Provinciale Staten. Op grond hiervan moeten wij nu opnieuw in de zaak voorzien met inachtneming van de uitspraak.

Transcriptie

1 Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus GB Zwolle Telefoon Telefax Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum RWB/2004/ Bijlagen Doorkiesnummer Inlichtingen bij hr. O. Westra Onderwerp Voornemen van Gedeputeerde Staten om af te wijken van het streekplan ten behoeve van een uitbreiding van het bedrijfsterrein in Langeveen, gemeente Tubbergen. 1. Inleiding Op 17 september 2002 hebben wij beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan Bedrijfsterrein Langeveen, gemeente Tubbergen. Dit bestemmingsplan is in hoofdzaak opgesteld om een deel van het bedrijf Plegt/Vos, dat in Langeveen gevestigd is op een locatie waar het door woonbebouwing omgeven is, te kunnen verplaatsen naar een aan de oostzijde liggend terrein. Verder zal ook de hout- en materialenhandel Oude Hendriksman naar dit terrein verplaatst worden en zal de bestaande autospuiterij Grootelaar in dit plan worden opgenomen. De inspecteur VROM, regio Oost, had bezwaar tegen deze ontwikkeling en heeft tegen de goedkeuring beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij was van mening dat het geplande bedrijfsterrein te groot was en te ver het landelijk gebied binnendrong. Door de grote omvang zou een bedrijfsterrein ontstaan dat niet paste bij de schaal en omvang van de kleine kern Langeveen. Verder vond hij dat het bedrijf Plegt/Vos niet kon worden beschouwd als een lokaal gebonden bedrijf zodat de uitbreiding niet in Langeveen behoorde plaats te vinden. Op 17 december 2003 heeft de Raad van State uitspraak gedaan en onze beslissing op het onderdeel van de uitbreiding van het bedrijfsterrein voor Plegt/Vos vernietigd. Kort samengevat was de Raad van State van mening dat door de voorgenomen verplaatsing van het bedrijf sprake is van een grote uitbreiding die niet passend is bij de schaal van de kleine kern Langeveen. De nieuwbouw die dit plan voor de verplaatsing van het bedrijf mogelijk maakt is in strijd met het provinciaal bundelingsbeleid. Verder stelt de Raad van State dat, zo hier sprake zou zijn van bijzondere omstandigheden die nopen tot het maken van een uitzondering op het streekplanbeleid, de afwijkingsprocedure had moeten worden gevolgd. Deze afwijkingsprocedure is niet gevoerd zodat ons besluit is vernietigd. Op grond hiervan moeten wij nu opnieuw in de zaak voorzien met inachtneming van de uitspraak. RABO Zwolle Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar: met stadsbus lijn 1 richting Berkum, halte provinciehuis Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle

2 2 In deze zaak heeft de PCFL ons advies uitgebracht bij brief van 17 juni Daarin wordt voorgesteld om alsnog toepassing te geven aan de afwijkingsprocedure van het streekplan omdat in dit geval gesproken kan worden van bijzondere omstandigheden. De PCFL stelt ons voor om in te stemmen met een uitbreiding voor het bedrijfsbedrijf van Plegt/Vos ter grootte van in ieder geval de oppervlakte van het bestaande bedrijfsterrein dat verlaten wordt omdat het is ingesloten door de woonbebouwing van Langeveen. Dit houdt een beperkte verkleining in ten opzichte van het aanvankelijke bestemmingsplan dat de Raad van State onaanvaardbaar groot vond. Wij hebben besloten te handelen conform het advies. In het advies van de PCFL is deze zaak breder uiteengezet. Kortheidshalve verwijzen wij naar dit advies dat wij bij deze brief voegen. 2. Voornemen om af te wijken van het streekplan Uit de uitspraak van de Raad van State komt naar voren dat er op twee onderdelen sprake was van strijd met het beleid. Dit heeft betrekking op het volgende: - de ruimtebehoefte en de omvang van het bedrijf Plegt/Vos zijn niet meer passend bij de schaal en de omvang van de kleine kern Langeveen; - de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf Plegt/Vos staan niet in verhouding tot de lokale verzorgingsfunctie van de kleine kern Langeveen. Slechts voorzover er sprake is van bijzondere omstandigheden kan met toepassing van de afwijkingsprocedure volgens het streekplan een andere beslissing worden genomen. Wij zijn van mening dat die bijzondere omstandigheden zich in dit geval voordoen. Onder 5. van het PCFL-advies zijn deze bijzondere omstandigheden verwoord. Kortheidshalve verwijzen wij daar naar. Wij zijn van mening dat er goede gronden zijn om in dit geval, in afwijking van het genoemde beleid en gelet op de bijzondere omstandigheden, in te stemmen met de verplaatsing van het bedrijfsdeel van Plegt/Vos van de westzijde van de Hardenbergerweg naar de oostzijde van deze weg. Om de verhouding tussen de omvang van het bedrijfsterrein en de omvang van de kleine kern binnen redelijke proporties te houden hebben wij in overleg met de gemeente Tubbergen afgesproken dat de aanvankelijke omvang van het bedrijfsterrein met ongeveer een halve ha verkleind kan worden. Op deze wijze kan nog op goede wijze in de ruimtebehoefte van de bedrijven worden voorzien. De gemeente Tubbergen stemt met dit voorstel in. De VROM-inspecteur, die beroep tegen onze aanvankelijke beslissing heeft ingesteld, heeft ons desgevraagd laten weten dat hij uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening deze ontwikkeling niet toejuicht, maar zich gelet op onze tegemoetkoming aan zijn bezwaren niet tegen het voorstel zal verzetten. 3. Te nemen nieuwe beslissing Wij zijn voornemens overeenkomstig het vorenstaande een nieuwe beslissing te nemen over het bestemmingsplan en af te wijken van het beleid op de genoemde onderdelen. Dit houdt in dat wij goedkeuring verlenen aan een deel van de bedrijfsbestemming voor de beoogde oostelijke uitbreiding van het bedrijf Plegt/Vos en aan een klein deel daarvan goedkeuring onthouden. Omdat hierdoor de bestemmingen voor de houthandel en de autospuiterij los komen te liggen in het landelijke gebied moet hier om formele redenen ook goedkeuring aan worden onthouden. In een vervolgens door de gemeente op te stellen gedeeltelijke planherziening zullen deze bestemmingen dienen op te schuiven en aan te sluiten op de perceelsgrens van het (verkleinde) terrein van het bedrijf Plegt/Vos. In verband met de afwijking van het streekplan hebben wij conform de hiervoor geldende regeling: - overleg gevoerd met het betrokken gemeentebestuur;

3 3 - de PCFL om advies gevraagd. Wanneer wij vóór 24 september 2004 geen signaal van u hebben ontvangen dat bij u bezwaren bestaan tegen ons voornemen tot afwijking van het streekplan, nemen wij overeenkomstig het voorgaande zo spoedig mogelijk na deze datum een beslissing. De streekplanafwijking maakt hier deel van uit. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, secretaris,

4 Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving Subcommissie PCFL Gedeputeerde Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus GB Zwolle Telefoon Telefax Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum CPFL/2004/ Bijlagen Doorkiesnummer Inlichtingen bij hr. O. Westra Onderwerp Bestemmingsplan Bedrijventerrein Langeveen, gemeente Tubbergen, nieuw advies naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State. 1. Aanleiding van het advies. Op 17 september 2002 hebt u beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Langeveen, gemeente Tubbergen. Door ingesteld beroep heeft de Raad van State de zaak voorgelegd gekregen. Deze heeft een deel van uw beslissing vernietigd. Op grond hiervan moet u nu een nieuwe beslissing nemen, waarbij de uitspraak van de Raad van State in acht genomen dient te worden. 2. Voorgeschiedenis. Het bestemmingsplan is in hoofdzaak opgesteld voor de verplaatsing van de in Langeveen gevestigde bedrijven Plegt/Vos Bouwgroep en de hout- en materialenhandel Oude Hendriksman. Verder vindt de bestaande autospuiterij Grootelaar er een vestigingsplaats. Tegen het plan heeft de inspecteur VROM, regio Oost, bedenkingen ingediend. Kort samengevat kwamen zijn bedenkingen er op neer dat de geplande uitbreiding van het bedrijventerrein naar zijn mening te ver het landelijke gebied binnendrong. Naar zijn mening was er sprake van vestiging van niet-lokaal gebonden bedrijven. Ook vond hij dat de grote omvang van het bedrijventerrein niet paste bij de schaal en de omvang van de kleine kern Langeveen. Dit bezwaar achtte hij eveneens van toepassing op de bedrijven oude Hendriksman en Grootelaar. Hij vond het plan strijdig met het rijks- en het provinciale beleid met betrekking tot het toekennen van uitbreidingsmogelijkheden aan kleine kernen. U hebt de bedenkingen ongegrond verklaard. Daarbij hebt u er de nadruk op gelegd dat het hier hoofdzakelijk gaat om een verplaatsing van een milieuhinderlijk bedrijfsdeel uit een woonomgeving en dat hierdoor per saldo niet zozeer gesproken kan worden van een grote uitbreiding, maar van een verschuiving van een bestemming. Door het bedrijfsdeel te verplaatsen kan een grote milieuwinst worden bereikt in een bestaand woongebied. Postbank ING Bank Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar: met stadsbus lijn 1 richting Berkum, halte provinciehuis Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle

5 2 Tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan heeft de inspecteur VROM beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State heeft op 17 december 2003 op het beroep beslist. De uitspraak komt er op neer dat uw besluit tot goedkeuring is vernietigd voorzover het betreft het plandeel waar de uitbreiding van het bedrijf Plegt/Vos is voorzien. De relatief grote omvang van het bedrijventerrein past naar de mening van de Raad van State niet bij de schaal van Langeveen. Ook staat de omvang van de bedrijfsactiviteiten van Plegt/Vos niet in verhouding tot de lokale verzorgingsfunctie van Langeveen. In verband hiermee constateert de Raad van State strijd met het streekplanbeleid. Voorzover er sprake is van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op het streekplanbeleid rechtvaardigen kent het streekplan overigens een afwijkingsbevoegdheid, maar deze is niet toegepast. Vanwege de planologische samenhang tussen het bedrijf Plegt/Vos en de houthandel Oude Hendriksman is ook het plandeel voor de vestiging van de houthandel vernietigd. Voorts is naar de opvatting van de bestuursrechter te weinig inzicht geboden in de uitbreidingsmogelijkheid voor de autospuiterij Grootelaar. Dit is als een motiveringsgebrek aangemerkt zodat het plandeel voor dit bedrijf eveneens is vernietigd. Het gevolg van deze uitspraak is dat u een nieuwe beslissing moet nemen waarbij de overwegingen die tot de uitspraak hebben geleid in acht genomen moeten worden 3. Samenvatting van de uitspraak van de Raad van State. In de uitspraak wordt het rijks- en provinciaal beleid samenvattend als volgt verwoord. Het rijksbundelingsbeleid, zoals genoemd in de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex) en de Actualisering van de Vinex (vinac) houdt ondermeer in dat de behoefte aan ruimte voor huisvesting en werkgelegenheid primair wordt opgevangen in stadsgewesten. Ook buiten de stadsgewesten geldt het bundelingsbeleid. In dat kader voorziet het streekplan van de provincie in de aanwijzing van stedelijke kernen en kernen met een opvangtaak. De Raad van State stelt dat de provincie met het streekplan Overijssel uitvoering geeft aan het rijksbundelingsbeleid. Hij geeft daar mee aan dat het streekplan in overeenstemming is met het rijksbeleid. In dat verband hebben in het streekplan de kleine kernen, waartoe Langeveen wordt gerekend, slechts een functie voor de opvang van woningbouw en bedrijfsuitbreiding voorzover die uit de kern voortkomt en in overeenstemming is met de schaal en de omgevingskwaliteiten van de kern. Verder geeft het streekplan aan dat de ontwikkelingsmogelijkheden van die kernen onder meer worden bepaald op basis van hun verzorgingsfunctie. De Raad van State acht dit streekplanbeleid niet onredelijk. Met betrekking tot het bedrijf Plegt stelt de Raad van State dat dit bedrijf sedert 1947 in Langeveen is gevestigd en sindsdien gegroeid is waardoor uitbreiding in het oostelijke plangebied werd gevonden. In 1990 is het bedrijf met aannemingsbedrijf Vos in Oldenzaal gefuseerd waarmee dat bedrijfsonderdeel van Oldenzaal naar Langeveen is verplaatst. In het plan is voor de verplaatsing van het westelijke bedrijfsdeel, dat circa 1,65 ha groot is, een nieuwe oostelijke oppervlakte van 2,2 ha opgenomen. Dit houdt een uitbreiding in van 0,55 ha. De Raad van State vindt dat GS zich niet in redelijkheid op het standpunt hebben kunnen stellen dat de omvang van het te verplaatsen bedrijfsdeel, vermeerderd met een uitbreiding van 0,55 ha, en gevoegd bij de al aanwezige 2 ha bedrijfsterrein, nog passend is bij de schaal van de kern Langeveen. De totale bedrijfsoppervlakte voor Plegt/Vos bedraagt dan circa 4,2 ha. Bovendien staan de omvang van het bedrijf en haar bedrijfsactiviteiten niet in verhouding tot de lokale verzorgingsfunctie van Langeveen. Er kan dus niet meer worden gesproken van een bedrijf dat slechts plaatselijk gebonden is.

6 3 De nieuwbouw die met het plan voor de verplaatsing mogelijk wordt gemaakt is in strijd met het provinciaal bundelingsbeleid. Het argument dat het hier (slechts) om een verplaatsing gaat deelt de Raad van State niet. Het streekplanbeleid geldt zowel uitbreiding als nieuwbouw. Bovendien voorziet het plan niet alleen in verplaatsing, maar het maakt ook uitbreiding met 0,55 ha mogelijk. Tot slot stelt de Raad van State dat GS, zo er sprake zou zijn van bijzondere omstandigheden die het noodzakelijk maken dat een uitzondering op het streekplanbeleid wordt gemaakt, hadden moeten afwijken. Met verwijzing naar paragraaf 5.5 van het streekplan stelt de Raad van State dat slechts tot goedkeuring mocht worden overgegaan nadat een afwijkingsprocedure was gevolgd. 4. Relevante overwegingen n.a.v. de uitspraak. Gezien het voorgaande komt het er op neer dat de Raad van State de beoogde ontwikkeling strijdig acht met de uitgangspunten van het streekplanbeleid, welk beleid in het verlengde ligt van het rijksbeleid. Concreet gaat het dan om het gegeven dat: a. de ruimtebehoefte en de omvang van het bedrijf Plegt/Vos niet meer passend zijn bij de schaal en de omvang van de kleine kern Langeveen. b. de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf Plegt/Vos niet in verhouding staan tot de locale verzorgingsfunctie van de kern Langeveen. Van betekenis is vervolgens dat de Raad van State stelt dat in geval van bijzondere omstandigheden, die nopen tot het maken van een uitzondering op het streekplanbeleid, binnen de gegeven grenzen van dat beleid kan worden afgeweken. In verband daarmee stelt hij dat Gedeputeerde Staten slechts tot goedkeuring mochten overgaan nadat de in het streekplan opgenomen afwijkingsprocedure was gevolgd. De Commissie is van mening dat in het voorliggende geval sprake is van bijzondere omstandigheden die een afwijkingsprocedure rechtvaardigen. Daarbij spelen de volgende overwegingen nog een rol. Over de omvang van de oostelijk gelegen nieuwe bedrijfsbestemming is een keuze nodig die recht doet aan de overwegingen die de Raad van State over de schaalgrootte heeft uitgesproken. Tussen de bedrijfsomvang en de omvang van de kern Langeveen signaleerde de Raad van State spanning en dit gaf aanleiding voor de constatering van niet passendheid. In verband hiermee acht de commissie het van betekenis dat bij een nieuwe planopzet de verhoudingen niet uit het oog worden verloren. De commissie vindt het daarom verantwoord om de omvang van het nieuwe bedrijfsterrein voor Plegt/Vos beperkt te houden tot de omvang die het te verlaten bedrijfsterrein aan de westzijde van de Hardenbergerweg heeft. In de huidige situatie is de bedrijfsvoering bij Plegt/Vos feitelijk gesplitst vanwege een ligging op twee gescheiden terreinen. Dit heeft inefficiënt gebruik tot gevolg. Met de mogelijkheid van een centralisering op één locatie kan gesproken worden van een optimalisering van terreingebruik. De terreinomvang zoals die in het bovenstaande wordt voorgesteld kan naar de mening van de commissie in redelijkheid in de behoefte voorzien. 5. Bijzondere omstandigheden en afwijking van het streekplan. Van oorsprong dateert de vestiging van het (toen nog) bedrijf Plegt in Langeveen uit De plaats van vestiging was gelegen aan de westzijde van de Hardenbergerweg. Gaandeweg heeft het bedrijf zich hier uitgebreid tot een terreinomvang van ongeveer 1,65 ha. Rond het bedrijf is echter ook de woningbouw van Langeveen gevestigd. Dit heeft geleid tot een situatie die momenteel neer komt op een grootschalig bouwen aannemersbedrijf

