Afstudeeronderzoek. Bijlagen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Afstudeeronderzoek. Bijlagen"

Transcriptie

1 Domaco Milieumanagement BV Darwinstraat TK Boskoop ad.koetsier@domaco.nl KvK Leiden: Afstudeeronderzoek Een praktisch onderzoek naar de komst van de Seveso III richtlijn Bijlagen Auteur : Shane Ruiten In opdracht van : Domaco Milieumanagement BV Onderwijsinstelling : Hogeschool INHolland Rotterdam Opleiding : Integrale Veiligheid voltijd 2013/2014 Studentennummer : Projectnummer : B Datum : Plaats : Heerjansdam Afstudeerbegeleider Vanuit onderwijsinstelling : Dhr. B. Nissen Vanuit afstudeerbedrijf : Dhr. A. Koetsier Versie : Bijlagen definitief

2 Bijlagen Auteur : Shane Ruiten In opdracht van : Domaco Milieumanagement BV Onderwijsinstelling : Hogeschool INHolland Rotterdam Opleiding : Integrale Veiligheid voltijd 2013/2014 Studentennummer : Projectnummer : B Datum : Plaats: : Heerjansdam Afstudeerbegeleider Vanuit onderwijsinstelling : Dhr. B. Nissen Vanuit afstudeerbedrijf : Dhr. A. Koetsier Versie : Bijlagen definitief 2

3 Inhoud Bijlage 1: Begripsomschrijving theoretisch kader 4 Bijlage 2: Methode en technieken per deelvraag, validiteit en interviews 9 Bijlage 3: Schematische weergave van relevante wet- en regelgeving en samenhang 15 Bijlage 4: Overzicht verplichtingen Brzo-bedrijven 16 Bijlage 5: Concordantietabel Seveso II- Seveso III 17 Bijlage 6: Specifieke wijzigingen door indelingssystematiek naar CLP/GHS 20 Bijlage 7: Stappenplan voor bepaling van verschuiving in Brzo-regime 21 Bijlage 8: Het Brzo Bijlage 9: De Seveso III richtlijn 39 3

4 Bijlage 1: Begripsomschrijving theoretisch kader Om dit onderzoek uit te voeren is het van belang een aantal begrippen te verduidelijken en/ of te omschrijven. Deze begrippen komen in dit onderzoek terug en dienen als verduidelijking van de hoofdvraag die in dit onderzoek centraal staat. In het onderzoek worden deze begrippen verder uitgewerkt. De volgende begrippen worden omschreven/ gedefinieerd: - Richtlijn; - De Seveso richtlijnen; - Besluit; - Besluit Risico Zware Ongevallen (Brzo); - Brzo-bedrijven (risicobedrijven); - PGS 6; - Risico s; - Gevaarlijke stoffen; - Inrichtingen; - Zwaar ongeval; - Externe veiligheid. Richtlijn De manier waarop de Europese Commissie een Europese richtlijn omschrijft wordt aangehouden in dit onderzoek. De Europese Commissie is een officiële bron welke dicht bij de wet- en regelgeving staat die in dit onderzoek aan de orde komt. Het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie stellen een richtlijn vast. Een Europese richtlijn stelt doelstellingen die Europese landen moeten naleven en uiteindelijk moeten bereiken. De doelstellingen staan vast, maar de lidstaten mogen hier zelf invulling aan geven. Een richtlijn kan tot een enkel Europees land zijn gericht, maar ook tot een aantal of alle landen van de Europese Unie. Voor burgers heeft de richtlijn pas gevolgen als de nationale wetgever de richtlijn heeft omgezet in nationale wetgeving. Het doel van de richtlijn is het nader tot elkaar brengen van Europese wetgeving en het harmoniseren van nationale wetgeving (Europese Commissie,2012). De Seveso richtlijn De Seveso richtlijn is een Europese richtlijn, opgesteld door de Europese Unie en spitst zich toe op het beheersen van de gevaren van zware ongevallen door het gebruik van gevaarlijke stoffen en de risico s die dit met zich mee brengt. Momenteel is de Seveso II richtlijn van kracht, de opvolger van de 82/501/EEG, ofwel de Seveso I richtlijn. In juni 2015 zal de opvolger van de Seveso II, de Seveso III richtlijn, van kracht worden op de Nederlandse situatie. Seveso is een stad in Italië, waar in juli 1976 een chemische ramp heeft plaats gevonden. De uitstoot van de gevaarlijke stoffen heeft een hoop stof doen opwaaien en trok hierdoor de aandacht van de Europese Gemeenschap. Als gevolg hierop werd wetgeving uitgewerkt, om er voor te zorgen dat de mens en zijn omgeving beter beschermt zijn tegen de gevaren die dit soort industriële rampen met zich mee brengen. Uiteindelijk is dit geresulteerd in de Seveso richtlijn, welke in 1982 van kracht werd. Voortschrijdend inzicht in nieuwe risicobeheersingsmethodieken en actuele ontwikkelingen zorgden er een aantal jaar geleden voor dat de toen huidige Seveso richtlijn niet meer voldeed aan de maatstaven welke beoogd waren. Hierop heeft de Raad van de Europese Unie de Seveso I richtlijn herzien en in 1997 de Seveso II richtlijn vastgesteld, welke in 1997 van kracht is geworden (LATrb, 2014). Het doel van de Seveso richtlijn is het beheersen van de risico s op, en de gevaren van, zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. Dit gaat deels door de kans te verkleinen dat er een dergelijk ongeval kan plaats vinden en deels door de gevolgen zo veel mogelijk te beperken (LATrb, 2014). 4

5 De richtlijn bevat Europees gezien specifieke en algemene voorschriften en verplichtingen voor zowel exploitanten als voor de autoriteiten van de individuele lidstaten op het gebied van de preventie van zware ongevallen en het beperken van de gevolgen hiervan (Europese Commissie,2000). De richtlijn stelt drempelwaarden vast wat betreft de hoeveelheden gevaarlijke stoffen waarboven een bedrijf is onderworpen aan eisen omtrent de preventie van zware ongevallen en het zo klein mogelijk maken van de gevolgen daarvan (Seveso.be,2014). Voor een samenvatting van de Seveso II richtlijn, zie bijlage 1. Besluit In dit onderzoek wordt de definitie van een besluit aangehouden zoals deze in de Algemene wet bestuursrecht, artikel 1, lid 3 wordt gehanteerd: Een besluit is: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling (Awb, 1992). Een mondelinge beslissing is dus geen besluit, het moet ten alle tijden schriftelijk zijn vastgelegd. Het Besluit risico s zware ongevallen Het Brzo is de afkorting voor het Besluit risico s zware ongevallen. Dit besluit is de Nederlandse invulling/implementatie van de internationale, Europese Seveso II richtlijn. In het besluit zijn de eisen geïntegreerd op het gebied van rampenbestrijding, externe veiligheid en arbeidsveiligheid, in 1 juridisch kader (LATrb,2014). Het doel van de invoering van dit besluit is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Het Brzo stelt strenge eisen voor bedrijven die gevaarlijke stoffen produceren en/of opslaan en deze moeten dan ook aan strenge veiligheidseisen voldoen (de zogenaamde risico bedrijven of Brzo-bedrijven ). De bijlagen van het Brzo omtrent de indeling van gevaarlijke stoffen, zijn gelijk aan die van de Seveso. Het Brzo is opgenomen in bijlage 9. In hoofdstuk 4 van dit onderzoek wordt dit besluit verder uitgewerkt. Brzo-bedrijf (Risicobedrijf) Dit begrip heeft een vrijwel eenduidige omschrijving en betekenis. - Bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken, en moeten voldoen aan aanvullende regelgeving opgesteld om medewerkers, milieu en omwonenden te beschermen (Arboportaal, 2014). - Bedrijven die werken met relatief grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen, of deze in opslag hebben, en vallen onder de werking van het Besluit risico s zware ongevallen (LATrb, 2014). In dit onderzoek is de definitie van een Brzo-bedrijf door de Landelijke Aanpak Toezicht Risico Beheersing bedrijven (LATrb) aangehouden: Bedrijven die werken met relatief grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen, of deze in opslag hebben, en vallen onder de werking van het Besluit risico s zware ongevallen (LATrb, 2014). Deze definitie wordt in dit onderzoek aangehouden omdat deze begripsomschrijving de gehele intentie van het begrip Brzo-bedrijf duidelijk weergeeft en deze het beste past binnen de kaders van dit onderzoek, zoals Domaco deze bedoelt heeft. In hoofdstuk 4 wordt dit begrip verder uitgewerkt. Er zijn een aantal synoniemen voor een Brzo-bedrijf in omloop die veelal door elkaar gebruikt worden. In het kader van de Seveso richtlijnen wordt gesproken van Seveso-inrichtingen, lagedrempelinrichtingen en hogedrempel- inrichtingen. In het Brzo wordt gesproken van Brzo-bedrijven, Pbzobedrijven en Vr-bedrijven. Deze staan gelijk aan elkaar. Zo is een Seveso-bedrijf hetzelfde als een 5

6 Brzo-bedrijf, is een lagedrempel-inrichting hetzelfde als een Pbzo-bedrijf en is een hogedrempelinrichting gelijk aan een Vr-bedrijf. PGS 6 PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. De PGS 6: Aanwijzingen voor de implementatie van het Besluit Risico Zware Ongevallen 1999, geeft aanwijzingen over hoe de eisen en verplichtingen gesteld in het Besluit risico s zware ongevallen en de Regeling risico s zware ongevallen kunnen worden aangepakt door bedrijven die onder deze besluiten vallen. Het gaat onder anderen in op de invulling van het veiligheidsrapport en het veiligheidsbeheerssysteem. De PGS 6 dient als hulpmiddel en is geen dwingend voorschrift. Bedrijven kunnen hier een eigen interpretatie aan geven, mits zij dit op een soortgelijke of betere manier doen (LATrb, 2014). De PGS 6 is in hoofdstuk 4 verder uitgewerkt. Risico Risico is een breed begrip, er zijn veel definities in omloop. Hierbij komt dat wat de één verstaat onder een risico, niet betekent dat dit ook voor een ander geldt. Risico s komen voor in alle sectoren van deze samenleving,groot of klein. Uit de volgende definities is een definitie gekozen welke wordt gebruikt in dit onderzoek. - Risico is de mogelijkheid van een gebeurtenis die in een gegeven periode en situatie, een negatief effect heeft, waarde creatie voorkomt of bestaande waarde uitholt (Claes, 2012). - Een risico is het gevaar voor schade of verlies door een onzekere gebeurtenis (Gerritsma,2009). - Risico is de kans op een gebeurtenis die de veiligheid, het welzijn of doelstellingen bedreigd, maal de schadelijke effecten die daarvan het gevolg zijn (Stol.e.a., 2010). - Een risico is een kans op het optreden van een ongewenste gebeurtenis (door een oorzaak) met een gevolg (is dus negatief)voor betrokkene en heeft invloed op het behalen van de doelstellingen (Covello & Mumpower,1985). In dit onderzoek wordt de definitie van Stol.e.a. (2010) aangehouden: Risico is de kans op een gebeurtenis die de veiligheid, het welzijn of doelstellingen bedreigd, maal de schadelijke effecten die daarvan het gevolg zijn. Deze definitie is met betrekking tot dit onderzoek de meest alles omvattende en geeft een duidelijke, begrijpelijke weergave van wat een risico is. De formule die hierbij hoort om een risico te berekenen is: Risico= Kans x Gevolg Gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen zijn er in veel verschillende maten, vormen en verschijningen. Een groot aantal Nederlandse bedrijven werkt met gevaarlijke stoffen, of slaat deze op. Het is van groot belang om gevaarlijke stoffen te herkennen en te weten hoe hier mee om te gaan. Gevaarlijke stoffen is een breed begrip, dat niet gemakkelijk wordt afgekaderd. Hier onder een aantal definitiebeschrijvingen zoals deze bestaan voor de gevaarlijke stoffen: - Gevaarlijke stoffen zijn stoffen waarvan gebruik, transport of opslag risico s met zich meebrengen zoals explosiegevaar, brand, giftigheid of radioactiviteit (Risicokaart.nl,2014). - Gevaarlijke stoffen zijn stoffen of preparaten die bij of krachtens de Wet milieugevaarlijke stoffen, of de Wet vervoer gevaarlijke stoffen als milieugevaarlijke stof zijn aangemerkt (Rodenhuis,2009). - Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die door hun intrinsieke eigenschappen of de omstandigheden waaronder ze voorkomen gevaar, schade of ernstige hinder voor mens, dier of milieu kunnen veroorzaken (Safety Analyse,2012). 6

7 De definitie van Safety Analyse (2012) wordt in dit onderzoek overgenomen: Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die door hun intrinsieke eigenschappen of de omstandigheden waaronder ze voorkomen gevaar, schade of ernstige hinder voor mens, dier of milieu kunnen veroorzaken. Het Besluit risico s zware ongevallen geeft in artikel 1, lid b de volgende definitie: stoffen, mengsels of preparaten, genoemd in bijlage I, deel 1, of behorend tot een categorie, genoemd in bijlage I, deel 2 en aanwezig als grondstof, product, bijproduct, residu of tussenprodukt, met inbegrip van stoffen, mengsels of preparaten waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij door het onbeheersbaar worden van een industrieel chemisch proces ontstaan Deze definitie is het meest omvattend en bevat behalve de omschrijving ook een goede uitleg over waar een gevaarlijke stof aan dient te voldoen, voordat het een gevaarlijke stof genoemd wordt. Binnen de kaders van dit onderzoek sluit de definitie van Safety Analyse (2012) het beste aan, maar worden beide definities gehanteerd. De definitie vanuit het Besluit risico s zware ongevallen is specifieker op de inhoud van de wetgeving gericht en dient hierom ook als houvast binnen het wettelijke kader van dit onderzoek. Inrichtingen Een inrichting is in het kader van dit onderzoek een ander woord voor bedrijf of onderneming. Er zijn verschillende definities van een inrichting in omloop en er zijn zo ook verschillende soorten inrichtingen. In de Wet milieubeheer wordt gespecificeerd wat een inrichting precies is. In artikel 1.1 van deze kaderwet wordt een inrichting omschreven als; elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht (Wet milieubeheer,1979). Hiernaast wordt in artikel 1 lid 4 van dezelfde wet gesteld: Daarbij worden als één inrichting beschouwd de tot eenzelfde onderneming of instelling behorende installaties die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen. In de definitie zitten drie elementen, namelijk de vraag of de activiteiten die uitgevoerd worden bedrijfsmatig zijn, dat de bedrijvigheid binnen een zekere begrenzing moet worden verricht en er moet sprake zijn van bedrijvigheid die pleegt te worden verricht. Hierbij is het belangrijk dat de activiteiten boven het hobbymatige uitkomen en worden uitgevoerd met bedrijfsmatige doeleinden. Als het gaat om de zekere begrenzing betekent niet dat het feitelijk begrenst moet zijn, maar het moet redelijkerwijs te begrenzen zijn. Als laatste gaat het om pleegt te worden verricht. Dit houdt in dat de activiteiten/werkzaamheden met enkele regelmaat, gedurende een bepaalde periode of tijd moet worden verricht. Deze definitie is het meest omvattend en algemeen geldend, het staat immers in een nationale wettekst. Om deze reden wordt deze omschrijving van een inrichting aangehouden in dit onderzoek. Zwaar ongeval In dit onderzoek wordt de volgende definitie van een zwaar ongeval gehanteerd: Een gebeurtenis zoals een zware emissie, brand of explosie als gevolg van onbeheerste ontwikkelingen tijdens de bedrijfsuitoefening in een inrichting waarop de Seveso richtlijn van toepassing is, waardoor hetzij onmiddellijk, hetzij na verloop van tijd ernstig gevaar voor de menselijke gezondheid of het milieu, binnen of buiten de inrichting ontstaat en waarbij een of meer gevaarlijke stoffen betrokken zijn. 7

8 Deze definitie wordt aangehouden omdat deze direct uit de 2012/18/EU Seveso III richtlijn, artikel 3,lid 13 afkomstig is en wordt gehanteerd in wet- en regelgeving welke wordt onderzocht in dit onderzoek. Door deze definitie te hanteren wordt directe aansluiting behouden bij de geldende wet- en regelgeving. Externe veiligheid Dit begrip gaat over de risico s bij opslag, vervoer en gebruik van gevaarlijke stoffen, voor mens en milieu. De risico s die zich kunnen voordoen op luchthavens vallen eveneens onder externe veiligheid. In het Besluit externe veiligheid inrichtingen 2004 (kortweg:bevi), wordt het begrip externe veiligheid gedefinieerd als: De kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. In hoofdstuk 2 van het basisboek integrale veiligheid (Stol,2010), wordt externe veiligheid omschreven als: De effectieve bescherming van personen die zich bevinden buiten het systeem van een bedrijf, tegen persoonlijk leed als gevolg van een ongewoon voorval binnen dat systeem. Binnen dit onderzoek wordt de definitie uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen aangehouden. Hierdoor wordt directe aansluiting gevonden bij de wet- en regelgeving welke wordt onderzocht in dit rapport. 8

9 Bijlage 2: Methode en technieken per deelvraag, validiteit en interviews 1. Wat is de Seveso richtlijn en wat houdt deze in voor de Nederlandse situatie, de Brzobedrijven en de overheid? Deze deelvraag dient als basis voor het gehele onderzoek. In deze deelvraag wordt ingegaan op wat de Seveso richtlijn is en hoe deze werkt. Vervolgens wordt ingegaan op wat de richtlijn betekend voor de Nederlandse situatie. Allereerst zal het vooral in de breedte worden onderzocht, dus specifiek wat de Seveso richtlijn is, wat deze inhoudt en hoe deze is verwerkt in de Nederlandse situatie. Hiermee wordt bedoelt welke Nederlandse wetgeving met de Seveso samenhangt. Vervolgens wordt verder de diepte in gegaan, door te kijken naar hoe de eisen uit de Seveso richtlijn in de Nederlandse situatie zijn ondergebracht en in welke Nederlandse wetgeving de Seveso is geïmplementeerd. Tot slot wordt in deze deelvraag beschreven wat de Seveso en het Brzo kunnen betekenen voor zowel de overheid in haar toezichthoudende functie, als bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen en wat vanuit de Seveso en het Brzo dan de verplichtingen zijn. Deze informatie wordt tevens gebruikt als basis voor de verschillenanalyse tussen de Seveso II en de Seveso III richtlijn in deelvraag 2, hoofdstuk 5. Om deze deelvraag te beantwoorden wordt antwoord gegeven op een aantal vragen: - Wat is de Seveso richtlijn, hoe ziet deze er uit en welke regelgeving bevat deze? - In welke Nederlandse wet- en regelgeving is de Seveso richtlijn geïmplementeerd? - Wat houdt deze in voor Nederland,hoe is deze verwerkt in de Nederlandse situatie? - Wat zijn de verplichtingen voor de overheid en de Brzo-bedrijven? Om deze informatie te verkrijgen wordt gebruik gemaakt van deskresearch en kennis van de praktijk/ bedrijfsbegeleider; de heer Ad Koetsier e.a., eventueel in de vorm van een interview of informatief gesprek. Deskresearch is voor deze deelvraag een geschikte methode, omdat inzicht verkregen dient te worden in de richtlijn en wat deze inhoudt. Hierover is veel te vinden in literatuur, op internet en data- en informatiebanken van de overheid en het bedrijfsleven. Mocht informatie ontbreken of onduidelijk zijn, dan wordt dit geverifieerd bij de praktijk/ bedrijfsbegeleider en experts. Zowel in interview experts, als in interview Brzo-bedrijven zijn interviewvragen opgenomen om zo informatie te verkrijgen vanuit verschillende perspectieven voor het beantwoorden van deze deelvraag. Voor interviewvragen zie operationalisatiematrix aan het einde van dit hoofdstuk. Om deze deelvraag te beantwoorden wordt een kwalitatieve methode gehanteerd, omdat deze deelvraag geen cijfermatige uitkomsten behoeft en dit tevens niet het beoogde resultaat is. De informatie welke naar voren komt in deze deelvraag is zowel beschrijvend van aard, als definiërend. Dit komt omdat wordt beschreven wat de Seveso richtlijn inhoudt en hoe deze werkt, maar ook wat deze specifiek inhoudt voor de Nederlandse situatie en hoe deze hierin is verwerkt/uitgewerkt. Om deze deelvraag te beantwoorden worden verschillende bronnen gebruikt, hieronder vallen onder anderen: - Arbo portaal.nl, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.(2014). ARIE en BRZO. Website over het Besluit Risico Zware Ongevallen; - Webpagina van de overheid met informatie over de huidige Nederlandse wet- en regelgeving; - Besluit Risico s Zware Ongevallen 1999/ Regeling Risico s Zware ongevallen In deze documenten wordt de wet- en regelgeving voor Brzo-bedrijven beschreven. - Seveso II richtlijn (96/82/EG); 9

10 - LATrb.nl. Webpagina van Landelijke Aanpak Toezicht Risico Bedrijven. Bevat informatie over de Seveso richtlijnen. 2. Welke veranderingen doen zich voor in de wetgeving, als Seveso II in de Seveso III overgaat? Om te kunnen onderzoeken wat de consequenties zijn voor Nederlandse Brzo-bedrijven en hoe zij deze een invulling kunnen geven, is het van belang de verschillen/wijzigingen tussen de Seveso II en III in kaart te brengen. Deze deelvraag wordt dan ook gebruikt als input om deelvraag 3 en deelvraag 4 te kunnen beantwoorden. De Seveso II richtlijn wordt in deze deelvraag vergeleken met de in te voeren Seveso III richtlijn. De verschillen tussen deze richtlijnen, en dus automatisch ook de veranderingen die de overgang met zich mee brengt, worden beschreven aan de hand van een verschillenanalyse. Op deze manier worden de verschillen/ veranderingen overzichtelijk gemaakt en dienen deze als input voor de volgende deelvragen en uiteindelijk voor het beantwoorden van de gestelde hoofdvraag. Om deze deelvraag te beantwoorden wordt antwoord gegeven op een aantal vragen: - Wat is de reden voor de overgang van Seveso II naar Seveso III? - Wat zijn de veranderingen/ verschillen tussen de Seveso II en Seveso III? - Hoe worden de veranderingen in de Nederlandse situatie toegepast en wat houdt dit in betreffende de wetgeving? Voor de beantwoording van deze deelvraag wordt gebruik gemaakt van deskresearch en fieldresearch. Deskresearch en literatuuronderzoek is een geschikte methode om deze deelvraag te beantwoorden, omdat het beoogde resultaat een beschrijving van de verschillen tussen beide richtlijnen betreft. Hiervoor worden bestaande rapportages en documentatie geraadpleegd en geanalyseerd. Naar idee staat veel over dit onderwerp beschreven in databases en informatie systemen van de overheid, eerder uitgevoerd onderzoek en in wet- en regelgeving. Hiernaast wordt fieldresearch ingezet, in de vorm van interviews met experts. Dit zijn geschikte methoden voor het beantwoorden van deze deelvraag, omdat op deze manier zowel vanuit bestaande literatuur, als uit expertise informatie wordt verkregen. De deelvraag is kwalitatief van aard en heeft een vergelijkend karakter. De beantwoording behoeft geen cijfermatige onderbouwing en bevat uiteindelijk geen uitkomsten die te maken hebben met kwantitatieve onderzoeksmethoden. De uitkomsten hebben verder niets te maken met informatie met betrekking tot respondenten of hoeveelheden. Deze deelvraag is beschrijvend, maar ook vergelijkend van aard. De richtlijnen worden met elkaar vergeleken, waarna de verschillen beschreven worden. Bronnen voor de beantwoording van de deelvraag zijn onder andere: - Interviews met experts; - Richtlijn 96/82/EG. De Seveso II richtlijn; - Richtlijn 2012/18/EU. De Seveso III richtlijn; - Seveso.be. Webpagina specifiek gericht op de Seveso richtlijnen; - LATrb.(2014). Werkwijzer BRZOII. Seveso Richtlijn; - FOD.(n.d.). Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg. Welzijn op het werk: Toelichting bij de Seveso III- richtlijn 2012/ In hoeverre zijn Brzo-bedrijven op de hoogte van wet- en regelgeving die specifiek geldt voor risicobedrijven en in welke mate leven zij deze na? 10

11 Deze deelvraag dient als ondersteuning om uiteindelijk de hoofdvraag te beantwoorden. Brzobedrijven vallen onder het Brzo door de soort en hoeveelheid gevaarlijke stoffen waar zij mee werken. Hierdoor moeten zij voldoen aan strikte eisen en wet- en regelgeving. Onderzocht wordt of Nederlandse bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen en onder het Brzo vallen op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving die specifiek voor hen geldt en in welke mate zij deze naleven (het nalevinggedrag). Om deze deelvraag te beantwoorden wordt antwoord gegeven op een aantal vragen: - Zijn de bedrijven op de hoogte dat er specifieke wet- en regelgeving voor hen geldt? - Zijn de Brzo-bedrijven op de hoogte van de specifieke wet- en regelgeving en in welke mate? - In welke mate leven de Brzo-bedrijven de wet- en regelgeving die op hun van toepassing is na? (nalevinggedrag) Als basis voor deze deelvraag wordt een theorie gebruikt: de Tafel van 11. Om de kennis van wet- en regelgeving en het nalevinggedrag te meten, worden de eerste vijf dimensies van deze theorie getoetst aan de hand van een vragenlijst. De dimensies zijn beschreven in het hoofdstuk Theoretische onderbouwing. De vragenlijst wordt in de vorm van een interview afgenomen en is opgenomen in het interview Brzo-bedrijven. De vijf relevante indicatoren uit de theorie zijn verwerkt in het interview, zodat dit voor een sluitende uitkomst zorgt. De vragen in het interview refereren naar de dimensies. Voor de uitwerking van de vragen zie Operationalisatiematrix aan het einde van dit hoofdstuk. De deelvraag wordt beantwoord door gebruik te maken van deskresearch en fieldresearch. De zwaarte ligt hier op fieldresearch en vormt daarom ook de belangrijkste bron van informatie. De informatie om deze deelvraag te beantwoorden wordt hoofdzakelijk verkregen door interviews met Brzo-bedrijven. Dit is de meest directe manier om te onderzoeken of zij op de hoogte zijn van de actuele wet- en regelgeving die voor hen geldt en in hoeverre zij deze naleven. De informatie wordt zo nodig aangevuld met deskresearch uit bestaande bronnen zoals onder andere internet en literatuur. De deelvraag is kwantitatief van aard, de uitkomsten van de deelvraag behoeven een cijfermatige uitspraak, het gaat om aantallen. De bronnen die worden gebruikt zijn voornamelijk interviews met Brzo-bedrijven. De vragen die gesteld worden in het interview staan in relatie met bovenstaande onderzoeksvragen en hebben hoofdzakelijk een open karakter. Voor informatie over interviews, zie kop interviews verder in dit hoofdstuk. 4. Welke consequenties heeft de invoering van de Seveso III richtlijn voor zowel het Nederlandse bedrijfsleven als de overheid? Deze deelvraag heeft als doel de consequenties te beschrijven die de overgang met zich mee brengt voor het Nederlandse bedrijfsleven, ofwel de Brzo-bedrijven (risicobedrijven), en de overheid. De overheid wordt gezien in haar toezichthoudende functie, benoemd als het bevoegd gezag. Door het beantwoorden van deze deelvraag kan uiteindelijk de hoofdvraag worden beantwoord. De veranderingen die de overgang van de Seveso II naar de Seveso III richtlijn met zich mee brengen, kunnen gevolgen hebben voor bedrijven en de overheid. In deze deelvraag wordt onderzocht wat de veranderingen teweeg kunnen brengen en wat dit voor de Nederlandse bedrijven en de overheid kan betekenen. Dit kunnen consequenties zijn met veel impact, maar het kan ook zijn dat de inspanningen als gevolg van de wijziging klein zijn. De overheid heeft hier ook mee te maken, zij zijn immers degene die de wet- en regelgeving opmaken, invoeren en doorvoeren. In deze deelvraag wordt om deze reden de overheid ook meegenomen. 11

12 Om te kunnen bepalen hoe de Brzo-bedrijven de consequenties het beste kunnen invullen, is het van belang te weten wat de consequenties van de overgang zullen zijn. Aan de hand van deze informatie kan worden bepaald hoe de bedrijven deze wijzigingen/ consequenties kunnen aanpakken binnen hun organisatie. Hierbij wordt ook gekeken naar hoe ver de Brzo-bedrijven momenteel zijn met de voorbereidingen op deze wijzigingen en hoe de nieuwe Seveso III in het nieuwe Brzo zal worden geïmplementeerd. Om deze deelvraag te beantwoorden wordt antwoord gegeven op een aantal vragen: - Welke consequenties hebben de veranderingen van de Seveso III voor Brzo-bedrijven? - Welke consequenties hebben de veranderingen van de Seveso III voor de Nederlandse overheid? - Welke impact hebben de consequenties op Brzo-bedrijven en de overheid? (ernst en zwaarte van de consequenties) - Hoe worden de veranderingen die de Seveso III met zich mee brengt geïmplementeerd in het Besluit risico s zware ongevallen en wat is hier de huidige status van? - Hoe kunnen de Brzo-bedrijven invulling geven aan de veranderingen en consequenties? Om de consequenties van de overgang in kaart te brengen, wordt voor het beantwoorden van deze deelvraag gebruik gemaakt van zowel deskresearch als fieldresearch. Uit bestaande informatiebronnen en literatuur wordt informatie verzameld over welke gevolgen de overgang heeft/ zou kunnen hebben. Dit wordt aangevuld met fieldresearch. Fieldresearch in de vorm van interviews met experts, overheden en Brzo-bedrijven. Tijdens deze gesprekken wordt gevraagd naar de consequenties voor de bedrijven en de overheid. Bij de bedrijven zal worden gevraagd naar wat zij denken dat de consequenties voor hun bedrijf zijn door de komst van Seveso III en hoe zij denken dit te kunnen gaan invullen. Naast de Brzo-bedrijven en overheid wordt ook informatie ingewonnen bij externen die deskundig zijn op het gebied van de Seveso richtlijnen. Op deze manier wordt informatie vergaard uit twee invalshoeken. Dit zorgt ervoor dat de informatie die verkregen wordt zo het meest compleet is. De informatie uit deelvraag 2 van dit onderzoek dient als input voor de interviews en voor de beantwoording van deze deelvraag. In interview experts en interview Brzo-bedrijven zijn interviewvragen opgenomen om informatie te verkrijgen om deze deelvraag te beantwoorden. Voor de interviewvragen, zie operationalisatiematrix aan het einde van dit hoofdstuk. Om deze deelvraag te beantwoorden wordt een kwalitatieve methode gebruikt, in de vorm van deskresearch en interviews. Het beoogde resultaat van deze deelvraag heeft geen relatie met hoeveelheden en cijfermatige uitkomsten in de vorm van bijvoorbeeld enquêtes. De deelvraag is beschrijvend van aard, de consequenties/ veranderingen van de overgang worden beschreven en er wordt ingegaan op welke manier de Brzo-bedrijven deze kunnen invullen binnen hun organisatie. Voor de beantwoording worden onder anderen de volgende bronnen gebruikt: - Interview met Brzo-bedrijven en overheid/experts. - LATrb.(2014). Werkwijzer BRZOII, Seveso Richtlijn. Via: 0/werkwijzer-brzo-ii-0/regelgeving/wetgeving/seveso-0/seveso-richtlijn/ - Richtlijn 2012/18/EU & Richtlijn 96/82/EG. De Seveso richtlijnen. - Ministerie van Infrastructuur en Milieu.(2014). Veiligheid: Besluit Risico s Zware Ongevallen

13 Interviews In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van informatie welke verkregen is uit interviews. Er wordt gebruik gemaakt van twee opzichzelfstaande, doch samenhangende interviews: een interview gericht aan experts en een interview gericht aan Brzo-bedrijven. Deze tweedeling is gemaakt zodat op deze manier informatie wordt vergaard vanuit twee optieken. De interviewvragen voor experts zullen over het algemeen anders zijn dan de interviewvragen voor de Brzo-bedrijven. Dit is simpelweg omdat de beantwoording van een aantal deelvragen specifieke informatie behoeft vanuit het bedrijfsleven, of vanuit de richting van de expert. Desalniettemin worden sommige vragen aan beide gesteld, om op deze manier vanuit verschillende invalshoeken en perspectieven de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. De interviews zijn half-gestandaardiseerd. Dit houdt in dat er van te voren gespreksonderwerpen en interviewvragen zijn opgesteld en er voldoende ruimte is voor de gesprekspartner om in eigen woorden te antwoorden op de gestelde vragen. Het gespreksonderwerp staat van te voren vast, de gesprekspartner/ geïnterviewde kan op deze manier niet het gespreksonderwerp bepalen. De onderwerpen die in het interview aan bod komen refereren aan de deelvragen en de opgestelde sub-deelvragen,ofwel onderzoeksvragen. De vragen zijn vooraf opgesteld, desalniettemin wordt gebruik gemaakt van een open interviewstijl met voornamelijk open vragen. In geval van een gesloten vraag zal altijd een vraag volgen ter verdieping. Rekening dient te worden gehouden met het feit dat de tijdslijn invloed kan hebben op de informatie die is verkregen vanuit de interviews. Op moment van interviewen kan de informatie, zoals deze bekend is bij een bedrijf, anders zijn dan bij de afronding van het onderzoek. Zo kan een bedrijf op het moment van het interview niet goed op de hoogte zijn van de actuele wet- en regelgeving, maar zich tijdens de uitvoering van dit onderzoek hier in verdiepen. De desbetreffende interviews zijn te vinden in bijlage 8. De interviewvragen zijn opgenomen in de operationalisatiematrix aan het einde van dit hoofdstuk. Validiteit en selectie van bedrijven In eerste instantie is voor de selectie van de bedrijven gebruikt gemaakt van de Brzo-bedrijvenlijst, peildatum 1 maart Deze lijst is opgesteld door het LATrb, aan de hand van de Inspectieruimte BRZO+. De lijst bestaat uit 409 actieve Brzo-plichtige bedrijven, onderverdeeld in Pbzo-plichtige bedrijven en Vr-plichtige bedrijven. Om na te gaan in welke mate Brzo-bedrijven op de hoogte zijn van wet- en regelgeving en in welke mate zij deze naleven, is het is niet noodzakelijk om alle 409 Brzo-bedrijven te ondervragen om een goed objectief beeld te kunnen vormen. Hiervoor is een representatief steekproefaantal genomen. Door de som : n>= N x z ² x p(1-p) te hanteren is de steekproefgrootte bepaald, waarbij: N = de grote van de populatie : 409 z= de standaardafwijking : 1,96 bij 95 % betrouwbaarheid p= de kans op een bepaald antwoord : Meest gebruikte aantal 50% De steekproefgrootte bij een betrouwbaarheidsniveau van 95 % is 198. Dit houdt in dat van de 409 Brzo-bedrijven in Nederland, in principe 198 bedrijven geïnterviewd dienen te worden voor een valide onderzoek. Het interviewen van 198 Brzo-bedrijven is in het kader van dit onderzoek niet reëel vanwege de beperkte tijd en omvang van het onderzoek en de ontvangen respons van bedrijven. In eerste instantie zijn er uit de totale populatie 50 bedrijven benaderd, met een algemene respons van 8. Hiervan waren er 2 positief en hebben geleid tot een interview. Door de slechte respons is overgegaan op een kwalitatieve methode, namelijk het benaderen van klanten van Ad Koetsier van 13

14 Domaco Milieumanagement BV. De respons hiervan was positief en heeft geleidt tot nogmaals 6 interviews. In totaal komt dit op 56 benaderde bedrijven, wat in totaal heeft geleid tot 8 geïnterviewde Brzo-bedrijven. In dit onderzoek is geen sprake van bias in de vorm van de betrouwbaarheid van de verkregen informatie vanuit de geïnterviewde bedrijven. Omdat veel van de geïnterviewden kennissen en/of contacten zijn van de heer Ad Koetsier, heeft in het kader van dit onderzoek niets te maken met de uitkomsten van de interviews. Dit komt omdat het onderwerp van dit onderzoek niet direct invloed heeft op persoonlijke belangen van zowel de geïnterviewde bedrijven als van Domaco Milieumanagement BV. De bedrijven die zijn benaderd voor dit onderzoek zijn in principe willekeurig gekozen, waarbij rekening is gehouden met de omvang, het type Brzo-bedrijf en de ligging. De geïnterviewde bedrijven zijn representatief en zorgen voor een goede weerspiegeling van de totale populatie. Er zijn interviews afgenomen bij zowel grote als kleinere bedrijven om te zorgen voor een goed beeld van de werkelijkheid. Voor de uitvoering van het onderzoek zijn naast Brzo-bedrijven ook 5 experts geïnterviewd. Van de 5 geïnterviewde experts waren er 4 vanuit de overheid en 1 geïnterviewde was een onafhankelijke consultant. De experts zijn gekozen op basis van relevantie voor het onderzoek. Er is gekozen om experts te interviewen die het dichtst bij de Seveso en Brzo wet- en regelgeving staan, namelijk alle disciplines van het bevoegd gezag: de brandweer Brzo, de DCMR en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In de bijlage is een lijst opgenomen met de benaderde en geïnterviewde bedrijven en experts. Bronvermelding en bronverwijzing De bronnen die gebruikt zijn in dit onderzoek worden weergegeven aan de hand van de APA-richtlijn. Dit houdt in dat de gebuikte bronnen worden weergegeven in een bronnenlijst. Bij gebruik van een bron wordt in de tekst verwezen naar de bronnenlijst en de uitgewerkte interviews. (persoonlijke mededelingen)doormiddel van het vermelden van de auteur en de datum van publicatie. Indien er informatie is gebruikt uit een interview, is het desbetreffende interview opgenomen in de bronnenlijst. Indien een bronvermelding wordt gedaan, is deze ten alle tijden van toepassing op de tekst waarin deze is opgenomen. Wanneer een tekst is geschreven aan de hand van veel verschillende bronnen, dan zijn deze niet allemaal opgenomen in de tekst. De gebruikte bronnen zijn dan weergegeven in de bronnenlijst, gerangschikt op deelvraag. Deelvraag 1 is voor het grootste deel gebaseerd op het Besluit risico s zware ongevallen. De beschrijving van de wijzigingen tussen de Seveso II en de Seveso III richtlijn in deelvraag 2 van dit onderzoek, zijn voornamelijk gebaseerd op het Besluit risico s zware ongevallen, de Seveso II richtlijn(96/82/eg), de Seveso III richtlijn(2012/18/eu) en interviews met experts. Indien er andere bronnen zijn gebruikt, is dit redelijkerwijs aangegeven in de tekst. Dit geldt eveneens voor de andere deelvragen. Deelvraag 3 en 4 van dit onderzoek zijn voornamelijk gebaseerd op interviews met experts en Brzobedrijven. Indien relevant is verwezen naar specifieke persoonlijke mededelingen of citaten van de desbetreffende geïnterviewde personen. 14

15 Bijlage 3: Schematische weergave van relevante wet- en regelgeving en samenhang Arbeidsveiligheid Rampbestrijding Externe veiligheid / milieu EU-Richtlijn Seveso-II Richtlijn Wetten Arbo-wet WvR WM / Wabo Amvb s Arbo-besluit BvR BiR Barim IVB BRZO Bevi Ministeriële regeling RRZO Rarim Arbo-regeling Revi Besluit Omgevingsvergunning BBRWaanwijzing Rampbestrijding Inspectie Inspectie SZW Veiligheidsregio brandweer Bevoegd gezag Wabo Schema is gebaseerd op figuur uit: Chorda.(2013). Basiscursus externe veiligheid. Utrecht:PHOV 15

16 Bijlage 4: Overzicht verplichtingen Brzo-bedrijven Overzicht verplichtingen BRZO-bedrijven (publicatiereeks gevaarlijke stoffen 6, 2009). 16

17 Bijlage 5: Concordantietabel Seveso II- Seveso III Seveso II Seveso III Artikel 1 Artikel 1 Artikel 2, lid 1, eerste alinea Artikel 2, lid 1, en artikel 3, leden 2 en 3 Artikel 2, lid 1, tweede alinea Artikel 3, lid 12 Artikel 2, lid 2 - Artikel 3, lid 1 Artikel 3, lid 1 Artikel 3, lid 2 Artikel 3, lid 8 Artikel 3, lid 3 Artikel 3, lid 9 Artikel 3, lid 4 Artikel 3, lid 10 Artikel 3, lid 5 Artikel 3, lid 13 Artikel 3, lid 6 Artikel 3, lid 14 Artikel 3, lid 7 Artikel 3, lid 15 Artikel 3, lid 8 Artikel 3, lid 16 - Artikel 3, leden 2 t/m 7, 11,12, Artikel 4 Artikel 2, lid 2, 1 e alinea, onder a) t/m f) onder h) - Artikel 2,lid 2, 1 e alinea, onder g), artikel 2,lid 2 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 5 Artikel 6, lid 1 Artikel 7, lid 2 Artikel 6, lid 2, aonder a) tot en met g) Artikel 7, lid 1, onder a) tot en met g) Artikel 6, lid 3 Artikel 7, lid 3 Artikel 6, lid 4 Artikel 7, lid 4, onder a) tot en met c) - Artikel 7, lid 4, onder d) Artikel 7, lid 1 Artikel 8, lid 1 - Artikel 8, lid 2, onder a) en b) Artikel, lid 1 bis Artikel 8, lid 2, onder a) Artikel 7, lid 2 Artikel 8, lid 5 Artikel 7, lid Artikel 8, lid 3 - Artikel 8, lid 4 - Artikel 8, lid 5 Artikel 8, leden 1 en 2 Artikel 9, leden 1 en 2 - Artikel 9, lid 2 Artikel 9, lid 1 Artikel 10, lid 1 Artikel 9, lid 2 Artikel 10, lid 2 Artikel 9,lid 2 - Artikel 9, lid 3 Artikel 10, lid 3 Artikel 9, lid 4 Artikel 10, lid 6 Artikel 9, lid 5 Artikel 10, lid 5 Artikel 9, lid Artikel 10 Artikel 11 Artikel 11, lid 1, onder a) en b) Artikel 12, lid 1, onder a) en b) en Artikel 12, lid 2 Artikel 11, lid 1, onder c) Artikel 12, lid 1, onder c) Artikel 11, lid 2 Artikel 12, lid 3 Artikel 11, lid 3 Artikel 12, leden 4 en 5 Artikel 11, lid 4 Artikel 12, lid 6, eerste alinea Artikel 11, lid 4 bis Artikel 12, lid 6, tweede alinea 17

18 Artikel 11, lid 5 Artikel 12, lid 7 Artikel 11, lid 6 Artikel 12, lid 8 Artikel 12, lid 1, eerste alinea Artikel 13, lid 1 Artikel 12, lid 1, tweede alinea Artikel 13, lid 2 Artikel 12, lid 1, bis - Artikel 12, lid 2 Artikel 13, lid 3 - Artikel 13, lid 4 Artikel 13, lid 1, eerste alinea Artikel 14, lid 2, eerste alinea, onder a) en artikel 14, lid 3, tweede alinea, tweede zin Artikel 13, lid 1, tweede alinea eerste, derde zin Artikel 14, lid 2, tweede alinea laatste zin Artikel 13, lid 1, twee alinea, tweede zin Artikel 14, lid 1 Artikel 13, lid 1, derde alinea Artikel 14, lid 2, tweede alinea, eerste zin - Artikel 14, lid 1, tweede zin Artikel 13, lid 2 Artikel 14, lid 3 Artikel 13, lid 3 Artikel 14, lid 4 Artikel 13, lid 4, eerste zin Artikel 14, lid 2, onder b) Artikel 13, lid 3, tweede en derde zin Artikel 22. lid 3, eerste en tweede alinea Artikel 13, lid 5 Artikel 15, lid 1 Artikel 13, lid 6 Artikel 14, lid 2, onder c) - Artikel 15, leden 2 tot en met 7 Artikel 14, lid 1 Artikel 16 Artikel 14, lid 2 Artikel 17 Artikel 15, lid 1, onder a) tot en met d) Artikel 18, lid 1, onder a) tot en met d) en artikel 18, lid 2, eerste alinea Artikel 15, lid 2, eerste alinea Artikel 18, lid 1, onder e), en artikel 18, lid 3 Artikel 15, lid 2, tweede alinea Artikel 18, lid 2, tweede alinea Artikel 15, lid 3 Artikel 18, lid 4 Artikel 16 Artikel 6, lid 1 - Artikel 6, leden 1 en 2 Artikel 17 Artikel 19 Artikel 18, lid 1 Artikel 20, leden 1 en 2 Artikel 18, lid 2, onder a) Artikel 20, lid 4 Artikel 18, lid 2, onder b) en c) Artikel 20, lid 7 Artikel 18, lid 3 Artikel 20, lid 11 - Artikel 20, leden 3,5,6,8,9 en 10 Artikel 19, lid 1 Artikel 21, lid 1 Artikel 19, lid 1 bis, eerste alinea Artikel 21, lid 3, eerste alinea Artikel 19, lid 1 bis, tweede alinea Artikel 21, lid 3, tweede alinea Artikel 19, lid 2, eerste alinea Artikel 21, lid 4 Artikel 19, lid 2, tweede alinea Artikel 21, lid 6 Artikel 19, lid 3 Artikel 21, lid 7 - Artikel 21, lid 5 Artikel 19, lid 4 Artikel 21, lid 2 Artikel 20, lid 1, eerste alinea Artikel 22, lid 1 Artikel 20, lid 1, tweede alinea Artikel 22,lid 2 Artikel 20, lid Artikel 23 - Artikel 24 Artikel 21, lid 1 Artikel 25 Artikel 21, lid 2 Artikel 21, lid 5 18

19 Artikel 22 Artikel 27 Artikel 23 Artikel 32 Artikel 24 Artikel 31 Artikel 25 Artikel 33 Artikel 26 Artikel 34 - Artikel 26 en artikelen 28 tot en met 30 - Bijlage I, inleidende alinea s Bijlage I, inleiding, punten 1 t/m 5 Bijlage I, aantekeningen bij bijlage I, aantekeningen 1 tot en met 3 Bijlage I, inleiding, punten 6 en 7 - Bijlage I, deel 1 Bijlage 1, deel 2 Bijlage I, deel 1, aantekeningen bij deel 1, aantekeningen 1 t/m 6 Bijlage I, deel 1, aantekeningen bij deel 1, aantekening 7 Bijlage I, aantekeningen bij bijlage I, aantekeningen 13 tot en met 18 Bijlage I, aantekeningen bij bijlage I, aantekening 20 - Bijlage I, aantekeningen bij bijlage I, aantekening 7 Bijlage I, deel 2 Bijlage I, deel 1 Bijlage I, deel 2, aantekeningen bij deel 2, aantekening 1 Bijlage I, deel 2, aantekeningen bij deel 2, aantekening 2 Bijlage I, deel 2, aantekeningen bij deel 2, aantekening 3 Bijlage I, deel 2, aantekeningen bij deel 2, aantekening 4 Bijlage I, aantekeningen bij bijlage I, aantekeningen 1, 5 en 6 Bijlage I, aantekeningen bij bijlage I, aantekeningen 8 tot en met 10 Bijlage I, aantekeningen bij bijlage I, aantekeningen 11.1,11.2 en 12 Bijlage I, aantekeningen bij bijlage I, aantekening 4 Bijlage II, delen I tot en met III Bijlage II, punten 1 tot en met 3 Bijlage II, deel IV, punt A Bijlage II, punt 4, onder a) - Bijlage II, punt 4, onder a), i) tot en met iii) Bijlage II, deel IV, punt B Bijlage II, punt 4, onder b) - Bijlage II, punt 4, onder c) Bijlage II, deel IV, punt C Bijlage II, punt 4, onder d) Bijlage II, deel V, punt D - - Bijlage II, punt 5, onder d) Bijlage III, inleidende alinea en onder a) en b) Bijlage III, inleidende alinea en onder a) Artikel 9, leden 1 en 5 Bijlage III, onder c), i) tot en met iv) Bijlage III, onder b), i) tot en met iv Bijlage III, onder c), v) tot en met vii) Bijlage III, onder b),v) tot en met vii) Bijlage IV Bijlage IV Bijlage V, punt 1 Bijlage V, deel 1, punt 1 Bijllage V, punt 2 - Bijlage V, punten 3 tot en met 5 Bijlage V, deel 1, punten 2 tot en met 4 Bijlage V, punt 6 Bijlage V, deel 2, punt 1 Bijlage V, punten 7 t/m 8 Bijlage V, deel 1, punt 5 - Bijlage V, deel 1, punt 6 Bijlage V, punten 9 en 10 Bijlage v, deel 2, punten 2 en 3 Bijlage V, punt 11 Bijlage V, deel 1, punt 7 - Bijlage V, deel 2, punt 4 Bijlage VI,I Bijlage VI, deel I Bijlage VI, II Bijlage VI, deel II en Bijlage VII 19

20 Bijlage 6: Specifieke wijzigingen door indelingssystematiek naar CLP/GHS Rubriek H: Gezondheidsgevaren Deze rubriek zorgt voor de vertaling van de categorieën Zeer giftig en Giftig van bijlage I van de Seveso II richtlijn. De CLP indelingssystematiek onderscheidt vier vormen van acute toxiciteit en onderscheidt tussen de blootstellingsroutes: oraal, dermaal en inademing. (FOD,n.d.) Gezondheidsgevaren bestaat in de nieuwe Seveso III richtlijn uit drie categorieën: Categorie H1: Acuut Toxisch, categorie 1, alle blootstellingroutes. Drempelwaarde 5/20 ton. In vergelijking met de toxische categorie 1 van de Seveso II, is dit een vermindering door minder strenge eisen aan oraal en inademing in CLP Categorie H2: Acuut Toxisch, categorie 2: alle blootstellingsroutes en Acuut Toxisch, categorie 3: blootstellingsroute inademing. Drempelwaarde 50/200 ton. Dit betekend ten opzichte van de Seveso II indeling een reductie voor de dermale en orale blootstellingsroute, maar tegelijkertijd ook een uitbreiding voor de inhalatie van dampen en gassen. Categorie H3: Specifieke doelgaantoxiciteit bij een eenmalige blootstelling. Drempelwaarde 50/200 ton. Deze indeling komt hoofdzakelijk overeen met de oude indelingssystematiek. Verhoging drempelwaarden voor stoffen acuut inhalatie damp: nummers in bijlage I, deel 2 van de Seveso III Rubriek P: Fysische gevaren Door de invoering van de CLP indelingssystematiek is het aantal categorieën van fysische gevaren uitgebreid naar acht, enkele met twee of drie subcategorieën. Volgens de indelingssystematiek van de Seveso II waren dit er nog zes. CLP kent voor de indeling van fysische gevaren een uitgebreidere onderverdeling dan de E.U.- indelingsrichtlijnen die momenteel in de Seveso II worden aangehouden. De overgang naar deze indeling heeft geen verstrekkende inspanning gekost. Toch zijn er een aantal wijzigingen die invloed kunnen hebben op het toepassingsgebied (FOD,n.d.): P3- ontvlambare aerosol: Wordt, in tegenstelling tot de indeling in de Seveso II, gezien als geheel. In de Seveso II werden de fasen van aerosol als twee aparte delen gezien, in Seveso III zijn deze bij elkaar genomen. Dit komt door de specifieke indeling die de CLP kent voor aerosol. Bij de nieuwe indeling worden twee categorieën aangehouden, wat afhangt van de inhoud van het aerosol en de ontvlambaarheid van de stof. P5- ontvlambare vloeistoffen: De indeling, zoals deze is opgenomen in de Seveso II, wordt hier doorgezet. Een verschil met de indeling van de Seveso II, is dat de CLP andere criteria aanhoudt. De vlampuntgrenzen genieten een verhoging van 21 graden naar 23 graden en van 55 graden naar 60 graden. Dit kan er voor zorgen dat het aantal stoffen en/ of mengsels dat onder deze categorie valt iets toeneemt en uitgebreid wordt. P7- pyrofore vloeistoffen en vaste stoffen: De nieuwe indeling zorgt er voor dat ook vaste pyrofore vloeistoffen zijn opgenomen als beschouwing, voorheen was dit niet het geval. Rubriek E: Milieugevaren De indeling, zoals deze is in de Seveso II, is hier 1-op-1 overgenomen. De categorieën waarin de milieugevaren zijn ingedeeld zijn, met inbegrip van de bijbehorende drempelwaarden, in zijn geheel overgenomen. Rubriek O: overige gevaren De nieuwe indeling maakt gebruik van drie subcategorieën, voorheen waren dit er twee. De drempelwaarden blijven wel onveranderd. In Seveso II komt terug dat stoffen hier alleen ingedeeld dienen te worden als zij geen andere indeling hebben, in de Seveso III is deze bepaling niet opgenomen. 20

21 Bijlage 7: Stappenplan voor bepaling van verschuiving in Brzo-regime Brzo 1999 Seveso III R-zinnen Stoffenrichtlijn 67/ 548/EEG Bijlage I, deel 1: met naam genoemde stoffen Bijlage I, deel 2: Categorie stoffen Bepaal indeling gevaarlijke stoffen Bepaal de drempelwaarde per stof H-zinnen CLP classificatie Bijlage I, deel 1: Categorie stoffen Bijlage I, deel 2: met naam genoemde stoffen Overzicht van eventuele overschrijdingen Geen verplichtingen uit Brzo NEE Worden drempelwaarden/ NEE Geen verplichtingen uit sommatieregel Seveso overschreden? Ja Bepaal Brzo-regime Niet (meer) onder Brzo Dezelfde Brzostatus Van Vr-plichtig naar Pbzo-plichtig Van Pbzp-plichtig naar Vr-plichtig Hoeft niet te voldoen aan verplichtingen vanuit het Brzo/ Brzo verplichtingen vervallen per 1 juni 2015 Continuering van Brzoverplichtingen. Controleer in welke mate wordt voldaan aan de nieuwe eisen en verplichtingen Voldoen aan basisverplichtingen vanuit het Brzo. Vr-verplichtingen vervallen per 1 juni 2015 Voldoen aan basisverplichtingen + Vr-verplichtingen per 1 juni o.a.: opstellen veiligheidsrapport, noodplan en actuele stoffenlijst Stappenplan voor bepaling Brzo-regime. Gebaseerd op schema van ProQesh. (Proqesh,n.d.) 21

22 Bijlage 8: Het Brzo 1999 Besluit van 27 mei 1999 tot vaststelling van het Besluit risico's zware ongevallen 1999 en tot herziening van enkele andere besluiten in verband met de uitvoering van Richtlijn nr. 96/82/EG van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 juli 1998, nr. MJZ , Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;Gelet op de artikelen 8.5, 8.22, derde lid, 8.44, 19.3, eerste lid, en 21.8 van de Wet milieubeheer, 5, eerste lid, en 5a, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, 13 van de Brandweerwet 1985 en 2c, 25a en 25b van de Wet rampen en zware ongevallen, alsmede Richtlijn nr. 96/82/EG van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (PbEG L 10); De Raad van State gehoord (advies van 28 augustus 1998, nr. W );Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 19 mei 1999, nr. MJZ , Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst; Hebben goedgevonden en verstaan: Paragraaf 1. Begripsbepaling en werkingssfeer Artikel 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. inrichting: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort; b. gevaarlijke stoffen: stoffen, mengsels of preparaten, genoemd in bijlage I, deel 1, of behorend tot een categorie, genoemd in bijlage I, deel 2, en aanwezig als grondstof, product, bijproduct, residu of tussenprodukt, met inbegrip van stoffen, mengsels of preparaten waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij door het onbeheersbaar worden van een industrieel chemisch proces ontstaan; c. opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen: opslag van verpakte gevaarlijke stoffen gedurende korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger, met inbegrip van het laden en lossen van die stoffen en de overbrenging daarvan naar of van een andere tak van vervoer, voor zover daadwerkelijk in aansluitend vervoer is voorzien en de betrokken gevaarlijke stoffen in hun oorspronkelijke verpakking blijven; d. werkgever: werkgever, bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet; e. werknemer: werknemer, bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet; f. zwaar ongeval: gebeurtenis als gevolg van onbeheersbare ontwikkelingen tijdens de bedrijfsuitoefening in een inrichting, waardoor hetzij onmiddellijk, hetzij na verloop van tijd ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens binnen of buiten de inrichting of voor het milieu ontstaat en waarbij een of meer gevaarlijke stoffen zijn betrokken; g. Onze Ministers: Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; h. bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is een omgevingsvergunning te verlenen voor een inrichting waarop dit besluit van toepassing is; i. inspecteur: inspecteur bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer; j. veiligheidsrapport: rapport als bedoeld in artikel 10; k. bijlage: bij dit besluit behorende bijlage; l. installatie: technische eenheid binnen een inrichting waar gevaarlijke stoffen worden vervaardigd, gebruikt, gebezigd, verwerkt of opgeslagen; daartoe wordt mede gerekend alle uitrusting, constructies, leidingen, machines, gereedschappen, eigen spoorwegemplacementen, laad- en loskades, aanlegsteigers voor de installatie, pieren, depots of soortgelijke, al dan niet drijvende constructies, die nodig zijn voor de werking van de installatie; m. het ADR: de op 30 september 1957 te Genève tot stand gekomen Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (Trb. 1959, 171); n. plaatsgebonden risico: risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een of meer gevaarlijke stoffen betrokken zijn; o. toezichthouder: de toezichthouder, bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel d, van de Arbeidsomstandighedenwet. Artikel 2 Dit besluit is niet van toepassing op: a. inrichtingen in gebruik bij de krijgsmacht; b. inrichtingen voor het opsporen en winnen van delfstoffen als bedoeld in artikel 1, onder e en f, van de Mijnbouwwet, met uitzondering van inrichtingen waar chemische en thermische verwerkingsactiviteiten en de daarmee verband houdende opslag van gevaarlijke stoffen plaatsvinden; c. inrichtingen voor het op of in de bodem brengen van afvalstoffen om ze daar te laten, met uitzondering van inrichtingen die in werking zijn voor het zich ontdoen van residuen, waaronder residuvijvers of -bekkens, die gevaarlijke stoffen bevatten, in het bijzonder indien zij worden gebruikt in verband met chemische of thermische verwerking van mineralen; d. inrichtingen die geheel of nagenoeg geheel zijn bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen, 22

Afstudeeronderzoek. Een praktisch onderzoek naar de komst van de Seveso III richtlijn

Afstudeeronderzoek. Een praktisch onderzoek naar de komst van de Seveso III richtlijn Domaco Milieumanagement BV Darwinstraat 8 2771 TK Boskoop ad.koetsier@domaco.nl 06-28414318 KvK Leiden: 28115221 Afstudeeronderzoek Een praktisch onderzoek naar de komst van de Seveso III richtlijn Auteur

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 122 Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet ter uitvoering

Nadere informatie

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Brzo 2015, Artikel 10 1. De exploitant van een hogedrempelinrichting stelt een veiligheidsrapport op en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 197 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer en enkele andere wetten ten behoeve van de implementatie van

Nadere informatie

Brzo 2015 en Rrzo. Edwin Voogd, InfoMil Linda van Berkel, InfoMil

Brzo 2015 en Rrzo. Edwin Voogd, InfoMil Linda van Berkel, InfoMil Edwin Voogd, InfoMil Linda van Berkel, InfoMil Regels voor Brzo-bedrijven Seveso III (EU-richtlijn) Brzo 2015 (Amvb) Rrzo (ministeriële regeling) PGS 6 (PGS-richtlijn) NTA 8620 (Nederlandse technische

Nadere informatie

Memo: consequenties Brzo 2015 Rrzo voor Veiligheidsregio s Datum: 20 mei 2016 Auteur: Karin Eshuis (commentator: Joram Gielbert)

Memo: consequenties Brzo 2015 Rrzo voor Veiligheidsregio s Datum: 20 mei 2016 Auteur: Karin Eshuis (commentator: Joram Gielbert) Memo: consequenties Brzo 2015 Rrzo voor Veiligheidsregio s Datum: 20 mei 2016 Auteur: Karin Eshuis (commentator: Joram Gielbert) Inleiding Op 4 juli 2012 hebben het Europees Parlement en de Raad Richtlijn

Nadere informatie

Seveso III-richtlijn. implementatie in BRZO 2015. Directie Veiligheid en Risico s, Anneke Raap

Seveso III-richtlijn. implementatie in BRZO 2015. Directie Veiligheid en Risico s, Anneke Raap Seveso III-richtlijn implementatie in BRZO 2015 Directie Veiligheid en Risico s, Anneke Raap Besluit risico s zware ongevallen - Doel BRZO: beheersen van de veiligheid om zware ongevallen te voorkomen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 38 Besluit van 21 december 1995 regelende de deponering van informatie betreffende preparaten (Warenwetbesluit deponering informatie preparaten)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 894 Uitbreiding en wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van de verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes) Op de voordracht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 88 Besluit van 2 februari 2012 tot wijziging van het Besluit risico s zware ongevallen 1999 ten behoeve van de implementatie van Richtlijn 96/82/EG

Nadere informatie

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst 31.1.2014 A7-0319/ 001-019 AMENDEMENTEN 001-019 ingediend door de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken Verslag Sari Essayah Indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels A7-0319/2013

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30107 14 september 2015 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 september 2015, nr. 2015-0000245143,

Nadere informatie

Seveso Samenwerkingsakkoord 16 februari 2016

Seveso Samenwerkingsakkoord 16 februari 2016 Seveso Samenwerkingsakkoord 16 februari 2016 Wat wijzigt? Isabelle Borgonjon isabelle.borgonjon@werk.belgie.be / LinkedIn Afdeling toezicht chemische risico s AD TWW Preventie van zware ongevallen met

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 144/27 VERORDENING (EU) 2016/863 VAN DE COMMISSIE van 31 mei 2016 tot wijziging van de bijlagen VII en VIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 361 Besluit van 27 juni 1995 tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur met het oog op de uitvoering van de Overeenkomst betreffende

Nadere informatie

ARIE-Regeling (Arbeidsomstandighedenbesluit) (Geldende wettekst op 1/2/2008; actuele tekst te raadplegen op www.wetten.nl)

ARIE-Regeling (Arbeidsomstandighedenbesluit) (Geldende wettekst op 1/2/2008; actuele tekst te raadplegen op www.wetten.nl) ARIE-Regeling (Arbeidsomstandighedenbesluit) (Geldende wettekst op 1/2/2008; actuele tekst te raadplegen op www.wetten.nl) Introductie De Arie-regeling (Aanvullende voorschriften risico-inventarisatie

Nadere informatie

Wat betekent EU-GHS voor u?

Wat betekent EU-GHS voor u? Rijksoverheid Wat betekent EU-GHS voor u? Vergunningverleners Een vergunningaanvraag mag niet in strijd zijn met EU-GHS. Het is daarom van belang dat u de bepalingen van EU-GHS kent en begrijpt. EU-GHS

Nadere informatie

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 UMEO milieuadvies Wilhelminastraat 98 7462 CJ Rijssen Project: QRA Polyplus, Assen Opdrachtgever: Gemeente Assen Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 Status: definitief Auteur: ing. H. Hiltjesdam Telefoon:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 429 Besluit van 23 september 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 177 Besluit van 10 april 2010, houdende wijziging van verschillende algemene maatregelen van bestuur ter uitvoering van de EG-verordening indeling,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 29-10-2013) Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer (Besluit externe veiligheid inrichtingen) Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

maklu Onterechte verwachtingen van de stoffenlijst via artikel 21 Brzo mr. B. d Hooghe & mr. I.P. de Groot* Inleiding

maklu Onterechte verwachtingen van de stoffenlijst via artikel 21 Brzo mr. B. d Hooghe & mr. I.P. de Groot* Inleiding Onterechte verwachtingen van de stoffenlijst via artikel 21 Brzo mr. B. d Hooghe & mr. I.P. de Groot* Inleiding Deze bijdrage gaat over de eisen die op grond van artikel 21 van het Besluit risico s zware

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 461 Wet van 20 juni 2002 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (implementatie biociden richtlijn) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Besluit van tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

De citeertitel is door de wetgever vastgesteld.

De citeertitel is door de wetgever vastgesteld. pagina 1 van 14 (Tekst geldend op: ) Algemene informatie Eerst verantwoordelijke ministerie: Afkorting: Niet officiële titel: Citeertitel: Soort regeling: VROM Geen Geen De citeertitel is door de wetgever

Nadere informatie

Besluit van 24 maart 2005, houdende regels voor verpakkingen, verpakkingsafval, papier en karton (Besluit beheer verpakkingen en papier en karton)

Besluit van 24 maart 2005, houdende regels voor verpakkingen, verpakkingsafval, papier en karton (Besluit beheer verpakkingen en papier en karton) (Tekst geldend op: 02-08-2007) Besluit van 24 maart 2005, houdende regels voor verpakkingen, verpakkingsafval, papier en karton (Besluit beheer verpakkingen en papier en karton) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

SEVESO III scope. Philippe Cornille

SEVESO III scope. Philippe Cornille SEVESO III scope Philippe Cornille 1 Simpel! Zijn op de inrichting gevaarlijke stoffen aanwezig boven de drempelwaarde? inrichting Zijn op de inrichting gevaarlijke stoffen aanwezig boven de drempelwaarde?

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 77 Wet van 25 februari 2008 tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2006/21/EG van het Europees

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

De inspectie is uitgevoerd samen met mevrouw. De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico's zware ongevallen 2015.

De inspectie is uitgevoerd samen met mevrouw. De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico's zware ongevallen 2015. > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Esso Nederland B.V. t.a.v. de directie Graaf Engelbertlaan 75 4837 DS BREDA 4837DS75 Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag www.inspectieszw.nl

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken; WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van... houdende regels inzake diervoeders (Besluit diervoeders 2012) Besluit van Op de voordracht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 527 Wijziging van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden en de Wet op de waterhuishouding (aanwijzing en kwaliteit

Nadere informatie

Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..?

Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..? Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..? Auteur: Ad Wilbers Plaats: Geldrop Datum: 30 december 2006 NVVK Jubileumcongres 25-26 april 2007 - Sessie H Wilbers 1 van 5 Inleiding Er

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: Paragraaf 1. Begripsbepaling en werkingssfeer

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: Paragraaf 1. Begripsbepaling en werkingssfeer 1 Besluit van houdende vaststelling van het Besluit risico's zware ongevallen 2015 en herziening van enkele andere besluiten in verband met de implementatie van Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Omschrijving. NB: geen. anders aangegeven) Dosislimiet radon 100 Bq/m 3 i.p.v. 300 Bq/m 3 ; in specifieke gevallen 300 Bq/m 3 mogelijk

Omschrijving. NB: geen. anders aangegeven) Dosislimiet radon 100 Bq/m 3 i.p.v. 300 Bq/m 3 ; in specifieke gevallen 300 Bq/m 3 mogelijk 22022017 TRANSPONERINGS- EN CONCORDANTIETABELLEN 1. TRANSPONERINGSTABELLEN RICHTLIJN 1 HOOFDSTUK I. ONDERWERP EN TOEPASSINGSGEBIED Bepaling zijn aard geen implementatie behoeft Art. 1 Art. 1.1 1 Art. 2

Nadere informatie

De inspectie is uitgevoerd samen met de heer. De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico's zware ongevallen 2015.

De inspectie is uitgevoerd samen met de heer. De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico's zware ongevallen 2015. > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag ExxonMobil Chemical Holland t.a.v. de directie Postbus 1293 3180 AG ROZENBURG ZH 3180AG1293 Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 654 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

FEB Middelburg. I februari 201 7

FEB Middelburg. I februari 201 7 Archiefexemplaar Gedeputeerde Staten bericht op brief van: De voorzitter van provinciale staten van Zeeland uw kenm*: ons kenmek, 11002884 afdeling: Handhaving Natuur en Milieu bijlage("): 1 behandeladoor:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 189 Wet van 22 maart 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2004/101/EG van het

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-06-2011) Besluit van 16 januari 1998, houdende regels over de veiligheid en de deugdelijkheid van draagbare blustoestellen (Besluit draagbare blustoestellen 1997) Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd: Besluit van houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wegnemen van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 224 Wet van 11 mei 2007, houdende wijziging van de voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Bijlage 2 bij C-15-53 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van de Regeling risico's zware ongevallen 2015 HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCE

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan op aanvraag van het georganiseerde bedrijfsleven binnen een

Nadere informatie

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 ARCHIEFBESLUIT 1995 (Tekst geldend op: 06-09-2007) Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

(1999/C 55/06) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 118 A,

(1999/C 55/06) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 118 A, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 55 van 25/02/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 13/1999 door de Raad vastgesteld op 22 december 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN

DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN BrandweerBRZO DE BRANDWEER EN INDUSTRIËLE VEILIGHEID RISICO S BEHEERSEN, MENS EN OMGEVING BESCHERMEN Nederland telt

Nadere informatie

De inspectie is uitgevoerd samen met de heer bevoegd gezag Wabo.

