Den Haag, 25 maart 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Den Haag, 25 maart 2005"

Transcriptie

1 Den Haag, 25 maart 2005

2 Inhoudopgave 1 INLEIDING ACHTERGROND JURIDISCH KADER GEVOLGDE PROCEDURE LEESWIJZER ADVIES DE INVESTERING VERSTERKT DE MEDEDINGING BIJ DE LEVERINGSZEKERHEID VAN GAS EN VERSTERKT DE LEVERINGS- EN VOORZIENINGSZEKERHEID LEVERINGSZEKERHEID EN MEDEDINGING IN NEDERLAND Samenvatting comfortadvies Beoordeling DTe STROOMRICHTING Samenvatting comfortadvies Beoordeling DTe UIOLI Samenvatting comfortadvies Beoordeling DTe CONCLUSIE HET INVESTERINGSRISICO IS ZO GROOT DAT DE INVESTERING NIET WORDT GEDAAN ALS ER GEEN ONTHEFFING WORDT VERLEEND SAMENVATTING COMFORTADVIES BEOORDELING DTE CONCLUSIE DE INFRASTRUCTUUR IS EIGENDOM VAN EEN NATUURLIJK OF RECHTSPERSOON DIE OP ZIJN MINST QUA RECHTSVORM GESCHEIDEN IS VAN DE SYSTEEMBEHEERDERS IN WIER SYSTEMEN DIE INFRASTRUCTUUR WORDT GEBOUWD SAMENVATTING COMFORTADVIES BEOORDELING DTE CONCLUSIE ER WORDEN TARIEVEN IN REKENING GEBRACHT BIJ DE GEBRUIKERS VAN DIE INFRASTRUCTUUR SAMENVATTING COMFORTADVIES BEOORDELING DTE CONCLUSIE

3 6 DE ONTHEFFING GAAT NIET TEN KOSTE VAN DE MEDEDINGING OF DE EFFICIËNTE WERKING VAN DE INTERNE GASMARKT, EN IS NIET NADELIG VOOR DE EFFICIËNTE WERKING VAN HET GEREGULEERDE SYSTEEM WAARAAN DIE INFRASTRUCTUUR AAN IS GEKOPPELD SAMENVATTING COMFORTADVIES BEOORDELING DTE CONCLUSIE ADVIES EN VOORWAARDEN BIJ ONTHEFFING (ARTIKEL 18H) BIJLAGE: COMFORTADVIES DTE, 25 NOVEMBER

4 1 Inleiding 1. De BBL Company V.O.F. (hierna: BBL Company) is van plan een gaspijp aan te leggen voor het transport van Balgzand naar Bacton. Het project wordt aangeduid als de Balgzand Bacton Leiding (hierna: BBL). De BBL is een pijpverbinding van 235 km met een grootte van 36 inch en een verwachte capaciteit van circa 1,75 miljoen m 3 per uur. Van de pijpverbinding is 230 km offshore en 5 km gaat over land. De BBL Company heeft aangegeven dat de totale investering in de BBL naar schatting EUR 500 miljoen zal bedragen. 2. De capaciteit van de BBL is gebaseerd op de onderliggende afgesloten contracten. Het gaat om de volgende contracten met bijbehorende capaciteit (hierna: initiële contracten): a. N.V. Nederlandse Gasunie, Business unit Gasunie Trade & Supply (hierna: Trade & Supply): {VERTROUWELIJK} m 3 per uur gedurende {VERTROUWELIJK} jaar, beginnend in het {VERTROUWELIJK}; b. Ruhrgas Aktiengesellschaft (hierna: Ruhrgas): {VERTROUWELIJK} per uur gedurende {VERTROUWELIJK}jaar, beginnend in het {VERTROUWELIJK}; en c. Wingas GMBH (hierna: Wingas): {VERTROUWELIJK}m 3 per uur gedurende {VERTROUWELIJK} jaar, beginnend in het {VERTROUWELIJK}. 3. Op grond van artikel 18h van de Gaswet is ontheffing mogelijk van de regels inzake derden-toegang voor grote nieuwe infrastructuur, zoals interconnectoren tussen lidstaten, en LNG- en opslaginstallaties. Artikel 18h vormt een implementatie van artikel 22 van de tweede Gasrichtlijn 1 (hierna: Gasrichtlijn). 4. De ontheffing heef betrekking op de verplichtingen voor netbeheerders zoals neergelegd in de paragrafen 2.3, 2.4 en 2.5 van de Gaswet. Deze paragrafen regelen kortweg de toegang voor derden en de bevoegdheid van de regelgevende instanties om hiervoor methoden of tarieven en voorwaarden vast te stellen. Omdat de initiële contracten met shippers de capaciteit van de BBL bepalen en deze lange termijncontracten nodig zijn om de risico s van de investering in voldoende mate af te dekken, is volgens BBL Company een ontheffing nodig om de investering in de BBL te rechtvaardigen. 5. De criteria waaraan een interconnector moet voldoen om voor ontheffing in aanmerking te komen zijn neergelegd in artikel 18h, eerste lid van de Gaswet. De vijf criteria zijn: a. De investering versterkt de mededinging bij de leveringszekerheid van gas en versterkt de leveringsen voorzieningszekerheid; 1 Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad, 26 juni 2003, betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG. 4

5 b. Het investeringsrisico is zo groot dat de investering niet wordt gedaan als er geen ontheffing wordt verleend; c. De infrastructuur is eigendom van een natuurlijke of rechtspersoon die op zijn minst qua rechtsvorm gescheiden is van de systeembeheerders in wier systemen die infrastructuur wordt gebouwd; d. Er worden tarieven in rekening gebracht bij de gebruikers van die infrastructuur; e. De ontheffing gaat niet ten koste van de mededinging of de efficiënte werking van de interne gasmarkt, en is niet nadelig voor de efficiënte werking van het gereguleerde systeem waaraan die infrastructuur is gekoppeld. Comfortprocedure 6. Op 25 november 2003 heeft de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: DTe) advies gegeven aan de Minister van Economische zaken (hierna: Minister) inzake een brief aan Gastransport Services (hierna: GtS) 2 over de vraag of en onder welke voorwaarde de BBL in aanmerking kon komen voor een ontheffing van gereguleerde toegang (hierna: comfortadvies). De directeur DTe heeft zijn comfortadvies van november 2003 gebaseerd op informatie die destijds beschikbaar was. Het comfortadvies is als bijlage toegevoegd. 7. Voorafgaand aan dit comfortadvies heeft de directeur DTe overleg gevoerd met het Department of Trade and Industry (hierna: DTI), Office of Gas and Electricity Markets (hierna: OFGEM), medewerkers van het Ministerie van Economische Zaken (hierna: EZ) en GtS. Daarnaast hebben OFGEM en de directeur DTe een gezamenlijke consultatie georganiseerd op basis van een ontwerpaanvraag voor ontheffing (hierna: ontwerpaanvraag). Het comfortadvies is beschikbaar op de Internetpagina van DTe ( 8. De directeur DTe heeft in zijn comfortadvies geadviseerd om GtS comfort te verlenen dat de BBL in aanmerking komt voor een volledige ontheffing voor minimaal 10 jaar, indien wordt voldaan aan 3 : a. GtS moet tijdig investeringen in het GtS-net plegen die nodig zijn om de doorvoer van gas naar de BBL tijdig op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van de leveringszekerheid en mededinging in Nederland; b. GtS moet de kosten van deze extra investeringen ten laste laten komen van de BBL gebruikers, behoudens het gedeelte van de kosten waarvan kan worden aangetoond dat zij ten bate komen van de Nederlandse consument; c. GtS moet de Minister en/of de directeur DTe tijdig informeren over de te verwachte transitstromen, de geplande investeringen en het te verwachte effect op de leveringszekerheid en mededinging in Nederland. d. GtS moet een backhaul stroom richting Nederland mogelijk maken door het instellen van een niet fysiek entrypunt bij Balgzand; e. GtS moet voorkomen dat de oorspronkelijke BBL-contractanten backhaul onmogelijk maken bijvoorbeeld door niet of te laat informatie te verschaffen over de verwachte forwardstroom; 2 Vanaf 1 juli 2004 is de landelijk netbeheerder juridisch verzelfstandigd. De landelijk netbeheerder is Gas Transport Services B.V.. De afkorting voor Gas Transport Services B.V. is GTS. De afkorting GtS duidt op de tot 1 juli 2004 voor het gastransport verantwoordelijke business unit van de N.V. Nederlandse Gasunie. 3 Randnummer 58 van het advies DTe: ontwerpaanvraag GtS voor ontheffing BBL. 5