7 4 dat omringd is door woonbebouwing. De milieuhinder die naar hedendaagse maatstaven van het bedrijf uitgaat, vormt een ernstige belasting voor het woonklimaat van de omliggende woningen. Anderzijds vormt de aanwezigheid van de woningen een forse belemmering voor een gezonde bedrijfsvoering. In deze situatie is door gebrek aan verdere uitbreidingsmogelijkheden reeds omstreeks 1985 een kantoor aan de oostzijde van de Hardenbergerweg gebouwd. Enige jaren later is naar aanleiding van een fusie met het bedrijf Vos in Oldenzaal dit kantoor uitgebreid. Vanaf toen heette het bedrijf Plegt/Vos. In een voortgaande ontwikkeling is omsteeks 1995 een grote montageloods van 30 bij 85 meter achter het kantoor gebouwd. De oppervlakte van het bedrijfsterrein ten oosten van de Hardenbergerweg bedraagt nu ongeveer 2 ha. Daarmee is dit bedrijfsdeel inmiddels groter dan het deel aan de westzijde van de Hardenbergerweg. De bedrijfsvoering vindt nu op twee locaties plaats. Tussen beide locaties vindt een niet onaanzienlijke hoeveelheid bedrijfsverkeer plaats, waarvoor telkens de Hardenbergerweg binnen het dorp Langeveen moet worden gekruist. Dit komt de verkeersveiligheid in het dorp niet ten goede. Omdat nog vrij recent met goedvinden van overheidsinstanties grote investeringen ten oosten van de Hardenbergerweg gedaan zijn, is het alsnog verplaatsen van het gehele bedrijf naar een grote kern in redelijkheid geen optie meer. Zo n verplaatsing moet als onhaalbaar worden beschouwd. In deze situatie zijn er goede gronden om slechts het oude bedrijfsdeel dat aan de westzijde van de Hardenbergerweg ligt te verplaatsen en te doen aansluiten bij het bedrijfsdeel dat aan de oostzijde van genoemde weg ligt. Op deze wijze wordt het knelpunt van een sterk onder druk staand woonmilieu opgelost en wordt tevens een op slot zittend bedrijf lucht gegeven. Ook de verkeersveiligheid is hier mee gediend omdat het bedrijfsverkeer dat de Hardenbergerweg kruist dan kan worden beëindigd. Het op te heffen bedrijfsterrein kan beschikbaar komen voor nieuwe woningbouw waaraan in Langeveen behoefte bestaat. In het geldende bestemmingsplan is aan dit terrein daarom geen bedrijfsbestemming meer toegekend maar een (voorlopige) bestemming groenvoorzieningen. Het voornemen om hier woningen te bouwen voor de woonbehoefte van Langeveen voorkomt tevens dat daarvoor anders een deel van het aan de kern grenzende landelijke gebied moet worden aangesproken. De commissie acht het voorgaande aanleiding om van bijzondere omstandigheden te spreken. Omdat de hoofdmoot van de ruimtebehoefte wordt bepaald door het bedrijf Plegt/Vos, wordt de situering van de houthandel Oude Hendriksman en de autospuiterij Grootelaar bepaald door de oostelijke terreinbegrenzing van het bedrijf Plegt/Vos. De commissie vindt dat er in dit geval bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van het beleid rechtvaardigen. Omdat de verhouding tussen de omvang van het bedrijventerrein en de omvang van de kleine kern Langeveen binnen redelijke proporties moet blijven, is een uitbreiding zoals die in het bestemmingsplan is voorzien te groot en daarom niet aanvaardbaar. Voor het bedrijf Plegt/Vos kan slechts voor goedkeuring in aanmerking komen een uitbreidingsgebied met een omvang ter grootte van de oppervlakte die westelijk van de Hardenbergerweg verlaten wordt. Dit levert de mogelijkheid op dat het bedrijfsdeel dat de milieu-overlast oplevert verplaatst kan worden, terwijl met een efficiënte invulling van het terrein tevens op een toereikende wijze in de ruimtebehoefte kan worden voorzien Het meerdere van het terrein met de bedrijfsbestemming kan niet voor goedkeuring in aanmerking kan komen. Op de aldus te nemen beslissing is van toepassing de afwijkingsprocedure volgens het streekplan. 6. Voorstel voor de te nemen nieuwe beslissing.

8 5 Door de vernietiging van het besluit van GS inzake de goedkeuring van het uitbreidingsdeel voor Plegt/Vos kwam de bestemming van de houthandel als een eiland in het landelijke gebied te liggen. Hierdoor heeft de Raad van State de beslissing over dit deel evenmin in stand gelaten. Verder is in de uitbreidingsmogelijkheid voor autospuiterij Grootelaar geen inzicht geboden, zodat ook de goedkeuring hiervan is vernietigd. Bij een te nemen nieuwe beslissing kan met toepassing van de afwijkingsprocedure de bestemming bedrijfsdoeleinden gelegen ten oosten van de grens met het bestaande bedrijfsdeel Plegt/Vos slechts voor goedkeuring in aanmerking komen, voorzover het de oppervlakte van ongeveer 1,65 ha niet te boven gaat.. Omdat het uitbreidingsdeel voor Plegt/Vos dat nog aanvaardbaar is, kleiner van omvang is dan wat op de plankaart staat aangegeven kan een deel niet voor goedkeuring in aanmerking komen. In verband hiermee zullen de aangrenzende bestemmingen agrarisch gebied, bos/beplantingsstrook en openbaar erf verschuiven. Zij komen daarom evenmin voor goedkeuring in aanmerking. Dit geldt ook voor de bestemmingen voor de houthandel en de autospuiterij. Voor de houthandel en de autospuiterij dient in een nieuw op te stellen bestemmingsplan een gemotiveerde terreinomvang en bouwmogelijkheid te worden aangegeven De commissie stelt u voor aan het gebied, dat is aangegeven op de aangehechte plankaart, alsnog goedkeuring te onthouden onder de aantekening dat uw college kan instemmen met een alsnog door de raad van Tubbergen op te stellen bestemmingsplanherziening, waarin is gehandeld overeenkomstig het voorgaande. In verband hiermee besluit u tevens op genoemde onderdelen af te wijken van het beleid volgens het streekplan. Op deze beslissing tot afwijking is van toepassing wat daarover in het streekplan procedureel is bepaald. 7. Conclusie: De commissie stelt u voor gedeeltelijk goedkeuring te verlenen aan de bedrijfsbestemming voor het bedrijf Plegt/Vos, zoals in het voorgaande aangegeven. Voor het overige onthoudt u goedkeuring aan de plandelen ten oosten daarvan. U besluit tevens op basis van de geldende procedure Provinciale Staten te laten weten voornemens te zijn af te wijken van het streekplanbeleid met betrekking tot de ruimtebehoefte van het bedrijf Plegt/Vos en de verzorgingsfunctie van de kern Langeveen. Tenslotte laat u met uw beslissing de gemeenteraad van Tubbergen weten dat het uw instemming heeft wanneer voor het niet goedgekeurde deel een nieuw bestemmingsplan wordt opgesteld voor een aanpassing van de bedrijvenbestemming voor de houthandel en de autospuiterij, mits het vorenstaande in acht wordt genomen. Ing. J. van Lottum secretaris Subcommissie PCFL