Leeropbrengsten van de videoclub Vervoort (2015) ONDERZOEKSRAPPORT 2 1 : LEEROPBRENGSTEN VAN DE VIDEOCLUB

Transcriptie

1 ONDERZOEKSRAPPORT 2 1 : LEEROPBRENGSTEN VAN DE VIDEOCLUB Maaike Vervoort, november 2015 Saxion, Lectoraat Rich Media & Teacher Learning 1 Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het project Versterking Samenwerking Twente 0

2 Inhoud 1. Inleiding en onderzoeksvraag Interventie Methode Resultaten Conclusie... 5 Referenties... 7 Bijlagen

3 1. Inleiding en onderzoeksvraag In het kader van het project Versterking Samenwerking wordt onderzoek gedaan naar de videoclub als methodiek voor de professionalisering van starende leraren. In het studiejaar is de videoclub geïmplementeerd in het eerste jaar van de master leren en innoveren voor beginnende professionals (MLI-BP). Dit rapport doet verslag van de leeropbrengsten van de videoclub, gemeten met learner reports: Welke leeropbrengsten rapporteren startende leraren naar aanleiding van de videoclub? Het onderzoeksrapport is als volgt opgebouwd. Eerst wordt de werkwijze van de videoclub in studiejaar toegelicht ( 2). Hierna volgen de methode ( 3), de resultaten ( 4) en de conclusie ( 5) van dit onderzoek. 2. Interventie De videoclub kende in het studiejaar drie rondes, elk bestaande uit twee bijeenkomsten van 3 uur. In iedere ronde werd voor de analyse een bepaald kijkkader gebruikt, aansluitend bij theorieën over leren die aan bod kwamen in het curriculum MLI-BP. Dit waren achtereenvolgens: motivatie (ronde 1), interactie (ronde 2) en een leertheorie naar keuze (ronde 3). Tabel 1 toont de werkwijze per ronde van de videoclub 2. Tabel 1 Werkwijze videoclub ( ) Stap Activiteit 1 De theorie die het kijkkader vormt wordt besproken 2 Startende leraren maken een video van een onderwijssituatie in hun praktijk die te maken heeft met het kijkkader en selecteren een fragment van ca. 3 minuten 3 De videofragmenten worden samen bekeken en besproken onder leiding van een facilitator. Het kijkkader vormt daarbij de lens voor interpretatie. (in ronde 1 en 2: herhaling stap 2 en 3) 4 Ieder maakt per videofragment een schriftelijke analyse vanuit het kijkkader 2 Dit is het beoogd curriculum. Bijlage 2 geeft een beknopt overzicht van het uitgevoerde curriculum. Voor nadere informatie over de uitvoering van de videoclub zie Vervoort (2015), De praktische bruikbaarheid van de videoclub. 2

4 De bespreking van de theorie (stap 1) vindt plaats in de expertlijn van het curriculum MLI-BP. Vervolgens selecteren de deelnemers een videofragment van de eigen onderwijspraktijk (stap 2). In een bijeenkomst (stap 3) worden deze videofragmenten gezamenlijk bekeken en besproken onder leiding van een facilitator. Aan het eind van elke ronde (stap 4) kregen de studenten de opdracht om per videofragment een individuele schriftelijke analyse te maken (voor opdrachten en toetsing zie bijlage 1). 3. Methode Bij de evaluatie waren vijf studenten van de MLI-BP betrokken. Allen zijn werkzaam als startende leraar in het basisonderwijs en hebben deelgenomen aan alle bijeenkomsten van de videoclub in het studiejaar Voor het verzamelen van de leeropbrengsten is gebruikgemaakt van learner reports. Learner reporting is gebaseerd op het idee dat lerenden in staat zijn zelf te rapporteren wat zij aan kennis, inzichten en cognitieve en affectieve vaardigheden hebben opgedaan (Kamp, 1980, zoals geciteerd in Kesteren, 1993). Dit betekent dat de studenten opschrijven wat zij naar eigen oordeel hebben geleerd van de videoclub. De werkwijze voor de dataverzameling was als volgt. Tijdens een afsluitende bijeenkomst aan het eind van het studiejaar kregen de deelnemers een schriftelijk overzicht van de werkwijze van de videoclub en het verzoek om individueel te noteren wat ze hiervan hebben geleerd (zie bijlage 2). Vervolgens werd gevraagd deze notities door te geven aan twee anderen en na lezing de eigen rapportage aan te vullen. In een afsluitend gesprek werd ingegaan op hoe de werkwijze van de videoclub is ervaren. Voor de analyse van de learner reports (5) zijn de schriftelijk gerapporteerde leeropbrengsten van de deelnemers met elkaar vergeleken en geordend onder verschillende thema s ofwel categorieën waarop het geleerde betrekking heeft (inductive coding, Miles & Huberman, 1994). 4. Resultaten De gerapporteerde leeropbrengsten kunnen worden geordend in vier categorieën, namelijk: leeropbrengsten voor het verbinden van theorie en praktijk, voor het kijken naar leerlingen, voor het professioneel handelen en voor het kijken als leraar. Deze worden hieronder besproken. 3