6 f. GtS moet een Use-it-or-lose-it (hierna: UIOLI) regime introduceren waarvan de werking in samenwerking met de Britse en Nederlandse autoriteiten wordt geëvalueerd; en g. Het BBL-bedrijf moet als voldoende onafhankelijk uit de audit komen. 9. Op 10 december 2004 heeft de BBL Company officieel ontheffing gevraagd voor de volledige capaciteit van de BBL gebaseerd op de duur van de initiële contracten: vanaf het vierde kwartaal 2006 tot 1 december Hieronder wordt beoordeeld of de BBL voldoet aan de criteria uit artikel 18h van de Gaswet. Per criterium wordt eerst een korte samenvatting gegeven van de inhoud van het comfortadvies. Vervolgens wordt aangegeven of er na het comfortadvies van 25 november 2003 relevante nieuwe informatie ter beschikking is gekomen waarmee bij dit advies rekening moet worden gehouden. Op hoofdlijnen kan het hierbij om de volgende informatie gaan: Ontheffingsaanvraag BBL Company van 10 december 2004, inclusief bijlagen 4 ; Reactie Gasunie Technology & Assets 5 en GTS 6 van 30 augustus 2004 op vragen van de directeur DTe; Reactie GTS 7 van 3 november 2004 op vragen van de directeur DTe; en Reactie GTS 8 van 6 januari 2005 op vragen van de directeur DTe. 11. Indien er relevante nieuwe informatie ter beschikking is gekomen, wordt aangegeven of dit tot een andere beoordeling dan het comfortadvies heeft geleid. Indien dit niet het geval is, blijft de beoordeling van het comfortadvies van kracht. Tot slot wordt per criterium aangegeven wat de conclusie is van de beoordeling. 4 Kenmerk BBLVOF 04.B Kenmerk T 04.B11. 6 Kenmerk L 04.B Kenmerk LTM Ontvangen GTS van op 6 januari

7 2 De investering versterkt de mededinging bij de leveringszekerheid van gas en versterkt de leverings- en voorzieningszekerheid 12. De BBL zal zowel invloed hebben op de mededinging en leveringszekerheid in VK als in Nederland. In het onderhavige advies wordt alleen ingegaan op de effecten van de BBL op Nederlandse gasmarkt. De effecten van de BBL op de Britse gasmarkt zijn door OFGEM beoordeeld. 13. Hieronder worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen behandeld: Leveringszekerheid en mededinging in Nederland (2.1); Stroomrichting (2.2); en UIOLI(2.3). 14. De conclusie van de beoordeling van het eerste criterium is neergelegd in paragraaf Samenvatting comfortadvies 15. In het comfortadvies heeft de directeur DTe geadviseerd dat de BBL met betrekking tot het onderwerp leveringszekerheid en mededinging aan het eerste criterium van de ontheffing zal voldoen onder de voorwaarden dat de volgende maatregelen worden getroffen: a. Investeringen in het GtS-net die nodig zijn om de doorvoer van gas naar de BBL (hierna: transitstromen) tijdig op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van de leveringszekerheid en mededinging in Nederland; en b. GtS moet de kosten van deze extra investeringen ten laste laten komen van de BBL gebruikers, behoudens het gedeelte van de kosten waarvan kan worden aangetoond dat zij ten bate komen van de Nederlandse consument. 16. Daarnaast heeft de directeur DTe aangegeven dat de Minister en / of de directeur DTe tijdig over het volgende wordt geïnformeerd: a. De verwachte transitstroom van gas naar de BBL over het GtS-net. Het betreft hier zowel informatie over de omvang van de transitstroom en het tijdstip waarop deze wordt verwacht plaats te vinden; b. De geplande investeringen die nodig zijn om deze transitstroom op te vangen alsmede het tijdstip waarop deze investeringen worden gerealiseerd; c. Het effect van de transitstroom en investeringen op de leveringszekerheid en de mededinging in Nederland; en d. De kosten die gemaakt moeten worden voor deze investeringen en de voordelen die de Nederlandse consument van de investeringen heeft Beoordeling DTe 17. Na het comfortadvies heeft de directeur DTe onder andere de beschikking gekregen over de volgende relevante informatie: 7

8 Brief van Gasunie Technology & Assets van 30 augustus als bijlage bij een brief van GTS van 30 augustus ; Brief van GTS van 3 november ; en van GTS van 6 januari Investeringen in GTS-net leidt tot uitbreiding van de entry capaciteit in Noord Oost Nederland 18. GTS geeft aan dat de investeringen in Noordoost Nederland zijn ingebed in een integraal investeringspakket dat de komende jaren wordt uitgevoerd. Dit investeringspakket lost een aantal knelpunten op die zijn ontstaan als gevolg van een verschuiving van invoer van gas van Balgzand naar Groningen en als gevolg van additionele transitstromen. De investeringen zullen ertoe leiden dat de entry capaciteit in Noordoost Nederland word uitgebreid met ongeveer m 3 per uur. 19. Behoudens een korte doorverbinding van Tussenklappen naar Tripscompagnie is er volgens GTS voldoende transportcapaciteit tussen Oude Statenzijl en Grijpskerk. Vanaf Grijpskerk wordt er geïnvesteerd in een 42 inch pijpleiding naar Workum. Tussen Workum en Wieringenmeer wordt één van de bestaande 36 inch G-gas leidingen door het IJselmeer omgeschakeld naar een H-gas leiding. Daarnaast wordt een nieuwe 48 inch G-gas leiding aangelegd. 20. Het initiële contract dat de BBL Company gesloten heeft met Ruhrgas betreft een capaciteit van {VERTROUWELIJK} m 3 per uur {VERTROUWELIJK}. Het initiële contract met Wingas betreft een capaciteit van {VERTROUWELIJK}m 3 {VERTROUWELIJK}. De totale geboekte capaciteit van Ruhrgas en Wingas is dus gelijk aan {VERTROUWELIJK}per uur. 21. Uit de brief van GTS van 3 november en van 6 januari 2005 blijkt dat de entry capaciteit voor Ruhrgas en Wingas in Noord Oost Nederland afgerond {VERTROUWELIJK}m 3 per uur is en dat dezelfde hoeveelheid door Ruhrgas en Wingas als exit capaciteit is geboekt{vertrouwelijk}. 22. De directeur DTe concludeert dat de verwachte transitstroom wordt gedekt door de additionele entry capaciteit van m 3 per uur. De leveringszekerheid komt derhalve niet in gevaar. Kosten van deze extra investeringen ten laste laten van de BBL gebruikers 23. In bovengenoemde brieven heeft GTS aangegeven dat de kosten van de extra investeringen in het GTSnet worden gefinancierd door langdurende transportovereenkomsten met de shippers die gas naar de BBL transporteren. Volgens GTS is er geen sprake van een kostenafwenteling op de Nederlandse netgebruiker. De directeur DTe benadrukt hier nogmaals zijn standpunt uit het comfortadvies, namelijk dat de kosten van de extra investeringen in het GTS-systeem in beginsel ten laste dienen te komen van de BBL-gebruiker. Indien GTS kan aantonen dat gepleegde investeringen ook gedeeltelijk ten bate komen van de Nederlandse afnemers, kan een evenredig deel van de kosten worden verhaald door middel van de overige entry en exittarieven in Nederland. De effecten hiervan voor de tariefregulering van GTS vanaf het jaar 2006 en verder zullen in dat kader verder worden uitgewerkt. Mededinging 9 Kenmerk: T 04.B Kenmerk: L 04.B Kenmerk: LTM Kenmerk: LTM

