Het benchmarkingconvenant

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het benchmarkingconvenant"

Transcriptie

1 Arbeid & Milieu vzw Het benchmarkingconvenant Klimaatinformatie op maat van de vakbondswerking Deze brochure kwam tot stand met ondersteuning van de Vlaamse gemeenschap en het Europees Sociaal Fonds (ESF) ESF: bijdragen tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid door het bevorderen van inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpasbaarheid en gelijke kansen, en door het investeren in menselijke hulpbronnen. 1

2 COLOFON Deze brochure kwam tot stand met ondersteuning van de Vlaamse gemeenschap en het Europees Sociaal Fonds (ESF) Redactie: Wendy Van Bockhaven, maart 2007 Cartoon: Arnout Fierens Verantwoordelijke uitgever: Arbeid & Milieu vzw, Statiestraat 179, 2600 Berchem Deze brochure is verkrijgbaar bij Arbeid & Milieu vzw, Statiestraat 179, 2600 Berchem, tel: , Deze brochure is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk werd gedrukt met plantaardige inkt. Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De strijd tegen de klimaatverandering 4 3 Het benchmarkingverhaal in een notendop Wat is benchmarking? De Vlaamse overheid laat bedrijven toe te blijven groeien 6 4 Voordelen voor bedrijven 8 5 Welke bedrijven zijn toegetreden? 10 6 Verplichtingen waaraan benchmarkbedrijven moeten voldoen 11 7 Tussentijdse evaluatie van het benchmarkingconvenant 15 8 Andere wetgeving van toepassing op benchmarkbedrijven Het besluit energieplanning De Europese emissiehandel 16 9 Big brother en big sister Het verificatiebureau benchmarking De commissie benchmarking Syndicale inspraak- en informatierechten Wat zegt de wetgeving? Syndicale actie Geheugensteuntjes Standpunt van vakbonden en milieubeweging Lijst van toegetreden bedrijven Interessante websites en links Geraadpleegde bronnen Verklarende woordenlijst Afkortingen 34 2

3 1 Inleiding INLEIDING In 1997 sloten 180 landen in de Japanse stad Kyoto het Kyoto-protocol* af met de bedoeling de klimaatverandering te bestrijden. Door de ophoping van zogenaamde broeikasgassen in de atmosfeer dreigt het klimaat immers zodanig te veranderen dat de leefbaarheid op aarde in gevaar komt. In het protocol beloofden de industrielanden hun broeikasgassenuitstoot tegen 2012 met gemiddeld 5% te verminderen (of reduceren) ten opzichte van hun uitstoot in Dit globale reductiepercentage van -5% werd verder verdeeld onder de toegetreden landen, afhankelijk van hun bijdrage tot de broeikasgassenuitstoot. Zo kregen Canada en Japan elk een reductiepercentage van -6% toegekend. Als sterk geïndustrialiseerde regio besloot de Europese Unie (EU) tijdens de Kyoto-onderhandelingen tot een gezamenlijke aanpak. Samen namen de (destijds nog 10) EU-landen een reductiepercentage van -8% voor hun rekening. Andere landen, zoals Rusland en Nieuw Zeeland, kregen een percentage van 0% omdat zij minder geïndustrialiseerd zijn. Zij hoeven hun uitstoot ten opzichte van 1990 niet te verminderen. Derde wereldlanden kregen geen verplichtingen en dus ook geen reductiepercentage. Landen die hun uitstoot moeten reduceren, moeten in de eerste plaats inspanningen doen op eigen grondgebied, door energie te besparen of door te kiezen voor hernieuwbare energie. Volstaan de uitstootverminderingen in eigen land niet, dan mogen landen aanvullend ook gebruik maken van de zogenaamde flexibele mechanismen. Dankzij deze flexibele mechanismen kunnen landen de uitstoot van broeikasgassen verminderen in het buitenland ofwel bijkomende emissierechten aankopen dankzij de internationale emissiehandel. Flexibele mechanismen laten landen toe de kostprijs van hun inspanningen te drukken. De EU telt heel wat grote verbrandingsinstallaties, die samen ettelijke tonnen CO 2 uitstoten. Omdat CO 2 het meest bijdraagt aan de opwarming van de aarde, engageert de EU zich in het bijzonder om de uitstoot van dit gas terug te dringen. Om die reden heeft de EU de Europese emissiehandel in CO 2 -rechten op poten gezet. Ook hier geldt dat de deelnemende landen emissierechten kunnen aankopen als de uitstootreducties op eigen grondgebied niet volstaan. Binnen de gezamenlijke EU-doelstelling engageert België zich voor een reductiepercentage van -7,5%. De federale overheid neemt zelf een aantal initiatieven om de Belgische uitstoot te verminderen, maar rekent ook aan de gewesten een reductiepercentage door. Het energiebeleid in België is nu eenmaal een hoofdzakelijk gewestelijke bevoegdheid. Zo kreeg het Vlaamse gewest een reductiepercentage van -5,2%, het Waalse gewest 7,5% en het Brusselse gewest +3,475% in de periode ten opzichte van het basisjaar Voorts zal de federale regering ook flexibele mechanismen inzetten om de kloof tussen de Belgische 7,5%-doelstelling en de doelstellingen voor Vlaanderen en Brussel te dichten. De Vlaamse overheid zet onder meer burgers en bedrijven aan tot energiebesparing om de reductiedoelstelling van 5,2% te bereiken. Eén van de maatregelen die de Vlaamse overheid lanceerde, was het benchmarkingconvenant voor de meest energie-intensieve bedrijven. Omdat alleen maatregelen op eigen grondgebied niet zullen volstaan om de Vlaamse doelstelling te behalen, zal de overheid bijkomend ook flexibele mechanismen inzetten. * De schuin gedrukte woorden en afkortingen vind je achteraan in deze brochure terug, samen met hun verklaring 3

4 KLIMAATVERANDERING 2 Naast De strijd tegen de klimaatverandering CO 2 zijn ook methaan, lachgas en CFK s belangrijke broeikasgassen. Vlaanderen slaagde erin de uitstoot van methaan door de landbouw en de uitstoot van CFK s door de industrie in te dijken. Wat betreft de uitstoot van CO 2 zijn echter straffere maatregelen nodig. De Vlaamse overheid focust onder meer op energiebesparing en investeringen in groene energie. Huishoudens zet ze aan tot energiezuinige woningaanpassingen en minder autogebruik. Bedrijven stimuleert ze om meer energie-efficiënt te produceren en om meer groene stroom af te nemen. Specifiek voor energie-intensieve bedrijven voorziet de Vlaamse overheid 2 convenanten en het besluit energieplanning. De energieconvenanten Energieconvenanten zijn overeenkomsten die energie-intensieve bedrijven op vrijwillige basis kunnen afsluiten met de Vlaamse overheid met de bedoeling energie-efficiënter te worden. Energie-intensieve bedrijven zijn bedrijven met een primair energieverbruik groter dan of gelijk aan 0,1 petajoule (PJ of joule) per jaar. Het benchmarkingconvenant is van toepassing op de groep bedrijven die 4

5 meer dan 0,5 PJ primaire energie per jaar verbruiken én bedrijven die vallen onder de Europese emissiehandel. Voor bedrijven die minder dan 0,5 PJ verbruiken die niet vallen onder de Europese emissiehandel is er het auditconvenant. Voor meer info over deze laatste verwijzen we naar de brochure over het auditconvenant die ook in deze reeks verscheen. Het besluit energieplanning Het besluit energieplanning (BEP) is van toepassing op alle industriële inrichtingen met een primair energieverbruik vanaf 0,1 PJ, dus ook op de bedrijven die behoren tot de doelgroepen van de energieconvenanten. Het BEP verplicht deze bedrijven binnen een bepaalde termijn een energieplan en studie op te stellen (zie ook hoofdstukken 8 en 10). Verder verplicht het BEP hen om bij de aankoop van nieuwe installaties telkens te kiezen voor de meest energie-efficiënte optie. Bedrijven die vallen onder het toepassingsgebied van het BEP mogen ook toetreden tot een van de energieconvenanten en voldoen dan automatisch aan de voorwaarden van het BEP. Energie-efficiëntie Energie-efficiëntie is een maat voor de hoeveelheid energie die vereist is per eenheid product. De productie van een ton natuurrubber vraagt bijvoorbeeld 18 gigajoule (1 gigajoule = 10 9 joule). Hoe minder energie een bedrijf per eenheid product verbruikt, hoe voordeliger dat is voor het bedrijf. Als bedrijven energie-efficiënter worden, kunnen ze meer produceren voor eenzelfde kostprijs. Vooral sectoren die veel energie verbruiken, hebben er baat bij hun energie-efficiëntie te vergroten. De Belgische cementindustrie bijvoorbeeld heeft tussen 1980 en 1990 haar gemiddelde energie-efficiëntie verbeterd met 18%. De Europese emissiehandel KLIMAATVERANDERING In 2003 lanceerde de Europese Unie de Europese richtlijn verhandelbare emissierechten (richtlijn VER) voor bedrijven met verbrandingsinstallaties van 20 megawatt (veelal elektriciteitscentrales) en bepaalde groepen energie-intensieve bedrijven zoals de sectoren ijzer, staal, glas, papier, olieraffinage en keramiek. De Europese emissiehandel ging van start in januari 2005 en is enkel van toepassing voor CO 2. Bij aanvang kregen alle EU-landen een pakket emissierechten toegekend. Die verdeelden ze onder alle bedrijven die onder de richtlijn VER vallen. De Europese emissiehandel is gebaseerd op het mechanisme van vraag en aanbod en laat energie-intensieve bedrijven toe hun broeikasgassenuitstoot te verminderen op een kostenefficiënte manier. Bedrijven die tegen een goedkopere kost hun uitstoot kunnen verminderen, hebben er baat bij dat te doen. De emissierechten die ze opsparen, kunnen ze te koop aanbieden aan bedrijven die het moeilijker hebben om hun uitstoot te verminderen (zie eerste paragraaf van hoofdstuk 4). Wat betreft het tijdsverloop is er sprake van 2 fases. Een eerste fase loopt van 2005 tot 2007 en dient als proefperiode in de aanloop van de Kyoto-verbintenisperiode. De tweede fase loopt tegelijkertijd met de Kyoto-verbintenisperiode, namelijk van 2008 tot

