Betreft: Vernieuwing Sebastiaansbrug / voortgang Tramlijn 19 Datum: 19 mei 2014

Transcriptie

1 Gemeente Delft Aan de leden van de commissie algemeen Betreft: Vernieuwing Sebastiaansbrug / voortgang Tramlijn 19 Datum: 19 mei 2014 Geachte raadsleden, Aanstaande donderdag 22 mei behandelt u onder ander het rapport van DGMR naar het woon- en leefklimaat rond de St. Sebastiaansbrug (Commissie Algemeen 20:15 agendapunt 8). Wij zullen in deze brief niet veel aandacht besteden aan dit rapport maar verwijzen naar de bijlage bij deze brief. Het DGMR verhaal is het zoveelste rapport dat de gemeente zonder enige vorm van consultatie met omwonenden laat opstellen. Het bevat geen nieuwe informatie en is gebaseerd op dezelfde incorrecte aannames en berekeningen als het geluidsrapport van december De conclusie dat de herbouw van de St Sebastiaans brug de kwaliteit van onze leefomgeving niet aantast delen wij dan ook niet. Integendeel, de vergunningverlening voor de 2 e fase maken duidelijk dat er grote risico s bestaan voor panden en monumentale bomen in de directe nabijheid van de brug en dat er geen geld gereserveerd is voor herinrichting van de omgeving. Wij gebruiken deze brief daarom vooral om u op verschillende punten op de hoogte te brengen van de uitkomsten van het overleg tussen gemeente en buurt tot dusverre en wat wij als direct getroffenen denken dat er nodig is om de leefkwaliteit in de omgeving te behouden tijdens en na reconstructie van de brug. Wij doen dit tegen de achtergrond van het gegeven dat wij nog maar enkele dagen hebben om te besluiten de door de gemeente gevolgde procedure t.a.v. het geluidsrapport en de inhoud ervan aan de rechter voor te leggen en dat de tot dusver gedane toezeggingen van de gemeente uitermate beperkt van aard zijn. Concreet zien wij drie risico s met betrekking tot de leefkwaliteit in de onmiddellijke omgeving van de brug: A) geluidsoverlast; en B) schade aan panden en monumentale bomen en C) de inrichting van de onmiddellijke omgeving van de brug. De laatste twee aspecten zijn onderdeel van de vergunningverlening voor de 2 e fase. Wij nemen ze echter mee in dit stuk omdat de keuze al dan niet over te gaan tot een procedure afhankelijk is van het totaal aan toezeggingen en garanties dat de gemeente doet. A. Geluidsoverlast Veel van het debat heeft zich gericht op de te verwachten geluidsoverlast die uit dit project voortkomt. Er zijn vier aspecten besproken: 1. Toepassing geluidsarm asfalt: Dit was een basisvoorwaarde uit het bestemmingsplan van 2009 die nu in de zienswijze wordt ontkracht. In zijn brief van 5 maart echter heeft 1

2 de wethouder aan de Raad echter toegezegd dat er geluidsarm asfalt toegepast zal worden op de noordelijke aanbrug en het beweegbare deel van de brug. Navraag leert dat het hier asfalt van het type SMA5 met een geluidsreductie van 1.7 db betreft. Dit is aanmerkelijk lager dan het in 2009 toegezegde stille asfalt met een reductie van 4dB. De buurt eist toepassing van dit asfalt op de brug zelf en op alle aanbruggen en dus ook op de zuidelijke aanbrug bij het Mijnbouwplein. 2. Voorkomen piepgeluid in de bocht en beperking tramgeluid op de brug; Dit is een grote zorg voor de buurt omdat de ervaring leert dat gemeenten zich op dit punt achter de trammaatschappij verschuilen en de omwonenden nauwelijks middelen hebben om hier iets aan de te doen. In zijn brief van 5 maart heeft de wethouder aan de Raad toegezegd dat de gemeente Delft zich in zal spannen voor een smeerinstallatie in de bocht indien er piepgeluiden optreden. Het toepassen van embedded rail op het gehele brugtraject en het Zuidpoort gebied is vastgelegd in diverse nota's (DHV, Nota van Zienswijzen en nota DGMR). Er wordt door de gemeente echter mondeling aangegeven dat toepassing hiervan beperkt zal worden tot de bocht bij Zuidpoort. Hier dient duidelijkheid over te komen. De buurt eist dat de toezeggingen ten aanzien van het voorkomen van piepgeluid worden uitgebreid met aandacht voor het mogelijk stootgeluid tussen het vaste en het bewegende deel van de brug en dat deze toezeggingen politiek hard worden gemaakt doordat de wethouder ze bevestigt tegenover commissie en Raad; 3. Reductie/handhaving van de maximumsnelheid: De buurt heeft meermalen aangedrongen op 1) het beperken van de snelheid 2) handhaving van de maximum snelheid en 3) het weren van zwaar verkeer. In zijn brief van 5 maart heeft de wethouder aan de Raad toegezegd hiernaar te zullen kijken. Wij hebben nog geen verdere informatie van de wethouder aan de Raad gezien, maar de gesprekken maken duidelijk dat de Gemeente niet van zins is hier iets mee te doen. De brug is dermate breed ontworpen dat het juridisch onmogelijk zou zijn de snelheid te verlagen omdat de brug nou eenmaal ontworpen is voor verkeer van 50 km per uur. De Gemeente lijkt niet van zins zwaar verkeer te weren. Hier wreekt zich dat de Raad zich een te brede, te hoge en te dure brug in de maag heeft laten splitsen en dat de buurt nu met de bijbehorende geluidsoverlast komt te zitten. De buurt eist dat de gemeente zich niet achter haar ontwerp verschuilt, maar 1) serieus kijkt naar de inrichting van de brug met het doel de doorloopsnelheid te verlagen; 2) ingaat op het verzoek om handhaving van de maximum snelheid en 3) beziet of het niet zinvol is zwaar verkeer te weren. 4. Geluidsisolerende maatregelen in de directe omgeving: De hierboven beschreven toezeggingen hebben de zorgen om een verdere toename van de geluidsoverlast door het vernieuwen van de brug en de komst van de tram niet weg kunnen nemen. Dit geldt met name onder bewoners van de oudere panden. Dit probleem valt uiteen in twee aspecten: 1) isolerende maatregelen om de leefkwaliteit in panden in de omgeving van de brug zelf te garanderen en 2) maatregelen om kaatsgeluid in de 'spleet' tussen de Ruyterhoeck en woningen aan de Nieuwelaan te verminderen. Er heeft een eerste analyse van deze twee problemen plaats gevonden, en de gesprekken zijn in een 2

3 voorbereidend stadium, maar de gemeente heeft tot op dit moment geen concrete toezeggingen gedaan. De buurt eist dat deze problemen verder worden geïnventariseerd, dat de gemeente garandeert de Commissie en Raad garandeert dat zij expertise en middelen tot vrijmaakt om deze problemen aan te pakken. B. Schade aan gebouwen en bomen Met betrekking tot de verdere uitvoering en de inmiddels lopende procedure voor de 2 e fase omgevingsvergunning hebben wij in onze zienswijzen aangegeven dat met name de volgende twee punten niet afdoende zijn afgehandeld door de gemeente. De Provincie heeft bij monde van Mevr. C. Adriaanse in een gesprek mondeling toegezegd dat er nulmetingen zullen worden uitgevoerd, maar deze zijn onvoldoende beschreven in de vergunningsaanvraag. 5. Mogelijke schade aan panden: De ontgraving en bemaling ten behoeve van de fundering van de nieuwe brug vormt volgens de rapporten van de gemeente een gevaar voor de gebouwen in de omgeving waaronder het monumentale Laboratorium voor Microbiologie. Er worden geen duidelijke maatregelen voorgesteld om het risico van verzakking te minimaliseren. De buurt eist dat de Gemeente de verantwoordelijkheid op dit punt niet afschuift op de aannemer maar in overleg met de buurt en de aannemer afspraken maakt over de veiligste werkwijze en deze opneemt in de werkplanning en begroting. 6. Mogelijke schade aan monumentale bomen: De garanties tot het voorkomen van schade aan de monumentale bomen aan de Nieuwelaan door bouwwerkzaamheden. Door bemalen zal het grondwaterpeil in de omgeving veranderen, maar de huidige boom effect analyses van de gemeente nemen de risico s van bemaling voor deze bomen niet mee. De buurt eist dat de Gemeente de verantwoordelijkheid op dit punt niet afschuift op de aannemer maar in overleg met de buurt en de aannemer een alomvattend onderhouds- en beschermingsplan voor de bomen opstelt, afspraken maakt over de veiligste werkwijze en deze meeneemt in de werkplanning en begroting. C. Inrichting omgeving Nieuwelaan Zoals aangegeven eerder aangegeven heeft de onderhavige vergunning enkel betrekking op het afwijken van het bestemmingsplan. Het ontwerp van brug en de daarmee samenhangende visuele aspecten maken geen onderdeel uit van het afwegingskader inzake de vergunning 1e fase. Dit komt pas aan de orde bij de vergunning 2e fase, oftewel de omgevingsvergunning bouwen. Toch willen wij mede gezien het feit dat er inhoudelijk al op een aantal punten in de "Reactie op zienswijzen bouwplan Sint Sebastiaansbrug" door de gemeente is gereageerd deze aspecten onder uw aandacht brengen. Er bestaan verschillende onduidelijkheden met betrekking tot de inrichting van de omgeving direct rond de brug. De aansluiting op het dak van de parkeergarage aan de zijde van het appartementengebouw De Ruyterhoeck Sebastiaansbrug 1 t/m 43 is onduidelijk: Hoe en waar sluit hier de trap aan op het maaiveld van de Nieuwelaan, waar komt de trap 3

4 boven uit? Hoe wordt er op het dak van de parkeergarage aangesloten? Met de gemeente zijn hierover weliswaar verschillende gesprekken gevoerd waarbij positieve intenties zijn uitgesproken maar vooralsnog is er nog geen concreet plan. Daarnaast hebben wij vernomen dat er een compleet een inrichtingsplan (ontwerp) voor de omgeving door de gemeente is gemaakt. Voor uitvoering van dit plan is - naar wij hebben begrepen - echter onvoldoende geld beschikbaar. De buurt eist bijzonder aandacht voor - en betrokkenheid bij - de inrichting onder en rondom de brug middels een inrichtingsplan voor de omgeving. De jarenlange overlast van andere bouwprojecten hebben inmiddels hun sporen in de omgeving achtergelaten. Voorkomen dient te worden dat dit gebied wederom een vrijhaven wordt voor hangjongeren, graffiti en illegale posterplakkers. Indien u nog nadere informatie wenst zijn wij graag bereid u die te geven. Floris le Conge Kleyn VvE De Ruuyterhoeck secretaris Belangenvereniging Zuidpoort p/a Nieuwelaan RT Delft Flip van Helden voorzitter Coöperatieve woonvereniging Zuidpoort (Nieuwelaan 1 t/m 21) Wim Philipsen bewoner Nieuwelaan 5 Jasper van den Herik voorzitter Woonvereniging De Oude Nieuwelaan (Nieuwelaan 46, 48, 50, 52) Bert Barnhoorn VvE Sebastiaanshof en Vestehof Bijlage(n): - Onze reactie op het rapport van DGMR 4

5 Bijlage 1: Onze reactie op het rapport van DGMR Met betrekking tot het rapport van DGMR zijn we verbaasd en teleurgesteld. Tijdens de vergadering van 6 maart gaf de wethouder aan dat er geen geld en tijd meer was voor aanvullende rapportages over de te verwachten toename van de geluidsoverlast. We waren dan ook verbaasd toen er enkele weken laten toch weer een nieuw rapport werd rondgestuurd en zijn zeer teleurgesteld dat we niet zijn betrokken bij de opzet van het onderzoek. Bij alle mogelijk momenten is er door omwonenden kritiek geleverd op de opzet en de uitgangspunten van het onderzoek. Dus was een uitstekende gelegenheid geweest om het onderzoek zodanig te doen dat iedereen er zich neer kan leggen. Nu is er weer een rapport dat kritiekloos de lijn van de gemeente volgt. We zijn ook zeer teleurgesteld over de inhoud van het rapport. We zijn van mening dat het op de volgende punten ernstig tekort schiet: 1. In hoofdstuk 2 staat een lijst met afwijken van het bestemmingsplan. Niet vermeld wordt dat het bestemmingsplan en geluidsrapport voorziet in asfalt met een demping van 4dB. Het huidige plan voorziet in asfalt met een demping van 1.7dB. Daardoor vervalt ook de conclusie van het geluidsrapport uit 2009 dat er geen sprake is van een reconstructie. 2. Het geluidsrapport dec 2013 gaan uit van verkeerde verkeersgegevens (vrachtverkeer in huidige situatie en overschatten overig verkeer), waardoor reconstructie ook zonder stil asfalt mogelijk zou zijn. 3. In hoofdstuk 3.1 wordt melding gemaakt van het overschatten toekomstig geluidsoverlast, alsof de omwonenden hier blij mee zouden moeten zijn. Als eerste wordt het integraal toepassen van embedded rail genoemd. We hebben vernomen dat hier nu gedeeltelijk van wordt afgezien. Het overschatten van het overige verkeer leidt door de systematiek van de wet geluidshinder tot het ONDERSCHATTEN van de toename van de geluidshinder, en is dus in het nadeel van omwonenden. 4. In de laatste paragraaf in hoofdstuk 3.3 wordt gemeld dat er in het voorgenomen ontwerp nauwelijks sprake is van stootgeluid, door het toepassen van liplassen. We hebben meteen gevraagd naar een voorbeeld van waar deze techniek wordt toegepast. Als voorbeeld is door HTM via de gemeente de Geestbrug in Rijswijk genoemd. Deze brug wordt momenteel niet gebruikt voor tramverkeer, en de voegovergangen lijken niet te verschillen van die in de Reineveldbrug in Delft. Vooralsnog moeten we er dus vanuit gaan dat die liplassen nog uitgevonden moeten worden. Verder was dit een uitstekende gelegenheid om ook een te kijken naar de effecten van de maatregelen aan de bron zoals die reeds vele malen door omwonenden naar voren zijn gebracht: Matig de gemiddelde snelheid op de brug, en vermijd zwaar verkeer over de brug. De wethouder heeft steeds als uitgangspunt gehad dat er niets gedaan hoeft te worden aan de geluidsoverlast omdat de wettelijke normen niet overschreden worden. Wij zijn en blijven van mening dat het geluidsrapport de verslechtering onderschat, en dat als dit gecorrigeerd zouden worden, er wel degelijk sprake zou zijn van een reconstructie. Wij zij bereid dit door de rechter te laten toetsen. 5