9 24. De extra investeringen in het Nederlandse netwerk zoals aangegeven in de randnummers 18 t/m 22 en verder, zijn niet alleen noodzakelijk om de leveringszekerheid te waarborgen, maar ook om de mededinging op de Nederlandse gasmarkt te faciliteren. Met name de investeringen in de entry capaciteit bij Oude Statenzijl zijn van belang omdat op dit entrypunt het grootste gedeelte van het met Gasunie Trade & Supply concurrerende gas het land in komt. In randnummer 22 heeft de directeur DTe reeds overwogen dat de geplande investeringen voldoende zijn om de verwachte transitstroom op te vangen. De mededinging op de Nederlandse gasmarkt zal door deze transitstroom derhalve niet verslechteren. 25. Daarnaast merkt de directeur DTe het volgende op. Momenteel is de conversiecapaciteit in Nederland schaars, hetgeen de mogelijkheid voor toetreders op Nederlandse gasmarkt ernstig beperkt 13. De aanleg van de BBL maakt het mogelijk om hoogcalorisch gas uit de kleine velden te exporteren naar het VK in de plaats van dit gas te converteren naar G-gas. Hierdoor komt mogelijkerwijs conversiecapaciteit die nu gebruikt wordt ter vervulling van het kleine veldenbeleid vrij voor nieuwe toetreders. Een dergelijke effect zou de mededinging in Nederland juist kunnen versterken. Informatieverstrekking over de investeringen 26. GTS 14 heeft voorgesteld om de informatie over de investeringen ten behoeve van de BBL op te nemen in de tweejaarlijkse capaciteitsplanning ex artikel 8 van de Gaswet. De directeur DTe is echter van mening dat indien reeds eerder blijkt dat de investeringsplanning zoals aangegeven in de brief van 3 november 2004 niet wordt gehaald, tussentijdse informatievoorziening aan de Minister gewenst is. Derhalve adviseert de directeur DTe de voorwaarde te stellen dat de BBL Company/GTS de Minister en/of de directeur ook tussentijds informeert indien er substantieel wordt afgeweken van het voorgenomen investeringsplan zoals aangegeven in de brief van 3 november Samenvatting comfortadvies 27. In het comfortadvies heeft de directeur DTe geadviseerd dat de BBL met betrekking tot het onderwerp stroomrichting aan het eerste criterium van de ontheffing zal voldoen indien de volgende maatregelen zijn getroffen: a. Het mogelijk maken van een backhaul stroom richting Nederland door het instellen van een niet fysiek entrypunt bij Balgzand; en b. Het voorkomen dat de oorspronkelijke BBL contractanten backhaul onmogelijk maken door niet of te laat informatie te verschaffen over de verwachte forwardstroom Beoordeling DTe 28. Na het comfortadvies heeft de directeur DTe onder andere de beschikking gekregen over de volgende relevante informatie: Een kopie van de initiële contracten. 13 Richtlijnen gastransport Brief met als kenmerk LTM

10 29. {VERTROUWELIJK} 30. De directeur DTe is gelet op deze initiële contracten van mening dat de BBL Company voldoende invulling heeft gegeven aan de voorwaarden die de directeur DTe in haar comfortadvies heeft gesteld. Voorzover er buiten deze contracten voor de oorspronkelijke shippers in de praktijk nog mogelijkheden zouden bestaan om de contractuele stroom tegen te houden, is de directeur DTe van mening dat dergelijk gedrag op basis van het gewone mededingingsrecht kan worden beoordeeld Samenvatting comfortadvies 31. Ten aanzien van UIOLI was de directeur DTe van mening dat de Minister het recht moet voorbehouden om in overleg met de BBL en de Britse autoriteiten de regels voor UIOLI te wijzigen als blijkt dat het voorgestelde systeem onvoldoende werkt Beoordeling DTe 32. Ten aanzien van comfortadvies is voor wat betreft het onderwerp UIOLI de volgende aanvullende informatie verstrekt: Een kopie van de initiële contracten, met daarin de definitieve uitwerking van de UIOLI bepalingen. 33. De beoordeling van de directeur DTe op dit punt is dat de contractuele bepalingen inzake de UIOLI in combinatie met de mogelijkheid om capaciteit secundair te verhandelen (permanent of tijdelijk) voorlopig afdoende zijn. De BBL Company zal een bulletin board opzetten en afschakelbare capaciteit beschikbaar stellen om eventuele schaarste van transportcapaciteit tegen te gaan. Evenwel adviseert de directeur DTe de Minister nog steeds om de voorwaarde te stellen dat de BBL Company het UIOLI mechanisme evalueert en indien blijkt dat het bestaande systeem onvoldoende werkt, dit systeem in overleg met de nationale toezichthouders aanpast. 34. De directeur DTe is van mening dat de BBL Company voldoet aan het eerste ontheffingscriterium indien aan de ontheffing de volgende voorwaarden worden gesteld: De BBL Company/GTS dient de Minister en/of de directeur tussentijds te informeren indien wordt afgeweken van het voorgenomen investeringsplan zoals aangegeven in de brief van 3 november 2004; en De BBL Company dient het UIOLI regime te evalueren en indien blijkt dat het bestaande systeem onvoldoende werkt, dient dit systeem in overleg met de nationale toezichtouders aan te passen. 10

