1. Inleiding De Dronter Koers De rollen en het stappenplan: casusuitvoerder en gids Wat te doen bij stagnatie 13

Transcriptie

1 1

2 Inhoud 1. Inleiding 3 2. De Dronter Koers 4 3. De rollen en het stappenplan: casusuitvoerder en gids 6 4. Wat te doen bij stagnatie Stappenplan gemeentelijk interventieteam 14 Bijlage 1: Samenwerking Veilig Thuis (jeugd 0-18jaar) en de gemeente Dronten Bijlage 2: Begrippen 18 Bijlage 3: Toestemmingsverklaring 20 2

3 1 Inleiding Dit handboek is geschreven voor alle professionals die werkzaam zijn binnen het sociaal domein (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet) in de gemeente Dronten. In Dronten kiezen we ervoor om aan te sluiten bij de ingang die de inwoner met een hulpvraag kiest om zijn/haar vraag te stellen. Het werkproces wat gestart wordt nadat de vraag bij de professional gesteld is, moet overal in grote lijnen hetzelfde zijn. We noemen dit proces de Dronter Koers. Dit handboek beschrijft de stappen van de Dronter koers en de resultaten die elke stap moet opleveren. De beleidsstukken die ten grondslag liggen van dit handboek, zoals verordeningen, beleidsregels en het beleidsplan transitie sociaal domein zijn voor iedereen te vinden op 3

4 2 De Dronter Koers De Dronter Koers is de wijze waarop de gemeente Dronten de nieuwe toegang en werkwijze in het sociaal domein vormgeeft. De Dronter Koers is samen met inwoners, cliënten en samenwerkingspartners van de gemeente Dronten ontwikkeld. De uitwerking in stappen is bedoeld voor situaties waarbij er vragen zijn bij de inwoner van de gemeente Dronten (soms op aanreiken van anderen) over opgroeien/opvoeden, meedoen in de samenleving en/of werk en inkomen. Het uitgangspunt van de Dronter Koers is dat professionals samenwerken met de inwoner. Het eigenaarschap van het probleem ligt altijd bij de inwoner die de ondersteuning/hulp vraagt. Indien er meerdere professionals betrokken zijn, wordt de samenwerking vormgegeven in zogenaamde rondetafelgesprekken. Bij deze rondetafelgesprekken zijn de inwoner en de betrokken professionals allemaal aanwezig en komen zij gezamenlijk tot een plan van aanpak of routeplan. De samenstelling van het rondetafelgesprek verschilt dus per keer en is afhankelijk van de hulpvraag van de inwoner. Soms zijn er situaties die vragen om direct ingrijpen. Dit loopt via de crisisdienst die verbonden is aan Veilig Thuis Flevoland. Het telefoonnummer is opgenomen in de contactpersonenlijst. Bij Veilig thuis Flevoland kunnen professionals ook terecht om signalen rondom huiselijk geweld en kindermishandeling neer te leggen. Bij Veilig Thuis Flevoland wordt vervolgens bekeken welke signalen er door Veilig Thuis worden afgehandeld en welke signalen op lokaal niveau kunnen worden afgehandeld. Hiervoor is in bijlage 1 een stroomschema opgenomen. Wil je meer weten? Bij de gemeente is het samenwerkingsprotocol Veilig Thuis beschikbaar. Voor meer informatie over hoe je huiselijk geweld en kindermishandeling signaleert en ermee om moet gaan, kun je kijken op 4

5 De wijknetwerken en het interventieteam De Dronter Koers is een gebiedsgericht aanpak, waarbij de gemeente Dronten is opgedeeld in vijf wijknetwerken: Dronten-West, Dronten-Midden, Dronten-Zuid, Biddinghuizen en Swifterbant. Elk wijknetwerk bestaat uit drie gidsen (één per domein) en een tweede schil met professionals van zorgaanbieders en maatschappelijke organisaties en instellingen. Naast de vijf wijknetwerken is er één gemeentelijk interventieteam. Is er sprake van stagnatie, dan is er de mogelijkheid om op te schalen naar dit interventieteam. Het interventieteam heeft de bevoegdheid om de betrokken professionals en instellingen aanwijzingen te geven. Het team heeft de positie en het gezag knopen door te hakken door alle verbanden heen, in belang van de inwoner/het gezin. Het interventieteam is bereikbaar via het adres Het overleg Vangnet en Advies, dat onder coördinatie van de GGD de laatste jaren is uitgevoerd wordt hiermee stopgezet. 5

