MONITOR VERSLAG - december 2015

Transcriptie

1 MONITOR VERSLAG - december 2015 inleiding In het SWV 2302 is een notitie monitoring vastgesteld. (zie hoofdstuk 4 van het ondersteuningsplan). Het SWV vindt het van belang dat de monitor antwoord moet geven op 3 centrale vragen: 1. Zit de leerling op de juiste plek? 2. Komt de euro op de juiste plek? 3. Is de routing op orde? In de maanden september/oktober is alle besturen gevraagd mee te werken aan een inventarisatie om antwoord te geven op de drie voornoemde vragen. Voor de inventarisatiebrief - zie de bijlage. Er kan worden opgemerkt dat de kwaliteit van de beantwoording enorm varieerde: er zijn schoolbesturen die serieus de vragen hebben beantwoord; er zijn er waarbij het lijkt alsof het invullen ca. 3 minuten heeft gekost. De vraag naar het aantal leerlingen waarvoor men zorgplichtig is, heeft tot misverstanden geleid. Veel schoolbesturen hebben het totaal aantal leerlingen aangegeven, vermoedelijk vanuit de gedachte dat men voor alle leerlingen zorgplichtig is. Zorglicht in het licht van passend onderwijs is alleen van toepassing als een leerling extra ondersteuning behoeft. De volgorde is dus altijd 1. Het bevoegd gezag (in de praktijk de school) beoordeelt of er sprake is van de noodzaak tot extra ondersteuning (hetzij bij de aanmelding, hetzij bij een ingeschreven leerling); 2. Als deze noodzaak is geconcludeerd, treedt de zorgplicht in werking en dient er binnen 6 weken (eventueel en gemotiveerd verlengd tot 10 weken) een passend onderwijsaanbod te zijn (of op de eigen of op een andere school). Verder valt op dat er vaak geen antwoorden worden gegeven. Het kan zijn dat de betreffende vraag niet van toepassing is (bijvoorbeeld geen inspectiebezoek geweest in de betreffende periode). Deze non respons is als geen gescoord. 1

2 Inhoud van het verslag In dit verslag wordt in hoofdstuk 1 ingegaan op de algemene vragen. In hoofdstuk 2 op het onderdeel zorgplicht en op de aanwezigheid van ontwikkelingsperspectieven. Hoofdstuk 3: Tevens is alle besturen gevraagd de inzet van de middelen 1 e helft kalenderjaar 2014 (verantwoording tientjes-regeling) en 2 e helft 2014 (inzet lichte en zware ondersteuningsmiddelen) te verantwoorden. In dit hoofdstuk staan de onderdelen uit bijvoorbeeld de jaarverslagen van de schoolbesturen die betrekking hebben op deze middelen. In hoofdstuk 4 volgen conclusies. De totale respons omvat 18 van de 21 schoolbesturen. Eén schoolbestuur heeft om uitstel gevraagd vanwege organisatorische aangelegenheden. Twee schoolbesturen hebben een 2e rappel gehad, waarbij is aangegeven dat indien men niet voor 8 januari 2016 reageert het ondersteuningsbudget zal worden verminderd. Indien reacties vaker dan 1x zijn genoemd is dit tussen haakjes opgenomen Hoofdstuk 1 In de monitor zijn de volgende vragen gesteld. - Algemene indruk van de consequenties van de invoering van passend onderwijs op de school/scholen? Er is een groep van schoolbesturen (in het vervolg SB) die kritisch reageert, 5x wordt de extra druk voor leraren genoemd (met als toelichting in één geval dat het om meer complexe leerlingen gaat) en 4x wordt de toegenomen administratieve last genoemd. Ook wordt door die groep opgemerkt dat: er te weinig middelen zijn (2x). Door de andere SB worden positieve zaken opgesomd: door het schoolondersteuningsprofiel heeft een goede reflectie op het eigen kunnen plaatsgevonden (2x) het onderwijs is thuisnabijer geworden (3x) er wordt op de scholen meer gedacht in kansen dan in onmogelijkheden (4x) men prijst de inzet van het OCC in de deelregio NOTwente (2x) 2

3 er vindt geen labeling meer plaats. Men is realistisch inclusief bezig De verwijzing daalt Er is sprake van een bewuster en planmatiger handelen (2x) Voor het SO (speciaal onderwijs) heeft passend onderwijs geleid tot een herbezinning op rol en taak, met een verdiepte focus op terugplaatsing en daardoor op opbrengstgericht werken. De leerling daling leidt wel tot organisatorische onrust en tot een verdieping van de problematiek. Verder geeft men mee dat a. Ouders beter moeten worden geïnformeerd door de scholen b. Men vooral positief wil denken c. De ondersteuningsvragen met name op het onderdeel gedrag liggen. d. Enige nuance wordt op prijs gesteld zo veel is er immers nog niet gebeurd. - Voorbeelden van nieuwe ontwikkelingen in het kader van leerling ondersteuning? Er worden talloze ontwikkelingen genoemd: Denken in termen van de onderwijsondersteuningsvraag: wat heeft de leerling nodig(3x) Een zorgroute (2x) Meer autonomie bij de leerkracht (2x) Preventief werken Werken met bouwstenen (ook wat negatiever geduid door 2 SB) Denken in arrangementen en oplossingen (2x) Samenwerking in en met de commissie van arrangementen (2x) Meer scholing op gedrag Afstemming met de jeugdzorg Beter overleg tussen directeur en IB er (intern begeleider) Symbiose arrangementen met het speciaal onderwijs (SO) Werken met onderwijsassistent Wijkcoach die ondersteunt Begeleiding buiten de groep Inrichting van het school ondersteuningsteam (SOT) Handelingsgericht- en opbrengstgericht werken Gedragsspecialist LB leraren Bovenschoolse leerlingbegeleider Scholing van de IB er 3

4 Planmatig werken Werkgroep onderwijs in positie Meer betrokkenheid van ouders Betere afstemming met de voorschoolse voorzieningen Het werken met de eigen begeleiders (voorheen de ambulante begeleiders) - Suggesties voor het delen van deze ontwikkelingen met ander scholen. Volgens velen is het delen niet nodig (11x). Anderen noemen de volgende onderwerpen om kennis te delen a. Afstemmen tussen CvA s b. Expertise van het jonge risico kind c. Gezamenlijke database d. Verdieping van het IB netwerk Er wordt aandacht gevraagd voor de weinige tijd die er is om kennis te delen. Ook wijst iemand op de noodzakelijke afstemming tussen het SO en het SBO (speciaal basisonderwijs). - Mogelijke effecten van het verwijzer-betaalt-principe (anders dan het financiële effect)? Zeven SB zien geen effect. Vijf keer wordt het gerichter nadenken alvorens te verwijzen als een positief effect genoemd. Voorts wordt opgemerkt dat het goed is dat er strenger wordt gecheckt (2x) en dat men terughoudender is (2x). Verder maakt men melding van onzekerheid (mag het wel), dat de relatie met ouders onder druk staat, dat er meer afstemming tussen scholen is op lokaal niveau en dat er later wordt doorverwezen - Opbrengsten van de eventuele - overname van personeel ambulante begeleiding? Negen keer wordt niet van toepassing opgegeven. Verder is men tevreden over de effectievere inzet (3x), de nabijheid van de expertise (3x). meer preventief handelen, het gebruik van de AB er (ambulant begeleider) als coach en dat men de kwaliteit beter kan bewaken. Eén SB constateert dat het nog moeilijk is om het effect te bepalen. Ook wordt de overname van een onderwijsassistent genoemd. - Mogelijke effecten van het vastgestelde basisprofiel? Een enkele keer was er verwarring met het schoolondersteuningsprofiel. 4

