Grote waternavel. Over de levenscyclus en beheersing van Hydrocotyle ranunculoides L.f. M.M. Riemens

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Grote waternavel. Over de levenscyclus en beheersing van Hydrocotyle ranunculoides L.f. M.M. Riemens"

Transcriptie

1 Grote waternavel Over de levenscyclus en beheersing van Hydrocotyle ranunculoides L.f. M.M. Riemens Plant Research International B.V., Wageningen februari 2011

2 2011 Wageningen, Plant Research International B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Plant Research International B.V. Plant Research International B.V. Adres : Droevendaalsesteeg 1, Wageningen : Postbus 616, 6708 PB Wageningen Tel. : Fax : info.pri@wur.nl Internet :

3 Inhoudsopgave pagina 1. Inleiding 3 2. Herkomst en verspreiding Wereldwijd Nederland en Vlaanderen 4 3. Levenscyclus Morfologie Groeisnelheid Temperatuur Regeneratievermogen Nutriënten Stroomsnelheid en waterniveau 8 4. Beheer Beheer getoetst in de Interreg-regio Waterschap Aa & Maas (NL) Provincie Antwerpen (BE) Waterschap De Dommel (NL) Provincie Oost-Vlaanderen (BE) Waterschap De Brabantse Delta (NL) Buitenland Biologische bestrijding Samenvatting en conclusie Herkomst en Levenscyclus Mechanisch beheer Chemisch beheer Biologisch beheer Conclusie 26 Literatuur 28

4 2

5 Aantal km hokken (cumulatief) 3 1. Inleiding De grote waternavel is een waterplant afkomstig uit Zuid- en Midden-Amerika van waaruit deze via Noord-Amerika in Europa terecht is gekomen. De soort veroorzaakt in West-Europa veel problemen, omdat door zijn sterke groei sloten en kanalen dicht kunnen groeien. In Nederland is de soort voor het eerst waargenomen in een watergang in Utrecht. Vandaar uit is grote waternavel in hoog tempo verspreid naar aangrenzende watergangen waarmee het via kanalen in verbinding staat. Een jaar na die eerste observatie bevond de soort zich al in De Kromme Rijn en in kanalen in de polders rondom De Bilt. Deze watergangen waren toen al volkomen overgroeid. In 2008 kwam grote waternavel in ruim 500 kilometerhokken in Nederland voor (figuur 1), met het zwaartepunt in de provincies Utrecht, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Verspreiding grote waternavel in Nederland jaar Figuur 1. Aantal kilometer hokken in Nederland waarin grote waternavel voorkomt. Bron: Floron, CBS/CLO/dec09/1540 In Vlaanderen werd grote waternavel eveneens in de jaren negentig voor het eerst waargenomen. Momenteel komt grote waternavel in alle Vlaamse provincies voor. In Antwerpen is de soort voor de eerste keer waargenomen in 2000 en wordt sinds 2002 actief bestreden door de provincie. In 2005 kwam de grote waternavel in 54 waterlopen voor, waarvan er nog slechts 3 bevaarbaar waren, en in 65 stilstaande wateren. In totaal besloeg het probleem in 2005 veertig van de zeventig gemeenten in de provincie Antwerpen (pers. comm. Bianca Veraart). In 2007 was het aantal besmette waterlopen in Antwerpen opgelopen tot ongeveer 100 ( In de Provincie Oost-Vlaanderen werd er in 2007 op 94 plekken in de provincie melding gemaakt van de aanwezigheid van grote waternavel ( In West-Vlaanderen en Limburg werden in datzelfde jaar 15 plekken met grote waternavel aangetroffen en in Vlaams-Brabant werd op 1 plek grote waternavel waargenomen ( De problematiek is in beide regio s dan ook groot, en een gezamenlijke aanpak wenselijk. In 2009 is een Europees Interreg IVA-project Invasieve exoten in Vlaanderen en Zuid-Nederland van start gegaan waarin 6 waterbeheerders samenwerken om tot een efficiëntere beheersing van de grote waternavel te komen. De literatuurstudie naar de levenscyclus en beheersing van de grote waternavel beschreven in dit rapport maakt deel uit van dat project.

6 4 2. Herkomst en verspreiding 2.1 Wereldwijd Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides L.f.) komt oorspronkelijk uit Zuid- en Midden- Amerika en is al geruime tijd geleden overgestoken naar Noord-Amerika. In Noord-Amerika heeft de soort zich verspreidt van Pennsylvania en Washington naar Florida [1, 2]. Daar leidt de soort niet (meer) tot problemen met het waterbeheer en vormt ook geen bedreiging (meer) voor de inheemse flora [3]. In Europa wordt soms beweerd dat de soort van oorsprong ook in het midden en het zuiden van Italië voorkomt, maar het is zeer waarschijnlijk dat de soort ook daar ooit is geïntroduceerd. De plant wordt omschreven als een invasieve waterplant in Europa (België, Nederland, Frankrijk, Portugal, Italië en Spanje) [4] en andere delen van de wereld zoals Australië [1, 2, 5]. 2.2 Nederland en Vlaanderen In Nederland is de soort voor het eerst in 1994 waargenomen in een watergang in Utrecht. Omdat deze watergang middels kanalen met de waterwegen van de Kromme Rijn en de kanalen in de polders rond De Bilt verbonden is, kon de soort zich binnen een jaar sterk uitbreiden. Al in 1995 bezette de grote waternavel de oevers van deze watergangen en werden al grote aantallen drijvende bladeren aangetroffen die middels rhizomen met elkaar verbonden waren en net onder het wateroppervlak dreven. Omdat de watergangen op dat moment al geheel overgroeid waren, was beheersing al noodzakelijk. Naar schatting bedekte de plant een oppervlakte van enkele vierkante kilometers, over een lengte van 3 km [2]. Ook in Australië is de periode tussen de eerste introductie en de fase waarin de plant zich op explosieve wijze gaat verspreiden zeer kort geweest. In dat land werd de soort in Perth voor het eerst waargenomen in 1983 en was in 1991 al wijd verspreid in het gebied rondom Perth [5]. De snelle verspreiding van de grote waternavel gedurende de jaren negentig in Nederland is naar alle waarschijnlijkheid veroorzaakt door het lozen van afvalmateriaal uit omliggende tuincentra [6]. In de periode tussen 1996 en 1998 was de soort in staat om zich vanuit de Essche Stroom naar Beneden Dommel, het afwateringskanaal Den Bosch-Drongelen en de stadskanalen van Den Bosch en Dieze te verspreiden. Als voornaamste reden voor deze snelle verspreiding wordt het toegepaste beheer genoemd. In plaats van een totale verwijdering van de op de oevers groeiende vegetatie werd alleen de top van de vegetatie verwijderd. Hierdoor bleef de basis van de vegetatie achter en kon deze doorgaan met groeien [6]. In 2008 kwam grote waternavel in ruim 500 kilometerhokken in Nederland voor (figuur 1), met het zwaartepunt in de provincies Utrecht, Noord-Brabant en Zuid-Holland (bron: Floron). Ook in Vlaanderen werd de soort voor de eerste keer in de jaren negentig waargenomen. Momenteel komt grote waternavel in alle Vlaamse provincies voor (de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant). In 2007 was het aantal besmette waterlopen in Antwerpen opgelopen tot ongeveer 100 ( In de Provincie Oost- Vlaanderen werd er in 2007 op 94 plekken in de provincie melding gemaakt van de aanwezigheid van grote waternavel ( In West-Vlaanderen en Limburg werden in datzelfde jaar 15 plekken met grote waternavel aangetroffen en in Vlaams-Brabant werd op 1 plek grote waternavel waargenomen (

7 5

8 6 3. Levenscyclus 3.1 Morfologie De grote waternavel is een moerasplant die behoort tot de Araliaceae. De plant wordt in een vroeg stadium nog wel eens verward met de gewone waternavel (Hydrocotyle vulgaris). Grote waternavel heeft onregelmatige 5-lobbige bladeren met een diameter van 4 tot 10 cm. De bladeren zijn breed en niervormig en zijn van de voet tot aan de bladsteel ingesneden. De bladrand is licht gekarteld. De bladeren van gewone waternavel zijn echter smaller en niet ingesneden. In tegenstelling tot grote waternavel geeft gewone waternavel de voorkeur aan voedselarm water [7]. Met toenemende temperatuur, lichtperiode en lichtintensiteit, krijgen de bladeren van grote waternavel grotere afmetingen en zal de plant zich tot een hoogte van cm boven het waterniveau kunnen heffen. De stengels zijn 3-5 mm dik en groeien vanuit nodia die een onderlinge afstand hebben van 4-6 cm [4]. Op de knopen bevinden zich talrijke wortels met een lengte van dikwijls meer dan 5 cm. Bloemen worden zelden waargenomen in Nederland en Vlaanderen, maar zijn grauwwit van kleur [ [1],[4]. De bloemen zijn hermafrodiet en bevinden zich in groepjes van 5 tot 10 bloemen in een klein scherm. De bruine vruchten zijn zo goed als cirkelvormig en plat met vage ribbels en bestaan uit twee helften [4]. De generatieve groei wordt bevorderd in omstandigheden waarin vegetatieve groei langzaam is [2]. Over het algemeen vermeerdert de soort zich in Nederland en België vegetatief, hoewel bloeiende grote waternavel in mei al wel in Nederland is aangetroffen [8]. Het aantal chromosomen bedraagt 2n=24 [4]. 3.2 Groeisnelheid Temperatuur De groeisnelheid van grote waternavel is het hoogst in juni en juli. Uit Duitse studies in Noordrijn- Westfalen is bekend dat de groei in het vroege voorjaar start vanuit kleine planten of fragmenten na het verdwijnen van de vorst. De groei in het voorjaar is langzaam en start met de vorming van kleine bladeren. Bloei en vruchtvorming vinden plaats tussen mei en oktober [1]. Met afnemende temperatuur en lichtintensiteit in de herfst, neemt ook de omvang van de blaadjes weer af. Een aantal bladeren zal afsterven als gevolg van de eerste nachtvorst. Op dat moment zal de plant zowel drijvende als verzonken bladeren ontwikkelen. De laatste zijn in staat om lage watertemperaturen gedurende de winter te overleven [1]. De plant is bestand tegen temperaturen tot -15 C [4]. Vanuit deze kleine verzonken planten en vanuit bladloze stolonen zullen weer nieuwe planten groeien in het volgende voorjaar [1]. Grote waternavel heeft een explosieve vegetatieve groei in langzaam stromend, warm en voedselrijk water [2]. In Nederland wordt de soort dan ook vaak aangetroffen in stromend water waarop water vanuit steden of landbouwgebieden wordt geloosd [6] en in waterlichamen die als functie hebben overtollig water af te voeren [9]. Voor die functie (afvoer van water) is het van belang dat deze waterwegen vrij blijven en water vrij kan stromen. Dit is nu precies het probleem met grote waternavel; het blokkeert de watergangen en overgroeit het complete oppervlak [9]. De soort is tolerant voor vorstperiodes in Nederland en Vlaanderen. Tijdens deze periodes overwintert de soort in vegetatie op oevers of in watergangen die lokaal kwel of warm gezuiverd water ontvangen [6]. Grote waternavel heeft een hogere maximum CO 2 uitwisseling (max. 18 mol CO 2 m -2 s -1 ) dan gewone waternavel (max. 12 mol CO 2 m -2 s -1 ). Ook verschillen de soorten in hun optimumtemperatuur voor een maximum CO 2 opname: C voor grote waternavel en C voor gewone waternavel [1].