6 3 De rollen en het stappenplan: casusuitvoerder en gids In de Dronter Koers spreken we over de volgende rollen: de casusuitvoerder en de gids (voor de definities van deze begrippen zie bijlage 2). De casusuitvoerder wordt betrokken bij casussen waarbij er problematiek(en) spelen binnen één domein, er consensus is over de vraag en aanpak en ondersteuning en/of hulp ingezet kan worden waarbij geen beschikking nodig is. De casusuitvoerder is verantwoordelijk samen met de inwoner en andere betrokkenen een plan van aanpak op te stellen. De gids wordt betrokken bij casussen waarbij er problematiek(en) spelen binnen meerdere domeinen of als er geen consensus is over de vraag en aanpak. De gids is verantwoordelijk samen met de inwoner en andere betrokkenen een routeplan op te stellen. Wanneer er ondersteuning en/of hulp met beschikking wordt ingezet is er altijd inzet van een gids. In onderstaande figuur is nogmaals schematisch weergegeven wat het onderscheid is tussen de casusuitvoerder en de gids. Rol van de casusuitvoerder Rol van de gids Consensus over vraag en aanpak Geen consensus over vraag en aanpak 1 domein Meerdere domeinen 1 domein Meerdere domeinen Enkelvoudige vraag Meervoudige vraag Gids (procesregie) Gids (procesregie) Gids (procesregie) Casusuitvoerder* * Uitzondering hierop is de inzet van ondersteuning en/of hulp met beschikking, dan is er altijd inzet van een gids. De grondhouding voor zowel de casusuitvoerder als de gids is van essentieel belang: deze is afgeleid uit de visie sociaal domein: de casusuitvoerder/gids heeft als grondhouding het versterken van de eigen kracht van de cliënt; de casusuitvoerder/gids zal te allen tijde de regie bij de cliënt en direct betrokkenen willen leggen; de casusuitvoerder/gids zal zo snel als mogelijk de professionele ondersteuning willen stoppen; de casusuitvoerder/gids wil systemisch werken; de casusuitvoerder/gids wil SMART afspraken maken waar duidelijk de beoogde effecten van de afspraken zijn benoemd. 6

7 Oplossen met eigen kracht De casusuitvoerder De casusuitvoerder is verantwoordelijk voor: het opstellen van het plan van aanpak voor ondersteuning, waarvoor geen beschikking nodig is; het nakomen van afspraken; is het aanspreekpunt voor iedereen tussen 0-100, vrijwilligers en professioneel betrokkenen bij de casus. De casusuitvoerder kan in principe iedereen zijn: het kan dus ook een persoon uit het persoonlijke netwerk van de betrokkenen zijn of bijvoorbeeld een intern begeleider/zorgcoördinator op school. In het geval van een persoon uit het eigen netwerk is er vaak sprake van een aanspreekpunt (die zaken coördineert en regelt) en gebruiken we de term casusuitvoerder niet. De taak van casusuitvoerder is in principe een onderdeel van de rol van een professional; elke professional moet in staat zijn om deze rol uit te kunnen voeren. Indien bij de casus sprake is van meervoudige complexe problematiek en/of een interventie vraagt die niet direct toegankelijk is voor de inwoner, omdat er een beschikking nodig is, haalt de casusuitvoerder de gids erbij. Stroomschema casusuitvoerder Vraag Vraag verkenning Inschakelen gids Rondetafelgesprek met casusuitvoerder plan van aanpak met einddoel Registratie in dossier en evt. In verwijsindex* Uitvoering plan van aanpak Stagnatie Contact eigen manager Nazorg/ monitoring * indien de casusuitvoerder vanuit het domein jeugd betrokken is en hij/zij zich zorgen maakt om het kind, maakt de casusuitvoerder hiervoor een melding in ESAR. ESAR is de Flevolandse Verwijsindex Risicojeugdigen (VIR) en staat voor Electronisch Signaleringssysteem Alle Risicojeugd. Een handleiding voor het gebruik van ESAR is te vinden op 7

8 In onderstaand overzicht is beschreven welke stappen de casusuitvoerder neemt, en welke acties en resultaten hieraan gekoppeld zijn. Uitgangspunt bij het stappenplan is dat het eigenaarschap van het probleem altijd bij de inwoner ligt die de ondersteuning/hulp vraagt. Stappenplan casusuitvoerder Stap Acties Resultaten 1. De vraag De casusuitvoerder: voert een gesprek met betrokkenen De vraagverkenning (het gesprek) 3. Het rondetafelgesprek (opstellen plan van aanpak) De casusuitvoerder: doet de verkenning met betrokkenen: Wat is er aan de hand, wat is er nodig, wat kan door middel van eigen kracht worden opgelost en wie kan helpen?; is altijd degene die de eerste acties uitvoert om te komen tot een vraagverkenning, ook als direct helder is dat de eerst betrokken casusuitvoerder niet per se degene is die het verdere proces doorloopt. Totdat dat duidelijk is, blijft de eerst betrokken casusuitvoerder het eerste aanspreekpunt; vraagt toestemming om ketenpartners te raadplegen en gegevens uit te wisselen m.b.v. de toestemmingsverklaring (zie bijlage 3); inventariseert binnen het wijknetwerk (nadat hiervoor toestemming gegeven is) welke professionals verder betrokken zijn bij het gezin. De casusuitvoerder: analyseert de vraag/handelingsverlegenheid en werkt systemisch; organiseert samen met betrokkenen meerdere keren een overleg indien nodig; verzamelt de benodigde informatie en spreekt met betrokkenen af wie hij/zij informeert/betrekt (inclusief de professionals); registreert in dossier en eventueel in verwijsindex ESAR (jeugd); beoordeeld opnieuw of hij er een gids of het interventieteam bij moet halen. 4. De uitvoering De casusuitvoerder: coördineert de uitvoering en signaleert vertraging indien aan de orde; ziet toe dat afspraken worden nagekomen; zorgt dat de veiligheid van iedereen tussen wordt bewaakt; zorgt dat daar waar zorgen zijn, adequaat wordt gehandeld; Het resultaat is direct oplossen, waar kan zoveel mogelijk zelf en met hulp van eigen omgeving of erbij halen van andere betrokken professional(s) voor een verkennend gesprek. Aan de hand van de vraagverkenning bepaalt de casusuitvoerder of er een gids moet worden ingeschakeld en/of een rondetafelgesprek moet worden georganiseerd 1 ; De inwoner geeft in dat geval ook zelf aan welke personen uit zijn/haar netwerk aanwezig moeten zijn bij het rondetafelgesprek. Tijdens het vraagverkennende gesprek wordt aan de inwoner aangegeven wat de vervolgstappen zullen zijn. Het resultaat is een plan van aanpak met einddoel, termijn, oplossing en nazorg. De casusuitvoerder is als eerste aanspreekpunt zo lang mogelijk dezelfde persoon zodat mensen met zo weinig mogelijk hulpverleners te maken hebben. De casusuitvoerder is bekend gemaakt bij alle betrokkenen. Er is een plan van aanpak opgesteld. Deze voldoet aan bepaalde eisen 2. De interventie(s) leiden tot een oplossing en het (terug)komen gedeeltelijk of helemaal in eigen kracht. Mensen die ondersteuning krijgen ervaren zelf de regie op de inzet te hebben. Terugkoppeling naar alle betrokkenen. Indien een casusuitvoerder een onderdeel uitvoert van een breder 8

9 bewaakt en regelt de continuïteit van de ondersteuning/zorg. volgt bij stagnatie de stappen zoals beschreven in hoofdstuk 4. routeplan, dan rapporteert de casusuitvoerder over de voortgang aan de gids en meldt afsluiting van een traject binnen 3 werkdagen aan de gids. Bij stagnatie zorgt de casusuitvoerder voor terugkoppeling over de stagnatie naar betrokkenen en benoemt vervolg actie. 5. Monitoring/evaluatie De inwoner en casusuitvoerder bekijken samen of resultaten uit het plan van aanpak zijn behaald door: Nazorg: er is een plan voor de toekomst; Monitoren. De actie(s) leiden tot een oplossing en het (terug)komen gedeeltelijk of helemaal in eigen kracht. Inwoner geeft zelf uitvoering aan plan voor de toekomst. De casusuitvoerder draagt coördinatie op de uitvoering van het plan (gedeeltelijk) over op betrokkenen. 1 Indien de casusuitvoerder constateert dat er een rondetafelgesprek nodig is waarin de gids moet betrokken, zijn er twee opties: - de casusuitvoerder organiseert het rondetafelgesprek zélf en nodigt daarbij de gids uit (wordt altijd van tevoren overlegd met de gids); - de organisatie van het rondetafelgesprek wordt in zijn geheel overgedragen aan de gids. Indien het rondetafelgesprek leidt tot een routeplan, dan wordt in het routeplan ook de afspraak opgenomen dat de gids vanaf dat moment de procesregie voert. 2 Een plan van aanpak is een concreet verslag van het hulpverleningsgesprek met werkbare en relevante informatie over de situatie in van de hulpvrager en zijn/haar omgeving. Het betreft informatie over wat er goed gaat (eigen kracht), welke vragen/problemen er zijn en op welke manier deze opgelost kunnen worden en de afspraken die daarover gemaakt zijn. Deze afspraken zijn oplossingsgericht opgesteld. Het plan van aanpak wordt door de casusuitvoerder samen met de hulpvrager en direct betrokkenen opgesteld en is bedoeld voor de mensen in de uitvoering van de ondersteuning en als een helder communicatiemiddel naar de omgeving. Als het nodig is wordt het plan bijgesteld door de casusuitvoerder, in overleg met hulpvrager en betrokkenen. De gids Gids is geen functie maar een taak van iemand en wordt uitgevoerd door een door de gemeente aangewezen professionals. Gidsen zijn in principe ingedeeld per wijk. Per wijk is een contactpersonenlijst met de exacte contactgegevens van de gidsen en de schil van professionals eromheen. De gids is beschikbaar voor elke professional en kan worden ingezet als sparringpartner voor elke professional. De gids is verantwoordelijk voor het: opstellen van het routeplan. Een routeplan is een plan van aanpak dat domein overstijgend is; het voeren van procesregie op de casus; het nakomen van afspraken; is het aanspreekpunt voor iedereen tussen 0-100, vrijwilligers en professioneel betrokkenen bij de casus. De gids is bevoegd collega-professionals aan te spreken op beschikbaarheid en het nakomen van gemaakte afspraken. De gids heeft het mandaat om ondersteuning en hulp waar een beschikking voor nodig is in te zetten. 9