5 Acht keer wordt geen effect genoemd of stelt men dat het begrip niet bekend is (4x), ook al stond er in de vraag een verwijzing naar het bronnenboek. Positief is men over de versterking ervan voor het werken met PBS (positive behaviour support), aandacht voor dyscalculie en de push voor het werken met een OPP (= ontwikkelingsperspectief). Negatief zijn 2 SB over de inperking van de vrijheid van onderwijs, dat er te veel nadruk ligt op verantwoording en dat het te detaillistisch is. Ook hier wordt de nuance ingebracht: we zijn nog maar net bezig. - Opmerkingen over de aanvraagprocedure voor een toelaatbaarheidsverklaring SO en/of SBO? Vijf SB geven geen reactie. Acht SB klagen over de toegenomen administratieve last en dat het van boven af is opgelegd (2x). Er wordt gewezen op startproblemen maar dat het nu beter gaat. Enschede wordt genoemd vanwege het gedoe rond SPOE en SKOE. Twee maal is men positief over het feit dat de verantwoordelijkheid nu goed is belegd. Aandachtspunt is en blijft de communicatie met ouders. - Opbrengsten van eventueel inspectiebezoek in relatie tot leerling ondersteuning? Zes SB geven aan dat de ondersteuning op orde is. Acht keer is geen reactie gegeven. Er is kritiek op de werkwijze van de inspectie. Een ander SB ziet juist positieve effecten (ontwikkelpunten voor scholen). - Afstemming met de gemeente(n)? - Knelpunten of goede voorbeelden. Vier SB zien geen voortuitgang. Vijf SB zijn daarentegen erg positief. Ook wordt PMT 3x als goed voorbeeld genoemd. 2x wordt het beleid van de gemeente als diffuus geduid. Verder: Gemeente is te klein Gemeente is reactief Er is veel verschil tussen gemeenten Oldenzaal wordt als erg actief gekenschetst Haaksbergen als minder positief Er moet meer informatie worden uitgewisseld De afstemming met het voorschoolse kan beter 5

6 - Aanbevelingen voor het SWV? De volgende aanbevelingen passeren de revue: 1. Studiedag over de resultaten van het SWV 2. Sturen op de afstemming SO regulier 3. Evalueer wat goed loopt 4. Zorg voor bestuurlijke dekking voor medewerkers 5. Zorg dat het bestuur van het SWV in zijn rol blijft 6. Fijn dat er een afstemmingsoverleg is, het kan nog meer over de inhoud gaan 7. Ontwikkel een soberder basisprofiel (2x) 8. Ga diensten (expertise) aanbieden (2x) 9. Hanteer een PDCA cyclus 10. Biedt inzicht in de geldstromen 11. Verminder de administratieve last (3x) Drie SB hadden geen aanbevelingen. - Aandachtspunten bij de basisondersteuning 1 Drie SB hadden geen opmerkingen en 4 gaven aan dat het niet van toepassing is. 2x wilde men vooral herziening (soberder). Verder a. Meer richten op ouderbetrokkenheid (2x) b. De leraar als eigenaar zien (2x) c. Het bevordert een professionele leergemeenschap d. Het mag veel dwingender e. De groei moet zichtbaar worden in vaardigheidsscores (2x) - activiteiten in het kader van het basisprofiel Vier SB noemen geen activiteiten. Door alle anderen worden vele activiteiten genoemd: 1. werken met een bestuursmonitor (7x) 2. afstemming in het directieberaad (7x) en in het IB netwerk (8x) 3. doorontwikkeling van het SOP (schoolondersteuningsprofiel) (2x) 4. meer eisen aan het OPP (3x) 5. studiedagen (4x) 6. betere leerlingbespreking (2x) 7. intern data verzamelen 8. plannen van aanpak opstellen 9. meer coaching 10. meer transparantie 11. werken met groepsplannen 12. eigen coördinatie verbeterd of opgezet 13. werken met audits (3x) 1 Er ligt een bijgesteld profiel (vastgesteld door het DB december 2014), deze is opgenomen in het bronnenboek in hoofdstuk 4. 6

7 14. werken met een kwaliteitsteam 15. beter overleg in de school (2x) 16. een eigen academie (2x) 17. meer inzet van de orthopedagoog (3x) Hoofdstuk 2 zorgplicht en OPP s Zoals in de inleiding reeds is gesteld was er bij velen onduidelijkheid over het begrip zorgplicht. In de tabel met de aantallen leerlingen werd in de 1 e kolom door vier SB het totaal aantal leerlingen opgevoerd. Zorglicht in het licht van passend onderwijs is alleen van toepassing als een leerling extra ondersteuning behoeft. De volgorde is dus altijd 1. Het bevoegd gezag (in de praktijk de school) beoordeelt of er sprake is van de noodzaak tot extra ondersteuning (hetzij bij de aanmelding, hetzij bij een ingeschreven leerling); 2. Als deze noodzaak is vastgesteld, treedt de zorgplicht in werking en dient er binnen 6 weken (eventueel en gemotiveerd verlengd tot 10 weken) een passend onderwijsaanbod te zijn (of op de eigen of op een andere school). 2 Aantal leerlingen waarvoor de school/scholen zorgplichtig is/zijn. Aantal leerlingen waarvoor binnen de eigen school/scholen oplossingen zijn gevonden. Aantal leerlingen dat naar een andere basisschool school is verwezen. Aantal leerlingen dat naar een school voor speciaal (basis) onderwijs is verwezen SBO: 55 SO: 32 Aantal procedures bij de landelijke geschillen commissie passend onderwijs. 3 geen Ook de 2 e kolom heeft tot onduidelijkheden geleid en kan om die reden geen totaalbeeld geven. Ook de vraag Indien het passende arrangement bij één of meer leerlingen NIET tot stand is gekomen wat is er toen gebeurd? Welke actie is ondernomen en welke afloop heeft die actie gehad? is veelal niet correct ingevuld. Veel besturen gaven hier juist aan dat bepaalde trajecten wel tot een oplossing hadden geleid. Eenmaal heeft een oplossing lang geduurd (ca. 4 weken). 2 Zie artikel 40 WPO en artikel 40 WEC. 3 De landelijke geschillencommissie passend onderwijs is ingesteld om belanghebbenden een gratis voorziening te bieden in 3 gevallen: a. bij weigering b. bij verwijdering en c. bij onenigheid over het OPP. De commissie geeft een inhoudelijke en procedureel advies (zie ) 7

8 Tot slot is gevraagd naar het aantal OPP en (= ontwikkelingsperspectieven). In totaal gaat het om 248 OPP en. Deze zijn gelijkmatig over de schoolbesturen verspreid en er zijn gemiddeld 2 OPP per opgegeven basisschool. Het betreft ca. 0,7 % van de totale populatie basisschool leerlingen. In het SBO en het SO hebben alle leerlingen een OPP (wettelijke verplichting). Hoofdstuk 3 verantwoording middelen In dit hoofdstuk staan per schoolbestuur de passages uit hun jaarverslagen of aparte teksten die betrekking hebben op de inzet van de middelen: a. Periode januari-juli 2014 dit betreft de inzet van d zgn. tientjes regeling. Ieder SWV ontving van de overheid een bedrag van 10,- per leerling bao en sbao om de invoering van passend onderwijs te faciliteren. b. De periode augustus-december. In die periode hebben schoolbesturen middelen lichte en zware ondersteuning ontvangen voor het schooljaar 2014/2015. Stichting KOMT Verantwoording Middelen Passend onderwijs is per 1 augustus 2014 van start gegaan. De Stichting valt sinds die datum onder Samenwerkingsverband 23.02, een verband waarin alle scholen basisonderwijs en speciaal onderwijs vertegenwoordigd zijn binnen de gemeenten Hof van Twente, Borne, Hengelo, Enschede en Oldenzaal. In dit verband zijn 23 schoolbesturen vertegenwoordigd. Stichting KOMT werkt binnen het SWV nauw samen met de besturen die voorheen SWV 7.01, 7.02 en 8.02 vormden. Het betreffen alle schoolbesturen in de gemeenten Hengelo, Borne, Haaksbergen en de Hof van Twente. Ze werken samen onder de noemer Plein Midden Twente. In de afgelopen jaren heeft Stichting KOMT de nodige maatregelen getroffen om per 1 augustus 2014 klaar te zijn voor passend onderwijs. Het project Kind op de gang is in 2008 opgezet om met name de zorgprofielen van de scholen vast te stellen en om de bandbreedtes van de zorg op Stichtingsniveau vast te stellen. In 2010 hebben de scholen vanuit WSNS plus een start gemaakt met de ontwikkeling en implementatie van de 1-zorgroute. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontvangen in de 1-zorgroute onderwijs op maat. Leerkrachten en intern begeleiders werken handelingsgericht en stemmen het onderwijs af 8

9 op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Daarbij wordt uitgegaan van de mogelijkheden en talenten van de leerlingen in plaats van het centraal stellen van datgene wat het kind niet kan. In de 1-zorgroute staat het handelingsgericht werken met groepsplannen vanuit het ontwikkelingsperspectief van elke leerling centraal, zowel op cognitief en didactisch gebied als op sociaal-emotioneel en pedagogisch niveau. In de stappen in de 1-zorgroute wordt gestreefd naar een optimale afstemming met en tussen alle verantwoordelijke partners in de keten van onderwijs en zorg voor de leerling. Alle scholen hebben de voorgaande jaren geïnvesteerd in het werken volgens het IGDI-model, een manier van werken in de klas op drie niveaus bij de kernvakken, zodat een leerkracht in het klassenmanagement nog de mogelijkheid heeft om aandacht te hebben aan leerlingen die individuele ondersteuning nodig hebben. Dit aangevuld met eventueel extra ondersteuning. De start van passend onderwijs heeft in 2014 binnen de scholen van de stichting nog niet direct geleid tot een andere werkwijze voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. In de komende jaren zal passend onderwijs steeds meer vorm krijgen en zullen nieuwe onderwijsarrangementen opgezet worden, binnen dan wel buiten de stichting. Bron: jaarverslag Stichting KOMT 2014 Het geld voor de tientjesregeling is gebruikt voor de inrichting van passend onderwijs, in het bijzonder de ontwikkeling en het opstellen van de zorgprofielen van de scholen. Het geld voor de lichte zorg is deels gebruikt voor de formatie om de intern begeleiders ambulante tijd te geven, voor onderzoek, ambulantebeleiding en SoVa-trainingen. De zware zorg middelen zijn gebruikt voor het continueren van de rugzakgelden in dat schooljaar. Stichting Nutsbasisschool Delden Verantwoording Middelen betreffende kind. Vanaf schooljaar zijn de gelden van cluster 3 en cluster 4 leerlingen in het kader van het Passend Onderwijs afkomstig van Samenwerkingsverband en niet langer van het Rijk. Dit betekent dat wanneer er extra middelen nodig zijn om te kunnen voorzien in de onderwijsbehoeften van een leerling deze moeten worden aangevraagd met mede weten en akkoord van het bestuur bij het samenwerkingsverband. Zij kunnen het plan accorderen. Het bestuur zal dan aansluitend moeten voorzien in de bekostiging. Bron: uit jaarverslag De Toonladder 2014 Het geld voor de tientjesregeling is gebruikt voor de inrichting van passend onderwijs, in het bijzonder de ontwikkeling en het opstellen van de zorgprofielen van de scholen. Het geld voor de lichte zorg is deels gebruikt voor de formatie om de intern begeleider ambulante tijd te geven, voor 9

10 onderzoek, ambulante beleiding en SoVa-trainingen. De zware zorg middelen zijn gebruikt voor het continueren van de rugzakgelden in dat schooljaar. Stichting Departement Oldenzaal e.o. der Maatschappij tot Nut van t Algemeen. Hieronder ( in zwart ) de passages uit het jaarverslag 2014 die betrekking hebben op de gepleegde inzet van de ondersteuningsmiddelen. In de jaarrekening zijn de middelen tientjesregeling en de middelen ontvangen voor lichte zorg niet specifiek benoemd of herleidbaar. In de exploitatierekening 2014 zijn deze onderdeel van de posten Rijksbijdragen SWV en Overige baten. Deze ontvangen bedragen heb ik dan ook uit het grootboek 2014 gehaald en zijn: 1.180,- tientjesregeling (ontvangen in oktober 2014) ,- zorggelden augustus t/m december 2014 In onderstaande passages uit het jaarverslag 2014 wordt niet specifiek ingegaan op de ontvangen bedragen en hoe deze zijn besteed, ze zijn o.a. ingezet om de deelname aan het OOC te bekostigen in onze deelregio NO-Twente en besteed aan de personeelslasten van de IB-ers en onze inzet wat betreft remedial teaching om de eerdere rugzakleerlingen blijvend te begeleiden. Samenwerkingsverband SWV opgegaan in Op 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs en daarmee de zorgplicht formeel in werking getreden. Op deze datum is het samenwerkingsverband (SWV) opgegaan in SWV Om preventief en dichtbij het kind te kunnen werken, is het grote regionale SWV ingedeeld in drie werkgebieden, zogenaamde sub regio s. Schoolbesturen binnen de sub regio s werken onderling samen en hebben afspraken gemaakt over onderwijsondersteuning aan kinderen. Dit gebeurt op basis van centrale afspraken die SWV met de sub regio s heeft gemaakt. Wij vallen onder de sub regio Noordoost Twente, met schoolbesturen in de gemeente Oldenzaal, Dinkelland en Losser en zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met het Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente (KONOT) en Stichting Katholiek Onderwijs Losser (SKOLO). Daartoe is een Onderwijs Ondersteunings Centrum opgericht (OOC) waar wij als partner in participeren. Binnen de kaders van passend onderwijs is het binnen ons Samenwerkingsverband momenteel zo georganiseerd dat wanneer wij als school handelingsverlegen zijn, een leerling via het OOC kan worden aangemeld bij het Platform voor onderzoek, begeleiding en advies (POBA). Door het POBA wordt een zorgvuldige procedure opgestart waarbij ouders en school nadrukkelijk worden betrokken. Samen wordt 10

11 dan gezocht naar passende begeleiding, eventueel een andere vorm van hulp, toegespitst op de problemen van het betreffende kind of een andere vorm van (speciaal) onderwijs. Beleidsvoornemens voor het kalenderjaar 2015 Uitvoeren en verder implementeren van de wet op het passend onderwijs door optimaal gebruik te maken van het OOC en daar aanwezige ondersteuningsstructuur en verder te werken aan de kwaliteit van onze basisondersteuning door ons te richten op de streefdoelen zoals deze zijn geformuleerd in het ondersteuningsplan van SWV Evaluatie beleidsvoornemens 2014 (zie jaarverslag 2013) o Zoals hiervoor beschreven bij samenwerkingsverband.. is de zorgplicht formeel in werking getreden, hiertoe hebben we ons schoolondersteuningsprofiel geactualiseerd en geven we invulling aan de zorgplicht middels ons partnerschap in het OOC. Analyse van het exploitatiesaldo 2014 ten opzichte van de begroting 2014: Begroting 2014 Realisatie 2014 Overschot Tekort Begroting 2015 Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totale baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totale lasten Financiële baten en lasten Resultaat negatief negatief Korte toelichting op bovengenoemde bedragen: Baten Rijksbijdragen OCW: 11

12 De hogere realisatie ( ,-) is het gevolg van ontvangen gelden in het kader van de compensatie voor de gestegen arbeidskosten en middelen in het kader van het Nationale onderwijsakkoord, mede omdat modernisering van de Bapo is gerealiseerd. Verder zijn vanaf augustus zorgmiddelen geboekt als Rijksbijdragen OCW. Overige baten: Deze is ruim ,- lager omdat de in de tweede helft ontvangen zorgmiddelen als Rijksbijdragen OCW zijn geboekt, het gaat hier om een bedrag van ruim ,-. Lasten Personele lasten: De personele lasten vielen ( ,-) hoger uit mede door een hogere afdracht van de diverse premies en werkgeverslasten en hogere personele lasten ten gevolge van het overgangsjaar schooltijden. Ook is er ruim 6.000,- meer uitgegeven aan scholing dan begroot, deels ook onder gebracht bij personeels- en arbeidsmarktbeleid. Ook is hier de bijdrage vanaf augustus 2014 aan het Onderwijsondersteuningscentrum (OOC) ondergebracht ( 5663,-). Stichting Katholiek Onderwijs Twenterand Zorgplicht- Passend onderwijs In 2006 is door het ministerie van OC&W het begrip zorgplicht geïntroduceerd. Met deze zorgplicht wil men schoolbesturen verantwoordelijk maken voor alle kinderen die zich bij een school van het bestuur aanmelden. Ieder kind moet een passend onderwijsarrangement worden aangeboden ook al heeft dit kind een lichamelijke of geestelijke beperking. Op 19 december 2007 heeft de tweede kamer groen licht gegeven voor het invoeringsplan Passend Onderwijs. Op regionaal niveau is de afgelopen jaren overleg geweest om binnen Twente en de Achterhoek samenwerking tussen alle vormen en zuilen van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs op gang te brengen. Per 1 augustus 2014 zijn de scholen wettelijk verplicht aangesloten bij een samenwerkingsverband passend onderwijs. De indeling van deze samenwerkingsverbanden is door het ministerie van OC&W vastgesteld. Twaalf scholen zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband Binnen dit samenwerkingsverband horen deze scholen bij de afdeling De Langewieke maakt deel uit van het samenwerkingsverband Binnen dit samenwerkingsverband hoort zij bij de afdeling Rondom de Vonder. De St. Stephanusschool in Zenderen maakt deel uit van het samenwerkingsverband Dit samenwerkingsverband kent geen afdelingen. De Twenterand scholen zijn in 2014 door mw. H. Nijenhuis en mw. Y. Wijnen vertegenwoordigd in de coördinatiegroep van de afdeling Dhr. J. Lammers vertegenwoordigt ons in het samenwerkingsverband Rondom de Vonder. Inhoudelijk sluit de St. Stephanusschool in Zenderen aan bij afdeling Via de coördinatoren en onze vertegenwoordigers in de coördinatiegroep zijn diverse voorstellen gedaan om de zorg voor de leerlingen te optimaliseren. In alle samenwerkingsverbanden is gewerkt aan de opstelling van het ondersteuningsplan. De ondersteuningsplannen zijn na overleg met de planraad [inspraak orgaan ouders en personeel] en het OOGO [overleg orgaan van de gemeenten] vastgesteld. De ondersteuningsplannen zijn naar de onderwijsinspectie gestuurd.. Onze coördinator WSNS [oude samenwerkingsverband] dhr. K. Hendriks, is directeur van het nieuwe samenwerkingsverband Namens de afdeling is dhr. C. Bartman van TOF-onderwijs de vertegenwoordiger in het bestuur van SWV Dhr. Benneker is onafhankelijk voorzitter van het SWV In de andere twee samenwerkingsverbanden 12

13 waarin we participeren laten we ons vertegenwoordigen door collega stichtingen waarmee we een goede relatie hebben. Vanaf 1 augustus 2014 vindt de zorgbekostiging vanuit de nieuwe samenwerkingsverbanden plaats. Financiële Inzet zorgmiddelen SKOT School Zorgmiddelen leerlingaantal lichte zorg zware zorg totaal Stephanus Z , , ,00 De middelen zijn ingezet in de personele bekostiging van school. Dit maakt mogelijk dat er extra zorg gegeven kan worden aan leerlingen en het verwijzingspercentage nagenoeg nihil is. Stichting Katholiek Onderwijs Enschede 3.2 Het samenwerkingsverband Alle zeventien scholen zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband is ingericht om de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle scholen die erin participeren te benadrukken. De eindverantwoordelijkheid is neergelegd bij het bestuur van het samenwerkingsverband, waarbij de deelregio Enschede binnen de gestelde kaders zelf afspraken mag maken en daardoor een grote vorm van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid houdt. Als we kijken naar het ondersteuningssysteem dat we hanteren dan is er sprake van een keten van samenhangende aspecten. De keten start bij het signaleren in de basisschool van een leerling die behoefte heeft aan extra zorg. Aan de andere zijde van de keten staat het terugplaatsen van leerlingen vanuit het speciaal onderwijs/speciaal basisonderwijs in het regulier basisonderwijs. In elke schakel van deze keten is iemand (eind-)verantwoordelijk voor het goede verloop van alle activiteiten. Dit betekent dat ieder die een rol heeft in de keten kan worden aangesproken op haar deelverantwoordelijkheid en de kwaliteit ervan. Afgelopen jaar is ook veel energie gestoken in de overgang naar het nieuw gevormde samenwerkingsverband in Twente Zuid. 3.3 Leerlingenzorg op schoolniveau Binnen alle scholen is tenminste één interne begeleider aangesteld die minimaal één dag ambulante tijd heeft voor die taak. De interne begeleiders hebben vier ib-dagen gehad. Tijdens deze bijeenkomsten worden de voorstellen vanuit de St. KOE besproken en van advies voorzien aan de directies. Daarnaast zijn onderlinge uitwisseling van informatie en scholing belangrijke onderdelen van de bijeenkomst. 3.4 Zorgplicht In het kader van passend onderwijs moeten de schoolbesturen vanaf 2014 aan alle kinderen een passend onderwijsarrangement aan kunnen bieden. Dit betekent dat er met onder andere het speciaal onderwijs afspraken zijn gemaakt om dit in de praktijk te kunnen verwezenlijken (de arrangementen hoeven niet altijd zelf uitgevoerd te worden). De Stichting KOE heeft verschillende trajecten in gang gezet om de draagkracht van de schoolteams te vergroten. 13

14 KONOT De Stg. Konot beschrijft in haar jaarverslag niet op welke manier de middelen tientjesregeling (januari-juli 2014) en de besteding lichte en zware ondersteuning heeft plaatsgevonden. De middelen tientjesregeling en het budget lichte zorg is toegevoegd aan de exploitatie/dienstverlening van het OOC en de facilitering van IBers op de aangesloten basisscholen. Het budget zware zorg (augustusdecember 2014) is ingezet t.b.v. de bekostiging van onderwijsondersteuningsarrangementen in het BAO/SBO en de facilitering van IBers in het BAO. Zware zorg en tientjesregeling: geld is ingezet om oude rugzakken te kunnen voortzetten in een afbouwbedrag. Middelen lichte zorg: Lichte zorg overdracht Ariens Bekostiging steunpunten Ib-ondersteuning Scholingstrajecten aandacht voor gedrag, plusklassen, ib. Extra inkomsten CLB, bekostiging scholen ( ) ondersteuning KOE ( voor onderzoeken observaties) schoolbegeleidingsmiddelen ). Enschedese School Vereniging Leerlingenzorg De ESV maakt deel uit van het regionale samenwerkingsverband Afspraken zijn vastgelegd in het Ondersteuningsplan Een bestuurslid van de ESV heeft zitting in de Raad van Toezicht van het samenwerkingsverband. Wij hebben de basisondersteuning en extra zorg voor onze leerlingen beschreven in het Schoolondersteuningsprofiel van onze school. Dit document is op de website geplaatst en wordt jaarlijks herzien. De intern begeleider voert jaarlijks minimaal vier keer overleg in het driehoeksoverleg betreffende de zorgleerlingen. Het ZAT (Zorgadviesteam) heeft duidelijk zijn waarde bewezen. Het spreekuur van de schoolmaatschappelijk werker is in 2014 regelmatig bezocht door ouders met opvoedingsvragen van diverse aard. We streven ernaar alle kinderen passend onderwijs te bieden. Dit gebeurt in en buiten de groep. Voor hulp buiten de groep wendelen we middelen aan om kinderen individueel of in (kleine) groepen te ondersteunen: middels Remedial Teaching (RT) voor kinderen met extra behoeften op het gebied van rekenen/taal/lezen, voor leerlingen met een OPP door individuele begeleiding door een leerkracht buiten de groep, voor de begaafde leerlingen (vanaf groep 3) in plusgroep De Denktank en bij het vvto-engels in zgn. Pull-out groups (voor kinderen met een voorsprong t.a.v. het Vroeg Engels) door de native speaker. Bekostiging van de eerste twee voorzieningen geschiedt uit de zorgmiddelen. 14

15 Prestatiebox In 2014 zijn er door de overheid middelen ter beschikking gesteld via een zogeheten prestatiebox met specifieke bestedingsdoelen. De Enschedese Schoolvereniging heeft de gelden van de prestatiebox in de eerste plaats ingezet ten behoeve van verdere verbetering en ontwikkeling van het opbrengstgericht werken, door instelling van het al eerder genoemde ESV-Kwaliteitsteam. Hiervoor is expertise vanuit Expertis Onderwijsadviseurs aangetrokken, zowel bij het schooloverleg als het begeleiden en observeren van leerkrachten (klassenconsultaties) en gezamenlijke teamtrainingen. Aandachtspunten hierbij zijn: aandacht voor hogere opbrengsten bij rekenen en taal/lezen, werken met een datamuur, verbetering en uitbreiding van de didactische vaardigheden van leerkrachten en aandacht voor differentiatie en excellentie (de plus - leerlingen). In dit kader is uitvoering van het beleid voor de plusgroep in de school verder verdiept en gefaciliteerd; voor een dag per week is een leerkracht voor de plusgroep aangesteld, die naast het verzorgen van lessen ook meewerkt aan uitvoering van het begaafdheidsbeleid. Bovendien zijn prestatieboxmiddelen aangewend voor professionalisering van leerkrachten en verdere (externe) begeleiding bij het PBS-traject (Positive Behaviour Support schoolbreed werken aan een veilig en eenduidig schoolklimaat, waarin pestgedrag wordt voorkomen). Op individueel niveau is een leerkracht gestart met een managementtraject. Andere collega s zijn bezig met de afrondende fase van de master Ecologische pedagogiek en de opleiding tot Kindercoach. Ten slotte is een leerkracht in 2014 begonnen met de tweejarige master SEN. De component cultuureducatie in de prestatiebox is benut om het activiteitenaanbod te realiseren, met onder andere het Kunstmenu van Concordia, voorstellingen en workshops voor kinderen en nascholingsactiviteiten voor cultuurcoördinator en leerkrachten. De school is pilotschool van het samenwerkingsverband Culturage, waarin scholen en culturele instellingen in Enschede gezamenlijk inhoud geven aan cultuureducatie met kwaliteit: cultuur wordt verweven met andere vakgebieden, zoals rekenen, taal en zaakvakken. Een uniek project in 2014 betrof de integrale deelname van de school aan het kunstproject Paden naar het paradijs, opgezet door de cultuurcoördinator naar voorbeeld van de gelijknamige expositie in het Rijksmuseum Twenthe. Gedurende het schooljaar hebben alle kinderen deelgenomen aan workshops verzorgd door beeldende kunstenaars. Verschillende disciplines kwamen aan de orde, zoals keramiek, fotografie, textiele werkvormen, olieverfschilderen en etsen. Er werd zowel ruimtelijk als in het platte vlak gewerkt. De resultaten waren zo fraai, dat de school een eigen expositie mocht inrichten in het Rijksmuseum! Deze vond plaats op donderdag 11 september Een bijzondere gebeurtenis, waarbij tevens afscheid werd genomen van de betreffende cultuurcoördinator/leerkracht. Deze collega beëindigde haar onderwijscarrière wegens pensionering. 15

16 Consent Invoering Wet Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 Met ingang van 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingevoerd. Het uitgangspunt van passend onderwijs is dat alle kinderen een plek moeten krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben. Dat kan in het speciaal (basis)onderwijs. Of met extra begeleiding op de basisschool. Met de invoering van passend onderwijs zijn door het ministerie nieuwe samenwerkingsverbanden samengesteld. Consent maakt deel uit van het samenwerkingsverband (voorheen SWV 08.04). Het SWV is verantwoordelijk voor de toeleiding naar en inrichting van het speciaal basisonderwijs. De besturen van VCO Oost Nederland en Consent hebben met de invoering van de Wet Passend Onderwijs de verworvenheden van het Steunpunt Onderwijs Enschede willen behouden. Zij heet nu het Steunpunt Passend Onderwijs Enschede en is verantwoordelijk voor de inhoudelijke ondersteuning en coördinatie met betrekking tot de wet Passend Onderwijs. Besturen hebben met de invoering van Passend Onderwijs een zorgplicht waarmee bestaande procedures en indicatieorganen voor verwijzing naar het speciaal onderwijs of het aanvragen van leerlinggebonden financiering zijn komen te vervallen. Tegelijkertijd is er meer financiële verantwoordelijkheid belegd bij de schoolbesturen. Binnen Consent zit geen enkele leerling thuis als gevolg van het ontbreken van een passend onderwijsaanbod. Er is echter een spanning tussen de zorgplicht en financiële verantwoordelijkheid enerzijds en de afhankelijkheid van de verdeling van de lichte en zware ondersteuningsmiddelen binnen het samenwerkingsverband anderzijds. Voor Consent blijft het een uitdaging om steeds op een juiste wijze om te gaan met dit spanningsveld. Met de vanaf 1 augustus 2014 ontvangen middelen passend onderwijs zijnde EUR heeft Consent het volgende weten te bereiken: Ondersteuning van scholen door orthopedagogen, collegiaal consulenten, coaches passend onderwijs en psychodiagnostisch medewerkers van het Steunpunt Passend Onderwijs Enschede; School-, groeps- en individuele arrangementen voor circa 13 scholen (ca. 8,7 fte); Ontwikkeling en implementatie van Plan B2 (methode voor het in kaart brengen van de leerprestaties in relatie tot het leerpotentieel); Professionalise ring, onder andere in Positive Behavior Support (PBS); Bekostiging van het speciaal basisonderwijs voor verwijzingen > 2% vanuit Consentscholen. Het leerlingaantal binnen het sbo is per 1 oktober 2014 in vergelijking met voorgaand jaar met 20 leerlingen gedaald. Dit is in verband met passend onderwijs gunstig te noemen. 16

17 De ondersteuning door de orthopedagogen, collegiaal consulenten, coaches passend onderwijs en psychodiagnostisch medewerkers van het Steunpunt Passend Onderwijs Enschede betreft op basis van het ondersteuningsplan onder andere: De deelname aan de kwaliteitsgroep, de werkgroep zorgstructuur Enschede, de werkgroep swv2302, de werkgroep VVE, et cetera; Deelname aan het basisteam (onderwijsperspectief) en breedteteam (leerlingperspectief); Handelingsgerichte onderzoeken (vaststellen van speciale onderwijsbehoeften en van handelingsverlegenheid, opstellen van individuele handelingsplannen voor leerlingen met passende perspectieven en opstellen van ontwikkelingsperspectieven); Schakelklasleerlingen (diagnosticeren van leerlingen met discrepantie tussen leerpotentieel en taalontwikkelingen en klassen inhoudelijk begeleiden); Afname van dyslexieonderzoeken groep 8; Afname NSCCT groep 6 (vertalen naar groepsplan, opstellen uitstroombestemming en bespreking met ouders); PBS: gericht op versterken van de basisaanpak van gedragsproblemen en preventie op schoolniveau en op groepsniveau; Deelname aan het gedragsinterventieteam (voorkomen van uitval leerkracht, versterken leerkrachtcompetenties en bespreking met ouders); Begaafdheid (opstellen van begaafdheidsprofiel voor basisscholen, versterken van competenties onderwijskundig begeleider en bespreken van leerlingen); Passend Onderwijs Groep binnen het sbo (onderwijs, observatie en diagnostiek voor leerlingen met diffuse en complexe problematiek. Differentiatie sbo / so). Dr. Schaepmanstichting Overzicht betreffende de middelen tientjesregeling over de periode januari-juli 2014 en de besteding lichte en zware ondersteuning in de periode augustus-december De bovengenoemde middelen zijn ingezet bij: - Er heeft ondersteuning plaats gevonden m.b.t. het opzetten van de bovenschoolse topklas, en het mede financieren van de topklas voor leerlingen van groep 8, die lessen volgen op het Voortgezet onderwijs, - Er is een bijdrage geleverd aan het kunnen inzetten van orthopedagogen voor de Schoolondersteuningsteams, opgezet in het kader van passend onderwijs. - Er zijn middelen beschikbaar gesteld voor deskundigheidsbevordering van leerkrachten, t.b.v. omgaan met gedrag. - Er zijn gezamenlijke scholingsbijeenkomsten georganiseerd voor de leerkrachten van de groepen 1, 2, 6, 7 & 8 van al onze scholen, waarbij externe expertise is bekostigd. - In het kader van de ontwikkeling van strategisch beleid is er een bijdrage geleverd aan de werkgroepen, talentontwikkeling, dyscalculie, dyslexie en data-analyse. - Er zijn middelen ingezet i.v.m. het afgeven van bestuursarrangementen (handen in de klas) - Er zijn middelen ingezet om de leerlingen te bekostigen boven de 2% (SBO) - Er zijn middelen ingezet om de leerlingen die een TLV SO hebben gekregen, te bekostigen. 17

18 Aan bovenstaande opsomming namen alle 10 scholen van de Dr. Schaepmanstichting deel. De hierboven beschreven activiteiten kenden in het jaar 2014 een ruim hogere last dan de baten die beschikbaar waren gesteld vanuit de tientjes regeling, lichte- en zware ondersteuning. Stichting Keender Verantwoording Middelen Passend onderwijs is per 1 augustus 2014 van start gegaan en daarmee de zorgplicht formeel in werking getreden. Met deze zorgplicht wil men schoolbesturen verantwoordelijk maken voor alle kinderen die zich bij een school van het bestuur aanmelden. Ieder kind moet een passend onderwijsarrangement worden aangeboden ook al heeft dit kind een lichamelijke of geestelijke beperking. Ons schoolbestuur valt sinds die datum onder Samenwerkingsverband 23.02, een verband waarin alle scholen basisonderwijs en speciaal onderwijs vertegenwoordigd zijn binnen de gemeenten Hof van Twente, Borne, Haaksbergen, Hengelo, Enschede, Losser, Dinkelland en Oldenzaal. In dit verband zijn 21 schoolbesturen vertegenwoordigd. Om preventief en dichtbij het kind te kunnen werken, is het grote regionale SWV ingedeeld in drie werkgebieden, zogenaamde deelregio s. Schoolbesturen binnen de deelregio s werken onderling samen en hebben afspraken gemaakt over onderwijsondersteuning aan kinderen. Dit gebeurt op basis van centrale afspraken die SWV met de deelregio s heeft gemaakt. Het schoolbestuur werkt binnen het SWV nauw samen met de besturen binnen de deelregio Plein Midden Twente die voorheen uit meerdere oude samenwerkingsverbanden bestond. Het betreffen alle schoolbesturen in de gemeenten Hengelo, Borne, Hof van Twente en Haaksbergen. In de afgelopen jaren heeft Stichting Keender de nodige maatregelen getroffen om per 1 augustus 2014 klaar te zijn voor passend onderwijs. Zo hebben alle scholen in 2014 een schoolprofiel geschreven dat met instemming van de eigen MR door het bestuur van Keender is vastgesteld. Verder heeft Keender, om Passend Onderwijs zo optimaal mogelijk uit te kunnen voeren, vanaf 1 augustus 2014 voor wtf 0,6 een orthopedagoog in dienst genomen. Dit is mevrouw A. de Jong. In het Samenwerkingsverband is gewerkt aan de opstelling van het ondersteuningsplan. De ondersteuningsplannen zijn na overleg met de planraad (inspraak orgaan ouders en personeel) en het OOGO (overleg orgaan met de gemeenten) vastgesteld. Dit ondersteuningsplan is naar de onderwijsinspectie gestuurd. Financiële Inzet zorgmiddelen In de jaarrekening zijn de middelen tientjesregeling en de middelen ontvangen voor lichte zorg niet specifiek benoemd of herleidbaar. In de exploitatierekening 2014 zijn deze onderdeel van de posten Rijksbijdragen SWV en Rijksbijdragen SWV formatie. Deze ontvangen bedragen zijn: ,- tientjesregeling (ontvangen in oktober 2014) ,- zorggelden (zware) augustus t/m december ,- zorggelden (lichte) augustus t/m december

19 De middelen zijn ingezet in de personele bekostiging van school. Dit maakt mogelijk dat er extra zorg gegeven kan worden aan leerlingen en het verwijzingspercentage nagenoeg nihil is. De start van passend onderwijs heeft in 2014 binnen de scholen van de stichting nog niet direct geleid tot een andere werkwijze voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Immers, gedurende schooljaar ontvingen de scholen voor zware zorg (vanuit het Centraal Budget Keender) dezelfde bedragen als ze voorheen gewend waren te ontvangen vanuit het Rijk. In de komende jaren zal passend onderwijs steeds meer vorm krijgen en zullen nieuwe onderwijsarrangementen opgezet worden, binnen dan wel buiten de stichting. Tientjesregeling Het geld voor de tientjesregeling en de lichte zorgmiddelen is gebruikt voor de inrichting van passend onderwijs, bijvoorbeeld het aanstellen van de orthopedagoog, het inhuren van extra ambulante begeleiding vanuit Oponoa en het bekostigen van de intern begeleiders op de diverse scholen binnen Stichting Keender. De zware zorg middelen zijn gebruikt voor continuering van de rugzakgelden. Immers, iedere school ontving gedurende nog per voormalig lgf-leerling vanuit het Centraal Budget Keender. Daarnaast is de remedial teaching hieruit bekostigd. Daartoe is vervolgens Plein Midden Twente (PMT) opgericht, waar wij als partner in participeren. Een leerling kan via het SOT (schoolondersteuningsteam) worden aangemeld bij het Steunpunt. Dat geschiedt altijd in overleg met de ouders. Zo kan er een onderzoek worden aangevraagd, een observatie, een advies, een collegiale consultatie of directe ondersteuning bij het verhelderen van een ondersteuningsvraag. Ook kan er een beroep worden gedaan op instellingen die onder de Jeugdzorg vallen. Wanneer ondanks de ondersteuning vanuit het Steunpunt het op de basisschool niet lukt om die ondersteuning te bieden die het kind nodig heeft dan kan er vanuit het SOT een verzoek worden ingediend bij de Commissie voor Arrangementen voor geïndiceerde ondersteuning. Samen wordt dan gezocht naar passende begeleiding, eventueel een andere vorm van hulp, toegespitst op de problemen van het betreffende kind of een andere vorm van (speciaal) onderwijs. Bron: jaarverslag Keender 2014 Al Ummah Enschede 1 Zorg Zorgstructuur vastleggen in veiligheidsplan Onderdeel van het project duurzame schoolontwikkeling Ondersteuningsstructuur in de regio afstemmen op regionaal beleid Er ligt bovenschools een voorstel voor beleidsbepaling passend onderwijs Beleidskeuzes maken op SIMON niveau waarin financiële en onderwijsinhoudelijke risico s geborgd worden Al Ummah is aangesloten bij het Samenwerkingsverband SWV Het SOP is opgesteld. De middelen het samenwerkingsverband zijn onder andere ingezet: *voor extra ondersteuning in de groepen 19

20 2 Sociaal emotionele ontwikkeling * team scholing * Psychologische en capaciteit onderzoeken en begeleiding van leerlingen Invoering vreedzame school Tijdpad uitgezet van april 2014 tot april 2017 Actieve participatie in project Culturage. (september 2013 september EY Primato De gelden heeft Primato ingezet t.b.v. 1. Inzet extra uren orthopedagoog / pab-ers expertisecentrum 2. Inzet extra uren interne begeleiders VCO Met ingang van 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingevoerd. Het uitgangspunt van passend onderwijs is dat alle kinderen een plek moeten krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden, met name wanneer zij extra ondersteuning nodig hebben. Dat kan in het speciaal (basis)onderwijs. Of met extra begeleiding op de basisschool. Met de invoering van passend onderwijs zijn door het ministerie nieuwe samenwerkingsverbanden samengesteld. VCO maakt deel uit van het samenwerkingsverband (voorheen SWV 08.04). Het SWV is verantwoordelijk voor het organiseren van onderwijs aan kinderen die specifieke ondersteuningsbehoeften hebben alsmede de toeleiding naar en inrichting van het speciaal basisonderwijs. Het bestuur van VCO Oost Nederland heeft met de invoering van de Wet Passend Onderwijs de verworvenheden van het Steunpunt Onderwijs Enschede willen behouden. Zij heet nu het Steunpunt Passend Onderwijs Enschede en is verantwoordelijk voor de inhoudelijke ondersteuning en coördinatie met betrekking tot de wet Passend Onderwijs. Samen met 20

21 Consent is VCO verantwoordelijk voor het Steunpunt. Besturen hebben met de invoering van Passend Onderwijs een zorgplicht waarmee bestaande procedures en indicatieorganen voor verwijzing naar het speciaal onderwijs of het aanvragen van leerlinggebonden financiering zijn komen te vervallen. Tegelijkertijd is er meer financiële verantwoordelijkheid belegd bij de schoolbesturen. Binnen VCO zit geen enkele leerling thuis als gevolg van het ontbreken van een passend onderwijsaanbod. Er is echter een spanning tussen de zorgplicht en financiële verantwoordelijkheid enerzijds en de afhankelijkheid van de verdeling van de lichte en zware ondersteuningsmiddelen binnen het samenwerkingsverband anderzijds. Voor VCO is de toedeling van de middelen een ontwikkelpunt. Enerzijds worden middelen besteed aan preventie door het SPOE mee te financieren, anderzijds worden de middelen besteed aan het financieren van de specifieke onderwijsbehoefte van de leerlingen. Het gaat dan om additionele inzet van mensen en middelen. Met de vanaf 1 augustus 2014 ontvangen middelen passend onderwijs heeft VCO het volgende weten te bereiken: Ondersteuning van scholen door orthopedagogen, collegiaal consulenten, coaches passend onderwijs en psychodiagnostisch medewerkers van het Steunpunt Passend Onderwijs Enschede; School-, groeps- en individuele arrangementen voor circa 13 scholen; Ontwikkeling en implementatie van Plan B2 (methode voor het in kaart brengen van de leerprestaties in relatie tot het leerpotentieel); Professionalisering, onder andere in Positive Behavior Support (PBS); De gewijzigde insteek heeft er in geresulteerd dat het leerlingaantal binnen het sbo is per 1 oktober 2014 in vergelijking met voorgaand jaar met 20 leerlingen gedaald. Dit is in verband met passend onderwijs gunstig te noemen. Het laat tevens zien dat er iets aan het veranderen is. De ondersteuning door de orthopedagogen, collegiaal consulenten, coaches passend onderwijs en psychodiagnostisch medewerkers van het Steunpunt Passend Onderwijs Enschede betreft op basis van het ondersteuningsplan onder andere: De deelname aan de kwaliteitsgroep VCO, de werkgroep zorgstructuur Enschede, de werkgroep swv2302, de werkgroep VVE, et cetera; Deelname aan het basisteam (onderwijsperspectief) en breedteteam (leerlingperspectief); Handelingsgerichte onderzoeken (vaststellen van speciale onderwijsbehoeften en van handelingsverlegenheid, opstellen van individuele handelingsplannen voor leerlingen met passende perspectieven en opstellen van ontwikkelingsperspectieven); Schakelklasleerlingen (diagnosticeren van leerlingen met discrepantie tussen leerpotentieel en taalontwikkelingen en klassen inhoudelijk begeleiden); Afname van dyslexieonderzoeken groep 8; Afname NSCCT groep 6 (vertalen naar groepsplan, opstellen uitstroombestemming en bespreking met ouders); 21

22 PBS: gericht op versterken van de basisaanpak van gedragsproblemen en preventie op schoolniveau en op groepsniveau; Begaafdheid; opstellen van begaafdheidsprofiel voor basisscholen, versterken van competenties onderwijskundig begeleider en bespreken van leerlingen; Directe ondersteuning van leerlingen die als hoogbegaafd zijn gediagnosticeerd; Passend Onderwijs Groep binnen het sbo (onderwijs, observatie en diagnostiek voor leerlingen met diffuse en complexe problematiek. Differentiatie sbo / so). SKOLO Passend onderwijs is per 1 augustus 2014 van start gegaan. Daarmee is de zorgplicht formeel in werking getreden. Met deze zorgplicht wil men schoolbesturen verantwoordelijk maken voor alle kinderen die zich bij een school van het bestuur aanmelden. Ieder kind moet een passend onderwijsarrangement worden aangeboden ook al heeft dit kind een lichamelijke of geestelijke beperking. SKOLO valt sinds die datum onder Samenwerkingsverband 23.02, een verband waarin alle scholen basisonderwijs en speciaal onderwijs vertegenwoordigd zijn binnen de gemeenten Hof van Twente, Borne, Hengelo, Enschede, Oldenzaal, Haaksbergen, Dinkelland en Losser. In dit verband zijn 21 schoolbesturen vertegenwoordigd. Om preventief, dichtbij het kind, te kunnen werken is het grote regionale SWV ingedeeld in drie werkgebieden, zogenaamde deelregio s. Schoolbesturen binnen de deelregio s werken onderling samen en hebben afspraken gemaakt over onderwijsondersteuning aan kinderen. Dit gebeurt op basis van centrale afspraken die SWV met de deelregio s heeft gemaakt. SKOLO werkt binnen het SWV nauw samen met de Stichting KONOT en Stichting Dep. Oldenzaal eo der Maatschappij(Nutsschool). Dit is de deelregio Noordoost Twente (Oldenzaal, Losser en Dinkelland. Voorheen was SKOLO opgenomen in samenwerkingsverband In de afgelopen jaren heeft Stichting SKOLO de nodige maatregelen getroffen om per 1 augustus 2014 klaar te zijn voor passend onderwijs: - Implementatie 1-zorgroute (vanaf 2011) met de thema s: OGW, HGW, groepsplannen, IGDImodel, pedagogische klimaat. - Vaste procedures op stichtingsniveau voor zorg, signalering, groeps-en leerlingbespreking, oudergesprekken. Tevens vaste formulieren. - Studiedagen(dagdelen) met thema s Passend Onderwijs algemeen en Spreken met kinderen. - Scholing personeel m.n. gedragsspecialisten in de scholen, bovenschoolse psycho diagnostisch specialist, bovenschoolse zorg coördinator, 20 leraren cursus autisme in de klas, - Opstellen beleidsplan SKOLO Passend Onderwijs met een intern kernteam en vaste zorgprocedures. - Realisatie samenwerking met Stichting KONOT en Nutsschool binnen het expertisecentrum OOC ( Onderwijs Ondersteunings Centrum) waarbij de drie besturen als partners samen optrekken. Een leerling kan via het OOC worden aangemeld bij het Platform voor onderzoek, begeleiding en advies (POBA). Door het POBA wordt een zorgvuldige procedure opgestart waarbij ouders en school nadrukkelijk worden betrokken. Samen wordt dan gezocht naar passende begeleiding, eventueel een andere vorm van hulp, toegespitst op de problemen van het betreffende kind of een andere vorm van (speciaal) onderwijs]. In het Samenwerkingsverband is gewerkt aan de opstelling van het ondersteuningsplan. De ondersteuningsplannen zijn na overleg met de planraad (inspraak orgaan ouders en personeel) en 22