Tuinreglement. 1. Overlast dient te worden vermeden.

Transcriptie

1 Tuinreglement Artikel 1. Algemeen 1. Overlast dient te worden vermeden. Toegang 2. Anderen dan leden inclusief familie en aanhang hebben slechts toegang tot het complex met toestemming van het bestuur. Kinderen tot en met twaalf jaar hebben zonder begeleiding van een volwassene geen toegang tot het complex. 3. Het is niet toegestaan zich in het tijdvak tussen een half uur na zonsondergang en een half uur voor zonsopgang op het complex te bevinden, behoudens met toestemming van het bestuur. 4. Men dient steeds de poort van het complex achter zich te sluiten, ook de deur van het dagverblijf dient bij vertrek te worden gesloten. 5. De leden zijn, in het belang van de goede orde op het complex, verplicht het bestuur bij te staan ter voorkoming van strafbare feiten. 6. Bij activiteiten op een tuin, in welke vorm dan ook, is het verantwoordelijke tuin lid te allen tijde aansprakelijk. Afval 7. De leden zijn verplicht het van hun tuin afkomstige afval te verwijderen, zoals huisvuil, glas en allerlei bouw- materialen die niet aantoonbaar worden gebruikt, maar als opslag bewaard worden. Tuinafval of vuil mag niet worden achtergelaten op parkeerplaats of oprijlaan. 8. Het is verboden om op het complex afval in welke vorm dan ook te verbranden. 9. Composteerbaar afval van de tuin kan door ieder lid op zijn eigen tuin in een daarvoor te bestemmen compostbak (ca 3 x 1 x 1 meter) worden gedeponeerd. De plaats van de compostbak dient in overleg met het bestuur te worden gekozen om overlast voor andere tuinders te vermijden. Tuinindeling: achteraan in de hoek van de tuin, gespiegeld met de buurman. Waterhaalplaatsen 10. De waterhaalplaatsen aan het eind van de paden dienen vrij bereikbaar te zijn. Vergaderingen 11. Vergaderingen behoudens die over verenigingsbelangen en bij het bestuur aangemelde en goedgekeurde vergaderingen van non profit organisaties mogen niet op het complex worden gehouden. Sanitair 12. De kraan op het complex mag door alle tuinders gebruikt worden voor drinkwater of vergelijkbare doeleinden. Ze mogen niet worden gebruikt voor sproeiwerkzaamheden. Het is kinderen onder de 12 jaar niet toegestaan alleen naar de W.C. te gaan of water te halen bij de toiletten of de kantine. Dit om misbruik met leidingwater te voorkomen. 13. Toiletten en wasgelegenheden dienen na gebruik in nette staat te worden achtergelaten. Publicatie 14. Het publicatiebord op het terrein is uitsluitend bestemd voor bestuursmededelingen. In overleg kan hiervan worden afgeweken. 15. Folders met een politieke of religieuze strekking mogen niet op het complex worden verspreid of aangeplakt. Klachten 16. Klachten betreffende onregelmatigheden van welke aard dan ook, moeten schriftelijk en ondertekend bij de secretaris van de vereniging worden ingediend. 1