11 3 Het investeringsrisico is zo groot dat de investering niet wordt gedaan als er geen ontheffing wordt verleend 35. In het comfortadvies heeft de directeur DTe geadviseerd om GtS het comfort te verlenen dat de BBL voor minimaal 10 jaar ontheffing kan krijgen. Daarbij werd aangegeven dat uit de informatie die de directeur DTe destijds ter beschikking stond niet kon worden opgemaakt dat de onderliggende contracten anders niet zouden worden gesloten. Bij de beoordeling is voornamelijk gekeken naar de gevolgen van een ontheffing voor het prijs-, volume-, en financieringsrisico. Alle overige risico s (technische, operationele en vergunningsrisicio s) werden naar het oordeel van de directeur DTe niet beïnvloed door een eventuele ontheffing en zijn derhalve niet in de beoordeling meegenomen. 36. Na het comfortadvies heeft de directeur DTe onder andere de beschikking gekregen over de volgende relevante informatie: Nadere financiële analyses van ABN-AMRO; Nadere financiële analyses over de BBL; Kopie van de initiële contracten. 37. Zoals reeds in het comfortadvies is aangegeven, is het voor de beoordeling van dit criterium van belang dat de financiering van de BBL geheel is losgekoppeld van de opbrengsten van GTS uit de entry- en exittarieven. De financiers van de BBL zullen dan ook op andere wijzen het prijs-, volume-, en financieringsrisico proberen te mitigeren. Dit kan bijvoorbeeld door aan de BBL Company lange termijn contracten als onderpand voor de financiering te vragen. Ontheffing van regulering voor de duur van deze lange termijncontracten geeft de financiers vervolgens de zekerheid dat deze contracten ook ongehinderd ten uitvoer kunnen worden gebracht Een goede regulering zou voor de financiers echter even aantrekkelijk moeten zijn als een goedwerkende markt. In beide situaties krijgen de financiers een redelijke vergoeding voor het geïnvesteerd vermogen, uitgaande van de relevante risico s en onzekerheden, en zullen de uiteindelijke tarieven gebaseerd zijn op de onderliggende kosten. Met andere woorden: het zou voor de financiers eigenlijk niet uit mogen maken of er sprake is van een gereguleerd regime of een goedwerkende markt. 39. Toch kan de onzekerheid over de toekomstige regulering (hierna: reguleringsrisico) zo hoog worden gepercipieerd dat financiers de investering in een gereguleerd regime niet plegen. Dit zal met name het geval zijn indien er sprake is van een competitieve omgeving. Aan de ene kant zal vaststelling van te lage gereguleerde tarieven het risico van de financiers vergroten omdat de terugverdienperiode langer wordt. Aan de andere kant zal vaststelling van te hoge gereguleerde tarieven het risico eveneens vergroten, omdat de afnemers dan gebruik maken van de alternatieve producten. Een dergelijke competitieve situatie is aanwijzig bij de BBL aangezien er alternatieve mogelijkheden bestaan om gas naar het VK te 15 Zie ook comfortadvies, randnummers 36 en

12 exporteren. Bovendien ligt het reguleringsrisico vanwege het grensoverschrijdend karakter van de BBL hoger dan bijvoorbeeld van een nationaal gastransportnet. Als gevolg hiervan heeft de BBL te maken met verschillende reguleringsregimes (EU, Nederland en Verenigd Koninkrijk) die ieder zijn eigen onzekerheden meebrengen. 40. De beoordeling van het onderhavige criterium draait dus in de kern om de hoogte van reguleringsrisico. Indien het reguleringsrisico zo hoog is, dat een anderszins commercieel aantrekkelijke investering niet zou worden gepleegd, kan volgens het criterium ontheffing van regulering worden verleend. Een kwantificering hiervan is echter bijzonder lastig. Financiële analyses kunnen helpen om een inschatting te maken, maar geven zeker geen uitsluitsel over de hoogte van het reguleringsrisico. De vraag of een investering al dan niet wordt gepleegd, zal in de praktijk dan ook voornamelijk worden bepaald door de perceptie van het reguleringsrisico en de algehele risicobereidheid (risk appetite) van potentiële investeerders. 41. In de onderhavige beoordeling is derhalve niet alleen gekeken naar de verschillende financiële analyses die zijn voorgelegd maar ook naar het feitelijk handelen van de investeerders zelf. Immers, hieruit kan mede worden opgemaakt welk gepercipieerd reguleringsrisico de investeerders zelf acceptabel achten om de investering te doen plaatsvinden. Financiële analyses 42. In de presentatie van ABN-AMRO van 17 maart 2004 wordt aangegeven dat GtS zelf het reguleringsrisico zodanig heeft ingeschat dat een extra risicopremie {VERTROUWELIJK] nodig is om de investering aantrekkelijk voor de financiers te maken ingeval er geen ontheffing wordt verleend. Met deze extra risicopremie zou de BBL Company volgens GtS geen competitief tarief meer aan kunnen bieden, waardoor er geen vraag zou zijn naar capaciteit op de BBL en de investering niet zou plaatsvinden. ABN- AMRO schat deze analyses van GtS in als aannemelijk en baseert dit onder andere op haar evaringen als investeerder in verschillende gaspijpleidingen. Vervolgens komt ABN-AMRO tot de slotconclusie dat gelet op het totale risicoprofiel van de BBL, potentiële investeerders bijzonder terughoudend zullen zijn om de investering te plegen indien niet een ontheffing van 15 jaar wordt gegeven. 43. Een echte kwantificering van het reguleringsrisico en de benodigde risicopremie, wordt in de presentatie niet gegeven. Zoals hierboven reeds is aangegeven, is dit naar het oordeel van de directeur DTe ook bijzonder lastig, waardoor iedere kwantificering als snel discutabel is. Wel is de directeur DTe van mening dat inschatting van een gerenommeerde financiële instelling zoals ABN-AMRO over terughoudende bereidheid van investeerders indien geen ontheffing voor 15 jaar wordt verleend, zeker bij de totaalbeoordeling van dit criterium moet worden meegewogen. Feitelijk handelen van investeerders 44. In eerste instantie vormde het contract van {VERTROUWELIJK] voldoende aanleiding voor GtS tot plannen voor een investering van een 30 inch pijpleiding. Vervolgens heeft GtS naar aanleiding van een open season procedure {VERTROUWELIJK] een {VERTROUWELIJK] contract met Ruhrgas en {VERTROUWELIJK] een {VERTROUWELIJK] contract met Wingas gesloten. Op basis van deze laatste twee contracten zijn in de loop van 2004 de oorspronkelijk investeringsplannen gewijzigd en uitgebreid naar een 36 inch pijpleiding. 12