9 Regeneratievermogen Grote waternavel kan als kleine drijvende fragmentjes overleven. Wanneer een van deze fragmenten in stilstaand water zonder competitie van andere aquatische macrofyten terecht komt, kan deze zich vestigen en zeer snel grote drijvende matten vormen [10]. Deze matten kunnen een groot negatief effect op de bestaande flora hebben. De dikte van deze matten kan wel enkele decimeters zijn, waardoor zuurstofloosheid van het water ontstaat waardoor vissen en invertebraten negatief beïnvloed kunnen worden. De matten zorgen er ook voor dat grote waternavel veel van de oorspronkelijke waterplanten kan wegconcurreren [11]. Wanneer een dergelijk mat door de wind of voorbijvarende boten gefragmenteerd raakt, kunnen de individuele fragmenten zich stroomafwaarts op een nieuwe plek vestigen [10]. Omdat grote waternavel in Groot Brittannië ook is aangetroffen in compleet geïsoleerde waterlichamen gaat men er vanuit dat grote waternavel ook via vogels (eenden, ganzen en zwanen) verspreid kan worden [12]. De andere weg die in Groot Brittannië net als in Nederland en Vlaanderen vaak verspreiding naar dit soort waterlichamen veroorzaakt, is de illegale lozing van restmateriaal van onwetende of onverantwoordelijke eigenaren van vijvers en aquaria [10]. In het eerste vestigingsjaar vormt grote waternavel kleine patches van 1 tot 2 m 2. Het regeneratieve vermogen van grote waternavel is groot. Kleine stengel fragmenten van 1 cm lengte met 1 knoop, zowel met als zonder blad zijn in staat weer uit te lopen. De fragmenten met 1 knoop en 1 blad hebben ongeveer één week nodig om stengels te vormen. Fragmenten van dezelfde afmetingen met 1 knoop zonder blad hebben hiervoor enkele weken nodig. De plant is niet in staat om vanuit individuele bladeren of internodia zonder knoop nieuwe stengels te maken [1] Nutriënten In Noordrijn-Westfalen (Duitsland) zijn voor twee natuurlijke standoorden in het veld van grote waternavel (een met relatief hoge nutriëntengehaltes in de bodem en een standoord met relatief lage nutriëntengehaltes in de bodem) de ratio tussen het bladoppervlak en het wateroppervlakte dat het bedekt (LAI), het totale drooggewicht, het drooggewicht van de bladeren, stengels en wortels, de totale stengel lengte, het aantal internodia, en het aantal bladeren bepaald. Al deze parameters waren hoger voor het standoord met de hogere nutriëntengehaltes in de bodem (Tabel 1) [1]. Deze gegevens bevestigen nogmaals dat grote waternavel zich het prettigst voelt in een voedselrijke omgeving. Tabel 1. Biomassa bepalingen van twee standoorden in Noord-Rijn Westfalen (Duitsland). Uit: Hussner and Lösch (2007). Drooggewicht (g/m 2 ) Nutriëntengehalte in de bodem Totaal Blad Stenge l Worte l Stengel lengte (m) Aantal internodia Aantal bladere n LAI (m 2 / m 2 ) Laag Hoog Voorts is het bekend dat onder Duitse omstandigheden, de relatieve groeisnelheid (RGS) van H. ranunculoides significant lager is bij een lagere beschikbaarheid van nutriënten (Tabel 2). Deze gegevens zijn bepaald over een periode van 5 weken [1]. In Groot Brittannië is een maximale groeisnelheid van 20 cm per dag op locaties met onbekende condities waargenomen [4].

10 8 Tabel 2. Relatieve groeisnelheid (RGS) van H. ranunculoides onder een lage en een hoge beschikbaarheid van nutriënten. Naar: Hussner and Lösch (2007). nutriënten beschikbaarheid laag hoog (mg/kg grond) NH 4 -N NO 3 -N P 2 O P 2 O 5 -P tot RGS (g g -1 d -1 ) Stroomsnelheid en waterniveau Het waterniveau bepaalt mede de groeisnelheid; onder omstandigheden met een verzadigde bodem en een waterlaag van 5 cm is de relatieve groeisnelheid significant hoger dan onder omstandigheden met een semigedraineerde (water 17 cm onder oppervlakte van bodem) en gedraineerde bodem (vochtige maar luchtige bodem) [13]. De relatieve biomassa van wortels ten opzichte van de overige plantendelen wordt niet door de waterstand beïnvloed [13]. Wat de effecten zijn van een langdurige lage waterstand op de overleving van grote waternavel is niet bekend. In de regio waar de plant inheems is (Argentinië), is onderzocht of stroomsnelheid, diepte, en breedte van de watergang gerelateerd zijn aan het voorkomen van grote waternavel. Hieruit bleek dat stroomsnelheid en diepte niet van significante invloed zijn op het voorkomen van de soort. Er werd echter wel een correlatie gevonden met de stroombreedte. Met toenemende breedte, neemt de frequentie waarmee de soort wordt waargenomen toe [14].

11 9

12 10 4. Beheer 4.1 Beheer getoetst in de Interreg-regio De partners binnen het Interreg IV A project hebben in de afgelopen jaren behoorlijk wat inspanningen verricht om de grote waternavel te bestrijden dan wel te beheersen. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van deze inspanningen en, indien bekend, hun effect op de grote waternavel Waterschap Aa & Maas (NL) Het reguliere beheer bij waterschap Aa & Maas bestaat voornamelijk uit het maaien van de grote waternavel, aangevuld met handmatig verwijderen van achterblijvende fragmenten. De frequentie is in 2009 verschillend geweest voor de verschillende districten (Tabel 1). Er zijn geen cijfers beschikbaar over de effectiviteit. De kosten van het waterschap in 2007 voor het beheer van de grote waternavel bedroegen een Tabel 1. Beheer van grote waternavel per district in het gebied van waterschap Aa & Maas in District Onderhoudsfrequentie Aantal ton verwijderd materiaal Kosten per jaar Raam 7 maal, waarvan 3 maal machinaal, en 4 maal handmatig 78 ton nat waternavelmaaisel. De eerste maal is er grof verwijderd, bijna gebaggerd (excl. Stortkosten) Beneden Aa Hertogswetering Boven Aa 4 maairondes, aanvullend eens per maand handmatige verwijdering van losse fragmenten vanuit een boot In het Drongelens Kanaal 18 maaibeurten van week 35 t/m 49. Rayon Koningsvliet 19 maaibeurten van week 29 t/m 46 1 maal maaien, aangevuld met meerdere malen handmatige verwijdering van losse fragmenten 50 ton nat waternavel. De met de hand verwijderde warnavel is op het werkpad gezet (excl. Stortkosten) 172 ton nat maaisel (incl. stortkosten + uren buitendienst) 271 ton nat maaisel 6 ton nat maaisel -

13 verwijderde grote waternavel (kg) in Raam Drongelens kanaal Koningsvliet Rwzi Oijen (depot waternavel) Ham Dynamisch Beekdal Middelrode weeknummer Figuur 2. Hoeveelheid verwijderd materiaal per week op de verschillende locaties in het gebied van Waterschap Aa & Maas. Waterschap Aa & Maas heeft in 2004 de De Nieuwe Bossche sloot aangewezen als ecologische verbindingszone tussen het Drongelens kanaal en de Moerputten. De omliggende percelen zijn in gebruik voor de maïsteelt en boomkwekerij. De sloot heeft een vrij hoge stroomsnelheid. In datzelfde jaar is tevens een nulmeting naar de aanwezige soorten uitgevoerd. De oevervegetatie werd op dat moment gedomineerd door grassen met een grote concurrentiekracht onder vochtige zeer voedselrijke omstandigheden. De meest voorkomende soorten waren grote vossenstraat (Alopecurius pratensis), glanshaver (Arrhenatherum elatius), kweek (Elymus repens, ook wel Elytrigia repens genoemd), ruw beemdgras (Poa trivialis) en kropaar (Dactylis glomerata). Langs de waterlijn waren liesgras (Glyceria fluitans), rietgras (Phalaris arundinacea) en scherpe zegge (Carex acuta) het meest voorkomend. Het totaal aantal soorten bedroeg 33, waarvan 24 op de oever en 10 in het water. Meest algemeen in het water waren grof hoorblad (Ceratophyllum demerzum), stomphoekig sterrenkroos (Callitriche obtusangula), aarvederkruid (Myriophyllum spicatum) en schedefonteinkruid (Potamogeton pecrinatus). In 2004 kwam ook grote waternavel voor in de sloot. Naast de graslandplanten, planten van voedselrijk water en overplanten kwam ook een behoorlijk aantal pioniers voor zoals veenwortel (Persicaria amphibia), kruipende boterbloem (Ranunculus repens), en vogelmuur (Stellaria media). In 2006 heeft de herinrichting plaatsgevonden. Hierbij is aan de westelijke zijde van de watergang een geleidelijke oever aangelegd. Plaatselijk is een plasberm aangelegd. De oever in 2004 was behoorlijk steil met een helling van 1:2. In 2007 bedroeg de helling 1:4. In 2007 is de westoever onderzocht op soortenrijkdom. In 2007 bedroeg het aantal soorten 57, waarvan 52 op de oever, en 14 in het water. De oever werd in 2004 gedomineerd door grassen, in 2007 echter voornamelijk door pioniersoorten. In het water heeft een verschuiving plaatsgevonden van voedselrijke ondergedoken soorten naar hypertrofie met kroos en flabdominantie. De voedselrijkdom wordt voornamelijk veroorzaakt door de trofie van het invoerwater en de uitspoeling vanuit omliggende landbouwpercelen. In de sloot zelf is geen dikke sliblaag aanwezig. In 2007 geeft grote waternavel inmiddels problemen voor de doorstroming. Daarnaast is ook parelvederkruid aangetroffen.