De inspectie is uitgevoerd samen met de heer bevoegd gezag Wabo. > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Lyondell Chemie Nederland B.V. t.a.v. de directie Theemsweg 14 3197 KM BOTLEK ROTTERDAM 3197KM14 Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den

Nadere informatie

Versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening

Versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening Versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut!.tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 137 Besluit van 7 maart 2011, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit cosmetische producten 2011 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Methoden voor het bepalen van mogelijke schade Aan mensen en goederen door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen

Methoden voor het bepalen van mogelijke schade Aan mensen en goederen door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 1 Methoden voor het bepalen van mogelijke schade Aan mensen en goederen door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 1 Methoden voor

Nadere informatie

Actualiteitendag onderdeel Milieu BRZO 2015. Anna Collignon en Valérie van t Lam 1 oktober 2015

Actualiteitendag onderdeel Milieu BRZO 2015. Anna Collignon en Valérie van t Lam 1 oktober 2015 Actualiteitendag onderdeel Milieu BRZO 2015 Anna Collignon en Valérie van t Lam 1 oktober 2015 Index 1. Het BRZO 2015 2. Reikwijdte 3. Verplichtingen Algemene zorgplicht Kennisgeving PBZO VR Intern noodplan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 439 Besluit van 18 september 1995 tot wijziging van het Mijnreglement 1964 en het Mijnreglement continentaal plat (explosieveilig materieel)

Nadere informatie

L3G B.02 - Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, Bijlage 1. Toepassingsgebied/ondergrenzen en vrijstellingen PGS 15 (versie 2016)

L3G B.02 - Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, Bijlage 1. Toepassingsgebied/ondergrenzen en vrijstellingen PGS 15 (versie 2016) L3G 06.03.B.02 - Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, Bijlage 1. Toepassingsgebied/ondergrenzen en vrijstellingen PGS 15 (versie 2016) Het toepassingsgebied van PGS 15 heeft betrekking op stoffen van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 319 Wet van 16 mei 2002, houdende regels inzake stankemissie in ontwikkelingsgebieden (Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 42 Besluit van 30 januari 1997, houdende regels betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (Besluit certificaat

Nadere informatie

ir. A.J. Pikaar, ir. J. Granneman en ing. R.P.M. Jansen NIEUWE REGELGEVING VOOR OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN

ir. A.J. Pikaar, ir. J. Granneman en ing. R.P.M. Jansen NIEUWE REGELGEVING VOOR OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN ir. A.J. Pikaar, ir. J. Granneman en ing. R.P.M. Jansen NIEUWE REGELGEVING VOOR OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN Volwaardige implementatie heeft nog lange weg te gaan Voor bedrijven die, al dan niet tijdelijk,

Nadere informatie

Rijksoverheid EU-GHS. Eén systeem voor indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels

Rijksoverheid EU-GHS. Eén systeem voor indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels Rijksoverheid EU-GHS Eén systeem voor indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels EU-GHS EU-GHS is de nieuwe verordening over de indeling, etikettering en verpakking van stoffen

Nadere informatie

Besluit inzamelen afvalstoffen

Besluit inzamelen afvalstoffen Besluit inzamelen afvalstoffen Laatst bijgewerkt: 17-06-2019 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 (Tekst geldend op: 07-01-2013) Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19739 10 december 2010 Besluit van houdende wijziging van het Besluit risico s zware ongevallen 1999, het Besluit externe

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst) L 127/4 NL RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2019/782 VAN DE COMMISSIE van 15 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de vaststelling van geharmoniseerde risico-indicatoren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 437 Besluit van 22 juli 2002, houdende wijziging van het Besluit medische hulpmiddelen in verband met derivaten van menselijk bloed Wij Beatrix,

Nadere informatie

Gevaarlijke Stoffen. Een vooruitblik naar 2015. Wet-/regelgeving Wat gaat er in 2015 aan komen?

Gevaarlijke Stoffen. Een vooruitblik naar 2015. Wet-/regelgeving Wat gaat er in 2015 aan komen? Gevaarlijke Stoffen Een vooruitblik naar 2015 Jos van Bree, 11 september 2014 www.proqesh.nl Wet-/regelgeving Wat gaat er in 2015 aan komen? EU-GHS / CLP(EC 1272/2010) 1 juni 2015 volledig van kracht SevesoII

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 606 Wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere daarmee verband houdende wetten (modernisering van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 163 Wet van 24 maart 2011 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie

Nadere informatie

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) (Tekst geldend op: 10-02-2013) Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group)

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group) De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group) Wat gaan we vertellen? - Wat is een PGS? - Waarom een Nieuwe Stijl? - Wat is de Nieuwe Stijl?

Nadere informatie

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur (implementatie richtlijn 2011/65/EU betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische

Nadere informatie

Wat betekent EU-GHS voor u?

Wat betekent EU-GHS voor u? Rijksoverheid Wat betekent EU-GHS voor u? Producenten van voorwerpen Als u explosieve stoffen of mengsels in voorwerpen verwerkt, moet u deze indelen, etiketteren en verpakken volgens de voorschriften

Nadere informatie

EU-GHS: nieuwe regels over etikettering en indelen van gevaarlijke stoffen

EU-GHS: nieuwe regels over etikettering en indelen van gevaarlijke stoffen Verordening (EG) Nr. 1272/2008 over de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels 1 geldt vanaf 20 januari 2009. De verordening in Nederland aangeduid als EU-GHS introduceert nieuwe regels

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 150 Besluit van 17 maart 2000, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Produkten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie

Nadere informatie

Aftellen tot Brzo 2015

Aftellen tot Brzo 2015 Aftellen tot Brzo 2015 Wat te doen? Yvette van Duijn (DCMR) Mirjam van der Plas (Royal HaskoningDHV) Inhoud Nu: Brzo 1999 Wms-classificatie / Stoffen- en Preparatenrichtlijn Per 1 juni 2015: Brzo 2015

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 158 Wet van 12 maart 2009 tot wijziging van de Wet milieubeheer (implementatie en derogatie luchtkwaliteitseisen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 135 Besluit van 9 april 2008 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met aanpassing aan de artikelen 8.8 en 8.11,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 37 Besluit van 23 januari 1995, houdende regelen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Besluit milieutoelatingseisen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 416 Wet van 25 september 2008 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Mijnbouwwet en de Gaswet in verband met toepassing van de rijkscoördinatieregeling

Nadere informatie

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Het Rebo GHS handboek. Hulp bij de etikettering van chemische stoffen (EU-GHS/CLP) (EG) Nr. 1272/2008.

Het Rebo GHS handboek. Hulp bij de etikettering van chemische stoffen (EU-GHS/CLP) (EG) Nr. 1272/2008. Het Rebo GHS handboek Hulp bij de etikettering van chemische stoffen (EU-GHS/CLP) (EG) Nr. 1272/2008 EU-GHS/CLP in het kort Het Globally Harmonised System van de Verenigde Naties (VN-GHS) is in 2002 door

Nadere informatie

Richtsnoeren en aanbevelingen

Richtsnoeren en aanbevelingen Richtsnoeren en aanbevelingen Richtsnoeren en aanbevelingen met betrekking tot het toepassingsgebied van de CRAd 17 juni 2013 ESMA/2013/720. Datum: 17 juni 2013 ESMA/2013/720 Inhoud I. Toepassingsgebied

Nadere informatie

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen De wetgeving met betrekking tot machines en arbeidsmiddelen is niet eenvoudig. Er zijn diverse richtlijnen en wetten binnen de Europese Unie en

Nadere informatie

De inspectie is uitgevoerd samen met de heer bevoegd gezag Wabo.

De inspectie is uitgevoerd samen met de heer bevoegd gezag Wabo. > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Lyondell Chemie Nederland B.V. t.a.v. de directie Theemsweg 14 3197 KM BOTLEK ROTTERDAM 3197KM14 Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den

Nadere informatie

ARIE: bruggenhoofd naar externe veiligheid

ARIE: bruggenhoofd naar externe veiligheid ARIE: bruggenhoofd naar externe veiligheid Bedrijven met grotere hoeveelheden gevaarlijke stoffen hadden van oudsher te maken met bijzondere verplichtingen. Soms kwamen die neer op het opstellen van rapporten

Nadere informatie

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit omgevingsrecht en het Waterbesluit

Nadere informatie

Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer. Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO

Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer. Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO Bedrijfsbrandweer? Bedrijfsbrandweer = Organisatie van mensen en middelen die tot doel heeft

Nadere informatie

EU-GHS. Classification, Labeling and Packaging Regulation (CLP) Verordening 1272/2008 HS

EU-GHS. Classification, Labeling and Packaging Regulation (CLP) Verordening 1272/2008 HS EU-GHS Classification, Labeling and Packaging Regulation (CLP) Verordening 1272/2008 HS Programma Workshop EU-GHS/CLP EU-GHS in een vogelvlucht Wetgeving Relatie met andere EU-wetgeving EU-GHS in de praktijk

Nadere informatie

Kenniscentrum InfoMil Inspectie en handhaving

Kenniscentrum InfoMil Inspectie en handhaving Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Inspectie en handhaving 24 januari 2017 Inhoudsopgave Inspectie en handhaving 3 Inspectie definitie 3 Termijn aanvullende inspectie 3 Niet-routinematige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 223 Besluit van 11 juni 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 531 Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Nadere informatie

Besluit van 20 juni 1994, houdende nadere regels met betrekking tot de informatieverschaffing en de te verstrekken informatie inzake rampen

Besluit van 20 juni 1994, houdende nadere regels met betrekking tot de informatieverschaffing en de te verstrekken informatie inzake rampen Besluit informatie inzake rampen en crises (Tekst geldend op: 22-11-2011) Besluit van 20 juni 1994, houdende nadere regels met betrekking tot de informatieverschaffing en de te verstrekken informatie inzake

Nadere informatie

Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen)

Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen) (Tekst geldend op: 11-03-2010) Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie