AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:"

Transcriptie

1 Raad vanstate /1/VI. Datum uitspraak: 2 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, van 26 mei 2010 in zaak nr. 09/34428 in het geding tussen: en de vreemdeling het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.

2 /1/V1 2 2 september Procesverloop Bij besluit van 26 augustus 2009 heeft het COa, onder afwijzing van een verzoek van de vreemdeling om vergoeding van kosten voor een contraexpertise taalanalyse eerste en tweede fase tot een bedrag van 1.463,00 (exclusief BTW), de kosten vergoed tot een bedrag van maximaal 800,00 (exclusief BTW). Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 26 mei 2010, verzonden op 31 mei 2010, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 28 juni 2010, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. Het COa heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2. Overwegingen 2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde, mede gelet op de uitspraak van de Afdeling van 18 augustus 2010 in zaak nr /1/V1 ( geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3 /1/V1 3 2 september Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. M.A.A. Mondt-Schouten, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H.W. Groeneweg, ambtenaar van Staat. w.g. Mondt-Schouten lid van de enkelvoudige kamer w.g. Groeneweg ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 2 september Verzonden: 2 september 2010 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, mr. H.H.C. Visser

4 Centraal Orgaan opvang asielzoekers postbus 3002, 2280 ME RIJSWIJK Het Raadskwartier Advocaten & Procureurs T.a.v. mw. mr. H. Postma Postbus BA GRONINGEN Centraal Orgaan opvang asielzoekers Sir Winsion Churchilllaan 366a 2285 SJ RIJSWIJK telefoon (070) fax (070) postadres postbus ME RIJSWIJK datum 26 augustus 2009 inlichtingen bij onderwerp Besluit aanvraag vergoeding kosten contra-expertise taalanalyse telefoon ons kenmerk B&JZ/CtK/09u.0O3426 uw brief 24 juli 2009 bijlage(n) mw. mr. C ten Klooster (070) Brief De Taaistudio d.d. 24 september 2008 Geachte mevrouw Postma, Inleiding Op 24 juli 2009 heeft u namens uw cliënt, de heer (IND-nr ), het COA verzocht toestemming te verlenen voor het maken van de door hem verschuldigde kosten in verband met het laten verrichten van een contra-expertise taalanalyse door de Taaistudio. Deze kosten zijn verbonden aan een door uw cliënt ingediende asielaanvraag. Bij de Taaistudio bedragen de kosten voor een contraexpertise taalanalyse 1463 (exci. BTW). Naar aanleidingvan uw aanvraag bericht het COA u als volgt. Besluit Het COA wijst de aanvraag voor een contra-expertise taalanalyse toe, zij het met een maximering van het te vergoeden bedrag tot 800,00 (exci. BTW). Hieronder volgt de motivering van dit besluit. Juridisch kader In artikel 9, eerste lid, aanhef en onder g van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005) is bepaald: TJe opvang in een opvangcentrum omvat in eik geval de volgende verstrekkingen: (...) g. betaling van buitengewone kosten.' In artikel 17 van de Rva 2005 is vervolgens bepaald wat onder buitengewone kosten Correspondentie uitsluitend aan bet postadres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief

5 Centraal Orgaan opvang asielzoekers dient te worden verstaan. Artikel 17, tweede en derde lid van de Rva 2005 bepaalt in dit verband: Lid 2: 'Buitengewone kosten zijn noodzakelijke kosten die vanwege hun aard of hoogte In redelijkheid niet geacht kunnen worden door de asielzoeker zelf te worden betaald.' Lid 3: 'Buitengewone kosten worden slechts betaald voorzover vooraf door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers toestemming is verleend voor het maken van deze kosten, met uitzondering van kosten die voortvloeien uit noodsituaties waarin geen mogelijkheid bestond tot het verzoeken om toestemming.' In samenhang gelezen met de toelichting op artikel 17 van de Rva 2005 blijkt dat een asielzoeker aanspraak maakt op vergoeding van buitengewone kosten ingeval; vooraf toestemming is verleend door het COA tot het maken van deze kosten; deze kosten noodzakelijk zijn; én deze kosten niet uit de gewone toelage dan wel op andere wijze bekostigd kunnen worden. Motivatie Uit het rapport taalanalyse blijkt dat uw cliënt stelt dat hij afkomstig is uit Centraal-Irak ( ), echter, op grond van de door de IND uitgevoerde taalanalyse is gebleken dat uw cliënt eenduidig niet te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen Centraal- Irak. Taalanalyse is een middel dat de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) kan gebruiken om duidelijkheid te verkrijgen over de herkomst van een vreemdeling. Wanneer er twijfel is over de herkomst van de vreemdeling, kan de IND een taalanalyse laten uitvoeren. Indien de vreemdeling het niet eens is met het resultaat van die taalanalyse, bestaat de mogelijkheid om een contra-expertise te laten verrichten. Een contra-expertise taalanalyse kan pas als zodanig worden aangemerkt als een deskundige (die beschikt over de benodigde talenkennis) naar de bandopname van de IND heeft geluisterd en daar een rapport over heeft opgesteld. Door De Taaistudio wordt een contra-expertise taalanalyse in verschillende fasen uitgevoerd. Bij de eerste fase/fase één dossieranalyse van De Taaistudio is er geen of nauwelijks sprake van een contra-expertise taalanalyse als boven beschreven. Het COA beschouwt de kosten voor deze zogenoemde eerste fase slechts voor een klein deel als noodzakelijke kosten behorend bij de contra-expertise taalanalyse. De Taaistudio somt in haar schrijven d.d. 24 september 2008 (kopie bijgevoegd) met betrekking tot de eerste fase de navolgende werkzaamheden op: -'verwerven en verwerken van gegevens over de levensloop van de betrokken asielzoeker en diens gestelde herkomst' - 'vergelijking van deze gegevens met gedetailleerde interne en externe bronnen ' - 'specifieke informatie inwinnen bij onafiiankelijke deskundigen ' Het COA is van mening dat deze werkzaamheden ofwel al door de gemachtigde zijn of nog door de gemachtigde verricht kunnen worden. Deze werkzaamheden zien niet puur op de taalanalyse. 2 van 5

6 Centraal Orgaan opvang asielzoekers De opsomming vervolgt met: - 'opstellen van het verwachte taaiprofiel van betrokkene in het licht van diens gestelde levensloop en herkomst' Het COA is van mening dat dit geen noodzakelijke kosten zijn aangezien voornoemde gegevens al bekend zijn gemaakt door de asielzoeker in het nader gehoor. - 'beoordelen van de argumenten in de taalanalyse van het Bureau Land en Taal' (hierna BLT) Het COA is van mening dat dit geen noodzakelijke werkzaamheden vooraf zijn. De argumenten van het BLT kunnen alleen in het licht van de taalanalyse en de daaraan ten grondslag liggende bandopname beoordeeld worden. Dit kan alleen nadat de contraexpertise is verricht. - 'beoordelen van de kwalificaties ter zake van de analist en linguïst die de taalanalyse van het BLT hebben uitgevoerd' Het COA is van mening dat deze beoordeling niet noodzakelijk is, aangezien het BLT door de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State als een ter zake deskundige instantie wordt beschouwd. - 'bepalen over welke taal of talen het onderzoek moet gaan ' Het COA is van mening dat het bepalen van de taal op grond waarvan de taalanalyse is verricht, volgt uit de vermelding ervan in het rapport taalanalyse. - 'vaststellen wat de vraagstelling van het taalonderzoek kan zijn ' Het COA is van mening dat deze vraagstelling niet noodzakelijk is aangezien dit volgt uit de opzet van de taalanalyse, namelijk het alsnog aannemelijk maken van het door de asielzoeker gestelde ten aanzien van zijn herkomst. - bepalen welke deskundige de zaak in de tweede fase zou moeten beoordelen' Het COA acht dit een reële kostenpost, echter van geringe aard. Deze activiteit (het koppelen van de juiste deskundige aan de taal welke aan de analyse ten grondslag heeft gelegen), die het COA als de kernactiviteit van De Taaistudio beschouwt, ziet het COA niet zozeer als behorend bij een afzonderlijke fase van het proces, maar als logische beginstap van de contra-expertise. De kosten hiervan, die het COA als noodzakelijk in de zin van artikel 17 Rva 2005 beschouwt, zijn daarom verdisconteerd in het totaal toegekende bedrag. - 'vaststellen of er aanvullende informatie nodig is voor het onderzoek in de tweede fase ' Het COA is van mening dat alle benodigde informatie om tot een contra-expertise te geraken, in beginsel aanwezig is. Indien aanvullende informatie desondanks nodig of wenselijk is, dan dient dit te worden vermeld in (het rapport van) de contra-expertise. -'beoordelen van de interpretatie die in een eenmaal uitgebrachte beschikking (of een voornemen) aan de resultaten van de taalanalyse is toegekend' -'het opstellen van een dossieranalyse ten behoeve van de asielzoeker of diens 3 van 5

7 ?J Centraal Orgaan opvang asielzoekers gemachtigde, waarin de beoordeling van de taalanalyse (deze kan positief of negatief zijn) wordt gemotiveerd' Het COA is van mening dat het aan de gemachtigde van de asielzoeker is om de interpretatie van het resultaat van de taalanalyse in relatie te brengen tot het asielrelaas. - 'het opstellen van een Plan van aanpak voor de asielzoeker of diens gemachtigde, waarin de mogelijkheden van een contra-expertise per zaak helder uiteen gezet worden ' Het COA acht dit geen noodzakelijke werkzaamheden: uitgangspunt is immers tot een contra-expertise te komen. -per taal (in veel zaken is is meer dan één taal relevant voor de taalanalyse) beoordelen van de kwaliteit en kwantiteit van de spraak die beschikbaar is op de opname van het taalanalyse-interview ' Het COA is van mening dat deze beoordeling niet noodzakelijk is aangezien de door het BLT uitgevoerde taalanalyse in de meeste gevallen slechts op één taal ziet. Het beoordelen van de kwaliteit van een opname is voorts eenvoudig vast te stellen en de kwantiteit kan uitsluitend door de betreffende deskundige vastgesteld worden. - 'vaststellen of een aanvullende opname noodzakelijk is' Het COA is van mening dat de noodzaak hiertoe eerst beargumenteerd dient te worden op basis van de contra-expertise. Bovendien volgt uit vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State dat een aanvullende bandopname alleen meegewogen behoeft te worden (door de IND) indien dit onder voor de IND controleerbare omstandigheden heeft plaats gevonden. Samengevat: Het COA is de mening toegedaan dat de meeste werkzaamheden in de door de Taaistudio zo genoemde eerste fase niet noodzakelijk zijn in de zin van artikel 17 Rva 2005, aangezien zij in het geheel niet of niet direct zien op de contra-expertise als zodanig. Daarbij heeft het COA in 2008 ook geconstateerd dat met name de kosten van de eerste fase in de afgelopen jaren een grote stijging hebben vertoond. Waar in 2004 voor de eerste fase een bedrag van 6 100,00 werd gerekend, wordt thans een bedrag van 558,00 (beide bedragen excl. BTW) in rekening gebracht, een stijging van ruim 400%. Naar de mening van het COA behoeft de eerste fase slechts te bestaan uit het benaderen van een deskundige in de door de IND in de taalanalyse aangegeven taal. Zoals hierboven reeds vermeld, ziet het COA deze werkzaamheden niet zozeer als behorend bij een afzonderlijke fase van het proces, maar als logische beginstap van de contraexpertise. De kosten hiervan zijn daarom verdisconteerd in het totaal toegekende bedrag. Ten aanzien van de tweede fase van de contra-expertise is het COA van mening dat dit de eigenlijke contra-expertise is en dat de hiervoor gemaakte kosten in beginsel als noodzakelijke kosten in de zin van artikel 17 Rva 2005 kunnen worden aangemerkt. Het COA brengt echter wel een begrenzing aan in het maximaal te vergoeden bedrag. Een gekwalificeerd taalkundig expert brengt een bedrag van circa 75,00 tot maximaal 100,00 per uur in rekening. Een redelijke inschatting van de tijd die een taalkundig expert nodig heeft voor een contra-expertise is vier tot zes uur. Derhalve acht het COA het redelijk dat voor een contra-expertise taalanalyse een totaalbedrag van maximaal 4 van 5

8 COA y? Centraal Orgaan opvang asielzoekers 800,00 excl. BTW wordt vergoed. Dit is inclusief het verdisconteerde bedrag met betrekking tot de kosten van het benaderen van een geschikte deskundige. Op grond van het bovenstaande wijst het COA uw verzoek om een volledige vergoeding van de kosten voor contra-expertise af. Het COA geeft u wel toestemming voor het maken van de kosten voor een contra-expertise taalanalyse voor een bedrag van 800,00 excl. BTW. Voorwaarde voor vergoeding door het COA is dat de onafhankelijkheid en de deskundigheid van de betreffende contra-expert achteraf te controleren zijn, met andere woorden: zijn of haar identiteit en hoedanigheid dienen bekend te zijn. Contra-expertises waarbij gebruik wordt gemaakt van anonieme experts komen derhalve niet voor vergoeding in aanmerking. Het COA behoudt zich daarbij het recht voor om in voorkomende gevallen onterecht uitgekeerde bedragen terug te vorderen. U kunt uw declaratie onder overlegging van dit schrijven en een afschrift van het rapport van de contra-expertise waaruit de identiteit van de contra-expert blijkt indienen bij de locatie waar uw cliënt verblijft. Rechtsmiddelen clausule Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u beroep bij de Vreemdelingenkamer van de rechtbank 's-gravenhage instellen. U kunt dit doen binnen vier weken na de dag waarop het aan u bekend is gemaakt. Het beroepschrift dient u te richten aan: Centraal Inschrijft ureau Vreemdelingenzaken Postbus BR Haarlem Faxnummer Voor het Bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers voorzitter raad van bestuur i.o. / algemeen directeur namens deze, mr. R. Snelleman Senior jurist Directie Beleid en Juridische Zaken 5 van 5

9 28. JUIN :28 HET RflPDSKWPRTIER HJgadskwartier HIT! rsu. yob r.hs-3 tspraak """"" ± «CHRUT RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Nevenzittingsplaats Groningen Sector Bestuursrecht V reemdelingenkamer Rechtbank Zaaknummer: Awb 09/34428 Uitspraak in het geschil tussen: geboren op van Iraakse nationaliteit, eiser» V-nummer gemachtigde: mr. M. Postma, advocaat te Groningen, en Het CENTRAAL ORGAAN OPVANG ASIELZOEKERS (COAÏ. gevestigd te Rijswijk, verweerder, vertegenwoordigd door mr. E.E. van der Kamp» advocaat te 's Gravenhage. 1. Ontstaan en loop van het geschil 1.1. Eiser heeft op 24 juli 2009 aan verweerder verzocht om vergoeding van de kosten die zijn gemoeid met het laten verrichten van een contra-expertise taalanalyse. Bij besluit van 16 september 2009 heeft verweerder de aanvraag gedeeltelijk afgewezen, 1.2. Eiser heeft hiertegen op 23 september 2009 beroep ingesteld. Op 19 november 2009 zijn de gronden van het beroep ingediend Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank toegezonden. De griffier heeft de van verweerder ontvangen stukken aan eiser toegezonden en hem in de gelegenheid gesteld om nadere gegevens te verstrekken. Verweerder heeft een verweerschrift, gedateerd op 15 april 2010, ingediend Het beroep is behandeld ter openbare zitting van 29 april Etser is aldaar niet verschenen en heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten. 2. Rechtsoverwegingen 2.1. De rechtbank toetst het bestreden besluit aan de hand van de voorgedragen beroepsgronden op rechtmatigheid en ambtshalve aan voorschriften van openbare orde.

10 =29 HET RAADSKWftRTIEIR NU-^ÖÖ r.^ i? Zaaknummers; Awb 09/34428 blad De rechtbank gaat uit van de volgende feiten. Eiser heeft op 17 september 2008 asiel aangevraagd. Eiser stelt afkomstig te zijn uit Centraal-Irak, De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft vanwege gerezen twijfel aan eisers afkomst, het Bureau Land en Taal (BLT) een taalanalyse laten uitvoeren. Volgens het rapport is eiser, anders dan hij heeft gesteld, eenduidig niet afkomstig uit Centraal-Irak- Bij het voornemen van 1 juli 2009 tot afwijzing van de aanvraag heeft de IND eiser gevraagd aan te geven of hij al dan niet een contra-expertise wil laten uitvoeren, Bij brief van 24 juli 2009 heeft eiser verweerder gevraagd om vergoeding van de kosten die verbonden zijn aan het laten uitvoeren van een contra-expertise. Eiser wil die contra-expertise laten uitvoeren door het bemiddelingsbureau "De Taaistudio" (hierna; De Taaistudio). De Taaistudio splitst de contra-expertise uit in een zogeheten eerste en een tweede fase. De totale kosten daarvan bedragen ,00, 2.3. In het bestreden besluit heeft verweerder besloten de kosten van voornoemde expertise tot een bedrag van 800,00 (exclusief BTW) te vergoeden. Daarbij heeft verweerder aangegeven dat de kosten die verband houden met de eerste fase, met uitzondering van de werkzaamheid bestaande uit het benaderen van een deskundige, niet voor vergoeding in aanmerking komen. Voor zover het de tweede fase betreft is verweerder bereid de daaraan verbonden kosten, inclusief voornoemde kosten voor het benaderen van een deskundige, te vergoeden tot een maximumbedrag van 800, Verweerder is van mening dat de kosten die De Taaistudio onder werkzaambeden ïn de eerste fase opvoert en waarop verweerder in het bestreden besluit gedetailleerd is ingegaan, geen noodzakelijke kosten zijn aangezien zij in het geheel niet, of niet direct, zien < op de te verrichten taalanalyse als zodanig. Verweerder heeft aangegeven te hebben geconstateerd dat vooral de kosten van de eerste fase in de afgelopen jaren een grote stijging hebben vertoond. Volgens verweerder hoeft de eerste fase slechts te bestaan uit het benaderen van een deskundige. Dit is niet zozeer een afzonderlijke fase van het proces, maar een logische beginstap van de eigenlijke contraexpertise, te weten de taalanalyse. De hiervoor te maken kosten, alsmede dé in het kader van de tweede fase te maken kosten, zijn in beginsel als noodzakelijke kosten aan te merken, zij het dat er aanleiding is om een begrenzing in eerder genoemde zin aan te brengen in het maximaal te vergoeden bedrag, 2,5. Eiser heeft zich in de gronden van beroep op het standpunt gesteld dat het beroep zich richt tegen de afwijzing van verweerder om het gehele bedrag ten behoeve van de contra-expertise, zoals dat door De Taaistudio in de offerte is aangegeven, te vergoeden. Eiser acht het niet meer volledig vergoeden van een contra-expertise een onredelijke beleidswijziging. Verweerder stelt volgens eiser ten onrechte dat de kosten die gemoeid zijn met de tweede fase van de contra-expertise als niet noodzakelijk moeten worden beschouwd Doordat verweerder slechts een deel van de kosten wil vergoeden, kan eiser naar zjjn zeggen geen contra-expertise laten uitvoeren, Daarbij wordt gewezen op de omstandigheid dat De Taatstudio een opdracht voor een tweede fase niet in behandeling zou nemen zonder dat daaraan een eerste fase vooraf gegaan is. Aangevoerd is verder dat eiser niet op een andere wijze in de kosten verbonden aan meergenoemde contra-expertise kan voorzien in de Handleiding Buitengewone Kosten van 17 juni 2008 is opgenomen dat verweerder zich beleidsmatig op het standpunt stelt dat een vreemdeling die in het kader van een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel wordt geconfronteerd met een voor hem nadelige taaianalyse, in beginsel in staat moet worden gesteld een contra-expertise te laten uitvoeren. Voor zover de vreemdeling in kwestie de kosten daarvan niet zelf kan dragen,

11 18= 29 HET RAADSKUGRTIER B NO.988 P.6/9 Zaaknummers: Awb 09/34428 blad 3 worden deze in beginsel als zijnde noodzakelijk door verweerder vergoed 2.7. Eiser heeft in het kader van vorenstaande gesteld dat het verrichten van een contraexpertise voor hem van doorslaggevend belang moet worden geacht, nu de uitkomst van de door de IND verrichte taalanalyse voor hem negatiefis en de afwijzing van zijn aanvraag om een verblijfsvergunning asiel hoofdzakelijk steunt op deze uitkomst Uit de jurisprudentie van de Afdeling blijkt, aldus eiser, dat hij alleen middels overlegging van een contraexpertise waaruit volgt dat de conclusies uit de door de IND verrichte taalanalyse niet moeten worden gevolgd, voornoemde afwijzing van zijn asielaanvraag rechtens kan bestrijden. Met een gedeeltelijke vergoeding van de kosten kan eiser ds facto deze noodzakelijk te achten contra-expertise niet laten uitvoeren. Eiser deelt de veronderstelling van verweerder dat een aantal in het besluit genoemde werkzaamheden van De Taal studio door de gemachtigde uitgevoerd zou kunnen worden, niet Een gemachtigde is geen taalkundige en beschikt volgens eiser niet over de vereiste expertise om deze werkzaamheden uit te voeren. Zolang De Taaistudio op het standpunt staat dat het niet mogelijk is de werkzaamheden in de tweede fase uit te voeren zonder dat daaraan een eerste fase is voorafgegaan, valt voor eiser de belangrijkste mogelijkheid om zijn identiteit en herkomst aannemelijk te maken weg Ingevolge artikel 3, eerste lid, Wet COA is verweerder onder meer belast met de materiële en immateriële opvang van asielzoekers. De minister kan, ingevolge het tweede lid van artikel 3 Wet COA, verweerder taken als bedoeld in het eerste lid opdragen met betrekking tot andere categorieën vreemdelingen. Ingevolge artikel 12 Wet COA kan de minister regels stellen met betrekking tot verstrekkingen aan asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, Wet COA. De Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva) strekt ter uitvoering van artikel 12 Wet COA. Ingevolge artikel 17, eerste lid, Rva 2ÛÛS kan een asielzoeker een vergoeding ontvangen voor buitengewone kosten, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel g van de regeling. In artikel 17, tweede lid, Rva is vermeld dat buitengewone kosten de noodzakelijke kosten zijn die vanwege hun aard of hoogte inredelijkheidniet door de asielzoeker zelf kunnen worden betaald. Ingevolge artikel 17, derde lid, Rva worden buitengewone kosten slechts betaald voorzover vooraf door verweerder aan de asielzoeker toestemming is verleend voor het maken van deze kosten, met uitzondering van kosten die voortvloeien uit noodsituaties waarin geen mogelijkheid bestond tot het verzoeken om toestemming In lijn met de uitspraak van de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 19 maart 2010 ( /I/V1), overweegt de rechtbank dat gezien de tekst van artikel 17, eerste lid en tweede lid van de Rvà 2005 en de toelichting daarop, verweerder bij de toepassing van deze bepaling oeoordelingsvrijheid toekomt» waarvan de invulling tot zijn verantwoordelijkheid behoort Het is aan verweerder om te beoordelen of de kosten noodzakelijk zijn en naar aard en omvang inredelijkheid niet kunnen worden geacht door de asielzoeker zelf te worden betaald. Het staat verweerder bij vorenstaande beoordeling vrij, gezien zijn beperktefinanciëlemiddelen, rekening te houden met de aard en omvang van de kosten waarvoor vergoeding wordt gevraagd. De rechtbank dient die beoordeling, aldus de Afdeling, terughoudend te toetsen op de wijze zoals die is aangegeven in voornoemde uitspraak. Dit houdt onder meer in dat de rechtbank haar eigen oordeel over de vraag of de kosten waarvoor vergoeding wordt gevraagd noodzakelijk zijn in