14 12 Figuur 3. Aantal soorten en abundantie per ecologische groep in De Nieuwe Bossche sloot voor (2004) en na (2007) de herinrichting. Waterschap Aa & Maas heeft in kunststof bakken gekeken naar de effecten van waterstofperoxide op grote waternavel. Waterstofperoxide heeft een toelating als gewasbeschermingsmiddel voor de bestrijding van niet sporenvormende bacteriën, gisten en schimmels. Het middel is biologisch afbreekbaar onder natuurlijke omstandigheden in water en zuurstof (2H 2 O 2 2H 2 O + O 2 ) en heeft een halfwaardetijd van enkele uren tot dagen, afhankelijk van temperatuur, ph en aanwezige micro-organismen. Het is bekend dat de fotosynthese en assimilatiesnelheid van terrestrische planten gereduceerd worden na blootstelling aan waterstofperoxide. Er zijn echter geen gegevens beschikbaar over de duur van de blootstelling en de dosering, noch over de effecten op waterplanten. In totaal werden drie bakken met daarin grote waternavel gebruikt (afbeelding 1), met elk een behandeling. De grote waternavel planten waren in de winter uit een beek gehaald en voorafgaand aan de proef in de bakken bij C weggezet. Na deze periode begonnen de planten weer nieuw blad te produceren. Vervolgens werden de behandelingen uitgevoerd. Aa één bak werd 200 ml 3% waterstofperoxide oplossing toegevoegd. De andere twee bakken dienden als controles: één bak met 200 ml water en één met 1L water om te kijken of de kleine hoeveelheid water een effect zou hebben. Er was een zichtbaar effect van het waterstofperoxide op de grote waternavel. Een aantal dagen na behandeling was er nog geen herstel zichtbaar. Er was geen verschil tussen de twee bakken met verschillende hoeveelheden water. Naast deze bakkenproef is in een 10-L emmer grote waternavel besprenkeld met 100 ml van een 30% oplossing waterstofperoxide. Op dat moment bevond zich ongeveer 50% van de plant boven het wateroppervlak. Binnen enkele dagen stierf 40% van het blad af. De waternavel had dezelfde oorsprong als in de bakkenproef. Ook in deze proef was de plant niet in staat zich binnen een paar dagen na behandeling te herstellen.

15 13 Afbeelding 1. De opstelling van het waterstofperoxide proef van Aa & Maas. In 2009 heeft Waterschap Aa & Maas in het district Raam, Laarakkerse waterleiding, locatie De Haard (afbeelding 2) een alternatieve bestrijdingsaanpak getoetst. De oever in dit gebied is grotendeels begroeid met riet, waartussen en waarvoor grote waternavel zich vestigt. Hierdoor is de grote waternavel lastig te bestrijden. In week 22 is de aanwezige vegetatie, inclusief een gedeelte van de oever en/of waterbodem verwijderd tot een diepte van 11 cm met een Menzi muck graafmachine, die in staat is in de waterloop te rijden. De achterliggende gedachte was om op deze wijze de wortels van de grote waternavel te verwijderen, zodat er geen hergroei kan plaatsvinden. Elf weken na deze behandeling werd er weer hergroei van grote waternavel geconstateerd. Dit zou als oorzaak kunnen hebben dat de waternavel dieper heeft geworteld. Het is bekend dat de grote waternavel tot wel 15 cm kan wortelen (zie ook paragraaf 4.2, Australisch onderzoek).

16 14 Afbeelding 2. Proeflocatie in het district Raam, Laarakkerse waterleiding, locatie De Haard Provincie Antwerpen (BE) In de provincie Antwerpen is in de jaren gewerkt met een bestek. De volgende werkzaamheden worden daarin voorgeschreven: Het zorgvuldig verwijderen van grote waternavel, Parelvederkruid en waterteunisbloem, Het verwijderen van ander plantmateriaal indien dat voor de bestrijding van genoemde exoten noodzakelijk is, Afvoer van het verwijderde plantmateriaal naar een erkende composteringsinstallatie, stortplaats of containerpark. De verwijdering van de planten gebeurd door minimaal twee personen, zowel bij machinale als handmatige verwijdering. Hierbij moet de gehele plant verwijderd worden, dus ook de wortel. Direct na machinale verwijdering worden plantenresten handmatig uit het water geschept en alle resten handmatig uit de oever verwijderd. Het talud en de bodem moeten na verwijdering gecontroleerd worden op achterblijvende plantresten. De verwijderingstechniek is afhankelijk van de hoeveelheid materiaal en de kenmerken van de locatie. Grote drijvende massa s worden machinaal met de kraan via een grijper of een maaikorf uit het water gehaald. Bij het gebruik van de maaikorf mag de snijfunctie niet gebruikt worden. Op locatie waar de kraan niet bij kan en in kwetsbare gebieden worden de planten met aangepaste, lichte machines naar de oever getrokken. Aangepaste machines moeten de planten met wortel kunnen verwijderen. Het materiaal moet direct van de locatie afgevoerd worden. Kleine hoeveelheden dienen handmatig verwijderd te worden, ook hierbij geldt dat de planten met wortel en al verwijderd moeten worden. Het verwijderen gebeurt van stroomopwaarts naar stroomafwaarts. Handmatige verwijdering heeft altijd de voorkeur om zo fragmentatie te voorkomen. Bij machinale verwijdering moet gebruik gemaakt worden van drijfschermen en/of roosters. Na bestrijding moeten de machines en roosters vrij van plantenresten gemaakt worden. Het vertroebelen van het water moet vermeden worden.

17 Waterschap De Dommel (NL) Waterschap De dommel heeft in de jaren voorafgaand aan dit project het volgende bestrijdingsregime toegepast. Het waterniveau in de watergangen is in de wintermaanden verlaagd om een betere blootstelling van de grote waternavel aan vorst te bewerkstelligen. In het voorjaar is de grote waternavel handmatig verwijderd. Op die wijze was de grote waternavel in het voorjaar redelijk goed te controleren. In de zomerperiode vertoont de plant in het gebied echter een groeispurt en is handmatige verwijdering niet meer mogelijk. In de periode van eind september tot begin oktober wordt de grote waternavel met een maaiboot verwijderd, gevolgd door een tweede ronde met de maaiboot in het late najaar, gevolgd door het instellen van een laag waterpeil. In 2007,2008 en 2009 werd respectievelijk ongeveer 700,1200 en 200 ton materiaal verwijderd Provincie Oost-Vlaanderen (BE) In de provincie Oost-Vlaanderen heeft men de bestrijding van grote waternavel gekoppeld aan de strategie van vroegtijdige meldingen en communicatie om te kunnen ingrijpen voor een kleine haard is uitgegroeid. Sinds 2006 is er een provinciaal meldpunt exoten ingesteld dat via een website, telefonisch en via de te bereiken is. Daarnaast is er informatieverspreiding geweest middels een opleiding aan gemeentelijke terreinwerkers, aan waterschappen, aan regionale comités voor de rattenbestrijding en provinciale rattenbestrijders en berichten in de lokale pers. Deze communicatieactiviteiten werden gecombineerd met een bestrijdingsregime waarbij een eenmalige mechanische bestrijding (de zogenaamde grote kost ) werd gecombineerd met een periode van 3 jaar waarin handmatige bestrijding van de grote waternavel plaatsvond (de zogenaamde kleine kost ). De zogenaamde kleine kost omvat een nazorg periode van 3 jaar en moet er zorg voor dragen dat maximaal 5% van de oorspronkelijke oppervlakte van de groeihaard wordt getolereerd. De provincie werkt met een bestek waarin het werk van de grote kost aan 1 aannemer wordt uitbesteed waarbij werk niet aan onderaannemers mag worden gedelegeerd. De verwijderingstechniek, dat wil zeggen de keuze uit machinale of handmatige verwijdering, is afhankelijk van de hoeveelheid te verwijderen materiaal en kenmerken van de waterloop. Per watergang wordt een aanpak gekozen in overleg met de provincie. Indien het een goed bereikbare plaats met grote hoeveelheden grote waternavel betreft, worden de drijvende massa s met een kraan door een grijper of maaikorf uit het water gehaald. Bij gebruik van de maaikorf mag de snijfunctie niet gebruikt worden om fragmentatie te voorkomen. Indien de watergang moeilijk bereikbaar is of een kwetsbaar gebied betreft, moeten aangepaste, lichte machines ingezet worden waarmee de drijvende massa s naar de kant worden getrokken. Kwetsbare gebieden zijn: natuurgebied, bosgebied, reservaatgebied als planologische bestemming op de gewestplannen, de Habitat- en Vogelrichtlijngebieden en de afgebakende VEN-gebieden. Hierbij moeten de planten met wortel en al verwijderd worden. Het bestreden materiaal moet direct afgevoerd worden. Indien er in een watergang kleine hoeveelheden grote waternavel aanwezig zijn, moet de soort handmatig uitgetrokken worden of met een hark verwijderd worden. Bij elke toegepaste techniek dient na afloop de watergang gecontroleerd te worden op resten van de grote waternavel en moeten alle zichtbare delen handmatig verwijderd en afgevoerd worden. De bodem en de oever dienen gecontroleerd te worden op achterblijvende wortelstukken. Bij elke techniek worden drijfschermen rond de werkplaats gebruikt en worden roosters op regelmatige afstanden en voor stuwen en aan het einde van een traject geplaatst om verdere verspreiding van bestreden massa te voorkomen. Verstoring van de bodem moet hierbij zoveel mogelijk voorkomen worden. De hoeveelheid bestreden materiaal wordt uitgedrukt in m 2 (machinaal) en m 2 en m (handmatig). De hoeveelheid wordt in meters uitgedrukt indien het oevers betreft. De werkzaamheden binnen de kleine kost worden door een andere organisatie dan de werkzaamheden van de grote kost uitgevoerd. In 2009 bedroegen de kosten voor de grote kost en is m 2 begroeid oppervlak en m oever mechanisch geschoond. De kosten voor de kleine kost bedroegen 7466 en werd 2500 m oever geschoond.