13 45. Een essentiële factor bij het nemen van de uiteindelijke investeringsbeslissing vormden de zogenaamde comfortbrieven van de betrokken regelgevende instanties OFGEM van 24 december 16, EZ van 1 december en Europese Commissie van 30 januari en van 14 mei In de comfortbrieven van de nationale toezichthouders (EZ en OFGEM) werd aangegeven dat de BBL Company in aanmerking zou komen voor een ontheffing van 15 jaar. In de eerste comfortbrief van de Europese Commissie van 30 januari 2004 wordt een termijn van maximaal 10 jaar genoemd. Deze brief gaf aanleiding om de oorspronkelijke geplande datum van 1 februari voor het nemen van de investeringsbeslissing uit te stellen. 46. In de tweede comfortbrief van de Europese Commissie van 14 mei 2004 wordt ten aanzien van de duur van de ontheffing aangegeven: the exemption period should be no longer than {VERTROUWELIJK] for the percentage of the BBL capacity allocated for contracts with {VERTROUWELIJK] and no longer {VERTROUWELIJK] for the remaining percentage of the BBL capacity. 47. Deze comfortbrief was voor de BBL Company wel voldoende voor het nemen van de uiteindelijke investeringsbeslissing op 25 mei Uit boven beschreven feitelijk handelen van de BBL Company blijkt dat de tweede comfortbrief van de Europese Commissie van 14 mei 2004 essentieel was voor de uiteindelijke investeringsbeslissing. Immers, de eerste comfortbrief van de Europese Commissie waarin een comfort werd verleend voor een ontheffing van 10 jaar gaf aanleiding om de oorspronkelijk gestelde investeringsbeslissing uit te stellen. De tweede comfortbrief waarin comfort wordt verleend voor een ontheffing van {VERTROUWELIJK] van de capaciteit en {VERTROUWELIJK] van de capaciteit, was wel voldoende voor de BBL Company. Uit het feitelijk handelen van de BBL Company zou men derhalve kunnen concluderen dat een ontheffing van {VERTROUWELIJK] van de capaciteit en van {VERTROUWELIJK] van de capaciteit het reguleringsrisico voldoende beperkt, waardoor een verdergaande ontheffing niet noodzakelijk is voor het plegen van de investering. Verdere overwegingen 49. In haar aanvraag verzoekt de BBL Company om een ontheffing van de volledige capaciteit gedurende de totale duur van de initiële contracten (tot 1 december 2022). De reden die de BBL Company hiervoor geeft is het creëren van een gelijke situatie voor alle shippers zolang een deel van de capaciteit onder een ontheffing valt. Indien alleen wordt gekeken naar het feitelijk handelen van de BBL Company, zou men kunnen beargumenteren dat een dergelijke ontheffingsduur niet echt noodzakelijk is voor het nemen van de investeringsbeslissing. Aan de andere kant wijst de directeur DTe op de volgende overwegingen die de door de BBL Company gevraagde ontheffingsduur naar zijn oordeel toch rechtvaardigen: Een goede beoordeling van het reguleringsrisico is zowel voor financiers als voor toezichthouders zeer lastig en in grote mate afhankelijk van inschattingen. Een zeer strikte grens bij welke ontheffingsduur een investering nog wel zou worden gepleegd en bij welke niet meer, valt derhalve niet te trekken; 16 Internetpagina: 17 Kenmerk ME/EM/ Kenmerk TREN C2/WW/kb D(2004) Kenmerk TREN C2/WW/kb D(2004)

14 Er is geen echte concrete noodzaak om de gevraagde ontheffingsduur van de BBL Company in te perken. Deze noodzaak zou aanwezig zijn indien er een reëel risico bestond dat de BBL Company misbruik zou kunnen maken van een dominante positie in de levering van gas naar het VK. Vanwege de alternatieve mogelijkheden voor export van gas naar het VK, zoals de Interconnector en de diverse LNG faciliteiten, acht de directeur DTe dit risico niet groot. Voor een nadere beoordeling van de effecten van de BBL op de Britse gasmarkt, verwijst de directeur DTe naar de beoordeling van OFGEM; BBL heeft een open season georganiseerd, hetgeen een vorm van derden-toegang is. Het organiseren van een open season rechtvaardigt een minder strenge beoordeling van het onderhavige criterium dan in situaties waarin een dergelijke procedure niet is gehouden. In de onderliggende contracten is in verschillende artikelen bepaald dat {VERTROUWELIJK]. Er is derhalve een reëel risico dat regulering van een deel van de capaciteit na 10 jaar ook impact zal hebben op de onderliggende contracten met de looptijd van 15 jaar. Deze impact heeft ook gevolgen voor de oorspronkelijke financiële analyses. 50. Op grond van het voorgaande is de directeur DTe van oordeel dat een ontheffing voor de volledige capaciteit gedurende de totale duur van de initiële contracten (tot 1 december 2022) gerechtvaardigd is. Contractuele tegenstroom 51. In de eerste comfortbrief heeft de Europese Commissie eveneens aangegeven dat de ontheffing alleen betrekking kan hebben op de capaciteit richting het Verenigd Koninklijk. De zogenaamde contractuele tegenstroom zou niet voor ontheffing in aanmerking komen omdat de inkomsten uit deze dienst niet noodzakelijk zijn gebleken om de investeringsbeslissing te doen plaatsvinden. Ook hier is de directeur DTe echter van mening dat de onder randnummer 49 genoemde overwegingen rechtvaardigen dat de ontheffing eveneens betrekking heeft op de contractuele tegenstroom. Daarnaast wordt op de volgende aanvullende overwegingen gewezen: Er zijn praktische problemen verbonden aan het reguleren van een contractuele tegenstroom die alleen kan worden aangeboden op basis van een niet gereguleerde fysieke stroom; en Op grond van de onderliggende contracten heeft GTS het recht {VERTROUWELIJK] Als gevolg hiervan is er een minder grote noodzaak voor regulering (zie ook randnummer 28 en verder). 52. De directeur DTe is van mening dat de BBL Company voldoet aan het tweede ontheffingscriterium en dat een ontheffing voor de volledige capaciteit, inclusief de contractuele tegenstroom, voor totale duur van de initiële contracten gerechtvaardigd is. 14

15 4 De infrastructuur is eigendom van een natuurlijk of rechtspersoon die op zijn minst qua rechtsvorm gescheiden is van de systeembeheerders in wier systemen die infrastructuur wordt gebouwd. 53. De directeur DTe heeft geadviseerd dat aan dit criterium van de ontheffing voldaan wordt indien de onafhankelijkheidsaudit van de BBL Company een positief resultaat geeft. 54. Na het comfortadvies heeft de directeur DTe onder andere de beschikking gekregen over de volgende relevante informatie: Ontheffingsaanvraag BBL Company; Een afschrift 20 van koopakte van de grond in Anne Palowna (hierna: koopakte). 55. Op grond van het derde criterium dient het eigendom van de BBL in een rechtspersoon te worden ondergebracht die juridisch gescheiden is van GTS en Transco.Omdat de BBL Company een samenwerkingsverband is tussen (dochterbedrijven van) Gasunie, Ruhrgas en Fluxys, hoeft alleen naar de relatie met het GTS netwerk te worden gekeken. In de aanvraag heeft de BBL Company toegelicht dat de belangen van Gasunie in de BBL Company zijn ondergebracht in de Gasunie BBL B.V.. Deze B.V. is gescheiden van GTS die juridisch beheerder is van het GTS-net. Omdat de BBL nog niet is aangelegd, is het op dit moment onmogelijk om te concluderen dat het eigendom van de BBL ook is ondergebracht bij de BBL Company. Wel blijkt uit de koopakte van een stuk grond waarin de BBL zal worden gelegd dat dit de bedoeling is. 56. De directeur DTe is van mening dat de BBL Company voldoet aan het derde ontheffingscriterium indien aan de ontheffing de volgende voorwaarde wordt gesteld: Op het moment dat de BBL daadwerkelijk is aangelegd, dient de BBL Company aan te tonen dat zij eigenaar is van de volledige infrastructuur waarvoor ontheffing is verleend. De BBL bestaat uit de elementen zoals beschreven in 2.22 van de ontheffingsaanvraag 21 : vanaf de compressiefaciliteit in Noord Holland tot en met de onshore pijp naar de gas terminal in het VK. 20 Kenmerk / De BBL start bij het compressiestation te Anna Paulowna polder eindigt te Bacton, waar de BBL wordt aangesloten op het Transco-net. 15