12 =30 HET RARDSKUARTIER BB N0.98S P.7/9 Zaaknummers: Awb 09/34428 blad 4 voornoemde zin, niet in de plaats dient te stellen van dat van verweerder Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 4 december 2007, JV 2008,50) kan de vreemdeling, indien de door het BLT in opdracht van de IND verrichte taalanalyse de gerezen twijfel aan de nationaliteit en identiteit niet wegneemt, die twijfel door het laten verrichten van een contra-expertise alsnog trachten weg te nemen. Hiertoe kan hij, indien hij van mening is dat de analyse onvolkomenheden bevat, de band, waarop het gesprek ten behoeve van de taalanalyse is opgenomen, desgewenst door een zelfgekozen onafhankelijke deskundige laten beoordelen en zo nodig van commentaar laten voorzien. De desbetreffende vreemdeling kan niet enkel door het plaatsen van kritische kanttekeningen bij de uitgevoerde taalanalyse teweegbrengen dat de IND een nieuwe taalanalyse moet verrichten, dan wel van een van de taalanalyse afwijkende conclusie uit dient te gaan De rechtbank stelt vast dat eiser, nu de IND nog geen beslissing heeft genomen op eisers asielaanvraag en hij derhalve nog een contra-expertise kan inbrengen in zijn asielprocedure, belang heeft bij een beoordeling van het onderhavige beroep De rechtbank stelt verder vast dat tussen partijen niet in geschil is dat, gelet op de in rechtsoverweging 2.10 genoemde jurisprudentie, een contra-expertise voor eiser de enige mogelijkheid is om de onderzoeksresultaten van het BLT te weerleggen. Evenmin is in geschil dat de kosten van een contra-expertise in beginsel ais noodzakelijke kosten in de zin van artikel 17, tweede lid, Rva moeten worden aangemerkt. Hetgeen door eiser daarover in het beroepschrift naar voren is gebracht, behoeft dan ook geen bespreking Het geschil spitst zich toe op de vraag of verweerder inredelijkheidheeft geoordeeld dat de kosten zoals die door De Taaistudio als kosten verbonden aan de eerste fase zijn opgevoerd, geen noodzakelijke kosten zijn in de zin van artikel 17 Rva. De inhoud van het besluit is niet betwist voor zover daarbij de vergoeding van de voor verweerder noodzakelijk bevonden kosten voor de tweede fase contra-expertise taalanalyse aan een maximum van 800,00 is gebonden In de brief van 24 september 2008 van De Taaistudio aan het COA die bü het besluit is gevoegd, heeft De Taaistudio uiteengezet dat een contra-expertise in verschillende fases wordt uitgevoerd. In die eerste fase worden de volgende werkzaamheden verricht - verwerven en verwerken van gegevens over de levensloop van de betrokken asielzoeker en diens gestelde herkomst; - vergelijking van deze gegevens met gedetailleerde interne en externe bronnen; - specifieke informatie inwinnen bij onafhankelijke deskundigen; - opstellen van het verwachte taaiprofiel van betrokkene in het licht van diens gestelde levensloop en herkomst; - beoordelen van de argumenten in de taalanalyse van het BLT; - beoordelen van de kwalificaties ter zake van de analist en linguïst die de taalanalyse van het BLT hebben uitgevoerd; - bepalen over welke taal of talen het onderzoek moet gaan; - vaststellen wat de vraagstelling van het taalonderzoek kan zijn; - bepalen welke deskundige de zaak in de tweede fase moet beoordelen; - vaststellen of er aanvullende informatie nodig is voor het onderzoek in de tweede fase; beoordelen van de interpretatie die in een eenmaal uitgebrachte beschikking (of een voornemen) aan de resultaten van de taalanalyse is toegekend;