18 Waterschap De Brabantse Delta (NL) Vanaf 2001 wordt grote waternavel steeds vaker aangetroffen in het beheersgebied. De grootste dichtheden en daarmee ook problemen worden rondom Roosendaal aangetroffen, in het Molenbeek en de Roosendaalse Haven. In oktober van hetzelfde jaar komt het verzoek van het Hoogheemraadschap van West Brabant om middels een nota in te stemmen met procedurele en inhoudelijke afspraken om voldoende afstemming te hebben tussen de inliggende waterschappen bij het voorkomen en bestrijden van grote waternavel. De afspraken waren: 1. Melding van mogelijke nieuwe vindplaatsen van grote waternavel aan het hoogheemraadschap. Het hoogheemraadschap controleert vervolgens de melding van de vindplaats (determinatie in het veld of van het toegestuurd materiaal) en documenteert dit. 2. Na bevestiging van de determinatie verzoekt het hoogheemraadschap via Bureau Watersystemen het betreffende waterschap te handelen conform het STOWA advies (brochure ) ten aanzien de daarin vermeldde maatregelen. 3. Het betreffende waterschap communiceert richting het hoogheemraadschap over het moment waarop actie is /wordt ondernomen. 4. Het hoogheemraadschap zal op verzoek van het waterschap een herinventarisatie uitvoeren op de oorspronkelijke vindplaats. 5. De bevindingen worden gedocumenteerd door het Bureau Watersystemen van het hoogheemraadschap en aan het betreffende waterschap gecommuniceerd. Vanaf 2001 worden de vindplaatsen dan ook zo goed mogelijk gedocumenteerd. Aanwezige waternavel wordt mechanisch verwijderd. Grote oppervlakken worden eerst vanaf de kant met een kraan verwijderd. Vervolgens worden gedurende een aantal weken (zolang als nodig) de geschoonde locaties nagelopen op achtergebleven of nieuwe planten welke ter plekke handmatig verwijderd worden. In 2004 vindt er een evaluatie van het beleid plaats naar aanleiding van alarmerende berichten van collega- waterschappen in Noord-Brabant betreffende hoge bestrijdingskosten van grote waternavel. Er wordt besloten op de ingeslagen weg verder te gaan en geen aanpassingen te doen. De strategie die waterschap Brabantse Delta hanteert bij de bestrijding van de Grote waternavel is die van het proactief handmatig verwijderen van de plant voor deze de gelegenheid krijgt te gaan woekeren in de watergangen. Hiermee worden extra hoge onderhoudskosten vermeden en is de kans op accumulatie van zware metalen in de planten gering. De locaties waar Grote waternavel reeds gesignaleerd is, worden periodiek geïnspecteerd op de aanwezigheid van de waterplant. Het voorkomen van de Grote waternavel in het beheersgebied is een potentieel probleem zij het van beperkte omvang (in vergelijking met andere waterschappen, b.v. Dommel). Toch breidde de plant zich jaarlijks nog uit in het beheersgebied. Met betrekking tot de ernst van de situatie werd opgemerkt dat indien bovenstaande onderhoudswerkwijze adequaat gehanteerd wordt de Grote waternavel problematiek beheersbaar blijft. De werkwijze voor de bestrijding van Grote waternavel werd vastgelegd in de handleiding Gedifferentieerd Beheer- en onderhoudsplannen. Er werd ook de volgende kanttekening geplaatst: De Grote waternavel is niet de enige uitheemse waterplant die kan woekeren in watergangen. Er zijn standplaatsen bekend van andere exotische waterplanten in West-Brabant met vergelijkbare eigenschappen: Parelvederkruid (Myriophyllum aquaticum) Waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora) De expansiedrift van deze andere uitheemse waterplanten is weliswaar een stuk minder groot dan die van de Grote waternavel maar ook hiermee is voorzichtigheid geboden. Het is daarom verstandig om ook alert te zijn op het voorkomen van deze soorten in watergangen.

19 17 Deze aanpak van grote waternavel vergde meer personele inzet dan het reguliere onderhoud van de watergangen in het beheersgebied. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door het handmatig verwijderen van de Grote waternavel en periodiek inspecteren van de vindplaatsen. Bij de onderhoudswerkzaamheden werd hierin voorzien. Afbeelding 3. Verspreiding van Grote waternavel in het gebied van de Brabantse delta van Ook werd een communicatieparagraaf opgenomen: Indien Grote waternavel of andere exoten worden aangetroffen in het beheersgebied, wordt de standplaats doorgegeven aan de ecologen op het hydrobiologisch laboratorium. Daar worden de gegevens omtrent het voorkomen centraal beheerd. Voor verwijdering van de aangetroffen plantenmassa wordt contact opgenomen met de desbetreffende regio-ecoloog. In het kader van communicatie en (nogmaals) onder de aandacht brengen van de andere exoten, zullen de regiomanagers deze nota met foto s verspreiden onder de opzichters en andere buitendienstmedewerkers. In 2006 wordt een probleem geconstateerd bij de Blikloop (een zijloop van de Bijloop). In het verleden is daar een flauw talud aangelegd van ca. 250 á 300m lang. Grote waternavel groeit daar zowel op het talud (gemiddeld 10 meter breed) als in het water. Bestrijding van grote waternavel in de waterloop vindt succesvol plaats volgens de afgesproken methode, maar in het talud komt grote waternavel duidelijk steeds terug. Bij wijze van proef is in 2006 met een kraan een gering gedeelte van het talud afgeschraapt. Dit had echter niet het gewenste effect. Begin 2007 zijn er opnieuw veel uitlopers van GWN op het flauwe talud aangetroffen. De Kosten van volledige verwijdering (via inschakeling van het Werkvoorzieningschap) wordt in dat jaar op ca ,- (incl. btw) geschat. Er wordt definitief afgezien van de mogelijkheid om chemische bestrijding toe te passen omdat dit niet mag volgens de Keur (grote waternavel staat NIET bij de 4 uitzonderingsgewassen die pleksgewijs bestreden mogen worden). Er is ook met tijdelijke peilverlaging bij aangekondigde vorst geëxperimenteerd. Heeft echter niet het gewenste effect gehad. In de Aa of Weerijs is grote waternavel in 2006 behoorlijk aanwezig. In 2007 wordt zeer actief in de Aa of Weerijs bestreden met als gevolg dat hier duidelijk minder Grote Waternavel voorkomt als in In de overige

20 18 watergangen is er echter in 2007 een explosieve toename van groei als ook aantal nieuwe locaties geconstateerd. Met name in de Bovenmark is de toename enorm. Een mogelijke oorzaak zijn de plakkaten die vanuit België de grens over komen drijven. Er is contact gezocht om beter afspraken met onze zuiderburen. Aannemers hebben in 2007 een formulier meegekregen waarop ze grote waternavel aan konden geven. Tevens is hen medegedeeld om deze stukken met grote waternavel over te slaan. Vroegtijdig en preventief bezoeken van bekende locaties levert in 2008 minder problemen op dan in Ondanks de alertheid in 2008 op grote waternavel zit er in de Bovenmark en de singels van Breda veel grote waternavel. In stedelijk gebied worden opmerkelijke haarden opgemerkt en verwijderd (Oudenbosch en Etten-Leur Noord). Er wordt een schatting van het besmet oppervlak gemaakt van m2 grote waternavel, inclusief overige exoten wordt dat m2. Dit blijkt later echter een overschatting te zijn. Afbeelding 4. Verspreiding van grote waternavel in het gebied van Brabantse Delta in 2008, en 2009 en 2010 (volgende pagina)

21 19 Er wordt op dezelfde voet als in 2008 gewerkt. Dit levert in 2009 slechts maximaal ca kg grote waternavel op (schatting medewerker Onderhoud) voor heel het beheersgebied. Incidenteel is er sprake van parelvederkruid en nog minder vaak wordt waterteunisbloem gemeld. Steeds in stedelijk gebied. Beide laatste soorten worden op eenzelfde wijze verwijderd ~ Mondtfd~10 9'0t!tuoaro../ 100m Me<!<dlull0groelhnrde<V100on 0VIItle.$<Np$11(tn$ c ~ Awat«<opeff 0 t!'iiö'.ooo ~ if.qböntst Dtlto 21-0i-2011 Mrondwd;at~10oroiiiU cj.v 100m Meer 4al\ 10 gtoelllaardmf100on Ov.tet$o!Nop$11(...,, CilltlgO!ieAWM:..to(>en. I 0 Wo~"""' :!010 J l-tll-201! ';.;'"'' ~ Bf;böntst Df'lto

22 20 In 2010 blijkt dan veel minder grote waternavel binnen het beheersgebied aangetroffen te worden dan in voorgaande jaren. Op de verspreidingskaarten van 2008 t/m 2009 is duidelijk de afname van het aantal punten in het gebied waar grote waternavel is geconstateerd. Oorzaak hiervan is zeer waarschijnlijk de koude winter geweest. Evenals waterschap Aa& Maas (zie paragraaf 4.1.1) heeft in het gebied van de Brabantse Delta een proef gelopen met het afgraven van de bovenlaag. Dit vond plaats in de Blikloop in De bovenste laag van cm is daar verwijderd toen verwijderd. Er werd echter net als bij Waterschap Aa & Maas al vrij snel hergroei geconstateerd. Dit zou als oorzaak kunnen hebben dat de waternavel dieper heeft geworteld. Het is bekend dat de grote waternavel tot wel 15 cm kan wortelen (zie ook paragraaf 4.2, Australisch onderzoek). 4.2 Buitenland Er zijn relatief weinig onderzoeken beschreven waarin de bestrijding van grote waternavel onderzocht is. Hieronder volgt een overzicht van de studies die wel uitgevoerd zijn, in Australië en Groot-Brittannië. In Australië is men kort na de snelle explosieve groei en verspreiding van grote waternavel in 1991 gestart met een tweewekelijks beheersprogramma. Elke twee weken werden de drijvende matten vanuit bootjes met kapmessen in kleinere stukken gesneden. Deze stukken werden vervolgens verzameld en op de oevers met harken uit de watergang getrokken. Bij aanvang van deze bestrijdingsmethode bevond zich naar schatting 175 ton grote waternavel in de desbetreffende watergangen. Na een jaar bedroeg de geschatte hoeveelheid grote waternavel 420 ton. Hoewel de bestrijding in het groeiseizoen effect leek te hebben, heeft het versnijden van de matten er destijds voor gezorgd dat de grote waternavel zich via klein fragmenten verder heeft kunnen verspreiden. In 1993 werd een nieuw programma ontwikkeld: een korte termijn beheersingsprogramma. De technieken toegepast in het programma waren zo goed als identiek als die aan het eerste programma uit Na deze verwijdering van de grote matten, werd glyfosaat (Round-up) toegepast op de plantenresten in de oevers. Hiermee werd getracht de hergroei van matten vanuit de oevers te voorkomen. Er werd voor glyfosaat gekozen omdat de wortels van de grote waternavel tot een diepte van 15 cm kunnen wortelen en glyfosaat een systemische werking heeft. De dosering was 360 g actieve stof per ha. In 1994 werd overgestapt op een hogere dosering van 450 g actieve stof per ha [5]. In Groot Brittannië is ook geëxperimenteerd met de chemische bestrijding van grote waternavel. In een watergang die geheel overgroeid was met grote waternavel over een lengte van 150 m werden twee plots van elk 65 m lengte gemarkeerd. In die plots werden zes behandelingen toegepast: twee objecten werden behandeld met 2,4-D amine (4.23 kg actieve stof /ha in 200 L water), twee met glyfosaat (2.16 kg actieve stof /ha in 200 L toedieningsvloeistof) en twee bleven onbehandeld als controle. De herbiciden werden op 10 juni toegediend met een spuitlans met een werkbreedte van 2m. De effectiviteit werd op twee manieren bepaald: door het percentage bedekking en door het versgewicht van grote waternavel. Na 1 maand was de biomassa van grote waternavel met 76% afgenomen door de toediening van 2,4-D amine. Binnen twee uur na toediening waren al visuele effecten zichtbaar en binnen een maand waren de behandelde bladeren gezonken en aan het afbreken. De reductie in bedekkingspercentage was bijna 100%, er overleefden slechts een paar kleine bladeren. Dit in tegenstelling tot de glyfosaat behandeling waarbij een biomassareductie van 20% werd waargenomen na 1 maand en de bedekkingspercentages nagenoeg gelijk waren aan die in de onbehandelde objecten. De waslaag op de bladeren zou de oorzaak kunnen zijn van het gebrek aan werking van glyfosaat. De hoeveelheid die opgenomen wordt, is waarschijnlijk te laag om in voldoende hoeveelheden naar de delen van de plant die zich onder water bevinden te transporteren. Opvallend is ook dat de toepassing van 2,4-D amine wel herhaald moest worden na twee maanden wegens hergroei. Daarnaast is het toepassingsmoment zeer belangrijk. 2,4-D amine moet toegepast

23 21 worden op het moment dat zoveel mogelijk plantmateriaal boven het wateroppervlak uitkomt. De delen die zich onder het oppervlak bevinden, worden immers niet blootgesteld en zullen dan ook vrijwel ongehinderd kunnen verder groeien. Dit bleek uit testen in een andere watergang waarbij de grote waternavel nog niet geheel aan het oppervlak was verschenen. De jonge scheuten bleken in staat om ongehinderd te groeien na bespuiting en rondom de afstervende bladeren een nieuwe mat te vormen. Newman and Dawson concludeerden dat 2,4-D amine effectief zou kunnen zijn, maar dat de benodigde doseringen en toedieningsmomenten te hoog en te frequent zijn om aan milieuwetgeving te kunnen voldoen [15]. In de literatuur worden een aantal suggesties aangedragen voor ecologisch beheer, van welke er niet een tot nog toe is getoetst. Het betreft het planten van bomen om schaduw te creëren waarmee de groei van grote waternavel wordt gereduceerd, het laten toenemen van de stroomsnelheid waarmee de groei gereduceerd wordt (hoewel de verspreiding naar benedenstroomse gebieden daarmee wel toeneemt), het uitdiepen van de watergang tot meer dan 1 m waardoor het wortelen van grote waternavel bemoeilijkt wordt, het afschermen van specifieke stukken substraat met netten of het verwijderen van substraat [16]. Hergroei van grote waternavel kan al plaatsvinden vanuit een enkele knoop [11]. In Groot Brittannië is een systeem waarin in februari grote waternavel met een baggermachine werd verwijderd, gevolgd door zeer nauwkeurige handmatige verwijdering om de veertien dagen in de daarop volgende 1,5 jaar, succesvol gebleken. Dit beheerssysteem werd gecombineerd met de plaatsing van een net met zeer fijne mazen om verspreiding van fragmenten naar aangrenzende watergangen te voorkomen [11]. Sommige auteurs suggereren om grote waternavel te gebruiken voor de zuivering van water. Echter, er zijn andere soorten bekend die een zelfde zuiverend vermogen hebben, maar niet dezelfde problemen zullen veroorzaken als grote waternavel. Goede voorbeelden zijn riet en liesgras die in staat zijn op de oevers en in waterranden te groeien en niet de gehele waterweg zullen bedekken. Deze soorten zullen tevens de oevers bedekt houden en zo kunnen bijdragen aan de preventie van nieuwe vestiging van grote waternavel [9]. 4.3 Biologische bestrijding Er zijn in geen van de gebieden waar grote waternavel is geïntroduceerd natuurlijke vijanden aangetroffen [4]. In de praktijk wordt momenteel ook nog nergens een biologische bestrijder uit de regio s van herkomst toegepast. Al in 1982 is een kever uit Zuid-Amerika aangewezen als mogelijke bestrijder: Listronotus elongatus [17]. Volwassen kevers veroorzaken vraatschade aan het bladoppervlak aan de bovenkant van de bladeren. Ze leggen hun eieren in het weefsel tussen blad en stolonen. De larven graven zich vandaaruit een weg omlaag in de stolonen tot een diepte van 15 cm. Het gevolg is dat de bladeren van de plant zullen verwelken en afsterven. De geïnfecteerde stolonen zullen na enige tijd afzinken. CABI en het Centre for Ecology and Hydrology in Groot Brittannië hebben in 2006 laboratorium proeven uitgevoerd naar de waardplantstatus van aanverwante inheemse soorten, waaronder gewone waternavel (H. vulgaris) [18]. Wereldwijd bestaan er 75 Hydrocotyle soorten, waarvan er 1 als inheems voor Europa te boek staat [19]. Ze voerden proeven uit in petrischaaltjes waarin volwassen kevers hetzij grote, hetzij gewone waternavel aangeboden kregen. Hieruit bleek dat gewone waternavel een zeer slechte waardplant is voor L. elongatus. Daarnaast werden ook keuze proeven uitgevoerd waarin de kevers konden kiezen tussen verschillende plantensoorten. Hierbij had grote waternavel duidelijk de voorkeur boven de getoetste andere soorten. Uit ovipositietest bleek dat de kever geen eieren legt op gewone waternavel. Echter, wanneer larven overgezet werden op gewone waternavel, waren de larven wel in staat zich te voeden met deze soort. Op dit moment is een bredere waardplant screening nodig voordat er een bestrijdingsprogramma opgezet kan worden [18, 19].

24 Andere natuurlijke vijanden van H. ranunculoides die door CABI werden aangetroffen in Argentinië zijn twee Cercospora achtige schimmels (nog nader te determineren) en een mineervlieg die de stolonen aantast (Eugarix sp.) [5]. Naar de mogelijke inzet van deze organismen als biologische bestrijding is nog geen nader onderzoek uitgevoerd. 22

25 23

26 24 5. Samenvatting en conclusie 5.1 Herkomst en Levenscyclus Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides L.f.) wordt omschreven als een invasieve waterplant in Europa (België, Nederland, Frankrijk, Portugal, Italië en Spanje) [4] en andere delen van de wereld zoals Australië [1, 2, 5]. Na introductie van de soort in een nieuw gebied is de periode tussen de eerste introductie en de fase waarin de plant zich op explosieve wijze gaat verspreiden over het algemeen zeer kort. De snelle verspreiding van de grote waternavel gedurende de jaren negentig in Nederland is naar alle waarschijnlijkheid veroorzaakt door het lozen van afvalmateriaal uit omliggende tuincentra [6], in combinatie met een beheersmethode waarbij alleen de top van de planten werd verwijderd en er groeipunten achter bleven. Ook in Vlaanderen is de soort sinds de eerste waarnemingen in de jaren negentig wijdverbreid en aanwezig in alle Vlaamse provincies (Antwerpen, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant). De grote waternavel is een moerasplant die behoort tot de Araliaceae. De plant wordt in een vroeg stadium nog wel eens verward met de gewone waternavel (Hydrocotyle vulgaris). Er zijn echter duidelijke verschillen tussen de twee soorten wat betreft de bladeren, de maximale CO 2 uitwisseling en de optimumtemperatuur. De groeisnelheid van grote waternavel is het hoogst in juni en juli. Bloei en vruchtvorming vinden plaats tussen mei en oktober. De in het najaar gevormde verzonken bladeren zorgen samen met bladloze stolonen voor de overleving in de winter. Hierdoor is de soort redelijk tolerant voor vorstperiodes in Nederland en Vlaanderen. Tijdens deze periodes overwintert de soort in vegetatie op oevers of in watergangen die lokaal kwel of warm gezuiverd water ontvangen. Grote waternavel heeft een explosieve vegetatieve groei in langzaam stromend, warm en voedselrijk water. De generatieve groei wordt bevorderd in omstandigheden waarin vegetatieve groei langzaam is (bv. in voedselarm water). Over het algemeen vermeerdert de soort zich in Nederland en België vegetatief. Grote waternavel kan in het groeiseizoen als kleine drijvende fragmentjes overleven. Wanneer een van deze fragmenten in stilstaand water zonder competitie van andere aquatische macrofyten terecht komt, kan deze zich vestigen en zeer snel grote drijvende matten vormen. Deze matten kunnen een groot negatief effect op de bestaande flora hebben. De matten zorgen er ook voor dat grote waternavel veel van de oorspronkelijke waterplanten kan wegconcurreren. Wanneer een dergelijk mat door de wind of voorbijvarende boten gefragmenteerd raakt, kunnen de individuele fragmenten zich stroomafwaarts op een nieuwe plek vestigen. Het regeneratieve vermogen van grote waternavel is groot. Kleine stengel fragmenten van 1 cm lengte met 1 knoop, zowel met als zonder blad zijn in staat weer uit te lopen. De fragmenten met 1 knoop en 1 blad hebben ongeveer één week nodig om stengels te vormen. Fragmenten van dezelfde afmetingen met 1 knoop zonder blad hebben hiervoor enkele weken nodig. De plant is niet in staat om vanuit enkele bladeren of internodia zonder knoop nieuwe stengels te maken. Grote waternavel voelt zich het prettigst in een voedselrijke omgeving; de relatieve groeisnelheid (RGS) van H. ranunculoides is significant lager bij een lagere beschikbaarheid van nutriënten. Het waterniveau bepaalt mede de groeisnelheid; onder omstandigheden met een verzadigde bodem en een waterlaag van 5 cm is de relatieve groeisnelheid significant hoger dan onder omstandigheden met een semigedraineerde en gedraineerde bodem [13]. De relatieve biomassa van wortels ten opzichte van de overige plantendelen wordt niet door de waterstand beïnvloed. Wat de effecten zijn van een langdurige lage waterstand op de overleving van grote waternavel is niet bekend. Stroomsnelheid en diepte zijn niet van significante invloed op het voorkomen van de soort. De stroombreedte heeft wel invloed: met toenemende breedte, neemt de frequentie waarmee de soort wordt waargenomen toe.

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 1nvexo minder invasieve planten en dieren Interreg Vlaanderen Nederland Europa investeert in uw regio Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Casus Grote waternavel en andere invasieve

Nadere informatie

voor bestrijding van waterteunisbloem

voor bestrijding van waterteunisbloem Protocol voor bestrijding van waterteunisbloem Bron: Een efficiënte aanpak van invasieve exoten in en rond de waterloop. Eindrapport van de Invexo-casus Grote waternavel en andere invasieve (water)planten,

Nadere informatie

Hydrocotyle ranunculoides L. f. Een handleiding voor identificatie, risico beoordeling en management

Hydrocotyle ranunculoides L. f. Een handleiding voor identificatie, risico beoordeling en management Hydrocotyle ranunculoides L. f. Een handleiding voor identificatie, risico beoordeling en management Nationaal Referentie Centrum, NVWA, Wageningen, NL Centre for Ecology and Hydrology Wallingford, UK

Nadere informatie

Aquatische exoten. Didier Soens Directeur dienst Waterbeleid Provinciebestuur Antwerpen. Departement Leefmilieu. Departement Leefmilieu

Aquatische exoten. Didier Soens Directeur dienst Waterbeleid Provinciebestuur Antwerpen. Departement Leefmilieu. Departement Leefmilieu Aquatische exoten Didier Soens Directeur dienst Waterbeleid Provinciebestuur Antwerpen Dienst Waterbeleid Uitheemse soorten Via tuinvijvers, aquaria, in milieu Niet elke soort zorgt voor problemen 2 Drie

Nadere informatie

voor bestrijding van parelvederkruid

voor bestrijding van parelvederkruid Protocol voor bestrijding van parelvederkruid Bron: Een efficiënte aanpak van invasieve exoten in en rond de waterloop. Eindrapport van de Invexo-casus Grote waternavel en andere invasieve (water)planten,

Nadere informatie

Watercrassula en Grote waternavel. Paul Hendriks en Saskia de Vries

Watercrassula en Grote waternavel. Paul Hendriks en Saskia de Vries Watercrassula en Grote waternavel Paul Hendriks en Saskia de Vries Inhoud Watercrassula Bekende informatie Ervaringen uit werkveld Grote waternavel Bekende informatie Ervaringen uit werkveld Onze verplichtingen

Nadere informatie

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Projectnummer PT: 14216.12 In opdracht van: Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer Uitgevoerd door: Cultus Agro Advies Zandterweg 5 5973 RB

Nadere informatie

Bestrijding exotische waterplanten

Bestrijding exotische waterplanten Bestrijding exotische waterplanten Exotische waterplanten komen sinds circa 2000 steeds meer voor in sloten en vaarten. Door de sterke, woekerende groei belemmeren ze de doorstroming van de watergangen.

Nadere informatie

Een efficiënte aanpak van invasieve exoten in en rond de waterloop

Een efficiënte aanpak van invasieve exoten in en rond de waterloop Een efficiënte aanpak van invasieve exoten in en rond de waterloop Eindrapport van de Invexo-casus Grote waternavel en andere invasieve (water)planten Samenvatting Inhoud Invasieve exoten in Vlaanderen

Nadere informatie

Oplegnotitie bestrijding Japanse duizendknoop.

Oplegnotitie bestrijding Japanse duizendknoop. Oplegnotitie bestrijding Japanse duizendknoop. Bij brief van 19 juli 2018 heeft het College van B&W de raad geïnformeerd over de locaties waar de Japanse duizendknoop in IJsselstein is gelokaliseerd en

Nadere informatie

De Waternavel de baas? Wat verklaart de plotselinge spectaculaire afname?

De Waternavel de baas? Wat verklaart de plotselinge spectaculaire afname? De Waternavel de baas? Wat verklaart de plotselinge spectaculaire afname? Janne Brouwers (waterschap Aa en Maas, Wageningen Universiteit), Joris van Herk (waterschap Aa en Maas), Edwin Peeters (Wageningen

Nadere informatie

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting. Page 1 of 35 Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting Uitgevoerd door: Laboratorium Specialist in vijverwaterkwaliteit Page

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Aquarium-/vijverplant over? Gooi ze in de GFT-bak!

Aquarium-/vijverplant over? Gooi ze in de GFT-bak! Aquarium-/vijverplant over? Gooi ze in de GFT-bak! Gooi overtollige aquariumen vijverplanten niet in de sloot, maar in de GFT-bak. De veelal exotische planten kunnen in de sloot en ander buitenwater zorgen

Nadere informatie

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

KRW en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014

KRW en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014 en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014 Resultaatgericht /gedragscode Doelgericht Werkwijze gericht Resultaatgericht d.m.v. maatlatten Abundantie

Nadere informatie

Praktijkproef duizendknoop

Praktijkproef duizendknoop Praktijkproef duizendknoop Joyce Penninkhof november 2018 Wie herkent de duizendknoop? Is duizendknoop een probleem of een kans? Wie weet waar de duizendknoop zich bevindt in het gebied dat hij/zij beheert?

Nadere informatie

Invasieve uitheemse planten in het beheer

Invasieve uitheemse planten in het beheer Invasieve uitheemse planten in het beheer Casper de Groot september 2011 Aanleiding project Keuze voor zes soorten: Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, reuzenbalsemien, Amerikaanse vogelkers, rododendron

Nadere informatie

Cabomba!caroliniana!A.!Gray!

Cabomba!caroliniana!A.!Gray! CabombacarolinianaA.Gray Eenhandleidingvooridentificatie,risicobeoordelingenmanagement NationaalReferentieCentrum,NVWA,Wageningen,NL CentreforEcologyandHydrology"Wallingford,UK juni2011 Achtergrondinformatieenecologie

Nadere informatie

Praktijkproef bestrijding duizendknoop

Praktijkproef bestrijding duizendknoop Praktijkproef bestrijding duizendknoop Casper de Groot en Jan Oldenburger Startbijeenkomst 26 september 2013 Inhoud 1. Duizendknoop 2. Aanleiding praktijkproef 3. Opzet praktijkproef a) Deelnemers b) Locaties

Nadere informatie

CONCEPT-AFWEGINGSKADER BEHEERSING INVASIEVE OEVER- EN WATERPLANTEN

CONCEPT-AFWEGINGSKADER BEHEERSING INVASIEVE OEVER- EN WATERPLANTEN 1996-2011: FVAN ina Final l rereport p orttot BRUIKBAAR OPPERVLAKTEWATER EFFLUENT Stationsplein 89 POSTBUS 2180 3800 CD AMERSFOORT CONCEPT-AFWEGINGSKADER BEHEERSING INVASIEVE OEVER- EN WATERPLANTEN TEL

Nadere informatie

lastige exotische invasieve water- en oeverplanten in de kleine stromende wateren

lastige exotische invasieve water- en oeverplanten in de kleine stromende wateren Invasieve exootplanten en KRW, in kleine wateren Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Voorbeelden Waterlichamen 3. Wanneer probleem en wanneer zegen Maarten Zonderwijk, ws Regge en Dinkel, dec 2009 4. Beheer

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Een efficiënte aanpak van invasieve exoten in en rond de waterloop

Een efficiënte aanpak van invasieve exoten in en rond de waterloop Een efficiënte aanpak van invasieve exoten in en rond de waterloop Eindrapport van de Invexo-casus Grote waternavel en andere invasieve (water)planten Samenvatting Inhoud Invasieve exoten in Vlaanderen

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),

Nadere informatie

Ervaringen met de bestrijding van reuzenbalsemien. 13 september 2011

Ervaringen met de bestrijding van reuzenbalsemien. 13 september 2011 Ervaringen met de bestrijding van reuzenbalsemien 13 september 2011 Verloop van de presentatie 1. Aanzet 2. Plantkundig 3. Bestrijding I. 1 ste jaar (2010) II. 2 de jaar (2011) 4. Conclusies Aanzet Evolutie

Nadere informatie

Waterplantenbeheer, vis en sportvisserij. Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland

Waterplantenbeheer, vis en sportvisserij. Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland Waterplantenbeheer, vis en sportvisserij Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland Aanleiding Laatste jaren veel klachten over toename waterplanten Project waterplantenbeheer Een aanzet geven tot een

Nadere informatie

Kleine waterteunisbloem op Tiengemeten. Astrid Withagen 12 juni 2015

Kleine waterteunisbloem op Tiengemeten. Astrid Withagen 12 juni 2015 Kleine waterteunisbloem op Tiengemeten Astrid Withagen 12 juni 2015 Inhoud Even voorstellen Waarom een risico Bestrijding de theorie Tiengemeten Bestrijding de praktijk Inzicht in vindplaatsen en bestrijding

Nadere informatie

Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna

Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna Onderhoudsbeeld wateren 3. Eén droog talud en één natte oever begroeid Na de maaibeurt staat

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Indicator 5 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud

Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud Wat is gewoon onderhoud? Gewoon onderhoud is het jaarlijks verwijderen van een overmaat aan begroeiing, vuil enzovoort dat zich in en direct naast de watergang

Nadere informatie

Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014

Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014 Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014 1 Diepte-/profielschouw, wat en waarom? EEN SLOOT MOET EEN SLOOT BLIJVEN. Het is om meerdere redenen belangrijk dat de diepte en breedte van een sloot door

Nadere informatie

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium Aantasting van Alliumbollen door Fusarium Voortgezet diagnostisch onderzoek 2006/2007 Peter Vink, Trees Hollinger, Paul van Leeuwen en Khanh Pham Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Augustus

Nadere informatie

Brabantbrede aanpak Exoten en plaagsoorten. 6 mei 2014 Bart Brugmans, waterschap Aa en Maas Amersfoort

Brabantbrede aanpak Exoten en plaagsoorten. 6 mei 2014 Bart Brugmans, waterschap Aa en Maas Amersfoort Brabantbrede aanpak Exoten en plaagsoorten 6 mei 2014 Bart Brugmans, waterschap Aa en Maas Amersfoort Aanleiding Brabantbrede samenwerking Interreg project Invasieve exoten (2009-2012) Partners o.a. Waterschap

Nadere informatie

Code goede natuurpraktijk

Code goede natuurpraktijk Code goede natuurpraktijk Praktijkvoorbeelden waterlopenbeheer Maarten Van Aert Afdeling Operationeel Waterbeheer Inhoud CGNP en beheer van waterlopen Planmatige aanpak onderhoud Praktijkvoorbeelden Maaibeheer

Nadere informatie

Het Probleem. Groeiwijze

Het Probleem. Groeiwijze Het Probleem Japanse duizendknoop (Fallopia japonica of Polygonum cuspidatum) werd in Nederland omstreeks 1840 geïntroduceerd toen hij aankwam bij de plantenkwekerij van Philippe von Siebold in Leiden.

