Bestemmingsplan Brandweerkazerne Halfweg

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Brandweerkazerne Halfweg Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude BIJLAGEN 9 september 2012

2

3 Brandweerkazerne Halfweg

4 Brandweerkazerne Halfweg Inhoudsopgave Bijlagen bij toelichting 3 Index 5 Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek, Grondslag (3 juli 2012) 7 Bijlage 2 Asbestinventarisatie, Ingenieursbureau Broomans (31 juli 2012) 79 Bijlage 3 Akoestisch onderzoek, Cauberg-Huygen (26 april 2012) 99 Bijlage 4 Quick scan Ecologie, Els en Linde (april 2012) 135 Bijlage 5 Schaduwstudie, Van Riezen & Partners (mei 2012) 149 Bijlage 6 Nota van beantwoording Zienswijzen (6 september 2012) 181 2

5 Brandweerkazerne Halfweg Bijlagen bij toelichting 3

6 Brandweerkazerne Halfweg 4

7 Brandweerkazerne Halfweg Index 5

9 Brandweerkazerne Halfweg Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek, Grondslag (3 juli 2012) 7

11 PROJECT VERKENNEND BODEMONDERZOEK BEATRIXSTRAAT 2 TE HALFWEG Vestiging Kamerik Nijverheidsweg GZ Kamerik t Vestiging Heerhugowaard Galileistraat SE, Heerhugowaard t Vestiging Steenwijk Oevers VC Steenwijk t bodemonderzoek I saneringsbegeleiding I partijkeuringen I waterbodemonderzoek I arbo/veiligheid I legionella

12 Project Titel Projectleider Adviseur Verkennend bodemonderzoek Beatrixstraat 2 te Halfweg Dhr. ing. R.A.F. Groot Dhr. ing. R.J. Kruk Datum rapport 3 juli 2012 Opdrachtgever Gemeente Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp Contactpersoon Cluster Beheer en Onderhoud, Team Bodemkwaliteit en Gegevensbeheer Mevr. S. Beerkens Tel Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen die zijn opgesteld in de BRL SIKB Grondslag is door KIWA gecertificeerd voor het verrichten van Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek conform deze BRL. Grondslag BV is als opdrachtnemer onafhankelijk van de opdrachtgever. Tussen beide bestaat geen relatie als bedoeld in paragraaf van de BRL SIKB 2000.

13 SAMENVATTING Soort: Aanleiding: Doel: Opzet: Locatie: Verkennend bodemonderzoek Bouwaanvraag Het bepalen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem, en daarmee of er mogelijk beperkingen zijn voor voorgenomen nieuwbouw Conform NEN 5740 (ONV+VEP) en NEN5707 (verdachte toplaag) Beatrixstraat 2 te Halfweg Kadastraal: Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, sectie M, nummer 2606 (gedeeltelijk) Oppervlakte: 600 m² Terreingebruik: Terreingebruik in omgeving: Hypothese: Brandweerkazerne met parkeerplaatsen Infrastructuur en wonen met tuin Ter plaatse van de uitrit van de brandweerwagens kunnen in verband met het vroeger wassen van de brandweerwagens in de bovengrond verhogingen aan zware metalen, minerale olie en/of PAK worden verwacht. Ter plaatse van de garage kunnen in de bovengrond verhogingen aan zware metalen en/of minerale olie worden verwacht in verband met de stalling van brandweerwagens en een werkbank met kleinschalige opslag van olie. Deze deellocaties worden beschouwd als verdacht voor deze parameters. In de ondergrond ter plaatse van de verdachte deellocaties worden geen verhogingen verwacht. Op de overige delen van de onderzoekslocatie wordt voorafgaand aan het bodemonderzoek geen verontreiniging verwacht boven de vastgestelde concentraties uit de bodemkwaliteitskaart. De brandweerkazerne dateert uit Gebouwen welke voor 1994 zijn gebouwd zijn verdacht op de aanwezigheid van asbest. Er bestaat derhalve een vermoeden dat in het pand mogelijk asbesthoudend materiaal aanwezig is. De bovengrond ter plaatse van het pand is verdacht op de aanwezigheid van asbest in de bovengrond. Aantal boringen en peilbuizen: Boringen waarvan inspectiegaten waarvan peilbuizen: Bodemopbouw: Grondwaterstand: Zintuiglijke waarnemingen Resultaten grond: Resultaten grondwater: Resultaten asbestonderzoek: Conclusies: 0,0-3,0 (zand) Plaatselijk een kleilaag in de ondergrond 1,2 m-mv Sporen baksteen, kolen, beton en/of puin in de kleiige ondergrond ter plaatse van de boringen 03 en 09 Alleen lichte verhogingen aan zware metalen en/of PAK. Ter plaatse van kleinschalige olie-opslag een lichte verhoging aan minerale olie (PAKverbindingen en onbekende oliesoort). Alleen lichte verhoging aan barium Zowel visueel als analytisch geen asbest aangetoond in de bovengrond De gestelde hypothese, dat ter plaatse van de voormalige wasplaats een verontreiniging kan worden verwacht, is niet bevestigd. De gestelde hypothese, dat ter plaatse van de garage met kleinschalige olie-opslag een verontreiniging kan worden verwacht, is bevestigd. De gestelde hypothese, dat ter plaatse van het overig terreindeel en ondergrond geen verontreiniging wordt verwacht boven de vastgestelde achtergrondconcentraties uit de bodemkwaliteitskaart, is niet bevestigd. De aangetoonde lichte verhogingen vormen geen aanleiding tot het uitvoeren van een nader bodemonderzoek Er zijn ons inziens geen belemmeringen voor de afgifte van een omgevingsvergunning (bouw)

14 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING EN DOEL 1 2 TERREINGEGEVENS Afbakening onderzoekslocatie Huidige situatie Historie tot op heden Toekomstige situatie Hypothese en onderzoeksopzet 2 3 VELDWERK Uitvoering Resultaten Grond Grondwater 4 4 CHEMISCHE ANALYSES Toetsingskader Toetsingskader asbest Analyses grond Analyses asbest Analyses grondwater 9 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 10 BIJLAGEN BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV BIJLAGE V BIJLAGE V I : Kaartmateriaal : Boorbeschrijvingen : Toetsingstabellen : Analysecertificaten : Foto s onderzoekslocatie : Verklarende woordenlijst

15 1 Project INLEIDING EN DOEL Door de gemeente Haarlemmermeer is aan Grondslag BV opdracht verleend voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek op het perceel Beatrixstraat 2 te Halfweg. De aanleiding voor het bodemonderzoek wordt gevormd door de voorgenomen nieuwbouw van een brandweerkazerne. De bestaande brandweerkazerne zal hiervoor worden gesloopt. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en daarmee het bepalen of er mogelijk belemmeringen zijn voor de afgifte van de omgevingsvergunning (bouw). 2 TERREINGEGEVENS Voorafgaand aan het bodemonderzoek is er een vooronderzoek conform de NEN 5725 verricht, waarbij het basisniveau is gehanteerd. De resultaten van het vooronderzoek zijn verwerkt in dit hoofdstuk. Het vooronderzoek richt zich tevens op de direct aangrenzende percelen. 2.1 Afbakening onderzoekslocatie Het perceel Beatrixstraat 2 is kadastraal bekend als gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, sectie M, nummer 2606 (gedeeltelijk). De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 600 m² en betreft de bestaande brandweerkazerne met bijbehorende parkeerplaatsen. De begrenzing van de onderzoekslocatie is weergegeven op de tekening in bijlage I. 2.2 Huidige situatie Op de onderzoekslocatie is een brandweerkazerne aanwezig met aan de voorzijde parkeerplaatsen. Rondom de brandweerkazerne is een verharding van klinkers aanwezig. Inpandig is een betonvloer aanwezig. De brandweerkazerne is gelegen binnen de bebouwde kom ten zuiden van Halfweg. De regionale ligging van de locatie is weergegeven in bijlage I. 2.3 Historie tot op heden Voor het historisch onderzoek zijn de volgende bronnen geraadpleegd: - opdrachtgever; - gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude (dhr. K. Bruin); - brandweercommandant (telefonisch interview met dhr. E.J.H. Bosse); - oud kaartmateriaal (Grote Historische Provincie Atlas); - oude luchtfoto s (Foto-atlas Noord-Holland, 1989); - De brandweerkazerne dateert uit 1963 en wordt sindsdien gebruikt door de brandweer. Op basis van informatie van oud-kaartmateriaal was de locatie voor die tijd in gebruik als weiland en/of akkerland.