16 5 Er worden tarieven in rekening gebracht bij de gebruikers van die infrastructuur 57. In het comfortadvies heeft de directeur DTe aangegeven dat de BBL Company voldoet aan dit vierde ontheffingscriterium. 58. Na het comfortadvies heeft de directeur DTe onder andere de beschikking gekregen over de volgende relevante informatie: Ontheffingsaanvraag BBL Company; en Een kopie van de initiële contracten. 59. De BBL Company heeft aangegeven dat zij de gebruikers van de infrastructuur de geboekte capaciteit in rekening zal brengen. Het tarief dat in rekening wordt gebracht is afhankelijk van de duur van het betreffende contract. Het tarief op basis van een 10-jarig contract is EUR {VERTROUWELIJK] m 3 per uur jaar en op basis van een 15 jarig contract EUR {VERTROUWELIJK] m 3 per uur jaar. Ook voor afschakelbare contracten en de afschakelbare contractuele tegenstroom zullen tarieven in rekening worden gebracht De directeur DTe is van mening dat de BBL Company voldoet aan het vierde ontheffingscriterium. 22 {VERTROUWELIJK} 16

17 6 De ontheffing gaat niet ten koste van de mededinging of de efficiënte werking van de interne gasmarkt, en is niet nadelig voor de efficiënte werking van het gereguleerde systeem waaraan die infrastructuur aan is gekoppeld 61. In het comfortadvies heeft de directeur DTe aangegeven van mening te zijn dat de BBL gelet op de stroomrichting richting het VK geen negatief effect heeft op de operationele werking van het GTS-net. Indien echter investeringen worden gepleegd om het gas ook richting Nederland te laten stromen acht de directeur DTe overleg met de Britse autoriteiten en BBL Company noodzakelijk. 62. De directeur DTe heeft ten aanzien van dit criterium geen nieuwe informatie. Indien de BBL op een later tijdstip investeringen pleegt om ook een fysieke stoom richting Nederland mogelijk te maken, kan dit naar het oordeel van de directeur DTe worden aangemerkt als een aanmerkelijke uitbreiding van de capaciteit zoals bedoeld in lid 2 van artikel 18h van de Gaswet. De vraag of deze investeringen ook voor ontheffing in aanmerking komt, zal derhalve onder een nieuwe ontheffingsaanvraag moeten worden beoordeeld. 63. De directeur DTe is van mening dat de BBL Company voldoet aan het vijfde ontheffingscriterium. 17

18 7 Advies en voorwaarden bij ontheffing (artikel 18h) 64. Op grond van artikel 18h van de Gaswet is ontheffing mogelijk van de regels inzake derden-toegang voor grote nieuwe infrastructuur, zoals interconnectoren tussen lidstaten, en LNG- en opslaginstallaties. Op 10 december 2004 heeft de BBL Company officieel ontheffing gevraagd voor de volledige capaciteit van de BBL gebaseerd op de duur van de initiële contracten. 65. De directeur DTe adviseert om de BBL Company volledige ontheffing te verlenen voor 16 jaar 23 onder de volgende voorwaarden: De BBL Company/GTS dient de Minister en/of de directeur tussentijds te informeren indien wordt afgeweken van het voorgenomen investeringsplan zoals aangegeven in de brief van 3 november 2004; De BBL Company dient het UIOLI regime te evalueren en indien blijkt dat het bestaande systeem onvoldoende werkt, dient dit systeem in overleg met de nationale toezichtouders aan te passen; Op het moment dat de BBL daadwerkelijk is aangelegd, dient de BBL Company aan te tonen dat zij eigenaar is van de volledige infrastructuur waarvoor ontheffing is verleend. 66. Na de afloop van de ontheffing zal een RTPA-regime van toepassing zijn op de BBL. 67. Tot slot merkt de directeur DTe op dat de investeringen in het GTS-systeem in beginsel ten laste dienen te komen van de BBL-gebruiker. Indien GTS kan aantonen dat gepleegde investeringen ook gedeeltelijk ten bate komen van de Nederlandse afnemers, kan een evenredig deel van de kosten worden verhaald door middel van de overige entry en exittarieven in Nederland. De effecten hiervan voor de tariefregulering van GTS vanaf het jaar 2006 en verder zullen in dat kader verder worden uitgewerkt. 23 De duur van de ontheffing is gebaseerd op totale duur van de initiële contracten; tot 1 december

19 Bijlage: Comfortadvies DTe, 25 november

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2013 C(2013) 1526 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 11.3.2013 overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 715/2009 en artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2009/73/EG

Nadere informatie

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE Den Haag, Uw kenmerk: Ons kenmerk: ACM/DE/2017/205229 Contactpersoon: [vertouwelijk] Onderwerp: 17.0309.01 Advies

Nadere informatie

Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie

Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie Afdeling Network Configuration Rapport Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijke context BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 82, eerste lid, jo. artikel 82, vierde lid, van de Gaswet. Nummer

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 19 van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 103628/32 Betreft zaak: geschil Nuon Power Generation B.V. vs. Gas Transport Services B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Inleiding. Status van het besluit. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100595/12 Betreft: Besluit tot (voorlopige) vaststelling van de gereguleerde vastrechtcomponent van de transporttarieven gas voor het jaar 2002 zoals

Nadere informatie

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de f-factor als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van Verordening (EU) 2017/459

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de f-factor als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van Verordening (EU) 2017/459 Besluit Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling van de f-factor als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van Verordening (EU) 2017/459 Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/499025 : ACM/17/031359

Nadere informatie

(PRD)656G/37 8 oktober te weten

(PRD)656G/37 8 oktober te weten (PRD)656G/37 8 oktober 2018 te weten Ontwerpbeslissing (B)656G/37 over de kortingen, multiplicatoren en seizoensfactoren van toepassing op de aardgasvervoersnettarieven van Fluxys Belgium NV voor de periode

Nadere informatie

CONCEPTBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Gaswet.

CONCEPTBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit CONCEPTBESLUIT Nummer 103883_2/58 Betreft zaak: Certificering BBL Company V.O.F. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld

Nadere informatie

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader Ons kenmerk: ACM/DE/2013/206524 Zaaknummer: 13.0550.52 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid, van de Gaswet inhoudende de vaststelling van de voorwaarden als

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976

Pagina. Besluit. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DJZ/2014/206976 Ons kenmerk: Zaaknummer: 14.0759.12 ACM/DJZ/2014/206976 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Gaswet inhoudende de beslissing op de geschilaanvraag

Nadere informatie

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Pagina 1/9. Besluit. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader Ons kenmerk: ACM/DE/2013/205565 Zaaknummer: 13.0483.52 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12f, eerste lid van de Gaswet inhoudende de tariefstructuren als bedoeld in artikel 12a

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 81c, eerste lid van de Gaswet. Nummer 102365_2/8 Betreft zaak:

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_5-8 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BINDEND ADVIES. van de Geschillencommissie Energie

BINDEND ADVIES. van de Geschillencommissie Energie BINDEND ADVIES van de Geschillencommissie Energie in het geschil tussen: [naam van de consument], wonende te [woonplaats] (verder te noemen: de consument) en [naam van de netbeheerder], gevestigd te [vestigingsplaats]

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van 8.10.2012

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van 8.10.2012 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.10.2012 C(2012) 7142 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 8.10.2012 overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 714/2009 en artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2009/72/EG

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: Tuinbouwcombinatie

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: D.E.S. Heijmans Malden

Nadere informatie

(potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS

(potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS (potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS Seminar HyLaw/NEN, Ministerie I&W 9 november 2018 René van der Haar - GTS #2 Algemeen GTS is de landelijk netbeheerder gas