10 Professionals met de volgende functies vervullen de rol van gids: Domein Jeugd Praktijkondersteuners Jeugd bij huisartsen (POH) Domein Jeugd Domein Jeugd en WMO Domein WMO Schoolmaatschappelijk werkers bij het Ichthus College en Almere College Gids voor het praktijkonderwijs Consulenten WMO Domein WMO Consulenten MEE en andere organisaties Domein Participatie Consulenten Re-integratie Sociale Zaken Stroomschema gids Vraag Oplossen met eigen kracht Vraag verkenning Hulp erbij halen Rondetafelgesprek met gids Routeplan met einddoel Registratie in dossier en evt. verwijsindex* Coördineert uitvoering Stagnatie Consulteert medewerker interventieteam Nazorg/ monitoring * indien de gids vanuit het domein Jeugd betrokken is en hij/zij zich zorgen maakt om het kind, maakt de casusuitvoerder of de gids (in onderling overleg) hiervoor een melding in ESAR. 10

11 In onderstaand overzicht is beschreven welke stappen de gids neemt, en welke acties en resultaten hieraan gekoppeld zijn. Uitgangspunt bij het stappenplan is dat het eigenaarschap altijd bij de inwoner ligt die de ondersteuning/hulp vraagt. Stappenplan gids Stap Acties Resultaten 1. De vraag De gids: voert een gesprek met betrokkenen jaar. Het resultaat is direct oplossen, waar kan zoveel mogelijk zelf en met hulp van eigen omgeving of erbij halen van professional voor verkennend gesprek. 2. De vraagverkenning (het gesprek) 3. Het rondetafelgesprek (opstellen routeplan) De gids: doet de verkenning met betrokkenen of gaat verder waar de casusuitvoerder is gebleven: Wat is er aan de hand, wat is er nodig, wat kan door middel van eigen kracht worden opgelost en wie kan helpen?; voert het gesprek in principe als enige gids met de hulvrager. Soms kan het nodig zijn om het gesprek met twee gidsen te voeren om goed zicht te krijgen op de problematiek, maar dat behoort tot de uitzonderingen; waar de vraag binnenkomt is altijd degene die de eerste acties uitvoert om te komen tot een vraagverkenning, ook als direct helder is dat de eerste betrokken gids niet per se degene is die het verdere proces doorloopt. Totdat dat duidelijk is, blijft de eerst betrokken gids het eerste aanspreekpunt; stelt samen met de hulpvrager vast aan welke doelen er tijdens het eventuele rondetafelgesprek gewerkt moet worden en kan daarbij de zelfredzaamheidsmatrix gebruiken. Als er een rondetafelgesprek moet worden georganiseerd, kan er in voorkomende gevallen een onafhankelijke voorzitter worden ingezet. Dit wordt door de gids altijd eerst besproken met het interventieteam. De gids: analyseert de vraag/handelingsverlegenheid en werkt systemisch; organiseert samen met betrokkenen meerdere keren een overleg indien nodig; verzamelt de benodigde informatie en spreekt met betrokkenen af wie hij/zij informeert/betrekt (inclusief de professionals); registreert in dossier en eventueel in de verwijsindex (jeugd); weet wanneer hij het interventieteam er bij moet halen. Aan de hand van de vraagverkenning bepaalt de gids of er een rondetafelgesprek moet worden georganiseerd. De inwoner geeft in dat geval ook zelf aan welke personen uit zijn/haar netwerk aanwezig moeten zijn bij het rondetafelgesprek. Tijdens het vraagverkennende gesprek wordt aan de inwoner aangeven wat de vervolgstappen zullen zijn. De gids consulteert in elk geval alle betrokken (gezin+professionals) vóórdat een rondetafelgesprek georganiseerd wordt. In sommige gevallen kan een gids ervoor kiezen om direct een interventiebegeleider in te schakelen bij het rondetafelgesprek, bijvoorbeeld als er veiligheidsvraagstukken spelen. De gids en de interventiebegeleider spreken dit van tevoren samen af. Het resultaat is een routeplan waarin op alle levensgebieden waar vragen spelen het einddoel, termijn, oplossing en nazorg is benoemd. In dit routeplan wordt ook benoemd wie precies wat doet. Ook worden er evaluatiemomenten benoemd. Onderdeel van het routeplan is helderheid over wie de casusuitvoerder gaat worden of dat de gids actief blijft. De gids is als eerste aanspreekpunt zo lang mogelijk dezelfde persoon zodat mensen met zo weinig mogelijk hulpverleners te maken hebben. Soms 11

12 kan er een reden zijn om van gids te wisselen. Bijvoorbeeld omdat de problematiek verschuift qua aandachtsgebied of omdat er geen vertrouwen ontstaat tussen de gids en het gezin. Het wisselen van gids gebeurt altijd in samenspraak met het gezin. De gids is bekend gemaakt bij alle betrokkenen. 4. De uitvoering De gids: coördineert de uitvoering en signaleert vertraging indien aan de orde; ziet toe dat afspraken worden nagekomen; zorgt dat de veiligheid van iedereen tussen wordt bewaakt; zorgt dat daar waar zorgen zijn, adequaat wordt gehandeld; bewaakt en regelt de continuïteit van de ondersteuning/zorg; neemt bij stagnatie contact op met het interventieteam, en bespreekt het routeplan en de reden van stagnatie. Zie verder bij hoofdstuk Monitoring/evaluatie De inwoner en gids bekijken samen of de resultaten uit het routeplan zijn behaald door: Nazorg: er is een plan voor de toekomst; Inzet van een casusuitvoerder of vervolg van inzet gids. Het routeplan wordt gemaakt conform eisen gesteld aan beschikking voor ondersteuning/hulp. De interventie(s) leiden tot een oplossing en het (terug)komen gedeeltelijk of helemaal in eigen kracht. Mensen die ondersteuning krijgen ervaren zelf de regie op de inzet te hebben. De gids zorgt voor terugkoppeling naar betrokkenen indien het proces stagneert en benoemt vervolg actie. De actie(s) leiden tot een oplossing of het (terug) komen gedeeltelijk of helemaal in de eigen kracht. Inwoner geeft zelf uitvoering aan plan voor de toekomst. De gids draagt de coördinatie op uitvoering van het plan (gedeeltelijk) over op betrokkenen. 12

13 4 Wat te doen bij stagnatie Stagnatie kan plaats vinden omdat inwoners zich niet aan de afspraken houden of omdat de professionals zich niet aan de afspraken houden. De onderstaande afspraken gaan over de stagnatie waarbij professionals zich niet aan afspraken houden. Alle betrokken organisaties hebben zich gecommitteerd aan deze afspraken. Hiermee is het management verantwoordelijk voor het doorbreken van de stagnatie indien de professionals niet tot overeenstemming kunnen komen. 1. Een professional houdt zich niet aan de afspraken die gemaakt zijn in het plan van aanpak van de casusuitvoerder Actie: De casusuitvoerder neemt contact op de professional. In een bilateraal gesprek tussen casusuitvoerder en betrokken professional, wordt onderzocht waar de stagnatie vandaan komt en hoe deze opgelost kan worden. Resultaat: Er zijn nieuwe afspraken gemaakt over de uitvoering van het plan van aanpak. 2. Er wordt geen commitment bereikt tussen casusuitvoerder en professional Actie: De casusuitvoerder neemt contact op met zijn/haar aanspreekpunt in de hiërarchische lijn (bijvoorbeeld manager of coördinator). Resultaat: Er is een intern plan gemaakt hoe te handelen richting de organisatie van de professional waar de stagnatie optreedt. 3. Manager/coördinator van de casusuitvoerder neemt contact op met manager/coördinator van de betrokken professional Actie: Binnen maximaal twee weken vindt een gesprek plaats tussen de medewerkers vanuit de hiërarchische lijn. Resultaat: Er is binnen vijf werkdagen commitment voor de aanpak en er zijn nieuwe heldere afspraken gemaakt. 4. Commitment wordt niet bereikt binnen de hiërarchische lijn Actie: Er zijn nu twee opties: 1. Er is al een gids bekend met de situatie. In dat geval schaalt de casusuitvoerder op naar de gids. De gids kan er daarna voor kiezen om op te schalen naar het interventieteam; 2. Er is nog geen gids bekend met de situatie. De casusuitvoerder schaalt dan direct op naar het interventieteam. Het interventieteam heeft doorzettingsmacht en mandaat om partijen aan te spreken. Resultaat: Er is binnen vijf werkdagen commitment voor de aanpak is en er zijn nieuwe heldere afspraken gemaakt. N.B. Soms kan het gebeuren dat een professional van een tweede schil organisatie niet tevreden is over de uitkomsten van een rondetafelgesprek. In dat geval wordt dit eerst besproken met de gids en de betrokken professional. Indien dit gesprek geen uitkomst biedt, kan de tweede schil professional direct contact leggen met het interventieteam. 13

14 14 Indien een casusuitvoerder niet tevreden is over de manier waarop de gids zijn rol uitvoert, kan de casusuitvoerder dezelfde stappen ondernemen zoals boven beschreven staan oftewel: 1. Casusuitvoerder voert bilateraal gesprek met de gids om het probleem op te lossen 2. Indien het gesprek niets oplevert wordt vanuit de hiërarchische lijn een gesprek gevoerd tussen de betrokken organisaties 3. Indien er vanuit het hiërarchische gesprek geen commitment wordt bereikt, schaalt de casusuitvoerder op naar het interventieteam.

15 5 Stappenplan gemeentelijk interventieteam Het interventieteam is een team van drie interventiebegeleiders werkzaam voor de gehele gemeente Dronten. Per domein is er één interventiebegeleider. Gidsen of andere professionals uit een van de wijknetwerken kunnen opschalen naar het interventieteam indien: 1. Er sprake is van een dreigende escalatie op één of meerdere domeinen en/of; 2. Er sprake is van een multiproblem casus en/of; 3. Consensus ontbreekt in het routeplan en/of; 4. De te volgen afspraken binnen het eigen domein en eventueel domein overstijgend zijn gevolgd en er geen (voldoende) resultaat is behaald. Het gemeentelijk interventieteam is vanaf het moment dat het in actie is tot het maken van een integraal plan van aanpak, verantwoordelijk voor het proces. Het team draagt er zorg voor dat er een integraal plan van aanpak komt en wordt uitgevoerd. Dit plan van aanpak is SMART geformuleerd. Het interventieteam zorgt er voor dat alle betrokkenen het integraal plan van aanpak digitaal ontvangen. Het interventieteam is bereikbaar via een vast mailadres: Overleggen Het interventieteam heeft iedere week een vast overlegmoment. Eén van de leden van het interventieteam krijgt de rol van voorzitter. De voorzitter of één van de andere leden schuift regulier aan bij het IVO (integraal veiligheidsoverleg van burgemeester, politie en de ambtenaar openbare veiligheid). Dit om op casusniveau afstemming en oplossingen te zoeken. Indien noodzakelijk zal de voorzitter of een andere meer gekwalificeerde interventieteambegeleider bij het Driehoeksoverleg (Burgemeester/Politie/Justitie) aanschuiven in geval van ernstige casusinhoudelijke problematiek (vb criminaliteit). Het overleg Vangnet & Advies dat onder de coördinatie van de GGD de laatste jaren is uitgevoerd wordt stopgezet. De GGD zal nauw gelieerd aan het interventieteam maar ook direct richting de wijknetwerken haar rol blijven vervullen in; - signaleren en contacten met zorgmijders; - onafhankelijk voorzitter ronde tafels; - ernstige vervuiling. Termijnen en afspraken Op verzoeken van gidsen of andere medewerkers uit een wijknetwerk wordt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen een week gereageerd (afhankelijk van de spoedeisendheid). Interventieteambegeleiders hebben een consultfunctie richting de wijknetwerken, daarnaast vervullen zij een coachende rol richting gidsen en wijknetwerkmedewerkers. 15

16 Het gemeentelijk interventieteam heeft de bevoegdheid om de betrokken professionals en instellingen aanwijzingen te geven. Het team heeft de positie en het gezag om knopen door te hakken door alle verbanden heen, in het belang van het gezin en/of betrokken volwassenen. Als de instellingen zich niet aan deze aanwijzingen houden, neemt het interventieteam contact op met de directie/manager van de betrokken instelling. Indien de aanwijzingen nog altijd niet worden opgevolgd, dan neemt het interventieteam contact op met de betrokken wethouder of de burgemeester van Dronten. De casus ligt vervolgens op bestuurlijk niveau. Tenminste twee van de drie interventieteambegeleiders zullen bij gesprekken met gidsen aanwezig zijn, wanneer het gaat om het toepassen van de doorzettingsmacht. Hiermee moet een zo groot mogelijke integraliteit worden gewaarborgd. Het team heeft de verantwoordelijkheid om jaarlijks een evaluatie van haar werkzaamheden samen met een advies naar de betrokken wethouder te sturen. Door het onderschrijven van dit document committeren de convenantpartners zich aan deze rol van het interventieteam. Het stappenplan van het gemeentelijk interventieteam is hieronder uitgewerkt. Stappenplan gemeentelijk interventieteam Stap Acties Resultaten 1.De vraag Komt binnen via adres 2. De vraagverkenning (het gesprek) 3. Het rondetafelgesprek (opstellen routeplan) Het interventieteam: voert een gesprek met de inbrenger van de vraag en probeert boven tafel te krijgen wat de reden is van het inschakelen van het interventieteam; bekijkt en bepaalt welke interventiebegeleider de vraag het beste op kan pakken. Het interventieteam: bekijkt de oorspronkelijke hulpvraag van de bewoner en indien nodig de hulpvraag die gesteld wordt door de casusuitvoerder/gids; inventariseert de hulp die ingezet is in de specifieke situatie; onderzoekt of er sprake is van een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld en schakelt indien nodig Veilig Thuis in. Het interventieteam: organiseert met betrokkenen een overleg indien nodig; stelt zich op als onafhankelijk voorzitter; analyseert de situatie en positioneert gidsen en casusuitvoerders. A. Bij het onderzoek door de casusuitvoerder/ gids in de wijk zijn nog mogelijkheden onbenut gebleven. De medewerker van het interventieteam adviseert en geeft tips en verwijst terug naar wijknetwerk. B. Wanneer het onderzoek wel voldoende goed is uitgevoerd in het wijknetwerk, doet het interventieteam verder onderzoek waarom de vraag is binnengekomen. De situatie is duidelijk en wordt gerapporteerd. Naar aanleiding van de vraagverkenning bepaalt het interventieteam of er een rondetafelgesprek moet worden georganiseerd en zo ja, met welke partijen dat moet gebeuren. A. Consensus wordt bereikt. Er wordt een routeplan opgesteld waarin de doelen benoemd worden, duidelijke richtlijnen worden gegeven, acties worden uitgezet en een tijdslimiet wordt gesteld. B. Er wordt geen consensus bereikt. Het interventieteam zal andere stappen nemen en eventueel mandaat benutten. Deze beslissing is dan leidend. 16

17 4. De uitvoering Het interventieteam: bepaalt wie aanspreekpunt is, wie verantwoordelijkheid heeft, naar wie wat gerapporteerd moet worden en waar dat moet gebeuren, hoe te handelen in geval van spoed etc, etc. (afspraken op casusregie); neemt waar nodig het initiatief tot overleg met staf/directie van (zorg)instellingen, organisaties; draagt zorg voor juist en verantwoord op- en afschalen (binnen gestelde privacy grenzen); maakt afspraken over monitoring en evaluatie (o.a. frequentie). 5. Monitoring/evaluatie Na de afgesproken tijd doet de aangewezen interventieteambegeleider of een ander aangewezen medewerker navraag hoe de situatie is en zorgt waar nodig voor terugkoppeling. Het interventieteam bewaakt de procesregie of bepaalt wie de procesregie bewaakt. A. Er is een oplossing voor het probleem gevonden / een stabiele situatie bereikt waarbij de betrokken personen gedeeltelijk of helemaal terugkomen in hun eigen kracht. B. Casus stagneert op uitvoeringsniveau, het interventieteam pakt de casus weer op. A. De actie(s) leiden tot een oplossing of het (terug) komen gedeeltelijk of helemaal in de eigen kracht. B. Inwoner geeft zelf uitvoering aan plan voor de toekomst. C. De gids of casusuitvoerder neemt de regie over de casus weer over van het interventieteam. 17

18 Bijlagen 18

19 Bijlage 1: Samenwerking Veilig Thuis (jeugd 0-18jaar) en de gemeente Dronten 2015 Verkorte zorgmelding-jeugd Politie/SEH/Ambulance Open Zorgmelding-jeugd Professionals & sociale omgeving Anonieme Zorgmelding-jeugd sociale omgeving Zorgmelding Huiselijk Geweld volwassenen VEILIG THUIS (incl. crisisteam) Indien niet aan de orde JA Screening 0: jeugd? betrokken? NEE Indien niet aan de orde Screening 1: crisissituatie Screening 2: zorgmelding sociale omgeving of professionals Screening 3: Zorgmelding, hulpverlening reeds betrokken Screening 4: Verkorte zorgmelding. Lichte zorg / eerste melding huiselijk geweld Screening 5: Verkorte zorgmelding expertise/bevoegdheden Veilig Thuis noodzakelijk Veilig Thuis crisisteam Veilig Thuis pakt op, bespreekt met melder, zet waar mogelijk door indien hulpverlening reeds betrokken en/of, onderzoekt zo nodig zelf Melding door naar JGZ Veilig Thuis doet onderzoek. Terugkoppeling informatie met begeleider jeugd Screening 1: expertise/bevoegdheden Veilig Thuis noodzakelijk Advies, consult en zo nodig onderzoek/ interventies/ hulpaanbod vanuit Veilig Thuis i.s.m. interventieteam & Blijf Groep Samenwerkingsafspraken volwassenen moeten nog verder uitgewerkt worden met ketenpartners en Veilig Thuis binnen Dronten (jeugd) gidsen I.s.m. wijknetwerken Interventieteam SAVE Ondersteuning hulp Blijf Groep, OranjeHuisThuis Bron: Samenwerkingsprotocol Veilig Thuis en de gemeente Dronten 19

20 Bijlage 2: Begrippen Casusuitvoerder De casusuitvoerder is betrokken bij casussen waarbij er: - proble(e)m(en) spelen binnen één domein; - consensus is over de vraag en aanpak, dit kunnen zowel enkelvoudige als meervoudige vragen zijn (maar wel binnen één domein); - ondersteuning of hulp ingezet wordt waarbij geen beschikking nodig is. De casusuitvoerder kan in principe iedereen zijn: het kan dus ook een persoon uit het persoonlijke netwerk van de betrokkenen zijn of bijvoorbeeld een intern begeleider/zorgcoördinator op school. In het geval van een persoon uit het eigen netwerk is er vaak sprake van een aanspreekpunt (die zaken coördineert en regelt) en gebruiken we de term casusuitvoerder niet. De casusuitvoerder stelt in samenspraak met de inwoner, het eigen netwerk van de inwoner en andere betrokken professionals het plan van aanpak op. Gids De gids is de procesregisseur van een casus waarbij er: - problemen spelen op meerdere domeinen en/óf - geen consensus is over de vraag en aanpak en/of - ondersteuning of hulp ingezet wordt waarvoor een beschikking nodig is Gids is geen functie maar een taak van iemand en wordt uitgevoerd door een door de gemeente aangewezen professionals. De gids stelt in samenspraak met de inwoner, het eigen netwerk van de inwoner en andere betrokken professionals het routeplan op. Rondetafelgesprek Een op initiatief van een casusuitvoerder of gids georganiseerde bijeenkomst, waarin de casusuitvoerder of gids en relevante betrokken professionals hun inzet met betrekking tot de inwoner in het kader van meervoudige en multiprobleemvragen afstemmen. Eén casusuitvoerder of gids is verantwoordelijk voor het proces en de voortgang, eventuele overige professionals worden op een flexibele wijze betrokken. De aanwezigheid van de inwoner (en zijn eigen netwerk) bij het rondetafelgesprek wordt altijd nagestreefd. Interventieteam Gemeentelijk team die de bevoegdheid heeft om de betrokken professionals en instellingen bij een casus aanwijzingen te geven. Het team heeft de positie en het gezag knopen door te hakken, door alle verbanden heen, in belang van de inwoner/het gezin. Plan van aanpak Het plan van aanpak wordt opgesteld wanneer er problematiek(en) spelen binnen één domein, er consensus is over de vraag en aanpak en ondersteuning en/of hulp ingezet kan worden waarbij geen beschikking nodig is. 20

21 Het plan van aanpak wordt opgesteld door de inwoner (en zijn eigen netwerk) en de casusuitvoerder. Het is een afsprakenkader over de inzet van inwoner, zijn eigen netwerk en voorzieningen door professionals om de inwoner zo zelfredzaam mogelijk te laten participeren. Routeplan Het routeplan wordt opgesteld wanneer en problematieken spelen binnen meerdere domeinen of als er geen consensus is over de vraag en aanpak Het routeplan is het resultaat van het rondetafelgesprek. Het routeplan wordt opgesteld door de inwoner (en zijn eigen netwerk) en de gids. Het is een afsprakenkader over de inzet van inwoner, zijn eigen netwerk en voorzieningen door professionals om de inwoner zo zelfredzaam mogelijk te laten participeren. 21

22 Bijlage 3: Toestemmingsverklaring Toestemmingsformulier Hierbij verleen ik toestemming aan:.(naam hulpverlener) werkzaam bij.(naam organisatie) om: O te overleggen met andere hulpverleners O indien nodig gegevens op te vragen bij andere hulpverleners O indien nodig te overleggen met de huisarts over mijn situatie O indien nodig medische gegevens op te vragen bij de huisarts Gegevens worden uitsluitend uitgewisseld ten behoeve van het opstellen van het plan van aanpak of routeplan en voor zolang de hulpverlening loopt. Naam: Adres: Geboortedatum: Datum: Handtekening: Handtekening hulpverlener: Eventuele opmerkingen: 22