2 Artikel 2 Complexregels 1. Het betreden van andere tuinen is alleen toegestaan met toestemming van de gebruiker. Bestuursleden en leden van de commissie tuincontrole hebben indien noodzakelijk toegang tot de tuinen. 2. Alle verenigingsgereedschappen kunnen in overleg gebruikt worden door de leden en dienen in goede staat te worden gehouden. 3. Kruiwagens en karren zijn zonder toestemming door alle leden te gebruiken, doch dienen na gebruik terstond schoon te worden teruggebracht naar hun plaats. 4. De vereniging zal het gebruik van gifstoffen nadrukkelijk ontmoedigen en het gebruik van minder milieubelastende stoffensterk bevorderen. Giftige stoffen dient men achter slot en grendel op te slaan. 5. Mollen of ongedierte, dat men niet zelf kan bestrijden, moeten aan het bestuur te worden gemeld. En in overleg tussen bestuur en tuinder dient men een bestrijdingsplan op te stellen. 6. Gewassen, geteeld op het complex, mogen niet op commerciële basis worden verkocht. 7. Imkers dienen lid te zijn van de vereniging. Zij zijn verplicht bij het uitzwermen van een bijenvolk dit te vangen of te bestrijden, zodat geen overlast ontstaat voor de tuinders. Hierbij zijn zij gerechtigd alle tuinen te betreden die zij nodig achten, zonder daarbij schade toe te brengen aan gewassen of grond. 8. Tuinafscheidingen d.m.v. hekken en/of hagen mogen niet hoger zijn dan 90 cm. Het is niet toegestaan afrasteringen te verbreken of te beschadigen of grenspalen te verwijderen dan wel te verplaatsen. 9. In verband met geluidsoverlast mag machinale bewerking van de tuinen met behulp van motorvermogen uitsluitend plaatsvinden van uur tot uur. 10. Het verstoren van de rust op het tuincomplex door middel van geluidsapparatuur en voorts het veroorzaken van overbodig lawaai of rumoer is niet toegestaan. Tijdens het verblijf op het tuincomplex dienen de leden en hun zich eventueel op hun tuin bevindende familieleden en/of kennissen zich zodanig te gedragen, dat zij hun mede- tuinleden of gasten op geen enkele wijze hinder of overlast bezorgen bijvoorbeeld door het gebruik van houtkachels, barbecue en theeketels. Hiervoor gelden de zelfde regels als in de woonwijken. 11. Het bestuur is bevoegd, na ontvangen klachten over hinder of overlast als in het vorige lid bedoeld, corrigerend op te treden tegen het lid dat die hinder of overlast heeft veroorzaakt. 12. Auto s mogen alleen voor het laden en lossen van zware lasten bij het hek geparkeerd te worden. 13. Mest, dient op een bouwzeil gestort te worden en zo spoedig mogelijk naar de tuin te worden afgevoerd. 14. Op het complex is fietsen niet toegestaan. 15. Paden dienen vrij van obstakels te zijn 16. Fietsen dienen op de daarvoor bestemde plek gestald te worden of aan de hand meegenomen te worden naar het eigen perceel. 2

3 Artikel 3 Percelen 1. In principe zal er per gezin of samenwonenden per adres niet meer dan 400 m2 worden toegewezen. 2. Aanvragen of ruilen van tuinen dienen schriftelijk bij het bestuur ingediend te worden. 3. Het is verboden, anders dan in overleg met het bestuur het gehuurde te delen of onder te verhuren aan derden. 4. Met kennisgeving aan het bestuur is het toegestaan dat gevestigde tuinders samen tuinieren. 5. In het verenigingsgebouw en op het publicatiebord is een plattegrond met een overzicht van de tuinnummering. 6. Er mogen op de percelen geen vee of andere dieren worden gehouden. Honden moeten op het complex aangelijnd zijn, maar mogen op het eigen perceel loslopen mits wordt voldaan aan artikel 1 lid 1 Overlast dient te worden vermeden. 7. Er mogen geen onveilige situaties op het perceel worden gecreëerd. 8. De percelen mogen gebruikt worden voor: het kweken van groente, fruit, aardappelen, bloemen of dagrecreatie. 9. Het staat de leden van de vereniging vrij hun tuin naar eigen inzicht in te richten en die gewassen te telen die hij wenst, met uitzondering evenwel van het telen van aardappelen en van wettelijk verboden gewassen daarnaast brandnetels, zevenblad, berenklauwen en paardenbloemen. 10. Pootaardappelen dienen ingevolge wettelijke bepalingen jaarlijks op een derde gedeelte van de tuin te worden gepoot, volgens een schema aangebracht aan de wand van het dagverblijf. De pootaardappelen dienen N.A.K. goedgekeurd te zijn. Leden die voor de aardappelteelt hun pootgoed niet via de vereniging hebben aangeschaft dienen, indien het bestuur hierom vraagt, het bewijs van keuring aan het bestuur te tonen. Het bestuur is, ingeval van weigering door een lid zich voor wat de aardappelteelt aan de daartoe strekkende richtlijnen te onderwerpen, bevoegd de nodige maatregelen te treffen (verbod een volgend jaar aardappelen te telen, verwijdering van aardappelen waarvan geen goedkeuringscertificaat kan worden getoond en dergelijke). Wisselteelt ook met andere gewassen en vooral kool is aan te raden. 11. Het is verboden op het perceel hennep (cannabis sativa) of andere stoffen, die kunnen dienen voor het vervaardigen van geestverruimende of verdovende middelen te kweken op te slaan. 12. Op de eerste meter gemeten vanaf de beschoeiing mag geen nieuwe aanplant geschieden van bomen en/of struiken. 13. Om overlast bij aangrenzende percelen in een later stadium te voorkomen dienen nieuwe bomen op 2 meter afstand van de noordelike perceelgrens te worden aangeplant, nieuwe struiken op 1,5 meter. 14. Voor het in stand houden van de vruchtbomen zijn regels gesteld. Elke bezitter van vruchtbomen of struiken dient deze volgens algemeen geldende regels te spuiten. Op het complex zullen zoveel mogelijk minder milieubelastende stoffen worden gebruikt. Bij bespuiting dient schade aan gewassen, ook van aanpalende tuinen te worden voorkomen. 15. De percelen dienen onkruidvrij te worden onderhouden. 16. Op 1 mei van elk jaar dient de tuin zwart te zijn, dat wil zeggen vrij van onkruid en eventuele schadelijke gewassen. 17. Regulier onderhoud van, aan de percelen grenzende, walkanten tot en met de halve breedte van de sloot komt ten laste van de betreffende tuinders. Het bestuur draagt er zorg voor dat 1 x per jaar (voorafgaand aan de schouw van het waterschap op 15 oktober met een naschouw in november) het groot- onderhoud aan de sloot en slootkanten 3

4 wordt uitgevoerd. Indien de sloot niet voldoet aan de schouwverplichting van het waterschap, zal het bestuur de sloot laten schoonmaken en de kosten verhalen op de tuinder. 18. De tuinen worden 2 x per jaar gecontroleerd. Indien een tuinder een waarschuwing krijgt over een vuile tuin, wordt hij/zij in de gelegenheid gesteld om binnen een door en in overleg met het bestuur te bepalen tijd zijn/haar tuin schoon te maken. Voldoet hij/zij niet aan deze verplichting, dan zal het bestuur zijn/haar tuin laten schoonmaken en de kosten verhalen op de tuinder. Deze kosten zullen worden doorberekend bij de pacht. 19. Het lid is verplicht het bestuur ervan op de hoogte te brengen als hij bij ziekte of andere redenen niet in staat is de tuin te onderhouden. 20. Buiten de percelen mogen geen materialen opgeslagen worden of speciale voorzieningen aangebracht worden. In bijzondere gevallen kan het bestuur hiervan afwijken. 21. Het is niet toegestaan afrasteringen te verbreken of te beschadigen of grenspalen te verwijderen dan wel te verplaatsen. 22. Het is niet toegestaan afval, glas en puin van welke aard dan ook op de tuin te begraven of met grond te bedekken. Leden zijn zelf verantwoordelijk voor het deugdelijk afvoeren. Artikel 4 Verplichte werkzaamheden 1. Elk lid, behoudens diegene die om dringende reden is vrijgesteld, is verplicht jaarlijks een aantal uren werkzaamheden te verrichten ten behoeve van het complex. Deze werkzaamheden worden in de regel op zaterdagmorgen uitgevoerd onder begeleiding van een of meerdere bestuursleden. 2. Onderhoudswerkzaamheden bestaan o.a. uit het onderhouden/schoonmaken van het clubhuis en de daarbij behorende voorzieningen, het onderhouden van lege tuinen, en het begaanbaar houden van het toegangspad. De algemene werkzaamheden kunnen bestaan uit ondersteuning van de vereniging. 3. Het bestuur stelt een rooster tuindiensten op. 4. Niet afgetekende tuindiensten worden beschouwd als niet-verrichte tuindiensten. Wanneer een lid zich niet voor het verrichten van de voornoemde werkzaamheden heeft gemeld, verbeurt hij ten behoeve van de kas van de vereniging een door de Algemene Ledenvergadering vastgestelde boete. 5. Tuinders die in het lopende verenigingsjaar de leeftijd van 70 jaar bereiken, of in een bijzondere omstandigheid verkeren -goedgekeurd door bestuur- zijn vrijgesteld van de tuindienst als vermeld in artikel 39 (huishoudelijkreglement) 6. Wanneer een lid de hem opgelegde boete(s) niet gelijktijdig met de pachtsom over het nieuwe jaar heeft voldaan, kan het bestuur dat lid na een schorsing overgaan tot royement 7. De vereniging en/of bestuursleden zijn niet verantwoordelijk voor persoonlijke schade ontstaan tijdens de verplichte werkzaamheden. 8. Leden die in overleg met het bestuur bijzondere diensten verrichten kunnen worden vrijgesteld van de verplichte werkzaamheden. 4

5 Artikel 5 Bouwen Algemeen Een normaal perceel is 200m² hierop mag een huisje worden gebouwd van maximaal 20 m² en een kas van maximaal 12 m². Er zijn nog enkele tuinen van 100 m² hierop mag alleen een kas/schuurtje van 12 m²worden gebouwd. De bouwzone voor een huisje is 1 meter vanuit het pad en tenminste 1 meter vanaf de zuidgrens van het perceel de kas wordt tegenover het huisje geplaatst. Dit alles in overleg met bestuur en uitzonderingen m.b.t. situaties op het perceel (of percelen) kunnen worden getolereerd. De maximale nokhoogte van de tuinhuisjes is 3,00 meter. 1. Voor alle bouwwerkzaamheden, ongeacht de afmetingen, dient schriftelijk vergunning aangevraagd te worden. Ook voor vernieuwing en of verbouwing van bestaande opstallen. 2. Bij de aanvraag aan het bestuur dient een goed gelijkende tekening van het bouwwerk met maatvoering en situering in de bouwzone ingediend te worden met aanduiding van de te gebruiken materialen. 3. Alle andere bouwsels zijn verboden. 4. Het bestuur geeft, na goedkeuring en ondertekening, toestemming tot bouwen. 5. Bij het beoordelen van de aanvraag voor nieuwbouw zullen de bestaande bouwwerken, die niet vervangen worden, met de totale oppervlakte worden meegerekend. 6. Bij voortijdige bouw, zonder ingediende aanvraag en toestemming van het bestuur, zal tot verwijdering worden overgegaan op kosten van de eigenaar. 7. De verleende bouwvergunning vervalt, indien bouwactiviteiten binnen een jaar na datum van toestemming niet zijn gestart, tenzij er gegronde redenen zijnen dit is besproken met het bestuur 5 Opstallen Tuinhuis, afmetingen, kleur en materiaal Een tuinhuis is ten hoogste 3.00 m hoog, gemeten boven de oppervlakte van het aangrenzende tuinpad. Een dak mag niet meer dan 35 cm buiten de wanden uitsteken. Veranda, afdak of luifel aan een tuinhuis mag aan één zijde uitsteken en niet meer dan 2,50 meter naar buiten. De maximale hoogte van een verandalambrisering is 1 m. De voorkant en één zijkant blijven geheel open, afgezien van een eventuele lambrisering en een deurtje of hekje. Een deur/poortje mag de hoogte hebben van de lambrisering. De kleur moet groen zijn. Carbolineum is verboden. Afdak, luifel of veranda mogen voorzien worden van met glasvezel versterkte, lichtdoorlatende, kleurloze kunststofplaten. Er worden alleen officiële dak materialen toegestaan. Een en ander ter beoordeling van het bestuur. Als bouwmateriaal is uitsluitend hout toegestaan. Metselwerk en beton, evenals aardvaste fundering van het bouwsel is niet toegestaan. Betonnen poeren zijn wel toegestaan 1. Kassen Deze mogen alleen in overleg en na het indienen van een bouwplan bij het bestuur worden geplaatst. Zij mogen alleen in origineel kassenglas of polycarbonaat worden uitgevoerd. Kassen met een aluminium frame zijn toegestaan.

6 Kassen en regentonnen dienen in goede staat van onderhoud te verkeren. Per perceel (200m²) mag slechts een kas worden neergezet. 2. Platte bakken De maximale hoogte bedraagt 90 centimeter Er zijn geen beperkingen ten aanzien van de ligging. De ombouw mag van hout of kunststof zijn maar mag geen gevaar opleveren voor de omgeving. Broeiramen dienen windvast te liggen en te worden opgeslagen. 3. Kisten Kisten hebben een maximale hoogte van 90 centimeter, gemeten vanaf het maaiveld. Met het oog op voorkomen van diefstal dienen de kisten afgesloten te zijn. Kisten dienen in goede staat van onderhoud te verkeren en te zijn geschilderd in groen. 4. Compostbakken De bakken dienen bij voorkeur te worden geplaatst aan de achterzijde van het perceel. De maatvoering is hoogte 300 centimeter, lengte 100 centimeter en breedte 100 centimeter. De bakken dienen in goede staat van onderhoud te verkeren; houten bakken moeten groen geschilderd zijn of van geimpreneerd hout gemaakt zijn. Ook mogen de bakken van natuurlijke materialen worden vervaardigd. 5. Tijdelijke voorzieningen Hieronder worden verstaan: voorzieningen voor een bepaalde teelt en/of recreatie. Bijvoorbeeld: bonenstokken, schuingeplaatste eenruiters, plastic tunnels, boogvoorzieningen voor tuinnetten parasols en party tenten e.d. Deze dienen direct na betreffende teelt of seizoen (1oktober) te worden verwijderd. 6. Terrassen De aanleg van terrassen kan alleen geschieden in overleg met het bestuur. Windkeringen bij de terrassen mogen worden uitgevoerd met rietmatten en tuinschotten met omlijsting met een maximale hoogte van 90 centimeter een en ander in overleg met het bestuur. Voor de bestrating mogen alleen klinkers of tegels gebruikt worden 6 Artikel 6 Taxatie en verkoop Dit artikel wordt vastgested in de Algemene Leden Vergadering van 22 maart 2014