5 Leeropbrengsten voor verbinden van theorie en praktijk De gerapporteerde leeropbrengsten betreffen het verbinden van theorie en praktijk, meer specifiek: het verbinden van theoretische begrippen over leren en motivatie aan situaties in de eigen praktijk. Een student vindt dat het gebruik van een gericht kijkkader helpt om theorie beter te herkennen in de werkelijkheid. Andersom wordt door andere studenten ook aangegeven dat het kijken vanuit verschillende theorieën ( kijkkaders ) bijdraagt aan bewuster of gerichter kijken naar een onderwijssituatie, of zoals zij het zelf verwoorden: door met verschillende kaders naar één fragment te kijken kunnen ineens andere dingen opvallen en het kader dat je kiest heeft een groot effect op wat je ziet in het videofragment. Leeropbrengsten voor het kijken naar leerlingen Studenten geven aan dat de videoclub ertoe heeft geleid dat zij anders zijn gaan kijken naar de leerlingen in hun onderwijspraktijk. Dit betreft aan de ene kant minder snel oordelen over leerlingen. Zo vermeldt een student dat zij heeft geleerd om te kijken naar leerlingen zonder daar direct een waardeoordeel aan te hechten en een ander geeft aan dat het belangrijk (is) om uit te gaan van de krachten in een situatie in plaats van direct te oordelen. Aan de andere kant hebben de gerapporteerde leeropbrengsten betrekking op het anders kijken naar leren van leerlingen. Zo geeft een student aan dat het kijken met meer mensen, met verschillende achtergronden, leidt tot meer inzicht in een concrete situatie en waarom nou juist iets opvalt bij een leerling met een bepaalde achtergrond. Dat de context dus heel belangrijk is voor welke verwachtingen je als leerkracht hebt van een kind. Ook leidt het samen kijken tot meer bewustwording van de rol die het eigen referentiekader speelt bij het kijken naar leerlingen in onderwijssituaties, of zoals een student dit verwoordt: Ik heb gemerkt dat je eigen achtergrond en je kennis van de context ook een grote invloed heeft op wat je ziet, wat je opvalt en hoe je dit interpreteert. Leeropbrengsten voor het professioneel handelen Studenten vinden dat de videoclub leidt tot leeropbrengsten voor hun professioneel handelen als leraar. Dit betreft met name bewustwording van het eigen handelen, zoals een student die zegt: ik kijk nu meer bewust naar mijn eigen onderwijspraktijk. Ook geven studenten aan dat de videoclub helpt om opvallende zaken in een situatie (te) 4

