Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801

Transcriptie

1 Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 Jaarverslag 2015

2 INHOUDSOPGAVE BLZ VOORWOORD 3 SAMENVATTING OVER HET AFGELOPEN JAAR 3 BESTUUR EN TOEZICHT 4 ONDERSTEUNINGSPLANRAAD EN MEDEZEGGENSCHAP 6 GEGEVENS OVER HET SAMENWERKINGSVERBAND 6 AANGESLOTEN BESTUREN EN PARTICIPERENDE SCHOLEN 8 MISSIE EN DOELSTELLING 9 ORGANISATIE 10 PERSONEEL 11 HUISVESTING 12 KENGETALLEN EN MONITORING 12 SAMENVATTING VAN DE JAARREKENING JAARREKENING Pagina 2

3 VOORWOORD Geachte dames en heren, Hierbij ontvangt u, ter afsluiting van het boekjaar 2015, het jaarverslag 2015 van de Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 te Leiden. In het jaarverslag wordt een toelichting gegeven op de structuur van de organisatie, de belangrijkste activiteiten, het gevoerde financiële beleid gedurende het boekjaar en de stand van zaken op de balansdatum. Het jaarverslag geeft daarnaast inzicht in de toekomstige financiële ontwikkelingen, die voortkomen uit beleidskeuzes. De jaarrekening 2015 maakt onderdeel uit van dit jaarverslag en bestaat uit de balans per 31 december 2015, de rekening van baten en lasten over 2015 alsmede een toelichting op de balans en de rekening van baten en lasten. Deze jaarrekening 2015 is opgesteld door Onderwijsbureau Hollands Midden te Leiden. Deze jaarrekening is gecontroleerd door Flynth Audit B.V. SAMENVATTING OVER HET AFGELOPEN JAAR Het jaar 2015 is het eerste volledige jaar van Passend Onderwijs. In het verslag is verder invulling en uitvoering gegeven aan het beleid, soms heeft dit geleid tot een aanpassing, herziening of wijziging van het geformuleerde beleid. o o De afgifte van Toelaatbaarheidsverklaringen voor het Praktijkonderwijs De afgifte van aanwijzingen LWOO o Het nieuwe ondersteuningsplan Een belangrijke beleidsontwikkeling in dit jaar was de transitie en transformatie van het jeugdbeleid, dat overging van provincie naar de gemeenten. In de gemeenten kwamen wijkgebonden sociale - of jeugdteams, die voor de afstemming met het onderwijs zorg gingen dragen. Deze vernieuwing leidde tot veel onrust en onduidelijkheid. Deze teams moesten, zoals was afgesproken, ook gaan participeren in de interne ondersteuningsteams van de scholen, de nieuwe zorg advies teams. Ook dit verliep niet altijd even soepel. Door veel overleg en afstemming lijken er nieuwe vaste structuren te ontstaan, hoewel we er nog niet zijn. Het samenwerkingsverband heeft zich intensief beziggehouden met het verbeteren van de aansluiting PO/SO-VO/VSO. De voorlichting is verbeterd als ook het overleg. Daarnaast is deelgenomen aan de regionale ontwikkeling van één onderwijskundig rapport. Uiteraard is er nauw opgetrokken met het primair onderwijs. De doorgaande leer- en ondersteuningslijn is hierdoor verbeterd. Een knelpunt in de regio is tijdig plaatsen van leerlingen die aangewezen zijn op een school voor VSO op grond van gedrag en/of psychiatrische problematiek. Dit moet echt worden verbeterd. Het gegeven dat het lwoo en praktijkonderwijs met ingang van 1 januari 2016 onder de verantwoordelijkheid van de samenwerkingsverbanden VO komen, vroeg om implementatie en Pagina 3

4 aanpassing van het Ondersteuningsplan. Omdat niet is gekozen voor opting out (het loslaten van (delen van) wettelijke aspecten) heeft dit ervoor gezorgd dat een en ander niet tot veel problemen heeft geleid. Naast deze taken is veel tijd besteed aan het voorbereiden van een fusie met het aanpalende Samenwerkingsverband Duin- en Bollenstreek. Beide besturen hebben de intentie uitgesproken om de haalbaarheid van zo n fusie te onderzoeken. Er is veel overlap tussen beide verbanden zowel bestuurlijk als qua leerlingstromen. Bij de totstandkoming van dit verslag is het besluit gevallen dat de voorgenomen fusie niet doorgaat. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de inzet van de gelden van de ambulante begeleiding vanaf Het Samenwerkingsverband heeft een overeenkomst afgesloten met de Ambulant Educatieve Dienst. De VO-scholen in het Samenwerkingsverband hebben de beschikking over begeleiders passend onderwijs. Het aantal beschikbare uren is afhankelijk van de grootte en de samenstelling van de school. Dit wordt jaarlijks aangepast. In het verslagjaar is door iedereen hard gewerkt om van passend onderwijs een succes te maken. Uiteraard zijn er altijd verbeterpunten en gaan de vernieuwingen nooit snel genoeg. Wij danken iedereen die zijn/haar schouders eronder heeft gezet. Het biedt vertrouwen voor de toekomst. BESTUUR EN TOEZICHT Algemeen In de statuten, bij notariële akte op 10 juni 2013 is vastgelegd dat de stichting een algemeen en een dagelijks bestuur kent. Ieder schoolbestuur wijst een afgevaardigde aan, die als bestuurslid deel uitmaakt van het bestuur van de stichting. Het dagelijks bestuur bestaat uit: - twee afgevaardigden van de brede scholengemeenschappen - twee afgevaardigden van de smalle scholen - een afgevaardigde van het VSO Het dagelijks bestuur kiest uit haar midden een voorzitter. Het dagelijks bestuur is belast met het besturen en vertegenwoordigen van de rechtspersoon. Een aantal bevoegdheden zijn gemandateerd aan de directeur. De bevoegdheden zijn vastgelegd in het management- en directie statuut. Het algemeen bestuur bestaat uit de overige leden. Het algemeen bestuur kiest uit haar midden een voorzitter. Het algemeen bestuur is belast met het toezicht op het dagelijks bestuur. Het Samenwerkingsverband heeft voor het bestuur een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Het bestuur van het Samenwerkingsverband conformeert zich aan de Code Goed Onderwijsbestuur VO zoals opgesteld door de VO-Raad. De samenstelling van het dagelijks bestuur per 31 december 2015 is: Mw. K. van Oort, voorzitter Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden Pagina 4

5 Stichting Praktijkonderwijs Leiden Dhr. H. Freitag, penningmeester Stichting Scholengroep Leonardo Da Vinci Dhr. M. Knoester, lid Stichting Het Rijnlands Lyceum Dhr. S. Verheul, lid Stichting Prof. Dr. Leo Kanner Onderwijsgroep Dhr. B. Klaassen, lid Stichting Wellant Het dagelijks bestuur is in het verslagjaar keer in vergadering bijeengeweest. In de vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn onder meer de volgende onderwerpen besproken en (voorgenomen) besluiten genomen: - Aanpassing Ondersteuningsplan inzake beleidswijziging lwoo en praktijkonderwijs - Coördinatierol SWV inzake Nieuwkomers - Voorstel aan algemeen bestuur voordracht accountant - Begroting 2016 en meerjarenbegroting 2017, 2018 en Jaarrekening Deelname van het Samenwerkingsverband aan de Leidse aanpak - De verdeling van de LGF middelen De verdeling LGF middelen vanaf Overeenkomst AED en Voorstel onderzoek fusie SWV Leiden en Duin- en Bollenstreek - Intentieverklaring fusie Samenwerkingsverbanden Leiden en Duin & Bollenstreek - Conceptnotitie onderwijszorg arrangementen - Explosieve groei ISK leerlingen De voorzitter en de penningmeester waren aanwezig bij het eindgesprek met de inspectie in februari De samenstelling van het algemeen bestuur (toezichthouder) per 31 december 2015 is: Dhr. B. Dijkmans, voorzitter Dhr. A. Jansen Mevr. C Bruggeman Dhr. K. Roosjen Dhr. B. Vieveen Dhr. C. Kool Stichting S. Adelbert College Stichting Vrije scholen Zuidwest Nederland Stichting voor Voortgezet Onderwijs op Interconfessionele grondslag Stichting Speciaal Onderwijs Leiden Stichting Stedelijk Gymnasium Leiden Stichting Fioretti Teylingen De voorzitter en leden van het dagelijks bestuur en algemeen bestuur ontvangen geen vergoeding. Het algemeen bestuur is in het verslagjaar 3 keer in vergadering bijeen geweest. In de vergaderingen van het algemeen bestuur is goedkeuring verleend aan de volgende voorstellen: - Besluit tot aanwijzing van de accountant voor de boekjaren 2016 en De jaarrekening en het bestuursverslag - Notitie onderzoek samenvoeging Samenwerkingsverbanden Duin- en Bollenstreek en Leiden - Intentieverklaring fusie Samenwerkingsverbanden Leiden en Duin & Bollenstreek - Het AB is akkoord met de jaarverslagen Pagina 5

6 - Het AB is akkoord met de aanbesteding bij Flynth voor de accountantswerkzaamheden Directie Samenwerkingsverband De directie van het Samenwerkingsverband word gevormd door mw. A. van der Vlist. De directeur werkt op basis van een directiestatuut en is adviseur van het dagelijks en het algemeen bestuur. ONDERSTEUNINGSPLANRAAD EN MEDEZEGGENSCHAP Het Samenwerkingsverband kent een Ondersteuningsplanraad. Ouders, leerlingen en personeelsleden van ieder schoolbestuur zijn vertegenwoordigd in de raad. De raad kan 24 leden tellen, te weten 12 leden behorende bij de geleding ouders/leerlingen en 12 leden behorende tot de geleding personeel. Helaas waren er in vacatures. Er is een medezeggenschapsstatuut en een huishoudelijk reglement. De voorzitter van de OPR is de heer A. Geertsema (Scholengroep Leonardo da Vinci, ouder); de vicevoorzitter is mevr. L van der Zwaan (Vlietlandcollege, personeelslid). De OPR heeft ingestemd met de uitwerkingsvoorstellen LWOO/PRO en met de aangepaste richtlijnen VSO. Omdat het Samenwerkingsverband werkgever is, heeft het Samenwerkingsverband ook een Medezeggenschapsraad met alleen de geleding personeel. De voorzitter van deze PMR is dhr. D. Keulemans (docent De Delta) en lid is dhr. M. Bakx (docent de Delta). Eén zetel is niet bezet. Er is een medezeggenschapsstatuut en huishoudelijk reglement. GEGEVENS OVER HET SAMENWERKINGSVERBAND Naam en juridische structuur Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801, kortweg SWV VO De stichting is statutair gevestigd te Leiden. Registratie Handelsregister De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer Doelstelling van de stichting, verwoord in artikel 3 van de statuten De stichting stelt zich ten doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen scholen, die deel uitmaken van het Samenwerkingsverband te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats krijgen. Deze doelstelling is verder uitgewerkt in de leden 2 en 3 van artikel 3 van de statuten. Pagina 6

7 Registratie gegevens bij OCW en DUO Bestuursnummer : Nummer SWV: VO-2801 Correspondentieadres Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 Duivenbodestraat 11, 2313 XS Leiden Telefoonnummer info@swvvo2801.nl Website Administratiekantoor De financiële en personeelsadministratie worden verricht door: Onderwijsbureau Hollands Midden Postbus 4009, 2302 RA Leiden (t) Controller De controlling wordt verzorgd door: Infinite Financieel B.V. Savannahweg AW Utrecht (t) AANGESLOTEN BESTUREN EN PARTICIPERENDE SCHOLEN Pagina 7

8 Bevoegd gezag Stichting Het Rijnlands Lyceum Postbus 486, 2240 AL Wassenaar School/scholen - Rijnlands Lyceum Wassenaar - Rijnlands Lyceum Oegstgeest Stichting Wellant Lange Voort 70, 2341 KD Oegstgeest Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden Mariënpoelstraat 4, 2334 CZ Leiden - Wellantcollege Oegstgeest - Bonaventuracollege Burggravenlaan Leiden - Bonaventuracollege Marienpoelstraat Leiden - VMBO Boerhaavelaan Boerhaavelaan Leiden - Bonaventuracollege Schoolbaan Roelofarendsveen - Visser t Hooft Lyceum Leiderdorp - Visser t Hooft Lyceum Leiden Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci Leiden Postbus 9032, 2300 PA Leiden Stichting Praktijkonderwijs Leiden e.o. Boerhaavelaan 345, 2334 EM Leiden Stichting Stedelijk Gymnasium Leiden Fruinlaan 15, 2313 EP Leiden - Da Vinci College Kagerstraat Leiden - Da Vinci College Lammenschans Leiden - Leonardo College Noachstraat Leiden - Het Waterland Leiden - Stedelijk Gymnasium Athena - Stedelijk Gymnasium Socrates Stichting Vrije scholen Zuidwest Nederland Waalsdorperweg 12, 2597 JB Den Haag - Marecollege Leiden Stichting S. Adelbert College Deijlerweg 163, 2241 AE Wassenaar - Adelbert College Wassenaar Pagina 8

9 Bevoegd gezag Stichting Speciaal Onderwijs Leiden Lammenschansweg 130-d, 2321 JX Leiden School/scholen - De Thermiek Blauwe Vogelweg Leiden - De Thermiek Sumatrastraat Leiden - Korte Vlietschool Leiden Stichting Prof. Dr. Leo Kanner Onderwijsgroep Touwbaan 42c 2352 CZ Leiderdorp - Leo Kannercollege Leiden - Leo Kannerschool Oegstgeest - PC Hooft College Leiderdorp Stichting Fioretti Teylingen Postbus 200, 2215 ZL Voorhout - Duinzigt Oegstgeest MISSIE EN DOELSTELLING Het Samenwerkingsverband is een professionele organisatie waarin besturen voor regulier voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs samenwerken om voor iedere leerling in de regio een passend en aantrekkelijk onderwijsaanbod te realiseren. De scholen werken continu aan de versterking van hun basisondersteuning, zodat zoveel mogelijk leerlingen een onderwijsplek hebben binnen het regulier onderwijs. Waar nodig is er de ondersteuning van De Delta en zijn er flexibele arrangementen (in samenwerking met de jeugdhulpverlening) voor extra ondersteuning. Deze speciale onderwijsvoorzieningen (tijdelijk én structureel) bieden kwalitatief goed onderwijs. Het Samenwerkingsverband vervult voorts een actieve netwerkfunctie in de verbinding PO/SO, VO/VSO/MBO en gemeenten. Er ontstaat meer en meer het besef dat de besturen en de scholen een gemeenschappelijke opdracht hebben. Het overleg met de gemeenten na de transitie van de jeugdzorg en de participatiewet is actief gevoerd. Strategische beleidskeuzes Er is bewust gekozen om passend onderwijs via de weg van de geleidelijkheid vorm te geven. Keuzes die gemaakt zijn, laten zich als volgt globaal omschrijven: - Het ondersteuningsbudget wordt gefixeerd op het niveau van oktober 2011; - De ambulante begeleiders worden ingezet als (externe) begeleiders passend onderwijs. Nu is dat nog geen verplichting, vanaf 2016 wel. In 2015 hebben een aantal scholen deze keuze al gemaakt. Diverse scholen hebben het schooldeel van de oude rugzakgelden nog in eigen beheer uitgegeven; - Vanaf aug ontvangen scholen een financiële bijdrage van het Samenwerkingsverband met als doel extra begeleiding van leerlingen in het kader van passend onderwijs; - De basisondersteuning moet worden versterkt en verbreed; Pagina 9

10 - Het Samenwerkingsverband geeft onderwijs, hetgeen inhoudt dat het Samenwerkingsverband een OPDC heeft (De Delta); - Er wordt beleid geëntameerd om leerlingen die nu op het VSO onderwijs volgen, verantwoord terug te leiden naar regulier onderwijs; - Er worden reserves (opgebouwd onder het oude Samenwerkingsverband) aangehouden, omdat nog onvoldoende zeker is hoe passend onderwijs voor het Samenwerkingsverband gaat uitpakken in samenhang met de voorgenomen fusie. Hier is nu voor 2016 duidelijkheid over. ORGANISATIE Het Samenwerkingsverband heeft een dagelijks bestuur en een toezichthoudend algemeen bestuur. Het algemeen bestuur vergadert gezamenlijk met de leden van het dagelijks bestuur. De leden van het dagelijks bestuur hebben geen stemrecht in dit overleg. Schoolleidersoverleg De directeur heeft 4x per jaar overleg met de schoolleiders binnen het Samenwerkingsverband. Dit overleg is gesplitst in een overleg met de VMBO/PRO (incl. VSO) schoolleiders en een overleg met de VMBO-t/HAVO/VWO (incl. VSO) schoolleiders. Bij dit overleg is de schoolleider van cluster 2 toehoorder. Werkorganisatie De directeur wordt ondersteund door een stafbureau, een administratiekantoor en een controller. Het Loket Passend Onderwijs is onderdeel van het stafbureau en draagt zorg voor het coördineren en verstrekken van toelaatbaarheidsverklaringen, voorbereiden beschikkingen LWOO en PRO, toewijzing trajecten tot De Delta en de flexibele arrangementen. Bovendien is het Loket belast met alle aangelegenheden die betrekking hebben op uitvoeringszaken betreffende individuele leerlingen en de specifieke vragen van ouders en scholen. Met de behandeling en toekenning van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) VSO is de adviescommissie toelaatbaarheidsverklaringen (ACT) ingesteld. Deze commissie adviseert het dagelijks bestuur ten aanzien van de toekenning van toelaatbaarheidsverklaringen. De directeur is op grond van haar mandaat belast met de besluitvorming. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) kent de toelaatbaarheidsverklaringen toe. De voorzitter van de PCL is de directeur, lid van de PCL is mevr. M. Schneider orthopedagoog/gzpsycholoog. Elders in dit bestuursverslag worden de resultaten vermeld. Lwoo en praktijkonderwijs Met de toekenning van een beschikking lwoo en praktijkonderwijs is de door de minister ingestelde Regionale Verwijzings Commissie belast. De Permanente Commissie Leerlingenzorg moet echter een advies uitbrengen. De advisering is bij de adviescommissie PO-VO ondergebracht. Met ingang van 1 januari 2016 zal de toekenning van lwoo en praktijkonderwijs aan de samenwerkingsverbanden worden opgedragen. Pagina 10

11 Netwerk zorgcoördinatoren De zorgcoördinatoren van de scholen zijn 6 keer bijeen geweest. Tijdens deze bijeenkomsten zijn onderwerpen aan de orde geweest als format Ontwikkelingsperspectief, procedures aanvraag TLV, collegiale consultaties e.d. De bijeenkomsten worden door het samenwerkingsverband georganiseerd. Bij twee van deze bijeenkomsten zijn ook de begeleiders passend Onderwijs aangesloten en eenmaal de contactpersonen van de jeugd -en gezinsteams. Klachtenregeling In voorkomende gevallen kunnen ouders/verzorgers een klacht indienen. Het samenwerkingsverband is aangesloten bij Informatie hierover is te vinden op de website van het Samenwerkingsverband. In 2014 zijn er geen klachten binnengekomen bij het Samenwerkingsverband. Wel is er een aantal keer contact geweest met een onderwijsconsulent. PERSONEEL Het personeel van het Samenwerkingsverband is werkzaam binnen de Delta en binnen het Loket Passend Onderwijs van het Samenwerkingsverband. De CAO VO is van toepassing. Functiecategorie De Delta Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel Directie formatieve omvang 24,99 fte 4,70 fte n.v.t. Functiecategorie Loket Passend Onderwijs Secretariaat Directie Coördinator Loket Orthopedagoog/psycholoog Projectleider PO-VO Adviseur Secretaris ACT formatieve omvang 1,00 fte 1,00 fte 1,00 fte 1,47 fte 0,50 fte 0,40 fte 0,20 fte Er zijn periodes dat er tijdelijk meer werk is voor de ACT. Gedacht moet dan worden aan het administratief verwerken van de toelaatbaarheidsverklaringen VSO. Met de betrokken medewerker is in voorkomende gevallen afgesproken dat de extra uren dan worden vergoed. Ziekteverzuim Het samenwerkingsverband is verzekerd voor ziekteverzuim. Pagina 11

12 Het verzuim van personeel wordt geregistreerd. Het verzuimpercentage in het verslagjaar was 4,56%. Dit betreft het verzuim inclusief langdurig en lang middel. Langdurig verzuim kwam dit schooljaar niet voor. Met name het lang middel verzuim neemt een groot deel van het totaal en dat is te verklaren omdat drie collega s langdurig afwezig zijn geweest in verband met ziekte. Dat was in de tweede helft van het schooljaar. Het betreft bij die collega s geen werkgerelateerde klachten. HUISVESTING Het samenwerkingsverband huurt: Kantoorruimte (pand Duivenbodestraat 11 te Leiden) Het contract kent een looptijd van 1 jaar. Per december 2015 bedroeg de netto huurprijs 1.609,86 per maand, inclusief energiekosten exclusief schoonmaak. Het Samenwerkingsverband is gebruiker van: Schoolgebouw De Delta (Da Costastraat 104 te Leiden) De gemeente Leiden is eigenaar van het gebouw, het Samenwerkingsverband heeft de verplichting van het onderhoud. Deze post is opgenomen in de exploitatie. KENGETALLEN EN MONITORING Aantallen leerlingen Het samenwerkingsverband kent de volgende ontwikkeling van het aantal leerlingen: Leerlingen LWOO PRO Overig VO Totaal VO Leerlingen VSO Cat 1 VSO Cat 2 VSO Cat 3 VSO totaal Leerlingen Plaatsingen De Delta Pagina 12

13 Als we deze cijfers afzetten tegen het landelijke beeld zien we het volgende: VO2801 LWOO PRO totaal ,85% 1,62% 8,47% ,63% 1,77% 8,39% ,54% 1,87% 8,41% ,73% 1,79% 7,52% Landelijk ,71% 2,84% 13,55% ,67% 2,92% 13,59% ,61% 2,95% 13,56% ,23% 2,98% 13,22% VO2801 vso cat 1 vso cat 2 vso cat 3 vso totaal ,99% 0,11% 0,28% 2,38% ,94% 0,11% 0,32% 2,37% ,04% 0,09% 0,26% 2,39% ,05% 0,09% 0,22% 2,36% Landelijk ,08% 0,11% 0,31% 3,51% ,15% 0,11% 0,34% 3,61% ,19% 0,12% 0,35% 3,66% ,04% 0,12% 0,32% 3,47% Opvallend bij bovenstaande cijfers is de afname van het aantal LWOO-beschikkingen. De afname van het aantal PRO beschikkingen was verwacht evenals de toename van het VSO categorie 1. Absoluut is het aantal toelaatbaarheidsverklaringen voor het VSO toegenomen, maar omdat de afname zit in categorie 3 ( de categorie met de hoogste ondersteuningsbekostiging) heeft dit geen financiële gevolgen. Opvallend is ook de daling van het aantal plaatsingen op De Delta in Dit was de start van Passend onderwijs en scholen konden zelf bepalen of plaatsing op De Delta wenselijk was. Na deze forse daling is de instroom in 2015 weer op het oude niveau. In de afgelopen jaren zijn de deelnamepercentages LWOO en PRO redelijk stabiel gebleken, tussen de 8,3 en 8,5%. Ook het deelnamepercentage VSO was de afgelopen jaren stabiel. Opvallend is dat dat het deelnamepercentage LWOO en PRO het laatste jaar ineens fors is gedaald, naar 7,52%. Het is op dit moment niet duidelijk in hoeverre hier sprake is van een tendens. In de prognose is rekening gehouden met een stabilisatie op het nieuwe niveau. Zeker voor de eerste drie jaren is dit een voorzichtige inschatting, omdat de instroom immers met name leerlingen in het eerste leerjaar betreft. Deze verlaagde instroom per 1 oktober 2015 is de komende drie jaren nog zichtbaar in de cijfers: een aanwijzing LWOO geldt immers voor de hele schoolloopbaan. De deelname VSO is stabiel gebleven. VSO Overzicht afgegeven Toelaatbaarheidsverklaringen voor het voortgezet speciaal onderwijs (zie verder het jaarverslag van de ACT) vso cat 1 vso cat 2 vso cat 3 vso totaal Pagina 13

14 Er is nog geen vergelijking mogelijk met voorgaande jaren. Alleen de totaalcijfers van de voorgaande jaren zijn beschikbaar. Aantal thuiszitters Eind december waren er 10 thuiszitters geregistreerd. In de voorgaande jaren is er geen sluitende registratie geweest. Dit is vanaf 2015 opgepakt. Toelichting: Het aantal thuiszitters wordt namelijk bepaald door de definitie die gehanteerd wordt. Vooralsnog is afgesproken dat als thuiszitters worden aangemerkt leerlingen die al vier weken thuiszitten met als reden: - De leerling wil niet naar school, of - Ouders sturen hun kind niet naar school, of - De toegang tot de school is ontzegd (geschorst), of - Er is geen overeenstemming over het onderwijsaanbod, of - Er is geen passend onderwijsaanbod. Er wordt overleg gevoerd met de gemeenten en de overige samenwerkingsverbanden voor PO en VO om tot een uniforme definitie te komen. Het aantal thuiszitters in de bovenstaande cijfers is vooral een gevolg van het aantal leerlingen dat in behandeling is bij de GGZ. SAMENVATTING VAN DE JAARREKENING 2015 Financiële paragraaf Deze financiële paragraaf bevat een analyse van de relatie tussen het gevoerde beleid en de staat van baten en lasten. Tevens is een analyse opgenomen van de afzonderlijke posten en de kengetallen. Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs in werking getreden. De jaren 2014 en 2015 waren in meerdere opzichten een overgangsperiode. In de eerste plaats zijn de verantwoordelijkheden en de bijbehorende budgetten gefaseerd overgedragen aan het samenwerkingsverband. Vanaf 1 januari 2016 heeft het samenwerkingsverband zijn volle omvang. Vanaf dat moment vallen ook de toeleiding naar en de bekostiging van LWOO en PRO onder de verantwoordelijkheid. Dit betekent dat de realisatiecijfers van 2015 niet direct zijn door te vertalen naar de consequenties voor de toekomst. Wel is het zo dat het inzicht in de leerlingstromen is verbeterd. Verder was er bij het opstellen van de begrotingen voor 2014 en 2015 geen ervaring met de materie. De begrotingen zijn deels gebaseerd op beredeneerde aannames. De komende jaren zal de planning en controlcyclus aan kwaliteit winnen, door de verrijking met ervaringsgegevens. De voorgeschreven presentatie van de cijfers in de jaarrekening biedt weinig inzicht in de beleidsmatige uitwerking van het ondersteuningsplan naar de financiële consequenties. De baten in de jaarrekening zijn namelijk gesaldeerd weergegeven: van de normbekostiging zijn de verplichte afdrachten aan het VSO (en vanaf 2016 ook LWOO en PrO) afgetrokken, evenals de generieke afdrachten aan de schoolbesturen. Ook is de vertaling naar de beleidsuitgangspunten van het samenwerkingsverband hiermee niet te maken. Pagina 14

15 Daarom wordt voor de interne beleidscyclus gewerkt met een programmabegroting, waar in deze elementen apart zichtbaar zijn. De begroting van 2015 is nog niet geheel volgens deze indeling opgesteld. Daarom is op basis van de begrotingsposten een herrekening gemaakt naar de programmabegroting. Deze vertaling van de cijfers in de jaarrekening geeft het volgende beeld: begroting realisatie verschil Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totale baten Lasten Pr.1: Passend onderwijs op de scholen Pr.2: Passend onderwijs met hulp van het SWV Pr.3: Passend onderwijs tijdelijk bovenschools (De Delta) Pr.4: Passend onderwijs op LWOO, PrO, VSO Pr.4A: LWOO Pr.4B: PrO Pr.4C: VSO Pr.5: Samenwerken bij zorgplicht en overgangen Pr.6: Kwaliteitszorg Pr.7: Ontwikkelingen Pr.8: Bestuur En organisatie Totale lasten Resultaat De belangrijkste verschillen ten opzichte van de begroting zijn: Baten: in de begroting is de onderverdeling van de baten anders weergegeven. In de post overige baten zijn de rijksbijdragen die de scholen overdragen aan De Delta meegenomen (in de realisatie verantwoord onder rijksbijdragen), evenals de gemeentelijke subsidies (in de realisatie verantwoord onder overige overheidsbijdragen). Een deel van de baten heeft betrekking op het project Erasmus Plus. Wanneer deze baten buiten beschouwing worden gelaten ligt het totaal van de baten nog steeds ca boven het begrote niveau. Dit wordt veroorzaakt doordat de bekostigingstarieven in de loop van 2015 beduidend zijn gestegen. Programma 2 passend onderwijs met hulp van het SWV: de onderschrijding op deze begrotingspost wordt veroorzaakt doordat minder Begeleiders Passend Onderwijs zijn ingehuurd dan verwacht. Programma 4c VSO: Het bedrag van de realisatie is in lijn met de begroting. Er is echter sprake van twee grote verschillen die elkaar grotendeels opheffen: tegenover een deelname VSO die lager is dan verwacht staat een verhoging van de tarieven voor de ondersteuningsbekostiging VSO. Overigens worden deze hogere tarieven gecompenseerd door hogere baten. Programma 7 ontwikkelingen: de overschrijding wordt veroorzaakt door de verantwoording van kosten voor het project Erasmus Plus. Tegenover deze kosten staan baten van dezelfde omvang (onder overige overheidsbijdragen). Pagina 15

16 Financiële kengetallen Het duiden en analyseren van de financiële kengetallen van samenwerkingsverbanden is nauwelijks mogelijk door het ontbreken van algemeen gedeelde en onderbouwde normeringen. Een gevalideerd referentiekader is nog niet ontwikkeld. Daarnaast beslaat de verslagperiode de opstartfase, een fase met een meer initieel dan structureel karakter. Ten slotte zijn de cijfers niet te vergelijken met het voorgaande jaar, omdat passend onderwijs pas sinds 1 augustus 2014 in werking is getreden. Begripsbepaling baten en lasten Een aantal kengetallen wordt gerelateerd aan de baten. De definitie van de hoogte van de baten in de jaarrekening is echter een andere dan de definitie die gebruikt wordt voor de interne sturing. Intern hanteren we als baten de normbekostiging, gecorrigeerd met de verevening. In de jaarrekening worden hiervan de verplichte afdrachten aan het VSO (en vanaf 2016 ook LWOO en PrO) afgetrokken, evenals de generieke afdrachten aan de scholen, zoals bijvoorbeeld in programma 1. Dit betekent dat de baten in de jaarrekening per definitie lager zijn dan de werkelijke baten. Om die reden zijn in onderstaand overzicht de kengetallen dubbel weergegeven. In de eerste kolom de kengetallen zoals die gebaseerd zijn op de jaarrekening, in de tweede de kengetallen zoals die gelden wanneer de indeling van de programmabegroting wordt gehanteerd. Dit leidt tot verschillen in de kengetallen die een relatie hebben met de staat van baten en lasten (rentabiliteit en weerstandsvermogen). Voor de balanskengetallen (liquiditeit en solvabiliteit) is er geen verschil. Het is in onderwijsorganisatie gebruikelijk om ook de kapitalisatiefactor ((activa gebouwen/terreinen) / totale baten) op te nemen. Dit getal is in het leven geroepen naar aanleiding van de bevindingen van de Commissie Don, als indicatie of schoolbesturen hun middelen voldoende inzetten. Voor een samenwerkingsverband passend onderwijs is dit kengetal niet relevant, zeker niet in de opstartfase, omdat het heel andere kenmerken heeft dan een onderwijsorganisatie. JR Feitelijk Berekening Definitie Rentabiliteit 12,5% 8,2% exploitatieresultaat uit gewone bedrijfsvoering / baten Weerstandsvermogen 83,4% 51,9% (eigen vermogen - vaste activa) / rijksbijdrage Zicht op het rendement. Geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat. Graadmeter voor de mate waarin een bestuur zich een tekort in de exploitatie kan permitteren in relatie tot de opgebouwde reserves. Liquiditeit 6,5 6,5 (kortlopende vorderingen + liquide middelen) / kortlopende schulden De "current ratio" illustreert het vermogen van een organisatie om crediteuren tijdig (op korte termijn) te kunnen betalen. Solvabiliteit 80,9% 80,9% eigen vermogen / totaal vermogen Graadmeter voor de financiële onafhankelijkheid van een organsiatie. Geeft aan of de organisatie aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Het samenwerkingsverband is ruimschoots in staat om zowel lopende verplichtingen als mogelijke tegenvallers op te vangen. Pagina 16

17 Continuïteitsparagraaf Meerjarenperspectief De meerjarenbegroting is gebaseerd op het ondersteuningsplan. De volgende doelstellingen worden hierin geconcretiseerd: Uitgegaan wordt van een gelijkblijvend leerlingaantal tot 1 oktober 2016, vervolgens met een jaarlijkse gemiddelde daling met 1%. Het aantal leerlingen met een aanwijzing voor LWOO vertoont per 1 oktober 2015 een forse daling. Dit geldt ook voor het aantal leerlingen met een TLV voor PRO. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een stabilisatie van het deelnamepercentage op het lagere niveau. Het beleid van het samenwerkingsverband is gericht op een stabilisatie van het aantal leerlingen dat naar het VSO wordt verwezen, op de huidige 2,40%. Bovenstaande leidt tot het volgende overzicht: leerlingen VO overig leerlingen LWOO leerlingen PrO Totaal leerlingen VO Leerlingen VSO categorie 1 (laag) categorie 2 (midden) categorie 3 (hoog) Totaal leerlingen VSO Deelnamepercentages deelnamepercentage LWOO 6,52% 5,73% 5,73% 5,73% 5,73% deelnamepercentage PrO 1,87% 1,79% 1,79% 1,79% 1,79% Deelnamepercentage VSO 2,38% 2,40% 2,40% 2,40% 2,40% De goedgekeurde meerjarenbegroting geeft het volgende beeld: Pagina 17

18 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totale baten Lasten Pr.1: Passend onderwijs op de scholen Pr.2: Passend onderwijs met hulp van het SWV Pr.3: Passend onderwijs tijdelijk bovenschools (De Delta) Pr.4: Passend onderwijs op LWOO, PrO, VSO Pr.4A: LWOO Pr.4B: PrO Pr.4C: VSO Pr.5: Samenwerken bij zorgplicht en overgangen Pr.6: Kwaliteitszorg Pr.7: Ontwikkelingen Pr.8: Bestuur En organisatie Totale lasten Resultaat Naast de genoemde uitgangspunten zijn ter toelichting de volgende opmerkingen te maken: Vanaf 1 januari 2016 worden LWOO en PRO onderdeel van passend onderwijs. Hierdoor stijgen vanaf 2016 de baten en de verplichte afdrachten fors. De verplichte afdracht aan het VSO (programma 3) is ingegaan vanaf schooljaar 2015/2016. Vanaf kalenderjaar 2016 heeft dit dus zijn volle omvang. Programma 1 Passend onderwijs op de scholen: Naast de inzet van Begeleiders Passend Onderwijs krijgen de scholen de beschikking over een budget van eerst 75 en vanaf 2017 van 100 per leerling waarmee het niveau van de basisondersteuning verder omhoog kan worden gebracht en gehouden (ontwikkelagenda). Vanaf 2018 is er sprake van groeiende positieve resultaten, uiteraard mits de beoogde effecten van het ingezette beleid worden gerealiseerd. Rekening houdend met de hierna beschreven risico s betekent dit dat er op de lange termijn sprake is van nog in te vullen beleidsruimte. Voor de invulling hiervan zullen plannen worden ontwikkeld. Het samenwerkingsverband heeft immers geen winstoogmerk. Aan de andere kant dienen de middelen wel op een verantwoorde wijze te worden ingezet. Bovenstaand overzicht is opgesteld volgens de interne begrotingssystematiek, omdat op deze manier de relatie tussen beleid en financiën inzichtelijk wordt gemaakt. Vertaald naar de indeling conform de Regeling Jaarverslaggeving ontstaat het volgende beeld: Pagina 18

19 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totale baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totale lasten Resultaat Dit leidt tot de volgende meerjarenbalans: Activa Materiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen Totaal activa Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva De financiële positie van het samenwerkingsverband is goed. Het eigen vermogen per 31 december 2015 bedraagt Dit bedrag is ruim voldoende om de begrote negatieve resultaten van 2016 en 2017 op te kunnen vangen en om onverwachte situaties het hoofd te bieden. Om de benodigde omvang van het vermogen te kunnen bepalen is het wenselijk dat een uitgebreide risicoanalyse wordt uitgevoerd. Vooruitlopend hierop is reeds een aantal beleidsmatige en financiële risico s in kaart gebracht. Aangezien Passend Onderwijs pas kort geleden van start is gegaan, is de meerjarenbegroting voor een deel gebaseerd op beredeneerde aannames. De ontwikkelingen in de realiteit zullen nauwgezet gemonitord worden. Indien noodzakelijk kan dan worden ingegrepen. Uiteindelijk zal de verrijking met ervaringscijfers leiden tot een steeds beleidsrijkere begroting. Het SWV heeft eigen personeel. Naar verwachting zal de komende jaren geen verandering plaatsvinden in de omvang en samenstelling van de formatie. In de toelichting op de staat van baten en lasten in de jaarrekening wordt een overzicht gegeven. Risico s Een algemeen risico is dat de begroting nog niet geheel onderbouwd kan worden met meerjarige ervaringscijfers. Wel zijn de ervaringen van het eerste jaar meegenomen, maar daarin was ook sprake van Pagina 19

20 incidentele zaken en was de uitvoering van beleidslijnen nog niet geheel doorontwikkeld. Pas in de loop der jaren zullen de cijfers met meer zekerheid opgesteld kunnen worden. In de voorliggende begroting zijn daarnaast de volgende risico s te onderscheiden: Korting op lumpsum schoolbesturen In het stelsel passend onderwijs is erin voorzien dat wanneer de verplichte afdrachten aan het VSO het totale budget zware ondersteuning (inclusief verevening) te boven gaan, er door DUO een automatische korting op de lumpsum van de deelnemende schoolbesturen wordt toegepast. Datzelfde geldt in geval de verplichte afdrachten voor LWOO en PRO het totale budget lichte ondersteuning (algemeen, LWOO en PRO) te boven gaan. In onderstaand overzicht wordt dit risico in beeld gebracht. Wanneer de uitputtingspercentages stijgen en in de buurt van de 100% komen, is er sprake van een reëel risico. Afdracht lichte ondersteuning ondersteuning inclusief verevening): de werkelijke afdracht (via DUO) is: 72% 70% 70% 70% Afdracht zware ondersteuning de maximale afdracht VSO de werkelijke afdracht (via DUO en SWV) is: % 65% 62% 58% De uitputtingspercentages LWOO en PrO zijn stabiel rond de 80%. Het uitputtingspercentage VSO daalt naar onder de 60%, als gevolg van de stijging van het budget zware ondersteuning door de afbouw van de verevening. Beide risico s zijn dus verwaarloosbaar. Beïnvloedbaarheid van de begrotingsposten De grootste begrotingsposten (deelname LWOO, PRO, VSO) zijn slechts op de langere termijn beïnvloedbaar, omdat ze direct bepaald worden door het aantal leerlingen. In totaal beslaan deze posten ruim 62% van de totale baten. Het is dus essentieel dat de leerlingstromen worden gemonitord. Met name de residentiële leerlingen moeten nauwlettend worden gevolgd, hier bestaat de kans dat leerlingen onterecht worden toegerekend aan het samenwerkingsverband. Overigens is hier sprake van een gering risico. Pagina 20

21 Begroting 2016 Totale baten Lasten % Pr.1: Passend onderwijs op de scholen ,6% Pr.2: Passend onderwijs met hulp van het SWV ,4% Pr.3: Passend onderwijs tijdelijk bovenschools (De Delta) ,9% Pr.4: Passend onderwijs op LWOO, PrO, VSO 0 Pr.4A: LWOO ,6% Pr.4B: PrO ,0% Pr.4C: VSO ,5% Pr.5: Samenwerken bij zorgplicht en overgangen ,0% Pr.6: Kwaliteitszorg ,2% Pr.7: Ontwikkelingen ,0% Pr.8: Bestuur En organisatie ,2% Totale lasten #VERW! ,5% # Resultaat ,5% Ontwikkeling deelname VSO De deelname aan het VSO is de laatste jaren stabiel. Ook voor de komende jaren wordt een stabiel deelnamepercentage voorzien. Een risico is dat het absolute aantal leerlingen met een TLV voor het VSO gelijk blijft, maar dat daarmee het deelnamepercentage stijgt (de totale populatie zal gaan krimpen). Verder brengt de regeling tussentijdse groei (per peildatum 1 februari) een risico met zich mee. De groei wordt berekend aan de hand van nieuwe toelaatbaarheidsverklaringen. Hier worden de vertrekkende leerlingen van afgetrokken. De berekening wordt gemaakt per BRIN. Wanneer alle leerlingen met een nieuwe TLV naar school A gaan en de vertrekkers verlaten alleen school B, dan kan weliswaar de groei in het SWV nul zijn, maar moet er toch groei bekostigd worden. Ook dit vraagt consequente monitoring van de leerlingstromen. De groeitelling per 1 februari 2015 leidde tot een te bekostigen aantal van 8 leerlingen categorie 1. Dit is tot nu toe het enige ervaringscijfer. Daarom is voorzichtigheidshalve in de meerjarenbegroting rekening gehouden met een structurele tussentijdse groei met 10 leerlingen. Hierdoor is het risico van overschrijdingen beperkt. De Delta In de afgelopen jaren is het aantal leerlingen van De Delta teruggelopen van ca. 225 naar ca Daarop is het afgelopen jaar ingespeeld. Het grootste deel van de lasten wordt gecompenseerd door de overdracht van de leerlinggebonden bekostiging door de scholen. Wanneer echter het aantal leerlingen nog verder terugloopt, zullen niet alle lasten (personeel, huisvesting) evenredig mee kunnen dalen. In dat geval leidt dit tot een toename van de netto lasten voor het SWV. Gezien het ingezette beleid om het niveau van basisondersteuning te verhogen, is dit een reëel risico. We zullen de ontwikkelingen strak monitoren. Mogelijke maatregelen zijn inmiddels in voorbereiding. Erasmus Plus Het SWV is bereid om penvoerder en kassier van het Europese project Erasmus Plus te zijn. Dit betekent dat de komende jaren een totaal van aan subsidies wordt ontvangen om te verdelen over de Pagina 21

22 internationale deelnemers. Zeker is dat de ontvangsten en de uitgaven niet in hetzelfde ritme plaats zullen vinden. Met name aan het eind van het project zullen wellicht bedragen moeten worden voorgeschoten. Risico is dat reeds betaalde bedragen zullen moeten worden teruggevorderd, als uit de projectverantwoording blijkt dat er onvoldoende voldaan is aan de subsidievoorwaarden. In principe zijn de afspraken met de deelnemers zodanig dat het SWV hier geen risico loopt. Treasuryverslag In het Treasury statuut van Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 is het beleid inzake beleggen en belenen verwoord. Er worden geen gelden in reserve gehouden. Primaire taak van het samenwerkingsverband is om passend onderwijs te realiseren binnen de scholen en voorzieningen. De middelen moeten zoveel als mogelijk ingezet worden in het primaire proces. Er dient alleen voldoende weerstandsvermogen te zijn om eventuele tegenvallers en risico s te kunnen pareren. De gereserveerde middelen worden weggezet op een zakelijke spaarrekening en zijn direct en snel beschikbaar. Eventuele middelen boven de noodzakelijk geachte reserve worden terug uitgekeerd aan de schoolbesturen. Met de middelen van het samenwerkingsverband wordt derhalve niet belegd, beleend of geïnvesteerd. Pagina 22

23 Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 2801 Jaarrekening 2015 Telefoon: Website:

24

25 Inhoudsopgave Pagina Jaarrekening Balans na resultaatbestemming per 31 december Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Grondslagen 29 Toelichting op de balans na resultaatbestemming per 31 december Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW 38 Niet in de balans opgenomen verplichtingen 39 Toelichting op de staat van baten en lasten Overzicht verbonden partijen 44 WNT 45 Overige gegevens 46 Controleverklaring 47 (Voorstel) bestemming van het resultaat 49 Gebeurtenissen na balansdatum 50 Bijlagen 51 Gegevens over de rechtspersoon 52 Pagina 24

26 Balans na resultaatbestemming per 31 december 2015 Activa 31 december december 2014 Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Meubilair Inventaris en apparatuur ICT Duurzame leermiddelen Vorderingen Overige overheden (gemeenten) Overige vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Kassen Banken Totaal Activa Pagina 25

27 Balans na resultaatbestemming per 31 december 2015 Passiva 31 december december 2014 Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen Kortlopende schulden Crediteuren Loonheffing en premies Pensioenpremies Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Totaal Passiva Pagina 26

28 Staat van baten en lasten 2015 Baten Realisatie Begroting Realisatie In In In Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Totaal Baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal Lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Saldo financiële baten en lasten Exploitatieresultaat Pagina 27

29 Kasstroomoverzicht over 2015 n Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Afschrijvingen Mutaties werkkapitaal - Vorderingen Kortlopende schulden Mutaties voorzieningen Ontvangen interest Betaalde interest Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen Pagina 28

30 Grondslagen Activiteiten De Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO te Leiden heeft tot doel de leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften in de regio op de aangesloten scholen een passend onderwijsaanbod te bieden. ALGEMEEN De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de bepalingen van Boek 2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen zijn in hele euro's. GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingprijs onder aftrek van eventuele investeringssubsidies, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Er wordt een activeringsgrens gehanteerd van 500, investeringen onder de 500 worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht. Schoolgebouwen Het economisch eigendom van de gebouwen is in handen van de gemeente en het juridisch eigendom berust bij het bevoegd gezag. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Voor kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. Pagina 29

31 Inventaris en duurzame leer- en hulpmiddelen Als ondergrens voor het activeren van duurzame middelen wordt een bedrag van 500 aangehouden. Deze ondergrens geldt per artikel of voor een groep van samenhangende artikelen. De gehanteerde categorieën materiële vaste activa en de bijbehorende afschrijvingspercentages zijn: Gebouwen en verbouwingen 3,33% Meubilair 12,50% 10% Inventaris en apparatuur 12,50% 10% ICT hardware 25,00% 10% Leermiddelen 12,50% De afschrijving kan nooit over een langere periode plaatsvinden dan de technische levensduur. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzondere-waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Vlottende activa Vorderingen De vorderingen zijn voor zover noodzakelijk gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Liquide middelen De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld in de toelichting op de balans, ter vrije beschikking van het bevoegd gezag en worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van het bevoegd gezag worden verwerkt onder de financiële vaste activa. Eigen Vermogen Algemene reserve De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van het bevoegd gezag en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten die ontstaan uit het verschil tussen de baten en lasten. Deze reserve dient ter dekking van eventuele toekomstige exploitatietekorten. Reserves worden geacht uit publieke middelen te zijn opgebouwd tenzij expliciet anders is vermeld in de toelichting op de balans. Pagina 30