Nadere informatie

MEMO. Ecoloog: Michiel Schaap ( ) Dijkbeheerder: Ruud de Vries ( ) en Rens Huuskes ( )

MEMO. Ecoloog: Michiel Schaap ( ) Dijkbeheerder: Ruud de Vries ( ) en Rens Huuskes ( ) MEMO Aan : Organisatieonderdeel : Waterkering; K&A; Communicatie Van : Kennis en Advies Organisatieonderdeel : Michiel Schaap Datum : 14-09-2016 Onderwerp : Proef bestrijding Japanse duizendknoop Projectnummer

Nadere informatie

Hoornblad (Ceratophyllum) & Vederkruid (Myriophyllum)

Hoornblad (Ceratophyllum) & Vederkruid (Myriophyllum) Hoornblad (Ceratophyllum) & Vederkruid (Myriophyllum) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten WATERPLANTEN De soorten van beide families hebben bladen in kransen en zijn samengesteld: bladen in

Nadere informatie

Myriophyllum aquaticum (Vell.) Verdcourt

Myriophyllum aquaticum (Vell.) Verdcourt Myriophyllum aquaticum (Vell.) Verdcourt Een handleiding voor identificatie, risico beoordeling en management Jonathan Newman Nationaal Referentie Centrum, NVWA, Wageningen, NL Centre for Ecology and Hydrology

Nadere informatie

Bestrijding exoten met exoten Mogelijkheden voor de graskarper? Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland

Bestrijding exoten met exoten Mogelijkheden voor de graskarper? Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland Bestrijding exoten met exoten Mogelijkheden voor de graskarper? Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland Laatste jaren veel klachten over waterplanten Waterplanten, ecosysteem en vis Waterplanten van

Nadere informatie

Aanpak Invasieve exoten. Henk Siebel mei 2014

Aanpak Invasieve exoten. Henk Siebel mei 2014 Aanpak Invasieve exoten Henk Siebel mei 2014 Aanpak probleem met invasieve exoten in bos- en natuurgebieden Waar hebben we het over? Welke strategie is de beste? Algemene opties Struiken, bomen en ruigtekruiden

Nadere informatie

Building with Nature: maatregelen In vogelvlucht

Building with Nature: maatregelen In vogelvlucht Building with Nature: Ecologische effecten van kleinschalige Building with Nature maatregelen In vogelvlucht Bart Brugmans 20 september 2016 Opgenomen in nieuwe Waterbeheerplan Effectievere inzet middelen

Nadere informatie

Groei voorbereiden. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Groei voorbereiden. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2 Groei voorbereiden De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Groei voorbereiden WEGWIJZER Deze module

Nadere informatie

Wat zijn springzaden? Springzaden in Nederland en Noord-Brabant Gevolgen uitheemse springzaden Bestrijding en monitoring Wat kan jij doen?

Wat zijn springzaden? Springzaden in Nederland en Noord-Brabant Gevolgen uitheemse springzaden Bestrijding en monitoring Wat kan jij doen? Joop Foto: Verburg Piet Bremer Wat zijn springzaden? Springzaden in Nederland en Noord-Brabant Gevolgen uitheemse springzaden Bestrijding en monitoring Wat kan jij doen? Thomas Meyer Eenjarige planten

Nadere informatie

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt Voortgezet diagnostisch onderzoek in 2006 Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen

Nadere informatie

Biologisch baggeren van veenkoloniale waterpartijen met Krabbenscheer en Groene glazenmaker

Biologisch baggeren van veenkoloniale waterpartijen met Krabbenscheer en Groene glazenmaker Persbericht Platform Berend Botje Biologisch baggeren van veenkoloniale waterpartijen met Krabbenscheer en Groene glazenmaker Inleiding De afgelopen jaren heeft stichting Platform Berend Botje er regelmatig

Nadere informatie

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten Voortgezet diagnostisch onderzoek 2007/2008 Peter Vink, Paul van Leeuwen en John Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Monitoring Nut en noodzaak van het in beeld brengen en houden van exoten. Baudewijn Odé en Jeroen van Zuidam

Monitoring Nut en noodzaak van het in beeld brengen en houden van exoten. Baudewijn Odé en Jeroen van Zuidam Monitoring Nut en noodzaak van het in beeld brengen en houden van exoten Baudewijn Odé en Jeroen van Zuidam Bedekt oppervlak Bestrijdingskosten Het probleem van exoten Soort afwezig Vestiging voorkomen!

Nadere informatie

Plantenkennis Waterplanten

Plantenkennis Waterplanten Plantenkennis Waterplanten Lijst 2 Algemene informatie Waterplanten De planten in, op en aan het water zijn onder te verdelen in de volgende groepen: oeverplant moerasplant echte waterplanten Functies

Nadere informatie

For information only content must not be duplicated. Grasziekten. Lebrun Benjamin

For information only content must not be duplicated. Grasziekten. Lebrun Benjamin Grasziekten Lebrun Benjamin Grasziekten : introductie 1) Oorzaak grasziekten : Virussen Bacteriën Fungus 2) Ziekten veroorzaken een aantal problemen : Vermindering van de groei van de plant Vermindering

Nadere informatie

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia Filip van Noort, Henk Jalink Rapport GTB-1027 2010 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Spiegelplas en Ankeveense plassen

Spiegelplas en Ankeveense plassen Spiegelplas en Ankeveense plassen Stand van de natuur en herstelmaatregelen Gerard ter Heerdt Bart Specken Jasper Stroom Floor Speet Winnie Rip Een tienminuten gesprek. Hoe staan onze kinderen er voor?

Nadere informatie

Herstel sprengen en Grift in Apeldoorn

Herstel sprengen en Grift in Apeldoorn Verslag excursie subgroep Realisatie op de ALV-dag 21 april 2009 Herstel sprengen en Grift in Apeldoorn Met medewerking van Wim Vilsteren en Diederik Brem (Waterschap Veluwe) Op het programma staat een

Nadere informatie

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet INTERN VERSLAG Facet Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem Uitgevoerd door: Nieuw Vennep, januari 2004 Irma Lukassen Helma Verberkt In samenwerking met Naktuinbouw Jan Westerhof Landelijke

Nadere informatie

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV)

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV) Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV) Effect twee vulgewichten op opbrengst en kwaliteit Johan Baars, Anton Sonnenberg & Pieter de Visser & Chris Blok Dit project

Nadere informatie

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Status: definitief Datum: 23 februari 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Waterhuishouding... 3 1.1 Beleid Waterschap Rivierenland... 3 1.2 Veiligheid...

Nadere informatie

PILOT BOKASHI Brabants en Limburgs maaisel voor een gezonde bodem. Maarten van Schijndel Adviseur watersystemen

PILOT BOKASHI Brabants en Limburgs maaisel voor een gezonde bodem. Maarten van Schijndel Adviseur watersystemen PILOT BOKASHI Brabants en Limburgs maaisel voor een gezonde bodem Maarten van Schijndel Adviseur watersystemen Inhoud presentatie 1. Kleine kringloop maaisel 2. Wat is bokashi 3. Pilot bokashi: opzet en

Nadere informatie

Werkinstructies bestrijding plaagsoorten

Werkinstructies bestrijding plaagsoorten Werkinstructies bestrijding plaagsoorten 1-2-2015 Auteurs: Bart Brugmans (Waterschap Aa en Maas) Elize van Reenen (Waterschap De Dommel) Jeffrey Samuels (Waterschap Brabantse Delta) Inhoud Werkinstructie

Nadere informatie

Consultancy: inventarisatie Diaphania perspectalis

Consultancy: inventarisatie Diaphania perspectalis Consultancy: inventarisatie Diaphania perspectalis Aanwezigheid en schade door Diaphania perspectalis in de Nederlandse boomkwekerij Jerre de Blok Praktijkonderzoek Plant en Omgeving Sector bloembollen,

Nadere informatie

Veelgestelde vragen schouw buitengewoon onderhoud

Veelgestelde vragen schouw buitengewoon onderhoud Veelgestelde vragen schouw buitengewoon onderhoud Wat is buitengewoon onderhoud? Het buitengewoon onderhoud omvat het op de juiste afmetingen (breedte, diepte en helling van taluds) houden van een watergang.

Nadere informatie

Beeldenboek. Onderhoud watergangen en oevers Krimpen aan den IJssel

Beeldenboek. Onderhoud watergangen en oevers Krimpen aan den IJssel Beeldenboek Onderhoud watergangen en oevers Krimpen aan den IJssel Meijer, N. 28-10-2014 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Gemeente Krimpen aan den IJssel 1. Inleiding Het Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe

Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe Definitief Versie 1.0 Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 8025 BM Zwolle Postbus 60, 8000 AB Zwolle E-mail: info@wdodelta.nl Website: www.wdodelta.nl

Nadere informatie

Toelichting en achtergrond bij de beperking van het gebruik van terbutylazine houdende producten

Toelichting en achtergrond bij de beperking van het gebruik van terbutylazine houdende producten 1 Toelichting en achtergrond bij de beperking van het gebruik van terbutylazine houdende producten 10/02/2016 Maarten Derudder 2 Samenvatting Introductie Aanleiding risicobeperkende maatregel Implementatie

Nadere informatie

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd. partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus

Nadere informatie

Bestrijding Duizendknoop

Bestrijding Duizendknoop Bestrijding Duizendknoop (Japanse) duizendknoop: een invasieve soort Invasieve soorten zijn soorten die niet van nature in Nederland voorkomen en vormen een bedreiging voor de Nederlandse planten en dieren.

Nadere informatie

Enquête waterplanten en sportvisserij

Enquête waterplanten en sportvisserij Sportvisserij Nederland Leijenseweg 115, 37 AD Bilthoven T. -584 www.sportvisserijnederland.nl Rapport (exclusief bijlagen) Enquête waterplanten en sportvisserij Omvang van het probleem en probleemlocaties

Nadere informatie

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Auteur: N. van Rooij District: Raam Inhoudsopgave Pagina 1 van 7 Leeswijzer... 3 DEEL

Nadere informatie

BESTEKSCATALOGUS NATUURLIJKE WATERLOPEN 2012

BESTEKSCATALOGUS NATUURLIJKE WATERLOPEN 2012 BESTEKSCATALOGUS NATUURLIJKE WATERLOPEN 2012 TOELICHTING Algemeen In deze bestekscatalogus treft u kwaliteitsomschrijvingen aan voor natuurlijke waterlopen. De bestekscatalogus is een toegankelijke gids

Nadere informatie

invasieve exotische planten en dieren in onze waterlopen

invasieve exotische planten en dieren in onze waterlopen invasieve exotische planten en dieren in onze waterlopen Wat zijn invasieve exoten? Invasieve exotische planten en dieren zijn uitheems. We treffen ze steeds meer in onze streken aan. Ze doen het bij ons

Nadere informatie

Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding

Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding Trosbosbes Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding GertJan van Duinen Vraagstelling Hoe beïnvloedt Trosbosbes ecosysteem? Peelvenen: veenontwikkeling, biodiversiteit Factoren

Nadere informatie

Het effect van schonen en baggeren op vis

Het effect van schonen en baggeren op vis Het effect van schonen en baggeren op vis focus op beschermde vissoorten sturende factoren schade (natuur)beheer Wouter Patberg - Vissennetwerk 24 maart 2016 Inleiding Onderhoud en beheer - schonen en

Nadere informatie

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015 Samenvatting: De gevallen neerslag van afgelopen week en met name van donderdag 8 januari heeft geleid tot verhoogde afvoeren en waterpeilen in het beheergebied van Waterschap Aa en Maas. De neerslag is

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol

Ecologisch werkprotocol Tffiv Ecologisch Adviesbureau NWC Noorderelsweg 4A 3329 KH Dordrecht Tel: 078-6.21.39.21 Fax:078-6.21.00.99 veen@nwcadvies.nl www.nwcadvies.nl Ecologisch werkprotocol Wegvangen van kleine modderkruipers

Nadere informatie

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus Bestrijding van Myrothecium in lisianthus 2015 PT nummer.: 14980 Proef nummer: 14512 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk Phone +31 (0)228 56 31 64 Fax +31 (0)228 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Bestrijding van koolvlieg in radijs Bestrijding van koolvlieg in radijs A.A.E. Bulle, G.J. Messelink Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen augustus 2007 Projectnummer 3242018600 2007 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Bloemdetectie aardbeiplanten voor plaatsspecifiek spuiten tegen Botrytis

Bloemdetectie aardbeiplanten voor plaatsspecifiek spuiten tegen Botrytis Bloemdetectie aardbeiplanten voor plaatsspecifiek spuiten tegen Botrytis Ard Nieuwenhuizen Nota 662 Bloemdetectie aardbeiplanten voor plaatsspecifiek spuiten tegen Botrytis Ard Nieuwenhuizen Plant Research

Nadere informatie

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese

Nadere informatie

introductie waterkwantiteit waterkwaliteit waterveiligheid virtuele tour Waar zorgen de waterschappen in mijn omgeving voor?

introductie waterkwantiteit waterkwaliteit waterveiligheid virtuele tour Waar zorgen de waterschappen in mijn omgeving voor? Waar zorgen de waterschappen in mijn omgeving voor? De waterschappen zorgen voor voldoende en schoon water, gezuiverd afvalwater en stevige dijken. De waterschappen zorgen voor voldoende en schoon water,

Nadere informatie

Overeenkomst tussen de provincie Oost-Vlaanderen en RATO vzw voor de bestrijding van terrestrische exoten

Overeenkomst tussen de provincie Oost-Vlaanderen en RATO vzw voor de bestrijding van terrestrische exoten Overeenkomst tussen de provincie Oost-Vlaanderen en RATO vzw voor de bestrijding van terrestrische exoten ARTIKEL 1 Algemene engagementen... 2 Artikel 1.1 Doelstelling... 2 Artikel 1.2 Partijen... 2 Artikel

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Aanleiding Aanleg natuurvriendelijke oevers belangrijk in waterbeheer Bij aanleg mist vaak de relatie met de

Nadere informatie

Aan de slag met uw watergang Dit moet u weten over onderhoud aan watergangen

Aan de slag met uw watergang Dit moet u weten over onderhoud aan watergangen Aan de slag met uw watergang Dit moet u weten over onderhoud aan watergangen 13.0634 brochure WT.indd 1 Onderhoud is belangrijk Watergangen zorgen voor aanvoer, afvoer en berging van water. Goed onderhoud

Nadere informatie

30: Aquapark en omgeving:

30: Aquapark en omgeving: 30: Aquapark en omgeving: Groen = Krabbenscheer; Rood = Groene glazenmaker. 31. Korte Leegte: Sloot noord van Veendammerweg: AC: 253.821 569.767. Lengte sloot ca. 150 meter; breedte varieert van 3 tot

Nadere informatie

mgerichte bestrijding van watercrassula

mgerichte bestrijding van watercrassula mgerichte bestrijding van watercrassula Hein van Kleef (Stichting Bargerveen) Janneke van der Loop (Stichting Bargerveen) Emiel Brouwer (Onderzoekcentrum B-Ware) Gefinancierd door: Provincie Noord-Brabant

Nadere informatie

Regionale Implementatie KRW

Regionale Implementatie KRW Regionale Implementatie KRW Bepaling Huidige toestand waterlichamen Dommel Martijn Antheunisse, Vakgroep Ecologie, Ws De Dommel Inhoud Ws. De Dommel - 26 KRW waterlichamen Huidige situatie 2009: Biologische

Nadere informatie

Hoe omgaan met watercrassula? Een vertaling van experimenten voor beheer

Hoe omgaan met watercrassula? Een vertaling van experimenten voor beheer Hoe omgaan met watercrassula? Een vertaling van experimenten voor beheer Janneke van der Loop (Stichting Bargerveen) Hein van Kleef (Stichting Bargerveen) Emiel Brouwer (Onderzoekcentrum B-Ware) Watercrassula

Nadere informatie

Project Waterplantenbeheer en vis

Project Waterplantenbeheer en vis Project Waterplantenbeheer en vis Kennis en informatie: Willie van Emmerik Advisering: Josje Peters Stagiairs: Raymon Oostdijk, Marije Spruit, Robin de Vries Enkele medewerkers van federaties en vrijwilligers

Nadere informatie

Wegvangen van kleine modderkruipers i.v.m. het vergraven van watergangen in de Klapwijkse Pier

Wegvangen van kleine modderkruipers i.v.m. het vergraven van watergangen in de Klapwijkse Pier Ecologisch werkprotocol Wegvangen van kleine modderkruipers i.v.m. het vergraven van watergangen in de Klapwijkse Pier Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4a, 3329 KH Dordrecht Ecologisch Adviesbureau

Nadere informatie

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000

Nadere informatie

KRW-verkenner in gebruik

KRW-verkenner in gebruik KRW-verkenner in gebruik 4 praktijkvoorbeelden Johan Bode Gis-analist /medewerker onderzoek Waterschap Peel en Maasvallei Inhoud Wat is de KRW-verkenner? Inhoud KRW-verkenner Gebiedsdatabase Kennisdatabase

Nadere informatie

Amerikaanse rivierkreeft in veenweidegebied. Onderzoek naar de verspreiding, abundantie en beheer in relatie tot het bereiken van de KRWdoelen

Amerikaanse rivierkreeft in veenweidegebied. Onderzoek naar de verspreiding, abundantie en beheer in relatie tot het bereiken van de KRWdoelen Amerikaanse rivierkreeft in veenweidegebied Onderzoek naar de verspreiding, abundantie en beheer in relatie tot het bereiken van de KRWdoelen Inhoud exotische kreeften in Nederland autecologie geknobbelde

Nadere informatie

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE In opdracht van Productschap Tuinbouw April 2004 Ing. C. Oostingh Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56

Nadere informatie

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie Samenvatting Onderzoek en beheerstrategie COLOFON Opdrachtgever: Gemeente Utrecht Mevrouw ing. I. Tepp Opdrachtnemer: Terra Nostra Boomtechnisch adviseur: De heer R. Geerts Mevrouw W.W. Batenburg Fotografie:

Nadere informatie

Vegetatie en grote modderkruiper in de verlandingsbiotoop. Jeroen van Zuidam

Vegetatie en grote modderkruiper in de verlandingsbiotoop. Jeroen van Zuidam Vegetatie en grote modderkruiper in de verlandingsbiotoop Jeroen van Zuidam zuidam@floron.nl Grote modderkruiper Moeras en verlandingswateren Proces van verlanding belangrijk Isolatie Zuurstoftolerant

Nadere informatie

Het groeiende beek concept

Het groeiende beek concept Het groeiende beek concept Een ontwikkelingsstrategie voor de Wilderbeek Aanleiding In juni 07 is de Wilderbeek verlegd ten behoeve van de aanleg van de A73. De Wilderbeek kent over het traject langs de

Nadere informatie

Voorbereidende onderzoeken. Baggeren Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder

Voorbereidende onderzoeken. Baggeren Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder Voorbereidende onderzoeken Baggeren Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder Bagger Wat is bagger? Op de bodem van de Ringvaart groeit een laag die ontstaat door bezonken slib, inwaaiende bladeren, afgestorven

Nadere informatie

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels.

Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels. Verslaglegging demoproject Bestrijding bladwespen bij rode bes in kassen en tunnels. Gefinancierd door Productschap Tuinbouw In opdracht van de Nederlandse Fruitteelt Organisatie In het kader van het project

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES Phytophthora ramorum en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES SEPTEMBER 2004 Het Bosschap, Zeist Vormgeving: HBG Design bv, Nieuwegein Foto s: Plantenziektenkundige

Nadere informatie