6 kunnen duiden met mijn praktijkkennis en theorie en hieruit conclusies te trekken voor mij als leraar en je leert dat je ook verschillende oplossingen of mogelijkheden hebt als leerkracht vanuit die verschillende (theoretische, MV) invalshoeken. Eén student maakt dit iets concreter; zij geeft aan dat het analyseren van een onderwijs- situatie vanuit theorie over motivatie ertoe heeft geleid dat zij haar gedrag ten aanzien van een bepaalde leerling bewuster inzet en meer bewust keuzes maakt in wat zij wel of niet doet. De bijdrage aan het professioneel handelen beperkt zich niet tot de rol van de leraar in de klas maar betreft ook de professionele rol ten opzichte van collega s. Zo rapporteert een student een verandering in haar professionele rol, die zij als volgt verwoordt: sparren met collega s in de videoclub zorgt ervoor dat ik makkelijker een situatie inbreng bij andere collega s (in de werksituatie, MV) om tot oplossingen te komen. Deze leeropbrengst voor de professionele rol van de leraar buiten de klas, in het contact met collega s, kan worden gezien als een positief neveneffect van het werken met de videoclub. Leeropbrengsten voor het kijken als leraar In de gerapporteerde leeropbrengsten benadrukken de studenten dat zij leren van de verschillende perspectieven die andere startende leraren inbrengen bij het bekijken van een onderwijssituatie. Dit leidt tot anders kijken als leraar, of zoals zij het verwoorden dat je met verschillende brillen naar dezelfde situatie kunt kijken en je blik wordt verruimt. Uit de learner reports blijkt dat niet alleen het samen kijken leidt tot anders kijken. Ook het herhaald bekijken van onderwijssituaties leidt tot anders kijken als leraar, want door een filmfragment te gebruiken bekijk je de gebeurtenissen vaker en bewuster, ( ) waardoor je een opener blik krijgt. Deze leeropbrengsten zijn iets abstracter dan de hierboven genoemde punten maar illustreren wel dat de videoclub bijdraagt aan bewuster kijken naar onderwijssituaties. 5. Conclusie Uit de resultaten van de learner reports kan worden geconcludeerd dat startende leraren leeropbrengsten ervaren van het werken met de videoclub. Zij rapporteren leeropbrengsten op verschillende gebieden. 5

7 Startende leraren rapporteren leeropbrengsten voor: het verbinden van theorie en praktijk: de videoclub draagt bij aan het herkennen van de theorie in de werkelijkheid en bewuster of gerichter kijken naar onderwijssituaties. het kijken naar leerlingen: de videoclub leidt tot anders kijken naar leerlingen in de onderwijspraktijk, dat wil zeggen: 1) minder snel oordelen over leerlingen, 2) meer inzicht in leren van leerlingen en 3) meer bewustwording van de rol van het eigen referentiekader bij het kijken naar leren van leerlingen. het professioneel handelen: de videoclub leidt tot meer bewustwording van het professioneel handelen in de praktijk, zoals het duiden van onderwijssituaties en het maken van meer bewuste keuzes als leraar. Ook draagt de videoclub bij aan een verandering in de professionele rol ten opzichte van collega s op de werkplek. het kijken als leraar: het gezamenlijk en herhaald kijken naar onderwijssituaties zorgt ervoor dat je als leraar een ruimere, meer open blik krijgt. 6

8 Referenties Kesteren, B. van (1993). Applications of De Groot's learner report : A tool to identify educational objectives and learning experiences. Studies in Educational Evaluation 19(1), Miles, M. B., & Huberman, A. M. (1994). Qualitative data analysis: An expanded source book. Thousand Oaks, CA: Sage Publications. 7