6 BENCHMARKINGVERHAAL 3Het benchmarkingverhaal in een notendop 3.1 Wat is benchmarking? Vergelijken met bedrijven uit dezelfde sector, zo luidt de omschrijving van benchmarken in de Dikke Van Dale. En dat is ook waar het hier om gaat. Meerbepaald het energieverbruik van bedrijven wordt vergeleken met dat van soortgelijke bedrijven elders ter wereld. Uit die vergelijking moet blijken hoe ver onze Vlaamse bedrijven nog verwijderd zijn van de wereldtop op het vlak van energie-efficiëntie voor hun sector. Afhankelijk van de afstand die ze nog moeten afleggen, moeten de bedrijven investeren in energie-efficiënte maatregelen. 3.2 De Vlaamse overheid laat bedrijven toe te blijven groeien De Europese CO 2 -emissiehandel werd met de nodige argwaan onthaald in de bedrijfswereld. Argwaan die de Vlaamse overheid wegwerkte door uit te pakken met het benchmarkingconvenant. 178 energie-intensieve bedrijven traden dan ook toe tot het convenant. Het was een bont allegaartje uit de meest uiteenlopende sectoren: staal, metaalverwerking, aluminium, cement, keramiek, baksteen, dakpannen, zandgroeven, papier en pulp, hout, glas, textiel, chemie, petroleum en voeding. Allemaal tekenden ze voor de voordelen die de Vlaamse overheid hen bood. En die waren niet mis. De toetreders kregen niet alleen voldoende gratis emissierechten en voorrang op de ecologiepremie (zie hoofdstuk 4). Ook zouden ze volledig vrijgesteld worden van bijkomende maatregelen inzake energie- en CO 2 -besparing. Gedeeltelijke vrijstelling geldt dan weer voor groenestroomcertificaten en voor de federale bijdrage op elektriciteit (zie hoofdstuk 4). Maar 6 Investeringen in energie-efficiëntie leiden soms tot meer CO 2 -uitstoot Streven naar meer energie-efficiëntie kan gepaard gaan met kleine energiebesparende ingrepen, maar vraagt ook meer ingrijpende maatregelen, zoals investeringen in nieuwe installaties. Dergelijke investeringen in nieuwe installaties leiden mogelijks tot een stijgende productiecapaciteit en bijgevolg ook een toenemende uitstoot van CO 2. Bedrijven die vallen onder de Europese emissiehandel zijn gebonden aan vaste emissieplafonds. Om die reden zouden investeringen hen kunnen afschrikken en dat zou jammer zijn. Nieuwe installaties zijn immers energie-efficiënter dan oude en productietoenames zijn goed voor de tewerkstelling. Om de groei van de Vlaamse VER-bedrijven niet te hypothekeren, lanceerde de Vlaamse overheid het benchmarkingconvenant. Bedrijven die intekenden op dit convenant kunnen hun toekomstige investeringen in rekening brengen bij de Vlaamse overheid als bepalende factor voor de toekenning van de emissierechten. Dankzij het benchmarkingconvenant kunnen deze bedrijven in de toekomst verder blijven groeien.

7 BENCHMARKINGVERHAAL met al die voordelen mogen de benchmarkbedrijven niet uit het oog verliezen dat toetreding hen verplicht om zo snel mogelijk en ten laatste tegen 2012 tot de wereldtop te behoren op het vlak van energie-efficiëntie. Elk van de 178 bedrijven nam kort na de toetreding een benchmarkingconsultant in de arm. Deze consultants wachtte een zware taak. Niet alleen moesten ze onderzoeken hoe energie-efficiënt de benchmarkbedrijven waren ten opzichte van soortgelijke bedrijven elders ter wereld (met behulp van de benchmarkstudie, zie hoofdstuk 6). Ook gingen ze na op welke manier deze bedrijven energie-efficiënter konden worden. In een energieplan lijstten ze alle mogelijke maatregelen op (zie hoofdstuk 6). Zo gezegd zo gedaan en eind 2004 was elk benchmarkbedrijf de trotse bezitter van een benchmarkstudie en een energieplan. De benchmarkingconsultant werd betaald voor de bewezen diensten en het verificatiebureau, dat de Vlaamse overheid in het leven had geroepen ter controle van de benchmarkbedrijven (zie ook hoofdstuk 9.1), kon aan de slag. Stuk voor stuk onderwierpen de benchmarkverificateurs de energieplannen en de benchmarkstudies aan een grondig onderzoek. Wie nog niet tot de wereldtop behoorde op het vlak van energie-efficiëntie, wist wat hem te doen stond. En zo geschiedde, met de energieplannen als leidraad, de investeringen in rendabele maatregelen (zie hoofdstuk 6). Wie eind 2005 nog altijd niet tot de wereldtop behoorde, moest zich kort daarna ook schrap zetten voor de minder rendabele maatregelen. Bedrijven die na de invoering van de minder rendabele maatregelen tegen eind 2007 nog altijd niet tot de wereldtop behoren, krijgen vanaf dan ook de kans om flexibele mechanismen in te zetten. Als alles volgens plan verloopt, zullen alle toegetreden bedrijven tegen ten laatste eind 2012 tot de wereldtop behoren. Hoe dit in de praktijk gebeurt en wat jij kunt doen om je bedrijf mee in de goede richting te sturen, lees je verder in deze brochure. 7

8 VOORDELEN VOOR BEDRIJVEN 4Voordelen voor bedrijven Aan emissierechten geen gebrek In hun energieplan maken de benchmarkbedrijven melding van hun toekomstige investeringen en emissies. Op die manier houdt de Vlaamse overheid rekening met de toekomstplannen van de bedrijven. Mits uitvoering van het energieplan zou het aantal emissierechten dat het huidige toewijzingsplan (zie 8.2) aan de bedrijven toekent, moeten volstaan tot De garantie dat ze voldoende emissierechten krijgen, was voor vele bedrijven een goede reden om toe te treden tot het convenant. Het verleden telt mee Ten gevolge van de energiecrisis in het begin van de jaren 80 hebben veel bedrijven geïnvesteerd in energiebesparing. De Europese emissiehandel houdt geen rekening met investeringen die voor 1990 plaatsvonden. Het benchmarkingconvenant doet dat wel. Ook pré-1990-investeringen hebben de Vlaamse bedrijven immers dichter bij de wereldtop gebracht. 8

9 Goed in de markt VOORDELEN VOOR BEDRIJVEN Hoe meer energiebesparende maatregelen bedrijven doorvoeren, hoe lager hun energiekosten zijn. Kostenbesparingen komen de concurrentiekracht van het bedrijf ten goede. Bedrijven zijn bovendien vrij om meer maatregelen door te voeren dan het benchmarkingconvenant vereist. Op die manier geven ze minder emissierechten uit dan ze ontvangen. De emissierechten die ze zelf niet benutten, kunnen ze verkopen aan andere bedrijven. Geen bijkomende maatregelen inzake energie- en CO 2 -verbruik De Vlaamse overheid tracht de Belgische en Europese overheden te overtuigen om convenantbedrijven vrij te stellen van bijkomende CO 2 -en energietaksen. De Europese overheid laat bijvoorbeeld een belastingsvermindering toe op alle energieproducten. Gedeeltelijke vrijstelling van groenestroomcertificaten Iedere elektriciteitsleverancier is verplicht een minimumpercentage van zijn opgewekte stroom te halen uit hernieuwbare energiebronnen. Dit minimumaandeel loopt op tot 6% in Groenestroomcertificaten gelden als bewijs van de naleving. Een leverancier kan zelf groene stroom produceren of groenestroomcertificaten aankopen op de markt. Bij benchmarkbedrijven stelt de Vlaamse overheid 25% van het industriële elektriciteitsverbruik vrij van groenestroomcertificaten. Voorrang op de ecologiepremie De ecologiepremie is een financiële tegemoetkoming aan ondernemingen die ecologie-investeringen zullen realiseren in het Vlaamse Gewest. Bedrijven die het benchmarkingconvenant ondertekend hebben, krijgen voor de ecologiepremie voorrang op bedrijven die niet zijn toegetreden. Verminderde federale bijdrage op elektriciteit De federale overheid rekent aan alle professionele elektriciteitsverbruikers een bijdrage aan per afgenomen kwh (kilowattuur). Afnemers die meer dan 20 megawatt verbruiken, genieten een degressieve korting. Degressief betekent dat de korting groter wordt naarmate het verbruik stijgt. Bedrijven die tot de doelgroep van het benchmarkingconvenant behoren maar niet zijn toegetreden, verliezen hun recht op korting. Benchmarkbedrijven genieten deze korting wel. De federale bijdrage is bovendien geplafonneerd: vanaf een verbruik van megawatt hoeven benchmarkbedrijven zelfs helemaal geen bijdrage meer te betalen. 9

10 TOEGETREDEN BEDRIJVEN 5Welke bedrijven zijn toegetreden? Europa aanvaardde het benchmarkingconvenant als methode om de Vlaamse CO 2 -emissierechten te verdelen. Dat was meteen de reden waarom ook de VERbedrijven -met uitzondering van de elektriciteitscentrales- mochten toetreden tot het benchmarkingconvenant. Samen zijn de bedrijven die zijn toegetreden tot het benchmarkingconvenant verantwoordelijk voor meer dan 70% van het Vlaamse industriële energieverbruik. Figuur 1 en Tabel 1 geven weer welke sectoren vertegenwoordigd zijn en hoeveel hun energieverbruik bedraagt, in absolute cijfers en procentueel. De lijst met toegetreden bedrijven vind je in hoofdstuk 12. Tabel 1: Sectorale verdeling benchmarkbedrijven op basis van hun energieverbruik (Bron: jaarverslag 2004 commissie benchmarking) sector primair energieverbruik in 2002 (PJ) chemie 196,9 keramiek 7,84 metaal 37,1 textiel 9,69 papier 17,6 hout 7,02 raffinaderijen en staal 168,1 voeding 22,1 glas, zandgroeven en diversen 6,51 totaal 472,86 10 Figuur 1: Sectorale verdeling benchmarkbedrijven op basis van hun energieverbruik (Bron: jaarverslag 2004 commissie benchmarking)

11 6 VERPLICHTINGEN Verplichtingen waaraan benchmarkbedrijven moeten voldoen Vierjaarlijkse vaststelling van de afstand tot de wereldtop: de benchmarkstudie Kort na hun toetreding lieten de bedrijven hun afstand tot de wereldtop op het vlak van energie-efficiëntie berekenen door een erkende benchmarkingconsultant. Deze studie noemen we de benchmarkstudie. Eerst deelde de consultant het bedrijf in per procesinstallatie. Elke procesinstallatie vergeleek hij met vergelijkbare procesinstallaties van andere bedrijven elders ter wereld. De som van de prestaties van de procesinstallaties van het bedrijf ten opzichte van de som van de resultaten van de andere bedrijven gaf aan hoe ver het bedrijf was verwijderd van de wereldtop. Benchmarking kan op twee manieren gebeuren. Bij de decielmethode wordt de vergelijking gemaakt met de beste 10% van de wereldwijd opgestelde installaties (exclusief de Vlaamse). Een installatie behoort tot de wereldtop als deze tot de beste 10% behoort. Een tweede, meer betwiste methode is de regiomethode. Voor deze methode laten Vlaamse bedrijven zich individueel meten met de gemiddelde energie-efficiëntie van de regio die als beste geldt in de wereld. 11

12 VERPLICHTINGEN Een benchmarkingconsultant aan het woord Bert Wellens, voormalig benchmarkingconsultant bij het studiebureau ERM, vertelde ons dat hij in alle bedrijven die hij voor ERM heeft bestudeerd, een energiebesparingspotentieel heeft gedetecteerd. Meestal was het energiebesparingspotentieel 5%, hoewel het in bepaalde bedrijven opliep tot 25%. Er bestaan heel wat verschillen in de manier waarop bedrijven dit energiebesparingspotentieel kunnen realiseren. Bert Wellens: Sommige besparingen kosten weinig of niets en zijn op zeer korte termijn door te voeren. Kleine aanpassingen of sturing bijvoorbeeld. Jammer genoeg gebeurt sturing vaak te weinig in bedrijven. Vooral installaties die zowel kunnen koelen als opwarmen kunnen beter gestuurd worden. Soms bleken die installaties zich tegelijkertijd in koel- én verwarmingsfase te bevinden. Op die manier gaat er veel energie verloren. Dergelijke vormen van energieverspilling kunnen bedrijven vrij snel wegwerken. Iets meer moeite en tijd is er nodig voor de integratie van energiebesparing in het hele bedrijf. Door processen te integreren, kan bijvoorbeeld warmte die bij een bepaald proces vrijkomt, gebruikt worden in een ander proces. Om dergelijke aanpassingen door te voeren is een reorganisatie van het bedrijf nodig. 12 De wereldtop wordt normaalgezien vastgesteld door middel van benchmarking. Sommige bedrijven hebben echter zo n uniek productieproces dat het niet mogelijk is om de deciel- of regiomethode toe te passen. Bij afwezigheid van soortgelijke procesinstallaties bepaalt de benchmarkingconsultant de wereldtop en de afstand tot het bedrijf met de best practice methode. Om best practice te kunnen toepassen, volstaan de energieverbruiksgegevens van slechts één installatie in het buitenland, op voorwaarde dat deze installatie de beste is. Is ook best practice niet toepasbaar, dan is de benchmarkingconsultant aangewezen op de methode van doorlichting. In tegenstelling tot de benchmarkmethode en de best practice vereist doorlichting geen gegevens van concurrerende bedrijven. De eigen bedrijfsgegevens volstaan. De wereldtop verbetert in de loop der jaren. Daarom heeft de Vlaamse overheid beslist om de benchmarkstudies om de vier jaar te herhalen. Concreet moeten de benchmarkbedrijven tegen midden 2008 hun benchmarkstudie actualiseren. Vierjaarlijkse energieplannen Eens de benchmarkstudies achter de rug waren, werd duidelijk hoe ver elk bedrijf van de wereldtop verwijderd was. De benchmarkingconsultant zocht uit welke maatregelen mogelijk waren om de energie-efficiëntie van het bedrijf te verbeteren. Op basis van deze maatregelenlijst en de afstand tot de wereldtop maakte elk bedrijf een energieplan op. Eind 2004 dienden de benchmarkbedrijven hun eerste energieplan in bij het verificatiebureau. Het verificatiebureau onderwierp alle plannen aan een beoordeling en gaf de bedrijven de kans hun energieplan aan te passen indien het niet voldeed. Het energieplan moet, net als de benchmarkstudie, om de vier jaar worden geactualiseerd. Eind juni 2008 verwacht het verificatiebureau de geactualiseerde plannen.

13 VERPLICHTINGEN Figuur 2: Tijdlijn verplichtingen benchmarkingconvenant (Bron: commissie benchmarking) In het energieplan legt het bedrijf de termijn vast waarbinnen het de wereldtop wil bereiken en welke maatregelen het daarvoor dient te nemen. Belangrijk is de fasering in het energieplan. Zo worden de toekomstige maatregelen gegroepeerd naargelang hun terugverdientijd. De maatregelen die het snelst terugverdiend zijn, moeten het eerst worden uitgevoerd (zie kader). Het energieplan vermeldt ook tussendoelstellingen voor 2005 en 2008 (zie kalender in hoofdstuk 10.3). Verder maakt het energieplan melding van het energieverbruik van de wereldtop en de afstand die het bedrijf ervan verwijderd is. Razend interessante informatie voor vakbondsafgevaardigden trouwens. Investeringen Bedrijven die eind 2004 tot de wereldtop behoorden, hoefden nog niet meteen maatregelen te nemen. De overige bedrijven moesten wel aan de slag. Alle rendabele maatregelen moesten zo snel mogelijk worden uitgevoerd en ten laatste vóór eind Behoorden de bedrijven eind 2005 nog niet tot de wereldtop, dan moesten ze bijkomend ook de minder rendabele maatregelen nemen. De deadline voor de minder rendabele maatregelen verloopt eind Bedrijven die tegen 2007 nog niet tot de wereldtop behoren, krijgen tot 2012 de kans om flexibele mechanismen in te zetten. Zie ook Figuur 2. Over rentevoeten, terugverdientijden en rendabiliteit In de bedrijfswereld worden maatregelen die pas na 3,5 jaar terugverdiend zijn, als weinig interessant beschouwd. Multinationale ordernemingen willen immers een zo groot mogelijk marktaandeel verwerven om zo snel mogelijk winst maken. De terugverdientijd is één manier om uit te drukken hoe rendabel maatregelen zijn, de interne rentevoet (IRR, of internal rate of return) een andere. Een terugverdientijd van 3,5 jaar komt ongeveer overeen met een interne rentevoet van 15%. Hoe groter de IRR, hoe meer rendabel en hoe sneller de werkgever geneigd is de maatregel toe te passen. Maatregelen met een IRR van 15% of hoger worden gedefinieerd als rendabele maatregelen. Minder rendabele maatregelen zijn maatregelen met een IRR kleiner dan 15%. 13

14 VERPLICHTINGEN Jaarlijkse monitoringsverslagen Elk jaar, uiterlijk op 1 april brengen de benchmarkbedrijven bij het verificatiebureau (zie hoofdstuk 9.1) verslag uit over hun investeringen, energieverbruik en vermeden CO 2 -emissies. Aan de hand van het monitoringsverslag gaat het verificatiebureau na in hoeverre de inspanningen van het bedrijf overeenstemmen met hun energieplan. Het eerste monitoringsverslag dateert van Sancties Bedrijven die hun verplichtingen niet nakomen, worden uit het convenant gezet en genieten niet langer de voordelen die eraan verbonden zijn. 14

15 TUSSENTIJDSE EVALUATIE 7Tussentijdse evaluatie van het benchmarkingconvenant De verwachtingen ten aanzien van het benchmarkingconvenant waren hoog. De Vlaamse regering rekende op een besparingspotentieel van kiloton CO-equivalenten tegen 2012 of een winst van ongeveer 15% in energie-efficiëntie. De commissie benchmarking (zie hoofdstuk 9.2) kwam in juni 2005 met een eerste evaluatieverslag naar buiten. De totale energiebesparing voldeed echter niet aan de gestelde verwachting. Uit het evaluatieverslag bleek namelijk dat de energie-efficiëntie tegen 2012 slechts met 7,8% zou toenemen. En verder zou het energieverbruik tegen 2012 stijgen met 11%, als gevolg van de productietoename die gepaard gaat met de investeringen (zie situatie 3 op Figuur 3). Ter vergelijking: situatie 2 beeldt de afname van het energieverbruik uit ten gevolge van het benchmarkingconvenant bij constante productie. Omdat deze resultaten in geen geval voldoen aan de verwachting die de vorige Vlaamse regering stelde, vroegen de vakbonden en de milieubeweging om een grondige evaluatie van het benchmarkingconvenant. Ze stelden vooral vragen bij de gebruikte methoden om de wereldtop te bepalen. De commissie benchmarking blijft echter positief. In een scenario zonder benchmarkingconvenant zou namelijk het energiegebruik ten gevolge van de productietoename met 18% toenemen (zie situatie 1 op Figuur 3). Dankzij het benchmarkingconvenant blijft de stijging in het energieverbruik beperkt tot 11%. De vakbonden en de milieubeweging vinden deze positieve houding allesbehalve terecht. Door de toename van het energiegebruik zal immers ook de CO 2 -uitstoot met 11% toenemen. En dit is waarschijnlijk een onderschatting aangezien geen rekening werd gehouden met de groeicijfers na Figuur 3: Evolutie van het energieverbruik bij verschillende scenario s (Bron: commissie benchmarking) 15

16 16 WETGEVING 8Andere wetgeving van toepassing op benchmarkbedrijven Het besluit energieplanning (Zie ook hoofdstuk 2) Benchmarkbedrijven verbruiken meer dan 0,1 PJ en vallen bijgevolg onder het besluit energieplanning (zie hoofdstuk 2). Alleen gelden voor benchmarkbedrijven lichtjes andere voorwaarden. Het BEP zegt dat bedrijven een energieplan moeten opstellen bij de aanvraag van een vergunning voor een wijziging of een nieuwe inrichting met een meerverbruik van 10 terajoule (1 terajoule = joule) primaire energie. Voor benchmarkbedrijven vervalt deze verplichting, omdat ze al een energieplan hebben. Een energiestudie opstellen is evenmin verplicht, tenzij de betreffende installatie nog niet in het bestaande energieplan vervat zit. De Europese emissiehandel (Zie ook hoofdstuk 2) Gemakshalve noemen we de bedrijven die vallen onder de Europese richtlijn verhandelbare emissierechten VER-bedrijven. De meeste bedrijven die zijn toegetreden tot het benchmarkingconvenant, zijn ook VER-bedrijven. Wil je nagaan of jouw bedrijf valt onder de Europese emissiehandel? Bezoek de website www. climateregistry.be. Je vindt er niet alleen het Vlaams toewijzingsplan voor CO 2 - emissierechten, maar ook dat voor België, Wallonië en het Brussels hoofdstedelijk gewest. Het Vlaams toewijzingsplan geeft weer hoeveel emissierechten elk VER-bedrijf heeft gekregen om in de periode uit te stoten. Op de link kan je opzoeken hoeveel emissierechten jouw bedrijf heeft gekregen. Voor benchmarkbedrijven die vallen onder de richtlijn VER is het energieplan zeer belangrijk. Naast inspanningen in het verleden, vermeldt het energieplan ook de geplande investeringen en de geschatte CO 2 -reducties en energiebesparingen die daarmee gepaard gaan. Deze gegevens, die worden gekwantificeerd aan de hand van de vooruitgangs- en de groeifactor, spelen eveneens mee bij de verdeling van de emissierechten (zie kader). De VER-bedrijven krijgen hun emissierechten toegekend in jaarlijkse schijven en niet als één totaalpakket. Hiermee wil de overheid vermijden dat bedrijven die bijvoorbeeld na één jaar naar het buitenland verhuizen, hun totaalpakket aan rechten zouden verkopen. De groei- en vooruitgangsfactor bepalen hoe de verdeling in jaarlijkse schijven gebeurt. De inlevering van de gebruikte rechten gebeurt ongeveer twee maanden na de bedeling van de rechten voor het jaar

17 WETGEVING Vooruitgangs- en groeifactor De vooruitgangsfactor voor een bepaald jaar geeft het energieverbruik in het betreffende jaar ten opzichte van het energieverbruik in 2003 weer. Deze factor houdt geen rekening met productiewijzigingen. Omdat de energie-efficiëntie in de loop der jaren stijgt ten gevolge van de investeringen die staan beschreven in het energieplan, is deze factor meestal kleiner dan 1. De groeifactor is een maat voor de verwachte groei van het bedrijf en wordt bepaald op basis van een prognose. De groeifactor is meestal groter dan 1. Het product van de vooruitgangsfactor en de groeifactor is meestal groter dan 1. Dit heeft als gevolg dat de groei van de bedrijven meestal groter is dan de groei van de energie-efficiëntie. Dat de CO 2 uitstoot van bedrijven meegroeit met de productiegroei, kun je afleiden uit Tabel 2. nadien (zie kalender in hoofdstuk 10.3). Begin 2008 wordt de definitieve afrekening gemaakt voor de periode Indien bedrijven meer hebben uitgestoten dan dat ze rechten hebben voorgelegd, krijgen ze een boete. Niet alle Vlaamse VER-bedrijven zijn toegetreden tot het benchmarkingconvenant. De Vlaamse overheid kan voor deze bedrijven dus geen rekening houden met mogelijke inspanningen die ze in het verleden hebben gedaan, noch met geplande uitbreidingen en productietoenames. Deze bedrijven krijgen daarom hun emissierechten toegekend op basis van een algemene reductienorm. Zij krijgen normaalgezien emissierechten ter waarde van 85% van de emissies in het referentiejaar Ondertussen is ook het ontwerp-toewijzingsplan voor de periode te raadplegen op Tabel 2: Procentuele jaarlijkse groei van CO 2 -emissies voor de diverse industriële sectoren over de periode (Bron: Vlaams toewijzingsplan CO 2 -emissierechten ) Industriële sectoren jaarlijkse groei CO 2 -emissies (%) Chemie 3,02 Raffinaderijen 1,60 IJzer en staal 7,76 Papier en karton 7,43 Voeding 4,08 Metaal 0,49 Textiel 1,44 Keramiek 6,06 Hout -0,09 Glas 0,89 Diversen 4,73 Totaal industrie 4,21 17

18 BIG BROTHER & SISTER 9Big brother en big sister 18 De overheid heeft 2 instanties in het leven geroepen die de uitvoering van het benchmarkingconvenant mee in goede banen leiden: het verificatiebureau en de commissie benchmarking. 9.1 Het verificatiebureau benchmarking De berekeningen en de uitvoering van het benchmarkingconvenant vereisen nauwkeurige opvolging en controle. Alle gegevens die de bedrijven en de benchmarkingconsultant hebben verzameld moeten daarom gecontroleerd worden op hun juistheid. Dat is de taak van het verificatiebureau, een onafhankelijke en neutrale organisatie die door de ministers werd aangesteld. Verder adviseert het verificatiebureau ook over de benchmarkingconsultants en de gebruikte methodieken. Het verificatiebureau wordt ook kortweg VBBV genoemd (verificatiebureau benchmarking in Vlaanderen). Jaarlijkse rapportering bij commissie benchmarking Het VBBV brengt jaarlijks verslag uit bij de commissie benchmarking over de uitvoering van de energieplannen, de gerealiseerde energiebesparing per sector en de vermeden CO 2 -emissies die gepaard gaan met de energiebesparingen. Dat gebeurt uiterlijk op 30 april. Het VBBV is verplicht tot geheimhouding van bedrijfsspecifieke gegevens en geeft daarom nooit gegevens vrij van afzonderlijke bedrijven, enkel geaggregeerde gegevens. Vierjaarlijks rapportering bij commissie benchmarking Daarnaast maakt het VBBV om de vier jaar een samenvattend verslag van alle beschikbare gegevens, dat ze op 30 april overmaakt aan de commissie benchmarking. In het verslag rapporteert het VBBV over de energiebesparing en de daaraan gekoppelde vermeden CO 2 -uitstoot die bij de uitvoering van de energieplannen te verwachten valt over de jaren 2005, 2008 en De commissie benchmarking De commissie benchmarking (CBM) volgt de uitvoering van het convenant op en coördineert het hele systeem. Dit orgaan bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende ministers en sectoren. Enige vakbondsvertegenwoordiging ontbreekt volledig in dit selectieve clubje. Dat verklaart ook meteen waarom de vakbonden het gebrek aan transparantie over het convenant aanklagen.

19 BIG BROTHER & SISTER Jaarlijks verslag De commissie benchmarking brengt jaarlijks, uiterlijk op 1 juli, verslag uit aan de ministers. Daarin gaat ze na of de verwachtingen ten aanzien van het benchmarkingconvenant overeenkomen met de werkelijke energiebesparingen en CO 2 -reducties. Het eerste jaarverslag, over het jaar 2004, is sinds midden 2005 te downloaden van de website van de commissie benchmarking: Sinds april 2006 is ook het jaarverslag van 2005 te downloaden. Vierjaarlijks evaluatieverslag Om de vier jaar publiceert de commissie benchmarking ook een evaluatieverslag. Het evaluatieverslag geeft weer in welke mate het benchmarkingconvenant de verwachte CO 2 -verlagingen heeft gerealiseerd. Op basis van deze evaluatie gaat de commissie na of de inhoud van het convenant moet worden aangepast. Het eerste evaluatieverslag dateert van juni 2005 en heeft betrekking op de periode Het tweede zal gaan over de periode en zal verschijnen midden Het allerlaatste evaluatieverslag mogen we verwachten in

20 10 Syndicale inspraak- en informatierechten 20 INSPRAAK- EN INFORMATIERECHTEN 10.1 Wat zegt de wetgeving? Eens het energieplan is goedgekeurd door het VBBV, wordt het door de convenanttekst (artikel 5.8) als openbaar en door iedereen opvraagbaar beschouwd. Hetzelfde artikel vermeldt echter ook dat de werkgever niet het volledige plan openbaar moet maken. Indien het energieplan vertrouwelijke gegevens bevat die de werkgever niet wil prijsgeven, volstaat het om een samenvatting aan het VBBV over te maken. De meeste bedrijven maken van dit artikel gebruik en overhandigen enkel een samenvattend verslag. Artikel 17.5 van het REG-decreet zegt dat de werkgever alle energieplannen en -studies ter informatie moet geven aan de ondernemingsraad (OR) en het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPB). Artikel 16 van het besluit energieplanning bepaalt dan weer dat het energieplan goedgekeurd in het kader van de energieconvenanten geldt als een conform verklaard energieplan voor de toepassing van het besluit energieplanning. Onrechtstreeks verplicht dit artikel de werkgever dus om het energieplan ter info over te maken aan het CPB en de OR. Geeft je werkgever je het energieplan niet spontaan, dan heb je het recht het op te vragen, evenals om een toelichting erbij. Verwijs dan naar het REG-decreet en het besluit energieplanning. Vind je geen gehoor, dan kun je steeds terecht bij het VBBV. Het VBBV beschikt over de samenvattende verslagen van de energieplannen van alle mogelijke benchmarkbedrijven. Een mailtje naar volstaat Syndicale actie Wil je actie ondernemen? Dan kan je de volgende vragen als leidraad gebruiken. Wat zegt de benchmarkstudie? De benchmarkstudie bevat informatie over de energie-efficiëntie van de verschillende installaties in je bedrijf. De optelsom van die gegevens bepaalt of je bedrijf wel of niet tot de wereldtop behoort. Het gaat met andere woorden over globale gegevens. Behoorde jouw bedrijf in 2004 al tot de wereldtop? Dan hoeft het strikt genomen niet te investeren in energiebesparende maatregelen. Toch is er geen reden om zomaar aan te nemen dat er in jouw bedrijf geen besparingspotentieel is. Sommige installaties zijn immers zo energie-efficiënt dat ze de matige energieprestaties van andere installaties kunnen verdoezelen. Daarom is het belangrijk dat je probeert de benchmarkstudie -met alle gegevens van de afzonderlijke installaties- te pakken te krijgen. Makkelijk zal dat echter niet zijn. De werkgever is namelijk niet wettelijk

21 INSPRAAK- EN INFORMATIERECHTEN verplicht de benchmarkstudie over te maken aan de werknemersvertegenwoordiging. Je zult je dus moeten beroepen op het KB van 27 november 1973, dat de leden van de OR recht geeft op economische en financiële informatie (efi). En terwijl je bedrijf loopt te pronken met haar globale wereldtoppositie, blijven er waarschijnlijk verschillende installaties buiten schot die vaak nog over behoorlijk wat besparingspotentieel beschikken. Vooral als het energieplan voor die installaties maatregelen vermeldt met een zeer korte terugverdientijd, is dat een spijtige zaak. Als afgevaardigde mag je er dus in geen geval van uitgaan dat er in jouw tot-de-wereldtop-behorend-bedrijf niks meer te besparen valt. De kans is groot dat er wél nog rendabele maatregelen mogelijk zijn voor jouw bedrijf, zelfs al maakt het energieplan daar geen melding van. Welke investeringen plant je bedrijf? In het beste geval heb je het volledige energieplan ter informatie gekregen van je werkgever en kan je nagaan hoe ver de uitvoering van het plan vordert. Houdt je werkgever zich niet aan het energieplan en blijven bepaalde investeringen achterwege, vraag hem dan waarom. De meeste werknemersafgevaardigden moeten het stellen met een openbare samenvatting van het energieplan. In dergelijke samenvattingen is de informatie meestal beperkt. Toch kan je proberen om bepaalde zaken aan de weet te komen. Vragen stellen is de boodschap. 21

22 22 INSPRAAK- EN INFORMATIERECHTEN Convenantbedrijven worden in sommige gevallen vrijgesteld van de verplichtingen van het besluit energieplanning. Dat is zo in het geval dat je werkgever een nieuwe inrichting of een wijziging aan een bestaande inrichting plant die al vervat zit in het bestaande energieplan. Maakt het energieplan nog geen melding van de nieuwe inrichting, dan moet je werkgever alsnog een energiestudie laten opstellen. Let erop dat je deze studie ook in handen krijgt. Zet de bespreking van de energieplannen en -studies en de toekomstige investeringen op de agenda van het CPB en de OR. Is de materie te uitgebreid om te bespreken met het voltallige CPB of de voltallige OR, stel dan voor om werkgroepen op te richten binnen het CPB en de OR. Laat voor alle zekerheid ook de informatierechten opnemen in het huishoudelijk reglement van de OR of het CPB. Wat zijn de kosten en baten van toetreding? In het kader van de efi-besprekingen kan je ook aan je werkgever vragen waarom je bedrijf is toegetreden tot het benchmarkingconvenant. Welke kosten en baten zijn er verbonden aan de toetreding? Welke fiscale voordelen geniet je werkgever? Hoeveel korting krijgt je bedrijf op de federale bijdrage voor elektriciteit? Misschien behoort je bedrijf al tot de wereldtop en hoeft het niet meteen te investeren in energiezuinige maatregelen. In dat geval ziet het er rooskleurig uit voor je bedrijf. Het hoeft niet te investeren, maar geniet wel van de tegemoetkomingen van de Vlaamse overheid. Is de CO 2 -uitstoot in balans met het aantal emissierechten? Als lid van het CPB kan je informeren naar de CO 2 -emissies van je bedrijf. Raadpleeg ook de emissiegegevens in het integraal milieujaarverslag. Vergelijk de hoeveelheid toegekende emissierechten met de evolutie van de CO 2 -uitstoot van je bedrijf. Zijn ze in balans? Wie weet bouwt je bedrijf ten gevolge van de toetreding wel een reserve aan emissierechten op. Vraag dan aan je werkgever wat hij ermee van plan is. Nog enkele bijkomende vragen: Hoeveel energie verbruikt je bedrijf? Over welke energiebronnen gaat het? Steenkool, aardolie, warmtekrachtkoppeling,...? Wat is de totale kostprijs van het energieverbruik? Is er een evolutie merkbaar? Heeft je bedrijf al overwogen om te veranderen van energieleverancier? Heeft je bedrijf een langetermijnstrategie op het vlak van rationeel energiegebruik? Is je werkgever op de hoogte van de steunmaatregelen voor energiebesparing? Indien niet, verwijs hem naar de website Indien wel, heeft hij al overwogen een subsidie aan te vragen voor bijvoorbeeld dakisolatie of zonneboilers? Of denkt hij eerder aan belastingaftrek voor energiebesparende investeringen? 10.3 Geheugensteuntjes De onderstaande kalender geeft de opeenvolging van gebeurtenissen en verplichtingen voor de jaren 2007 en 2008 weer. Van 2009 tot 2011 vindt jaarlijks dezelfde opeenvolging van gebeurtenissen plaats als in 2007, met uitzondering van punt 8 en 9. In 2012 vindt een identieke opeenvolging plaats als in het jaar 2008

23 INSPRAAK- EN INFORMATIERECHTEN 1 Voor 02/02/07 Bedrijven leveren emissiejaarrapport van 2006 in bij het VBBV 2 Voor 28/02/07 Bedrijven krijgen hun emissierechten voor het jaar Voor 21/03/07 Het VBBV moet het emissiejaarrapport geverifieerd hebben 4 Voor 01/04/07 Bedrijven leveren emissierechten voor het afgelopen jaar 2006 in 5 Voor 02/04/07 Bedrijven dienen hun monitoringsverslag over 2006 in bij het VBBV 6 Voor 01/05/07 Het VBBV brengt verslag uit bij de commissie benchmarking (CBM) over het jaar Voor 02/07/07 De CBM brengt verslag uit aan de ministers over het jaar 2006 en plaatst het jaarverslag van 2006 op haar website 8 Voor 31/12/07 Afronding toewijzingsplan emissierechten voor Tegen 31/12/07 ten laatste Bedrijven investeren zo snel mogelijk in minder rendabele maatregelen indien nog geen wereldtop in Begin 2008 Definitieve afrekening emissierechten voor de periode Voor 02/02/08 Bedrijven leveren emissiejaarrapport van 2007 in bij het VBBV 12 Voor 28/02/08 Bedrijven krijgen hun emissierechten voor Voor 21/03/08 Het VBBV moet het emissiejaarrapport geverifieerd hebben 14 Voor 01/04/08 Bedrijven leveren emissierechten voor het afgelopen jaar 2007 in 15 Voor 02/04/08 Bedrijven dienen hun monitoringsverslag over 2007 in bij het VBBV 16 Voor 01/05/08 Het VBBV brengt verslag uit bij de CBM over het afgelopen jaar Voor eind 06/08 Bedrijven leveren geactualiseerd energieplan en benchmarkstudie in 18 Voor 02/07/08 De CBM brengt verslag uit aan de ministers over het jaar 2007 en plaatst het jaarverslag van 2007 op haar website 19 Voor 01/07/08 De CBM stelt een evaluatieverslag op van de afgelopen vier jaar en plaatst het op haar website met uitzondering van punt 17. Figuur 4 geeft een overzicht van de gehele tijdslijn, van vóór de goedkeuring van het convenant totdat het convenant afloopt. Figuur 4: Betekenis termijnen en data in het bench markingconvenant (Bron: commissie benchmarking) 23

24 VAKBONDEN EN BEWEGING Standpunt van vakbonden en milieubeweging 11Het benchmarkingconvenant: ja, maar... De vakbonden en de milieubeweging hebben in 2002 het benchmarkingconvenant aanvaard als een belangrijk instrument om de Vlaamse Kyoto-doelstellingen te behalen. Het benchmarkingconvenant voorziet immers de waarborg dat bepaalde bedrijven die sterk aan buitenlandse concurrentie blootstaan ook in de toekomst kunnen blijven groeien. Tegelijkertijd houdt het convenant rekening met de inspanningen die bedrijven in het verleden hebben gedaan (zie hoofdstuk 4). Hoewel de vakbonden en de milieubeweging zich hierin konden vinden, hadden ze ook enkele bedenkingen. In tegenstelling tot de klimaatdoelstellingen voor Vlaanderen en België legt het benchmarkingconvenant geen absoluut doel vast. Bedrijven die het convenant respecteren, mogen ongelimiteerd groeien qua productie en dus ook qua emissies, op voorwaarde dat ze energie-efficiënt zijn. Daardoor dreigt men tot een situatie te komen waarbij de ruimte voor andere sectoren en bedrijven wordt opgegeten, en de lasten van het klimaatbeleid dus worden afgewenteld op de rest van de samenleving. De vakbonden en de milieubeweging hebben het hier moeilijk mee: ze erkennen de nood aan groei, maar deze mag niet ten koste gaan van andere sectoren in de samenleving. Een gebrek aan doorzichtigheid en democratische controle De vakbonden en de milieubeweging waren van bij het begin bekommerd om de ondoorzichtigheid en de gebrekkige informatieverstrekking over de werking 24

25 VAKBONDEN EN BEWEGING van het convenant. Om maar te zwijgen over het gebrek aan mogelijkheden tot democratische controle. Wat dat betreft werd het convenant geboren onder een ongunstig gesternte. Maandenlang werd er in alle stilte en ondoorzichtigheid onderhandeld tussen enkele betrokken sectoren en de overheid; een onaanvaardbare manier van werken. Het gebrek aan doorzichtigheid uit zich op twee niveaus: (1) dat van de werking van het convenant als geheel en (2) het ondernemingsniveau. 1. Zoals gezegd, zijn de adviezen en rapporten van het VBBV bedoeld voor de commissie benchmarking. Deze zijn niet ter inzage voor andere belanghebbenden zoals vakbondsafgevaardigden. Alleen de commissie benchmarking brengt verslag uit naar buiten toe. De commissie kan ook beslissen om bepaalde informatie niet openbaar te maken. Gezien de enge samenstelling van de commissie zijn er volgens de vakbonden dan ook onvoldoende waarborgen voor transparantie en mogelijkheden tot democratische controle. 2. Dit gebrek aan doorzichtigheid uit zich ook in de informatieverstrekking aan de vakbondsleden die zetelen in het CPB of de OR. De energieplannen liggen wel ter inzage van de afgevaardigden. Voor de benchmarkstudies liggen de zaken iets ingewikkelder. Bij enge interpretatie van de regelgeving is de bedrijfsleiding niet verplicht de benchmarkstudie ter beschikking te stellen aan de CPB- of OR-leden. Nochtans bevatten deze studies strategische informatie over de prestaties van de verschillende installaties binnen de vestiging. Ze bieden dan ook een beter zicht op het werkelijke reductiepotentieel dan de energieplannen. De vakbonden zijn van mening dat de benchmarkstudie wel ter beschikking moet zijn. Ze stoelen zich daarvoor zowel op het REG-decreet als op de informatierechten die in de codex over het welzijn op het werk en Vlarem II zijn ingeschreven. Ook het eerste evaluatieverslag van de commissie benchmarking baadt in dezelfde sfeer van ondoorzichtigheid. Het beperkt zich tot de strikt noodzakelijke rapportering en geeft geen antwoord op de vragen van de vakbonden en de milieubeweging. Voor wat hoort wat, maar de liefde moet van twee kanten komen De Vlaamse overheid belooft de ondertekenende bedrijven geen bijkomende verplichtingen in te voeren op het vlak van energiegebruik en CO 2 -emissies (zie hoofdstuk 4). Zo beloofde de overheid dat bedrijven die voldoen aan de voorwaarden van het convenant over voldoende emissierechten zullen kunnen beschikken. Verder beloofde de Vlaamse overheid dat ze alles in het werk zal stellen bij de bevoegde federale of Europese overheden om convenantbedrijven vrij te stellen van een eventuele energietaks. En alsof dat nog niet genoeg is, genieten convenantbedrijven ook nog voorrang bij de toekenning van de ecologiepremie én krijgen ze gedeeltelijke vrijstellingen op de groenestroomcertificaten en de federale bijdrage op elektriciteit. De vakbonden en de milieubeweging verzetten zich niet a priori tegen deze tegenprestaties, maar waarschuwen er wel voor dat het Vlaamse beleid de marges voor het federale beleid niet op voorhand mag ondergraven. 25

26 VAKBONDEN EN BEWEGING Twijfelachtige methodes om de wereldtop vast te stellen De effectiviteit van het convenant (en dus ook de mate waarin de tegenprestaties vanwege de overheid gerechtvaardigd zijn) is sterk afhankelijk van de gebruikte methode om de (afstand tot de) wereldtop (en dus de nog te leveren inspanningen) te bepalen. Blijkbaar zijn heel wat benchmarkstudies gebaseerd op een doorlichting in plaats van op een echte benchmark. Men vergelijkt dus met zichzelf. Als gevolg daarvan worden er mogelijks heel wat rendabele maatregelen niet genomen. Delegees zijn dan ook vaak verbaasd te horen dat hun bedrijf wereldtop is, terwijl ze op de werkvloer een sterk verouderde installatie zien werken. Wegen de baten op tegen de kosten? De vakbonden en de milieubeweging twijfelen eraan of de minderinkomsten voor de overheid en de extra uitgaven die gepaard gaan met het convenant wel opwegen tegen de verwezenlijkte reducties. Is het convenant een effectieve prikkel om ondernemingen daadwerkelijk aan te zetten tot investeringen inzake energiebesparing? Zouden ondernemingen niet al geneigd zijn dezelfde maatregelen te nemen ten gevolge van de stijgende energieprijzen? Onvoldoende stimulansen tot innovatie Ondernemingen moeten gestimuleerd worden om oplossingen te bedenken voor de milieudruk die ze veroorzaken. Het is aangewezen dat de overheid daarbij een beroep doet op economische instrumenten. De Europese emissiehandel kan in dat verband een effectief instrument zijn, op voorwaarde dat omzichtig wordt omgesprongen met de toewijzing van emissierechten. En daar knelt het schoentje. Door de ongelukkige afstemming van de timing van het benchmarkingconvenant met de tijdslimieten die vooropgesteld werden voor de Europese emissiehandel, moet de Vlaamse overheid voor het opstellen van het toewijzingsplan (opnieuw) een beroep doen op de energieplannen die zijn opgesteld in Als gevolg daarvan zullen bedrijven méér emissierechten krijgen dan ze volgens hun geactualiseerde energieplannen van 2008 nodig hebben. Nochtans is een zekere schaarste aan emissierechten noodzakelijk om bedrijven aan te sporen op zoek te gaan naar innovatie. 26

Infoblad Energieplanning

Infoblad Energieplanning Infoblad Energieplanning Waarover gaat het? Bedrijven met een groot energieverbruik worden van overheidswege verplicht maatregelen te nemen om rationeel om te gaan met energie en dit te rapporteren aan

Nadere informatie

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency 1. Het Convenant Benchmarking energie efficiency Op 6 juli 1999 sloot de Nederlandse overheid met de industrie het Convenant Benchmarking energieefficiency.

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0180 TOELICHTING 18 OMGAAN MET ECONOMISCHE CRISIS Interpretatie van het convenant en de toelichtingen in het kader van de economische crisis In de huidige economische

Nadere informatie

De behaalde resultaten in de Belgische voedingsindustrie. Energieeffizienz in der belgischen Industrie BRÜSSEL, 12. MAI 2009

De behaalde resultaten in de Belgische voedingsindustrie. Energieeffizienz in der belgischen Industrie BRÜSSEL, 12. MAI 2009 De behaalde resultaten in de Belgische voedingsindustrie Energieeffizienz in der belgischen Industrie BRÜSSEL, 12. MAI 2009 FEVIA 450 leden-bedrijven + 26 ledengroepering 25 medewerkers Drie actie-domeinen

Nadere informatie

Verslag over de juridische aspecten van energie-efficiëntie in de textielindustrie

Verslag over de juridische aspecten van energie-efficiëntie in de textielindustrie Verslag over de juridische aspecten van energie-efficiëntie in de textielindustrie Overzicht van legale aspecten betreffende energie-efficiëntie in Vlaanderen die van belang zijn voor de textielindustrie

Nadere informatie

Ronde Tafel in kader van voorbereiding Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020. Doelgroep: niet-ver industrie

Ronde Tafel in kader van voorbereiding Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020. Doelgroep: niet-ver industrie Ronde Tafel in kader van voorbereiding Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 Doelgroep: niet-ver industrie Beknopt overzicht van bestaande energiemaatregelen 8 mei 2012 Inhoud 0,1PJ 0,5PJ Auditconvenant

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 TOELICHTING 17 ART. 6.4 VAN HET BENCHMARKINGCONVENANT HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE MAATREGELEN 1. Inleiding Art. 6.4 van het benchmarkingconvenant biedt de mogelijkheid

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: -

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0171 TOELICHTING 17 ART. 6.4 VAN HET BENCHMARKINGCONVENANT HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE MAATREGELEN & EINDAFREKENING BENCHMARKINGCONVENANT 1. Inleiding Art. 6.4 van

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0143 TOELICHTING 14 AFTOPPING 1 Convenant tekst In Artikel 6, lid 6 van het convenant wordt gesteld: Indien de in de leden 2, 3 en 4 genoemde maatregelen tot gevolgen

Nadere informatie

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE AAN DE VLAAMSE OVERHEID WERKJAAR 2005-2006

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE AAN DE VLAAMSE OVERHEID WERKJAAR 2005-2006 JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE AAN DE VLAAMSE OVERHEID WERKJAAR 2005-2006 JUNI 2006 INHOUDSTAFEL 1. BESLUITEN DOOR DE COMMISSIE GENOMEN 3 2. UITVOERING AUDITCONVENANT STAND VAN ZAKEN 5 2.1 Toetreding tot het

Nadere informatie

Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten

Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten COMMISSIE ENERGIEBELEIDSOVEREENKOMST Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten 1 Inleiding De energiebeleidsovereenkomst (kortweg EBO) voor VER-bedrijven

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2004. Evaluatieverslag 2002-2004

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2004. Evaluatieverslag 2002-2004 Commissie Benchmarking Vlaanderen Jaarverslag 2004 Evaluatieverslag 2002-2004 2 3 Inhoudstafel Voorwoord... 5 Samenvatting... 6 Deel 1 Jaarverslag 2004... 9 1.1 Het benchmarkingconvenant... 9 1.1.1 Procedure

Nadere informatie

Monitoring 2008. Rapportering definitieve resultaten

Monitoring 2008. Rapportering definitieve resultaten Monitoring 2008 Rapportering definitieve resultaten februari 2010 Voorwoord Zoals afgesproken tijdens de Auditcommissie van 29 september 2009 heeft het Verificatiebureau een aanvullend rapport voor de

Nadere informatie

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen - De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn l - Uitdagingen & oplossingen - DG Energie 22 juni 2011 ENERGIEVOORZIENING NOG AFHANKELIJKER VAN IMPORT Te verwachten scenario gebaseerd op cijfers in 2009 in % OLIE

Nadere informatie

Workshop Duurzaam Energiebeheer

Workshop Duurzaam Energiebeheer Workshop Duurzaam Energiebeheer Duurzaam omspringen met energie op het bedrijf Duurzaam Energiebeheer Studie Sessie, 2017 Baijan Savalan, Senior Process Engineer TechnipFMC - NL Duurzaam omspringen met

Nadere informatie

Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel

Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel 14 juni 2013 Jorre De Schrijver Team Klimaat Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid (ALHRMG) Programma Inleiding emissiehandel

Nadere informatie

Zonnepanelen steeds rendabel. In een notendop

Zonnepanelen steeds rendabel. In een notendop Zonnepanelen steeds rendabel In een notendop Je wekt zelf elektriciteit op. Daardoor bespaar je jaarlijks heel wat uit op je energiefactuur. Met een investering in zonnepanelen tegen een aanschafprijs

Nadere informatie

OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed.

OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed. KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER 1000 Brussel, 8 maart 2004. RP SECRETARIE VAN HET OVERLEGCOMITE OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN Vergadering van 8 maart 2004 Federale

Nadere informatie

Strategie en bijzonderheden op het vlak van energie in het Vlaamse Gewest. Milieuvriendelijk investeren brengt u geld op

Strategie en bijzonderheden op het vlak van energie in het Vlaamse Gewest. Milieuvriendelijk investeren brengt u geld op Strategie en bijzonderheden op het vlak van energie in het Vlaamse Gewest Milieuvriendelijk investeren brengt u geld op Jan Vereecke Vlaams Energieagentschap Energiecongres 2007 Assises de l énergie -

Nadere informatie

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden Titel: Subtitel: Een win-win situatie Vlaamse Kyoto-doelstelling komt

Nadere informatie

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.08.2002 C(2002)2904 fin. Betreft: Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen Excellentie, Bij schrijven

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

Mevrouw Dutordoir, Meneer Kroll, Meneer Fouchier, Dames en heren,

Mevrouw Dutordoir, Meneer Kroll, Meneer Fouchier, Dames en heren, TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW, ZEEVISSERIJ EN PLATTELANDSBELEID 24 februari 2011 WKK Electrabel EON - Degussa Mevrouw

Nadere informatie

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN 1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling

Nadere informatie

Vlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID

Vlaamse Regering VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID Vlaamse Regering Ministerieel besluit houdende de uitwerking van de CO 2 -neutraliteit op de bedrijventerreinen VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID Gelet op

Nadere informatie

De Lokale Duurzame Energie Coöperatie. EnergieCoöperatieBoxtel WWW.ECBOXTEL.NL. Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk

De Lokale Duurzame Energie Coöperatie. EnergieCoöperatieBoxtel WWW.ECBOXTEL.NL. Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk De Lokale Duurzame Energie Coöperatie EnergieCoöperatieBoxtel Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk WWW.ECBOXTEL.NL LDEC: Waarom en waartoe leidt het Samen met leden realiseren van betaalbare, duurzame,

Nadere informatie

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018 Milieu-actualiteit NON-ETS 3 mei 2018 Europees beleid NON-ETS sectoren (effort sharing regulation) Welke doelstellingen 2021-2030? Europese doelstellingen 2030 (tov 2005) - 40 % BKG emissies - 30 % voor

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018

ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN 26/11/2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ANALYSE ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN

Nadere informatie

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE DE LEERLINGENHANDLEIDING HAVO/VWO Naam: Klas: Datum: Pagina 2 INLEIDING De mens maakt op grote schaal gebruik van fossiele brandstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld aardolie, aardgas en steenkool. Fossiele brandstoffen

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Definitief Jaarverslag 2005

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Definitief Jaarverslag 2005 Commissie Benchmarking Vlaanderen Definitief Jaarverslag 2005 stand 10.10.2006 Dit verslag vervangt het Jaarverslag 2005 met stand 16.06.2006. 2/32 Inhoudstafel VOORWOORD... 5 SAMENVATTING... 6 JAARVERSLAG

Nadere informatie

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) MEMO/08/31 Brussel, 23 januari 2008 Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) Waarom worden richtsnoeren milieusteun vastgesteld? Staatssteun moet aan bepaalde criteria

Nadere informatie

Innoveren met financiering van zonnepanelen

Innoveren met financiering van zonnepanelen Innoveren met financiering van zonnepanelen Dexia Corporate Jean-Michel Baetslé, Gedelegeerd Bestuurder Inhoud Inleiding Fotovoltaïsche zonne-energie Voor- en nadelen van een fotovoltaïsch systeem Steun

Nadere informatie

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN De onderstaande tarieven voor openbare dienstverplichtingen en taksen en toeslagen zijn geldig vanaf 1 januari 2015 behalve anders vermeld.

Nadere informatie

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen MILIEUBAROMETER: INDICATORENFICHE ENERGIE 1/2 Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Milieubarometer: Energieverbruik gemeentelijke gebouwen Indicatorgegevens Naam Definitie Meeteenheid Energieverbruik gemeentelijke

Nadere informatie

Ondersteuningspakket Werken rond kleine terugverdientijden in de gemeente

Ondersteuningspakket Werken rond kleine terugverdientijden in de gemeente Ondersteuningspakket Werken rond kleine terugverdientijden in de gemeente Klimaatneutrale Organisatie 2020 De ondersteuningscampagne voor gemeenten die zich engageren om in 2020 een klimaatneutrale organisatie

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 1769 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2009/36222] 7 DECEMBER 2009. Ministerieel besluit houdende vastlegging van de sjablonen en toelichtingen voor het melden van een ingrijpende abnormale

Nadere informatie

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 EMA Principes Antwerpen ondertekende het Europese Burgemeestersconvenant. Meer dan 5.000 lokale en regionale overheden hebben ondertekend en engageren zich om op

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

De waarheid over de notionele intrestaftrek

De waarheid over de notionele intrestaftrek De waarheid over de notionele intrestaftrek Februari 2008 Wat is de notionele intrestaftrek? Notionele intrestaftrek, een moeilijke term voor een eenvoudig principe. Vennootschappen kunnen een bepaald

Nadere informatie

Toelichting voor de verlenging van de energiebeleidsovereenkomsten en voor de tweede ronde van de energiebeleidsovereenkomsten

Toelichting voor de verlenging van de energiebeleidsovereenkomsten en voor de tweede ronde van de energiebeleidsovereenkomsten COMMISSIE ENERGIEBELEIDSOVEREENKOMST Toelichting 09 Toelichting voor de verlenging van de energiebeleidsovereenkomsten en voor de tweede ronde van de energiebeleidsovereenkomsten 1 Inleiding In deze toelichting

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Europees Sociaal Handvest: conclusies over

Nadere informatie

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN De onderstaande tarieven voor openbare dienstverplichtingen en taksen en toeslagen zijn geldig vanaf 1 januari 2015 behalve anders vermeld.

Nadere informatie

Ontwerp van energiebeleidsovereenkomst met de energie-intensieve industrie 2013-2020

Ontwerp van energiebeleidsovereenkomst met de energie-intensieve industrie 2013-2020 stuk ingediend op 1849 (2012-2013) Nr. 1 20 december 2012 (2012-2013) Ontwerp van energiebeleidsovereenkomst met de energie-intensieve industrie 2013-2020 ingediend door mevrouw Freya Van den Bossche,

Nadere informatie

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Oktober 16 Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Brussels Hoofdstedelijk Gewest Alle bedrijven, met uitzondering van KMO s, moeten tegen 31 december 2016 een erkend energiedeskundige hebben

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2016 COM(2016) 62 final 2016/0036 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die

Nadere informatie

Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof.

Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof. Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof. Dit document zal u helpen een beter inzicht te krijgen in de verbruikskosten, in een huishoudelijke omgeving, voor de verschillende energiebronnen.

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Eindrapport Evaluatie benchmarkingconvenant

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Eindrapport Evaluatie benchmarkingconvenant Commissie Benchmarking Vlaanderen Eindrapport Evaluatie benchmarkingconvenant December 2008 Roderveldlaan 5/1, B-2600 Berchem Tel. 03 286 74 30 Fax. 03 286 74 39 info@benchmarking.be www.benchmarking.be

Nadere informatie

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN PERIODE : JUNI 2007 MEI 2008

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN PERIODE : JUNI 2007 MEI 2008 JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN PERIODE : JUNI 2007 MEI 2008 JUNI 2008 Voorwoord Dit document is de jaarlijkse verslaggeving van de Auditcommissie Vlaanderen aan de bevoegde Minister, zoals bedoeld

Nadere informatie

Haalbaarheidsstudie toepassing PV-systeem Oorlogsmuseum Overloon

Haalbaarheidsstudie toepassing PV-systeem Oorlogsmuseum Overloon Haalbaarheidsstudie toepassing PV-systeem Oorlogsmuseum Overloon Vraagstelling/doel. Doel is om het energieverbruik (elektra) middels toepassing van PV (Photo Voltaische energie) te reduceren, met als

Nadere informatie

Toelichting 04: Flexibele maatregelen

Toelichting 04: Flexibele maatregelen Toelichting 04: Flexibele maatregelen EBO infosessie, 16/09/2014 Ilse FORREZ Advisor Energy and Climate Mogelijkheid tot flexibiliteit Flexibele maatregelen geven de mogelijkheid aan de onderneming om

Nadere informatie

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen

Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Januari 15 Verplichte energieaudit voor grote ondernemingen Alle bedrijven, zonder ISO 14.001 en/of ISO 50.001 en/of MJA/MEE convenant, die niet voldoen aan de definitie kleine en middelgrote ondernemingen

Nadere informatie

Position Paper Contact Datum Omschrijving

Position Paper Contact Datum Omschrijving Position Paper: Meerkosten op elektriciteit: toestand 2011 Contact: Emilie Butaye (Fédération de l Industrie du Verre) +32 2 542 61 29 emilie.butaye@vgi-fiv.be Datum: 7/04/2011 Omschrijving De prijs die

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE DE LEERLINGENHANDLEIDING VMBO Naam: Klas: Datum: Pagina 2 INLEIDING Mensen maken op grote schaal gebruik van fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en steenkool. Fossiele brandstoffen ontstaan uit resten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

NO x -emissiegegevens : feiten en cijfers

NO x -emissiegegevens : feiten en cijfers Nederlandse Emissieautoriteit Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag www.emissieautoriteit.nl NO x -emissiegegevens 2005-2013: feiten en cijfers Voorwoord Voor u ligt het rapport NO x-emissiegegevens

Nadere informatie

BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden

BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden 1 2 INLEIDING Deze nota bevat een synthese van maatregelen uit het klimaatbeleid ten aanzien van de industrie in onze buurlanden. Maatregelen naar

Nadere informatie

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 31 maart 2011 Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 1. Inleiding: samenstelling energiefactuur In de verbruiksfactuur van de energieleverancier zijn de kosten van verschillende marktspelers

Nadere informatie

brochure Duurzaam energiebeheer Duurzaam van 9 to 5 VOOR MILITANTEN VAN ACV, ABVV EN ACLVB - www.a-m.be/duurzaam_energiebeheer.

brochure Duurzaam energiebeheer Duurzaam van 9 to 5 VOOR MILITANTEN VAN ACV, ABVV EN ACLVB - www.a-m.be/duurzaam_energiebeheer. brochure VOOR MILITANTEN VAN ACV, ABVV EN ACLVB - www.a-m.be/duurzaam_energiebeheer.htm Duurzaam energiebeheer Image*After Duurzaam van 9 to 5 Een samenwerking van met de steun van 1 Deze brochure is een

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Een energiebeleid voor

Nadere informatie

Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies

Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies Emissies, emissierechten, hernieuwbare bronnen en vermeden emissies Door Harry Kloosterman en Joop Boesjes (Stichting E.I.C.) Deel 1 (Basis informatie) Emissies: Nederland heeft als lidstaat van de Europese

Nadere informatie

VR DOC.0797/1

VR DOC.0797/1 VR 2019 2405 DOC.0797/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van Samenwerkingsakkoord tussen de Federale staat, het Waals Gewest, het

Nadere informatie

CO 2 -emissiegegevens 2008-2012: feiten en cijfers

CO 2 -emissiegegevens 2008-2012: feiten en cijfers Nederlandse Emissieautoriteit Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag www.emissieautoriteit.nl CO 2 -emissiegegevens 2008-2012: feiten en cijfers Voorwoord Voor u ligt het rapport CO 2-emissiegegevens

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2006 2115 MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST [2006/201750] 4 MEI 2006. Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse

Nadere informatie

zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 04.04.2014

zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 04.04.2014 Energiebeleidsovereenkomst voor de verankering van en voor blijvende energie-efficiëntie in de Vlaamse energie-intensieve industrie (niet VER-bedrijven) zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 04.04.2014

Nadere informatie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem

Nadere informatie

DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03)

DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03) DE RENDABILITEIT VAN HERNIEUWBARE ENERGIE (HE 03) 1 HOE BEOORDEEL JE DE RENDABILIEIT VAN EEN INVESTERING? Is het rendabel om in uw woning te investeren in een systeem dat werkt op hernieuwbare energie?

Nadere informatie

Groenestroomcertificaten en subsidies voor het BHG toegepast op warmtekrachtkoppeling

Groenestroomcertificaten en subsidies voor het BHG toegepast op warmtekrachtkoppeling Opleiding voor energieverantwoordelijken in de dienstensector en collectieve huisvesting Groenestroomcertificaten en subsidies voor het BHG toegepast op warmtekrachtkoppeling Baptiste Buxant, verantwoordelijke

Nadere informatie

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer Nr. 910 Brussel, 12 januari 2010 BETREFT: MOGELIJKHEID VOOR MEERDERE WERKGEVERS TOT OPRICHTING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (GIDPBW). 1. Wetgeving

Nadere informatie

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2003 (14.07) (OR. en) 10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) CODEC 891 JUR 273 ENV 362 MI 157 IND 96 ENER 204 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN De onderstaande tarieven voor openbare dienstverplichtingen en taksen en toeslagen zijn geldig vanaf 1 januari 2014. Tarieven voor Openbare

Nadere informatie

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan IP/04/1250 Brussel, 20 oktober 2004 Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan De Europese Commissie gaat akkoord met een tweede

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.5.2017 C(2017) 3217 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.46960 (2017/N)

Nadere informatie

Europese best practices Inspirerende modellen voor Brussel. Christophe BARBIEUX

Europese best practices Inspirerende modellen voor Brussel. Christophe BARBIEUX Duurzame renovatie Problematiek van het verdelen van de winst onder eigenaar en huurder Europese best practices Inspirerende modellen voor Brussel Christophe BARBIEUX AFDELING Energie 25 maart 2014 Chronologie

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2007/35895] 1 JUNI 2007. Ministerieel besluit inzake de rapportering van de elektriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen

Nadere informatie

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN De onderstaande tarieven voor openbare dienstverplichtingen en taksen en toeslagen zijn geldig vanaf 1 januari 2015. Tarieven voor Openbare

Nadere informatie

P.L.A.G.E. Balans en vooruitzichten. Evelyne Huytebroeck, Brussels minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing

P.L.A.G.E. Balans en vooruitzichten. Evelyne Huytebroeck, Brussels minister van Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing P.L.A.G.E. Balans en vooruitzichten INHOUDSOPGAVE Wat is P.L.A.G.E.? Balans van de eerste reeks P.L.A.G.E. Eerste resultaten van de overige P.L.A.G.E. Vooruitzichten Wat is P.L.A.G.E.? Wat is P.L.A.G.E.?

Nadere informatie

Grote vervuilers kregen opnieuw onterecht miljoenensubsidie

Grote vervuilers kregen opnieuw onterecht miljoenensubsidie Utrecht, 8 mei 2011 Grote vervuilers kregen opnieuw onterecht miljoenensubsidie Binnen het Europese CO2-emissiehandelsysteem (ETS) hebben de industrie en energiebedrijven emissierechten nodig om CO2 uit

Nadere informatie

100% groene energie. uit eigen land

100% groene energie. uit eigen land 100% groene energie uit eigen land Sepa green wil Nederland op een verantwoorde en transparante wijze van energie voorzien. Dit doen wij door gebruik te maken van duurzame energieopwekking van Nederlandse

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directie Energiemarkt en Innovatie Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594

Nadere informatie

Stand van zaken: WKK in Vlaanderen

Stand van zaken: WKK in Vlaanderen Voor kwaliteitsvolle Warmte-krachtkoppeling in Vlaanderen Stand van zaken: WKK in Vlaanderen Joni Rossi 8 December WKK in de hotelsector, wellness en aanverwante sectoren Wat gebeurt er in Europa? Tot

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN. Periode JUNI 2006 JUNI 2007

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN. Periode JUNI 2006 JUNI 2007 JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN Periode JUNI 2006 JUNI 2007 Juni 2007 Inhoudstafel UITVOERING VAN HET CONVENANT...3 1 Toetredingen - uittredingen...3 2 Aanvaarding energiedeskundigen...3 3 Beoordeling

Nadere informatie

Arthur Verhaegenstraat 20 9000 Gent www.enprove.be. Opleidingsaanbod

Arthur Verhaegenstraat 20 9000 Gent www.enprove.be. Opleidingsaanbod 1. Basisopleiding energie: begrippen, kader en energie becijferen 2. Energiebeheer en boekhouding 3. Energiemanagement: ISO 50001 op maat van uw bedrijf 4. Hoe slim is uw CO2-strategie? 5. Koelsystemen

Nadere informatie

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW)

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Energiebesparingspotentieel door isolatie Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Het is bekend dat de CO 2 uitstoot tegen 2020 fors naar omlaag moet. In Duitsland zijn

Nadere informatie

Elektrisch tekenen: begeleiding

Elektrisch tekenen: begeleiding Elektrisch tekenen: begeleiding Vakinhoud: Deel I: residentieel Elektrische schema s leren lezen en tekenen AREI Oefeningen Deel II: industrieel Industriële motorschakelingen Oefeningen In het labo maken

Nadere informatie

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector R. Mortier Opwarming is een natuurlijk verschijnsel Probleem : evenwicht is verstoord

Nadere informatie

Infosessie. WKK-potentieelstudie. Geert Reunes Hoofd Verificatiebureau (VBBV) 16 september 2014

Infosessie. WKK-potentieelstudie. Geert Reunes Hoofd Verificatiebureau (VBBV) 16 september 2014 Infosessie WKK-potentieelstudie Geert Reunes Hoofd Verificatiebureau (VBBV) 16 september 2014 WKK-potentieelstudie Art.6(6) EBO: studie van het economisch potentieel aan kwalitatieve WKK in de vestiging

Nadere informatie

Nieuwe Energiepremies 2007. «Om onze energierekening te verlichten en het klimaat te beschermen!»

Nieuwe Energiepremies 2007. «Om onze energierekening te verlichten en het klimaat te beschermen!» PERSCONFERENTIE 17 JANUARI 2007 Evelyne Huytebroeck Brusselse Minister van Leefmilieu en Energie Nieuwe Energiepremies 2007 «Om onze energierekening te verlichten en het klimaat te beschermen!» 1 Context

Nadere informatie

GEDACHTEWISSELING. over het ontwerp van auditconvenant over energie-efficiëntie in de industrie VERSLAG

GEDACHTEWISSELING. over het ontwerp van auditconvenant over energie-efficiëntie in de industrie VERSLAG Zitting 2005-2006 16 november 2005 GEDACHTEWISSELING over het ontwerp van auditconvenant over energie-efficiëntie in de industrie VERSLAG namens de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie

Nadere informatie

De Energiezuinige Wijk - De opdracht

De Energiezuinige Wijk - De opdracht De Energiezuinige Wijk De Energiezuinige Wijk De opdracht In deze opdracht ga je van alles leren over energie en energiegebruik in de wijk. Je gaat nadenken over hoe jouw wijk of een wijk er uit kan zien

Nadere informatie

Regionaal Energie Convenant 2014-2016

Regionaal Energie Convenant 2014-2016 Regionaal Energie Convenant 2014-2016 Mede mogelijk gemaakt met steun van: Regio Rivierenland Provincie Gelderland RCT-Rivierenland Pagina 1 Ondertekenaars, hier tezamen genoemd: partijen 1. Hebben het

Nadere informatie

Template monitoringrapport (i.v.m. uitvoering maatregelen)

Template monitoringrapport (i.v.m. uitvoering maatregelen) Template monitoringrapport (i.v.m. uitvoering maatregelen) 1. Inleiding 1.1. Doel Het doel van dit document is om het formaat vast te leggen die een onderneming, toegetreden tot het Auditconvenant over

Nadere informatie

VOORSTEL VAN DECREET

VOORSTEL VAN DECREET Zitting 2008-2009 30 april 2009 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Patrick Lachaert, mevrouw Tinne Rombouts en de heren Bart Martens, Patrick De Klerck, Erik Matthijs en André Van Nieuwkerke houdende wijziging

Nadere informatie

Het auditconvenant Klimaatinformatie op maat van de vakbondswerking

Het auditconvenant Klimaatinformatie op maat van de vakbondswerking Arbeid & Milieu vzw Het auditconvenant Klimaatinformatie op maat van de vakbondswerking Deze brochure kwam tot stand met ondersteuning van de Vlaamse gemeenschap en het Europees Sociaal Fonds (ESF) ESF:

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN

TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN TARIEVEN VOOR OPENBARE DIENSTVERPLICHTINGEN EN TAKSEN EN TOESLAGEN De onderstaande tarieven voor openbare dienstverplichtingen en taksen en toeslagen zijn geldig vanaf 1 januari 2013. Tarieven voor Openbare

Nadere informatie