16 2 Project In 2005 is door de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude een oprichtingsvergunning afgegeven in het kader van de Wet Milieubeheer. Uit de vergunning blijkt dat de kernactiviteiten bestaan uit stalling en klein onderhoud van brandweerwagens en materiaal ten behoeve van de vrijwillige brandweer. Uit de vergunning blijkt tevens dat binnen de inrichting voertuigen worden gewassen en er opslag plaatsvindt van brandstof en oliën. Het klein onderhoud bestaat uit het bijvullen van relevante vloeistoffen en het vervangen van een lampje e.d. Op basis van de vergunningstekening blijken er een tweetal brandweerwagens te worden gestald in de garage. In de garage is een werkbank aanwezig. Tevens is er een ademluchtwerkplaats aanwezig. Op 15 juni 2012 is een telefonisch interview gehouden met de brandweercommandant. Uit het gesprek is naar voren gekomen dat er een kleinschalige olie-opslag in de garage aanwezig is. Deze bestaat uit enkele jerrycans. Het groot onderhoud aan de brandweerwagens vindt elders plaats. In de garage wordt enkel klein onderhoud verricht (lampje vervangen e.d.). Voor zover bekend was dit in het verleden eveneens het geval. Vroeger werden de brandweerwagens bij de uitrit gewassen, sinds enkele jaren worden de brandweerwagens elders gewassen buiten de locatie. Op of nabij de locatie zijn, voor zover bekend bij de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, geen ondergrondse brandstoftanks aanwezig (geweest). Zover bekend zijn er geen sloten gedempt, is er niet structureel afval gestort of verbrand en is het maaiveld niet opgehoogd. Voor zover bekend zijn er geen (grote) obstakels, zijnde puin, funderingsresten, slakken, sintels en/of asfalt in de bodem aanwezig. Voor zover bekend hebben zich op of in de directe omgeving van de onderzoekslocatie geen calamiteiten voorgedaan, waardoor mogelijk bodemverontreiniging zou kunnen zijn ontstaan. Op de onderzoekslocatie zijn, voor zover bekend, geen bodemonderzoeken uitgevoerd. De locatie bevindt zich binnen zone BG-W4 en OG-W4+W5 van de bodemkwaliteitskaart van de regio IJmond (Syncera Milieu, d.d. 29 maart 2007). In de bovengrond van deze zone kunnen lichte verhogingen aan PAK en minerale olie worden verwacht. In de ondergrond kan een lichte verhoging aan minerale olie worden verwacht. Bij is geen informatie aangaande de onderzoekslocatie bekend. In bijlage V zijn enkele foto s opgenomen van de onderzoekslocatie. 2.4 Toekomstige situatie Het voornemen is om de huidige brandweerkazerne te slopen ten behoeve van de bouw van een nieuwe brandweerkazerne. 2.5 Hypothese en onderzoeksopzet Chemisch bodemonderzoek Ter plaatse van de uitrit van de brandweerwagens kunnen in verband met het vroeger wassen van de brandweerwagens in de bovengrond verhogingen aan zware metalen, minerale olie

17 3 Project en/of PAK worden verwacht. Ter plaatse van de garage kunnen in de bovengrond verhogingen aan zware metalen en/of minerale olie worden verwacht in verband met de stalling van brandweerwagens en een werkbank met kleinschalige opslag van olie. Deze deellocaties worden beschouwd als verdacht voor deze parameters. In de ondergrond ter plaatse van de verdachte deellocaties worden geen verhogingen verwacht. Op de overige delen van de onderzoekslocatie wordt voorafgaand aan het bodemonderzoek geen verontreiniging verwacht boven de vastgestelde concentraties uit de bodemkwaliteitskaart. Ter plaatse van de uitrit en garage met olie-opslag volgt de opzet de "Onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een plaatselijke bodembelasting met een duidelijke verontreinigingskern (VEP)" van de NEN Op de overige, onverdachte, terreindelen volgt de opzet de "Onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (ONV)" van de NEN Verkennend asbestonderzoek Gebouwen welke voor 1994 zijn gebouwd zijn verdacht op de aanwezigheid van asbest. De brandweerkazerne dateert uit Er bestaat derhalve een vermoeden dat in het pand asbesthoudend materiaal aanwezig is. De bovengrond ter plaatse van het pand is daarom verdacht op de aanwezigheid van asbest. Het doel van een verkennend asbestonderzoek is om met een geringe inspanning na te gaan of de verdenking van verontreiniging van de bodem met asbest terecht is. Voor het asbestonderzoek wordt de NEN5707 gevolgd, uitgaande van een verdachte toplaag, diffuse bodembelasting, heterogeen verdeeld. Deze norm is van toepassing voor de bepaling van asbest in bodem en grond met een volumepercentage van minder dan 20 % bijmenging aan bouw- en sloopafval. Met het onderzoek worden vijf inspectiegaten rondom het pand gegraven. In verband met de aanwezigheid van een betonvloer is het inpandig niet mogelijk om inspectiegaten te graven. De opgeboorde grond uit de inpandige boringen zullen visueel worden beoordeeld op de aanwezigheid van asbestverdacht materiaal. Opgemerkt dient te worden dat een verkennend bodemonderzoek volgens een steekproefsgewijze opzet wordt uitgevoerd. Tevens dient het bodemonderzoek beschouwd te worden als een tijdelijk vastgestelde status van de bodemkwaliteit ter plaatse. Derhalve kan in bepaalde situaties (bijvoorbeeld bij een toekomstige bestemmingswijziging of aanvraag van een omgevingsvergunning) de geldigheidsduur van het onderzoek beperkt zijn. 3 VELDWERK 3.1 Uitvoering Het verrichten van de boringen, het graven van de inspectiegaten en het plaatsen van de peilbuis heeft plaatsgevonden op 20 juni 2012 door P. Hegeman. Het grondwater is op 27 juni 2012 eveneens bemonsterd door dhr. P. Hegeman. In totaal zijn ter plaatse van de onderzoekslocatie elf boringen verricht (nrs. 01 t/m 11). De boringen 02, 03, 04, 07 en 08 zijn tevens voorzien van een inspectiegat ten behoeve van het asbestonderzoek (0,3 x 0,3 x 0,5 m-mv). De boringen 05, 06 en 07 zijn verricht ter plaatse van de uitrit. Boring 10 is verricht naast de werkbank, waarbij kleinschalige opslag aanwezig is. Boring 11 is verricht in de garage en voorzien van een peilbuis in verband met de centrale

18 4 Project ligging op het perceel. De boringen 08 en 09 zijn tegen de gevel rondom de garage verricht. De boringen 01 t/m 04 zijn verricht op het overig terreindeel. De ligging van de boringen, inspectiegaten en peilbuizen is weergegeven in bijlage I. Alle boringen zijn uitgevoerd tot een minimale diepte van 0,5 m-mv (meter minus maaiveld). De boringen 05, 06 en 07 zijn doorgezet tot 1,0 m-mv. De boringen 02, 08, 09 en 10 zijn doorgezet tot circa 1,5 m-mv. Boring 11 is doorgezet tot 3,0 m-mv en voorzien van een peilbuis. 3.2 Resultaten Grond Bodemopbouw Vanaf het maaiveld tot een diepte van 3,0 m-mv bestaat de bodem hoofdzakelijk uit zand. In de boringen 03, 09, 10 en 11 is vanaf 0,5 tot circa 1,2 m-mv klei aangetroffen. De boorprofielen zijn weergegeven in bijlage II. Zintuiglijke waarnemingen In de ondergrond van de boringen 03 en 09 zijn vanaf 0,5 tot een maximale diepte van 1,2 m-mv sporen kolen, baksteen, beton en/of puin waargenomen. In de ondergrond ter plaatse van boring 08 zijn vanaf 1,4 tot 1,6 m-mv zijn sporen baksteen waargenomen. De diverse bijmengingen kunnen duiden op een verontreiniging met zware metalen en/of PAK s. Er is visueel geen asbestverdacht materiaal in de gegraven inspectiegaten, in de opgeboorde grond en op de bodem aangetroffen Grondwater In onderstaande tabel zijn de gegevens vermeld, die zijn verzameld tijdens de monstername van het grondwater. Tabel 3.1: Veldwerkgegevens grondwater peilbuis Filterstelling (m-mv) grondwaterstand (m-mv) ph EC (ms/cm) Waarnemingen 11 2,00-3,00 1,21 6,88 1,60 Blank, helder