13 =31 HET RfiADSKWARTIER NO.988 P.8/9 Zaaknummers: Awb 09/34428 blad 5 ' het opstellen van een dossieranalyse ten behoeve van de asielzoekers of diens gemachtigde waarin de beoordeling van de taalanalyse wordt gemotiveerd; - opstellen van een plan van aanpak voor de asielzoeker of diens gemachtigde waarin de mogelijkheden van een contra-expertise per zaak helder uiteengezet worden; - per taal beoordelen van de kwaliteit en kwantiteit van de spraak die beschikbaar is op de opname van het taalanalyse interview; - vaststellen of een aanvullende opname voor het onderzoek noodzakelijk is; en - vaststellen of er bijzondere kosten verwacht worden voor de tweede fase De rechtbank stelt vast dat de eerste fase van het onderzoek door De Taaistudio inhoudt dat deze, alvorens de bandopname door een deskundige te laten beluisteren, hetgeen als de eigenlijke taalanalyse moet worden beschouwd, eerst zelfstandig en los van de informatie die uit het asieldossier naar voren is gekomen en waarvan is uitgegaan bij de door het BLT in opdracht van de END uitgevoerde taalanalyse, via volgens De Taaistudio wetenschappelijk verantwoorde onderzoeksmethoden, infonnatie vergaart Aan de hand van die zelfstandig vergaarde informatie wordt vervolgens bepaald of het zinvol is een deskundige de eigenlijke taalanalyse te laten verrichten en zo ja, welke deskundige Naar het oordeel van de rechtbank wordt hiermee echter de achtergrond en het doel van de Rva, namelijk het voorzien in de vergoeding van de in het kader van een asielprocedure te maken noodzakelijke kosten, miskend. Bij een contra-expertise taalanalyse gaat het immers, zoals hiervoor onder rechtsoverweging 2.10 is overwogen, niet om een eerste, zelfstandige analyse van de gesproken taal, maar om het bieden van de mogelijkheid om een contra-expertise in te stellen naar aanleiding van en op de grondslag van de eerder door het BLT op aangeven van de IND uitgevoerde taalanalyse. Daarbij moet onderzocht worden of de conclusies van het rapport taalanalyse, uitgaande van het dossier en van de door de vreemdeling in het kader van zijn asielprocedure verstrekte informatie, juist zijn dan wel tot een andere conclusie had moeten worden gekomen. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat uitgangspunt in de asielprocedure is dat wordt uitgegaan van wat de vreemdeling aan asielmotieven en informatie heeft verstrekt Het is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet aan De Taaistudio om opnieuw, met voorbijgaan aan de verklaringen zoals die door de betrokken vreemdeling in zijn asielprocedure zijn afgelegd en de overige door de IND reeds verzamelde en in het dossier van de vreemdeling opgenomen informatie waarop de aanvraag om asiel wordt beoordeeld, voorbereidend onderzoek te verrichten. Gelet hierop heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid de kosten van de eerste fase niet noodzakelijk kunnen achten, Nu verweerder de kosten die zijn gemoeid met de onder de eerste fase opgesomde werkzaamheden in redelijkheid niet noodzakelijk heeft kunnen achten, kan de vraag of de werkzaamheden die De Taaistudio onder de eerste fase schaart al dan niet door een linguïst moeten worden uitgevoerd, in het midden blijven. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de deskundige bij de eigenlijke contra-expertise taalanalyse het dossier, Inclusief de verklaringen van eiser en de uitgangspunten van het dossier, tot zich neemt, Eisers betoog dat een aantal in het bestreden besluit genoemde werkzaamheden uit de eerste fase bezwaarlijk door de gemachtigde uitgevoerd kunnen worden, treft geen doel. Immers, een zelfstandig vooronderzoek is niet nodig. Dit neemt niet weg dat het in de rede ligt dat de gemachtigde verwacht kan worden dat hij op de hoogte is van het dossier en dat hij in dat kader noodzakelijk te achten infonnatie verstrekt

14 :31 HET RftftDSKWflRTIE:R S8 NO.ytfb r. w Zaaknummers: Awb 09/34428 blad Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser zijn stelling in het beroepschrift dat het voor hem door de handelwijze van verweerder in feite onmogelijk wordt gemaakt een contra^xpertise te laten uitvoeren aangezien De Taaistudio voor dat bedrag geen contraexpertise kan uitvoeren en er geen andere bureaus zijn buiten De Taaistudio die een contraexpertise kunnen uitvoeren, niet onderbouwd. Eiser heeft immers niet aangegeven dat hij onderzoek heeft verricht naar een contra-expertise door andere deskundigen. Bovendien blijkt uit de door verweerder bij het verweerschrift verstrekte informatie dat er meerdere bureaus zijn die een contra-expertise tegen lagere tarieven kunnen uitvoeren. Voorts blijkt uit de bij het verweerschrift gevoegde brief van 18 september 2009 van De Taaistudio dat ook De Taaistudio thans een contra-expertise tegen een lager bedrag en zonder een eerste fase kan verrichten Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond. 2.2Q. Voor veroordeling van een partij in de kosten die de andere partij in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken, bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Aldus gegeven door mr. T.F. Bruinenberg, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. C. van den Dool-van der Steeg als griffier op 26 roei de griffier de rechter VOOR AF?M$T CONFORM DE GRIFFIER VAN DEJHSÏHJBANK TE'S-GWENHAGE Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen vier weken na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder vermelding van "hoger beroep vreemdelingenzaken H r postbus 16113,2500 BC te 's-gravenhage. Ingevolge artikel 8S Vw 2000 dient het beroepschrift, in aanvulling op de vereisten gesteld in artikel 6:5 Algemene wet bestuursrecht, één of meer grieven tegen de uitspraak te bevatten. Artikel 6:6 Awb is niet van toepassing. Afschrift verzonden op: 3 1 MEI 20K)

15 28.JUN :27 HET RARDSKWARTIER B8 riu.^öö r. 1/ z? HE ;Raads kwartier ATEN Korreweg 66 9?i5 AD Groningen Postbus loio 9701 BA Groningen T05Q-57S7B50 F 050 « E InfoShetraadskwartfcr-nl 1 Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak Hoger beroep vreemdelingenzaken Postbus BC "s-gravenhage Per gewone posten oer telefax: Secretariaat: mw.. Springelkamp mw. P. Ldskes Advocaten rnw. mr. J.MJ. Lubbers' mw, mr. M. Haanstra mw, mr. P.A.J. Mulders mw. mr. M, Postma RAAD OTJ STATE INGEKOMEN 2 8 JUN 2010 Groningen. 28 juni 2010 HOGER BEROEPSCHRIFT Betreft Inzake: Nationaliteit: Geboortedatum: IND-nummen V-nummer hoger beroep inzake Awb 09/34428 Iraakse Hoogedelachtbaar college, De heer hierna te noemen: appellant, wonende te ( ), in het asielzoekerecentrum aldaar, ten deze woonplaats kiezend te Groningen (9701 BA), postbus 1010, op het kantoor van mr. H. Postma, die verklaart bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd door appellant tot het instellen van dit hoger beroep en als zijn advocaat te zullen optreden met het recht van vervanging, heeft op 24 juli 2009 een aanvraag ingediend tot vergoeding van de kosten die gemoeid zijn met het laten verrichten van een contra-expertise taalanalyse. Het Centraat Orgaan opvang Asielzoekers (COA), hierna te noemen; verweerder, heeft bij besluit van 16 september 2009 de aanvraag gedeeltelijk afgewezen. Appellant heeft hiertegen op 23 september 2009 beroep ingesteld. Bij uitspraak van 26 mei 2010, waarvan afschrift verzonden op 31 mei 2010, is het beroep met kenmerk Awb 09/34428 door de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, ongegrond verklaard {productie 1). Dit hoger beroepschrift keert zich tegen deze uitspraak. Het hoger beroepschrift berust op de navolgende grieven. Bij de grief wordt de overweging geciteerd dan wel genoemd waar de grief zich tegen richt. Grief 1: ten onrechte oordeelt de rechtbank dat verweerder In redelijkheid de kosten van de eerste fase niet noodzakelijk heeft kunnen achten, In rechtsoverweging 2.16 overweegt de rechtbank het volgende: 'Waar het oordeel van de rechtbank wordt hiermee echter de achtergrond en het doel van da Rva, namelijk het voorzien in de vergoeding van de in het kader van een asielprocedure te maken noodzakelijk kosten, miskend. Bij een contraexpertise taalanalyse gaat het immers, zoals hiervoor onder rechtsoverweging 2.10 is overwogen, niet MM Sticht Int derdcngoldcr 'Het Raads kwart ior' ING Bank Aansprakelijkheid is beperkt toi het bekras dat In een voorkopend geval door de bcrocpsaansprakclljlchüldsvaricltoraar wordt ultgekoord

16 28.JUN = 27 HET RftADSKWfiRTIER NU. yöü r*. c/ -D K *» " " * om een eerste, zelfstandige analyse van de gesproken taal maar om het bieden van de mogelijkheid om een contra-expertise in te stellen naar aanleiding van en op de grondslag van da eerder door hat BLT op aangeven van de IND uitgevoerde taalanalyse. {...) Het Is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet aan De Taaistudio om opnieuw, met voorbijgaan aan de verklaringen zoals die door de betrokken vreemdeling In zijn asielprocedure zijn afgelegd en de overige door de IND raeds verzamelde en in het dossier van d& vreemdeling opgenomen informatie waarop de aanvraag asiel wordt beoordeeld, voorbereidend onderzoek te verrichten. Gelet hierop heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid de kosten van de eerste fase niet noodzakelijk kunnen achten. ' Toelichting Door aldus te oordelen treedt de rechtbank ten onrechte in de werkwijze van het ats ter zake deskundig gekwalificeerde contra-expertise bureau De Taaistudio. In haar brief van 24 september 2008 aan het COA heeft De Taaistudio gemotiveerd uiteengezet waarom de eerste fase een onlosmakelijk onderdeel vormt van de contra-expertise en welke taalkundige-lnhoudeüjke werkzaamheden in deze fase worden verricht. De rechtbank had moeten onderkennen dat verweerder bjj zijn beoordeling van de noodzakelijkheid van de kosten niet enkel had mogen afäaan op de informatie van Bureau Land en Taal (BLT), dit mede gezien in het licht van het zijdens appellant ingeroepen rapport van dr. Jan D. ten Thije, senior lecturer bij het Department Nederlandse taal en cultuur /Utrecht Institute for Linguistic van de Universiteit Utrecht van 2 juli 2009 met als titel 'Wat is nodig voor verantwoorde linguïstische arbeidsbemiddeling?' Pe rechtbank heeft miskend dat verweerder zich niet gedegen en kenbaar heeft laten voorlichten door (meerdere) onafhankelijke en objectieve bronnen. Grief 2; de rechtbank stelt ten onrechte dat appellant niet heeft aangegeven dat hij onderzoek heeft verricht naar een contra-expertise door andere deskundigen. De rechtbank overweegt in rechtsoverweging 2.18 als volgt 'Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser zijn stelling in het beroepschrift dat het voor hem door de handelwijze van verweerder in faite onmogelijk wordt gemaakt een contra-expertise te laten uitvoeren aangezien De Taaistudio voor dat bedrag geen contra-expertise kan uitvoeren en er geen andere bureaus zijn buiten De Taaistudio die een contra-expertise kunnen uitvoeren, niet onderbouwd. Eiser heeft immers niet aangegeven dat hij onderzoek heeft verricht naar een contra-expertise door andere deskundigen. (...)' Toelichting Ter fitting van de rechtbank s namens appellant aangegeven dat een contra-expertise door de twee andere aanbieders van contra-expertises met betrekking tot taalanalyses, te weten Makano International en Lowani Afrika Talencentrum, niet mogelijk is omdat deze bureaqs uitsluitend expertise op het gebied van Afrikaanse talen bezitten en niet op het gebied van Sorani (een Koerdische taal), de taal die appellant spreekt. Er is derhalve, anders dan de rechtbank stelt, wel degelijk aangegeven dat appellant onderzoek heeft verricht naar een contra-expertise door andere deskundigen. Mitsdien heeft de rechtbank ten onrechte, althans niet op juiste gronden, het beroep ongegrond verklaard. Appellant verzoekt uw Afdeling dan ook: I zijn hoger beroep gegrond te verklaren en de uitspraak d.d. 26 mei 2010 van de rechtbank 's- Gravenhage, nevenzitüngsplaats Groningen, reg. nr. Awb 09/34428, geheel of gedeeltelijk te vernietigen; l het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond te verklaren; III de beschikking van 16 september 2009, V-nummer te vernietigen; IV de Minister van Justitie te veroordelen In de door appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep gemaakte proceskosten. 2 I l î 1

17 28. JUN = 28 HET RftHDSKWARTIE:R nu.at» Hoogachtend K/Fbstma Productie1; afschrift aangevallen uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaate Groningen, d.d. 26 mei 2010, Awb 09/34428 Afschrift dezes ts naar verweerder (COA RijswijK) verzonden. 3 l I l I

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109379/1/V1. Datum uitspraak: 4 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109588/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201113051/1/V3. Datum uitspraak: 30 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201202648/1 A/1. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201106015/1/V1. Datum uitspraak: 16 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011101 29/1/V.1. Datum uitspraak: 27 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108625/1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200803598/1. Datum uitspraak: 20 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 2O11O9095/1/V1. Datum uitspraak: 20 januari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103712/1/V1. Datum uitspraak: 18 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 2012Ö1424/1/V1. Datum uitspraak: 26 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108397/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 111 162/1/V3. Datum uitspraak: 28 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106469/1 A/3. Datum uitspraak: 24 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103219/1/V3. Datum uitspraak: 29 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 m ' \ Raad vanstate 200802271/1. Datum uitspraak: 20 mei 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: \ Raad vanstate 200802113/1. Datum uitspraak: 3 juli 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104117/1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200707532/1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201012059/1/V1. Datum uitspraak: 25 januari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 Raad van State 2009061 36/1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202934/1 /V3. Datum uitspraak: 25 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200902649/1 A/2. Datum uitspraak: 29 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 Raad vanstate 200800545/1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 201474/1 A/4. Datum uitspraak: 23 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201102465/1/V3. Datum uitspraak: 21 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200805532/1. Datum uitspraak: 19 november 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201107210/1/V1. Datum uitspraak: 21 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201001010/1/V1. Datum uitspraak: 28 mei 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK / Raad vanstate 201211522/1 A/1. Datum uitspraak: 9 September 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201206551/1/V3. Datum uitspraak: 5 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108388/1/V3. Datum uitspraak: 31 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201112531/1/V1. Datum uitspraak: 11 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201 203434/1/V3 Datum uitspraak: 17 april 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: p Raad vanstate 201203205/1 /V4. Datum uitspraak: 9 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106114/1/VI. Datum uitspraak: 15 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201204533/1/V1. Datum uitspraak: 19 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201201012/1/V3. Datum uitspraak: 21 februari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO8934

ECLI:NL:RVS:2010:BO8934 ECLI:NL:RVS:2010:BO8934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2010 Datum publicatie 27-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201005801/1/V1 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565 Instantie Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 07/1945 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201113282/1 /V1. Datum uitspraak: 23 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201210211/1/V3. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108344/1 A/3. Datum uitspraak: 31 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201107880/1/V3. Datum uitspraak: 29 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201205206/1/V3. Datum uitspraak: 25 juli 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010

Raad vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010 Raad vanstate 201003769/1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: * *' Raad vanstate 201207532/1/V3. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103164/1/V1. Datum uitspraak: 13 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/27939 NL16.3618 Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200703493/1. Datum uitspraak: 20 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellante,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 204093/1/V3 Datum uitspraak: 1 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201106888/1 /VI. Datum uitspraak: 21 november 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200908312/1/V3. Datum uitspraak: 18 maart 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201004895/1/V1. Datum uitspraak: 26 juli 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201208267/2/V1. Datum uitspraak: 9 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201008398/1/V3. Datum uitspraak: 21 februari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: > Raad vanstate 201108148/1/V3. Datum uitspraak: 24 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2O120O257/1/V2. Datum uitspraak: 31 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellante, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage,

Nadere informatie

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201106154/1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal. Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Räad vanstate 201102481/1/V3. Datum uitspraak: 16 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201203416/1/V3. Datum uitspraak: 16 april 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201001868/1/V2. Datum uitspraak: 12 maart 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie