REGELING HULPVERLENING GELDERLAND MIDDEN Brandweer. Regionale Brandweer. Centrale Post Ambulancevervoer

Transcriptie

1 REGELING HULPVERLENING GELDERLAND MIDDEN 2002 ~ Brandweer Regionale Brandweer Centrale Post Ambulancevervoer Ambulancehulpverlening Regionale Ambulance Voorziening Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Volksgezondheid Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst december 2001 Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

2 Inhoudsopgave HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN 4 Begripsbepalingen Het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam en de Bestuursorganen HOOFDSTUK II BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN 5 HOOFDSTUK III HET REGIONAAL COLLEGE HULPVERLENING 8 Samenstelling Werkwijze HOOFDSTUK IV HET DAGELIJKS BESTUUR 10 Samenstelling Werkwijze HOOFDSTUK V VOORZITTER EN VICE-VOORZITTER 12 HOOFDSTUK VI COMMISSIES EN WERKGROEPEN 12 HOOFDSTUK VII BEVOEGDHEDEN VAN DE BESTUURSORGANEN 13 HOOFDSTUK VIII VERGOEDINGEN 15 HOOFDSTUK IX AMBTELIJKE ORGANISATIE 15 Algemeen De directie De regiosecretaris Regionaal commandant brandweer en Regionaal geneeskundig functionaris Overig personeel Rechtspositie HOOFDSTUK X FINANCIËLE BEPALINGEN 17 Algemeen Begroting Rekening HOOFDSTUK Xl ARCHIEFBEPALINGEN 19 HOOFDSTUK XII TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING 20 HOOFDSTUK XIII GESCHILLEN 22 HOOFDSTUK XIV OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 22 Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

3 De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Angerlo, Arnhem, Barneveld, Bemmel, Didam, Doesburg, Duiven, Ede, Nijkerk, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Scherpenzeel, Wageningen, Westervoort en Zevenaar, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn; overwegende dat in de (inter)gemeentelijke taken op grond van genoemde wettelijke bepalingen werd voorzien door het openbaar lichaam Hulpverlening Arnhem e.o. en door het openbaar lichaam Regio West-Veluwe/Vallei, elk voor zijn eigen gebied; dat zij de intergemeentelijke samenwerking, specifiek voor de hulpverleningstaken (regionale brandweer, ambulancehulpverlening en volksgezondheid), met ingang van 1 januari 2002 wensen uit te voeren op een schaal, die gelijk is aan die van de Politieregio Gelderland Midden; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Brandweerwet, de Wet ambulancevervoer, de Wet collectieve preventie volksgezondheid, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; besluiten de onderhavige gemeenschappelijke regeling te treffen, genaamd: Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

4 Regeling Hulpverlening Gelderland Midden 2002 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a. Hulpverlening Gelderland Midden: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2; b. Regionaal college Hulpverlening: het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 10; c. Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur als bedoeld in artikel 16; d. Voorzitter: de Voorzitter als bedoeld in artikel 19; e. Deelnemende gemeente: een aan deze regeling deelnemende gemeente; f. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Gelderland; g. Hulpverleningsdienst: de uitvoerende dienst als bedoeld in artikel 4; h. Hulpverlening Arnhem e.o.: de gemeenschappelijke regeling Hulpverlening Arnhem e.o. d.d. 1996; i. Regio West-Veluwe/Vallei: de Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Veluwe/Vallei d.d. 1992; j. Regionale brandweer: het onderdeel van de Hulpverleningsdienst, dat is belast met de uitvoering van de taken die de Brandweerwet 1985 aan het openbaar lichaam opdraagt in combinatie met een facilitaire taak ten behoeve van de gemeenten; k. Centrale post ambulancevervoer: het onderdeel van de Hulpverleningsdienst, dat is belast met de aansturing van de ambulancehulpverlening in de gemeenten ingevolge de Wet ambulancevervoer en haar uitvoeringsbesluiten; l. Alarmcentrale: het onderdeel van de Hulpverleningsdienst, dat is belast met de uitvoering van de taken van de centrale post ambulancevervoer (op grond van artikel 5 van de Wet ambulancevervoer) en de op grond van artikel 3, lid 2 onder 1a van de Brandweerwet 1985 ingestelde alarmcentrale; m. Regionale GGD: het onderdeel van de Hulpverleningsdienst, dat is belast met de uitvoering van de gemeentelijke taken op grond van de Wet collectieve preventie volksgezondheid. 2. Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of enige andere wet dan wel van enig ander wettelijk voorschrift van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen voor de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester respectievelijk gelezen de Hulpverlening Gelderland Midden, het Regionaal college Hulpverlening, het Dagelijks bestuur en de Voorzitter. Het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam en de bestuursorganen Artikel 2 1. Er is een openbaar lichaam, genaamd Hulpverlening Gelderland Midden. Het openbaar lichaam is rechtspersoon. Het is gevestigd te Arnhem. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

5 2. Het rechtsgebied van de Hulpverlening Gelderland Midden omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten. 3. Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit het Regionaal college Hulpverlening, het Dagelijks bestuur en de Voorzitter. 4. Het Regionaal college Hulpverlening staat aan het hoofd van de Hulpverlening Gelderland Midden. HOOFDSTUK II BELANGEN, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN Artikel 3 1. De Hulpverlening Gelderland Midden behartigt de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de openbare veiligheid, de hulpverlening en de volksgezondheid, voor zover deze belangen door aard en schaal in belangrijke mate het gebied bestrijken, zulks met inachtneming van hetgeen in deze regeling nader is bepaald met betrekking tot de bevoegdheden van de Hulpverlening Gelderland Midden. 2. De behartiging van de in het eerste lid genoemde belangen vindt - met behoud van de eigen plaatselijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de besturen en de brandweerkorpsen van de deelnemende gemeenten - met name plaats door: a. het onder alle omstandigheden bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van werkzaamheden ter zake van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen; b. het doelmatig organiseren en coördineren van de ambulancehulpverlening; c. het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en de voorbereiding van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde hulpverlening bij rampen; d. het bevorderen van de totstandkoming van collectieve preventie (volksgezondheid) en de continuïteit daarvan en van de samenhang binnen de collectieve preventie, alsmede de afstemming tussen de collectieve preventie en de curatieve gezondheidszorg en voorts de uitvoering van de collectieve preventie betreffende infectieziekten en ter zake van de gezondheidsrisico's voor jeugdigen. Artikel 4 1. In het kader van de in artikel 3 bedoelde behartiging van belangen is de Hulpverlening Gelderland Midden belast met de instelling en instandhouding van de Hulpverleningsdienst Gelderland Midden, welke dienst tenminste omvat de uitvoeringstaken van: a. de Regionale Brandweer Gelderland Midden; b. de Regionale Ambulance Voorziening Gelderland Midden; c. de Centrale Post Ambulancevervoer Gelderland Midden; d. de Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst Gelderland Midden. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

6 e. de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gelderland Midden; een en ander conform hetgeen in, danwel op grond van vigerende wetgeving is bepaald 2. Voor zover nodig in het kader van de uitvoering van de taken als vermeid in het eerste lid van dit artikel, is de Hulpverlening Gelderland Midden bevoegd te beslissen: - of een rechtsgeding zal worden gevoerd (in hoedanigheid van eisende of verwerende partij); - of bezwaar of beroep dan wel verweer tegen bezwaar of beroep wordt gevoerd: - of bij rechtelijke instanties beroep, hoger beroep, cassatie dan wel verweer wordt gevoerd. Voorts is de Hulpverlening Gelderland Midden bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, die noodzakelijk zijn in het kader van de uitoefening van bovengenoemde taken. 3. Tussen de Hulpverlening Gelderland Midden en de onderscheiden deelnemende gemeenten kan middels bilaterale afspraken in het bijzonder worden vastgelegd de aard en omvang van aansluitende diensten, die binnen het raam van de in lid 1 genoemde bevoegdheden door de Hulpverlening Gelderland Midden aan de betreffende deelnemende gemeente worden verleend. Artikel 5 1. De taken van de Hulpverlening Gelderland Midden zijn onderverdeeld in een basispakket en een pluspakket. 2. De inhoud van het basispakket wordt vastgesteld overeenkomstig hetgeen in dan wel op grond van vigerende wetgeving aan de gemeenten is opgedragen. De kosten van de uitvoering van het basispakket worden door alle deelnemende gemeenten gedragen via de inwonerbijdrage. 3. De taken die geen onderdeel uitmaken van het basispakket, zijn ondergebracht in het pluspakket. Indien afname van producten en diensten uit dit pakket plaatsvindt, geschiedt zulks op basis van een daartoe tussen de gemeente(n) en de Hulpverlening Gelderland Midden te sluiten overeenkomst, waarvan het model wordt vastgesteld door het Dagelijks bestuur. 4. Het Regionaal college Hulpverlening stelt de in dit artikel bedoelde taken steeds vast voor een periode van vier jaren (meerjarenbeleidsplan), gelijktijdig met de vaststelling van de begroting, als bedoeld in artikel 36, lid 6. Artikel 6 1. Zowel het Dagelijks bestuur als het college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente kunnen aan het Regionaal college Hulpverlening voorstellen doen tot wijziging van de in artikel 3 opgesomde belangen. 2. Indien en voor zover het Regionaal college Hulpverlening wijziging als bedoeld in lid 1 wenselijk acht - hetgeen tenminste een meerderheid vereist van tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen - doet het Dagelijks bestuur het door het Regionaal college Hulpverlening vastgestelde voorstel toekomen aan de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

7 3. Een wijziging als bedoeld in lid 1 is tot stand gekomen, indien de in lid 2 genoemde bestuursorganen van tenminste viervijfde van de deelnemende gemeenten met een totaal inwonertal van meer dan de helft van het totaal aantal inwoners in het gebied zich daarvoor hebben verklaard. Met betrekking tot de inwonertallen worden de laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers aangehouden. 4. De wijziging als bedoeld in lid 1 wordt van kracht, nadat Gedeputeerde Staten de wijziging hebben goedgekeurd, conform het bepaalde in artikel 39 Wet gemeenschappelijke regelingen, jo artikel 36 Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 7 1. Zowel het Dagelijks bestuur als het college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente kunnen aan het Regionaal college Hulpverlening voorstellen doen tot wijziging van de in artikel 4 opgesomde uitvoeringstaken. 2. Indien en voor zover het Regionaal college Hulpverlening wijziging als bedoeld in lid 1 wenselijk acht - hetgeen tenminste een meerderheid vereist van tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen - doet het Dagelijks bestuur het door het Regionaal college Hulpverlening vastgestelde voorstel toekomen aan de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en burgemeesters van de deelnemende gemeenten. 3. Een wijziging als bedoeld in lid 1 is tot stand gekomen, indien de in lid 2 genoemde bestuursorganen van tenminste viervijfde van de deelnemende gemeenten met een totaal inwonertal van meer dan de helft van het totaal aantal inwoners in het gebied zich daarvoor hebben verklaard. Met betrekking tot de inwonertallen worden de laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers aangehouden. Artikel 8 Bij wijziging van de uitvoeringstaken als bedoeld in artikel 4, is een deelnemende gemeente van de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen vrijgesteld, wanneer het college van burgemeester en wethouders van die gemeente besluit daaraan niet deel te nemen binnen drie maanden nadat het besluit tot wijziging dan wel uitbreiding als hiervoor bedoeld te zijner kennis is gebracht. Het desbetreffende besluit van het college van burgemeester en wethouders van die gemeente wordt ter kennis gebracht van het Regionaal college Hulpverlening. Artikel 9 In geval van beperking van deelneming aan de uitoefening van de uitvoeringstaken als bedoeld in artikel 8, onthouden de leden van het Regionaal college Hulpverlening, afkomstig uit de betreffende deelnemende gemeenten, zich van stemming ter zake van - ter besluitvorming voorliggende - voorstellen in het kader van de uitoefening van de betreffende bevoegdheid. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

8 HOOFDSTUK III HET REGIONAAL COLLEGE HULPVERLENING Samenstelling Artikel Het algemeen bestuur is genaamd: Regionaal college Hulpverlening. 2. Het Regionaal college Hulpverlening bestaat uit ten hoogste 36 leden, de voorzitter en de vice-voorzitter inbegrepen. 3. Gelet op het bepaalde in artikel 19 wijzen de gemeenten Arnhem en Ede elk één lid aan. Van de overige deelnemende gemeenten wijst de gemeenteraad ten hoogste twee leden aan. 4. Als lid van het Regionaal college Hulpverlening kunnen uitsluitend worden aangewezen leden van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. Artikel 11 Onverminderd het bepaalde in artikel 20 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, is het lidmaatschap van het Regionaal college Hulpverlening onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege de Hulpverlening Gelderland Midden aangesteld. Voor de toepassing van dit artikel worden met ambtenaar gelijkgesteld, zij die in dienst van de Hulpverlening Gelderland Midden op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn. Artikel Het lidmaatschap van het Regionaal college Hulpverlening eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van het college van burgemeester en wethouders afloopt. 2. De raden van de deelnemende gemeenten beslissen in de eerste vergadering van elke zittingsperiode over de aanwijzing van nieuwe leden van het Regionaal college Hulpverlening. 3. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen. 4. Indien de raad van een deelnemende gemeente niet kan voldoen aan het in het tweede lid bepaalde, blijven de aangewezen leden die hadden moeten aftreden - voor zover zij wethouder of burgemeester van de desbetreffende gemeente zijn - als zodanig fungeren, totdat de raad in hun opvolging heeft voorzien. 5. Het lid dat ophoudt lid van het college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente te zijn, houdt daarmede tevens op lid van het Regionaal college Hulpverlening te zijn. 6. De raad van een deelnemende gemeente kan een lid, door hem aangewezen, indien dit het vertrouwen van die raad niet meer bezit, te allen tijde ontslaan. De raad doet daarvan onmiddellijk mededeling aan de Voorzitter. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

9 7. Indien tussentijds een plaats van een lid van het Regionaal college Hulpverlening beschikbaar komt, wijst de raad die het aangaat, in zijn eerstvolgende vergadering of, zo dit niet mogelijk mocht zijn, ten spoedigste daarna een nieuw lid aan. 8. Van elke aanwijzing tot lid van het Regionaal college Hulpverlening geven burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten binnen acht dagen kennis aan de Voorzitter. Werkwijze Artikel Het Regionaal college Hulpverlening vergadert jaarlijks tenminste tweemaal en voorts indien de Voorzitter of het Dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, of tenminste éénvijfde van het aantal leden - onder opgave van redenen - daarom schriftelijk verzoekt. 2. Artikel 1 9 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de openbare kennisgeving op verzoek van de Voorzitter geschiedt door de burgemeester van de deelnemende gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze. 3. Artikel 20 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor "tweemaal vier en twintig uren" wordt gelezen: "vier weken". Artikel Behoudens het bepaalde in lid 2 van dit artikel heeft elke gemeente in de vergaderingen van het Regionaal college Hulpverlening gelijk stemrecht, ongeacht of de gemeente met één danwel twee vertegenwoordigers in het Regionaal college Hulpverlening zitting heeft. 2. Besluiten betreffende de (meerjaren-) begroting en de jaarrekening, alsmede de aan de begrotingen ten grondslag liggende (meerjaren-) beleidsplannen worden genomen op basis van gewogen stemrecht, waarbij elke gemeente voor iedere inwoners of gedeelte daarvan één stern heeft. 3. Het stemgewicht voor elke gemeente wordt jaarlijks bepaald op basis van het inwonertal op 1 januari van het voorafgaande jaar, zoals dit is opgenomen in de bevolkingsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Artikel Het Regionaal college Hulpverlening stelt voor zijn vergaderingen een reglement van Orde vast, met inachtneming van artikel 13 van deze regeling en de artikelen 16 tot en met 33 van de Gemeentewet. In het reglement van orde worden regels gegeven omtrent het horen van de deelnemende gemeenten en belanghebbenden ten aanzien van de door het Regionaal college Hulpverlening te nemen besluiten. 2. Vanwege het Regionaal college Hulpverlening ontvangen de raden van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerde en te voeren beleid nodig is. Het Regionaal college Hulpverlening verstrekt de Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

10 raden voorts alle inlichtingen die door die raden worden verlangd, voor zover zulks niet strijdig is met het openbaar belang. 3. Het Regionaal college Hulpverlening draagt in eik geval zorg voor informatie aan de gemeenten en de gemeentelijke bestuursorganen door middel van het jaarlijks in de maand maart aanbieden van een jaarverslag over het voorafgaande kalenderjaar aan de raden van de deelnemende gemeenten. 4 Voorts voorziet het Regionaal college Hulpverlening in de maandelijkse uitgifte van een informatiebulletin ten behoeve van de leden van de raden van de deelnemende gemeenten. 5. Het Regionaal college Hulpverlening bepaalt overigens in het reglement van orde op welke wijze nader aan het bepaalde in het tweede lid toepassing wordt gegeven. 6. Het reglement van orde wordt aan Gedeputeerde Staten ter kennis gebracht. HOOFDSTUK IV HET DAGELIJKS BESTUUR Samenstelling. Artikel Het Dagelijks bestuur bestaat uit zeven leden, de voorzitter en de vice-voorzitter inbegrepen. 2. Lid van het Dagelijks bestuur zijn: a. de Voorzitter (burgemeester van Arnhem); b. de Vice-voorzitter (burgemeester van Ede); c. de door de gemeente Arnhem aangewezen wethouder; en voorts, door en uit het Regionaal college Hulpverlening aangewezen: d. een lid afkomstig uit de subregio Veluwezoom (de gemeenten Arnhem, Renkum, Rheden en Rozendaal)-, e. een lid afkomstig uit de subregio Liemers (de gemeenten Angerlo, Didam, Doesburg, Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar); f. een lid afkomstig uit de subregio Over-Betuwe (de gemeenten Bemmel en Overbetuwe); g. een lid afkomstig uit de subregio West-Veluwe/Vallei (de gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel en Wageningen). 3. Degene die ophoudt lid van het Regionaal college Hulpverlening te zijn, houdt tevens op lid van het Dagelijks bestuur te zijn. 4. Het Dagelijks bestuur kan uit zijn midden een lid aanwijzen, dat in het bijzonder wordt belast met de behartiging van de financiële belangen van de Hulpverlening Gelderland Midden. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

11 Artikel Indien tussentijds in het Dagelijks bestuur een plaats (als bedoeld in artikel 16 sub d, e, f of g) openvalt wijst het Regionaal college Hulpverlening zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan. 2. De leden van het Dagelijks bestuur treden af op de dag waarop de zittingsperiode van het Regionaal college Hulpverlening eindigt. Voor zover van toepassing, zijn zij direct opnieuw als lid aanwijsbaar. 3. De aftredende leden blijven hun functie voor zover zij lid van het college van burgemeester en wethouders van de desbetreffende deelnemende gemeente zijn, waarnemen totdat hun opvolgers hun functie hebben aanvaard. 4. Op de leden van het Dagelijks bestuur zijn de artikelen 45, 46 en 47, alsmede de artikelen 49, 50 en 51 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Werkwijze Artikel Het Dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls de Voorzitter of tenminste twee leden dit nodig oordelen. 2. Het Dagelijks bestuur neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, danwel het instellen van administratief bezwaar of beroep, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit. Het bepaalde in artikel 164 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. 3. Het Dagelijks bestuur stelt een reglement van orde vast. Artikel 52 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing. 4. De leden van het Dagelijks bestuur geven, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het Regionaal college Hulpverlening ongevraagd alle informatie, die voor een juiste beoordeling van het door het Dagelijks bestuur te voeren en gevoerde beleid nodig is. Zij geven, tezamen dan wel afzonderlijk, aan het Regionaal college Hulpverlening wanneer dit college of een of meer leden daarvan hierom verzoeken, alle gevraagde inlichtingen. Het Dagelijks bestuur verstrekt, desgevraagd door een of meer colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten, alle gevraagde inlichtingen, voor zover niet strijdig met het openbaar belang. 5. De agenda voor de vergaderingen van het Dagelijks bestuur wordt door de zorg van de Voorzitter in afschrift aan de leden van het Regionaal college Hulpverlening toegezonden. 6. Door de zorg van de Voorzitter wordt, uiterlijk een week na elke vergadering van het Dagelijks bestuur, een besluitenlijst aan de leden van het Regionaal college en aan de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten toegezonden. Deze besluitenlijst vermeldt alle besluiten van het Dagelijks bestuur, behoudens wanneer door publicatie de privacy van personen wordt geschonden. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

12 HOOFDSTUK V VOORZITTER EN VICE-VOORZITTER Artikel De burgemeester van de gemeente Arnhem is qualitate qua Voorzitter van de Hulpverlening Gelderland Midden. De burgemeester van de gemeente Ede is qualitate qua Vice- voorzitter van de Hulpverlening Gelderland Midden. 2. Bij verhindering of ontstentenis wordt de Voorzitter vervangen door de Vice-voorzitter. 3. Indien en voor zover niet in de vervanging is voorzien, is het Dagelijks bestuur bevoegd uit zijn midden een lid aan te wijzen, dat tijdelijk het voorzitterschap waarneemt. Artikel De Voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het Regionaal college Hulpverlening en van het Dagelijks bestuur. 2. Hij draagt zorg voor een spoedige afdoening van zaken. De artikelen 74 en 75 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing. 3. De Voorzitter vertegenwoordigt de Hulpverlening Gelderland Midden in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging aan een door hem gemachtigde toevertrouwen. In rechtsgedingen tussen de Hulpverlening Gelderland Midden en de gemeente waarvan de Voorzitter lid van het bestuur is, wordt hij vervangen op voet van het bepaalde in artikel 19. HOOFDSTUK VI COMMISSIES EN WERKGROEPEN Artikel Commissies van advies aan het Dagelijks bestuur en de Voorzitter worden door het Dagelijks bestuur onderscheidenlijk de Voorzitter ingesteld. In deze commissies kunnen zitting hebben personen, die geen lid zijn van het bestuur van de Hulpverlening Gelderland Midden dan wel van een deelnemende gemeente. 2. Het Dagelijks bestuur regelt de samenstelling, de bevoegdheden en de werkwijze. Artikel Het Dagelijks bestuur kan werkgroepen instellen ter bestudering van onderwerpen en ten behoeve van de voorbereiding van de uitvoering van de bevoegdheden in het kader van de behartiging van de in Hoofdstuk II bedoelde belangen. 2. Het Dagelijks bestuur regelt de samenstelling en de werkwijze. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

13 Artikel Het Regionaal college Hulpverlening kan commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen. 2. Bij de instelling regelt het Regionaal college Hulpverlening in ieder geval: a. de samenstelling; b. de bevoegdheden; c. de werkwijze; d. de openbaarheid van vergaderingen; e. de voorbereiding, de uitvoering en de openbaarmaking van besluiten, alsmede de informatie aan en het overleg met de deelnemende gemeenten; f. het toezicht van het Regionaal college Hulpverlening en het Dagelijks bestuur; g. de verantwoording aan het Regionaal college Hulpverlening. HOOFDSTUK VII BEVOEGDHEDEN VAN DE BESTUURSORGANEN Artikel Ten aanzien van de bevoegdheden van het bestuur van de Hulpverlening Gelderland Midden als bedoeld in artikel 4, lid 1, zijn van overeenkomstige toepassing de regels, in de ruimste zin, welke bij of krachtens de wet zijn gesteld voor de verdeling van de bevoegdheden van de gemeentebesturen over de gemeentelijke bestuursorganen. Artikel 168 van de Gemeentewet is var. overeenkomstige toepassing. 2. Aan de Hulpverlening Gelderland Midden worden de bevoegdheden van de deelnemende gemeenten toegekend, die nodig zijn voor de uitvoering van de taken als bedoeld in artikel 4, lid Aan de Hulpverlening Gelderland Midden wordt de bevoegdheid toegekend tot het heffen van leges en rechten wegens het verstrekken van diensten dan wel het geven van algemeen verbindende voorschriften, voorzover deze betrekking hebben op de Uitvoering van de in het vorige lid bedoelde taken. 4. Voor zover een verordening of regeling van de Hulpverlening Gelderland Midden voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een deelnemende gemeente, regelt eerstbedoelde verordening de onderlinge verhouding. Daarin kan worden bepaald dat de verordening van de gemeente voor het gehele gebied dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden. Artikel Met betrekking tot de uitvoering van de in artikel 4, lid 1 genoemde taken behoren aan het Regionaal college Hulpverlening, het Dagelijks bestuur en de Voorzitter de bevoegdheden die respectievelijk zijn toegekend aan de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de deelnemende gemeenten. In Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

14 ieder geval betreft het de volgende bevoegdheden: a. de bevoegdheden, voortvloeiende uit de Wet ambulancevervoer; b. de bevoegdheden, voortvloeiende uit de Brandweerwet 1985, alsmede de regeling van de feitelijke leiding bij het optreden in groter verband; c. de bevoegdheid tot vaststelling van de Regeling Brand- en ongevalsbestrijding Gelderse rivieren en kanalen en eventuele overige op deze regeling betrekking hebbende regelingen en vaststelling van de begroting ter zake; d. de bevoegdheden, voortvloeiende uit de Wet rampen en zware ongevallen; e. de bevoegdheden, voortvloeiende uit de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen; f. de bevoegdheid tot vaststelling van de begroting en de rekening met betrekking tot de blusboot "Gelderland". 2. Voor wijziging of aanvulling van de in het vorige lid omschreven bevoegdheden is het bepaalde in de artikelen 6, 7 en 8 van overeenkomstige toepassing. Artikel Indien en voor zover wenselijk in het kader van de uitoefening van de in artikel 4 bedoelde bevoegdheden kan de Hulpverlening Gelderland Midden met een ander openbaar lichaam een gemeenschappelijke regeling treffen. 2. Aan het in het vorige lid bepaalde wordt geen toepassing gegeven dan nadat de raden van tenminste viervijfde van de deelnemende gemeenten met een totaal inwonertal van meer dan de helft van het totaal aantal inwoners in het gebied daarmede hebben ingestemd. Artikel De leden van het Regionaal college Hulpverlening zijn verantwoording schuldig aan de raad van de gemeente die hen heeft aangewezen, voor het door hen gevoerde beleid. 2. Het Regionaal college Hulpverlening regelt nader de wijze waarop deze verantwoording plaatsvindt en de procedure volgens welke de raad van een deelnemende gemeente een door hem aangewezen lid dat niet meer het vertrouwen van die raad bezit, ontslag verleent, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid De Voorzitter en de overige leden van het Dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, verantwoording verschuldigd aan het Regionaal college Hulpverlening ten aanzien van het door hen gevoerde beleid volgens nader door het Regionaal college Hulpverlening te stellen regelen. 4. Het Dagelijks bestuur van de Hulpverlening Gelderland Midden kan, onder door het Regionaal college Hulpverlening vast te stellen regelen, de uitoefening van zijn bevoegdheden opdragen aan de Voorzitter, alsook aan de vice-voorzitter. 5. Het Dagelijks bestuur kan onder door het Regionaal college Hulpverlening vast te stellen regelen, de uitoefening van zijn bevoegdheden, voorzover de aard ervan zich hiertegen niet verzet, opdragen aan de voorzitter van de directie van de Hulpverleningsdienst. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

15 6. De in de in lid 2, 3 en 4 bedoelde regelen worden niet vastgesteld dan nadat de colleges van burgemeester en wethouders van tenminste viervijfde van de deelnemende gemeenten met een totaal inwonertal van meer dan de helft van het aantal inwoners in het gebied daarmede hebben ingestemd. 7. De in het vorige lid bedoelde regelen worden aan Gedeputeerde Staten medegedeeld. HOOFDSTUK VIII VERGOEDINGEN Artikel De leden van de commissies en werkgroepen als bedoeld in de artikelen 21 en 22 kunnen, indien het Regionaal college Hulpverlening zulks bepaalt, een tegemoetkoming ontvangen in de in hun functie gemaakte kosten volgens door het Regionaal college Hulpverlening te stellen nadere regels. 2. Het Regionaal college Hulpverlening stelt een verordening ten aanzien van de in het vorige lid bedoelde vergoedingen niet vast dan na overleg met de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. 3. De verordening als bedoeld in lid 2 wordt aan Gedeputeerde Staten gezonden. HOOFDSTUK IX AMBTELIJKE ORGANISATIE Algemeen Artikel 29 Het Regionaal college Hulpverlening stelt een verordening vast omtrent de ambtelijke organisatie van de Hulpverlening Gelderland Midden. De directie Artikel De directie van de Hulpverleningsdienst Gelderland Midden bestaat uit: - de directievoorzitter/ regiosecretaris - de directeur Brandweer - de directeur Gezondheidszorg. 2. Het Regionaal college Hulpverlening benoemt schorst en ontslaat de leden van de directie van de Hulpverleningsdienst Gelderland Midden, alsmede hun plaatsvervangers. 3. Het Regionaal college Hulpverlening stelt voor de in het vorige lid bedoelde ambtenaren een ambtsinstructie vast. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

16 De regiosecretaris Artikel De regiosecretaris is het Regionaal college Hulpverlening, het Dagelijks bestuur, de Voorzitter en de commissies in alles wat de belangenbehartiging, als bedoeld in artikel 3, en de uitoefening van de toegekende bevoegdheden, als bedoeld in artikel 4, aangaat behulpzaam. 2. Door de regiosecretaris worden alle stukken, die vanwege het Regionaal college Hulpverlening of het Dagelijks bestuur uitgaan, mede-ondertekend. 3. Het Regionaal college Hulpverlening stelt voor de regiosecretaris een instructie vast. 4. Op de regiosecretaris zijn de artikelen 103 en 104 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 5. De regiosecretaris wordt bij afwezigheid of ontstentenis vervangen op de wijze bij het reglement van orde voor de vergaderingen van het Regionaal college Hulpverlening te bepalen. Regionaal commandant brandweer en Regionaal geneeskundig functionaris Artikel Het Regionaal college Hulpverlening beslist omtrent de aanwijzing van de regionaal commandant als bedoeld in de Brandweerwet. 2. Het Regionaal college Hulpverlening beslist omtrent de aanwijzing van de regionaal geneeskundig functionaris als bedoeld in de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen. 3. Het Regionaal college Hulpverlening legt de taken en bevoegdheden van de regionaal commandant en van de regionaal geneeskundig functionaris in instructies vast. 4. De regionaal commandant wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen door de - door het Dagelijks bestuur aan te wijzen - plaatsvervangend regionaal commandant. 5. De regionaal geneeskundig functionaris wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen door de - door het Dagelijks bestuur aan te wijzen - plaatsvervangend regionaal geneeskundig functionaris. Overig personeel Artikel 33 Het Dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat het overige personeel van de Hulpverlening Gelderland Midden. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

17 Rechtspositie Artikel 34 Het Regionaal college Hulpverlening regelt de bezoldiging en de rechtspositie van de ambtenaren van de Hulpverlening Gelderland Midden, alsmede het personeel, werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. HOOFDSTUK X FINANCIËLE BEPALINGEN Algemeen Artikel De organisatie van de financiële administratie en van het kasbeheer van de Hulpverlening Gelderland Midden berust bij de Hulpverleningsdienst Gelderland Midden. 2. Het Regionaal college Hulpverlening stelt de nodige voorschriften vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het kasbeheer van de Hulpverlening Gelderland Midden. 3. Bij deze voorschriften wordt bepaald, welke ambtenaren van de Hulpverlening Gelderland Midden worden belast met het doen van ontvangsten en betalingen voor de Hulpverlening Gelderland Midden en met de zorg voor de financiële administratie. 4. Ten aanzien van de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding zijn de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. Begroting Artikel De Hulpverleningsdienst stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op, alsmede een meerjarenbegroting voor een periode van vier jaren, waarvan het begrotingsjaar als eerste jaar geldt. De Hulpverleningsdienst legt deze ontwerpen aan het Dagelijks bestuur voor. De ramingen in het ontwerp worden behoorlijk toegelicht. 2. Het Dagelijks bestuur zendt het ontwerp onder begeleiding van een nota van bemerkingen aan de raden van de deelnemende gemeenten door tussenkomst van de colleges van burgemeester en wethouders. 3. De colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent het ontwerp van de begroting aan het Dagelijks bestuur van hun gevoelens doen blijken binnen zes weken na verzending van het ontwerp. Vanwege het Dagelijks bestuur wordt zorggedragen voor onverwijlde doorgeleiding van de nota van bemerkingen en de ingekomen commentaren aan de Hulpverleningsdienst. 4. De Hulpverleningsdienst stelt een nota van aanbieding op en legt deze, indien de nota van bemerkingen van het Dagelijks bestuur en/ of de commentaren van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten daartoe aanleiding Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

18 geven, vergezeld van een nota van wijzigingen, uiterlijk zes weken voor de voorgenomen datum van vaststelling door het Regionaal college Hulpverlening, aan het Dagelijks bestuur over. 5. Het Dagelijks bestuur zendt de in lid 1 en lid 4 genoemde stukken onverwijld aan de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. De colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten kunnen tot uiterlijk zeven dagen voor de voorgenomen datum van vaststelling bij het Regionaal college Hulpverlening van hun bezwaren doen blijken. 6. Het Regionaal college Hulpverlening stelt de begroting vast vóór 1 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen. 7. Terstond na de vaststelling worden de deelnemende gemeenten en Gedeputeerde Staten bericht omtrent de vastgestelde begroting. 8. Het bepaalde in lid 2, 3, 4 en 7 is van overeenkomstige toepassing op wijzigingen van de begroting voor zover de wijzigingen leiden tot verhoging van de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Wijzigingen van de begroting die niet leiden tot verhoging van de bijdragen van de deelnemende gemeenten worden op voordracht van het Dagelijks bestuur vastgesteld door het Regionaal college Hulpverlening. Artikel In de begroting wordt aangegeven de naar raming door elke gemeente voor het jaar, waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde algemene bijdrage ex artikel 5, lid 2, alsmede de kosten voor vanwege de Hulpverlening Gelderland Midden aan de onderscheiden deelnemende gemeenten te verlenen diensten als bedoeld in artikel 5, lid Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde algemene bijdrage wordt, rekening houdende met bijdragen van Rijk of anderen, uitgegaan van het inwonertal op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage is verschuldigd. Voor de vaststelling worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakt bevolkingscijfers. 3. De deelnemende gemeenten betalen jaarlijks bij wijze van voorschot vóór 16 januari en vóór 16 juli telkens de helft van de in lid 1 bedoelde bijdrage. 4. Bij het niet overeenkomstig het bepaalde in dit artikel tijdig voldoen van voorschotten wordt aan de desbetreffende gemeente rente in rekening gebracht volgens nader door het Regionaal college Hulpverlening te stellen regels. Artikel De colleges van burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de voor die gemeente geraamde bijdragen worden opgenomen in de ontwerp-gemeentebegroting. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

19 2. Indien het Dagelijks bestuur blijkt dat de raad van een deelnemende gemeente niet voldoet of zal voldoen aan de verplichting de geraamde bijdragen als bedoeld in artikel 36 op de gemeentelijke begroting op te voeren, doet het Dagelijks bestuur aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van artikel 194, eerste lid, van de Gemeentewet. Rekening Artikel Van de inkomsten en uitgaven voor de Hulpverlening Gelderland Midden wordt aan het Dagelijks bestuur verantwoording gedaan, onder overlegging van de rekening met de daarbij behorende bescheiden, waaronder een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid der rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet aangewezen deskundige. 2. De in het vorige lid bedoelde stukken worden door het Dagelijks bestuur onder begeleiding van een nota van bemerkingen aan het Regionaal college Hulpverlening en de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten toegezonden uiterlijk op 1 mei volgende op het jaar waarop zij betrekking hebben. Artikel Het Regionaal college Hulpverlening onderzoekt de rekening zonder uitstel en stelt haar voorlopig vast vóór 1 juli volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft. Van de vaststelling doet het Dagelijks bestuur mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten. 2. Zij wordt binnen een maand met alle bijbehorende stukken aan Gedeputeerde Staten ter kennisneming aangeboden. 3. De vaststelling van de rekening strekt de ambtenaren belast met het doen van de ontvangsten en uitgaven en het Dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden. 4. In de rekening wordt het door elk der deelnemende gemeenten over het desbetreffende jaar werkelijk verschuldigde bedrag opgenomen. 5. De kosten worden, rekening houdende met andere inkomsten, over de deelnemende gemeenten verdeeld naar het inwonertal op 1 januari van het jaar waarop de kosten betrekking hebben, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 37, lid Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 37 betaalde en het werkelijk verschuldigde vindt plaats binnen een maand na de in het eerste lid bedoelde mededeling van de vaststelling van de rekening. Op het niet voldoen aan deze bepaling is artikel 37, lid 4 van overeenkomstige toepassing. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

20 HOOFDSTUK Xl ARCHIEFBEPALINGEN Artikel De bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften, voor zover betrekking hebbende op de archiefbescheiden van de gemeenten, zijn van overeenkomstige toepassing op de Hulpverlening Gelderland Midden. 2. Het Dagelijks bestuur draagt zorg voor de bewaring van de archiefbescheiden. 3. De directie is belast met het beheer van de archiefbescheiden. 4. De gemeente-archivaris van de gemeente Arnhem oefent, overeenkomstig de voor hem gestelde regels, toezicht uit op het beheer van de archiefbescheiden. 5. Bij opheffing van de regeling worden alle archiefbescheiden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Arnhem. HOOFDSTUK XII TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING Toetreding Artikel Toetreding van een gemeente tot deze regeling kan plaatsvinden bij gelijkluidend besluit van de raden van tenminste viervijfde deel van de deelnemende gemeenten wanneer het Regionaal college Hulpverlening daarin bewilligt. 2. In een besluit van het Regionaal college Hulpverlening als bedoeld in het vorige lid, kan de toetreding afhankelijk worden gesteld van de voldoening aan bepaalde voorwaarden door de betreffende gemeente. Een toetredingsbijdrage kan daarvan deel uitmaken. 3. De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand volgende op die van haar inschrijving in de in artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen bedoelde registers, tenzij het in lid 2 bedoelde besluit een latere datum aangeeft. Uittreding Artikel Een deelnemende gemeente kan uit de regeling treden bij een daartoe strekkend gelijkluidend besluit van de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van desbetreffende gemeente. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

21 2. De uittreding gaat in op 1 januari van het jaar volgend op dat waarin de in artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen bedoelde inschrijving in de registers heeft plaats gevonden. 3. Bij uittreding stelt het Regionaal college Hulpverlening de verplichtingen van de uittredende gemeente vast. Als uitgangspunt geldt dat de kosten die rechtstreeks gevolg zijn van uittreding, aan de uittredende gemeente in rekening worden gebracht. 4. Als kosten van uittreden gelden in elk geval de kosten, verbonden aan de inkrimping van de personeelsformatie van de Hulpverleningsdienst ten gevolge van de uittreding van de gemeente, waarbij een afvloeiingsperiode van vier jaren wordt aangehouden. 5. Gedurende de periode tussen opzegging en effectuering daarvan is de opzeggende gemeente gehouden al haar verplichtingen na te komen. Artikel Bij toetreding of uittreding, kan al dan niet op verzoek van de deelnemende gemeente artikel 11 van de Wet gemeenschappelijke regelingen worden toegepast. 2. Indien de toetreding of uittreding het directe gevolg is van maatregelen bij of krachtens de wet, kan van de in artikel 43 en 44 genoemde termijnen worden afgeweken. Wijziging Artikel Inzake wijziging van deze regeling, anders dan wijziging als bedoeld in artikel 6 en 7, kunnen zowel het Dagelijks bestuur als het college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente aan het Regionaal college Hulpverlening voorstellen doen. 2. Indien het Regionaal college Hulpverlening wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het Dagelijks bestuur het door het Regionaal college Hulpverlening vastgestelde voorstel toekomen aan de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. 3. Een wijziging is tot stand gekomen wanneer de in lid 2 genoemde bestuursorganen van tenminste viervijfde van de deelnemende gemeenten met een totaal inwonertal van meer dan de helft van het totaal inwonertal van de gemeenten zich daarvóór hebben verklaard. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte cijfers. Opheffing Artikel De regeling wordt opgeheven wanneer de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van tenminste viervijfde deel der gemeenten waarin Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

22 tenminste viervijfde van het totale aantal inwoners van de deelnemende gemeenten woonachtig is, daartoe besluiten. 2. De opheffing gaat niet eerder in dan op de dag volgende op die waarop de goedgekeurde besluiten in de in artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen bedoelde registers zijn bekend gemaakt. 3. Ingeval van opheffing van de regeling besluit het Regionaal college Hulpverlening tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regelen. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken. 4. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten in de financiële gevolgen van de opheffing. Het wordt door het Regionaal college Hulpverlening, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord, vastgesteld. Het behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. HOOFDSTUK XIII GESCHILLEN Artikel Alvorens ten aanzien van een geschil als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen de beslissing van Gedeputeerde Staten wordt ingeroepen, wordt de zaak voorgelegd aan een geschillencommissie. 2. Het Dagelijks bestuur benoemt deze commissie in overleg met de betrokken deelnemende gemeente of gemeenten. 3. De geschillencommissie onderzoekt de mogelijkheden om partijen alsnog tot overeenstemming te brengen en brengt aan deze advies uit. HOOFDSTUK XIV OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel De regeling treedt met in achtneming van artikel 26, jo artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen in werking op 1 januari Zij geldt voor onbepaalde tijd. 2. Het bepaalde in artikel 4 treedt in werking, zodra de regeling conform lid 1 in werking is getreden, alsmede bij besluiten van de Raad van portefeuillehouders van de Hulpverlening Arnhem e.o. en het bestuur van de Regio West-Veluwe/Vallei - rechtsvoorgangers van de Hulpverlening Gelderland Midden - de in artikel 4 genoemde bevoegdheden aan de Hulpverlening Gelderland Midden zijn overgedragen. 3. De uitvoeringsbesluiten van de Hulpverlening Arnhem e.o. en van de Regio West- Veluwe/Vallei (regionale brandweer en regionale GGD) blijven van kracht, totdat ter zake krachtens deze regeling is voorzien. Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

23 4. Voor zoveel de leden van de bestuursorganen van de Hulpverlening Gelderland Midden nog niet zijn benoemd, fungeren de bestuursorganen van de Hulpverlening Arnhem e.o. en van de Regio West-Veluwe/Vallei als zodanig. Artikel Het dagelijks bestuur van de Hulpverlening Arnhem e.o. draagt zorg voor toezending van de regeling, als bedoeld in artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, aan Gedeputeerde Staten. 2. De besturen van de deelnemende gemeenten dragen zorg voor de gebruikelijke bekendmaking van de regeling en tijdige opneming in de registers als bedoeld in de artikelen 26 en 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 50 Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling Hulpverlening Gelderland Midden Aldus besloten door de raad van de gemeente Angerlo in zijn openbare vergadering op 27 november 2001 Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Angerlo in zijn vergadering op Aldus besloten door de burgemeester van Angerlo op Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

24 Aldus besloten door de raad van de gemeente Arnhem in zijn openbare vergadering op 3 december 2001 Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem in zijn vergadering op 13 november 2001 Aldus besloten door de burgemeester van Arnhem op Aldus besloten door de raad van de gemeente Barneveld in zijn openbare vergadering op 11 december 2001 Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld in zijn vergadering op 20 november 2001 Aldus besloten door de burgemeester van Barneveld op Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

25 Aldus besloten door de raad van de gemeente Bemmel in zijn openbare vergadering op 3 december 2001 Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bemmel in zijn vergadering op 30 november 2001 Aldus besloten door de burgemeester van Bemmel op Aldus besloten door de raad van de gemeente Didam in zijn openbare vergadering op 20 december 2001 Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Didam in zijn vergadering op Aldus besloten door de burgemeester van Didam op Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

26 Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering op 13 december 2001 Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg in zijn vergadering op 13 december 2001 Aldus besloten door de burgemeester van Doesburg op Aldus besloten door de raad van de gemeente Duiven in zijn openbare vergadering op 17 december 2001 Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven in zijn vergadering op 4 december 2001 Aldus besloten door de burgemeester van Duiven op Regeling Hulpverlening Gelderland Midden

27 Aldus besloten door de raad van de gemeente Ede in zijn openbare vergadering op 20 december 2001 Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede in zijn vergadering op 6 november 2001 Aldus besloten door de burgemeester van Ede op Aldus besloten door de raad van de gemeente Nijkerk in zijn openbare vergadering op 20 december 2001 Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk in zijn vergadering op 27 november 2001 Aldus besloten door de burgemeester van Nijkerk op Regeling Hulpverlening Gelderland Midden