9 Bijlagen 8

10 Bijlage 1 Opdrachten voor individuele schriftelijke analyse (studiejaar ) Videoclub ronde 1 (kwartiel 1, september-november 2014) Opdracht 1.1 Selectie videofragmenten Je maakt een video-opname van je eigen onderwijspraktijk. De situatie heeft te maken met motivatie en toont het werkgedrag van de leerling(en). In je verslag neem je twee fragmenten op (maximaal 3 minuten per fragment). Je geeft aanvullende informatie bij de situatie die van belang is voor de kijker (zoals kenmerken van de school en de groep, het vak etc.) en verantwoord je keuze voor deze twee fragmenten. 1.2 Noticing Je beschrijft wat er gebeurt in de geselecteerde videofragmenten. Relateer de beschrijving aan je eigen praktijkkennis en aan je kennis over motivatie. Leg daarbij een relatie met de begrippen uit de learn to notice-theorie (Sherin & Van Es, 2002; 2008). 1.3 Analyse en reflectie op de praktijk Bekijk opnieuw de beschrijving van de videofragmenten die je hebt gemaakt bij 1.2. Geef nu opnieuw een beschrijving van de videofragmenten vanuit de kennis die je hebt opgedaan bij de studieonderdelen literatuuronderzoek en observatie. Leg daarbij een relatie met de begrippen uit de learn to noticetheorie van Sherin en Van Es (2002; 2008). Ofwel: wat zie je nu wat je in eerste instantie niet zag? 1.4 Conclusie In de algemene conclusie van je verslag vergelijk je de uitkomsten van het proces van noticing bij videoclub 1 met de uitkomsten van de observatie met een meetinstrument. a. Beargumenteer welke verschillen er zijn tussen deze beide manieren van kijken. Geef hierbij concrete voorbeelden. b. Geef aan wat de uitgevoerde opdracht oplevert voor jou als professional in de onderwijspraktijk. Beoordelingscriteria Onvoldoende Voldoende Goed Noticing De videofragmenten ontbreken, zijn langer dan drie minuten en/of betreffen geen werkgedrag van leerlingen. worden niet of niet goed toegepast. Relevante aspecten van de context zijn beschreven. De keuze voor de videofragmenten is beschreven. De stappen van het learn-tonotice-kader worden toegepast. De gebeurtenissen worden beschreven en geïnterpreteerd. Relevante aspecten van de context zijn samenhangend beschreven. De keuze voor de videofragmenten is verantwoord. worden toegepast. De gebeurtenissen worden beschreven en geïnterpreteerd waarbij verbanden worden gelegd met theoretische begrippen/principes (m.b.t. thema motivatie) 9

11 Onvoldoende Voldoende Goed worden niet of niet goed toegepast. Er worden geen relevante gebeurtenissen genoemd. De interpretatie van deze gebeurtenissen is nauwelijks beschreven en de verbanden met theoretische begrippen/principes (m.b.t. thema motivatie) worden niet aangegeven. Er worden geen relevante gebeurtenissen genoemd. De interpretatie van deze gebeurtenissen is nauwelijks beschreven en de verbanden met theoretische begrippen/principes (m.b.t. thema motivatie) worden niet aangegeven. De vergelijking tussen noticing middels videoclub en observatie met een meetinstrument wordt niet beschreven en/of concrete voorbeelden ontbreken. De opbrengsten van de opdracht Learn to notice 1 voor het eigen professionele handelen worden nauwelijks besproken. De stappen van het learn-tonotice-kader worden toegepast. De gebeurtenissen worden beschreven en geïnterpreteerd. Analyse en reflectie op de praktijk Een of meer relevante gebeurtenissen worden genoemd. De interpretatie van deze gebeurtenissen is beschreven. De verbanden met theoretische begrippen/principes (m.b.t. thema motivatie) zijn aangegeven. Een of meer relevante gebeurtenissen worden genoemd. De interpretatie van deze gebeurtenissen is beschreven. De verbanden met theoretische begrippen/principes (m.b.t. thema motivatie) zijn aangegeven. Conclusie De vergelijking tussen noticing middels videoclub en observatie met een meetinstrument wordt beschreven. Concrete voorbeelden worden gegeven. De opbrengsten van de opdracht Learn to notice 1 voor het eigen professionele handelen worden besproken. worden toegepast. De gebeurtenissen worden beschreven en geïnterpreteerd waarbij verbanden worden gelegd met theoretische begrippen/principes (m.b.t. thema motivatie) Een of meer relevante gebeurtenissen worden genoemd. De interpretatie van deze gebeurtenissen is beschreven. De verbanden met theoretische begrippen/principes (m.b.t. thema motivatie) worden onderbouwd vanuit de concrete waarneming. Een of meer relevante gebeurtenissen worden genoemd. De interpretatie van deze gebeurtenissen is beschreven. De verbanden met theoretische begrippen/principes (m.b.t. thema motivatie) worden onderbouwd vanuit de concrete waarneming. De vergelijking tussen noticing middels videoclub en observatie met een meetinstrument wordt doeltreffend beargumenteerd en de verschillen tussen deze twee manier van kijken naar de eigen onderwijspraktijk zijn helder. De voorbeelden die worden gegeven verduidelijken deze verschillen. De opbrengsten van de opdracht Learn to notice 1 voor het eigen professionele handelen worden besproken. De theorie wordt doeltreffend aan de eigen praktijk en het professionele handelen gekoppeld. 10

12 Videoclub ronde 2 (kwartiel 2-3, december 2014-april 2015) Opdracht Videoclub 2 sluit aan bij Ontwerp 1, waarbij een curriculumontwerp wordt gemaakt. We analyseren twee videofragmenten: een onderwijssituatie vóor de uitvoering van je curriculumontwerp en een onderwijssituatie tijdens de uitvoering van je curriculumontwerp. Je beschrijft kort de context waarin je deze opdracht uitvoert. Je bepaalt het vak(domein) waarop je je focust bij deze opdracht en leg uit waarom. Je kiest in elk geval een vak(domein) waarvoor je zelf onderwijs verzorgt en waarbij instructie een belangrijk onderdeel is. 1.1 Vóor uitvoering curriculumontwerp Je voert een les uit voor het gekozen vak(domein) en maakt hiervan een video-opname waarin de interactie tijdens de instructie zichtbaar is. Je selecteert en analyseert een fragment waarin jouw professioneel handelen in interactie met de klas of een groepje leerlingen zichtbaar is: - Je geeft een toelichting van de context van het geselecteerde fragment. Hieruit blijkt wie er zichtbaar zijn, wat het onderwerp van de les is en eventuele andere relevante kenmerken. - Je verantwoordt de keuze van dit fragment. - Je beschrijft de gebeurtenissen in het videofragment en je interpreteert c.q. duidt deze situatie met behulp van de besproken theorie over interactie. Je hebt daarbij zowel aandacht voor je eigen interactiegedrag als voor het interactiegedrag van de leerlingen. 1.2 Uitvoering curriculumontwerp Je maakt een video-opname van de uitvoering van een les uit je lessenreeks waarin de interactie tijdens de instructie zichtbaar is. Je selecteert en analyseert een fragment waarin jouw professioneel handelen in interactie met de klas of een groepje leerlingen zichtbaar is: - Je geeft een toelichting van de context van het geselecteerde fragment. Hieruit blijkt wie er zichtbaar zijn, wat het onderwerp van de les is en eventuele andere relevante kenmerken. - Je verantwoordt de keuze van dit fragment. - Je beschrijft de gebeurtenissen in het videofragment en je interpreteert c.q. duidt deze situatie met behulp van de besproken theorie over interactie. Je hebt daarbij zowel aandacht voor je eigen interactiegedrag als voor het interactiegedrag van de leerlingen. 1.3 Vergelijking Je vergelijkt je eigen professioneel handelen voor en na je herziene curriculumontwerp. Zie je verschil? Bespreek deze verschillen vanuit de theorie over interactie. 11

13 Beoordelingscriteria Onvoldoende Voldoende Goed De videofragmenten ontbreken, zijn langer dan drie minuten en/of betreffen geen situatie waarin het eigen professioneel handelen in interactie met de klas of een groepje leerlingen zichtbaar is. De videofragmenten tonen het eigen professioneel handelen in interactie met de klas of een groepje leerlingen. Relevante aspecten van de context zijn beschreven. De keuze voor de videofragmenten is beschreven. Onvoldoende Voldoende Goed worden niet of niet goed toegepast. worden niet of niet goed toegepast. De vergelijking van het eigen professioneel handelen in situatie 1 en 2 wordt niet beschreven en/of bespreking van verschillen ontbreekt. worden toegepast. De gebeurtenissen worden beschreven en geïnterpreteerd, waarbij aandacht is voor het interactiegedrag van leerkracht en leerling(en). Bij de interpretatie worden verbanden gelegd met theoretische begrippen/ principes (m.b.t. thema interactie). worden toegepast. De gebeurtenissen worden beschreven en geïnterpreteerd, waarbij aandacht is voor het interactiegedrag van leerkracht en leerling(en). Bij de interpretatie worden verbanden gelegd met theoretische begrippen/ principes (m.b.t. thema interactie). De vergelijking van het eigen professioneel handelen in situatie 1 en 2 wordt beschreven. Verschillen worden besproken. De videofragmenten tonen het eigen professioneel handelen in interactie met de klas of een groepje leerlingen. Relevante aspecten van de context zijn samenhangend beschreven. De keuze voor de videofragmenten is verantwoord. worden toegepast. De gebeurtenissen worden beschreven en geïnterpreteerd, waarbij aandacht is voor het interactiegedrag van leerkracht en leerling(en). Bij de interpretatie worden verbanden gelegd met theoretische begrippen/ principes (m.b.t. thema interactie) en de interpretatie wordt onderbouwd vanuit de concrete waarneming. worden toegepast. De gebeurtenissen worden beschreven en geïnterpreteerd, waarbij aandacht is voor het interactiegedrag van leerkracht en leerling(en). Bij de interpretatie worden verbanden gelegd met theoretische begrippen/ principes (m.b.t. thema interactie) en de interpretatie wordt onderbouwd vanuit de concrete waarneming. De vergelijking van het eigen professioneel handelen in situatie 1 en 2 wordt doeltreffend beargumenteerd. Verschillen worden besproken, waarbij een relatie wordt gelegd met de theorie (m.b.t. thema interactie). 12

14 Videoclub ronde 3 (kwartiel 4, mei-juli 2015) Opdracht De lens op de leerling We kijken ook dit kwartiel naar jouw onderwijspraktijk, in het bijzonder naar het leren van leerlingen. Je gebruikt hierbij als kijkkader, ofwel lens, de theorieën over leren die zijn aangereikt in de expertlijn in kwartiel 1 t/m 3 (inclusief de theorie die in dit kwartiel wordt behandeld) Je bepaalt zelf wat je nader wilt bekijken, ofwel onderzoeken, in je onderwijspraktijk als het gaat om het leren van je leerlingen. Ben je benieuwd naar hoe een bepaalde leerling leert? Of hoe leerlingen zich bepaalde (lastige) leerstof eigen maken? Of ben je nieuwsgierig naar hoe een bepaald leerproces bij een bepaald vak(gebied) verloopt? Licht je keuze toe. Afhankelijk van je keuze maak je een video-opname van een situatie in je onderwijspraktijk waarin het leren van een leerling of een groepje leerlingen zichtbaar is. Je verantwoordt welk kijkkader je gebruikt om de situatie in de video te interpreteren. Je selecteert een fragment van ongeveer 3 minuten waarin iets gebeurt dat van belang is in relatie tot je gekozen perspectief op het leren van leerlingen. Je verbindt dit fragment aan een analyse waarin je expliciet gebruikmaakt van de theorie uit het gekozen kijkkader om de situatie te interpreteren en te verbinden aan overkoepelende didactisch en/of pedagogische termen. Het verslag bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Een videofragment met een situatie uit de eigen onderwijspraktijk i.r.t. het thema 2. Een verantwoording van deze selectie: het aandachtsgebied dat centraal staat 3. Een samenhangende beschrijving van relevante aspecten van de context 4. Verantwoording van het gebruikte kijkkader voor analyse 5. Analyse en reflectie op het leren van leerlingen waarbij verbanden worden gelegd met theoretische begrippen/principes i.r.t. het gekozen aandachtsgebied 6. Conclusies 13

