Forieën en AC/A relatie: theorie en praktijk
|
|
- Adriana van de Brink
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Forieën en AC/A relatie: theorie en praktijk Marten Fortuin, Amy Rijkers, Jannemiek Sonneveld Key words Heterophoria, accommodation, convergence, asthenopia, AC/A ratio, Donders diagram. Asthenopie: Term om cluster van niet-pathologische visuele klachten te beschrijven. Asthenopie is een zogenaamd 'container'begrip. Er zijn namelijk veel oorzaken voor het ontstaan van asthenope klachten, bijvoorbeeld: langdurig nabijwerk bij een lage accommodatieamplitude of ongecorrigeerde hypermetropie (accommodatieve asthenopie), aniseiconie (aniseiconische a.), astigmatisme (astigmatische a.), slecht gecompenseerde forie (heteroforische a.) mogelijk door verminderde algemene gezondheid of medicijngebruik, hysterie (nerveuze a.) etc. Voorbeelden van asthenopie zijn: wazig en vermoeid zien, onscherp zien, moeite met instellen van de ogen, orbitale/ frontale/occipitale hoofdpijn gerelateerd aan visuele inspanning, visuele vermoeidheid, etc. Engelstalige synoniemen zijn 'eyestrain' en 'near point stress' (deze laatste term wordt alleen gebruikt bij optreden van klachten bij nabij werk). Inleiding Oogstandafwijkingen kunnen onderverdeeld worden in manifeste en latente afwijkingen. Manifeste oogstandafwijkingen worden tropieën en latente oogstandafwijkingen forieën genoemd. Zowel tropieën als forieën worden beschreven aan de hand van de stand van de visuele assen. Bij tropieën wordt met de covertest gekeken naar de instelbeweging van het niet fixerende oog. Bij forieën wordt met de alternerende covertest gekeken naar de herstelbeweging van het afgedekte oog. Met de alternerende covertest wordt de fusie tussen beide ogen verbroken. De ogen nemen hun zogenaamde latente stand aan. Deze dissociatie resulteert in ortho-, exo-, eso- en/of hyperdeviaties. Het is voor de optometrist niet voldoende de richting en de grootte van een forie vast te stellen. Het is ook van belang de mate van compensatie vast te stellen, omdat onvoldoende fusie vaak asthenope klachten geeft (zie kader). Indien er neiging tot suppressie aanwezig is, zijn er meestal geen klachten. Een gedecompenseerde forie is een forie die niet voldoende gecompenseerd wordt door de fusie. De gevolgen zijn asthenope klachten (stress door de extra oculaire en musculaire inspanning) of intermitterende diplopie en/of wazig zien bij een forie die overgaat in een tropie. Het is nuttig zich te realiseren dat de grootte van de forie niet zoveel zegt. Een grote forie kan voldoende door de fusie gecompenseerd zijn en zal dan geen asthenope klachten veroorzaken. Een kleine, door de fusie slecht gecompenseerde, forie kan daarentegen wel klachten geven. De classificatie van forieën en het verband met de AC/A relatie staan in dit artikel centraal. Accommodatie en convergentie bij orthoforie Voor het fixeren op leesafstand is een bepaalde hoeveelheid convergentie vereist. Een gedeelte van deze convergentie wordt geleverd met de voor nabij noodzakelijke accommodatie. Dit deel wordt accommodatieve convergentie (AC) genoemd. Bij iemand die orthofoor is, komt de AC precies overeen met de convergentie-eis voor nabij (C). Deze convergentie-eis kan klinisch betrouwbaar genoeg bepaald worden door de accommodatie te vermenigvuldigen met de pupildistantie. De vereenvoudigde formule luidt: Convergentie = Accommodatie x Pupil Distantie C (in prisma dioptrieën) = A (in dioptrieën) x PD (in centimeters). Grafisch kan de fixatie op verschillende afstanden weergegeven worden door middel van de grafische analyse in Dondersdiagram. De accommodatie wordt uitgezet op de Y-as en de convergentie en divergentie op de X-as. De orthoforielijn (of Donderslijn) is een grafische weergave van de vereiste (con)vergentie als functie van de accommodatie op elke afstand. Deze lijn gaat voor veraf door het nulpunt (er hoeft immers niet geconvergeerd te worden). Bij het uitzetten van de orthoforielijn wordt standaard de foropterkaart op 40 centimeter gehangen (2.5dpt accommodatie vereist). In de voorbeelden wordt steeds uitgegaan van een pupildistantie van 6cm (PD 60mm). De vereiste convergentie van de ogen bedraagt ongeveer 15prdpt (namelijk: A 2.5dpt x PD 6cm = Conv. 15prdpt). In figuren 1, 2 en 3 wordt een voorbeeld gegeven bij orthoforie, voor afstand en nabij, met bijbehorende illustraties. Fry werkte in 1943 een methode uit waarbij een aantal fundamentele binoculair zien parameters wordt verwerkt die eenvoudig met de foropter gemeten 3/
2 Figuur 1. Op 40cm (2,5dpt accommodatie vereist) moet een orthofore persoon, voor afstand en nabij, met een PD van 6 cm ongeveer 15prdpt convergeren. De convergentiebeweging van de ogen is van veraf naar 40cm: A 2.5dpt x PD 6cm = Convergentie 15prdpt. Op een afstand van 20cm moet er ongeveer 30 prismadioptrieën met de ogen naar binnen gedraaid worden (A 5dpt x PD 6cm = Convergentie 30prdpt). Deze klinische vuistregel is in de praktijk goed bruikbaar. Theoretisch is deze berekening voor zeer korte werkafstanden, zoals op 20cm, onjuist. De oorzaak is dat de accommodatie formeel van het brillenvlak wordt gemeten en de convergentie vanaf het oogdraaipunt. Dit is de oorzaak dat de Donderslijn in werkelijkheid iets afbuigt voor zeer nabij. Figuur 3. Grafische weergave bij orthoforie voor veraf en nabij in het diagram volgens Donders. Bij 2,5dpt accommodatie (A) moeten de ogen 15prdpt convergeren (C) wat overeenstemt met de accommodatieve convergentie (AC). Donderslijn is de lijn die weergeeft wat de vereiste convergentie is bij een bepaalde mate van accommodatie. Donderslijn wordt ook wel de orthoforie lijn genoemd. parameters) en daarom wordt deze grafiek ook wel Donders diagram genoemd. Het maken van een Donders diagram, de grafische weergave is in de praktijk te tijdrovend en geeft slechts een statische weergave van één moment weer. Voordeel is dat binoculaire problematiek visueel inzichtelijker wordt gemaakt. Figuur 2. Bovenaanzicht van de ogen en de visuele assen. Bij kijken van veraf naar nabij draaien de ogen naar binnen. De vereiste convergentiebeweging (c) op 40cm komt bij een orthofore persoon, voor veraf en nabij, precies overeen met de accommodatieve convergentie (AC) van 15prdpt. kunnen worden. De verkregen gegevens zoals horizontale deviatie, fusiebreedte, accommodatie en convergentie worden door middel van een grafiek weergegeven. Een doel van Fry was om door middel van deze grafische weergave het gebied van comfortabel enkel zien te bepalen en binoculaire analyse inzichtelijker te maken. De uit Utrecht afkomstige professor Donders onderkende al aan het eind van de 18de eeuw de link tussen accommodatieve vergentie en oogstand (in overeenstemming met de meeste door Fry uitgekozen Accommodatie en convergentie bij heteroforie Bij een patiënt met een exoforie schiet de normale accommodatieve convergentie tekort. De voor binoculair zien vereiste convergentie moet door de fusie opgebracht worden. Dit wordt fusionele convergentie (FC) genoemd. Bij een exoforie moet een positieve naar convergent gerichte fusiebeweging gemaakt worden. Dit wordt positieve fusionele convergentie (PFC) genoemd. Figuur 4 beschrijft een voorbeeld van positieve fusionele convergentie. In figuur 5 wordt aangegeven wat er gebeurt met de positie esoforieën en exoforieën ten opzichte van de Donders lijn. In het Donders diagram worden exoforieën divergent uitgezet ten opzichte van Donderslijn (de ruststand van de ogen is bij een exo naar buiten gericht en wordt gemeten met prisma s basis nasaal of base in ). Esoforieën staan ten opzichte van Donderslijn of orthoforielijn aan de rechter kant (de ruststand van de ogen is bij een eso naar binnen of convergent. De grootte van de eso deviatie wordt met prisma s basis temporaal of base out gemeten). 63 3/2005
3 Figuur 4. Bovenaanzicht ogen in ruststand. In de figuur is de fusie verbroken (Cover Test) en wordt een exoforie van 5prdpt gemeten. De Accommodatieve Convergentie (AC) van 10prdpt schiet bij een exoforie tekort. Bij fixatie op 40cm is 5prdpt Positieve Fusionele Convergentie (PFC) nodig om binoculair enkel zien te bereiken. De vereiste convergentiebeweging (C) op 40cm bedraagt immers 15prdpt. Dan is er nog net sprake van een exoforie zonder enige fusiereserve. Indien de PFC op een gegeven moment minder dan 5prdpt zou worden (bijvoorbeeld door vermoeidheid) gaat de patiënt dubbel zien (intermitterende exotropie). tussen de werkelijk opgebrachte hoeveelheid convergentie gerelateerd aan de opgebrachte accommodatie bij overschakelen van veraf naar nabij. Een normale AC/A forie relatie waarde bedraagt ~5 prdpt/dpt. Deze normaalwaarde is dus iets lager dan de gemiddelde PD. Dat komt omdat de meeste mensen niet op alle afstanden exact orthofoor zijn, maar meestal orthofoor zijn voor veraf en een kleine exoforie voor nabij vertonen. Bij een norm AC/A forie relatie van 5prdpt/dpt en een PD van 6cm verwacht men orthoforie voor veraf en een exoforie van 2.5prdpt op 40cm. FORMULE AC/A FORIE= PD + Fn - Fa A Fn = Forie nabij (prdpt) Fa = Forie afstand (prdpt) ESO: (+) een esoforie krijgt een plus teken in de formule EXO: (-) een exoforie krijgt een min teken in de formule A = Accommodatie (dpt) PD = Pupil Distantie (cm) Berekening van onderstaand voorbeeld met 5prdpt exoforie nabij (Fn= -5), orthoforie voor veraf (Fa= 0) en pupildistantie van 6cm (PD=6), werkafstand nabij 40cm (2.5dpt): AC/A forie = = 4prdpt/dpt 2.5 Figuur 5. Donderslijn, of de orthoforie lijn, komt overeen met de gewenste mate van convergentie op alle afstanden (bijv. ortho bij kijken op 40cm en op 20cm waar respectievelijk 2.5dpt en 5dpt accommodatie vereist is). In de praktijk wordt de oogstand slechts gemeten op 6m en op 40cm. AC/A relatie De AC/A relatie (ook wel AC/A ratio genoemd) is de verhouding tussen de accommodatieve convergentie (AC in prdpt) en de accommodatie (A in dpt). De AC/A relatie kan op verschillende manieren bepaald worden: volgens de heteroforie methode en de gradiënt methode. AC/A relatie volgens de heteroforie methode (ofwel forie methode) Indien de forie voor veraf en voor nabij bekend en de pupil distantie (PD) gemeten is, kan de AC/A relatie bepaald worden. De AC/A relatie is de verhouding Een niet afwijkende AC/A forie relatie van 4prdpt/dpt (PD van 6cm, zie tabel en figuren 6, 7 en 8) in combinatie met een exoforie van 5prdpt voor nabij is heel gebruikelijk bij iemand met een leeftijd van een jaar of 40. De AC/A relatie bedraagt: 10prdpt exo / 2 1 / 2 dpt accommodatie = 4prdpt /1dpt = 4 prdpt/dpt In de praktijk wordt er door orthoptisten voor de AC/A heteroforie ratio vaak alleen het getal 4 genoteerd. De waarde onder de deelstreep wordt vaak weggelaten omdat die altijd omgerekend wordt naar 1dpt accommodatie. Het is voor optometristen inzichtelijker om de AC/A heteroforie relatie te noteren als 4prdpt/dpt. AC/A relatie volgens de gradiënt methode Bij de gradiënt methode wordt de AC/A relatie bepaald door met sferische glazen de accommodatie te veranderen op één bepaalde fixatie afstand. Eenvoudig gezegd is de AC/A gradiënt relatie de ver- 3/
4 FORMULE AC/A GRADIËNT= F1 - F2 'A' F1 = Forie gemeten op één afstand (bijvoorbeeld nabij, prdpt) F2 = Forie met sferische (onder of over) correctie op dezelfde afstand; bijvoorbeeld nabij met leestoeslag ESO: (+) een esoforie krijgt een plus teken in de formule EXO: (-) een exoforie krijgt een min teken in de formule 'A' = Accommodatie verschil: de waarde van de over of ondercorrectie (dpt) Figuur 6. In het kader en de figuren 7 en is er sprake van 5prdpt exoforie voor nabij. Er wordt 4prdpt met de visuele assen naar binnen gedraaid (geconvergeerd) per 1dpt verrichte accommodatie. Berekening van onderstaand voorbeeld met 6prdpt esoforie nabij (F1= 6) verandert van grootte bij kijken met leestoeslag ('A'=2) in 2prdpt esoforie (F2= 2): AC/A gradiënt = 6-2 = 2prdpt/dpt 2 Een AC/A gradiënt meting kan niet accuraat worden uitgezet in een Dondersdiagram. voor dichtbij gemeten. Daarna wordt een additie voor ODS van S+2dpt ingedraaid. De heteroforie meting vermindert van 6prdpt eso naar 2prdpt eso. De 2dpt Accommodatie ( A, leestoeslag) vermindering gaat dus gepaard met een afname van 4prdpt in Accommodatieve Convergentie (AC). De AC/A gradiënt relatie bedraagt hier 2prdpt/dpt. Figuur 7. In het Dondersdiagram is orthoforie voor veraf en 5prdpt exoforie voor 40cm uitgezet. Dit zijn de foriepunten. De AC/A gradiënt ratio ligt gemiddeld lager dan de AC/A forie ratio, omdat de proximale convergentie (de door het nabijheids gevoel geprikkelde convergentie) minder invloed heeft op deze meting. De AC/A gradiënt relatie bedraagt in de praktijk vaak maar de helft van AC/A forie ratio. In de literatuur wordt de gemiddelde AC/A gradiënt normaalwaarde vaak op 4prdpt/dpt gesteld. Figuur 8. De forielijn in het Dondersdiagram is uitgezet door de foriepunten te verbinden. De AC/A forie relatie komt overeen met de helling (AC/A) van de forielijn. De forielijn verloopt immers steiler dan Donderslijn omdat door de exoforie voor nabij de accommodatieve convergentie tekort (AC) schiet. houding tussen de werkelijk opgebrachte hoeveelheid convergentie gerelateerd aan de accommodatie verandering per dioptrie op één specifieke afstand. In de foropter wordt bijvoorbeeld 6prdpt eso-deviatie De AC/A gradiënt meting is nuttig om te meten. De invloed van een over- of ondercorrectie op de oogstand wordt hierdoor vastgesteld. Een hoge AC/A gradiënt relatie geeft aan dat een sferische over- of ondercorrectie veel invloed heeft op de oogstand. Een lage AC/A gradiënt relatie betekent juist weinig of minder invloed op de oogstand bij een sferische over- of ondercorrectie. Classificatie forieën volgens Duane en de AC/A-relatie Onderverdeling van forieën in een convergente of divergente richting (esoforie of exoforie) ligt voor de hand. Een (con)comitante forie, waarbij de deviatie in alle blikrichtingen gelijk is, kan verder ingedeeld worden op basis van de grootte van de forie op verschillende afstanden. De mate van de forie kan 65 3/2005
5 namelijk veranderen door een hoge of lage AC/A relatie. De in Nederland gebruikte Duane-White classificatie is gebaseerd op het eventueel aanwezige verschil in mate van heteroforie tussen veraf en nabij. Een patiënt kan op alle afstanden orthofoor zijn. Er kunnen echter veel variaties in oogstand voorkomen. De gebruikelijke indeling volgens Duane voor exoforieën: exoforie van het type convergentie-insufficiëntie: grotere exoforie voor nabij basis exoforie: de grootte van de exoforie voor veraf en nabij is vrijwel gelijk exoforie type divergentie-excess: exoforie groter veraf De indeling volgens Duane voor esoforieën: esoforie type convergentie-excess: esoforie voor nabij groter basis esoforie: esoforie voor veraf en nabij vrijwel gelijk esoforie type divergentie-insufficiëntie: esoforie voor veraf groter Deze indeling voor exoforieën en esoforieën kan direct aan de AC/A forie ratio gerelateerd worden. De AC/A forie relatie komt overeen met de helling (tangens) van de forielijn in het Dondersdiagram (zie figuren 9 t/m 14). exoforie van het type Convergentie- Insufficiëntie (exo type CI): lage AC/A De exo-deviatie voor nabij wordt veroorzaakt door onvoldoende Accommodatieve Convergentie. In het Dondersdiagram is dit goed af te lezen, omdat de forielijn aanmerkelijk steiler loopt dan Donderslijn (figuur 9). De diagnose convergentie-insufficiëntie (CI) wordt gehanteerd indien het nabijheidspunt van convergentie (NPC) beperkt is en als dat ook de voornaamste aandoening is. Een beperkte NPC gaat vaak samen met een grotere exoforie voor nabij, maar dat hoeft niet per se. De eerste behandel optie bij een exoforie type CI met klachten is convergentie (en fusie) oefeningen. basis exoforie: normale AC/A De grootte van de exoforie voor veraf en nabij is vrijwel gelijk. De forielijn en Donderslijn lopen vrijwel parallel. De forielijn is alleen verschoven naar links ten opzichte van de Donderslijn (figuur 10). exoforie type Divergentie-Excess (exo type DE): hoge AC/A De exoforie is groter veraf en er is sprake van een hoge AC die resulteert in een kleinere exoforie of zelfs orthoforie voor nabij. De helling van de forielijn verloopt bij een exoforie type DE relatief vlakker ten opzichte van Donderslijn (figuur 11). Bij jonge kinderen, met voldoende accommodatie amplitude, kan een negatieve overcorrectie aanleiding geven tot een afname van de exoforie voor veraf. esoforie type Convergentie-Excess (eso type CE): hoge AC/A De esoforie voor nabij neemt toe door een te hoge AC. De AC schiet door bij overschakelen van veraf naar nabij. Door een hoge AC/A forie ratio ontstaat een (grotere) esoforie voor nabij. De forielijn verloopt veel vlakker dan Donderslijn omdat er sprake is van excessieve accommodatie convergentie (AC) voor nabij (figuur 12) Deze esoforie voor nabij is te verminderen door een leestoeslag voor te schrijven. Met de AC/A gradiënt methode is de daadwerkelijke afname van de esoforie te bepalen. De forie dient dan gemeten te worden met leesadditie. basis esoforie: normale AC/A De esoforie voor veraf en nabij zijn vrijwel gelijk en de AC verandert de oogstand nauwelijks en loop vrijwel parallel met Donderslijn (figuur 13). De esoforie is mogelijk wel te verminderen door de hypermetropie maximaal uit te corrigeren. Immers hoe minder accommodatie, hoe minder convergentie vereist is (volgens Donders). esoforie type Divergentie-Insufficiëntie (eso type DI): lage AC/A De esoforie voor veraf zorgt ervoor dat er minder AC nodig is bij fixeren voor dichtbij. In het Dondersdiagram zie je een steilere forielijn (figuur 14). AC/A en CA/C modelmatig Oogarts Maddox, grondlegger van de orthoptie en uitvinder van het Maddoxglaasje, het Maddoxkruis en de Maddoxwing, stelde dat de AC de belangrijkste factor was bij het accuraat instellen van de ogen voor fixatie dichtbij. In het model van Maddox stuurt de accommodatie de vergentie aan (zie figuur 15). Naast accommodatieve convergentie kan ook geke- 3/
6 Figuren 9 t/m 14 betreft een overzicht van diagrammen volgens Donders met de verschillende oogstanden volgens de classificatie van Duane. Samengevat: in het Dondersdiagram zie je een steilere forielijn ten opzichte van Donders lijn bij een lage AC/A relatie. Bij een hogere AC/A relatie zie je juist een vlakkere lijn. In het geval van een esoforie verschuift de lijn naar rechts en bij een exoforie naar links. De oogstanden worden voor veraf en voor op 40cm weergegeven. ken worden naar convergente accommodatie (CA). CA is accommodatie veroorzaakt door verandering in convergentie (C). De CA kan klinisch vastgesteld worden door prisma's (basis temporaal) voor te plaatsen en te beoordelen wat de bijbehorende verandering in accommodatie is (zie figuur 16). Door prisma s basis temporaal voor te plaatsen wordt een convergente oogbeweging uitgelokt. Deze convergentie leidt tot accommodatie. De ontstane accommodatie kan gemeten worden met de binoculaire kruiscilinder techniek (BCC) of MEM skiascopie. Fincham stelde dat het vergentiesysteem een dominante rol speelt. Echter in de praktijk wordt de CA/C ratio zelden gemeten. De Amerikaanse optometrist Schor ontwierp het huidige, in brede wetenschappelijke kring geaccepteerde, duale model (zie figuur 17). Zowel de AC/A als de CA/C blijken een rol te spelen bij het nauwkeurig instellen voor fixatie nabij. De accommodatie en ver- 67 3/2005
7 gentie aansturing vertonen interacties met elkaar via een gekruiste AC/A en CA/C koppeling. Dit wordt schematisch in figuur 17 weergegeven als een kruis tussen de twee aansturingmechanismen. Wanneer beide systemen uit balans zijn, kan dit binoculaire klachten en afwijkingen in de oogstand of accommodatie veroorzaken. De terugkoppelingsmechanismen, van zowel de accommodatie als de vergentie, kennen een snelle (directe) en een langzame (adaptieve) reactie. Hiermee is het klinische verschijnsel prisma adaptatie en ook adaptatie aan een nieuwe bril te verklaren. Schor en medewerkers nemen, in een gedetailleerd uitgewerkt AC/A en CA/C model, onder meer een tonische nabij component op. Schor wil hiermee verklaren dat de accommodatieve adaptatie sneller verloopt bij patiënten met een lage AC/A relatie. Mede hierdoor is klinisch te verklaren waarom een patiënt met convergentie insufficiëntie minder baat heeft bij een negatieve overcorrectie. Deze overcorrectie wordt namelijk na verloop van tijd sneller opgegeten. Na adaptatie aan de min overcorrectie neemt de exo deviatie weer toe. Patiënten met een esoforie type convergentie-excess (hoge AC/A forie relatie) hebben juist een lage accommodatieve adaptatie en zullen eerder baat hebben bij een positieve overcorrectie. Adaptatie aan de leestoeslag bij een hoge AC/A relatie is namelijk minder gebruikelijk. Opgemerkt moet worden, dat bovenstaande slechts modellen zijn die niet voor alle patiënten gelden. Het effect van adaptatie moet in de praktijk onderzocht worden. Er vinden nog voortdurend complexe modelaanpassingen plaats om alle klachten en bevindingen bij vergentie problemen te kunnen verklaren. De praktijk Naast een volledig optometrisch onderzoek volstaat het in de praktijk om de oogstand op 6m en op 40cm te meten. Indien ook de PD bekend is, heeft men genoeg gegevens om de AC/A relatie volgens de heteroforie methode te kunnen berekenen. Het diagram volgens Donders is slechts een visueel hulpmiddel. Belangrijk is dat de optometrist zich het begrip AC/A eigen maakt. Figuren 15 t/m 17. De accommodatieve (con)vergentie aansturing kan schematisch worden weergeven als een duaal, of tweesporen, terugkoppelingsmodel. Er spelen twee belangrijke mechanismen een rol bij het scherpstellen, namelijk het aansturen van de accommodatie en de (con)vergentie. De accommodatie lus welke wordt geprikkeld door een wazig beeld. Het accommodatieve corticale systeem past de vergentie voortdurend aan (terugkoppeling) bij perceptie van een wazig beeld. Dit terugkoppelingsmechanisme (schematisch weergegeven in de figuren in de bovenste lus ) wordt negatief genoemd omdat het achteraf reageert op wazige afbeeldingen op het netvlies en daarna de accommodatie gaat bijstellen. De vergentie lus wordt door de uitwendige horizontale oogspieren, via de hersenen, aangestuurd om occipitale retinale dispariteit te verminderen. Het vergentiesysteem kent ook een negatief corticaal terugkoppelingsmechanisme dat richtinggevoelig is (herkent eso of exo deviatie). De hersenen sturen bij in vereiste convergente of divergente richting (zie in de figuren de onderste lus). 3/
8 Bij een exoforie type convergentie-insufficiëntie (lage AC/A) met asthenope klachten kunnen convergentie oefeningen geadviseerd worden. Deze oefeningen hebben tot doel de positieve convergente fusie te verbeteren. Het resultaat is een betere compensatie van de exoforie en dus een afname van de klachten. Bij een gedecompenseerde esoforie is het gebruikelijk om eerst de maximale hypermetrope correctie voor te schrijven. Blijkt er, na volledige hypermetrope correctie, nog een esoforie voor nabij aanwezig te zijn, dan is er sprake van een hoge AC/A forie ratio. Bij deze esoforie type convergentie-excess moet de AC/A gradiënt relatie gemeten worden. Het doel hiervan is te bepalen hoeveel de esoforie met additie daadwerkelijk afneemt. Laat de patiënt met deze additie enige tijd lezen. Vastgesteld kan worden of er sprake is van een subjectieve verbetering. Deze aanpak stelt u ook in staat om mogelijke adaptatie uit te sluiten. Indien er na 10 minuten weer een toename van de esoforie optreedt, dan wijst dat op adaptatie. Het effect van een additie zal dan minder zijn. Indien daarentegen de esoforie laag blijft en de klachten afnemen, dan biedt het voorschrijven van een leestoeslag, ook bij niet-presbyope esoforieën type CE, een goede therapeutische correctiemogelijkheid. Bij decompensatie van meer complexe heteroforie typen blijft overleg met, of doorverwijzing naar, een orthoptist natuurlijk een optie. Beoordeeld dient te worden of oefeningen, prisma's of chirurgie de asthenope klachten kunnen verminderen of zelfs oplossen. Literatuur op aanvraag 69 3/2005
De AC/A relaties: op twee manieren bekeken
De AC/A relaties: op twee manieren bekeken Marten Fortuin, Amy Rijkers, Jannemiek Sonneveld Key words Heterophoria, accommodation, convergence, AC/A ratio, Donders diagram. Inleiding In de optometrische
Nadere informatieFORIE EN VERGENTIE STOORNISSEN bij ASTHENOPIE READER. Onderzoek Classificatie Analyse & Compensatie Aanpak
FORIE EN VERGENTIE STOORNISSEN bij ASTHENOPIE READER Onderzoek Classificatie Analyse & Compensatie Aanpak Samenvatting en aanvullingen op hoofdstuk 6 van Rutstein en Daum, Anomalies of binocular vision:
Nadere informatieDe orthoptische patient in uw stoel
10 October 2018 De orthoptische patient in uw stoel Herkent u deze? Mari Gutter, MSc Hogeschooldocent Hogeschool Utrecht Orthoptist, Isala, Zwolle Casus Voorgeschiedenis: Vrouw 28 jaar, net bevallen van
Nadere informatieOrthoptie. Stéphanie Oostrom, orthoptist
Orthoptie Stéphanie Oostrom, orthoptist Orthoptie is de leer van het goed of recht kijken Grieks orthos = juist/recht Optica = Goed zien of recht kijken betekent het hebben leer van: van het zien - Goede
Nadere informatieONDERZOEK VAN DE OOGSTAND
ONDERZOEK VAN DE OOGSTAND 1/ CORNEAREFLEXBEELDJES MATERIAAL een niet te fel schijnend penlampje (eventueel met doorzichtige matte pleister beplakken) eventueel een gedetailleerd fixatieobjectje (bijvoorbeeld
Nadere informatie4. OOGSTAND 4.1. ALGEMENE DOELSTELLING
4. OOGSTAND 4.1. ALGEMENE DOELSTELLING Bij het onderzoek van de oogstand wordt nagegaan of er sprake is van strabisme. Zoals reeds uitgelegd is scheelzien niet enkel een esthetisch probleem: strabisme
Nadere informatieSPECIFIEKE TOELICHTING BOBO PRAKTIJKTOETS. Activiteiten week 1
SPECIFIEKE TOELICHTING BOBO PRAKTIJKTOETS Activiteiten week 1 Individueel thuis: voorbereiding intro college Lees deze praktijktoets handleiding door Instructies tijdens de praktijkles, er is een mogelijkheid
Nadere informatieRefractie. Refractieve afwijkingen. Emmetroop oog. Snel Filip 1. Als emmetroop oog nemen we een totale sterkte van 60D. Emmetroop Myoop Hypermetroop
Refractie Refractieve afwijkingen Emmetroop Myoop Hypermetroop Emmetroop oog Als emmetroop oog nemen we een totale sterkte van 60D Evenwijdig invallende lichtstralen komende van ui het oneindige vormen
Nadere informatieACCOMMODATIE STOORNISSEN. Onderzoek Classificatie Analyse & Aanpak
ACCOMMODATIE STOORNISSEN Onderzoek Classificatie Analyse & Aanpak SAMENVATTING EN AANVULLING OP HOOFDSTUK 3 RUTSTEIN EN DAUM OVERZICHT HOOFDSTUK 3: ACCOMMODATIE STOORNISSEN DEEL I ONDERZOEK NAAR DE ACCOMMODATIE:
Nadere informatieOnderzoek van dieptezicht en oogstand: Wat is zinvol in het CLB? Dr. Cécile GUERIN Wetenschappelijk medewerker VWVJ
Onderzoek van dieptezicht en oogstand: Wat is zinvol in het CLB? Dr. Cécile GUERIN Wetenschappelijk medewerker VWVJ Dieptezicht: Wat is dat? Met twee ogen stereozien : Afstand tussen 2 ogen (+6,5cm) 2
Nadere informatieDe werking van het oog
Een brilafwijking komt door een afwijkende vorm van het oog waardoor het beeld dat het oog binnenkomt niet precies op het netvlies valt. Hierdoor ontstaat een onscherp beeld. In deze folder kunt u meer
Nadere informatieScheelzien is niet enkel een esthetisch probleem
STRABISME OF SCHEELZIEN Wanneer we een voorwerp fixeren, zijn normaal onze beide ogen met de fovea, de gevoeligste plaats van het netvlies, gericht op dit voorwerp. Bij scheelzien of strabisme is dit niet
Nadere informatiewww.varilux-university.org
is a trademark of Essilor International Produced by Varilux University Dutch 09/05 Optiek gaat nog steeds vooruit. Samen met u. Copyright Essilor International All rights reserved Varilux www.varilux-university.org
Nadere informatieWat is convergentiezwakte? Wat is accommodatiezwakte? Oorzaken. Klachten
Uw orthoptist of oogarts heeft bij u een afwijkende oogstand geconstateerd die convergentie- en/of accommodatiezwakte wordt genoemd. In deze folder kunt u lezen wat convergentie- en accommodatiezwakte
Nadere informatieScheelzien. Oogheelkunde. alle aandacht
Scheelzien Oogheelkunde alle aandacht Scheelzien (strabismus) De orthoptist heeft na onderzoek scheelzien of latent scheelzien geconstateerd. In deze folder kunt u hierover meer lezen. Wat is scheelzien?
Nadere informatieVerlamming van de derde hersenzenuw
Verlamming van de derde hersenzenuw Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Elk oog heeft zes uitwendige spieren die ervoor zorgen dat het oog in alle mogelijke richtingen
Nadere informatieOrthoptie bij kinderen
Orthoptie bij kinderen Patiëntencommunicatie Inleiding Uw kind wordt nagekeken door de orthoptist omdat er een (vermoeden van) verminderde gezichtsscherpte (visus) en/of scheelzien is van één of beide
Nadere informatieIndien er sprake is van een convergentiezwakte, kunnen diverse klachten optreden.
Uw orthoptist of oogarts heeft bij u een afwijkende oogstand geconstateerd die convergentiezwakte wordt genoemd. In deze folder kunt u lezen wat convergentiezwakte is en wat de klachten kunnen zijn. Ook
Nadere informatieVerdieping oogzorg: binoculair zien en anamnese
Keuzedeel mbo Verdieping oogzorg: binoculair zien en anamnese gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0454 Penvoerder: Sectorkamer specialistisch vakmanschap Gevalideerd door: Sectorkamer
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde H3 optica
Samenvatting Natuurkunde H3 optica Samenvatting door een scholier 992 woorden 19 januari 2013 5,6 22 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 3 Optica 3.1 Zien Dit hoofdstuk
Nadere informatiehet oog > bijziendheid > verziendheid > leeftijdverziendheid > astigmatisme
Algemeen (emmetroop oog) Een bril of een contactlens wordt in de meeste gevallen toegepast om een brekingsfout van het oog te corrigeren. Er zijn verschillende brekingsfouten. verziendheid en de bijziendheid.
Nadere informatieHet OMC licht u graag uitgebreid voor over: Orthoptie
Het OMC licht u graag uitgebreid voor over: Orthoptie Dag in, dag uit maken we gebruik van onze ogen. Een paar goede ogen is dan ook heel belangrijk. Ze bepalen niet alleen wat we zien, maar ook hoe we
Nadere informatieniet willekeurig of door accommodatieve prikkels horizontale vergentie uit te lokken.
t4 SAMENVATTING Strabismus of scheelzien is de klinische naam voor die afwijkingen, waarbij de rechte oogstand is verbroken. Deze stand wordt gedef,rnieerd als de situatie waarin objecten in beide ogen
Nadere informatieEen bril. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Een bril Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft gehoord dat u of uw kind een bril nodig heeft. In deze folder leest u meer over de verschillende oogafwijkingen.
Nadere informatieScheelzien, een lui oog en sterkteafwijkingen
Scheelzien, een lui oog en sterkteafwijkingen Polikliniek oogheelkunde mca.nl Inhoudsopgave Scheelzien 3 Wat is scheelzien? 3 Oorzaken 4 Gevolgen 4 Onderzoek en behandeling 5 Een lui oog 6 Wat is een lui
Nadere informatieHeeft u astigmatisme? U ontdekt het met deze test!
Heeft u astigmatisme? U ontdekt het met deze test! Snelle test voor astigmatisme Vraag uw klant de test te doen zonder bril of met Hoe wordt de test uitgevoerd? De visuskaart is een eenvoudig en handig
Nadere informatieAccommodatie amplitude
Accommodatie amplitude Marten Fortuin en Silvia de Graaf, beiden optometrist en orthoptist Inleiding Het is al lang bekend dat het maximale accommodatievermogen (synoniemen: Accommodatie Amplitude; AA,
Nadere informatieH.249968.0215. Oogspieroefeningen
H.249968.0215 Oogspieroefeningen Inleiding Omdat de samenwerking en/of de accommodatie van uw ogen zwak is, heeft u het advies gekregen om oogspieroefeningen te doen. Accommodatie is het aanspannen de
Nadere informatiePV/TV Stage optiek TV Optiek. TV Optiek/toegepaste fysica 3/3 lt/w TV Toegepaste biologie. Specifiek gedeelte
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: PV Praktijk optiek 10-8/10-8 lt/w PV/TV Stage optiek TV Optiek 0-2/0-2 lt/w 3/3 lt/w TV Optiek/toegepaste fysica 3/3 lt/w TV Toegepaste biologie 2/2 lt/w Specifiek
Nadere informatieEen verlamming van de derde hersenzenuw
Een verlamming van de derde hersenzenuw Inleiding Elk oog heeft zes uitwendige spieren, die ervoor zorgen dat het oog in alle mogelijke richtingen kan bewegen. Iedere oogspier heeft zijn eigen functie.
Nadere informatieOogheelkunde. Patiënteninformatie. Brilsterkte bij kinderen. Slingeland Ziekenhuis
Oogheelkunde Brilsterkte bij kinderen i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Uw kind heeft zojuist een druppeltest (skiascopie) gehad. Uit de test is gebleken dat uw kind een bril nodig heeft
Nadere informatieVerlamming van de derde hersenzenuw
Verlamming van de derde hersenzenuw Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Er zijn zes spieren nodig om uw oog in alle richtingen te bewegen. Iedere oogspier heeft
Nadere informatieOrthoptisch/ oogheelkundig onderzoek
Orthoptisch/ oogheelkundig onderzoek Oogheelkunde alle aandacht De orthoptist is een paramedicus die zich bezighoudt met een specifiek gedeelte van de oogheelkunde. U komt bij de orthoptist terecht als
Nadere informatieMaatschap Oogheelkunde/orthoptie. Verschillende brilsterktes (kinderen)
Maatschap Oogheelkunde/orthoptie Verschillende brilsterktes (kinderen) Algemeen Om scherp te kunnen zien moeten de lichtstralen uit de buitenwereld precies op hetzelfde punt samenvallen op het netvlies.
Nadere informatieBeter zien is beter leven
Beter zien is beter leven Wij helpen u en uw kind graag om beter te zien. Oogonderzoek en visuele training bij: Lees- en leerproblemen NLD Dyslexie Hoofdpijn Vermoeide ogen Concentratieproblemen Klachten
Nadere informatieVAARDIGHEIDSTRAINING: ONDERZOEK VAN DE OOGSTAND. VWVJ Standaard Visus. Mirjam VAN LAMMEREN Orthoptist KULeuven Dienst oogziekten - Strabologie
VAARDIGHEIDSTRAINING: ONDERZOEK VAN DE OOGSTAND VWVJ Standaard Visus Mirjam VAN LAMMEREN Orthoptist KULeuven Dienst oogziekten - Strabologie Oogstand: enkele definities Normaal = rechte oogstand Abnormaal
Nadere informatieBrilafwijkingen. Afdeling Oogheelkunde
Brilafwijkingen Afdeling Oogheelkunde Bij een brilafwijking wordt het beeld dat het oog binnenkomt niet precies op het netvlies afgebeeld, maar als het ware voor of achter het netvlies. Daardoor is het
Nadere informatieOPTOMETRIE PRAKTIJK 1
OPTOMETRIE PRAKTIJK 1 Praktijk O.E.P.21 PUNTEN: VERWACHTE WAARDES #3 Habituele horizontale foria voor ver 0,5 exo #13a Habituele horizontale foria voor nabij 6 exo #4 Statische skiascopie voor ver + 0,62
Nadere informatieOogheelkunde. Orthoptie
Oogheelkunde Orthoptie U heeft nog nooit van een orthoptist gehoord? Dat kan, want het beroep van orthoptist is nog tamelijk onbekend. Met het oog hierop is deze folder gemaakt, om u te informeren over
Nadere informatieBril- of refractie-afwijking
Bril- of refractie-afwijking Uw kind is naar de orthoptist verwezen wegens een verminderde gezichtsscherpte (visus) van een of beide ogen. Een orthoptist onderzoekt en behandelt de oogstand, de samenwerking
Nadere informatieWat is scheelzien? Er wordt gesproken van scheelzien wanneer de beide ogen onbedoeld niet op het zelfde punt gericht staan.
Scheelzien Wat is scheelzien? Er wordt gesproken van scheelzien wanneer de beide ogen onbedoeld niet op het zelfde punt gericht staan. Hoe wordt scheelzien ook wel genoemd? De medische term voor scheelzien
Nadere informatieEr bestaan verschillende soorten refractie-afwijkingen: Myopie Hypermetropie Astigmatisme Anisometropie
Brilafwijkingen Een brilafwijking (refractieafwijking) is een afwijkende vorm (brekingsafwijking) van het oog waardoor het beeld dat het oog binnenkomt niet precies op het netvlies valt. Hierdoor ontstaat
Nadere informatieEen bril bij kinderen. Oogheelkunde
Een bril bij kinderen Oogheelkunde Inleiding Het menselijk ook is te vergelijken met een fototoestel. Via de lens komen beelden op een licht- en kleurgevoelig oppervlak. Bij een fototoestel is dat de kleurenfilm,
Nadere informatieVerlamming van de vierde hersenzenuw
Verlamming van de vierde hersenzenuw Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Elk oog heeft zes uitwendige spieren die ervoor zorgen dat het oog in alle mogelijke richtingen
Nadere informatieBrilafwijkingen. Afdeling Oogheelkunde. Locatie Purmerend/Volendam
Brilafwijkingen Afdeling Oogheelkunde Locatie Purmerend/Volendam Bij een brilafwijking wordt het beeld dat het oog binnenkomt niet precies op het netvlies afgebeeld, maar als het ware voor of achter het
Nadere informatieEen bril Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
Een bril Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft gehoord dat u of uw kind een bril nodig heeft. In deze folder leest u meer over de verschillende oogafwijkingen.
Nadere informatieRijgeschiktheid TOA 2007
Rijgeschiktheid TOA 2007 1. Algemene bepalingen 1.1. De kandidaat van groep 1 zowel als de kandidaat van de groep 2, behalve als de in artikel 44, 4, bepaalde geneesheer voor deze laatste de vereiste
Nadere informatieConvergentiezwakte van het oog
Oogheelkunde Convergentiezwakte van het oog i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Wanneer u naar een naderend of dichtbijgelegen voorwerp kijkt, moeten beide ogen zich naar binnen draaien
Nadere informatieVerlamming van de derde hersenzenuw
Verlamming van de derde hersenzenuw Inleiding Er zijn zes spieren nodig om uw oog in alle richtingen te bewegen. Iedere oogspier heeft zijn eigen functie. De oogspieren worden aangestuurd door drie verschillende
Nadere informatieLees- en/of focusproblemen
Oogheelkunde Lees- en/of focusproblemen i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Uw oogarts of orthoptist heeft met u gesproken over uw lees- en/of focusproblemen. In deze folder leest u meer
Nadere informatieBeter zien is beter leven
Beter zien is beter leven Wij helpen u en uw kind graag om beter te zien Oogonderzoek en visuele training bij: Lees- en leerproblemen NLD Dyslexie Hoofdpijn Vermoeide ogen Concentratieproblemen Klachten
Nadere informatieOorzaken en gevolgen
Scheelzien Scheelzien is een afwijking van de stand van de ogen, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn. Het ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar kan ook bij volwassenen optreden. Deze
Nadere informatieVerlamming van de zesde hersenzenuw
Verlamming van de zesde hersenzenuw Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Elk oog heeft zes uitwendige spieren die ervoor zorgen dat het oog in alle mogelijke richtingen
Nadere informatieBril- of refractieafwijking
Bril- of refractieafwijking Oogheelkundig centrum Uw kind is naar de orthoptist verwezen omdat er een verminderde gezichtsscherpte (visus) is van één of beide ogen. In deze folder worden de verschillende
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn er miljoenen mensen met diabetes mellitus, hetgeen resulteert in aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. Bekende oogheelkundige complicaties
Nadere informatieConvergentiezwakte van de ogen
OOGHEELKUNDE Convergentiezwakte van de ogen BEHANDELING Convergentiezwakte van de ogen De orthoptist heeft u verteld dat u convergentiezwakte heeft van de ogen. In deze folder vertellen we u wat dit inhoudt
Nadere informatieVerwijzing naar de orthoptist
Verwijzing naar de orthoptist Oogheelkunde Beter voor elkaar 2 Verwijzing naar de orthoptist De huisarts verwijst een patiënt met oogheelkundige problemen naar de oogarts. De oogarts bepaalt of de ogen
Nadere informatieScheelzien, luie ogen en brillen bij kinderen
OOGHEELKUNDE Scheelzien, luie ogen en brillen bij kinderen KINDEREN Scheelzien, luie ogen en brillen bij kinderen Uw kind wordt in het ziekenhuis onderzocht wegens oogklachten. Het is belangrijk om te
Nadere informatiewww.healthcareacademy.eu
Registreer op www.healthcareacademy.eu Presentaties, illustraties & video s downloaden Inschrijvingen DIPLOPIE Binoculair dubbelzicht 10/11/2015 CAMPUS HENRI SERRUYS Naam Voornaam Monoculair dubbelzien
Nadere informatieEen bril. Oogheelkunde. alle aandacht
Een bril Oogheelkunde alle aandacht De orthoptist heeft de ogen van uw kind onderzocht en geconstateerd dat uw kind een brekingsafwijking aan de ogen heeft. Een bril corrigeert de brekingsafwijking. In
Nadere informatieTrilogen (Nystagmus)
Trilogen (Nystagmus) Uw behandelend arts heeft trilogen bij u of uw kind geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over deze aandoening en de behandelingsmogelijkheden. Wat zijn trilogen? De Nederlandse
Nadere informatieScheelzien. Oogheelkunde
1/5 Oogheelkunde Scheelzien Inleiding Scheelzien betekent dat twee ogen niet meer samen op één punt gericht staan. Er zijn verschillende manieren van scheel kijken. Zo kan het afwijkende oog naar binnen
Nadere informatieEen bril. Oogheelkunde. Locatie Hoorn/Enkhuizen
Een bril Oogheelkunde Locatie Hoorn/Enkhuizen De orthoptist heeft de ogen van uw kind onderzocht en geconstateerd dat uw kind een brekingsafwijking aan de ogen heeft. Een bril corrigeert de brekingsafwijking.
Nadere informatiePlaatje van de oogspieren in de oogkas
Een verlamming van de vierde hersenzenuw Inleiding Elk oog heeft zes uitwendige spieren, die ervoor zorgen dat het oog in alle mogelijke richtingen kan bewegen. Iedere oogspier heeft zijn eigen functie.
Nadere informatieVerlamming van de zesde hersenzenuw. Nervus VI parese
Verlamming van de zesde hersenzenuw Nervus VI parese 2 Elk oog heeft zes uitwendige spieren, die ervoor zorgen dat het oog in alle mogelijke richtingen kan bewegen. Iedere oogspier heeft zijn eigen functie.
Nadere informatieRefractie-afwijking. Deze folder biedt in informatie over niet-scherp zien ten gevolge van een refractie-afwijking en de mogelijke correctiemiddelen.
Refractie-afwijking Deze folder biedt in informatie over niet-scherp zien ten gevolge van een refractie-afwijking en de mogelijke correctiemiddelen. Hoe vormt een oog een scherp beeld en wat is refractie?
Nadere informatieNotatie bij optometrisch onderzoek
Notatie bij optometrisch onderzoek Titel: Notatie bij optometrisch onderzoek Uitgever: Optometristen Vereniging Nederland Weert, juni 2013 OVN 2013 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of
Nadere informatieVerlamming van de vierde hersenzenuw. Nervus IV parese
Verlamming van de vierde hersenzenuw Nervus IV parese Elk oog heeft zes uitwendige spieren, die ervoor zorgen dat het oog in alle mogelijke richtingen kan bewegen. Iedere oogspier heeft zijn eigen functie.
Nadere informatieBasic Creative Engineering Skills
Visuele Perceptie Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie
Nadere informatieVerlamming van de vierde hersenzenuw
Verlamming van de vierde hersenzenuw Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Er zijn zes spieren nodig om uw oog in alle richtingen te bewegen. Iedere oogspier heeft
Nadere informatieMyopie remmen met atropine druppels
Oogheelkunde Myopie remmen met atropine druppels www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl OOG027 / Myopie remmen met atropine druppels / 09-07-2018
Nadere informatieDokter, mijn ogen zijn zo moe! Oorzaken en behandeling van astenope klachten. Huisartsensymposium 23 maart 2013 Bert Augustinus Oogheelkunde
Dokter, mijn ogen zijn zo moe! Oorzaken en behandeling van astenope klachten l Huisartsensymposium 23 maart 2013 Bert Augustinus Oogheelkunde Vermoeide ogen Definitie van astenopie Symptomen Kunnen onze
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?
Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Alles noteren met significantie en in de standaard vorm ( in hoeverre dit lukt). Eerst opschrijven wat de gegevens en formules zijn en wat gevraagd wordt.
Nadere informatieINFORMATIEBROCHURE REFRACTIEVE CHIRURGIE
L A S I K INFORMATIEBROCHURE REFRACTIEVE CHIRURGIE Normaal zicht Myopie (bijziendheid) Hypermetropie (verziendheid) Astigmatisme (cylindrische afwijking) 2 Wat is refractieve chirurgie? Met refractieve
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieBasic Creative Engineering Skills
Visuele Perceptie November 2016 OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie 1 waarneming
Nadere informatieOogheelkunde. Patiënteninformatie. Scheelzien. Strabismus. Slingeland Ziekenhuis
Oogheelkunde Scheelzien i Patiënteninformatie Strabismus Slingeland Ziekenhuis Algemeen In deze folder leest u meer over scheelzien; wat het is, welke vormen er zijn, wat de oorzaak kan zijn en hoe scheelzien
Nadere informatieTOEPASSING VAN DE AANBEVELINGEN OP DE HUIDIGE CLB-CONTEXT
TOEPASSING VAN DE AANBEVELINGEN OP DE HUIDIGE CLBCONTEXT Tabel 1: overzicht van onderzoeksonderdelen bij de systematische medische consulten Klas Leeftijd Anamnese/ klachten 1 KO leeftijdscohorte 3jarigen
Nadere informatieScheelzien strabismus. Poli Oogheelkunde
00 Scheelzien strabismus Poli Oogheelkunde Inleiding Scheelzien is een afwijking van de stand van de ogen, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn. Het ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar
Nadere informatieNiet scherp zien door een refractieafwijking.
Oogheelkunde Niet scherp zien door een refractieafwijking. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Hoe vormt een oog een scherp beeld en wat is refractie?
Nadere informatieWaarom zien veel mensen onscherp?
Refractie afwijking Waarom zien veel mensen onscherp? Om scherp te zien moeten lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies van het oog samenvallen. Het hoornvlies en de lens in het oog zorgen
Nadere informatieUitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Een platte tekening. Jij staat voor de spiegel, de
Nadere informatieNiet scherp zien Als gevolg van een refractieafwijking. Poli Oogheelkunde
00 Niet scherp zien Als gevolg van een refractieafwijking Poli Oogheelkunde Hoe vormt een oog een scherp beeld, wat is refractie? Om scherp te kunnen zien is het nodig dat lichtstralen die van een voorwerp
Nadere informatieDaan de Laat, Neurovisueel Centrum in Antwerpen:
Daan de Laat, Neurovisueel Centrum in Antwerpen: Je vroeg aan mij het verschil in oogmeten tussen optometrist en het NeuroVisueel Centrum uit te leggen. Het is niet makkelijk uit te leggen wat wij anders
Nadere informatiePlaatje van de oogspieren in de oogkas
Een verlamming van de zesde hersenzenuw Inleiding Elk oog heeft zes uitwendige spieren, die ervoor zorgen dat het oog in alle mogelijke richtingen kan bewegen. Iedere oogspier heeft zijn eigen functie.
Nadere informatieHet brilrecept. Raymond Heunen
Het brilrecept Raymond Heunen Voorstellen Raymond Heunen Opticien Contactlensspecialist Optometrist Familiebedrijf Heunen Opticiens Beek & Geleen Heunen Juweliers Beek & Geleen Cognitieftrainen.nl Agenda
Nadere informatieBehandeling van snel toenemende bijziendheid
Behandeling van snel toenemende bijziendheid Uw kind heeft last van bijziendheid die snel erger wordt, waarbij het dragen van een bril of contactlenzen alleen niet voldoende is. In deze folder leest u
Nadere informatieRefractie afwijkingen. Niet scherp zien ten gevolge van refractie afwijkingen
Refractie afwijkingen Niet scherp zien ten gevolge van refractie afwijkingen Inhoudsopgave 1 Hoe vormt een oog een scherp beeld en wat is refractie... 1 2 Wat verstaat men onder refractieafwijkingen en
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Dutch Summary)
(Dutch Summary) 9 (Dutch Summary) Slechtziendheid en blindheid (visuele beperking) vormt in onze vergrijzende samenleving een steeds groter probleem in het leven van veel ouderen. Dit uit zich niet alleen
Nadere informatieWat is glaucoom. Oogdruk
Glaucoom Deze folder geeft in het kort weer wat glaucoom is en wat de gevolgen kunnen zijn van te hoge oogdruk. Tevens wordt aangegeven wat daaraan gedaan kan worden. Wat is glaucoom Glaucoom is een oogziekte
Nadere informatieSkiascopie. Objectieve refractiemethode
Skiascopie Objectieve refractiemethode Wat is skiascopie Wordt ook retinoscopie genoemd. Studie van teruggekaatste lichtstralen van op de retina. Doel Objectieve refractie.!de onderzochte persoon heeft
Nadere informatieNystagmus. Poli Oogheelkunde
00 Nystagmus Poli Oogheelkunde 1 Wat is nystagmus? Nystagmus is een onvrijwillige, voortdurende, schokkende beweging van één of beide ogen, traag naar de ene kant en snel naar de andere kant (ruknystagmus)
Nadere informatie7 JULI Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van orthoptist en
7 JULI 2017. - Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van orthoptist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties
Nadere informatieNadelen multifocale kunstlens 8 Voordelen van een multifocale kunstlens 9 Verzekering, eigen bijdrage 9
Een korte uitleg over de werking van het oog: De ooglens zit direct achter de pupil (de zwarte opening) en het regenboogvlies (het gekleurde deel van het oog, de iris). De ooglens en het hoornvlies zorgen
Nadere informatieBehandeling van bijziendheid met Atropine
Behandeling van bijziendheid met Atropine Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Bij onderzoek is gebleken dat uw kind bijziend is. In deze folder leest u meer over
Nadere informatieLees dit eerst als u (bijna) ALLES over de standaard Visus wil weten IN EEN MUM VAN TIJD!
SAMENVATTING Lees dit eerst als u (bijna) ALLES over de standaard Visus wil weten IN EEN MUM VAN TIJD! Bij dit gedeelte vindt u samengevat in een notendop de essentie van de nieuwe richtlijnen voor visusonderzoek
Nadere informatieScheelzien (Strabismus)
Scheelzien (Strabismus) Mensen zien. Mensen laten zien. Onze oogzorg gaat verder In deze folder leest u informatie over wat scheelzien (strabismus) inhoudt en welke behandelmogelijkheden er beschikbaar
Nadere informatieSignificante cijfers en meetonzekerheid
Inhoud Significante cijfers en meetonzekerheid... 2 Significante cijfers... 2 Wetenschappelijke notatie... 3 Meetonzekerheid... 3 Significante cijfers en meetonzekerheid... 4 Opgaven... 5 Opgave 1... 5
Nadere informatieContactlenzen (Algemeen)
Contactlenzen (Algemeen) Zien Een contactlens corrigeert voor refractiefouten. Indien er geen refractiefouten optreden, ligt het brandpunt van het licht exact op het netvlies. In figuur 1 is de perfecte
Nadere informatieTOEPASSING VAN DE AANBEVELINGEN OP DE HUIDIGE CLB-CONTEXT
TOEPASSING VAN DE AANBEVELINGEN OP DE HUIDIGE CLBCONTEXT Systematische afname van bepaalde onderzoeksonderdelen en aanbevolen taakverdeling ( Voor meer details, zie p 6264) Klas Leeftijd 1 KO 3j 2 KO 4j
Nadere informatie