AANVULLEND BODEMONDERZOEK TOEKOMSTIG PERCEEL KERKPLEIN 5A (MOMENTEEL VOORSTRAAT 10) TE KOCKENGEN (KOCKENGEN, SECTIE F, NUMMER 2000 EN 2255)

Transcriptie

1 PROJECT 76 AANVULLEND BODEMONDERZOEK TOEKOMSTIG PERCEEL KERKPLEIN 5A (MOMENTEEL VOORSTRAAT ) TE KOCKENGEN (KOCKENGEN, SECTIE F, NUMMER EN 55) Vestiging Kamerik Nijverheidsweg GZ Kamerik t Vestiging Heerhugowaard Galileistraat SE, Heerhugowaard t Vestiging Steenwijk Oevers VC Steenwijk t bodemonderzoek I saneringsbegeleiding I partijkeuringen I waterbodemonderzoek I arbo/veiligheid I legionella

2 Project 76 Titel Projectleider Adviseur Aanvullend bodemonderzoek Toekomstig perceel Kerkplein 5a te Kockengen (Kockengen, sectie F, nummer en 55) Dhr. R. Okkerse Dhr. J.A. van de Wolfshaar, MSc. Datum rapport 9 juni Opdrachtgever Contactpersoon Gemeente Stichtse Vecht Endelhovenlaan 36 BE Maarssen Dhr. M. de Weerd Telefoon Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen die zijn opgesteld in de BRL SIKB. Grondslag is door KIWA gecertificeerd voor het verrichten van Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek conform deze BRL. Grondslag BV is als opdrachtnemer onafhankelijk van de opdrachtgever. Tussen beide bestaat geen relatie als bedoeld in paragraaf 3..7 van de BRL SIKB.

3 Project 76 INHOUDSOPGAVE INLEIDING EN DOEL TERREINGEGEVENS. Afbakening onderzoekslocatie. Huidige situatie.3 Historie tot op heden.4 Voorgaand onderzoek.5 Hypothese en onderzoeksopzet 3 VELDWERK 3 3. Uitvoering 3 3. Resultaten Grond Grondwater 3 4 CHEMISCHE ANALYSES 4 4. Toetsingskader 4 4. Analyses grond Analyses grondwater 6 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 6 BIJLAGEN BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV BIJLAGE V : Kaartmateriaal : Boorbeschrijvingen : Toetsingstabellen : Analysecertificaten : Verklarende woordenlijst

4 Project 76 INLEIDING EN DOEL Door Milieudienst Noord-West Utrecht is, namens de gemeente Stichtse Vecht, aan Grondslag BV opdracht verleend voor het uitvoeren van een aanvullend bodemonderzoek op het perceel Kerkplein 5a te Kockengen. De aanleiding voor het bodemonderzoek wordt gevormd door de resultaten van het verkennend onderzoek (conceot-rapport opgesteld door NIPA Milieutechniek BV, project.4,5 februari ) en de voorgenomen bestemmingswijziging. De gegevens van dit onderzoek zijn, indien relevant, in dit rapport verwerkt. Het doel van het onderzoek is vast te stellen of er op de onderzoekslocatie sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Tevens dient te worden beoordeeld of de bodemkwaliteit de gedeeltelijke bestemmingswijziging (perceel F55) zou kunnen belemmeren. De functie van dit terreindeel wordt in de toekomst wonen. TERREINGEGEVENS Voorafgaand aan het bodemonderzoek is er een vooronderzoek conform de NEN 575 verricht, waarbij het basisniveau is gehanteerd. De gegevens die al door NIPA zijn verzameld zijn gecontroleerd en aangevuld. De resultaten van het vooronderzoek zijn verwerkt in dit hoofdstuk. Het vooronderzoek richt zich tevens op de direct aangrenzende percelen.. Afbakening onderzoekslocatie De onderzoekslocatie zal in de toekomst perceel Kerkplein 5a worden. Momenteel is het perceel nog bekend als Voorstraat. Het perceel staat kadastraal bekend als gemeente Kockengen, sectie F, nummer en 55. De x- en y-coördinaten van het perceel zijn 4,9 en 46,. Het perceel heeft een oppervlakte van circa 6 m². De onderzoekslocatie bestaat uit het gehele perceel Voorstraat. De begrenzing van de onderzoekslocatie is weergegeven op de tekening in bijlage I.. Huidige situatie Op de locatie bevinden zich een woonhuis, een schuur en een kas. De kas is gebruikt geweest als bloemenzaak. De verharding ter plaatse van de kas bestaat voor meer dan de helft uit een betonvloer. Ter plaatse van de schuur is ook een betonvloer aanwezig. Op het buitenterrein bestaat de verharding grotendeels uit tegels. De regionale ligging van de locatie is weergegeven in bijlage I..3 Historie tot op heden Voor het historisch onderzoek zijn de volgende bronnen geraadpleegd: - huidige eigenaar - opdrachtgever - milieudienst Noord-West Utrecht - oud kaartmateriaal (