15 Beoordelingscriteria Voorwaardelijk Er is een videofragment toegevoegd. Dit videofragment toont een situatie uit de eigen onderwijspraktijk waarin een leerling of groepje leerlingen zichtbaar is. Onvoldoende Voldoende Goed Het gekozen aandachtsgebied is niet beschreven en/of heeft geen betrekking op het leren van leerlingen. Het gekozen aandachtsgebied is beschreven en heeft betrekking op het leren van leerlingen. Het gekozen aandachtsgebied is beschreven, heeft betrekking op het leren van leerlingen en is ook geformuleerd als onderzoeksvraag. Een beschrijving van relevante aspecten van de context ontbreekt Relevante aspecten van de context zijn beschreven. Relevante aspecten van de context zijn samenhangend beschreven. De keuze voor een theoretisch kijkkader is niet expliciet aangegeven. De keuze voor een theoretisch kijkkader is duidelijk beschreven. De keuze voor een theoretisch kijkkader is duidelijk beschreven en is verantwoord. Analyse van het videofragment ontbreekt en/of verwijzing naar het theoretisch kijkkader ontbreekt. Het videofragment is verbonden aan een analyse van het leren van de leerling(en). De theorie uit het gekozen kijkkader is expliciet gebruikt om de situatie te beschrijven. Bij de interpretatie wordt op adequate wijze verbanden gelegd met ten minste een overkoepelende didactische en/of pedagogische term. Het videofragment is verbonden aan een analyse van het leren van de leerling(en). De theorie uit het gekozen kijkkader is expliciet gebruikt om de situatie te beschrijven en te interpreteren. Bij de interpretatie worden op adequate wijze verbanden gelegd met meerdere overkoepelende didactische en/of pedagogische termen. Een conclusie ontbreekt. De analyse wordt afgerond met een conclusie waarin wordt teruggekoppeld naar het gekozen aandachtsgebied. De analyse wordt afgerond met een conclusie waarin wordt teruggekoppeld naar het gekozen aandachtsgebied. Gevolgtrekkingen of opbrengsten voor de eigen onderwijspraktijk zijn aangegeven. 14

16 Bijlage 2 EVALUATIE VIDEOCLUB: LEARNER REPORT Dit studiejaar hebben we bij de MLI-BP gewerkt met de methodiek van de videoclub. Ik wil jullie vragen om jullie leerervaring hiermee te beschrijven. Ofwel: wat heb je afgelopen jaar geleerd van het werken met de videoclub? De werkwijze van de videoclub was als volgt: In elke videoclub is een bepaald thema het kijkkader. Voor videoclub 1 en 3 werd dit toegelicht in de expertlijn (kwartiel 1: motivatie; kwartiel 4: leertheorieën), voor videoclub 2 in de videoclub-bijeenkomsten (interactie). Je maakt een video-opname van een situatie in je eigen onderwijspraktijk die te maken heeft met het thema. De focus ligt op de leerling (videoclub 1), de leerkracht en de leerling (videoclub 2) en de leerling (videoclub 3) Je selecteert een fragment van ca. 3 minuten en verantwoordt je keuze (bij videoclub 1 en 2: twee situaties, bij videoclub 3: één situatie). Je geeft contextinformatie die van belang is voor de interpretatie. De geselecteerde videofragmenten worden besproken met medestudenten. In videoclub 1: eerst opschrijven, dan uitwisselen. In videoclub 2: mondeling uitwisselen, eerst in tweetallen dan in hele groep; in videoclub 3: mondeling uitwisselen, meer o.l.v. degene die het fragment inbrengt. Van de videofragmenten maak je een schriftelijke analyse: je beschrijft en interpreteert de gebeurtenissen en legt daarbij verbanden met theoretische begrippen uit het kijkkader. Bij videoclub 1: vergelijken twee situaties (motivatie); bij videoclub 2: vergelijken situatie voor & na herontwerp curriculum (interactie); bij videoclub 3: één situatie met keuze eigen kijkkader(s). Van het werken met de videoclub heb ik geleerd Noteer hier je aanvullingen na uitwisseling met je medestudenten: 15