbevel: op zoek naar het juiste evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in J. MEEUSEN en G. STRAETMANS (eds.), Politiële en justitiële strafrechtelijke samenwerking in de Europese Unie: Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid?, Antwerpen, Intersentia, 2007, Cass. 13 december 2006, AR P F, Pas. 2006, afl. 12, 2661, concl. D. VANDERMEERSCH; A. BRAEM en B. BILQUIN, Het Europees aanhoudingsbevel. Een belangrijk instrument van de Europese gerechtelijke en politiële samenwerking in strafzaken, Vigiles 2003, afl. 3, 91. 9

21 beoordeeld door de uitvaardigende rechterlijke autoriteit waaraan de gezochte persoon wordt overgeleverd 47. Bij ontstentenis van bepaalde informatie in het Europees aanhoudingsbevel behoren de hiaten te worden opgevangen door middel van direct contact tussen de betrokken gerechtelijke autoriteiten 48. De meerderheid van de lidstaten heeft evenwel op eigen initiatief termijnen vastgelegd waarbinnen de informatie, die soms bijkomend wordt opgevraagd, moet worden ingediend 49. Wat betreft de termijnen voor besluitvorming over de overlevering geldt als uitgangspunt dat indien de gezochte persoon instemt met zijn overlevering de definitieve beslissing over de tenuitvoerlegging binnen de 10 dagen na deze instemming moet genomen zijn 50. In alle andere gevallen dient de beslissing principieel te worden genomen 60 dagen na de aanhouding van de gezochte persoon 51. In uitzonderlijke omstandigheden kan deze termijn evenwel worden verlengd met 30 dagen 52. Het kaderbesluit voorziet echter niet in een sanctie bij een nieteerbiediging van de termijnen. Bovendien creëert het evenmin een mogelijkheid voor de gezochte persoon om tegen het Europees aanhoudingsbevel in hoger beroep te gaan 53. Eenmaal ze haar beslissing heeft geveld stelt de uitvoerende rechterlijke autoriteit deze onmiddellijk ter kennis van de uitvaardigende rechterlijke autoriteit 54. Indien de beslissing de weigering inhoudt het Europees aanhoudingsbevel ten uitvoer te leggen, dient zij met redenen te worden omkleed Cass. 25 januari 2005, AR P N, Arr.Cass. 2005, afl. 1, 208; Cass. 21 september 2005, AR P F, RDPC 2006, afl. 3, 302; Cass. 21 augustus 2007, AR P N, Pas. 2007, afl. 9, 1414; Cass. 17 juni 2008, AR P N, Pas. 2008, afl , 1544; Cass. 14 juli 2009, AR P N, Arr.Cass. 2009, afl , 1877; Cass. 16 november 2010, AR P N.; Cass. 6 september 2011, AR P N. 48 Art. 15 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, C. JANSSENS, De burger, de Unie en het Europees aanhoudingsbevel: op zoek naar het juiste evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in J. MEEUSEN en G. STRAETMANS (eds.), Politiële en justitiële strafrechtelijke samenwerking in de Europese Unie: Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid?, Antwerpen, Intersentia, 2007, Art. 17, lid 2 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 17, lid 3 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 17, lid 4 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 7; H. SANDERS, Het Europees aanhoudingsbevel: Nederlands en Belgisch overleveringsrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2007, P. MONTVILLE, Le mandat d arrêt européen: remise en cause du mécanisme de simple remise, JT 2003, 171; G. STESSENS, Het Europees aanhoudingsbevel: De wet van 19 december 2003, RW , afl. 15, Art. 22 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 17, lid 6 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 7. 10

22 19. De overlevering gebeurt zo spoedig mogelijk, op een datum die de betrokken autoriteiten in onderlinge overeenstemming vaststellen, ten laatste 10 dagen na de definitieve beslissing betreffende het Europees aanhoudingsbevel 56. Indien de overlevering evenwel niet binnen de gestelde termijn kan plaatsvinden wegens omstandigheden buiten de macht van enige lidstaat wordt in onderlinge overeenstemming een nieuwe datum voor de overlevering bepaald. Deze geldt als uitgangspunt voor opnieuw een termijn van tien dagen 57. De overlevering kan bovendien tijdelijk worden opgeschort wegens het bestaan van ernstige humanitaire redenen. Zodra deze gronden niet langer spelen, wordt in onderlinge overeenstemming een nieuwe datum voor overlevering bepaald. Ook in dit geval vangt een termijn van tien dagen aan waarbinnen de overlevering moet zijn voltrokken 58. Ten slotte kan de overlevering tevens worden uitgesteld teneinde de betrokkene in de uitvoerende staat te vervolgen of, indien hij reeds veroordeeld is, er de straf te laten ondergaan die hem is opgelegd wegens een ander feit dan dat waaraan het Europese aanhoudingsbevel refereert 59. Voorwaardelijke overlevering is in dit laatste geval evengoed mogelijk 60. Plausibele voorwaarden in dit verband zijn (1) dat de tijdelijke overlevering zal worden beeïndigd op een bepaalde datum 61, (2) dat de tijdelijke overlevering slechts strekt ten behoeve van de berechting aangaande de feiten waarvoor de overlevering van de betrokkene wordt verzocht en/of (3) dat de betrokkene uitdrukkelijk niet ter beschikking wordt gesteld tot tenuitvoerlegging van een resterende straf inzake een bepaald vonnis van de uitvaardigende lidstaat 62. Een belangrijke toevoeging aan het voorafgaande betoog is de verplichting die rust op de uitvaardigende lidstaat om elke periode van vrijheidsbeneming ten gevolge van de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel in mindering te brengen op de totale duur van de opgelegde vrijheidsstraf Art. 23, lid 1 en 2 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 23, lid 3 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 23, lid 4 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 24, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 24, lid 2 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 8-9; S. DEWULF, Extradere: Uitlevering, Europees aanhoudingsbevel en overdracht aan het Internationaal Strafhof en de ad hoc Tribunalen, Gent, Larcier, 2009, Gerechtshof s Hertogenbosch 23 december 2009, AVNR Rb. Amsterdam 5 november 2004, Art. 26, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 9. 11

23 5. Het specialiteitsbeginsel 20. Het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel bevat een uitvoerige regeling aangaande het specialiteitsbeginsel 64. Als hoofdregel geldt dat een persoon, die op grond van een Europees aanhoudingsbevel wordt overgeleverd, niet kan worden vervolgd, veroordeeld of van zijn vrijheid worden beroofd voor enig ander strafbaar feit dat vóór zijn overlevering werd gepleegd dan dat feit waarop zijn overlevering betrekking heeft 65. Dit beginsel is verwoven met de soevereinitiet van de uitvoerende lidstaat en kan worden beschouwd als een recht in hoofde van de betrokken persoon 66. Het is van toepassing op de feiten waarvoor de persoon is overgeleverd, niet de feiten waarvoor het Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd 67. Het principe is evenwel niet absoluut. Zo mogen lidstaten in het algemeen afzien van de handhaving van het specialiteitsbeginsel door middel van een kennisgeving 68. Slechts drie lidstaten hebben deze mogelijkheid evenwel benut, met name Estland, Oostenrijk en Roemenië 69. Daarnaast bestaan er nog een zevental uitzonderingen op deze specialiteitsregel. Deze uitzonderingen hebben betrekking op het gedrag van de overgeleverde persoon, op de geringe ernst van het feit en/of van de gevolgen voor de overgeleverde persoon en berusten op de toestemming van de uitvoerende lidstaat of van de betrokken persoon 70. Zo kan, wat deze laatste uitzonderingen betreft, de uitvoerende rechterlijke autoriteit die de gezochte persoon heeft overgeleverd, nadat de overlevering van betrokkene heeft plaatsgevonden, verzocht worden om een aanvullende overlevering 71. De verlening van een dergelijke aanvullende toestemming dient te gebeuren overeenkomstig dezelfde criteria als deze die gelden voor de overlevering 72. Ook de betrokken persoon zelf kan, hetzij vóór de overlevering hetzij na de overlevering, uitdrukkelijk afstand doen van de bescherming van het specialiteitsbeginsel H. SANDERS, Handboek overleveringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, Artikel 27, lid 2 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, HvJ C-388/08 PPU, Artur Leymann en Aleksei Pustovarov, 2008, overw. 44; J. VAN GAEVER, Het Europees aanhoudingsbevel in de praktijk, Mechelen, Kluwer, 2013, G. STESSENS Het Europees aanhoudingsbevel: De wet van 19 december 2003, RW , Art. 27, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 9; H. SANDERS, Handboek overleveringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, Bijlage bij het verslag van de commissie over de uitvoering sinds 2005 van het kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, COM(2007)407def., SEC(2007)979def., Art. 27, lid 3 a) t.e.m. g) kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 9-10; V.H. GLERUM, De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering: Een vergelijking en kritische evaluatie in het licht van het beginsel van wederzijdse erkenning, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2013, Art. 27, lid 3 g) kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 27, lid 4 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, Art. 27, lid 3 e) en f) kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190,

24 21. Het specialiteitsbeginsel beperkt de lidstaat waaraan de betrokkene is overgeleverd evenwel niet enkel in zijn vervolgings- of executierecht. Het belet tevens de uitvaardigende lidstaat de betrokkene verder te leveren aan een andere lidstaat 74. Zo geldt als hoofdregel dat de uitvaardigende lidstaat de persoon die aan hem werd overgeleverd zonder de toestemming van de uitvoerende lidstaat niet mag overleveren aan een andere lidstaat dan de uitvoerende lidstaat op grond van een Europees aanhoudingsbevel dat is uitgevaardigd wegens enig vóór de overlevering gepleegd feit 75. De overgeleverde persoon beschikt als zodanig over het recht om slechts te worden verdergeleverd aan een andere lidstaat dan de uitvoerende lidstaat voor een strafbaar feit dat hij heeft begaan vóór de overlevering aan de uitvaardigende lidstaat 76. Ook hier beschikken de lidstaten evenwel over de mogelijkheid om door middel van een kennisgeving in het algemeen af te zien van de handhaving van het verbod op verderlevering aan een derde lidstaat 77. Enkel Roemenië echter heeft deze mogelijkheid tot kennisgeving benut 78. Bovendien bestaan op voornoemd recht drie belangrijke uitzonderingen, die gedeeltelijk overeenstemmen met de uitzonderingen op de specialiteitsregel 79. Ten slotte bepaalt het kaderbesluit verder dat ingeval de lidstaat aan wie de gezochte persoon is overgeleverd een uitleveringsverzoek ontvangt van een derde niet-eu-lidstaat er hoe dan ook toestemming dient te worden verkregen van de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de gezochte persoon heeft overgeleverd 80. Strikt genomen geldt het voorgaande ongeacht of de feiten waarvoor de derde staat de uitlevering verzoekt gepleegd zijn vóór of na de eerdere overlevering De omzetting van deze bepalingen van het kaderbesluit zijn terug te vinden in de artt. 37 en 38 EAB-wet. 74 Art. 28, lid 2 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 10; H. SANDERS, Handboek overleveringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, V.H. GLERUM, De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering: Een vergelijking en kritische evaluatie in het licht van het beginsel van wederzijdse erkenning, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2013, HvJ C-192/12 PPU, Melvin West, 2012, overw Art. 28, lid 1 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 10; V.H. GLERUM, De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering: Een vergelijking en kritische evaluatie in het licht van het beginsel van wederzijdse erkenning, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2013, Bijlage bij het verslag van de commissie over de uitvoering sinds 2005 van het kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten COM(2007)407def., SEC(2007)979def., Art. 28, lid 2 a) tem c) kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 10; V.H. GLERUM, De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering: Een vergelijking en kritische evaluatie in het licht van het beginsel van wederzijdse erkenning, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2013, Art. 28, lid 4 kaderb. Raad nr. 2002/584/JBZ, 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, Pb.L. 18 juli 2002, afl. 190, 10; H. SANDERS, Handboek overleveringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, V.H. GLERUM, De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering: Een vergelijking en kritische evaluatie in het licht van het beginsel van wederzijdse erkenning, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2013,

De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering

De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering De weigeringsgronden bij uitlevering en overlevering Een vergelijking en kritische evaluatie in het licht van het beginsel van wederzijdse erkenning V.H. Hoofdstuk I Inleiding 1 Doelstelling 2 Afbakening

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 INITIATIEF van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse delegatie d.d.:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Europees Aanhoudingsbevel

Europees Aanhoudingsbevel Europees Aanhoudingsbevel Managementgegevens over de periode: Het jaar 00 Inhoudsopgave Gevraagde wettelijke gegevens op basis van artikel 70 van de Overleveringswet pagina. Het aantal ontvangen EAB's

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

Europees Arrestatiebevel

Europees Arrestatiebevel Europees Arrestatiebevel Managementgegevens over de periode: Het jaar 009 Inhoudsopgave Gevraagde wettelijke gegevens op basis van artikel 70 van de Overleveringswet pagina. Het aantal ontvangen EAB's

Nadere informatie

Europees Arrestatiebevel

Europees Arrestatiebevel Europees Arrestatiebevel Managementgegevens over de periode: Het jaar 2008 Inhoudsopgave Gevraagde wettelijke gegevens op basis van artikel 70 van de Overleveringswet. Het aantal ontvangen EAB's 5 pagina

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 224 Wijziging van de Overleveringswet in verband met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de gevoegde zaken C-508/18

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 APRIL 2015 P.14.0337.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0337.N V K, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Jorgen Van Laer, advocaat bij de balie te Antwerpen, met kantoor te 2018 Antwerpen,

Nadere informatie

POLITIËLE EN JUSTITIËLE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE EUROPESE UNIE. Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid?

POLITIËLE EN JUSTITIËLE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE EUROPESE UNIE. Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid? POLITIËLE EN JUSTITIËLE STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE EUROPESE UNIE Welk evenwicht tussen vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid? JOHAN MEEUSEN GERT STRAETMANS (eds.) Dit boek kwam tôt stand met

Nadere informatie

16907/06 dau/lep/ls 1 DG H 2B

16907/06 dau/lep/ls 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 december 2006 (09.01) (OR. en,ro) 16907/06 COPEN 134 EJN 33 EUROJUST 56 NOTA van: aan: Betreft: de Roemeense delegatie de delegaties Uitvoering van het Kaderbesluit

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2010 (01.06) (OR. en) 8436/2/10 REV 2 COPEN 95 EJN 8 EUROJUST 42 NOTA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2010 (01.06) (OR. en) 8436/2/10 REV 2 COPEN 95 EJN 8 EUROJUST 42 NOTA RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 mei 2010 (01.06) (OR. en) 8436/2/10 REV 2 COPEN 95 EJN 8 EUROJUST 42 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft: het voorzitterschap het Coreper / de Raad 7361/10 COPEN

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:3612

ECLI:NL:RBAMS:2017:3612 ECLI:NL:RBAMS:2017:3612 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-03-2017 Datum publicatie 15-06-2017 Zaaknummer 13.751.363-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Europees strafrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 250 Wet van 5 juni 2013 tot implementatie van kaderbesluit 2009/829/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2009 inzake de toepassing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JUNI 2013 P.13.0780.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest **101 **7819 Nr. P.13.0780.N B L, persoon tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, eiser, met als raadsman mr. Freddy Mols,

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen KADERBESLUIT VAN DE RAAD. van 13 juni 2002

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen KADERBESLUIT VAN DE RAAD. van 13 juni 2002 18.7.2002 L 190/1 (Besluiten aangenomen krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie) KADERBESLUIT VAN DE RAAD van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord bij de eerste editie... v. Hoofdstuk 1. Inleiding tot het internationaal en Europees strafrecht... 1

INHOUD. Voorwoord bij de eerste editie... v. Hoofdstuk 1. Inleiding tot het internationaal en Europees strafrecht... 1 INHOUD Voorwoord bij de eerste editie............................................ v Hoofdstuk 1. Inleiding tot het internationaal en Europees strafrecht................... 1 1. Begripsomschrijving................................................

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 332 E/305

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 332 E/305 27.11.2001 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 332 E/305 Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende het Europees arrestatiebevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van het verslag

Nota naar aanleiding van het verslag 34 365 Uitvoering van de op 28 juni 2006 te Wenen tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de procedures voor overlevering

Nadere informatie

Europees Aanhoudingsbevel. Managementgegevens over de periode: Jaar 2011

Europees Aanhoudingsbevel. Managementgegevens over de periode: Jaar 2011 Europees Aanhoudingsbevel Managementgegevens over de periode: Jaar 0 Inhoudsopgave Gevraagde wettelijke gegevens op basis van artikel 70 van de Overleveringswet pagina. Het aantal ontvangen EAB's 4. Het

Nadere informatie

Advies inzake conceptwetsvoorstel Herimplementatie kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel (wijziging van de Overleveringswet)

Advies inzake conceptwetsvoorstel Herimplementatie kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel (wijziging van de Overleveringswet) Advies inzake conceptwetsvoorstel Herimplementatie kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel (wijziging van de Overleveringswet) Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING In de verhoudingen tussen de lidstaten van de Europese Unie is de rechtsfiguur overlevering in de plaats getreden van de rechtsfiguur uitlevering. In dit proefschrift heb ik onderzocht in

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/08/2015

Datum van inontvangstneming : 28/08/2015 Datum van inontvangstneming : 28/08/2015 Vertaling C-404/15-1 Zaak C-404/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Memorie van toelichting. 1. Inleiding

Memorie van toelichting. 1. Inleiding Uitvoering van de op 28 juni 2006 te Wenen tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de procedures voor overlevering tussen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/06/2015

Datum van inontvangstneming : 25/06/2015 Datum van inontvangstneming : 25/06/2015 Samenvatting C-241/15-1 Zaak C-241/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 januari 2008 (06.02) (OR. en) 5213/08 ADD 1 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 januari 2008 (06.02) (OR. en) 5213/08 ADD 1 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 januari 2008 (06.02) (OR. en) 5213/08 ADD 1 COPEN 4 INITIATIEF - ADDENDUM van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Elisabeth Baeyens. 1. Tegensprekelijk debat. Art. 16. 1. De raadkamer doet binnen vijftien dagen te

Elisabeth Baeyens. 1. Tegensprekelijk debat. Art. 16. 1. De raadkamer doet binnen vijftien dagen te Wet 19 december 2003 - Europees aanhoudingsbevel (Art. 16) Art. 16. 1. De raadkamer doet binnen vijftien dagen te rekenen van de aanhouding bij wege van een met redenen omklede beslissing uitspraak over

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0417. Uitspraak. Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 16-11- 2012 Datum publicatie: 04-02- 2013

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0417. Uitspraak. Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 16-11- 2012 Datum publicatie: 04-02- 2013 ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0417 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 16-11- 2012 Datum publicatie: 04-02- 2013 Zaaknummer: 13.706829-12 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 699 Implementatie van het kaderbesluit nr. 2005/214/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel

Nadere informatie

HET EUROPEES ARRESTATIEBEVEL

HET EUROPEES ARRESTATIEBEVEL HET EUROPEES ARRESTATIEBEVEL Door: mr. R. Malewicz en mr. G. P. Hamer 1 Op 1 januari 2004 is het zover, dan zal het Europees arrestatiebevel (EAB) in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd moeten zijn.

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 328/42 Publicatieblad van de Europese Unie 15.12.2009 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG KADERBESLUIT 2009/948/JBZ VAN DE RAAD van 30 november

Nadere informatie

De navolgende wijzigingen worden voorgesteld:

De navolgende wijzigingen worden voorgesteld: De minister van Justitie en Veiligheid prof. mr. dr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling Strategie bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 40 Wet van 28 januari 2015, houdende implementatie van richtlijn 2011/99/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 333 Wet van 12 juli 2012 tot implementatie van kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2008 inzake de toepassing

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 297

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 297 66 (2003) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 297 A. TITEL Overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika; Washington

Nadere informatie

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND?

UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? UITLEVEREN OF VERVOLGEN IN NEDERLAND? W.R. Jonk, mr R. Malewicz en mr G.P. Hamer 1 Op 1 januari 2004 had het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel 2 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd

Nadere informatie

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153 Inhoudstafel Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867) 15 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen 16 Uitleveringswet 15 maart 1874 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 NOVEMBER 2013 P.13.1765.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1765.N DE FEDERALE PROCUREUR, eiser, tegen N J E, persoon krachtens wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, aangehouden

Nadere informatie

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Benelux... 121 Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom INHOUD Nationaal... 13 Artikelen 3-4 Strafwetboek (Wet 8 juni 1867)... 14 Wet 1 oktober 1833 op de uitleveringen... 15 Uitleveringswet 15 maart 1874... 17 Artikelen 6 14 Voorafgaande Titel Wetboek van

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. van HANDBOEK VOOR HET UITVAARDIGEN VAN EEN EUROPEES AANHOUDINGSBEVEL

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. van HANDBOEK VOOR HET UITVAARDIGEN VAN EEN EUROPEES AANHOUDINGSBEVEL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.9.2017 C(2017) 6389 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE van 28.9.2017 HANDBOEK VOOR HET UITVAARDIGEN VAN EEN EUROPEES AANHOUDINGSBEVEL NL NL INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen...

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

In Nederland veroordeeld, in eigen land de straf of maatregel ondergaan Informatie voor buitenlandse gedetineerden in Nederland over de mogelijkheid

In Nederland veroordeeld, in eigen land de straf of maatregel ondergaan Informatie voor buitenlandse gedetineerden in Nederland over de mogelijkheid In Nederland veroordeeld, in eigen land de straf of maatregel ondergaan Informatie voor buitenlandse gedetineerden in Nederland over de mogelijkheid om de in Nederland opgelegde sanctie (verder) in eigen

Nadere informatie

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 mei 2015 (OR. en) 8658/15 COPEN 115 EUROJUST 93 EJN 42 NOTA van: d.d.: 14 april 2015 aan: Betreft: Mevrouw Anne Vibe Bengtsen, attaché Juridische Zaken, Permanente

Nadere informatie

VOOR Rf CH f SPRAAK. Geachte heer Hirsch Ballin,

VOOR Rf CH f SPRAAK. Geachte heer Hirsch Ballin, fr NFJ)EREANDSF VFRENIGIN( VOOR Rf CH f SPRAAK De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 2030! 2500 GH Den Haag Datum 22 september 2010 Kenmerk 83.2000u/JT Uw kenmerk 5658242/ 0/6 Onderwerp

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««2009 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 22.9.2005 WERKDOCUMENT over de invloed van het Europees aanhoudingsbevel op de grondrechten; eerste

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 januari 2010 (OR. en) 2010/0801 (COD) PE-CONS 1/10 DROIPEN 6 COPEN 22 CODEC 41 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief voor

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 12 mei 2006 (19.05) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 9226/06 LIMITE CATS 92 COPE 56

PUBLIC. Brussel, 12 mei 2006 (19.05) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 9226/06 LIMITE CATS 92 COPE 56 Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 12 mei 2006 (19.05) (OR. en) 9226/06 LIMITE PUBLIC CATS 92 COPE 56 OTA van: het voorzitterschap aan: de delegaties nr. vorig doc.: 8762/06 CATS 79 COPEN 48

Nadere informatie

De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal

De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal RECHT OP BIJSTAND VAN EEN ADVOCAAT VOORSTEL VAN RICHTLIJN EU Vicky De Souter, Attaché, Directie Strafwetgeving FOD Justitie De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, december 004 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 004/038 (CNS) 58//04 REV LIMITE COPEN 44 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 374/04 COPEN 8

Nadere informatie

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 1 juli 2009 (03.07) (OR. en) 11457/09 DROIPE 53 COPE 120 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Vertaling C-247/17-1 Zaak C-247/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 mei 2017 Verwijzende rechter: Korkein oikeus (Finland) Datum van

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 7.3.2001 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 75/3 Initiatief van de regeringen van de Franse Republiek, het Koninkrijk Zweden en het Koninkrijk België met het oog op de aanneming door de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.02.2005 COM(2005) 63 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE op grond van artikel 34 van het kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees

Nadere informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE 6.10.2017 C 335/1 IV (Informatie) INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE Mededeling van de Commissie Handboek voor het uitvaardigen van een Europees aanhoudingsbevel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:1041

ECLI:NL:RBAMS:2017:1041 ECLI:NL:RBAMS:2017:1041 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 28-02-2017 Zaaknummer 13.751889-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Europees strafrecht

Nadere informatie

5208/09 CS/lg DG H 2B

5208/09 CS/lg DG H 2B RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 januari 2009 (OR. en) 5208/09 COPE 7 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD over het voorkomen en oplossen van

Nadere informatie

iii Dankwoord Zien wat juist is en het niet doen is een gebrek aan moed., Confucius

iii Dankwoord Zien wat juist is en het niet doen is een gebrek aan moed., Confucius Samenvatting: Deze scriptie heeft als thema De relatie tussen het Europees Aanhoudingsbevel en de mensenrechten. Het Europees Aanhoudingsbevel is een instrument van de Europese Unie, gecreëerd door het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 885 Implementatie van kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 348/130 Publicatieblad van de Europese Unie 24.12.2008 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD van 16 december

Nadere informatie

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000), P5_TA(2002)0430 Europees netwerk voor justitiële opleiding * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van het besluit van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 26.10.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 280/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2010/64/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/10/2016

Datum van inontvangstneming : 18/10/2016 Datum van inontvangstneming : 18/10/2016 Vertaling C-496/16-1 Zaak C-496/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 september 2016 Verwijzende rechter: Hanseatisches Oberlandesgericht

Nadere informatie

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag, P5_TA(2002)0591 Verblijfstitel met een korte geldigheidsduur * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte

Nadere informatie

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125 Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (E) XT 21106/18 BXT 125 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Inhoudstafel Nationaal Strafwetboek (extracten)... 15 Artikelen 6-14 V.T. Wetboek van Strafvordering (extract)... 17 Wetboek van Strafvordering (extracten)... 23 Artikelen 11 en 873 Gerechtelijk Wetboek

Nadere informatie

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG L 81/24 Publicatieblad van de Europese Unie 27.3.2009 III (Besluiten op grond van het EU-Verdrag) BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG KADERBESLUIT 2009/299/JBZ VAN DE RAAD van 26 februari

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

HANDBOEK UITLEVERINGSRECHT

HANDBOEK UITLEVERINGSRECHT HANDBOEK UITLEVERINGSRECHT HANDBOEK UITLEVERINGSRECHT Steven Dewulf Antwerpen Cambridge Handboek Uitleveringsrecht Steven Dewulf 2013 Antwerpen Cambridge www.intersentia.be ISBN 978-94-000-0439-9 D/2013/7849/92

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 MEI 2014 P.14.0557.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0557.F N. M. C., Mr. Christophe Marchand, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht

Nadere informatie

Het Europees Parlement is verzocht advies over het voorstel uit te brengen.

Het Europees Parlement is verzocht advies over het voorstel uit te brengen. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 april 2006 (2.04) (OR. en) PUBLIC 8426/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0805 (CNS) LIMITE COPEN 42 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 17 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0409 (COD) 15490/14 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad DROIPEN 129 COPEN 278 CODEC 2241 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

Wet van 9 maart 1967, houdende nieuwe regelen betreffende uitlevering en andere vormen van internationale rechtshulp in strafzaken

Wet van 9 maart 1967, houdende nieuwe regelen betreffende uitlevering en andere vormen van internationale rechtshulp in strafzaken Uitleveringswet (Tekst geldend op: 28 01 2014) Wet van 9 maart 1967, houdende nieuwe regelen betreffende uitlevering en andere vormen van internationale rechtshulp in strafzaken Wij JULIANA, bij de gratie

Nadere informatie

Hof van Cassatie LIBERCAS

Hof van Cassatie LIBERCAS Hof van Cassatie LIBERCAS 8-2017 CASSATIEBEROEP BURGERLIJKE ZAKEN Burgerlijke zaken - Beslissingen vatbaar voor cassatieberoep - Beslissingen uit hun aard niet vatbaar voor cassatieberoep - Raad van State

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

AAN DE GODEN OVERGELEVERD. Mr. J.M. Rammelt en mr. S. Bijl 1. 1. Inleiding

AAN DE GODEN OVERGELEVERD. Mr. J.M. Rammelt en mr. S. Bijl 1. 1. Inleiding AAN DE GODEN OVERGELEVERD Mr. J.M. Rammelt en mr. S. Bijl 1 1. Inleiding Sinds 12 mei 2004 is de nieuwe Overleveringswet (OLW) van kracht. 2 Inmiddels zijn vele overleveringsverzoeken de rechtbank Amsterdam

Nadere informatie

Internationale justitiële samenwerking in strafzaken. Gert Vermeulen

Internationale justitiële samenwerking in strafzaken. Gert Vermeulen Internationale justitiële samenwerking in strafzaken Gert Vermeulen Begrip en afbakening Begrip inter-statelijke samenwerking vreemd huwelijk van recht en politiek Afbakening politiële samenwerking douanesamenwerking

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 23 september 2013 contactpersoon Voorlichting doorkiesnummer 06 18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, september 2007 (2.09) (OR. en) 2494//07 REV COPEN 23 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36/het COREPER/de Raad nr. vorig doc.: 257/07 COPEN 7 Betreft:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 JANUARI 2012 P.11.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0894.N 1. C. M. P. M. C., inverdenkinggestelde, 2. F. C. A. D., inverdenkinggestelde, 3. F. A. J.-M. G., inverdenkinggestelde, eisers,

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat hierbij de geconsolideerde versie van het modelformulier voor een Europees aanhoudingsbevel.

Voor de delegaties gaat hierbij de geconsolideerde versie van het modelformulier voor een Europees aanhoudingsbevel. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 juli 2011 (28.07) (OR. en) 13297/11 COPE 189 EUROJUST 116 EJ 95 OTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal de delegaties Kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 555 Implementatie van het kaderbesluit nr. 2006/783/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 6 oktober 2006 inzake de toepassing van het beginsel

Nadere informatie