5 Project 76 Op de locatie zijn, voor zover bekend bij Milieudienst Noord-West Utrecht, geen ondergrondse brandstoftanks aanwezig (geweest). Op het naastgelegen perceel Voorstraat heeft in het verleden een (ondergrondse) brandstoftank gelegen deze is in 979 verwijderd. Zover bekend zijn er geen sloten gedempt, is er niet structureel afval gestort of verbrand en is het maaiveld niet opgehoogd. Voor zover bekend zijn er geen (grote) obstakels, zijnde puin, funderingsresten, slakken, sintels en/of asfalt in de bodem aanwezig. Voor zover bekend hebben zich op of in de directe omgeving van de onderzoekslocatie geen calamiteiten voorgedaan, waardoor mogelijk bodemverontreiniging zou kunnen zijn ontstaan. Bij is geen informatie aangaande de onderzoekslocatie bekend..4 Voorgaand onderzoek Ter plaatse van de onderzoekslocatie is in februari een verkennend onderzoek uitgevoerd (concept-rapport NIPA Milieutechniek BV, project.4, 5 februari ). Tijdens dit onderzoek is in de grond een matige verhoging aan lood en zink aangetoond. In het grondwater zijn hooguit lichte verhogingen aangetoond. In de conclusie van het rapport wordt aanbevolen om aanvullend onderzoek te laten verrichten, teneinde de ernst en omvang van de verontreiniging in zowel horizontale als verticale richting af te perken..5 Hypothese en onderzoeksopzet Omdat op basis van het verkennend onderzoek, uitgevoerd door NIPA Milieutechniek BV, wordt verwacht dat er matige verhogingen aan lood en zink op de gehele locatie aanwezig zijn. Er worden op de locatie geen verhogingen aan OCB s verwacht. Uit historische informatie van o.a. de eigenaar blijkt dat de kas alleen is gebruikt ten behoeve van de verkoop van planten. Er is dan ook niet structureel met bestrijdingsmiddelen gewerkt. Aanvullend onderzoek naar OCB s is ons inziens dan ook niet noodzakelijk. Opgemerkt dient te worden dat een aanvullend bodemonderzoek volgens een steekproefsgewijze opzet wordt uitgevoerd. Tevens dient het bodemonderzoek beschouwd te worden als een tijdelijk vastgestelde status van de bodemkwaliteit ter plaatse. Derhalve kan in bepaalde situaties (bijvoorbeeld bij een toekomstige bestemmingswijziging of aanvraag van een bouwvergunning) de geldigheidsduur van het onderzoek beperkt zijn.

6 3 Project 76 3 VELDWERK 3. Uitvoering Het verrichten van de boringen van het aanvullend onderzoek heeft plaatsgevonden op 3 mei door de heer P.J. van der Werf. In totaal zijn ter plaatse van de onderzoekslocatie tien boringen verricht (nrs. t/m ). De boringen zijn verspreid over de onderzoekslocatie verricht. De ligging van de boringen is weergegeven in bijlage I. Alle boringen zijn uitgevoerd tot een minimale diepte van, m-mv (meter minus maaiveld). De boringen, 6 en 8 zijn doorgezet tot een diepte van respectievelijk,6,,5 en,3 m- mv. De boringen 5, 6 en 9 zijn op een diepte van respectievelijk,5,,5 en,8 m-mv gestaakt op een handmatig ondoordringbare laag (boring 6 is gestuit op hout). Aangezien het onmogelijk was om een boring dieper dan,5 m-mv te plaatsen, is er tijdens het veldwerk ook geen extra peilbuis geplaatst. 3. Resultaten 3.. Grond Bodemopbouw Vanaf het maaiveld tot een diepte van, m-mv bestaat de bodem wisselend uit klei, veen en zand. De boorprofielen zijn weergegeven in bijlage II. Zintuiglijke waarnemingen In de bovengrond zijn ter plaatse van vrijwel alle boringen bijmengingen aan puin, kolen en/of baksteen aangetroffen. Dit kan duiden op een verontreiniging met zware metalen en/of PAK. In de ondergrond zijn ook bodemvreemde materialen aanwezig gezien het feit dat drie boringen zijn gestuit op ondoordringbare lagen. Er is visueel geen asbestverdacht materiaal in of op de bodem aangetroffen. 3.. Grondwater In onderstaande tabel zijn de gegevens vermeld afkomstig uit het rapport van NIPA. Tabel 3.: Veldwerkgegevens grondwater peilbuis Filterstelling (m-mv) grondwaterstand (m-mv) ph EC (ms/cm) Waarnemingen 4,3-,3,5 à,8 7,4,95

7 4 Project 76 4 CHEMISCHE ANALYSES De analyses en bewerkingen zijn uitgevoerd door een RvA-geaccrediteerd laboratorium. 4. Toetsingskader De analyseresultaten zijn getoetst aan de normwaarden uit de Circulaire Bodemsanering 9 en Bijlage B van de Regeling Bodemkwaliteit. De normwaarden bestaan uit een landelijke (generieke) achtergrondwaarde (grond) of streefwaarde (grondwater) en uit een interventiewaarde (zowel grond als grondwater). Het gemiddelde van de achtergrond- of streefwaarde en de interventiewaarde is de T-waarde. De normwaarden zijn weergegeven in bijlage III. Voor grond wordt getoetst aan de landelijke (generieke) achtergrondwaarden, voor grondwater aan de streefwaarden voor ondiep grondwater (< m-mv). Overschrijdingen van de normen kunnen worden geïnterpreteerd als een: lichte verhoging : matige verhoging: sterke verhoging : gehalte > achtergrondwaarde (grond) of streefwaarde (grondwater) gehalte > T-waarde gehalte > interventiewaarde De normen geldend voor grond voor barium zijn per april 9 tijdelijk buiten werking gesteld. Alleen als verhoogde bariumgehalten het gevolg zijn van een antropogene bron (menselijk handelen), kan het bevoegd gezag dit gehalte beoordelen aan de voormalige normen. Het gehalte barium moet wel gemeten blijven worden. De normwaarden voor organische verbindingen in grond zijn afhankelijk van het percentage organische stof. De normwaarden voor een aantal niet-organische verbindingen in grond zijn afhankelijk van de percentages organische stof en lutum. De streef- en interventiewaarden voor grondwater zijn vaste waarden. Een verhoging ten opzichte van de T- of interventiewaarde vormt aanleiding tot het uitvoeren van een aanvullend onderzoek. Conform de Wet Bodembescherming (Wbb) is de ernst van de verontreiniging gerelateerd aan een omvangscriterium. Om van een geval van ernstige bodemverontreiniging te spreken, dient voor tenminste één stof de gemiddelde concentratie van minimaal 5 m³ grond of m³ grondwater de interventiewaarde te worden overschreden. De termijn waarop een geval van ernstige bodemverontreiniging dient te worden gesaneerd, wordt bepaald door de spoedeisendheid. Hierbij zijn de actuele risico s voor de mens, het ecosysteem en voor verspreiding bepalend. Indien de verontreiniging geheel of grotendeels na januari 987 is ontstaan, is sprake van een nieuw geval van bodemverontreiniging. In 987 is de zorgplicht in de Wet bodembescherming opgenomen, die inhoudt dat een nieuw geval van bodemverontreiniging, ongeacht de ernst van de verontreiniging, in beginsel terstond dient te worden verwijderd.

8 5 Project Analyses grond Zes grondmonsters zijn voor analyse geselecteerd. De analyseresultaten zijn weergegeven in tabel 4.. De analysecertificaten zijn weergegeven in bijlage IV. Tabel 4.: Analyseresultaten grond (mg/kg d.s.) Ref Monsters Waarnemingen Ba Cd Co Cu Hg Pb Mo Ni Zn Olie PAK PCB s BovengrondNIPA (,5-,)+ (,5-,85)+ 7(,-,75) puin++, baksteen+++ puin++, baksteen++ puin++, baksteen+ 7, ,345 33* ,85 OndergrondNIPA 4(,5-,) Puin++, baksteen++ 6,66 5 5,4,7 38* - 3,5 39* - 4,7 - Resultaten aanvullend onderzoek Grondslag (,5-,3) puin+, kolen+ 36* 9* 3(,-,5) puin+, kolen+ 9* 7* 3 4(,-,5) puin (,5-,4) puin (,3-,5) puin++, kolen (,3-,7) puin+ - 3 ref : referentie op analysecertificaat waarneming : + (sporen/zwak), ++ (matig), +++ (sterk), ++++ (uiterst) blanco : geen analyse uitgevoerd - : het gehalte is kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of detectielimiet) getal : het gehalte overschrijdt de achtergrondwaarde getal* : het gehalte overschrijdt de T-waarde getal** : het gehalte overschrijdt de interventiewaarde Resultaten NIPA Tijdens het verkennend onderzoek van NIPA zijn tot een diepte van, m-mv matige verhogingen aan lood en zink aangetoond. De verhogingen worden vermoedelijk veroorzaakt door de bodemvreemde bijmengingen. Resultaten Grondslag De geselecteerde grondmonsters van de bovengrond zijn geanalyseerd op lood en zink. In de grondmonsters van de boringen en 3 zijn de gehalten lood en zink matig verhoogd. In het grondmonster van boring 8 en zijn de gehalten lood en zink licht verhoogd. In de grondmonsters van de boringen 4 en 9 zijn de gehalten aan lood en zink kleiner dan de achtergrondwaarde en/of detectielimiet.

9 6 Project Analyses grondwater De analyseresultaten van grondwater zijn weergegeven in tabel 4.. Het betreft de meetwaarden uit het onderzoek van NIPA. Tabel 4.: Analyseresultaten grondwater (μg/l) Peilbuis filterstelling (m-mv) Ba Cd Co Cu Hg Pb Mo Ni Zn VAK B T E X S N Olie VOCl Pb 4,3-, : de concentratie is kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde (of detectielimiet) getal : de concentratie overschrijdt de streefwaarde getal* : de concentratie overschrijdt de T-waarde getal** : de concentratie overschrijdt de interventiewaarde Resultaten NIPA Het grondwatermonster afkomstig uit peilbuis 4 is de bariumconcentratie licht verhoogd. 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie Kerkplein 5a te Kockengen is vastgelegd. De gestelde hypothese, dat ter plaatse van de onderzoekslocatie (lichte) tot matige verhogingen aan lood en zink worden verwacht is bevestigd. Er is op het perceel in diverse boringen een matige verhoging aan lood en/of zink aangetoond. Op basis van de uitkomsten van het aanvullend onderzoek en de uitkomsten van het verkennend onderzoek uitgevoerd door NIPA Milieutechniek BV kan worden geconcludeerd dat er op het perceel maximaal matige verhogingen aan lood en/of zink zijn aangetoond. De interventiewaarden worden niet overschreden. In het grondwater zijn maximaal lichte verhogingen gemeten. Opmerkelijk is dat diverse boringen, zowel tijdens het verkennend als het aanvullend onderzoek, zijn gestuit op ondoordringbare lagen. Het is niet bekend hoe deze lagen in de bodem terecht zijn gekomen. Geconcludeerd kan worden dat er op het perceel maximaal matige verhogingen aanwezig zijn en dat er derhalve geen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Wel blijkt dat in monsters van de bovengrond de gehalten hoger zijn dan voor de functieklassen wonen is toegestaan. Het betreft in veel gevallen klasse industrie. De bodemkwaliteit voldoet dan ook niet aan de norm die hoort bij een woonbestemming. Voordat ingestemd kan worden met de bestemmingswijziging zal de bodem (in ieder geval de bovenste,5 meter) geschikt moeten worden gemaakt voor de functie wonen.

10 BIJLAGE I

11 Omgevingskaart Klantreferentie: 76 RO m 5 m 65 m Deze kaart is noordgericht. Schaal : 5 Hier bevindt zich Kadastraal object KOCKENGEN F Voorstraat, 368 AH KOCKENGEN De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.

12 Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: 76 RO Heicop Kerkplein Voorstraat m 5 m 5 m Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Voorlopige grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 6 mei De bewaarder van het kadaster en de openbare registers Schaal :5 Kadastrale gemeente Sectie Perceel KOCKENGEN F Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

13

14 BIJLAGE II

15 Legenda (conform NEN 54) grind klei geur Grind, siltig Klei, zwak siltig geen geur zwakke geur Grind, zwak zandig Klei, matig siltig matige geur sterke geur Grind, matig zandig Klei, sterk siltig uiterste geur Grind, sterk zandig Klei, uiterst siltig olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie Grind, uiterst zandig Klei, zwak zandig matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig uiterste olie-water reactie zand Zand, kleiïg Klei, sterk zandig p.i.d.-waarde > > Zand, zwak siltig Zand, matig siltig leem Leem, zwak zandig > > > > Zand, sterk siltig Leem, sterk zandig monsters Zand, uiterst siltig geroerd monster overige toevoegingen ongeroerd monster zwak humeus veen Veen, mineraalarm matig humeus overig bijzonder bestanddeel Veen, zwak kleiïg sterk humeus Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand Veen, sterk kleiïg zwak grindig Gemiddeld laagste grondwaterstand slib Veen, zwak zandig matig grindig water Veen, sterk zandig sterk grindig peilbuis blinde buis casing hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand bentoniet afdichting filter

16 Boring: Boring: Tegel Klei, sterk humeus, zwak zandig, sporen puin, sporen kolen, sporen veen, bruin, geroerd Klei, matig humeus, matig zandig, zwak puinhoudend, donkerbruin, geroerd Puinlaag geen monster Veen, zwak kleiïg, zwak zandig, sporen puin, zwak houtskoolhoudend, sporen grind, donkerbruin, geroerd Zand, matig fijn, matig humeus, zwak kleiïg, zwak veenhoudend, donkerbruin, geroerd Tegel Zand, matig fijn, sporen plastic, beige Veen, matig zandig, zwak kleiïg, sporen puin, sporen kolen, bruin, geroerd Veen, sterk zandig, zwak kleiïg, matig puinhoudend, sporen kolen, donkerbruin, sterk geroerde laag Boring: 3 Boring: 4 Veen, zwak kleiïg, zwak zandig, sporen puin, sporen kolen, bruin, geroerd - Gronddoek Zand, sterk humeus, sporen puin, bruin Klei, sterk humeus, matig zandig, sporen puin, sporen grind, donkerbruin, geroerd Zand, zwak humeus, sporen puin, beigebruin Klei, sterk zandig, sporen puin, sporen hout, sporen grind, grijsbruin Boring: 5 Boring: Tegel Zand, matig fijn, zwak grindhoudend, beige Grindlaag Puinverharding Gestuit Gronddoek Zand, matig humeus, sporen puin, sporen grind, bruin Klei, zwak humeus, matig zandig, zwak puinhoudend, sporen grind, grijsbruin - Puin geen monster mogelijk Gestuit op hout Projectnaam: VOORSTRAAT Project: 76 getekend volgens NEN 54

17 Boring: 7 Boring: Tegel Zand, matig humeus, sporen grind, sporen puin, bruin Klei, zwak humeus, matig zandig, sporen grind, sporen puin, grijsbruin Tegels Zand, matig humeus, sporen puin, sporen grind, bruinbeige Zand, matig humeus, matig kleiïg, sporen puin, sporen grind, bruin Klei, zwak humeus, zwak puinhoudend, grijsbruin 3-8 Klei, zwak humeus, sporen kolen, sporen grind, sporen puin, grijsbruin -3 Boring: 9 Boring: Tegel Zand, matig fijn, beige, ophoogzand Zand, matig fijn, matig puinhoudend, sporen kolen, grijsbruin, opgebrache laag Zand, matig fijn, zwak puinhoudend, matig baksteenhoudend, sporen kolen, sporen grind, roodbruin, ophooglaag Gestuit Tegels Zand, sterk humeus, sporen grind, beige Zand, matig humeus, sporen puin, sporen grind, bruin Klei, zwak humeus, zwak puinhoudend, sporen kolen, sporen grind, grijsbruin Projectnaam: VOORSTRAAT Project: 76 getekend volgens NEN 54

18 BIJLAGE III

19 Project Certificaten Toetsversie 76-VOORSTRAAT versie Toetsing aan de Wet Bodembescherming (Wbb) Toetsdatum : -6- Monsterreferentie Monsteromschrijving 596 (5-3) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat waarde (AW) Tussenwaarde (/(AW+I)) Interventie waarde (I) Organische stof % 5.4 Lutum % (m/m ds) 7 Metalen ICP-AES lood (Pb) 36.7 T zink (Zn) 9. T Monsterreferentie Monsteromschrijving (-5) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat waarde (AW) Tussenwaarde (/(AW+I)) Interventie waarde (I) Organische stof % 5.7 Lutum % (m/m ds) 4.8 Metalen ICP-AES lood (Pb) 9.4 T zink (Zn) 7. T Monsterreferentie Monsteromschrijving (-5) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat waarde (AW) Tussenwaarde (/(AW+I)) Interventie waarde (I) Organische stof % 9.6 Lutum % (m/m ds) 5.8 Metalen ICP-AES lood (Pb) zink (Zn) Monsterreferentie Monsteromschrijving (5-4) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat waarde (AW) Tussenwaarde (/(AW+I)) Interventie waarde (I) Organische stof %.6 Lutum % (m/m ds) Metalen ICP-AES lood (Pb) 36. AW zink (Zn) 6.7 AW Monsterreferentie 59 Monsteromschrijving 5 9 (3-5) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat waarde (AW) Tussenwaarde (/(AW+I)) Interventie waarde (I) Organische stof %.9 Lutum % (m/m ds) Metalen ICP-AES lood (Pb) zink (Zn) Monsterreferentie 59 Monsteromschrijving 6 (3-7) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat waarde (AW) Tussenwaarde (/(AW+I)) Interventie waarde (I) Organische stof %.9 Lutum % (m/m ds) Metalen ICP-AES lood (Pb) zink (Zn) 3. AW Legenda - x AW <= waarde (AW) en/of detectiegrens AS3 x maal waarde (AW) /

20 x AW x T x I x maal waarde (AW) x maal Tussenwaarde (T) x maal Interventiewaarde (I) Opmerkingen Toetsing volgens 'Regeling bodemkwaliteit' (Staatscourant 86, 9 nov. ) en 'Circulaire bodemsanering 9' (Staatscourant 67, 7 april 9) /

21 Toetsing Bodem Kwaliteit Project Certificaten Grondgebruik Toetskader Toetsversie 76-VOORSTRAAT Toe te passen grond Generiek versie Toetsdatum : 7-6- Monsterreferentie Monsteromschrijving 596 (5-3) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat Wonen Organische stof % 5.4 Lutum % (m/m ds) 7 Metalen ICP-AES lood (Pb) zink (Zn) Monsterreferentie Monsteromschrijving (-5) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat Wonen Organische stof % 5.7 Lutum % (m/m ds) 4.8 Metalen ICP-AES lood (Pb) zink (Zn) Monsterreferentie Monsteromschrijving (-5) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat Wonen Organische stof % 9.6 Lutum % (m/m ds) 5.8 Metalen ICP-AES lood (Pb) zink (Zn) Monsterreferentie Monsteromschrijving (5-4) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat Wonen Organische stof %.6 Lutum % (m/m ds) Metalen ICP-AES lood (Pb) 36 Wonen zink (Zn) Monsterreferentie 59 Monsteromschrijving 5 9 (3-5) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat Wonen Organische stof %.9 Lutum % (m/m ds) Metalen ICP-AES lood (Pb) zink (Zn) Monsterreferentie 59 Monsteromschrijving 6 (3-7) Analyse Eenheid Analyseresultaat Toetsresultaat Wonen Organische stof %.9 Lutum % (m/m ds) Metalen ICP-AES lood (Pb) zink (Zn) Opmerkingen Toetsing volgens 'Regeling bodemkwaliteit' (Staatscourant 86, 9 nov. ) en 'Circulaire bodemsanering 9' (Staatscourant 67, 7 april 9) /