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na artikel worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na artikel worden twee artikelen ingevoegd, luidende: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9421 17 februari 2017 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 16 februari 2017, kenmerk ACM/DE/2017/200909, tot

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101759_10-6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context

1 Inleiding Leeswijzer Wettelijke basis van dit besluit Context van dit besluit Inhoudelijke context 1 Inleiding... 3 2 Leeswijzer... 3 3 Wettelijke basis van dit besluit... 3 4 Context van dit besluit...4 4.1 Inhoudelijke context...4 4.2 Wettelijke context...6 5 Procedure... 8 6 Beoordeling voorstel...9

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

GEWONE ALGEMENE VERGADERING FLUXYS 11 mei Gewone algemene vergadering Fluxys

GEWONE ALGEMENE VERGADERING FLUXYS 11 mei Gewone algemene vergadering Fluxys GEWONE ALGEMENE VERGADERING FLUXYS 11 mei 2004 2004091 - Gewone algemene vergadering Fluxys 11.05.04-1 FIRST MOVER: : FLUXYS EFFENT DE WEG VOOR DE VRIJE AARDGASMARKT Walter Peeraer Gedelegeerd bestuurder

Nadere informatie

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT

BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT Nederlandse Mededingingsautoriteit BIJLAGE B BIJ X-FACTORBESLUIT Nummer: 101847-69 Betreft: Bijlage B bij het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering ingevolge

Nadere informatie

Besluit. Besluit op projectvoorstel incrementele capaciteit

Besluit. Besluit op projectvoorstel incrementele capaciteit Besluit Besluit op projectvoorstel incrementele capaciteit Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/507434 : ACM/17/031359 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot goedkeuring van de informatie als bedoeld

Nadere informatie

Pagina 1/7. Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus LP S-GRAVENHAGE. Den Haag, 18 september 2013

Pagina 1/7. Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus LP S-GRAVENHAGE. Den Haag, 18 september 2013 Netbeheer Nederland T.a.v. de heer L. Knegt Postbus 90608 2509 LP S-GRAVENHAGE Den Haag, 18 september 2013 Aantal bijlage(n): 1 Uw kenmerk: BR-13-861 Ons kenmerk: 104417/9 Contactpersoon: R. de Rooij raymond.de.rooij@acm.nl

Nadere informatie

BESLUIT CERTIFICERING BBL COMPANY V.O.F.

BESLUIT CERTIFICERING BBL COMPANY V.O.F. Ons kenmerk: 103883_2/71 Zaaknummer: 103883_2 BESLUIT CERTIFICERING BBL COMPANY V.O.F. Pagina 1/22 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Gaswet. T 070

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Deze voorspelde gecontracteerde capaciteit is gelijk aan het volume van het meest recente jaar waarover gegevens beschikbaar zijn.

Deze voorspelde gecontracteerde capaciteit is gelijk aan het volume van het meest recente jaar waarover gegevens beschikbaar zijn. Besluit Kenmerk Zaaknummer Datum : ACM/UIT/359168 : ACM/17/022719 : [datum] Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van [datum], kenmerk [kenmerk] tot wijziging van de tariefstructuren als bedoeld

Nadere informatie

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Inleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Advies van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 20e, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998. Zaaknummer: 104152/15

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_8-7 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie. Inleiding en verloop procedure Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100792/ 47 Betreft: Besluit tot wijziging van het besluit van 18 juli 2001 kenmerk 100247/37, waarbij de tarieven zijn vastgesteld die Westland Energie

Nadere informatie

Datum : 17 juni 2010 Uw kenmerk : zaaknummer Onderwerp : Consultatie inzake herinrichting van de tarieven van het landelijk gastransport

Datum : 17 juni 2010 Uw kenmerk : zaaknummer Onderwerp : Consultatie inzake herinrichting van de tarieven van het landelijk gastransport Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit T.a.v. R.J. Spencer Postbus 16326 2500 BH Den Haag Datum : 17 juni 2010 Uw kenmerk : zaaknummer 103378 Onderwerp : Consultatie inzake herinrichting

Nadere informatie

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht Nummer: 100748 Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager:

Nadere informatie

Beschikking op ontheffingsverzoek

Beschikking op ontheffingsverzoek Beschikking op ontheffingsverzoek Kenmerk: 15637\2009000994 Betreft: ontheffingsverzoek Europese quota Film 1, Film 1.2 en Film 1.3 alsmede Film 1 Action Beschikking van het Commissariaat voor de Media

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 335 Besluit van 12 juli 2012, houdende regels ten uitvoering van de implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit

Nadere informatie

Markt. Consument. Den Haag, 19 APR Kansen & keuzes voor bedrijven en consumenten ACM1U1T

Markt. Consument. Den Haag, 19 APR Kansen & keuzes voor bedrijven en consumenten ACM1U1T Consument Markt De Minister van Economische Zaken en Klimaat ir. Eric D. Wiebes MBA Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC s-gravenhage Den Haag, 19 APR 2018 Aantal bijlagen : 1 Uw kenmerk : DGETM-EO/18057728 Ons

Nadere informatie

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder Besluit Geschilbesluit Crown Van Gelder Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/493003 : ACM/17/024896 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102467_2-3 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van de Gaswet

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_9-9 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Pagina 1/12 BESLUIT. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DE/2013/104259/ /Albemarle Catalysts Company B.V.

Pagina 1/12 BESLUIT. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DE/2013/104259/ /Albemarle Catalysts Company B.V. Ons kenmerk: Zaaknummer: ACM/DE/2013/104259/22 104259/Albemarle Catalysts Company B.V. BESLUIT Pagina 1/12 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van 1.7.2013

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van 1.7.2013 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.7.2013 C(2013) 4206 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 1.7.2013 overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 714/2009 en artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2009/72/EG

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.11.2017 COM(2017) 660 final 2017/0294 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2009/73/EG betreffende gemeenschappelijke

Nadere informatie

ACM geeft met dit document inzicht in hoe in Nederland wordt geborgd dat projecten van gemeenschappelijk belang tijdig worden uitgevoerd.

ACM geeft met dit document inzicht in hoe in Nederland wordt geborgd dat projecten van gemeenschappelijk belang tijdig worden uitgevoerd. Beoordeling Projecten van gemeenschappelijk belang ACM geeft met dit document inzicht in hoe in Nederland wordt geborgd dat projecten van gemeenschappelijk belang tijdig worden uitgevoerd. Achtergrond

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na artikel wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na artikel wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, luidende: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17371 24 maart 2017 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 23 maart 2017, kenmerk ACM/DE/2017/201735 tot wijziging

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 6 van Verordening 1775/2005.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 6 van Verordening 1775/2005. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 6 van Verordening 1775/2005. Datum: 25 februari 2009 Nummer 102806

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding. 2 Wettelijk kader BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: Betreft zaak: 102141_9/3 Besluit tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor de periode

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101689-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

BESLISSING (B) CDC-1136

BESLISSING (B) CDC-1136 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: Leemberg Houdster

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_5-12 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op artikel 12 van de Gaswet; Besluit: Artikel I

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op artikel 12 van de Gaswet; Besluit: Artikel I Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van.., nr. WJZ., tot wijziging van de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Nadere informatie

Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart)

Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart) Nota naar aanleiding van het verslag Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart) Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 4.11.2015 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Tsjechische senaat over het

Nadere informatie

Pagina 1/7 BESLISSING. Beslissing Openbaar. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer:

Pagina 1/7 BESLISSING. Beslissing Openbaar. Ons kenmerk: ACM/DE/2015/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2015/204643 Zaaknummer: 14.0687.33 BESLISSING Beslissing van de Autoriteit Consument en Markt tot wijziging van de motivering van het besluit van 26 september 2013, met kenmerk ACM/DE/2013/204361

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_9-5 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid van

Nadere informatie

I. Aanvraag en procedure

I. Aanvraag en procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102570_2/3 Betreft zaak: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) 15528/02 ADD 1 ENER 315 CODEC 1640 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_12-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS) OIVIGEVINGSVERGUNNING verleend aan Gasunie Transport Services (GTS) ten behoeve van de activiteit milieuneutraal veranderen "aanpassingen aan het brandstofgassysteem" (Locatie: Vierhuizerweg 1 te Eemshaven)

Nadere informatie

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706

Besluit. Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee. Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/ ACM/17/022706 Besluit Kenmerk Zaaknummer ACM/UIT/346633 ACM/17/022706 Inkomstenbesluit TenneT 2018 Net op zee Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 42e, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen.

Op basis van het rapport van Niemann van 25 november 2016 en in de lijn met deze vraagstelling zijn wij tot de volgende overwegingen gekomen. MEMO ONDERWERP Advies Gasunie Transport Services (GTS) 1 GTS is ten aanzien van kleinverbruikers gebonden aan regelgeving omtrent de leveringszekerheid van gas. Dergelijke regelgeving bestaat echter niet

Nadere informatie

Pagina 1/5. Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. het College van B en W Postbus 12345 2500 GZ S-HERTOGENBOSCH. Den Haag,

Pagina 1/5. Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. het College van B en W Postbus 12345 2500 GZ S-HERTOGENBOSCH. Den Haag, Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. het College van B en W Postbus 12345 2500 GZ S-HERTOGENBOSCH Den Haag, Aantal bijlage(n): Uw kenmerk: Ons kenmerk: 7592_ Contactpersoon: R.M. Timmerman / ronald.timmerman@acm.nl

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 084 Wijziging van enige wetten en het treffen van voorzieningen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese

Nadere informatie

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt:

Namens onze cliënt Media Park Enterprise B.V. (hierna MPE), berichten wij u als volgt: Autoriteit Consument en Markt Directie Energie Postbus 16326 2500 BH Den Haag Almere, 25 februari 2014 Betreft : Zienswijze Media Park Enterprise B.V. m.b.t. Ontwerpbesluit Ontheffingaanvraag elektriciteitsnet

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102612_16 / 8 Betreft zaak: Besluit tot wijziging van het besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de

Nadere informatie

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure

BESLUIT. I. Aanvraag en procedure ENERGIEKAMER NMA BESLUIT Nummer: Betreft: 102560_2 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid van de Gaswet aan Gazprom

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 9.11.2007 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

BESLISSING (B) CDC-1235

BESLISSING (B) CDC-1235 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. 02/289.76.11 Fax 02/289.76.99 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER

BESLUIT. Directie Toezicht Energie INLEIDING EN PROCEDURE WETTELIJK KADER Directie Toezicht Energie BESLUIT Nummer: 102004-4 Betreft: Besluit tot verlening van ontheffing aan avitwente B.V. te Hengelo van de plicht een netbeheerder aan te wijzen ex artikel 15, tweede lid, van

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101758_10-11 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 779 Wijziging van de Wet kabelbaaninstallaties in verband met Verordening (EU) nr. 2016/424 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart

Nadere informatie

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders Samenvatting Als gevolg van de transportschaarste in delen van het elektriciteitsnetwerk bestaat er veel onduidelijkheid

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

4. Tegen het afwijzende besluit van 25 juli 2018 hebben LOBCM c.s. op 31 augustus 2018 proforma bezwaar gemaakt.

4. Tegen het afwijzende besluit van 25 juli 2018 hebben LOBCM c.s. op 31 augustus 2018 proforma bezwaar gemaakt. Openbaar Besluit Besluit op bezwaar als bedoeld in artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht tegen afwijzing handhavingsverzoek Wet Markt en Overheid inzake beschermingsbewind Groningen Ons kenmerk

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nummer 200043 / 5.B603 Betreft

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

Regulering & toezicht van infrastructuur op de Nederlandse energiemarkt

Regulering & toezicht van infrastructuur op de Nederlandse energiemarkt Regulering & toezicht van infrastructuur op de Nederlandse energiemarkt Mira Huussen Directie Toezicht energie Delft, 22 mei 2008 DTe houdt toezicht op de Nederlandse energiemarkt Missie en doelstelling:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 372 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003

Nadere informatie

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Nederland Bonaire, 26 augustus 2013 Betreft: internetconsultatie Wet elektriciteit en drinkwater BES Status: openbaar Geachte heer,

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998. Nummer 103176_2/5 Betreft

Nadere informatie

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd: Directie Financiële Markten Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 15 augustus 2007 FM 2007-01901 M Onderwerp Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft De Minister van Financiën, Gelet

Nadere informatie

Besluit. Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit. Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/202824 Zaaknummer: E04203048 Datum: 19 augustus 2004 Besluit van het college van de Onafhankelijke

Nadere informatie

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt: Besluit tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de vergoeding voor de voortijdige aanpassing van de debetrentevoet bij hypothecaire kredieten Op de voordracht

Nadere informatie

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument & Markt Ons kenmerk: ACM/DC/2016/200282 Zaaknummer: 15.0833.53 Datum: 11 januari 2016 tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid, van

Nadere informatie

Omschrijving. Relevant voor. Op welke wijze en waar wordt dit in MB geregeld (gedachtelijn)

Omschrijving. Relevant voor. Op welke wijze en waar wordt dit in MB geregeld (gedachtelijn) Toelichting overzicht. Dit overzicht is bedoeld om met de KBG te delen welke onderwerpen wij hebben geïnventariseerd uit STROOM die van belang zijn voor de nieuwe ronde methodebesluiten. Eerder is een

Nadere informatie

Besluit. Wijzigingsverzoek ontheffing Windnet Oost-Flevoland

Besluit. Wijzigingsverzoek ontheffing Windnet Oost-Flevoland Besluit Wijzigingsverzoek ontheffing Windnet Oost-Flevoland Ons kenmerk : ACM/UIT/495994 Zaaknummer : ACM/17/022715 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 15 van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 Rapport Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Koninklijke Marechaussee op 20 april 2005 aan zijn moeder een noodpaspoort heeft verleend, afgaande op informatie

Nadere informatie

Pagina 1/46. Besluit openbare versie. 1 Inleiding ACM/DE/2014/207084

Pagina 1/46. Besluit openbare versie. 1 Inleiding ACM/DE/2014/207084 Ons kenmerk: Zaaknummer: 14.0682.52 ACM/DE/2014/207084 Besluit tot vaststelling van de tarieven ter uitvoering van de transporttaak, de aansluittaak, de bestaande aansluitingtaak, de taak balancering en

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2017 COM(2017) 164 final 2017/0075 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de bilaterale overeenkomst tussen de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 591 Wijziging van de Wet luchtvaart en enkele andere wetten (Verzamelwet luchtvaart) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie