Op zoek naar de Minotaurus

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Op zoek naar de Minotaurus"

Transcriptie

1 Op zoek naar de Minotaurus Over Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen van Thomas Vaessens en Jos Joosten door Rutger H. Cornets de Groot Het is het beste het raadsel te vergroten (Harry Mulisch) Er is maar een werkelijk woord: chaos (W.F. Hermans) Niemand meer rubriceert (Lucebert) Ik houd een onderdeel over (Tonnus Oosterhoff) In 2001 bundelde de Vlaamse dichter Dirk van Bastelaere een reeks beschouwingen en essays over postmoderne literatuur. Het boek had een aansprekende titel: Wwwhhooosshhh (Vantilt, 2001), naar de ervaring van de mens in de op hol geslagen wereld die sinds enkele decennia postmodern wordt genoemd. Niet minder aansprekelijk was de inhoud: een kritische blik op literatuur waarbij onder veel teksten het tapijt werd weggetrokken door te wijzen op de verzwegen veronderstellingen en verborgen agenda s waarop ze waren gebouwd. Sindsdien is het een van de boeken die in de kast door een hete gloed lijken te worden omgeven: elke keer wanneer ik het tevoorschijn haal, ben ik haast bang er mijn vingers aan te branden. Maar vuur heeft ook een louterende werking. De kritische instelling die ik voor mezelf kortweg postmodern ben gaan noemen, maakt weliswaar wantrouwend, wie weet paranoïde, maar leert ook te onderscheiden tussen een literatuur die zich om zichzelf bekommert, en een die zich op de werkelijkheid richt, haar vangt, betrapt, bejubelt of uitkotst, - een literatuur die zich alleen op zichzelf terugtrekt om een vrijplaats te behouden in een wereld die daar vrijwel geen ruimte voor laat. Niet van een dichter, maar van twee universitair docenten moderne Nederlandse letterkunde verscheen in 2003 de opvolger: Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen. Geen expressieve titel dus, maar louter descriptief, zoals van een wetenschappelijke verhandeling kan worden verwacht. Weliswaar staan de auteurs, Thomas Vaessens en Jos Joosten, bij vakgenoten inmiddels bekend als de Fokke en Sukke van de neerlandistiek, dat neemt niet weg dat we hier niet met essay, polemiek, aforisme of allegorie te maken hebben, maar met literatuurwetenschap. En dat is toch wel een probleem. Het postmodernisme behelst immers de erkenning dat het in de wereld aan samenhang ontbreekt. Hoe op coherente wijze verslag te doen van een incoherente toestand? In hun boek koppelen Vaessens en Joosten zeven postmoderne problemen aan zeven opeenvolgende dichters. Zo wordt het probleem van de moraal in verband gebracht met de poëzie van Robert Anker, het probleem van de identiteit met die van Arjen Duinker, het probleem van de autonomie met Peter Verhelst, enz. Het doel en ook de kunst van zulk interpreteren is uiteraard om de gedichten een context te bieden waarin ze optimaal kunnen functioneren. Vaessens en Joosten slagen daar uitstekend in, maar bedacht moet worden dat een dergelijke benadering de gedichten ook handzaam en kwantificeerbaar maakt. Er wordt hen als het ware telkens een betekenis aangepraat die ze misschien wel verdragen, maar die voorbijgaat aan hun fundamenteel ondefinieerbare karakter. Het is die ongrijpbaarheid waardoor poëzie zich onttrekt aan maatschappelijke eisen van doelmatigheid, zingeving en integratie, en die bij uitstek het kenmerk van postmoderne poëzie zou moeten zijn. De vraag is dan ook hoe deze poëzie gebaat kan zijn bij een inbedding in een thematisch overzicht. Natuurlijk kan zo n overzicht een handzaam beeld van een literaire periode bieden,

2 2 waardoor die van andere perioden kan worden onderscheiden. Vervolgens kan zo n periode dan weer beschouwd worden als de neerslag van een bepaald historisch bewustzijn, of, in postmoderne termen uitgedrukt, van een vertoog of discours. Maar daar doemen meteen al twee problemen op: een van principiële aard, de ander praktisch. Principieel: wie heeft er wat aan een handzaam overzicht? De lezer niet: die wil een gedicht, met eventueel wat uitleg erbij als het hem boeit, of frustreert. Maar een gedicht vraagt zelf niet om die uitleg, want als het die nodig heeft, had de dichter anders moeten dichten. Een geslaagd gedicht kan niet tot zijn kenmerken worden gereduceerd, want het is zelf immers zijn beste beschrijving. Het verzet zich dus tegen zijn eigen verklaring anders gezegd: verklaringen schieten altijd te kort - en onder meer daarom vinden we poëzie lezen ook zo leuk. De dichter dan? Die al evenmin: die schrijft niet om een bijdrage aan een theorie te leveren, maar hooguit om het literatuurwetenschappers moeilijk te maken door bestaande ideeën op losse schroeven te zetten. Geen dichter zal zich bij een eenduidige interpretatie van zijn poëzie willen neerleggen, al is die postmodern en daardoor niet eenduidig. Je zou kunnen zeggen dat literatuur, zoals alle kunst, het in zich heeft om de lezer te verontrusten. Het is dan de literatuurwetenschap die ons weer gerust komt stellen. Haar doel is het niet om aan literaire stromingen een wetenschappelijke basis te verschaffen, want gedichten behoeven helemaal geen wetenschappelijke rechtvaardiging. Haar doel is theorievorming, en dat is vooral leuk voor de literatuurwetenschap zelf. Natuurlijk zijn gedichten betrokken op de wereld waarin ze ontstaan. Maar een gedicht staat niet voor iets en kan niet voor een doel worden ingezet; het vertegenwoordigt alleen zichzelf en creëert zijn eigen context. Een bloemlezing tast feitelijk al het onherleidbare karakter van de erin opgenomen gedichten aan, laat staan dus een overzicht ten behoeve van een theorie. Vandaar ook de ondertitel van Van Bastelaere s Wwwhhooosshhh - al wordt daarin voldoende getheoretiseerd: Over poëzie en haar wereldse inbedding. Het praktische bezwaar tegen een overzicht van postmoderne literatuur is dat die literatuur wel aan een aantal kenmerken beantwoordt, maar dat die voornamelijk negatief zijn: niet alleen is er geen coherentie, er is ook geen centrum, geen oorspronkelijkheid, geen volmaaktheid, ja er is zelfs geen auteur. Pogingen om die negativiteit om te zetten in een positieve uitspraak ( Postmoderne poëzie is ) zijn daarom bij voorbaat hachelijk. Het behoort immers tot de postmoderne strategieën om verzwegen veronderstellingen in teksten aan het licht te brengen, en te laten zien dat wat zich vestigt, zich altijd alleen maar kan vestigen doordat over een dergelijke ordening politieke overeenstemming bestaat. Iedere afgeronde, positieve uitspraak over het postmodernisme is daarom meteen voer voor deconstructie, dat wil zeggen: rijp voor de sloop. Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen heeft dus alles tegen. En toch is het een goed boek, en ben ik blij dat het er is. Niet omdat ik zelf literatuurwetenschapper ben, want dat ben ik niet, maar omdat poëzie en postmodernisme me ter harte gaan, en het boek met hart voor beide is geschreven. Wat het postmodernisme betreft moet daar meteen weer een kanttekening bij worden gemaakt, want het postmodernisme wil feitelijk niks. Het is geen beweging zoals die van Tachtig of Vijftig met een programma of manifest. Voor zover het postmodernisme een boodschap heeft, is het deze, dat van boodschappen weinig heil is te verwachten. Dat maakt de taak van de auteurs er niet gemakkelijker op, maar hun kennis van de postmoderne filosofie en de literatuurgeschiedenis voorziet de gedichten van een optimaal kader, en het is al een hele verademing om deze poëzie besproken te zien worden door mensen die weten waar ze op moeten letten. Aardig is verder dat Vaessens en Joosten van hun affiniteit met postmoderne literatuur blijk geven door elk hoofdstuk met een of meer motto s te laten beginnen, een typisch kenmerk van de op referenties beluste postmoderne stijl. En natuurlijk kan ook het feit dat het boek niet door één, maar door twee auteurs is geschreven als een postmodern statement worden opgevat. Het werd bovendien ook tijd voor dit boek. Geregeld valt te horen dat het zo goed gaat met de Nederlandstalige poëzie, en dat vooral de kwaliteit van wat er wordt geschreven hoog is. Of het zo goed gaat zullen we later nog bezien, maar wel is er duidelijk wat aan de hand. Waar de poëzie

3 3 van Vijftig een late reactie was op verschillende avant-garde stromingen die niet of nauwelijks tot het vooroorlogse Nederland waren doorgedrongen, daar blijkt de poëzie van nu open te staan en deze postmoderne tijd zonder vertraging te reflecteren. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de postmoderne situatie zelf. Het verdwijnen van de grenzen van ruimte en tijd door geavanceerde communicatiemiddelen, globalisering en uniformering maken dat mensen die hun ogen en oren open hebben staan, dichters dus, gevoelig worden voor dezelfde indrukken. De individuele mens is er weliswaar niet minder eenzaam op geworden, want hoewel iedereen nu voor iedereen bereikbaar is, bevindt men zich nergens meer; virtueel of actueel treft men overal hetzelfde aan, zonder nog iets te herkennen. Dat de weerslag daarvan op de poëzie nu ook buiten de eigen postmoderne kring van Van Bastelaere is doorgedrongen en dankzij de inspanningen van de auteurs op letterenfaculteiten wordt onderkend, moet zonder meer worden toegejuicht. Ook dichters hebben zich niet tegen die gelijkschakeling van allen aan alles kunnen verweren. Niet langer betrachten ze in isolement de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie, ze zijn zelf ook onttachtigd (naar de titel van het vorige boek van een van de auteurs, Onttachtiging van Jos Joosten). Dichters zijn geen genieën meer, geen romantische helden; op een enkele naïeveling na zijn ze zelfs niet onmaatschappelijk meer. Poëzie is integendeel in de mode, en de publieke ruimte is er tegenwoordig dan ook van vergeven. Elke aan de weg timmerende stad praalt met een stadsdichter, poëziefestivals trekken duizenden bezoekers, gedichten worden afgedrukt op T-shirts, bierviltjes en kussenslopen, ja zelfs in de tram ontkom je niet aan poëzie. Dat is allemaal heel goed nieuws, maar er zijn waarachtig wel wat kanttekeningen bij te plaatsen. Want wat voor wereld is het waarin poëzie zo gemakkelijk wordt omarmd? Is dat de speelplaats van een jonge en vitale maatschappij die haar ontvankelijkheid voor sublieme ervaringen vanzelfsprekend en noodzakelijk uitdrukt in poëzie? Of gaat het integendeel om een doodzieke, decadente samenleving waarin hoge en lage cultuur ononderscheidbaar zijn geworden, en die zich poëzie probleemloos laat aanleunen, nu die haar toch niets meer te zeggen heeft? Een aardige illustratie van de positie van de poëzie vormt de inrichting van de Poëziezomer in het Vlaamse plaatsje Watou van afgelopen jaar. Omdat poëzie overal om ons heen is, kan Watou niet langer als een poëtische enclave worden beschouwd. Nagenoeg verdwenen waren dan ook de billboards, gevels en zebrapaden voorzien van poëzie. In plaats daarvan kon de bezoeker gedichten uit langs de route opgestelde printers laten rollen om als privé-collectie mee naar huis te nemen. En verder klonk ze alleen nog, uit bomen, vanuit dakgoten, bij een bushalte. Het is wat dat betreft zoals Lucebert het lang geleden al zei, toen hij het lot schetste van de speller van de analfabetische naam: maar mij het is blijkbaar is wanhopig/ zo woordenloos geboren slechts/ in een stem te sterven. Zulke analfabeten, mensen dus die een maatschappelijk overeengekomen orde niet klakkeloos volgen, dichters dus, zijn nog de enigen die zenuwachtig worden van de marginale positie van de poëzie, die paradoxaal genoeg tot uiting komt in een volledige acceptatie ervan. Om nu na te gaan welke strategieën dichters gebruiken om te ontsnappen aan annexatie door het dominante discours voorheen de heersende orde is het van belang om goed doordrongen te zijn van de betekenis van de postmoderniteit in de westerse samenleving, en op de invloed ervan op het individu. Het boek vertrekt daarom vanuit het algemene en presenteert in het eerste deel een zevental postmoderne problemen die in het tweede deel aan een zevental auteurs worden gekoppeld. Dat zijn, achtereenvolgens: coherentie (Peter Holvoet-Hansen), moraal (Robert Anker), identiteit (Arjen Duinker), oorspronkelijkheid (Dirk van Bastelaere ), intuïtie (Erik Spinoy), volmaaktheid (Tonnus Oosterhoff) en autonomie (Peter Verhelst). Van probleem naar gedicht: het lijkt een omgekeerde, typisch wetenschappelijke aanpak. De gedichten en hun dichters lijken uitdrukking te geven aan problemen en te beantwoorden aan een theorie, waardoor wordt miskend dat deze poëzie de problemen om zo te zeggen zelf veroorzaakt, en de theorie doet

4 4 doldraaien. In plaats van conclusies te trekken voor de poëzie, zou je wensen dat er conclusies uit de poëzie werden getrokken. Gelukkig gebeurt dat ook, en wel in het derde en laatste deel, getiteld De archeologie van het postmodernisme. Daarin gaan de auteurs na of de door hen gesignaleerde postmoderne problemen in de poëzie niet al eerder de kop hebben opgestoken. Daarbij stuiten ze op Lucebert (over wiens postmoderne poëtica Thomas Vaessens eerder apart publiceerde in De verstoorde lezer, een heel verfrissende bijdrage aan de Lucebertstudie), Sybren Polet en Rein Bloem. Het is een interessant hoofdstuk, want er blijkt uit dat het postmodernisme geen historisch verankerd fenomeen is op de wijze van een nieuwe datum in de poëzie, maar zelf met terugwerkende kracht de voorbije geschiedenis in een nieuw licht plaatst. Een dergelijke flexibele visie doet weldadiger aan dan de meest weldadig aandoende objectiviteit die doorgaans in de literatuurwetenschap wordt betracht. Een halve eeuw geleden deed Paul Rodenko het dan ook al niet anders in zijn bloemlezingen van de experimentele poëzie, die hij tot veler verrassing liet beginnen bij de 19e eeuwse Vlaamse priester Guido Gezelle, wiens voor oubollig versleten verzen plotseling danig bleek te swingen. Zo gaat het boek dus van theorie naar praktijk en komt tenslotte uit bij de historische achtergrond. Die opbouw lijkt wat op die van een postmoderne film of roman. Een traditionele benadering zou allicht met de achtergronden zijn begonnen, om zo uit de praktijk via inductie tot een conclusie te komen. Toch lijkt die weg nog minder begaanbaar, omdat postmoderne poëzie en kunst zonder inzicht in de postmoderne context waarin ze ontstaat nauwelijks tot haar recht komt. Dan haalt men met gemak zijn schouders op, zonder in te zien dat het juist haar ontvankelijkheid voor de sociale werkelijkheid is waardoor deze poëzie soms moeilijk toegankelijk is. De maatschappelijke relevantie wordt er dan voor haar tegendeel aangezien: als onnozele cq. smakeloze cq. onbegrijpelijke flauwekulkunst, terwijl in werkelijkheid niet de kunst maar de wereld onnozel en smakeloos is geworden; onbegrijpelijk was ze altijd al. Een sprekend voorbeeld daarvan, om een moment de poëzie te verlaten, is het werk van de Amerikaanse beeldend kunstenaar Jeff Koons. Vijftien jaar geleden, op het toppunt van zijn roem, geloofde niemand in de oprechtheid van zijn kitsch, zijn biggetjes, zijn pornografie en verering van banaliteit. Koons was geen kunstenaar zoals we die graag zien: gekweld en wanhopig tegen de bierkaai op ploeterend. Koons gunde ons zelfs dat schuldgevoel niet meer. Hij zag in hoe gemakkelijk en heilloos het was om met zogenaamd eerlijke, tegendraadse kunst naar de marge te worden verdrongen. In plaats daarvan positioneerde hij zich in het centrum van de wereld. Hij ontleende zijn beelden aan de consumptiemaatschappij waaruit hij zelf was voortgekomen, en vormde ze om tot een homeopathische ziektekiem, een mentale bacil voor de burgermaatschappij. Het was misschien de laatste overwinning van de kunst op de commercie. Tegelijkertijd, en dat is het spijtige, toonde zijn werk hoe beperkt de ruimte in deze tijd voor kunstenaars is geworden. Niet door met oorspronkelijke kunst een onmaatschappelijk alternatief te bieden, maar alleen door commerciële beelden te kopiëren en op te blazen slaagde Koons erin om de vinger te leggen op een maatschappelijk ongemak. De impliciete aanklacht van zijn werk was dat kunstenaars nauwelijks nog ruimte hebben om oorspronkelijk werk te maken. Ze moeten zich verlagen tot kopieën, even platvloers en wansmakelijk als de wereld waaruit ze genomen zijn. Natuurlijk was Koons niet oprecht, en terecht. Hij kon de maatschappij alleen te slim af blijven en de grote kunstenaar worden die hij werd door schrikbarend lelijk werk te maken. Maar dat zijn werk er uitziet zoals ze doet, is het echec van de moderne tijd, die daarmee postmodern is geworden, niet van de kunst. De postmoderniteit zoals we die nu beleven is dus bepaald geen ideaalstaat, maar veeleer een nederlaag, vergelijkbaar met Nietzsche s nihilisme destijds als antwoord op de dood van God. Het verschil is dat Nietzsche het nihilisme zag als noodzakelijke tussenfase op weg naar de vestiging van zijn Übermensch, terwijl het nog maar de vraag is of we aan het postmoderne vacuüm zullen kunnen ontsnappen. In plaats van die Übermensch heeft de moderne tijd een heel andere figuur opgeleverd. Je ziet ze wel eens lopen: in een nette broek boven retro-sportschoenen, met een T-

5 5 shirt vol uitbundige reclame dat weer door een goed gesneden colbertjasje wordt bedekt. Alle smaken en stijlen zijn tegelijk vertegenwoordigd. De commercie gaat niet aan hen voorbij, maar slaat als het ware op hun lichaam uit elkaar. Ze zijn tegelijk ontvankelijk én onvatbaar, en vinden hun identiteit in het besef er geen meer te hebben. Dat levert de nodige vrijheid op, al hoeft deze figuur zich evenmin illusies te maken over zijn tragische lot: ook hij is inmiddels met huid en haar opgenomen in de pagina s van de Wehkampgids. De gelijktijdige vertegenwoordiging van stijlen en smaken is de uitkomst van een lang proces dat zich in de loop der tijd heeft versneld. Eeuwenlang werd het maatschappelijke, culturele en artistieke discours beheerst door een enkele stroming (renaissance, classicisme, romantiek, etc.), maar aan het begin van de vorige eeuw begon de ene na de andere avant-gardebeweging met soms zeer geringe tussenpozen de laatst gevonden waarheid te verkondigen. En nu lijkt het alsof de tijd is dolgedraaid en van haar tandwielen is afgevlogen. Alles vindt tegelijkertijd plaats. Nooit eerder heeft het leven zich zo snel afgespeeld, maar het voelt alsof er al tijden niets wezenlijks verandert: wwwhhooosshhh! De enige merkbare verandering komt de laatste jaren van buitenaf, waar een archaïsch wetboek, met dank aan de globalisering, een nieuw soort nihilisme inspireert. Alle cultuur is streven, zei de historicus Huizinga, maar de postmoderniteit streeft nergens naar, behalve naar haar eigen voortzetting. En dat is meteen het grote bezwaar tegen veel postmoderne kunst. Kunstenaars zien onvoldoende in dat de postmoderniteit helemaal geen bevrijding betekent, maar integendeel een verstikking en een crisis. Het ontbreken van een centrum of van een leidende idee drukt vooral uit dat de wereld geen idee heeft waar ze mee bezig is: anything goes, niet in de laatste plaats in de kunst. Dat kun je natuurlijk als een bevrijding zien, zoals kinderen blij zijn wanneer vader en moeder een avondje weg zijn. Maar een kunst die zonder onderscheidingsvermogen voortdurend het vreemde annexeert de jubelend uitgedragen stijlenrijkdom van het postmodernisme - gebruikt de postmoderniteit vooral als alibi om zichzelf te bevredigen. Kennelijk staat de postmoderniteit, waarin alles voor iedereen op hetzelfde moment beschikbaar is, het kunstenaars niet meer toe om af te zien van het verleden en weer vanuit niets van start te gaan, wat altijd het frisse uitgangspunt van nieuwe avantgardebewegingen is geweest. In plaats daarvan worden de verworvenheden van opeenvolgende modernistische projecten, waarvan het postmodernisme de vergeefsheid en naïveteit niet nalaat te benadrukken, door datzelfde postmodernisme juist omarmd. Het resultaat is een soort vulgair postmodernisme, waarvan de pluriformiteit niet wezenlijk verschilt van de uniformiteit waar het dominante discours toe dwingt. Beide discoursen vatten de postmoderniteit op als vrijbrief om zich eens flink te laten gaan. De vraag is: hoe komt men ertoe om op individueel en collectief niveau zijn eigen waarden te formuleren en zich in de hand te houden? Zonder leidende hand lijkt de keuze er een tussen consumentisme en terrorisme. De kern van de postmoderne ethiek is dan ook niet deze annexatie van het vreemde, maar juist de aandacht voor de ander of het andere (in de postmoderne filosofie ook vaak met een hoofdletter), die niet tot het zelfde kan worden teruggebracht. Alleen door de Ander te laten wie hij is en tegenstellingen te laten voortbestaan kan er van ethiek sprake zijn. Daarmee is de Ander de draad van Ariadne die uit het postmoderne labyrint kan leiden. Uiteindelijk is dat een pedagogisch motief: we kunnen vader en moeder nog niet missen, ook al zijn God, de auteur en de rest van de familie - een hele vloed aan andere Grote Vertellingen - dan dood en begraven. Je zou van kunst en literatuur die het ernstig meent met het postmodernisme dus verwachten dat ze die draad volgt en weer oppikt. Maar gebeurt het ook? Het is een teken aan de wand dat Jeff Koons alweer geruime tijd zwijgt, alsof hij geen kans heeft gezien om zijn eigen succes te boven te komen, en hij ten slotte toch slachtoffer van de postmoderniteit is geworden. Zijn succes krijgt daardoor een tragische dimensie: kennelijk laat de postmoderniteit zich niet van binnen uithollen; wie er binnen gaat, mag eerder zelf alle hoop laten varen. De vraag is dan of dat ook voor postmoderne poëzie geldt. Met andere woorden: hoe stelt de poëzie van vandaag zich teweer tegen de totalitaire kracht van de postmoderniteit? Welke mogelijkheden onderzoekt ze om aan

6 6 het postmoderne vacuüm te ontsnappen? Wordt het ontbreken van een leidend beginsel door de poëzie volledig geaccepteerd, of probeert ze nieuwe waarden te formuleren? Op welke manier wordt het andere in deze poëzie voorgesteld en behandeld? Jammer genoeg ontbreken deze vragen in het boek van Vaessens en Joosten. Hun onderzoek beperkt zich tot een overzicht van de poëtische verwerking van de postmoderniteit. Nu kun je er over twisten of het niet buiten het bereik van letterkundigen ligt om zich af te vragen wat het voorwerp van hun studie beoogt. Neerlandici zijn tenslotte geen filosofen, ook al getuigen veelvuldige verwijzingen in het boek naar filosofen als Lyotard, Barthes, Derrida, Sontag en Kristeva van voldoende vertrouwdheid met het relevante debat. Zelf formuleren Vaessens en Joosten hun opdracht als volgt: Wij lieten ons leiden door de vragen: bestaat er in deze tijd nog een avant-garde, hoe manifesteert deze zich en waar heeft zij haar wortels? Welnu, aan die opdracht voldoet het boek ruimschoots. Niet eerder werd de vinger gelegd op de samenbindende kenmerken van deze in alle opzichten nieuw te noemen poëzie, en dat is natuurlijk al een hele verdienste. Toch houdt de beperkte reikwijdte van hun opdracht iets buitengewoon onbevredigends. Juist het noemen van de term avant-garde schept verwachtingen. De constatering dat er geen sprake van een avant-garde meer kan zijn omdat het modernisme als voorwaarde is weggevallen, wil niet zeggen dat daarmee de opdracht van elke avant-garde, namelijk om de bestaande orde te wijzigen, vervalt. Die blijft juist ook in postmoderne tijden van kracht. Daarom moet voortdurend voor ogen worden gehouden dat die postmoderniteit niet alleen moet worden uitgebeeld, zoals Koons deed, maar vooral ook overwonnen moet worden. Vaessens en Joosten daarentegen gaan niet uit van de postmoderniteit, maar van de poëzie. Voor hen is de nieuwe poëzie pas in tweede instantie een uitdrukking van onbehagen; vóór alles en om zo te zeggen beroepshalve vatten zij haar op als een autonome, zelfstandige grootheid die vanzelf de moeite van het bestuderen waard is. Niet de vraag: hoe functioneert de poëzie in de huidige tijd, maar wat doet de huidige tijd met de poëzie, is voor hen van belang. Als het maar goed gaat met de poëzie! Maar de poëzie van vandaag dreigt juist ten onder te gaan aan haar eigen succes, nu de postmoderniteit haar zonder enig probleem verdraagt en toestaat. Ze stuit op een muur, niet van onbegrip, maar juist van een overmaat aan begrip: aan de eigenzinnige, volstrekt onafhankelijke poëzie van Tonnus Oosterhoff wordt vrolijk de VSB-prijs uitgereikt, om maar een voorbeeld te noemen. Voor Jeff Koons was zulk succes de bevestiging van zijn artistieke succes: hij maakte bewust rotzooi. Maar poëzie is niet alleen maar een daad van bevestiging. Ook postmoderne poëzie kan niet van haar avant-gardistische opdracht worden ontslagen, hoe tragisch die ook is. Door poëzie als een gevestigd en vanzelfsprekend fenomeen te beschouwen in plaats van als een aan bepaalde vormkenmerken beantwoordende uitdrukking van een discours, miskent men de relatie tussen de poëzie en de werkelijkheid waarop zij betrokken is. De poëzie die in het boek van Vaessens en Joosten is samengebracht, is niet voor niets postmodern, en de problemen waarmee ze zich verbindt zijn niet alleen maar poëticaal. Ze behoren in de eerste plaats toe aan de werkelijkheid van vandaag. Het probleem van de coherentie bepaalt de dagelijkse berichtgeving in de krant, zo goed als de andere zes in het boek gepresenteerde problemen dat doen. Het is niet de poëzie die met die problemen worstelt en daar interessante gedichten van maakt, maar de wereld zelf die door die problemen wordt gekenmerkt en waardoor ze zich steeds verder aan onze greep onttrekt. Daarom mag van een boek als dit worden verwacht dat het nagaat hoe de poëzie van vandaag zich aan de postmoderniteit tracht te onttrekken, in plaats van alleen te laten zien hoe ze beantwoordt aan door de postmoderniteit gedefinieerde voorwaarden. Dat is geen ethische opdracht, maar een beroep dat uitgaat van deze poëzie zelf. Paradoxaal genoeg lijkt het alsof niet hun wetenschappelijke benadering, maar juist hun affiniteit met het postmodernisme de auteurs heeft verhinderd om hun kritische distantie te bewaren en het oog te vestigen op het al dan niet aanwezige tragische element in deze poëzie. Zonder aandacht daarvoor wordt de vitaliteit eraan ontnomen en verminderen haar kansen.

7 7 Een belangrijk gevolg van hun omgekeerde benadering van het postmoderne vraagstuk is dat Vaessens en Joosten de lezerspositie als uitgangspunt voor hun onderzoek hebben genomen. Ze volgen daarbij de veronderstellingen van het New Criticism, dat in de jaren zestig in Nederland door het tijdschrift Merlyn werd uitgedragen en waarvan de invloed tot op de huidige dag voortduurt. Niet de vraag wat de dichter beoogt met zijn poëzie, of hoe hij een wereld van voorstellingen en ideeën aan zijn naam bindt, maar uitsluitend de vraag naar de tekst geldt. Een extreme toepassing van die benadering is de eveneens door Merlyn gepraktiseerde methode van de close reading, waarbij de beschouwer tot een zo objectief mogelijke verhouding met de tekst probeert te komen. Close reading, is wel eens gezegd, is net doen alsof je de auteur niet kent, maar het is nog erger: close readers doen ook alsof ze zelf niet bestaan. Dat kan men voor een weldadig terughoudende, wetenschappelijke positie houden, maar het is de vraag of een dergelijke terughoudendheid wel op zijn plaats is bij een bij uitstek politiek onderwerp als postmoderne literatuur. Nu zijn Vaessens en Joosten zich goed bewust van de problemen van verschillende leeshoudingen: hun boek opent met een historisch overzicht ervan. Daarin concluderen ze dat postmoderne poëzie een nieuwe benadering vereist, die in het bijzonder afziet van verwachtingen over een door de lezer tot stand te brengen eenheid of samenhang in de teksten. Aan close reading maken Vaessens en Joosten zich zelf niet schuldig, maar wel zien ze af van eenheid en samenhang, vooral waar die door een auteur zou worden belichaamd. En ze lijken daarin te worden gesteund door een van de puntigste bevindingen van de postmoderne taalfilosofie: de dood van de auteur, zoals hem die door de Franse linguïst en filosoof Roland Barthes in een beroemd essay uit 1968 werd aangezegd. Hoe kwam Barthes tot die opmerkelijke constatering? Niet doordat hij geen geloof hechtte aan de auteur als de ontwerper van een wereld ook al ontzegde hij hem iedere aanspraak op oorspronkelijkheid - maar doordat hij bezwaar maakte tegen de autoriteit van de auteur, zoals die hem door de kritiek wordt toegekend. De kritiek maakt het zich immers maar al te vaak gemakkelijk door de auteur als laatste gezaghebbende instantie aan te nemen. Daardoor kan de tekst die voor de lezer ligt onmogelijk tot zijn recht komen. Een tekst wordt tenslotte in afwezigheid van de auteur gelezen, waardoor het redelijk zou zijn om de auteur de toegang tot die intieme relatie te ontzeggen. Bovendien speculeert het concept van de zogenaamde auteursintentie op een lijntje met de auteur, met geen andere bedoeling en dit is tegen het postmoderne been dan om politiek in te grijpen en alle mogelijke betekenisvorming van de tekst voortijdig af te sluiten. Daarom, zegt Barthes, spreekt niet de auteur, maar alleen de taal, die aan niemand toebehoort en die Barthes opvat als een een kant-en-klaar lexicon waarin de woorden enkel door andere woorden kunnen worden verklaard, en zo tot in het oneindige. De consequenties van deze opvatting van literatuur zijn verstrekkend. Ten eerste betekent het dat er aan literaire werken geen te ontcijferen betekenis meer ten grondslag ligt. Hermetische poëzie, in de strikte zin van het woord, bestaat niet meer, want er is geen sleutel om de tekst te decoderen, en men kan er evenmin in worden ingewijd. Er bestaat hooguit nog moeilijke poëzie, aan de betekenisvorming waarvan principieel geen einde is: ze omvat het hele woordenboek. Ze is alleen nog moeilijk omdat ze zich niet wil laten herleiden, laat staan vervangen, door een aan haar ten grondslag liggend begrip. Dat is natuurlijk een doorn in het oog van een machthebbende instantie als de kritiek, en een zegen voor de lezer, aan wiens plezier om een tekst vanaf nu geen einde meer zou bestaan. Ten tweede verschuift door de principiële oneindigheid van de betekenis van de tekst de zeggenschap over die tekst van de auteur naar de lezer. Niet langer de oorsprong van de tekst geldt, maar zijn bestemming, d.i. de lezer, die alle sporen waaruit het geschrevene bestaat bijeenhoudt. Het is een typisch postmodern moment: een traditionele autoriteit (de auteur) wordt ondergraven door de elementen die hem constitueren: een geëmancipeerd subject (de lezer) dat geacht wordt voortaan op eigen gezag een verhouding met een al even geëmancipeerd object (de tekst) aan te kunnen gaan. Ten derde maakt de dood van de auteur een opvatting van literatuur als autonoom verschijnsel

8 8 mogelijk. Niet langer de stem van de auteur spreekt, maar de taal als zodanig, die zwanger is van cultuur en waarin de scriptor voorheen de auteur - eclectisch zijn gang gaat. Niet de dichter, maar de taal heeft het laatste woord; de dichter is haar instrument, in plaats van andersom. Het is merkwaardig om te constateren dat deze hele voorstelling van zaken een uitermate romantische inslag verraadt, die eigenlijk tegengesteld is aan het postmoderne sentiment. Alle macht wordt teruggegeven aan een levenloze instantie, de taal, die op de meest wonderlijke wijze zelfwerkzaamheid wordt toegedicht. Zoals Michelangelo het beeld bevrijdde uit de rots, zo hakt de dichter zijn gedicht uit de taalschat waarin het verscholen lag. Hij schept niet, hooguit verlost hij. Natuurlijk is er alles te zeggen voor het openhouden van de tekst, en natuurlijk hoeft op niemands gezag een definitieve betekenis aan een tekst te worden toegekend; uiteindelijk is dat inderdaad het exclusieve privilege van de lezer. De poëzie van Lucebert, maar ook die van postmoderne dichters als Van Dixhoorn, Oosterhoff en anderen vertegenwoordigt inderdaad alleen zichzelf. Ze onttrekt zich aan de door het dominante discours zo gewenste zingeving, politiek omdat ze zich nergens voor wil lenen, principieel omdat ze het bestaan van een zingevend principe ontkent. Aldus verzet ze zich tegen iedere verwijzende functie, en kan ze inderdaad autonoom worden genoemd: gemaakt van taal en naar niets anders verwijzend dan naar taal. Maar de taal is zelf natuurlijk een medium dat bij uitstek voor zingeving is geschapen, en kan alleen om die reden bij deze dichters al geen heer en meester zijn. Er is geen zichzelf respecterend dichter die zijn gedichten als autonome producten beschouwt, zelfs niet tijdens dat moment van ultieme inspiratie, wanneer het lijkt dat ze zich vanzelf schrijven. Hoe zwak ook, zelfs bij de zwaar onder druk staande poëzie van Van Dixhoorn, die met zijn nummeringen veel wegheeft van de output van een computer, klinkt hier en daar verzet door tegen de tirannie van de taal: irritante herhaling verzucht hij dan, of ik ben afgeleid. Evenmin is er bij deze dichters sprake van een opvatting als zou de dichter alleen nog hebben te kiezen uit een gegeven taalschat. Anders dan bij Nijhoff, de peetvader van het autonome gedicht, ontstaat Luceberts poëzie niet wanneer de wil van de taal met die van de dichter overeenstemt; voor hem is taal geen collectieve cultuurschepping, maar materiaal waarvan hij, enigszins paradoxaal uitgedrukt, de tekortkomingen aantoont door er de ongekende mogelijkheden van te laten zien - ongekend in de ogen van de cultuur, en daarom een wapen in de hand van de dichter die zich tegen die cultuur verzet. En wanneer, ten slotte, Tonnus Oosterhoff ietwat bevreemd constateert dat hij een onderdeel overhoudt, dan wijst hij daarmee impliciet op een inadequate relatie tussen de taal en het gedicht. De conclusie zou dan zijn dat het onderdeel dan maar moet worden weggegooid, wat volgens de autonome poëzieopvatting natuurlijk ondenkbaar is. Wat gebeurt er inmiddels met de lezer? Verrijst die inderdaad als een feniks uit de as van de auteur, zoals Barthes wil? Het moet ernstig worden betwijfeld. Wanneer het zwaartepunt van de auteur naar de taal wordt verlegd, blijft er niet alleen weinig over van de auteur, maar nog minder van de lezer. Die staat dan wel aan alle touwtjes te trekken van het weefsel van citaten, afkomstig uit de duizend en één brandpunten van de cultuur zoals Barthes wil, maar wat hij werkelijk nodig heeft is maar één draad: die van Ariadne. Literatuurwetenschappers en critici hebben makkelijk praten: zij zijn zelf schrijvende lezers. En natuurlijk zien zij de auteur liever dood dan levend: zo kunnen zij hun eigen middelaarspositie tussen lezer en tekst in stand houden. Daarom is de lezerspositie die Vaessens en Joosten als uitgangspositie nemen geen basis voor een discours. Men moet een stomme niet tot profeet willen verklaren, en vooral niet een lezer die niets te vertellen heeft het postmoderne bos insturen, waar alleen de literatuurwetenschap de weg kennelijk nog weet. Wat ten slotte de auteursintentie betreft: wie na de veronderstelde dood van de auteur meent daar voortaan geen rekening meer mee te hoeven houden, begeeft zich niet alleen op glad ijs, maar is in het algemeen niet te feliciteren. Niet omdat de auteur het laatste woord heeft of zou moeten hebben, maar omdat zonder begrip van de wereld van de auteur en een wereld houdt die hoe dan ook bijeen, al is het dan maar een knooppunt binnen een netwerk van zenders en ontvangers

9 9 men onherroepelijk in een labyrint terechtkomt, even luguber als de postmoderniteit zelf. Het is een misverstand te denken dat een tekst aan betekenis verliest door de auteur ervan erbij te halen. Het is precies andersom: aan zichzelf overgelaten verliest het gedicht juist betekenis, richting en doel; je ziet als het ware de letters ervan hulpeloos uiteenvallen, en teruggaan naar de enige tekst die het zonder auteur kan stellen: het alfabet. En de lezer gaat al geen andere weg: En nogmaals speel je de onbespeelbare plaat Terwijl je verslagen in de bouwput ligt Gewond door een hondsdolle melodie die Alsmaar met kokende ogen knippert Maar niets loslaat zegt Lucebert in record van diens positie. Natuurlijk moet Barthes essay, hoe befaamd ook, met een korrel zout worden genomen. Hij zal ook wel hebben begrepen dat wanneer de auteur zijn aanspraken op de tekst worden ontzegd, het machtsprobleem alleen maar wordt verschoven. Door alle zeggenschap aan een abstractie als de taal of de lezer toe te kennen, bereikt men niets anders dan dat iedereen met lege handen komt te staan behalve natuurlijk het veelgesmade dominante discours, dat voortaan geen romantische helden en genieën meer te vrezen heeft, maar alleen nog de lezer, haar trouwe consument. Wanneer ik aan het begin van dit opstel zei dat een postmoderne kritische instelling onderscheid maakt tussen een literatuur die zich om zichzelf bekommert en een die zich op de werkelijkheid oriënteert, dan lijkt dat model zich precies omgekeerd evenredig te verhouden tot de postmoderne praktijk. Daar is representatie immers het toverwoord. Van Beaudrillards theorie over het simulacrum (die in het boek overigens ontbreekt) tot Barthes dood van de auteur en Derrida s Er is niets buiten de tekst wijst alles in de richting van een autonome, op zichzelf betrokken wereld, waarvan de tekens naar elkaar verwijzen en een sprong naar buiten, dwz naar de werkelijkheid die zij representeert, bij voorbaat als onmogelijk wordt afgewezen. De sprong naar buiten betreft immers altijd een arbitrair dan wel moedwillig einde aan betekenisvorming, waarmee de filosofie wordt verlaten en de politieke praktijk begint. Daarom kunnen postmoderne theorieën ook bezwaarlijk voor politieke doelen worden ingezet. Maar dat maakt het postmodernisme niet minder relevant. De werkzaamheid van het postmodernisme bestaat er juist in de politiek voortdurend te corrigeren. Het postmodernisme is de enige tendens die ervan afziet om zichzelf te vestigen, en daar ontleent het precies zijn veerkracht aan. Nu zou je zeggen dat hetzelfde ook opgaat voor poëzie. Net als het postmodernisme stelt poëzie immers geen wetten en legt ze niets vast, maar verschijnt en verdwijnt. Doordat ze niet zonder verlies aan betekenis kan worden geparafraseerd, kan ze niet door een vervangende instantie worden bezet, ook niet door de literatuurwetenschap of de kritiek. Het ontbreken van die verwijzende functie is het wezenskenmerk van poëzie, maar niet alle poëzie heeft uit die eigenschap dezelfde conclusie getrokken. Pas onder invloed van het postmodernisme is poëzie haar eigen marginale positie uit gaan buiten, en er behalve een sociaal ook een kwalitatief kenmerk in gaan zien. Postmoderne poëzie, hoe onbetekenend ook in maatschappelijk opzicht, is een bron van onrust, juist omdat ze niet tot iets anders kan worden gereduceerd; vaak genoeg is ze nog onbegrijpelijk ook. Men kan er daardoor licht toe komen haar als niet ter zake doende flauwekul terzijde te schuiven. Maar wie weten wil hoe stabiel, of liever gezegd instabiel de maatschappelijke orde is en op welke broze fundamenten zij rust, komt altijd uit bij poëzie, juist omdat de taal daar van haar verwijzende functie is ontdaan en voor de wereld geen betekenis heeft. Men kan er niets mee, behalve haar uit alle macht negeren. Maar in een indiscrete samenleving als de onze, die aan iedere vertegenwoordiger van elk cultureel verschijnsel zendtijd verleent, is dat zo eenvoudig niet. Uit ellende besluit een bank ertoe om haar dan maar te sponsoren, maar doet dat minder uit nobele motieven dan in een poging om haar te neutraliseren.

10 10 Toch bestaat er tussen poëzie en maatschappij geen incestueuze verhouding. Postmoderne poëzie is, net als het postmodernisme zelf, tegelijk ontvankelijk én onvatbaar. Daardoor is poëzie wezenlijk subversief: ze haalt dezelfde truc uit als de sociale, kapitalistische orde die beslag legt op onze intiemste levenssferen, door op haar beurt in de maatschappelijke orde in te breken, en zich door middel van citaten en verwijzingen elementen uit die orde toe te eigenen. Alleen geeft ze niets terug, omdat ze, zoals alle poëzie, eenvoudigweg niet anders gerepresenteerd kan worden dan zoals ze zich aanbiedt. Om die reden onttrekt ze zich aan opneming door die orde. En ze doet dat niet om autonoom te zijn, laat staan om een zuivere wereld te vestigen, maar eerder nog om zichzelf te bevuilen met datgene wat overblijft nadat alles is gezegd. Met enig cynisme zou je kunnen zeggen dat postmoderne poëzie alle zonden van de wereld op zich neemt. Niet het onuitsprekelijke zoekt ze, met zijn aanmatigende aanspraak op eeuwige, onveranderlijke waarheden, maar de rest van het spreken zoals Van Bastelaere zegt, waarvan elke aanspraak op blijvende geldigheid bij voorbaat wordt afgewezen. Postmoderne gedichten zijn zichzelf demonterende teksten, die hun eigen deconstructie volop met zich meedragen. Dat is al heel duidelijk te zien aan het werk van Tonnus Oosterhoff, waaraan de voorwaardelijkheid, met alle doorhalingen, ook visueel valt af te lezen. Je ziet het ook aan de poëzie van Van Dixhoorn, waarvan het hermetische aanzien wordt doorbroken door de ritmische nummeringen, die als een meetikkende klok zijn gedicht begeleiden. Wanneer we eenmaal instemmen met het idee dat poëzie wezenlijk singulier en onherleidbaar is, anders gezegd, dat ze nog liever onbegrijpelijk is dan dat ze zich ergens voor leent, dan kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de aard van poëzie overeenstemt met de werkzaamheid van het postmodernisme. Beide proberen hun positie te bepalen tegenover een wereld die gebroken, fragmentarisch, stuurloos en on(her)kenbaar is. Postmodernisme, voor zover het de taal aangaat, vindt dan in poëzie zijn meest getrouwe uitdrukking, terwijl omgekeerd poëzie in de strikte betekenis van het woord postmodern moet zijn. De potentiële pretentie van Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen is dus niet gering, al lijken de auteurs een aantal fundamentele vragen die deze pretentie zouden kunnen schragen bewust uit de weg te zijn gegaan. In het bijzonder blijft de volgende vraag onbeantwoord: vormt het postmodernisme een adequaat antwoord op de postmoderniteit? - waarbij ik onder postmoderniteit de sociale, economische en politieke situatie versta zoals die de laatste decennia onder invloed van de techniek en van gewijzigde sociale en culturele verhoudingen is ontstaan; onder het postmodernisme de reactie daarop, dat wil zeggen de sociaal-wetenschappelijke en filosofische analyse van die toestand, en de artistieke uitdrukking ervan. Vaessens en Joosten stellen deze vraag niet, maar beperken zich tot een thematisch overzicht van postmoderne poëzie, ervan uitgaand dat die vanzelf de postmoderniteit uitbeeldt, en dat met de uitbeelding daarvan het werk gedaan is. Het vervelende is dat de postmoderniteit dit juist verlangt en waardoor ze zich laat definiëren: haar eigen voortzetting, niet tot de klok vastloopt maar totdat er überhaupt geen klok meer is. Volgens mijn opvatting daarentegen wordt het ware postmodernisme gekenmerkt door het streven zichzelf te boven te komen. Natuurlijk niet door een reactionaire greep te doen naar de zekere en onbezorgde tijden van weleer, die er nooit zijn geweest. Zoals door Nietzsche s nihilisme moet men ook door het postmodernisme heen, het omarmen, toestaan dat men erdoor uit elkaar geslagen en versplinterd wordt, in een nieuwe wereld waarin alles overal en altijd aanwezig is, - iets wat op zichzelf al afwisselend als een zegen en een nachtmerrie kan worden ervaren. Volgens de eerder genoemde simulacrum-theorie van Jean Beaudrillard komt representatie zelfs in de plaats van het origineel te staan. Voeg daar opnieuw de dood van de auteur bij, en men wordt zelfs van zichzelf vervreemd. De dichter Erik Spinoy voelt dat nauwkeurig aan wanneer hij in een in het boek geciteerd fragment schrijft: [De auteursnaam] Erik Spinoy heeft niets te maken met het heerschap dat in Leuven woont, een negen jaar oude, metaalgroene Nissan Sunny bezit en graag wou rentenieren. [] Natuurlijk niet: zodra ik ik schrijf, val ik al niet meer samen met die ik. Schrijven is

11 11 zichzelf onteigenen. Merkwaardig genoeg geeft de erkenning van zijn eigen irrelevantie Spinoy in dit citaat een bepaald zelfingenomen toon in, alsof hij over zijn gebrek aan naïveteit geen misverstand wil laten bestaan. Maar wat moeten we nou aan met zijn erkenning? Vormt een dergelijke constatering niet het argument tegen iedere vorm van schrijven? Sinds wanneer is schrijven niet juist een manier om zichzelf te vestigen en zich met de wereld te vereenzelvigen? Waarom zou de breuk tussen ik en het woord, waar Nijhoff en de hele autonome santenkraam in zijn gevolg zo gevoelig voor waren, reden zijn om aan het woord de overwinning te gunnen? Kan dit nog postmodernisme worden genoemd, of is hier een gezonde wil tot macht in zijn tegendeel, in decadentie komen te verkeren? Stel hier nu eens het volgende, eveneens in het boek geciteerde gedicht van Tonnus Oosterhoff tegenover, dat in de titel al blijk geeft met die perverse zelfverloochening niet akkoord te kunnen gaan: Tonnus Oosterhoff Je bent zo integer, zo bescheiden. Voor mijn plezier! Het is een genoegen Tonnus Oosterhoff te zijn. Ik zou het ook wel willen. Jawel, maar dat gaat niet! Dat gaat niet. De laatste regel klinkt minder zelfgenoegzaam dan Spinoy s bekentenis, eerder nogal gelaten, maar duidelijk is dat Tonnus Oosterhoff de taal niet gebruikt om aan zichzelf te ontsnappen. Liever drukt hij zich uit, en hij doet dat in alle bescheidenheid, zoals in de eerste regel wordt toegegeven. Poëzie ontstaat immers uit de impuls zijn grenzen te doorbreken en zichzelf te ontdekken. Dergelijke zelfvergroting is dan ook niet onbescheiden, want ze vereist alleen trouw te zijn aan de eigen natuur. Om die reden haalt Oosterhoff in dezelfde regel bovendien nog het begrip integriteit aan, wat wel als een rechtstreekse verwerping van het postmoderne gedachtegoed mag worden aangemerkt. Integriteit wordt door Vaessens en Joosten niet als apart postmodern probleem gepresenteerd, maar het is natuurlijk de samenvattende term voor alle zeven problemen uit het boek. Dat kritiek als deze door Vaessens en Joosten niet wordt gegeven, is dan ook vermoedelijk te wijten aan die gescheiden, thematische opbouw van het boek, waardoor het kan gebeuren dat Spinoy en Oosterhoff, die zich hier tegenover elkaar vinden, in het boek als vertegenwoordigers van hetzelfde gedachtegoed worden voorgesteld. Het is niet mijn bedoeling om Thomas Vaessens en Jos Joosten tot in de hel te achtervolgen met hun thematische aanpak. Hen komt de eer te beurt de postmoderne poëzie voor het eerst voor de literatuurwetenschap te hebben herkend en erkend, en hoe weinig waardering ik in het algemeen voor die tak van wetenschap ook heb, waardering heb ik wel voor hun inzet, die er niet op uit is geweest om deze poëzie in te lijven, maar integendeel om haar te laten spreken binnen een context waar menig poëzierecensent zijn schouders over ophaalt. Wie dat na dit boek wil blijven doen, verstaat zijn vak niet. Bovendien: wie iets wil ondernemen, moet een methode vinden en als de methode het eist, doen alsof hij de innige verstrengeling van elementen die hij gescheiden had, niet helemaal ziet, tot nader order. Een dergelijke methode kan ook dienen om een gebied te ontsluiten dat bij velen op onbegrip en aversie stuit: hen wordt een keurig aangeharkt tuintje geboden. Dat dit tuintje bij binnenkomst een labyrint blijkt te zijn, ach, de dichters kunnen er ook weinig aan doen. Maar wie goed leest en op zichzelf vertrouwt, vindt misschien de uitgang weer.

12 12 Alleen wie sterk genoeg is, zoekt in het centrum de Minotaurus op: de postmoderniteit zelf. Rutger H. Cornets de Groot Thomas Vaessens & Jos Joosten Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen Vantilt, Nijmegen, 2003, 271 blz.; 22,50 ISBN Van dezelfde auteurs, eveneens bij uitgeverij Vantilt: Jos Joosten Onttachtiging. Essays over eigentijdse poëzie en poëziekritiek Vantilt, Nijmegen, 2003, 320 blz.; 19,90 ISBN Thomas Vaessens De verstoorde lezer. Over de onbegrijpelijke poëzie van Lucebert Vantilt, Nijmegen, 2001, 64 blz.; 14,90 ISBN X

Inleiding. De incoherence turn in de literatuurwetenschap

Inleiding. De incoherence turn in de literatuurwetenschap Inleiding De incoherence turn in de literatuurwetenschap Literatuuropvattingen Of: poëticale opvattingen / poëtica "het geheel aan ideeën over doel, functie, aard, middelen, effecten en ontstaan van literatuur"

Nadere informatie

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Paul van Tongeren was tot zijn emeritaat hoogleraar wijsgerige ethiek in Nijmegen en Leuven. Hij is als geassocieerd onderzoeker

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 5

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 5 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 5 Deel 1, Hoofdstuk 4 en 6 De volmaakte natuur en het niet bestaan van toeval Rikus Koops 24 juni 2012 Versie 1.0 Hoewel het vierde hoofdstuk op

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

MIRARI Van kritiek naar dialoog. MIRARI Van kritiek naar dialoog. Door Tomas Serrien Verwondering is het begin van alle wijsheid. (Aristoteles) Mirari - 1 HET WAT en HET WAAROM: Het grondidee van Mirari. Het is tijd voor een filosofisch

Nadere informatie

Luisteren naar de Heilige Geest

Luisteren naar de Heilige Geest Luisteren naar de Heilige Geest Johannes 14:16-17 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen,

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Johannes 8:12 Jezus is de sleutel tot echt leven

Johannes 8:12 Jezus is de sleutel tot echt leven Johannes 8:12 Jezus is de sleutel tot echt leven In het donker zie je niets. Niet waar je bent, niet hoe de wereld er uit ziet, niet wat je moet doen. In het licht ga je het allemaal begrijpen. Jezus zegt:

Nadere informatie

GETUIGENIS BOAZ VAN LUIJK

GETUIGENIS BOAZ VAN LUIJK GETUIGENIS BOAZ VAN LUIJK 8 september 2003 Baptistengemeente Dordrecht Beste gemeente, hierbij wil ik getuigenis doen van het reddend werk van God in mijn leven. Ik hoop dat het een duidelijk en bemoedigend

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo II

Eindexamen filosofie vwo II Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap

Nadere informatie

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen

Nadere informatie

Onthullingen van Kennis

Onthullingen van Kennis Onthullingen van Kennis Caleidoscoop van Kennis Facetten verschuiven door tijd Vorm en structuur doemen op Gestalte gegeven door Kennis Patronen behouden het ritme De potentie van het punt Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Enjoy your symptom! Woord vooraf door Arnon Grunberg

Enjoy your symptom! Woord vooraf door Arnon Grunberg Enjoy your symptom! Woord vooraf door Arnon Grunberg 1) Freud omschreef zichzelf tegenover Romain Rolland als een man die een groot deel van zijn leven heeft besteed aan het vernietigen van zijn eigen

Nadere informatie

SAMENVATTING (Dutch summary)

SAMENVATTING (Dutch summary) (Dutch summary) 349 Dit boek is een onderzoek naar een bijzondere vorm van zelfrepresentatie: het creëren van een (publiek) zelf doorheen kunstwerken. Het onderwerp van het onderzoek is de Britse filmmaker

Nadere informatie

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

HC zd. 6 nr. 32. dia 1 HC zd. 6 nr. 32 wie Jezus wil kennen moet de verhalen over hem lezen beschreven door Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes terecht worden ze evangelisten genoemd ze beschrijven het evangelie ze vertellen

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

Grenzen verleggen. Amsterdam, februari Beste Julian Baggini,

Grenzen verleggen. Amsterdam, februari Beste Julian Baggini, Grenzen verleggen Amsterdam, februari 2017 Beste Julian Baggini, Wij zijn ons verstand verloren en met die hartenkreet val je in jouw nieuwe boek meteen met de deur in huis. Was ons rede en rationaliteit

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Een liberale visie op gezondheidszorg 11 2.1 Het individu als ultieme waarde 11 2.2 Gezondheidszorg in een liberale rechtsstaat 14 2.3 Kortom: een liberale visie op gezondheidszorg

Nadere informatie

Het haalt je volledig weg bij je intuïtie: de enige plek waaruit je gaat weten wat de juiste relatie is voor JOU.

Het haalt je volledig weg bij je intuïtie: de enige plek waaruit je gaat weten wat de juiste relatie is voor JOU. Vandaag ga je beginnen met een negativiteitsdetox, voor de rest van de tijd dat je met deze modules bezig bent. Door social media en tijdschriften en de gewone media krijg je mega veel beelden van hoe

Nadere informatie

UNIVERSELE VERKLARING VAN DE WARE NATUUR VAN DE MENS

UNIVERSELE VERKLARING VAN DE WARE NATUUR VAN DE MENS UNIVERSELE VERKLARING VAN DE WARE NATUUR VAN DE MENS PREAMBULE Overwegende dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948 in feite een verklaring is van Verlichting, van het hoogste dat

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands

Examen HAVO. Nederlands Nederlands Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 06 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen; het examen bestaat uit 22 vragen

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht door een scholier 1930 woorden 14 maart 2003 6,2 18 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 0. Geef een korte argumentatie waarom jij tegen of voor de doodstraf

Nadere informatie

Opgave 3 De troost van muziek

Opgave 3 De troost van muziek Opgave 3 De troost van muziek 12 maximumscore 2 een uitleg in welk opzicht de emotie van de ballade Where Are We Now? een acute emotie is: een waarneembare uiting in beeld / stem / melodie 1 een uitleg

Nadere informatie

Preek 2 Timotheüs 1:6 6 januari 2019

Preek 2 Timotheüs 1:6 6 januari 2019 Preek Gemeente van Christus, Het is altijd een indrukwekkend iets. Het moment waarop iemand neerknielt en de handen opgelegd worden. Veel stelt het niet voor, zou je misschien zeggen. En toch is het tegendeel

Nadere informatie

Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme

Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme Werkstuk door een scholier 1997 woorden 8 april 2001 5,1 112 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 1) Geef een korte omschrijving wat het boeddhisme volgens jou voor

Nadere informatie

Ontmoetingskerk Laren (NH) kerstavond 24 december Lucas 2

Ontmoetingskerk Laren (NH) kerstavond 24 december Lucas 2 Ontmoetingskerk Laren (NH) kerstavond 24 december 2018 - Lucas 2 Het gesloten doosje op de schoorsteenmantel had altijd iets geheimzinnigs. Als de kinderen hun ouders vroegen: wat zit er in, antwoordden

Nadere informatie

5,2. Gedichtbespreking door een scholier 3097 woorden 1 december keer beoordeeld. Levensbeschouwing

5,2. Gedichtbespreking door een scholier 3097 woorden 1 december keer beoordeeld. Levensbeschouwing Gedichtbespreking door een scholier 3097 woorden 1 december 2002 5,2 107 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Gedicht 1: Voor wie dit leest Gedrukte letters laat ik U hier kijken, maar met mijn warme

Nadere informatie

Christa Mesnaric. Aristoteles. voor. managers

Christa Mesnaric. Aristoteles. voor. managers Christa Mesnaric Aristoteles voor managers BBNC uitgevers Rotterdam, 2011 Inhoud Aristoteles een managementgoeroe in de 21 ste eeuw 9 Wie was Aristoteles? Een beknopte biografie 15 Succesformules in het

Nadere informatie

Thema: Elke golf is de zee. Lezingen: Citaat van Willigis Jäger (zie orde van dienst) Johannes 14: 6-11a

Thema: Elke golf is de zee. Lezingen: Citaat van Willigis Jäger (zie orde van dienst) Johannes 14: 6-11a PREEK 22 APRIL 2012 PGN NUENEN Thema: Elke golf is de zee Lezingen: Citaat van Willigis Jäger (zie orde van dienst) Johannes 14: 6-11a Preek Hoe kunnen we het besef ontwikkelen, of weer wakker roepen,

Nadere informatie

Preek Job 18 juni 2017

Preek Job 18 juni 2017 Lieve Gemeente, Waarschijnlijk is Job één van de figuren in de Bijbel waarmee we ons het beste kunnen identificeren. Allemaal kennen we Job en allemaal kunnen we ons af en toe als Job voelen. Want het

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 9: februari 2015 Thema 6: De last van het verleden

Deel het leven Johannes 9: februari 2015 Thema 6: De last van het verleden Preek Gemeente van Christus, Het is een vreemde vraag, die de discipelen stellen: Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders? Ze zien iemand aan de kant van de weg zitten. Iemand die al vanaf zijn geboorte

Nadere informatie

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

1 Johannes. - Kringleiderhandeleiding -

1 Johannes. - Kringleiderhandeleiding - 1 Johannes - Kringleiderhandeleiding - Beste kringleider, Hieronder vind je per hoofdstuk een aantal aanvullende gedachten bij het kringmateriaal over 1 Johannes. Met name wordt beschreven wat het doel

Nadere informatie

FILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS

FILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS FILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS onderwijs trainingen gesprekken EMMANUEL LEVINAS filosofische en maatschappelijk-historische context Emmanuel Levinas - leven - werk leren luisteren naar

Nadere informatie

De Bijbel open (01-12)

De Bijbel open (01-12) 1 De Bijbel open 2012 47 (01-12) In de komende adventsweken staan we stil bij vier personen uit Hebr. 11. Het gaat om Henoch, Noach, Abraham en om Mozes. In het leven van deze mensen in het OT wordt iets

Nadere informatie

Wat is de eigen en passende aard van ons spreken over God?

Wat is de eigen en passende aard van ons spreken over God? 1 VRAAG 1: Wat is de eigen en passende aard van ons spreken over God? (In 5 artikelen) Om een goed fundament te leggen voor de analyse van ons thema, moeten wij eerst duidelijkheid verkrijgen over het

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Gemeente van Jezus Christus, Misschien kent u het verhaal van de man in de put?! Een man viel in een put en kon er niet meer uit.

Gemeente van Jezus Christus, Misschien kent u het verhaal van de man in de put?! Een man viel in een put en kon er niet meer uit. WOORDEN VAN UITLEG Gemeente van Jezus Christus, Misschien kent u het verhaal van de man in de put?! Een man viel in een put en kon er niet meer uit. Een meelevend iemand kwam langs en sprak: ik voel met

Nadere informatie

filosofie havo 2018-II

filosofie havo 2018-II Opgave 2 Gevoelswerk 9 maximumscore 2 een uitleg dat Tessa s twijfel toont dat ze zich kritisch tot zichzelf kan verhouden, waarin volgens Korsgaard de waarde van authenticiteit ligt 1 een weergave van

Nadere informatie

Beste mededisputanten,

Beste mededisputanten, Beste mededisputanten, Wat volgt is bedoeld als een poging om de tekst van Aristoteles te hertalen. Geen vertaling dus, maar een poging om het betoog van A zo te verwoorden dat we met elkaar serieus kunnen

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

cultuur & media hoorcollege moderniteit en postmoderniteit theo ploeg

cultuur & media hoorcollege moderniteit en postmoderniteit theo ploeg cultuur & media hoorcollege moderniteit en postmoderniteit theo ploeg 1 Wat ga ik behandelen? moderniteit versus postmoderniteit korte geschiedenis verlichting en romantiek modernisme postmodernisme postmoderniteit

Nadere informatie

PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN

PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN CURSUSLEIDING Arjo Klamer hoogleraar Economie van kunst en cultuur, Erasmus Universiteit Rotterdam Pieter Wijnsma zelfstandig adviseur en coach, voormalig directeur

Nadere informatie

Nog een voorafje. en je woorden inslikken? Dat wil ik je laten ontdekken in dit werkschrift.

Nog een voorafje. en je woorden inslikken? Dat wil ik je laten ontdekken in dit werkschrift. Voorwoord Ik zou graag Marshall B. Rosenberg bedanken voor de spectaculaire manier waarop hij vele levens heeft veranderd, mooier heeft gemaakt en zelfs heeft gered dankzij het proces en de filosofie van

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Deel 1, Hoofdstuk 1 - Dat er iets buiten ons bestaat. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 In de inleidende toelichting nummer 0 heb ik gesproken

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie II

Eindexamen vwo filosofie II Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit

Nadere informatie

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting Boekverslag door F. 1662 woorden 8 juni 2016 7 7 keer beoordeeld Auteur Ted van Lieshout Genre Psychologische roman, Jeugdboek Eerste uitgave 1996 Vak Nederlands Gebr. Ted van Lieshout Floor van de Ven,

Nadere informatie

Jezus, het licht van de wereld

Jezus, het licht van de wereld Jezus, het licht van de wereld Het evangelie naar Johannes 8: 1-30 1 Overzicht 1. De overspelige vrouw 2. Jezus als het Licht der wereld 3. Twistgesprekken met de Farizeeën 2 De overspelige vrouw Bijbeltekst

Nadere informatie

Verkondiging God ervaren bij Johannes 3: 1-21 zondag 27 mei 2018, zondag van de drie-eenheid Ds. Dick Snijders

Verkondiging God ervaren bij Johannes 3: 1-21 zondag 27 mei 2018, zondag van de drie-eenheid Ds. Dick Snijders Verkondiging God ervaren bij Johannes 3: 1-21 zondag 27 mei 2018, zondag van de drie-eenheid Ds. Dick Snijders Gemeente van Christus, Vandaag, een week na Pinksteren, is het feest helemaal compleet. Het

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Morya Wijsheid Basiswerkboek

Morya Wijsheid Basiswerkboek Morya Wijsheid Basiswerkboek Geert Crevits Samenstelling en commentaar door Marie Crevits Voorwoord De Morya Wijsheid reeks van 9 boeken staat zo vol met praktische wijsheid dat je er gerust een heel leven

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

1 Sam. 13 preek NGKO 12 juli 2015

1 Sam. 13 preek NGKO 12 juli 2015 1 Sam. 13 preek NGKO 12 juli 2015 Persoonlijk aangesproken! (Geloven in Generaties 1) Tekst: 1 Samuël 13 Mijn geloof in mijn kerk Deze week vroeg ik me af wanneer ik eigenlijk zélf tot geloof gekomen ben?

Nadere informatie

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus Toelichting Door deze ontmoeting met Heraclitus gaan we terug naar het begin van de westerse filosofie. Zo rond 600 voor Christus komen we in het KleinAziatische

Nadere informatie

inleiding 4 verantwoording 7 leven en werk van nicolaas beets 8 titel en pseudoniem 14

inleiding 4 verantwoording 7 leven en werk van nicolaas beets 8 titel en pseudoniem 14 h inhoud g inleiding 4 verantwoording 7 leven en werk van nicolaas beets 8 titel en pseudoniem 14 thema s en motieven 16 Vaste gewoonten 16 Interieur en kleding 17 Conversatie 19 Humor 20 Sociale controle

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Onvoorwaardelijke liefde 1 e zondag in de veertig dagen tijd 18 februari 2018 Bij Genesis 21 : en Marcus 1 : 12 15

Onvoorwaardelijke liefde 1 e zondag in de veertig dagen tijd 18 februari 2018 Bij Genesis 21 : en Marcus 1 : 12 15 Onvoorwaardelijke liefde 1 e zondag in de veertig dagen tijd 18 februari 2018 Bij Genesis 21 : 14-19 en Marcus 1 : 12 15 Afgelopen woensdag is de veertig dagen tijd begonnen. We tellen veertig dagen tot

Nadere informatie

Verkondiging bij Mattheüs 10: en Jeremia 20: 7-13 Zondag 25 juni 2017 ds. Dick Snijders

Verkondiging bij Mattheüs 10: en Jeremia 20: 7-13 Zondag 25 juni 2017 ds. Dick Snijders Verkondiging bij Mattheüs 10: 16-33 en Jeremia 20: 7-13 Zondag 25 juni 2017 ds. Dick Snijders Gemeente van Christus, Vanuit de Bijbel klinkt vandaag een lastige en tegendraadse boodschap. Wanneer Jezus

Nadere informatie

je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. Zondag 16 juli 2017 Groot Nieuws meditatie Ds. Gerard Kansen, Hilversum (PKN, wijkpredikant van de Diependaalse kerk en pionier bij Vitamine G) Thema: Leven in relatie met God is een goed leven. Schriftlezing

Nadere informatie

UNIDE GECERTIFICEERDE BIJSCHOLINGEN. Yoga en Adem. Zondag 22 februari 2009 Waarnemen gewaar-worden gewaar-zijn

UNIDE GECERTIFICEERDE BIJSCHOLINGEN. Yoga en Adem. Zondag 22 februari 2009 Waarnemen gewaar-worden gewaar-zijn UNIDE GECERTIFICEERDE BIJSCHOLINGEN Yoga en Adem Zondag 22 februari 2009 Waarnemen gewaar-worden gewaar-zijn Zondag 22 maart 2009 De kunst van leven en sterven Unide Vereniging ter bevordering van Universeel

Nadere informatie

Lezing uit het boek van Brené Brown : De kracht van kwetsbaarheid

Lezing uit het boek van Brené Brown : De kracht van kwetsbaarheid de toelichting werd gehouden door Maria Polfliet. Lezing uit het boek van Brené Brown : De kracht van kwetsbaarheid Kwetsbaarheid vormt de kern van alle emoties en gevoelens. Als we voelen, zijn we kwetsbaar.

Nadere informatie

De Bijbel Open (23-02)

De Bijbel Open (23-02) 1 De Bijbel Open 2013 8 (23-02) Zoals u wellicht weet vieren veel christenen dit jaar het feit dat de Heidelbergse Catechismus (HC) 450 jaar geleden werd gepubliceerd. Ik denk dat er nauwelijks een ander

Nadere informatie

Preek De vrouw die Jezus beslissing veranderde. Lieve gemeente,

Preek De vrouw die Jezus beslissing veranderde. Lieve gemeente, Lieve gemeente, We zien het niet vaak in de Bijbel, maar in het verhaal dat we vandaag gelezen hebben is Jezus toch ronduit bot te noemen en buitengewoon onvriendelijk op het onbeschofte af, tegen een

Nadere informatie

Waarom bestaat God? Emanuel Rutten

Waarom bestaat God? Emanuel Rutten 1 Waarom bestaat God? Emanuel Rutten In een dansclub in Amsterdam zag ik ooit iemand die zich op de dansvloer ineens omdraaide en tegen een vrouw waarmee hij aan het begin van de avond kort gesproken had,

Nadere informatie

Hemelhoog 436 = Opwekking 176 ('U bent mijn schuilplaats, Heer')

Hemelhoog 436 = Opwekking 176 ('U bent mijn schuilplaats, Heer') 1 juli 2018 17.00 uur PR Barkema orgel/piano: Piet Noort schriftlezing: Mijndert Blijdorp eer geven aan God votum en vredegroet Hemelhoog 436 = Opwekking 176 ('U bent mijn schuilplaats, Heer') luisteren

Nadere informatie

Startzondag 14 september 2014 Vieren en Verbinden

Startzondag 14 september 2014 Vieren en Verbinden Startzondag 14 september 2014 Vieren en Verbinden Hoera, voor altijd verbonden. Het zou een reclame voor de kerk kunnen zijn. Voor altijd verbonden met God, met elkaar, van jong tot oud. U begrijpt natuurlijk

Nadere informatie

Prof. Doekes over de kerk (1)

Prof. Doekes over de kerk (1) Prof. Doekes over de kerk (1) Onderstaand het eerste artikel van prof. Doekes met als titel Afscheiding. AFSCHEIDING Is afscheiding alleen geoorloofd wanneer wij durven verklaren: deze gemeente is een

Nadere informatie

Martinus Nijhoff. en het modernisme

Martinus Nijhoff. en het modernisme Martinus Nijhoff en het modernisme Overzicht 1. Modernisme 2. Nijhoff vs. PvO 3. Nijhoffs poëzie 4. Vorm vs. vent 1. Modernisme James Joyce Virginia Woolf T.S. Eliot Marcel Proust André Gide Thomas Mann

Nadere informatie

STRIJD OM JE IDENTITEIT

STRIJD OM JE IDENTITEIT STRIJD OM JE IDENTITEIT BIJBELSTUDIE VGSU BLOK 4 2010-2011 INHOUD Inleiding... 5 Avond 1... 6 Avond 2... 8 Avond 3... 10 Avond 4... 11 3 4 INLEIDING We zijn snel geneigd om onze identiteit te halen uit

Nadere informatie

Tijd voor herbezinning over de waarde van niet-betaald werk

Tijd voor herbezinning over de waarde van niet-betaald werk Tijd voor herbezinning over de waarde van niet-betaald werk PAUL DE BEER HENRI POLAK HOOGLERAAR VOOR ARBEIDSVERHOUDINGEN UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM De afgelopen vijfentwintig jaar is het dominante discours

Nadere informatie

Wij zijn ING. En wij hebben samen een doel: mensen in staat stellen een stap voor te blijven, in het leven en in zaken.

Wij zijn ING. En wij hebben samen een doel: mensen in staat stellen een stap voor te blijven, in het leven en in zaken. The Orange Code Wij zijn ING. En wij hebben samen een doel: mensen in staat stellen een stap voor te blijven, in het leven en in zaken. De Orange Code is ons manifest waarin we hebben vastgelegd hoe we

Nadere informatie

1 Sam. 13 preek NGKE 4 sept. 2016

1 Sam. 13 preek NGKE 4 sept. 2016 1 1 Sam. 13 preek NGKE 4 sept. 2016 2 Persoonlijk aangesproken! (Geloven in Generaties 1) Mijn geloof in mijn kerk Deze week vroeg ik me af wanneer ik eigenlijk zélf tot geloof gekomen ben? En ik weet

Nadere informatie

Ef. 4, 1-6 preek NGKE -HA

Ef. 4, 1-6 preek NGKE -HA Ef. 4, 1-6 preek NGKE -HA- 28-8-2016 Heel houden Deze vaas is een erfstuk. Ik vind hem niet direct mooi, maar hij zou best wel eens heel wat waard kunnen zijn. De vaas staat een beetje gevaarlijk bij ons

Nadere informatie

Getuige zijn geeft de opdracht tot verantwoording, tot verantwoordelijkheid. Jij daar, ja jij, zeg het maar, waarvan ben jij nu getuige?

Getuige zijn geeft de opdracht tot verantwoording, tot verantwoordelijkheid. Jij daar, ja jij, zeg het maar, waarvan ben jij nu getuige? Overweging in de Oecumenische viering 24 januari 2010: Lezing uit Lucas 24 (stemmenspel) Geliefde zusters en broeders, getuigen van onze Heer, Jij bent mijn getuige. Je zult maar zo n opdracht krijgen,

Nadere informatie

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Psalm 25, 14 Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Psalm 25, 14 Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters, Ds. Arjan van Groos (1962-2014) Tekst: Psalm 25, 14 Ochtenddienst H. Avondmaal Broeders en zusters, 1 Votum 2 Zegengroet 3 Zingen: Lied 457 : 1, 2 en 3 4 Lezing van de wet 5 Zingen: Psalm 51 : 4 en 5 6

Nadere informatie

1. Dit gedicht is iets minder dan die van Remco Campert. Dat komt omdat ik het verhaaltje over het fietsen op die berg niet echt interessant vind.

1. Dit gedicht is iets minder dan die van Remco Campert. Dat komt omdat ik het verhaaltje over het fietsen op die berg niet echt interessant vind. Praktische-opdracht door een scholier 1924 woorden 12 februari 2004 4,1 49 keer beoordeeld Vak Nederlands Opdracht A. 1. Het gedicht vind ik wel leuk. Zelf hou ik niet van gedichten. Maar het verhaal over

Nadere informatie

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening door C. 814 woorden 16 januari 2014 5,6 52 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Standpunt Waarden, normen en moraal Waarde:

Nadere informatie

Het Beeld van Onszelf

Het Beeld van Onszelf Het Beeld van Onszelf Onze natuurlijke staat van zijn is bewust-zijn, een bewustzijn dat niet van iets is, maar een allesomvattende staat van zuiver ervaren. Binnen dit bewustzijn is onze geest evenwichtig,

Nadere informatie

zondag 7 februari 2016 in het Kruispunt

zondag 7 februari 2016 in het Kruispunt zondag 7 februari 2016 in het Kruispunt lezing oude testament (lector) Jesaja 6, 1-8 lied Liedboek 985 Heilig, heilig, heilig... lezing nieuwe testament (lector) Lukas 5, 1-11 evangelielied Liedboek 531

Nadere informatie

Module 4: Basisovertuiging 1 & 2 (Verdieping)

Module 4: Basisovertuiging 1 & 2 (Verdieping) Module 4: Basisovertuiging 1 & 2 (Verdieping) Basisovertuiging 1 & 2 (Verdieping) Geluk is een gevoel! Jij bent de enige persoon op de wereld die jou gelukkig kan maken! Het is erg belangrijk dat je alle

Nadere informatie

Voorwoord Met oprechte blijdschap schrijf ik het voorwoord voor dit boek. Ik ken Henk Rothuizen al vele jaren en heb hem zien opgroeien tot een man van God, met een bediening die verder reikt dan zijn

Nadere informatie

Connie Palmen De Wetten

Connie Palmen De Wetten Connie Palmen De Wetten Connie Palmen geboren: 25 november 1955 in Limburg opleiding: de studie Nederlandse Taal en Letterkunde en Filosofie in Amsterdam Bij Nederlands bleef ik met vragen zitten, die

Nadere informatie

zondag 5 feb 2017 in het Kruispunt

zondag 5 feb 2017 in het Kruispunt zondag 5 feb 2017 in het Kruispunt lezing oude testament (lector) Jesaja 43, 9-12 lied Liedboek 513 God heeft het eerste woord... lezing nieuwe testament (lector) Matteus 5, 13-16 lied Liedboek 838, 1.

Nadere informatie

Zomerserie Wat zing ik nou? lied 706 Dans mee met Vader, Zoon en Geest Ds Elly Veldman 16 juni 2019

Zomerserie Wat zing ik nou? lied 706 Dans mee met Vader, Zoon en Geest Ds Elly Veldman 16 juni 2019 Zomerserie Wat zing ik nou? lied 706 Dans mee met Vader, Zoon en Geest Ds Elly Veldman 16 juni 2019 Gemeente van Christus, Wat zing ik nou? Dat vraag ik me wel eens af, als ik een dienst bijwoon. Bij bekende

Nadere informatie

Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10: Gemeente van Christus,

Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10: Gemeente van Christus, Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10:38-42 Gemeente van Christus, Het gaat vanmorgen over Jezus. Dat zal je waarschijnlijk ook niet verrassen. Maar als het gaat over Jezus,

Nadere informatie

[1] Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd.

[1] Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd. Rinze IJbema - 2 Timoteüs 1, 14 [1] Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd. Kracht en genade. Ik had twee week terug een gesprekje met Nynke hier over deze belijdenisdienst.

Nadere informatie

Sprekende Spreuken. Levenslessen uit het boek Spreuken. Kris Tavernier. Het kennen van de Hoogheilige

Sprekende Spreuken. Levenslessen uit het boek Spreuken. Kris Tavernier. Het kennen van de Hoogheilige Kris Tavernier Sprekende Spreuken Levenslessen uit het boek Spreuken - Het boek Spreuken leert ons heel wat over het gedrag van gelovigen, en hoe dit kan zijn in allerlei omstandigheden van dit leven.

Nadere informatie

DISCUSSIE. Bartomeu Mari, Witte de With, Rotterdam

DISCUSSIE. Bartomeu Mari, Witte de With, Rotterdam DIALOOG VAN DOVEN? Bartomeu Mari, Witte de With, Rotterdam Op 8 en 9 oktober 1999 werd in Witte de With het jaarlijkse symposium gehouden van het Nederlandse Genootschap voor Esthetica. De bijeenkomst

Nadere informatie

Psalm 31 Marknesse, 30 oktober 2011 Thema: bidden met de psalmen Serie over het gebed (4e) Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Psalm 31 Marknesse, 30 oktober 2011 Thema: bidden met de psalmen Serie over het gebed (4e) Gemeente van onze Here Jezus Christus, Psalm 31 Marknesse, 30 oktober 2011 Thema: bidden met de psalmen Serie over het gebed (4e) Gemeente van onze Here Jezus Christus, Zeven miljard. Dat is een getal dat je deze vast niet voor het eerst hoort!

Nadere informatie

de doop zoals wij die kennen is afkomstig van niemand minder dan de Here Jezus zelf

de doop zoals wij die kennen is afkomstig van niemand minder dan de Here Jezus zelf de doop zoals wij die kennen is afkomstig van niemand minder dan de Here Jezus zelf kort voordat Hij naar de hemel ging gaf hij zijn leerlingen deze opdracht: trek erop uit en maak alle volken tot mijn

Nadere informatie

Bonhoeffer zijn mooiste citaten

Bonhoeffer zijn mooiste citaten Bonhoeffer zijn mooiste citaten Bonhoeffer zijn mooiste citaten Samengesteld door Henk Florijn Derde druk uitgeverij boekencentrum, zoetermeer Derde druk 2016 www.uitgeverijboekencentrum.nl Ontwerp omslag:

Nadere informatie

Preek op Oudjaarsavond Alles heeft zijn tijd

Preek op Oudjaarsavond Alles heeft zijn tijd Preek op Oudjaarsavond 2018 - Alles heeft zijn tijd Lezing: Prediker 3 Dat we hier vanavond bij elkaar zijn wordt vooral bepaald door de wereldse kalender. En niet de kalender van de christelijke feesten.

Nadere informatie

Stel jezelf niet onder de Wet!

Stel jezelf niet onder de Wet! Dit document is een script van onderwijs dat is bedoeld om via video te worden getoond. In de video worden relevante tekst, dia s, media en afbeeldingen getoond om de presentatie te vereenvoudigen. Daarom

Nadere informatie