22 Classificatie wonen+achtergrond wonen x achtergrond achtergrond totaal getoetst Monster Overschrijdingen Conclusie /

23 BIJLAGE IV

24 Grondslag Kamerik T.a.v. de heer R. Okkerse Nijverheidsweg GZ KAMERIK Uw kenmerk : 76-VOORSTRAAT Ons kenmerk : Project Validatieref. : 37534_certificaat_v Opdrachtverificatiecode : AFKW-LRNT-SNHJ-MWIN Bijlage(n) : 3 tabel(len) + bijlage(n) Amsterdam, 7 juni Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Omegam Laboratoria volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat L86 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Omegam Laboratoria". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analyse-certificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN- EN- en/of ISO-voorschriften. Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Omegam Laboratoria, drs. R.R. Otten Directeur Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analyse-certificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. postbus T ABN AMRO bank GR Amsterdam F BTW nr. NL B HJE Wenckebachweg klantenservice@omegam.nl Kvk AR Amsterdam

25 Tabel van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : 76-VOORSTRAAT Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Monsterreferenties 596 = (5-3) 597 = 3 (-5) 598 = 3 4 (-5) Opgegeven bemonsteringsdatum : 3/5/ 3/5/ 3/5/ Ontvangstdatum opdracht : 3/5/ 3/5/ 3/5/ Startdatum : 3/5/ 3/5/ 3/5/ Monstercode : Matrix : Grond Grond Grond Monstervoorbewerking S NEN579 (steekmonster) uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd S voorbewerking NEN579 uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd S soort artefact nvt nvt nvt S gewicht artefact g < < < Algemeen onderzoek - fysisch S droogrest % 77,3 78, 79, S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds) 5,4 5,7 9,6 S lutumgehalte (pipetmethode) % (m/m ds) 7, 4,8 5,8 Anorganische parameters - metalen S lood (Pb) 36 9 S zink (Zn) Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L86). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: AFKW-LRNT-SNHJ-MWIN Ref.: 37534_certificaat_v

26 Tabel van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : 76-VOORSTRAAT Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Monsterreferenties 599 = 4 8 (5-4) 59 = 5 9 (3-5) 59 = 6 (3-7) Opgegeven bemonsteringsdatum : 3/5/ 3/5/ 3/5/ Ontvangstdatum opdracht : 3/5/ 3/5/ 3/5/ Startdatum : 3/5/ 3/5/ 3/5/ Monstercode : Matrix : Grond Grond Grond Monstervoorbewerking S NEN579 (steekmonster) uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd S voorbewerking NEN579 uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd S soort artefact nvt nvt nvt S gewicht artefact g < < < Algemeen onderzoek - fysisch S droogrest % 86,8 86,9 9, S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds),6,9,9 S lutumgehalte (pipetmethode) % (m/m ds), <, Anorganische parameters - metalen S lood (Pb) S zink (Zn) Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L86). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: AFKW-LRNT-SNHJ-MWIN Ref.: 37534_certificaat_v

27 Tabel 3 van 3 A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : 76-VOORSTRAAT Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Organische stof gehalte (gecorrigeerd voor lutum en vrij ijzer in de vorm van FeO3) Het organische stofgehalte is gecorrigeerd voor het in het analysecertificaat gerapporteerde lutumgehalte. Indien het lutumgehalte niet is gerapporteerd is de correctie uitgevoerd met een lutumgehalte van 5,4% (gemiddeld lutumgehalte Nederlandse bodem, AS3/AS3, prestatieblad organische stofgehalte in grond/waterbodem). Indien het vrij ijzergehalte is bepaald en groter is dan 5 % m/m, is bij de berekening van het organische stof gecorrigeerd voor dat gehalte aan vrij ijzer. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: AFKW-LRNT-SNHJ-MWIN Ref.: 37534_certificaat_v

28 Bijlage van A N A L Y S E C E R T I F I C A A T Project code : Project omschrijving : 76-VOORSTRAAT Opdrachtgever : Grondslag Kamerik Analysemethoden in Grond (AS3) AS3 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L86 van Omegam Laboratoria BV. Samplemate : Conform AS3 en NEN 579 Droogrest : Conform AS3 prestatieblad Organische stof (gec. voor lutum) : Conform AS3 prestatieblad 3 Lutumgehalte (pipetmethode) : Conform AS3 prestatieblad 4; gelijkwaardig aan NEN 5753 Lood (Pb) : Conform AS3 prestatieblad 5; NEN 6966/C Zink (Zn) : Conform AS3 prestatieblad 5; NEN 6966/C Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: AFKW-LRNT-SNHJ-MWIN Ref.: 37534_certificaat_v

29 BIJLAGE V

30 Verklarende woordenlijst Wet bodembescherming (Wbb): Deze wet is er vooral op gericht om in het belang van het milieu regels te stellen om bodemverontreiniging te voorkomen, te onderzoeken en te saneren. NEN-575: Richtlijn voor gedegen vooronderzoek. Het vooronderzoek wordt uitgevoerd voorafgaand aan het feitelijke onderzoek van de bodem (= veld- en laboratoriumonderzoek). De bij het vooronderzoek verzamelde informatie dient om te komen tot een adequate invulling van het veld- en laboratoriumonderzoek en draagt bij aan de verklaring van de resultaten van het bodemonderzoek. NEN-574: Deze norm beschrijft de werkwijze voor het opstellen van de onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek naar de (mogelijke) aanwezigheid van bodemverontreiniging. De norm is van toepassing op verkennend onderzoek van zowel onverdachte als verdachte locaties. De norm is niet van toepassing op onderzoek voor waterbodems. Het BSB combi-protocol is in deze norm opgenomen. NEN-pakket: Standaard analysepakket grond en grondwater Boven- en ondergrond Metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink) * * Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK s) * Polychloorbifenylen (PCB s) * Minerale olie * * Vluchtige aromaten (BTEXSN) * Vluchtige chlooralifaten (VOCl) * m-mv: (Diepte) in meter minus maaiveld ph: zuurgraad EC: Geleidingsvermogen Grondwater Streefwaarde: Is de waarde die het kwaliteitsniveau aangeeft, waarop de functionele eigenschappen van de bodem zijn veilig gesteld. T-waarde (tussenwaarde): Is (streefwaarde+interventiewaarde)/. Overschrijding van de T-waarde geeft aan dat er mogelijk een aanvullend/nader onderzoek nodig is. Interventiewaarde: Is de waarde die het kwaliteitsniveau aangeeft, waarop de functionele eigenschappen van de bodem, voor mens, dier en plant ernstig zijn verminderd of dreigen tot worden verminderd. waarde: deze waarden zijn vastgesteld op basis van de gehalten aan stoffen zoals die voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden in Nederland die niet zijn belast door lokale verontreinigingsbronnen. Maximale Waarde wonen (MWw): deze waarde geeft de bovengrens aan van de kwaliteit die nodig is om de bodem blijvend geschikt te houden voor de functie wonen. Maximale Waarde industrie (MWi): deze waarde geeft de bovengrens aan van de kwaliteit die nodig is om de bodem blijvend geschikt te houden voor de functie industrie. Gebruikte afkortingen van stoffen: Ba Barium Olie Minerale olie Cd Cadmium VAK Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Co Kobalt B Benzeen Cu Koper T Tolueen Hg Kwik E Ethylbenzeen Pb Lood X Xylenen Mo Molybdeen S Styreen Ni Nikkel Naft. Naftaleen Zn Zink VOCl Vluchtige Organochloorverbindingen PAK s PCB s Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen Polychloorbifenylen Oer: een inspoelingslaag van sesqui-oxiden (aluminium- en ijzeroxiden) boven de hoogste grondwaterstand. De oxiden zijn afkomstig van hoger gelegen bodemhorizonten. Oer is vaak harder dan het bodemmateriaal zelf. Gley: (oranje-bruine) ijzer-/roestvlekken die worden gevormd als gevolg van een fluctuerende grondwaterstand. Gley komt, in tegenstelling tot oer, niet voor in hardere brokjes maar uit zich voornamelijk in kleurverschil.