Mini-wkk in de bloembollensector
|
|
- Edith Groen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Toepassing van wkk bij teelt en broei van tulp en hyacint Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Meerjarenafspraak energie Bloembollen- en Bolbloementeelt (KAVB, PT, LNV en telers). COGEN Projects Princenhofpark Postbus AD Driebergen Tel.: Fax
2 Mini-wkk in de bloembollensector Toepassing van wkk bij teelt en broei van tulp en hyacint Juni 2008 Uitgevoerd door: Namens de Stuurgroep MJA-e & Bloembollen- en Bolbloementeelt: Ir. Ina de Visser Ir. Erik Koolwijk Projectnummer: 321 Tel.: Fax.: Projectnummer Juni 2008 Pagina 2 van 24
3 Inhoudsopgave 1 Inleiding en vraagstelling Sector- en energiegegevens Productieprocessen Sectorstructuur Energieverbruik Analysemethodiek Haalbaarheid mini-wkk Referentieverbruiken Economische uitgangspunten Inpassing wkk in het verbruikspatroon Haalbaarheidsberekening gestandaardiseerd Gevoeligheid Energiebesparing en emissiereductie in de sector Potentieel van wkk in de tulpensector Primaire energiebesparing CO 2 emissiereductie Haalbaarheid en besparingen bij teelt en broei van hyacint Conclusies en aanbevelingen Haalbaarheid Energiebesparing en emissiereductie Aanbevelingen...19 Bijlage 1: Energievraag zes bedrijven (warmte en elektriciteit)...20 Bijlage 2: Uitgangspunten...22 Bijlage 3: Resultaten...23 Projectnummer Juni 2008 Pagina 3 van 24
4 1 Inleiding en vraagstelling Binnen de bloembollensector is veel aandacht voor energiebesparing. Naast de meerjarenafspraken energie die zijn gemaakt tussen de sector en de overheid, zijn ook de stijgende energiekosten een reden om energiebesparende maatregelen toe te passen. Een van de mogelijkheden voor energiebesparing is de toepassing van warmte-krachtkoppeling (wkk). Warmte-krachtkoppeling is het gelijktijdig opwekken van warmte en elektriciteit, wat een rendementsvoordeel oplevert vergeleken met gescheiden opwekking van warmte en elektriciteit. Toepassing van wkk is interessant in sectoren waar een hoge energievraag, zowel in de vorm van warmte als elektriciteit, optreedt. De productieprocessen in de bloembollensector vragen om grote warmteproductie, die met name voor drogen, bewaren en broei wordt ingezet. Door toenemende ziektedruk stijgt de warmtebehoefte verder. Tegelijkertijd stijgt ook de elektriciteitsvraag door toenemende mechanisering en koeling. In deze studie is gekeken naar de toepassing van wkk op bedrijven met tulp of hyacint, om op die manier bij te dragen aan het realiseren van de meerjarenafspraak. In dit rapport komen achtereenvolgens de s- en energiegegevens van de sector, de haalbaarheid van wkk en het potentieel van energiebesparing en CO 2 -emissiereductie aan bod. Projectnummer Juni 2008 Pagina 4 van 24
5 2 Sector- en energiegegevens 2.1 Productieprocessen De productieprocessen in de bollensector kunnen worden onderverdeeld in de teelt en de broei. De teelt levert als product bloembollen, de broei levert sierbloemen. Binnen dit rapport wordt gekeken naar de teelt en broei van tulp en hyacint. Teelt: bloembollen De teelt van bloembollen in de volle grond levert bollen op die kunnen worden gebruikt voor broei, herplanten of verkoop. planten tbv broei groei volle grond oogst spoelen drogen 12 uur met buitenlucht, enkele graden verwarmd pellen (tulp)/ sorteren bewaren ca. 3 maanden; waarvan 4 wk op 25ºC. rest op ca. 20ºC, veel ventilatie planten voor teelt planten voor broei verkoop heetstook Hyacint; na 4-6 wk. 2 wk ca. 38ºC, max 3 dg op 44ºC, hoge ventilatie Figuur 1: procesverloop van bollenteelt, heetstook vindt alleen plaats bij hyacint, indien nodig Broei: bolbloemen De bollen kunnen worden gebroeid op water of op potgrond. Bij waterbroei worden de bollen gekoeld en daarna geplant. Bij broei op potgrond worden de bollen geplant en vervolgens gekoeld. In onderstaand is het schema voor broei op potgrond weergegeven. planten koelen broei 9ºC tot 1ºC, 12 weken kas, belichten en trek bossen verwarmen tot ca. 18º, op water of potgrond koelen product Figuur 2: procesverloop van broei op potgrond, bij waterbroei vindt planten pas plaats na het koelen Tulpen worden voornamelijk op gespecialiseerde bedrijven geteeld. Bijna de helft van de tulpenbedrijven heeft zowel teelt als broei, andere bedrijven hebben tulpenteelt naast andere gewassen. Een klein deel van de bedrijven hebben enkel tulpenbroei als nevenactiviteit. Hyacint is vrijwel altijd een gewas in de vruchtwisseling, naast andere (bol)gewassen van bollenbedrijven met ofwel zowel teelt en broei, ofwel enkel de broei. Het bewaren en de koeling van bollen vindt plaats op het zelf of elders. Projectnummer Juni 2008 Pagina 5 van 24
6 2.2 Sectorstructuur Bijna 55% van het mondiale areaal bloembollen bevindt zich in Nederland. Circa 75% van de bollenteelt in Nederland is bestemd voor export. De resterende bollen worden in Nederland gebroeid voor de verkoop van bolbloemen. Ook van de geëxporteerde bollen is circa 55% bestemd voor broei. Tulp en hyacint nemen een belangrijke plaats in binnen de bollensector; iets meer dan 50% van het areaal bloembollen is in gebruik voor de teelt van tulp en hyacint. Sinds 1980 is het gecombineerde areaal tulp en hyacint toegenomen van iets meer dan hectare in 1980 tot meer dan hectare in 2007, waarbij het areaal tulpen het grootst is. De ontwikkeling van arealen tulp en hyacint en de totale bollensector wordt geïllustreerd in onderstaande grafiek. Volgens indicatieve cijfers van het CBS waren er in bedrijven met tulp, die gezamenlijk een teelt van hectare hadden. Hyacint werd op 204 bedrijven geteeld die gezamenlijk 1392 hectare hadden oppervlakte totaal (hectare) Figuur 3: areaal teelt bloembollen, tulpen en hyacinten 1 hyacint tulp totaal bloembollen tulp + hyacint De structuur van de bloembollensector verandert; het aantal bedrijven daalt, maar de productie per stijgt. Deze schaalvergroting is weergegeven in Figuur 4. Schaalvergroting gaat hand in hand met verdere mechanisering van het proces. De verdeling van productie over bedrijven is erg ongelijkmatig. Er is een klein aantal zeer grote bedrijven en een groot aantal kleinere bedrijven. De situatie van de teelt van tulpen is weergegeven in Figuur 5; de 20% grootste bedrijven hebben gezamenlijk 56% van de productie, terwijl de 20% kleinste bedrijven gezamenlijk slechts verantwoordelijk zijn voor 9% van de productie. 2 1 CBS data 2 Bol van energie; de bloembollensector op weg naar een nieuwe Meerjarenafspraak energie, 2007 Projectnummer Juni 2008 Pagina 6 van 24
7 gemiddelde grootte [ha] Figuur 4: schaalvergroting: stijging van het gemiddelde areaal teelt bloembollen per % teelt en broei 100% 80% 60% 40% 20% verdeling areaal 0% 0% 20% 40% 60% 80% 100% % tulpenbedrijven Figuur 5: de scheve verdeling van teelt en broei over bedrijven (tulp) Energieverbruik Er zijn in het verleden verschillende onderzoeken gedaan naar het energieverbruik bij teelt en broei van tulp en hyacint. In dit rapport wordt gebruik gemaakt van de beschikbare gegevens uit de publicatie Energiestromen tulp en hyacint (Praktijkcentrum Plant en Omgeving, 2006). Hierin worden onder cijfers aangehaald uit eerdere studies (Inventarisatie energiegebruik en besparingspotentieel in de bloembollensector, Tebodin/DLV Adviesgroep, 1994 en Energiebesparingsplannen van deelnemers van het MJA-e). Verder zijn de meest recente cijfers van PPO met betrekking tot de MJA bedrijven gebruikt uit het rapport Energieverbruik in de bloembollensector, Multiple Regressie Analyse Monitoring Data (2008). Opvallend is de grote spreiding van energieverbruik, zowel tussen als binnen de studies. Dit heeft te maken met verschillen in meetmethoden en verschillen in sprocessen, onder andere de mechanisatiegraad, duur van bewaren, ventilatie en circulatie debiet en bewaring en koeling op het zelf of elders. Onderstaande figuur geeft een overzicht van de maanden waarin de meest energie-intensieve processen plaatsvinden, voor zowel teelt (groen) als voor broei (blauw). De zwarte staven geven de spreiding van de processen weer. Drogen en bewaren vragen zowel veel warmte als elektriciteit voor verwarming, ventilatie en circulatie van lucht. Koelen vraagt elektriciteit en broei vraagt warmte. Gedurende alle seizoenen is er een basisvraag naar elektriciteit als gevolg van mechanisatie (bijvoorbeeld heftrucks, sorteermachines, pellen e.d.). De processen van tulp en hyacint lopen grotendeels parallel en zijn daarom in deze figuur gezamenlijk weergegeven. TULP en HYACINT broei koelen bewaren drogen jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Figuur 6: overzicht van tijdsperiode waarin processen plaatsvinden Op basis van het rapport Energiestromen tulp en hyacint en gegevens beschikbaar gesteld door telers is een indicatie van de verdeling van het energieverbruik over het jaar is vastgesteld voor tulp. Omdat hyacint doorgaans niet het hoofdgewas van een is, zijn er geen gedetailleerde gegevens over het verbruikspatroon van teelt en broei van hyacint beschikbaar. De volgende analyse splitst zich dan ook toe op het energieverbruik bij teelt en broei van tulp. Teelt en broei worden in deze paragraaf gescheiden behandeld omdat deze activiteiten niet in een vaste verhouding optreden bij bedrijven. Projectnummer Juni 2008 Pagina 7 van 24
8 Teelt De warmtevraag van teelt wordt veroorzaakt door het drogen en bewaren van de bollen na de oogst. Warm water wordt via het CV systeem door droogwanden geleid, die vervolgens de warmte overdragen op de ventilatielucht. Het droogproces is relatief kort maar energie-intensief. Het bewaarproces duurt langer maar is minder energie-intensief omdat het ventilatiedebiet lager is. Wanneer tijdens het bewaren van hyacint heetstook wordt toegepast, is er een extra warmtevraag. De gasvraag voor drogen en bewaren wordt sterk beïnvloed door het al dan niet gebruiken van kaslucht, het ventilatiedebiet en de temperatuur en luchtvochtigheid van de buitenlucht. Figuur 7 geeft de relatieve verdeling van het energieverbruik voor teelt over het jaar. Tabel 1 geeft de energieverbruiken voor broei per jaar in verschillende studies. Teelt van tulpen levert ongeveer leverbare bollen (bollen voor broei) per hectare (ca. 14 m 3 ). Teelt van hyacint levert ongeveer leverbare bollen (bollen voor broei) per hectare. verdeling energieverbruik teelt in % % van jaarverbruik 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% warmtevraag teelt elektriciteitsvraag teelt jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Figuur 7: relatieve verdeling van het energieverbruik bij teelt Het elektriciteitsverbruik tijdens de teelt komt met name voor rekening van luchtcirculatie en ventilatie tijdens drogen en bewaren, en mechanisatie zoals heftrucks en machines die worden gebruikt bij pellen en sorteren. tulp hyacint m 3 gas / ha kwh/ha m 3 gas / ha kwh/ha Tebodin/DLV * EBP PPO ** PPO * gemiddelde van gaasbak en palletkist ** gewogen gemiddelde over de vijf bedrijven Tabel 1: jaarlijkse energieverbruiksgegevens teelt tulp en hyacint Broei De elektriciteitsvraag tijdens de broei wordt voornamelijk veroorzaakt door koeling van de bollen voor zij de kas in gaan en bij verwerking van het product uit de kas (onder andere bossen en koelen van het product). Ook heftrucks vormen een aanzienlijke post van elektriciteitsverbruik. De warmtevraag treedt op bij verwarming van de kas. Het energieverbruik is onder andere afhankelijk van de buitentemperatuur en broei op water of potgrond. Onderstaande figuur geeft de relatieve verdeling van het energieverbruik voor broei over het jaar. Tabel 2 geeft de energieverbruiken voor broei per jaar in verschillende studies. 3 Energieverbruik in de bloembollensector, Multiple Regressie Analyse Monitoring Data , februari 2008 Projectnummer Juni 2008 Pagina 8 van 24
9 verdeling energieverbruik broei in % % van jaarverbruik 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% warmtevraag broei elektriciteitsvraag broei jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Figuur 8: relatieve verdeling van het energieverbruik bij broei tulp hyacint m 3 gas / stuks kwh/1.000 stuks m 3 gas / stuks kwh/1.000 stuks Tebodin/DLV ,6 3,1 32,7 * -- EBP ,1 24,4 21,7 64,7 PPO ,65 19,38 27,0 ** PPO * gemiddelde van pothyacint en snijhyacint ** onderschatting Tabel 2: jaarlijkse energieverbruiksgegevens broei tulp en hyacint Meerjarenafspraak energie Zowel de teelt als broei van bloembollen zijn energie-intensieve processen. Bij de teelt gaat het met name om het verwerkingsproces van de bol na de oogst: het drogen en bewaren vergen grote vermogens aan verwarming. Voor broei is zowel koeling als verwarming nodig. Door een toename van mechanisering, een toename van bollenteelt op zware grond en stijging van de ziektedruk neemt het energieverbruik in de sector toe. Samen met de stijgende energieprijzen leidt dit tot een verhoging van het aandeel van energiekosten in de totale kosten. In 1995 bedroegen de energiekosten nog 3% van de totale kosten, in 2005 was dat aandeel al gestegen tot 7%. 2 In 1998 is de eerste Meerjarenafspraak Energie (MJA-e) gesloten tussen de overheid en de bloembollensector. De doelstelling was een verbetering van de energie-efficientie met 22% in het jaar 2005 (t.o.v. 1995) en een aandeel duurzame energie van 4%. In december 2005 heeft de Stuurgroep besloten de meerjarenafspraak van de bloembollensector met één jaar te verlengen door lineaire extrapolatie van de doelstellingen. De MJA-e voor de bloembollensector heeft als doel de energie efficiëntie met 24,2% te verbeteren in 2006 ten opzichte van Daarnaast is streven naar de toepassing van 4,4% duurzaam opgewekte energie in het jaar Ondanks een aanzienlijke reductie van het energiegebruik per product, is de doelstelling aangaande efficiëntieverbetering niet gehaald, de energie-efficiëntie is in deze periode met 21,1% verbeterd. Het aandeel duurzame energie bedroeg nog circa 3% in In 2007 is een nieuwe MJA-e gesloten voor de periode De doelstelling is om in 2011 een verdere verbetering van de efficiëntie van 11% te halen (t.o.v. 2006). Ten opzichte van het referentiejaar 1995 wordt dan een energiebesparing van 30% gerealiseerd. Het streven met betrekking tot aandeel duurzame energie, is 6,4%. 5 4 Monitoring MJA-e bloembollensector 2006, Syncera in opdracht van SenterNovem 5 Meerjarenafspraak energie; Bloembollen en bolbloementeelt Projectnummer Juni 2008 Pagina 9 van 24
10 3 Analysemethodiek De sector is zeer divers; zowel sgrootte als werkwijze varieert sterk tussen bedrijven, waardoor energieverbruiken en verbruikspatronen uiteenlopen. Bovendien zijn niet alle gegevens voldoende gedetailleerd beschikbaar, dit geldt met name voor verbruikspatronen van teelt en broei van hyacint. Dit heeft te maken met het feit dat hyacint voornamelijk een gewas in de vruchtwisseling van een is, naast andere bloembollen die op hetzelfde worden geteeld. Omdat een wkk moet optimaal aansluiten bij het totale energieverbruik van een als geheel wordt in deze studie geen generieke uitspraak gedaan over de haalbaarheid van en energiebesparing door wkk bij teelt en broei van hyacint. In dit rapport zullen de verbruiksgegevens van tulp leidend zijn en verder worden uitgewerkt. In hoofdstuk 5 wordt verder ingegaan op teelt en broei van hyacint. Figuur 7 toont dat de warmtebehoefte van de teelt is geconcentreerd in de maanden juni tot november (6 maanden). Figuur 8 toont dat de warmtebehoefte voor de broei grotendeels plaatsvindt in december tot maart (4 maanden). WKK installaties worden doorgaans gedimensioneerd op de warmtevraag en zullen enkel bij een voldoende grote warmtevraag worden ingezet. Bij een teelt zal de wkk dus enkel gedurende 6 maanden per jaar worden ingezet, en bij een broei gedurende 4 maanden. Ervaring leert dat een stookseizoen van 4 of 6 maanden te kort is om wkk rendabel toe te passen. Wanneer zowel teelt en broei op een plaatsvinden, wordt het stookseizoen verlengd tot 9 à 11 maanden per jaar. Een dergelijk lang stookseizoen is geen beperking meer voor de inzet van wkk. De rentabiliteit is dan nog wel afhankelijk van andere factoren. In dit rapport zal dan ook gekeken worden naar toepassing van wkk op bedrijven met zowel teelt als broei van tulp omdat het aantal draaiuren van de wkk dan voldoende groot kan zijn. Om inzicht te krijgen in de toepassing van wkk zonder afbreuk te doen aan de complexiteit van de sector, worden een zestal bedrijven doorgerekend met tulp als hoofdgewas. De gedefinieerde bedrijven zijn een groot (70 ha teelt), middelgroot (25 ha teelt) en klein (10 ha teelt). Deze teeltarealen zijn zo gekozen dat zij zo veel mogelijk representatief zijn voor de sector. De broei van deze bedrijven zijn vastgesteld op 35% en 130% van de leverbare bollen (bollen geschikt voor broei). Bij het broeien van 35% van de leverbare bollen worden de overige bollen verkocht en elders gebroeid. Bij de broei van 130% van de leverbare bollen worden naast de eigen bollen ook bollen van anderen gebroeid. Er wordt uitgegaan van leverbare bollen per hectare teelt. Tabel 3 en Tabel 4 geven een overzicht van de bedrijven waarmee is gerekend. In Bijlage 1 zijn gasen elektriciteitsverbruiken per maand van de zes bedrijven weergegeven. klein middelgroot groot nadruk teelt (type A) 1A 2A 3A nadruk broei (type B) 1B 2B 3B Tabel 3: indeling bedrijven teelt [ha] broei [* stuks] 1A B A B A B Tabel 4: eigenschappen bedrijven Deze stap resulteert in zes verbruikspatronen die de breedte van de sector dekken. Voor de teelt en broei van hyacint zijn geen aparte verbruikspatronen opgesteld, omdat dit voornamelijk een nevengewas is, vaak worden ook andere (bol)gewassen geteeld en gebroeid op deze bedrijven. Projectnummer Juni 2008 Pagina 10 van 24
11 4 Haalbaarheid mini-wkk De haalbaarheid van wkk zal worden bepaald door de situatie met wkk te vergelijken met de situatie zonder wkk op een zestal gestandaardiseerde bedrijven. Eerst is globaal bepaald welk vermogen van een wkk installatie optimaal is voor de bedrijven. Vervolgens wordt met behulp van investerings-, onderhouds- en energiekosten berekend wat de terugverdientijd van de wkk-installatie is. Hierbij is rekening gehouden met landelijke (subsidie) regelingen. 4.1 Referentieverbruiken Momenteel betrekt het grootste deel van de telers elektriciteit uit het net. In de bollensector is circa 3% van de toegepaste elektriciteit afkomstig uit duurzame bronnen (2006). Warmte wordt voornamelijk lokaal geproduceerd met behulp van gasgestookte ketels. Voor droging wordt ook wel kaslucht gebruikt, waardoor een besparing op de warmtevraag wordt gerealiseerd. In dit rapport wordt uitgegaan van de referentiesituatie waarin grijze elektriciteit wordt ingekocht uit het net. Deze elektriciteit wordt opgewekt met een rendement van 42,6% (gemiddeld Nederlands centrale park inclusief netverliezen). De warmtevraag wordt ingevuld met behulp van gasgestookte ketels met een rendement van 90%. De emissiefactoren die gepaard gaan met dit energieverbruik worden weergegeven in Tabel 5. elektriciteit [kg CO 2/kWh] 0,53 warmte [kg CO 2/m 3 gasverbruik] 1,78 elektrisch rendement centrale park (incl. netverliezen) 42,6% Tabel 5: emissiefactoren elektriciteit en warmte en referentierendement elektriciteit In dit rapport worden referentieverbruiken gebruikt zoals weergegeven in Tabel 6, gebaseerd op de meest recente cijfers van PPO. 3 Verdeling van het verbruik over het jaar is vastgesteld zoals weergegeven in Figuur 7 en Figuur 8. Het energieverbruik van de gedefinieerde bedrijven is samengevat in Tabel 7 en Figuur 9. elektriciteitsverbruik gasverbruik teelt kwh/ha m 3 /ha broei 25 kwh/1.000 stuks 20 m 3 /1.000 stuks Tabel 6: referentieverbruiken tulp elektriciteitsvraag [kwh/jr] gasverbruik [m 3 /jr] netto warmtevraag [kwh/jr] 1A B A B A B Tabel 7: overzicht energievraag 1A-3B De verbruiksgegevens van de bezochte bedrijven tonen een elektriciteitsafnamepatroon waarbij de helft van de elektriciteit gedurende de plateau-uren wordt afgenomen, en de helft gedurende de daluren. Hier is in de berekeningen dan ook vanuit gegaan. Projectnummer Juni 2008 Pagina 11 van 24
12 elektriciteitsverbruik *1.000 kwh gasverbruik elektriciteitsgebruik grens grootverbruik gas 1A 1B 2A 2B 3A 3B Figuur 9: jaarlijks gas- en elektriciteitsverbruik van de zes gedefinieerde bedrijven gasverbruik *1.000m Bedrijf type A netto warmtevraag [kwh] elektriciteit [kwh] Bedrijf type B netto warmtevraag [kwh] elektriciteit [kwh] jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec 0 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Figuur 10: energieverbruikspatroon in kwh van een met weinig broei (type A) en veel broei (type B) met gelijk areaal voor teelt Figuur 10 toont het verloop van het verbruikspatroon van een met weinig en met veel broei (resp. type A en type B). Bij het type B is duidelijk te zien dat de broei voor een duidelijke piek in de warmtevraag zorgt van november tot april. De warmtevraag in juni en juli wordt veroorzaakt door het drogen van de bollen. De bedrijven 1A, 2A en 3A vertonen gelijke patronen met verschillende absolute waarden. Hetzelfde geldt voor de bedrijven 1B, 2B en 3B. Bijlage 1 toont de verbruikskrommen over het jaar van de zes bedrijven. 4.2 Economische uitgangspunten In de haalbaarheidsberekeningen wordt uitgegaan van energieprijzen zoals in onderstaande tabel opgenomen. De prijzen zijn gebaseerd op de Endex prijzen van 14 april 2008 (gemiddelde van forwards voor ), waarbij een toeslag is opgeteld in verband met de tussenkomst van leveringsbedrijven. De onderstaande tabel toont de commodityprijzen voor inkoop en verkoop van elektriciteit en inkoop van aardgas. elektriciteit inkoop [ /kwh] elektriciteit verkoop [ /kwh] aardgas [ /m 3 ] plateau-uren daluren plateau-uren daluren 1A 9,93 5,95 8,43 4,45 27,58 1B 9,83 5,85 8,43 4,45 27,58 2A 9,73 5,75 8,43 4,45 27,58 2B 9,63 5,65 8,43 4,45 26,58 3A 9,53 5,55 8,83 4,85 26,58 3B 9,43 5,45 8,83 4,85 26,08 Projectnummer Juni 2008 Pagina 12 van 24
13 Tabel 8: commodity prijzen elektriciteit en aardgas Bovenop de commodityprijzen zijn leveringskosten en energiebelasting verschuldigd. In de tariefstructuur van gas wordt onderscheid gemaakt naar grootverbruikers en kleinverbruikers. De tarieven voor grootverbruikers zijn aanzienlijk gunstiger door veranderende distributiekosten, en in mindere mate door afnemende belastingtarieven. De grens voor grootverbruik is vastgesteld op een inkoop van gas van m 3 per jaar. De bloembollensector betaalt het lage energiebelastingtarief dat geldt voor de tuinbouw. Een tabel met overige financiële uitgangspunten is opgenomen in Bijlage 2. In de berekeningen is uitgegaan van gebruikmaking van de Energie InvesteringsAftrek (EIA). Hierdoor wordt het netto investeringsbedrag verlaagd door een belastingvoordeel voor bedrijven die winst maken. Er is geen rekening gehouden met een exploitatiesubsidie (bijvoorbeeld SDE). Bij de bepaling van de investeringskosten is uitgegaan van plaatsing in het bestaande ketelhuis, er is geen rekening gehouden met extra bouwkundige kosten. 4.3 Inpassing wkk in het verbruikspatroon Voor efficiënte toepassing van wkk is het van belang dat de warmtevraag en elektriciteitsvraag gedeeltelijk gelijktijdig optreden, zodat de geproduceerde elektriciteit grotendeels achter de meter kan worden gebruikt. Dit komt de economische haalbaarheid van de installatie ten goede. Bij een waar zowel teelt als broei plaatsvindt, zal de hoge elektriciteitsvraag optreden in juni tot november (drogen en bewaren), en de hoge warmtevraag in december tot maart, wanneer de kas wordt verwarmd voor de broei en juli (drogen) (zie voor illustratie Figuur 10). Om het optimale vermogen van de wkk installatie te bepalen worden verbruikspatronen over het jaar van de zes bedrijven opgesteld. De verbruikspatronen laten ook het verschil zien tussen bedrijven met relatief veel en weinig broei, zoals eerder is toegelicht. De resultaten zijn te vinden in Bijlage 1. Uit ervaring blijkt dat een vollast stijd van circa uur nodig is om een wkk van het betreffende vermogen zonder netlevering rendabel toe te kunnen passen. Wanneer er in de plateauuren elektriciteit aan het net wordt geleverd kan veelal met minder draaiuren worden volstaan. De warmtevraag in de broeiperiode (zes maanden) is op zichzelf dus niet voldoende, de wkk zal ook tijdens het drogen en bewaren ingezet moeten worden. De warmtevraag tijdens drogen is lager dan tijdens de broeiperiode voor beide typen bedrijven. Hierdoor wordt het toe te passen thermisch vermogen zowel bij de type A als type B bedrijven bepaald door de warmtevraag tijdens het drogen. Voor bedrijven die veel broeien (type B) betekent dit dat de wkk slechts een klein deel van de jaarlijkse warmtevraag kan invullen. De bestaande ketel zal in alle gevallen in gebruik blijven, naast de wkk. Elektriciteitslevering in de daluren waarin de elektriciteitsprijs laag is, is doorgaans niet rendabel, de elektriciteitsprijs dekt niet de kosten van de productie. De berekeningen zijn daarom uitgevoerd voor twee regelingen, ten eerste de situatie zonder netlevering van elektriciteit en ten tweede de situatie van netlevering van elektriciteit in de plateau-uren. Er zijn voor ieder twee berekeningen uitgevoerd; met en zonder elektriciteitslevering aan het net in de plateau-uren. Wanneer er elektriciteit aan het net wordt geleverd tijdens plateau-uren kan een grotere wkk worden ingezet omdat de elektriciteitsbehoefte tijdens plateau-uren binnen het dan niet beperkend is. De dekking van de warmtevraag door de wkk is dan ook groter. Omdat de rentabiliteit van wkk afhankelijk is van een groot aantal factoren, moet er een aparte berekening worden uitgevoerd voor wkk met en zonder elektriciteitslevering tijdens plateau-uren. Voor optimale inzet van wkk in de plateau-uren is gerekend met een warmtebuffer waarin warmte voor zes uur kan worden opgeslagen. Dit komt neer op een buffer van enkele kubieke meters (afhankelijk van de warmtebehoefte). Er wordt niet gerekend met warmtevernietiging. De warmte kan via het bestaande CV systeem worden verspreid Projectnummer Juni 2008 Pagina 13 van 24
14 4.4 Haalbaarheidsberekening gestandaardiseerd In dit hoofdstuk worden als illustratie zes tulpenbedrijven doorgerekend met behulp van de eerder genoemde cijfers. De haalbaarheidsberekeningen bestaat uit drie stappen. Een technische analyse waarin wordt bepaald welke wkk optimaal in het verbruikspatroon kan worden ingepast. Dit wordt gedaan voor de zes typen bedrijven, zowel met als zonder netlevering in de plateau-uren. De resultaten zijn de vinden in Tabel 9. De technische uitgangspunten zijn te vinden in Bijlage 2. Een economische analyse waarbij de financiële gevolgen van de toepassing van deze wkk in kaart worden gebracht. Hieruit volgt de financiële haalbaarheid van toepassing van wkk. De economische uitgangspunten zijn te vinden in Bijlage 2. Een verbruiksanalyse van de gevolgen van de toepassing van wkk waar de energieverbruiken, de energiebesparing en CO 2 -emissiereductie in kaart worden gebracht. Verbruik gas en elektriciteit, kosten en emissies De bedrijven worden vergeleken met een referentiesituatie op het gebied van gasverbruik, elektriciteitsinkoop, kosten en emissie van CO 2. De referentiesituatie is eerder in dit hoofdstuk beschreven. Tabel 9 geeft een samenvatting van de gevolgen van toepassing van wkk in de zes bedrijven, waarbij de terugverdientijd is bepaald op basis van netto contante kasstromen. Voorts wordt de IRR na 15 jaar (Internal Rate of Return, of interne rentevoet) weergegeven. Meer gedetailleerde resultaten zijn te vinden in Bijlage 3. vermogen wkk [kw e] gasverbruik [ m 3 /jr] elektriciteitsinkoop [kwh/jr] terugverdientijd [jr] IRR [%] 1A referentie wkk zonder netlevering ,6 1% wkk met netlevering ,2 4% 1B referentie wkk zonder netlevering ,0 8% wkk met netlevering ,7 12% 2A referentie wkk zonder netlevering ,9 6% wkk met netlevering ,9 11% 2B referentie wkk zonder netlevering ,8 15% wkk met netlevering ,5 12% 3A referentie wkk zonder netlevering ,8 25% wkk met netlevering ,3 16% 3B referentie wkk zonder netlevering ,6 37% wkk met netlevering ,7 26% Tabel 9: overzicht resultaat toepassing wkk IRR [%] 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% per jaar A 1B wkk zonder netlevering wkk met netlevering 1A 1B wkk zonder netlevering wkk met netlevering 2A 2B 2A 2B 3A 3A 3B 3B Projectnummer Juni 2008 Pagina 14 van 24
15 Figuur 11: interne rentevoet (a) en jaarlijkse kostenbesparing (b) door wkk WKK blijkt in een aantal stypen zeer rendabel te kunnen worden toegepast. In de kleinere bedrijven is toepassing mogelijk, maar zijn terugverdientijden redelijk hoog. Voor de bepaling van het potentieel in de sector wordt ervan uitgegaan dat een IRR van minimaal 15% leidt tot een investeringsbeslissing (aangegeven in rood in Figuur 12). Toepassing van wkk is dan aantrekkelijk in de grootste bedrijven waarbij de IRR hoger ligt dan 15%. Bij deze bedrijven is de terugverdientijd lager dan 6 jaar. Bij 2B is de interne rentevoet exact 15%. 4.5 Gevoeligheid Bij een stijgende gasprijs stijgen de operationele kosten van de wkk en zal de terugverdientijd toenemen. Bij een hogere elektriciteitsprijs stijgen de vermeden energiekosten en bij netlevering ook de inkomsten. De terugverdientijd wordt daarmee verkort. Om inzicht te krijgen in de invloed van de energieprijzen zijn de terugverdientijden ook uitgerekend voor een verhoging van de gasprijs van 10% en bij een verhoging van de elektriciteitsprijs van 10%. Onderstaande tabel en Figuur 12 geven de resultaten. veronderstelde energieprijzen gasprijs 10% hoger elektriciteitsprijs 10% hoger terugverdientijd [jr] 1A wkk zonder netlevering ,0 12,1 wkk met netlevering 10,2 10,6 9,2 1B wkk zonder netlevering 8,0 8,2 7,3 wkk met netlevering 6,7 6,8 6,1 2A wkk zonder netlevering 8,9 9,3 7,7 wkk met e-levering 6,9 7,2 6,0 2B wkk zonder netlevering 5,8 6,2 5,2 wkk met netlevering 6,5 7,2 5,7 3A wkk zonder netlevering 3,8 4,1 3,4 wkk met netlevering 5,3 5,7 4,7 3B wkk zonder netlevering 2,6 2,8 2,3 wkk met netlevering 3,7 4,0 3,7 Tabel 10: gevoeligheid van terugverdientijd voor stijgende energieprijzen terugverdientijd [jr] 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 16,0 1A 1B 2A 2B 3A 3B wkk zonder netlevering wkk met netlevering wkk zonder netlevering wkk met netlevering wkk zonder netlevering wkk met netlevering wkk zonder netlevering wkk met netlevering wkk zonder netlevering wkk met netlevering wkk zonder netlevering wkk met netlevering elektriciteitsprijzen + 10% veronderstelde prijzen gasprijzen + 10% Figuur 12: terugverdientijd bij stijgende energieprijzen Projectnummer Juni 2008 Pagina 15 van 24
16 5 Energiebesparing en emissiereductie in de sector Hier zal worden ingegaan op energiebesparing en reductie van CO 2 -emissie die is te realiseren door de inzet van wkk in de tulpensector. Eerder is al toegelicht dat met betrekking tot hyacint geen voldoende betrouwbare conclusies zijn te trekken vanwege het gebrek aan betrouwbare data en de gecombineerde teelt met andere (bol)gewassen. In paragraaf 5.4 wordt in een korte analyse ingegaan op de toepassing van wkk bij hyacint. 5.1 Potentieel van wkk in de tulpensector De analyses in het vorige hoofdstuk maken duidelijk dat wkk in de allerkleinste bedrijven vaak niet kan worden toegepast met een terugverdientijd die voor ondernemers interessant is. Wanneer wordt uitgegaan van rendabele toepassing wanneer een IRR van minimaal 15% wordt bereikt, dan is toepassing in bedrijven in het grotere segment met zowel teelt als broei interessant. Een schatting op basis van de verdeling van areaal uit Figuur 5 leert dat het dan om naar schatting 10% van de bedrijven gaat met circa 40% van de productie. Om een indicatie te geven van de primaire energiebesparing en de reductie in CO 2 -emissie, zal in de volgende paragrafen worden gerekend met toepassing van wkk in dit segment. 5.2 Primaire energiebesparing WKK levert een primaire energiebesparing door het efficiënt benutten van aardgas. In onderstaande figuur wordt de primaire energiebesparing die wordt gerealiseerd in onderzochte bedrijven weergegeven in gigajoule en in procenten. De primaire energiebesparing die wordt bereikt door toepassing van wkk ligt tussen de 6% en 15% voor de berekende bedrijven. primaire energiebesparing [GJ] primaire energiebesparing [%] 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 1A 1B wkk zonder netlevering wkk met netlevering 1A 1B 2A 2B 2A 2B 3A 3A 3B 3B Figuur 13: primaire energiebesparing in GJ (a) en procenten (b) wkk zonder netlevering wkk met netlevering De verschillen tussen wkk met netlevering en wkk zonder netlevering zijn marginaal; beiden bereiken procentueel ongeveer evenveel primaire energiebesparing. Toepassing van wkk zonder netlevering op 1A levert een relatief hoge besparing op omdat hier is gerekend met toepassing van twee wkk s van 5 kw e, dit omdat wkk s van 10 kw e niet in Nederland op de markt zijn. Twee kleine wkk s hebben een groter regelbereik dan een grotere, wat leidt tot een hoge benutting. De grotere investering maakt het echter niet in alle gevallen de meest financieel aantrekkelijke optie. Het potentieel van wkk is bepaald op 10% van de tulpenbedrijven met gezamenlijk 40% van de productie. Gemiddeld behalen de grotere bedrijven in de berekende cases (3A en 3B) een energiebesparing van 7,4%. Een inschatting van het potentieel van primaire energiebesparing in de gehele tulpensector komt hiermee op 3,0% als het totale potentieel wordt ingevuld. Bij een totaal energieverbruik van de tulpenteelt en broei van 2740 TJ per jaar 2 komt dit op een jaarlijkse besparing van 82 TJ. Bij deze berekeningen wordt geen rekening gehouden met een lager energiegebruik per product op grotere bedrijven. Projectnummer Juni 2008 Pagina 16 van 24
17 5.3 CO 2 emissiereductie Bij toepassing van wkk wordt de emissie van CO 2 gereduceerd. De mate van reductie die kan worden gerealiseerd in de voorbeeldbedrijven is weergegeven in Figuur 14. Duidelijk is dat een hogere emissiereductie kan worden bereikt door levering van elektriciteit aan het net. Dit komt omdat wkk een lagere emissiefactor heeft dan het centrale park dat als referentie dient. emissiereductie [ton/jr] emissiereductie [%] 0% 5% 10% 15% 20% 25% 1A 1B 2A 2B wkk zonder netlevering wkk met netlevering 1A 1B 2A 2B 3A 3B 3A 3B wkk zonder netlevering wkk met netlevering Figuur 14: emissiereductie t.g.v. toepassing wkk in ton per jaar (a) en procenten (b) Het potentieel van wkk is bepaald op 10% van de bedrijven met gezamenlijk 40% van de productie. Gemiddeld behalen de grotere bedrijven in de berekende cases (3A 3B) een emissiereductie van 9,2%. Een inschatting van het potentieel van emissiereductie in de sector komt hiermee op 3,7% als het totale potentieel wordt ingevuld. De totale emissie van de tulpensector, berekend volgens de eerder geformuleerde uitgangspunten, is ton CO 2. Een besparing van 3,7% leidt tot een vermindering van de uitstoot met ton CO 2. Hierbij wordt geen rekening gehouden met een lager energiegebruik per product op grotere bedrijven. 5.4 Haalbaarheid en besparingen bij teelt en broei van hyacint Eerder is al aangegeven dat de haalbaarheid van wkk op bedrijven met hyacint niet eenduidig kan worden gegeven omdat hyacint slechts zelden de hoofdactiviteit van bollenbedrijven is, en de haalbaarheid van wkk afhankelijk is van het totale energieverbruikpatroon op een. Een sectoroverzicht en verbruikspatronen van bedrijven met hyacint in combinatie met andere gewassen zijn niet beschikbaar bij in publicaties, bij PPO of de KAVB. Wel kunnen een aantal meer algemene opmerkingen worden geplaatst. Wanneer ervan uit wordt gegaan een met o.a. hyacint een vergelijkbaar verbruikspatroon heeft als een tulpen, zoals weergegeven in Figuur 11, dan is wkk bij een zekere schaalgrootte wel mogelijk. Het moet dan wel een grootverbruiker van gas zijn met een gasvraag van tenminste m 3 per jaar. De tariefstructuur van grootverbruikers van gas is gunstiger voor toepassing van wkk. Wanneer de verbruiksgegevens van Tabel 1 en Tabel 2 van tulp en hyacint worden vergeleken, wordt duidelijk dat het gasverbruik voor hyacint bij zowel teelt als broei ongeveer het dubbele is van het verbruik van tulp. Het elektriciteitsverbruik is hoger tijdens de broei, maar lager tijdens drogen en bewaren. Een hoger elektriciteitsgebruik tijdens de broei is gunstig, omdat dan mee elektriciteit op het eigen kan worden gebruikt, wat financieel aantrekkelijker is dan netlevering. Het lagere elektriciteitsverbruik ten gevolge van drogen en bewaren kan ook positief werken omdat de warmtevraag in die perioden ook relatief laag is. Harde uitspraken over de haalbaarheid en besparingen van wkk bij teelt en broei van hyacint kunnen alleen met de beschikbaarheid van meer nauwkeurige verbruiksdata op sniveau worden vastgesteld. Belangrijk is hierbij dat er een langdurige warmtevraag is gedurende het jaar zodat de wkk voldoende draaiuren kan maken. Projectnummer Juni 2008 Pagina 17 van 24
18 6 Conclusies en aanbevelingen Er is een groot potentieel voor energiebesparing in de bollensector. De energiekosten stijgen voor de sector en bedragen nu circa 7% van de kostprijs van het eindproduct. Andere trends zijn schaalvergroting van bedrijven, dalende warmtevraag en toenemende elektriciteitsvraag per product en een daling van de energievraag per product, zoals vastgelegd in de Meerjarenafspraak Energie. WKK kan worden toegepast als maatregel om energie te besparen. Het bepalen van de haalbaarheid en energiebesparing van wkk wordt beïnvloedt door de grote diversiteit in de sector; diversiteit in energieverbruik per product en per jaar, somvang en processen. Ook de rentabiliteit van wkk hangt af van veel factoren waaronder het energieverbruikpatroon, de piekbehoefte, prijzen van gasen elektriciteit en aansluitingen. Omdat het niet eenvoudig is om generieke uitspraken te doen is in deze studie gewerkt met een aantal fictieve voorbeeldbedrijven. Dit om recht te doen aan de grote verscheidenheid binnen de sector. De bedrijven zijn gekozen als klein, middelgroot en groot, met weinig of veel broeiactiviteiten. Uit de analyse blijkt dat de omvang van de broei slechts beperkt invloed heeft op de resultaten, omdat de wkk in alle gevallen moet worden gedimensioneerd op de warmtevraag tijdens de droog- en bewaarperiode. 6.1 Haalbaarheid Uit de berekeningen aan de voorbeeldbedrijven blijkt dat als stelregel kan worden gezegd dat wkk rendabel kan worden toegepast op de grotere bedrijven waar zowel teelt als broei plaatsvindt. Uit haalbaarheidsberekeningen voor verschillende typen bedrijven blijkt dat op de minimaal 10% grootste tulpenbedrijven in de sector wkk rendabel kan worden toegepast. Deze kleine groep bedrijven levert gezamenlijk 40% van de binnenlandse productie. De doorgerekende middelgrote bedrijven komen dicht bij het haalbaarheidscriterium van een IRR van minimaal 15%. De investeringskosten per kw e van de kleine wkk s die hier worden toegepast (elektrisch vermogen <70 kw) liggen aanmerkelijk hoger dan bij wkk s met een groter vermogen. Bovendien is geen vrijstelling van energiebelasting voor wkk kleiner dan 60 kw e. Omdat de haalbaarheid in dit segment dicht bij het criterium komt, kan met een relatief kleine subsidie wkk ook voor deze bedrijven haalbaar worden. Ook prijsontwikkelingen in de markt van wkk s, waardoor investeringskosten lager worden, vergroten de haalbaarheid. Toepassing van meerdere kleine wkk s die in cascade worden geschakeld geven een betere benutting in maanden met een lage warmtevraag. Het investeringsbedrag zal in dat geval echter vaak aanzienlijk hoger liggen. Of de toepassing van in cascade geschakelde wkk s gunstig is moet per worden bekeken. Hyacint wordt vrijwel nooit als hoofdgewas geteeld en gebroeid. De haalbaarheid van wkk is afhankelijk van de activiteiten die hiernaast plaatsvinden op het. De beschikbare informatie duidt erop dat wkk ook kan worden toegepast bij telers en broeiers van hyacint die grootverbruiker zijn van gas (jaarverbruik tenminste m 3 ), dit in verband met de tariefstructuur van aardgas, en gedurende het grootste deel van het jaar een warmtevraag hebben. 6.2 Energiebesparing en emissiereductie Wanneer energiebesparing als doel wordt gesteld, is vraagreductie de eerste stap. Er zijn tal van mogelijkheden voor vraagreductie in de bollensector in ontwikkeling, zoals warmteterugwinning uit ventilatielucht, temperatuurintegratie in de kas en het drogen van bollen met kaslucht. De energievraag die vervolgens resteert, kan deels efficiënt worden ingevuld met wkk. Op tulpenbedrijven met zowel teelt als broei leidt toepassing van wkk gemiddeld tot een primaire energiebesparing van 7,4% 6 en een emissiereductie van 9,2%. 6 Wanneer wkk in het volledige berekende potentieel (10% van de bedrijven met 40% van de reductie) wordt toegepast, kan dit leiden 6 Dit is de gemiddelde berekende besparing op de grotere bedrijven waar wkk een haalbaar alternatief is. Projectnummer Juni 2008 Pagina 18 van 24
19 tot een primaire energiebesparing binnen de tulpenteelt en broei van 3,0% en een emissiereductie van 3,7%. 6.3 Aanbevelingen Dit rapport geeft globaal inzicht in de mogelijkheden voor wkk in de tulpensector. De toepassing van wkk blijkt voor grotere bedrijven een kosteneffectieve manier te zijn om het energieverbruik terug te dringen en daarmee de emissie van CO 2 te verlagen. Ook bij kleinere bedrijven leidt toepassing tot energiebesparing maar remmen de relatief hoge investeringen de toepassing. Voor een verfijning van de resultaten kunnen een aantal bedrijven benaderd worden om als demonstratieprojecten te fungeren. Hierbij kunnen een aantal wkk s worden berekend en geplaatst op bedrijven waarbij dit economisch haalbaar is. Door er een meettraject aan te verbinden is goed inzicht te krijgen in de invulling van de energievraag door de wkk en de daaruit voortkomende energiebesparing en emissiereductie. Door betrokkenheid van telers en leveranciers krijgen demonstratieprojecten grote waarde voor partijen aan zowel de vraag- als aanbodzijde. Door betrokkenheid van een onafhankelijke partij die het meettraject kan monitoren kunnen objectieve resultaten met betrekking tot energiebesparing en emissiereductie worden gecommuniceerd. Naast het vergroten van de kennis over toepassing van mini-wkk in de sector, is het vergroten van de bekendheid van de technologie van belang. Hiervoor kunnen, in samenspraak met de diverse brancheverenigingen, informatie-avonden worden opgezet of kennis worden verspreid middels brochures en artikelen in vakbladen. Uit onze ervaring in de glastuinbouwsector is gebleken dat ook een goed draaiende wkk een grote bekendheid van de technologie in de sector genereert. Als volgende stap kan een webtool de haalbaarheid van wkk beter inzichtelijk maken voor telers. Het invullen van energiegegevens leidt hier tot een advies met betrekking tot toepassing van wkk. Om het inzicht in de toepasbaarheid van wkk voor hyacint te vergroten kan een studie worden uitgevoerd naar de sectorstructuur. Dit geeft inzicht in het energieverbruik van een met hyacint in combinatie met andere gewassen, en daarmee kan meer gedetailleerd de haalbaarheid van wkk worden bekeken. Projectnummer Juni 2008 Pagina 19 van 24
20 Bijlage 1: Energievraag zes bedrijven (warmte en elektriciteit) Bedrijf 1A Energie [kwh] netto w armtevraag [kwh] elektriciteit [kwh] jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Energie [kwh] Bedrijf 1B netto w armtevraag [kwh] elektriciteit [kwh] jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Energie [kwh] Bedrijf 2A netto w armtevraag [kwh] elektriciteit [kwh] jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Projectnummer Juni 2008 Pagina 20 van 24
21 Bijlage 1: vervolg Energie [kwh] Bedrijf 2B netto w armtevraag [kwh] elektriciteit [kwh] jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Energie [kwh] Bedrijf 3A netto w armtevraag [kwh] elektriciteit [kwh] jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Energie [kwh] Bedrijf 3B netto w armtevraag [kwh] elektriciteit [kwh] jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Projectnummer Juni 2008 Pagina 21 van 24
22 Bijlage 2: Uitgangspunten uitgangspunten teelt leverbare bollen per hectare waarvan broei ( type A) 35 % waarvan broei ( type B) 130 % gasverbruik teelt tulp 1400 m 3 /ha elektriciteitsverbruik teelt tulp 9800 kwh/ha gasverbruik broei tulp 20 m 3 /1.000 stuks elektriciteitsverbruik broei tulp 25 kwh/1.000 stuks elektriciteitsinkoop in plateau-uren 50% teeltplan 1A 10 ha teelt, 1,4 mln stuks broei teeltplan 1B 10 ha teelt, 5,2 mln stuks broei teeltplan 2A 25 ha teelt, 3,5 mln stuks broei teeltplan 2B 25 ha teelt, 13 mln stuks broei teeltplan 3A 70 ha teelt, 9,8 mln stuks broei teeltplan 3B 70 ha teelt, 36,4 mln stuks broei economische uitgangspunten projectperiode 15 jaar afschrijvingsperiode 10 jaar eigen investering 100% rentepercentage 6% discount rate (na belastingen) 10% sbelasting 25,5% energiebelasting tuinbouwtarief energie investeringsaftrek (EIA) ja exploitatiesubsidie nee voorwaarden voor vrijstelling van energiebelasting op aardgas verbruik > m 3 per jaar én vermogen wkk > 60 kw e emissiehandel nee elektriciteitsprijs plateau-uren (Endex ) 8,93 ct/kwh elektriciteitsprijs daluren (Endex ) 4,95 ct/kwh gasprijs (Endex ) 24,58 ct/m 3 investeringsbeslissing TVT < 7 jaar technische uitgangspunten capaciteit warmtebuffer 6 uur warmtebehoefte maximale terugregeling wkk 70% rendement boiler (referentie) 90% Projectnummer Juni 2008 Pagina 22 van 24
23 Bijlage 3: Resultaten zonder levering van elektriciteit aan het net 1A 1B 2A 2B 3A 3B REFERENTIE elektriciteitsinkoop kwh gasinkoop m 3 WKK elektrisch vermogen kw stijd h el. productie wkk kwh teruglevering kwh gasinkoop m 3 /jr elektriciteitsinkoop kwh/jr warmtedekking 45% 24% 37% 20% 27% 21% % dekking elektriciteitsvraag 45% 52% 40% 54% 45% 56% % emissiereductie kg CO 2/jr energiebesparing m 3 a.e./jr investeringskosten ECONOMIE terugverdientijd wkk 13,6 8,0 8,9 5,8 3,8 2,6 jr IRR 1% 8% 6% 15% 25% 37% % kostenbesparing /jr met levering van elektriciteit aan het net in plateau-uren 1A 1B 2A 2B 3A 3B REFERENTIE elektriciteitsinkoop kwh gasinkoop m 3 WKK elektrisch vermogen kw stijd el. productie wkk kwh teruglevering kwh gasinkoop m 3 /jr elektriciteitsinkoop kwh/jr dekking warmtevraag 50% 30% 48% 24% 41% 25% % dekking elektriciteitsvraag 47% 40% 43% 59% 51% 59% % emissiereductie kg CO 2/jr energiebesparing m 3 a.e./jr investeringskosten ECONOMIE terugverdientijd 10,2 6,7 6,9 6,5 5,3 3,7 jr IRR 4% 12% 11% 12% 16% 26% % kostenbesparing /jr Projectnummer Juni 2008 Pagina 23 van 24
24 Bijlage 3: vervolg 1A 1B 2A 2B 3A 3B EMISSIEREDUCTIE [kg CO 2 ] wkk zonder e-levering wkk met e-levering EMISSIEREDUCTIE [%] wkk zonder e-levering 12% 10% 15% 7% 8% 8% wkk met e-levering 18% 15% 21% 9% 13% 11% PRIMAIRE ENERGIEBESPARING [GJ/jr] wkk zonder e-levering wkk met e-levering PRIMAIRE ENERGIEBESPARING [%] wkk zonder e-levering 12% 10% 14% 7% 8% 8% wkk met e-levering 8% 10% 14% 6% 7% 8% Projectnummer Juni 2008 Pagina 24 van 24
Energieverbruik in de bloembollensector
Energieverbruik in de bloembollensector Multiple Regressie Analyse Monitoring Data 1995-2006 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen februari 2008 PPO nr.3236045300
Nadere informatieMonitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001
Monitoring -efficiency en toepassing duurzame in de bloembollensector Toelichting resultaten 2001 M. de Jong, E3T consult b.v., Woubrugge, 2002 1 Inhoud presentatie monitoring aanpassingen voorgaande jaren
Nadere informatieECN-RX--05-116 MICRO-WARMTEKRACHT: Hoe magisch is de Toverketel? G.J. Ruijg. ECN colloquium 2 mei 2005
ECN-RX--05-116 MICRO-WARMTEKRACHT: Hoe magisch is de Toverketel? G.J. Ruijg ECN colloquium 2 mei 2005 MEI 2005 Micro-Warmtekracht: Hoe magisch is de Toverketel? ECN colloquium 2 mei 2005 Gerrit Jan Ruijg
Nadere informatieTEO/WKO WARMTE EN KOUDE
TEO/WKO WARMTE EN KOUDE BEDRIJVENTERREIN MARSLANDEN Op het bedrijventerrein de Marslanden in Zwolle zijn bedrijven gevestigd, met uiteenlopende behoefte aan warmte en koeling. Vanuit gegevens over het
Nadere informatiebuffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net
3 juli 2010, De Ruijter Energy Consult Energie- en CO 2 -emissieprestatie van verschillende energievoorzieningsconcepten voor Biologisch Tuinbouwbedrijf gebroeders Verbeek in Velden Gebroeders Verbeek
Nadere informatieWKK in Het Nieuwe Telen. Een analyse van de rentabiliteit
WKK in Het Nieuwe Telen Een analyse van de rentabiliteit Februari 2010 Uitgevoerd door: In opdracht van: WKK in Het Nieuwe Telen Een analyse van de rentabiliteit Januari 2010 Uitgevoerd door: In opdracht
Nadere informatieEindexamen m&o vwo 2010 - I
Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 9. Peter Steenbergen en Erik Koolwijk zijn de twee directeur-grootaandeelhouders van glastuinbouwbedrijf Rijkgroen bv. Het bedrijf heeft
Nadere informatieEnergiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut
Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2007 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236064808 April 2009 2009 Wageningen, Praktijkonderzoek
Nadere informatieNotitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug
Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug
Nadere informatieEnergiestroom Lelie. Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant)
Energiestroom Lelie Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr.32 360 355 07 September 2007 2007 Wageningen,
Nadere informatieEindrapportage Fase 2 Mini-WKK in de bloembollensector
Eindrapportage Fase 2 Mini-WKK in de bloembollensector Dit project wordt uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Meerjarenafspraak energie Bloembollen- en Bolbloementeelt (KAVB,
Nadere informatieMeer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp
Meer wooncomfort en minder energieverbruik door een warmtepomp voltalimburg.nl/warmtepomp Tip! Vraag subsidie aan bij de aanschaf van een warmtepomp. Het subsidiebedrag voor een warmtepomp van 5 kw is
Nadere informatieDE RYCK Klima. 1 kw primaire energie 2,25 kw warmte. ŋ verlies op motor 10% netto vermogen op WP 34% geeft warmte afvoer verwarmingscircuit
DE RYCK Klima LUWAGAM : pomp lucht-water aangedreven met gasmotor PAUL DE RYCK Werking op laag niveau (buitenlucht min. 0 C) omzetten naar warmte op hoog niveau (buiswater max. 50 C) Serreverwarming buis
Nadere informatieEnergiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut
Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2009 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236064809 December 2010 2010 Wageningen, Praktijkonderzoek
Nadere informatieEnergiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut
Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2011 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236064812 September 2012 2012 Wageningen, Praktijkonderzoek
Nadere informatieEnergiestroom Lelie. Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant)
Energiestroom Lelie Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr.32 360 355 07 September 2007 2007 Wageningen,
Nadere informatieCO 2 -uitstootrapportage 2011
Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding
Nadere informatieEindrapportage van het project Inventarisatie consequenties liberalisering energiemarkt voor de bolbloemen- en bloembollenteler
Eindrapportage van het project Inventarisatie consequenties liberalisering energiemarkt voor de bolbloemen- en bloembollenteler Opdrachtgever: Stuurgroep Meerjarenafspraak Energie Bloembollen Uitgevoerd
Nadere informatieEnergiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut
Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2008 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236064809 September 2009 2009 Wageningen, Praktijkonderzoek
Nadere informatieBio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder
Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder 16/12/2010 Cogen Vlaanderen Daan Curvers COGEN Vlaanderen Houtige biomassa in de landbouw 16
Nadere informatieEnergiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut
Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2013 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 32 361 811 13 December 2014 2014 Wageningen, Praktijkonderzoek
Nadere informatieWarm tapwater in de toekomst
Warm tapwater in woningen Inzicht in de warmtapwatervraag in het licht van de verduurzaming van de energievoorziening 06/11/12 Renee Heller Warm tapwater in de toekomst Warm tapwater wordt steeds groter
Nadere informatieAls u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn.
DOSSIER Kleine windmolens Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn. Er zijn veel typen windmolens op de markt, met mast, zonder mast, horizontaal of verticaal.
Nadere informatieMogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt
Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor
Nadere informatieRAPPORTAGE QUICK SCAN WARMTEPOMPEN
RAPPORTAGE QUICK SCAN WARMTEPOMPEN Opdrachtgever: Adviseur: M-Profit Jan-Willem van der Klugt Postbus 354 8440 AJ Heerenveen tel. 06-53427221 email: j.w.van.der.klugt@dlv.nl Datum: 30 juni 2008 Dit project
Nadere informatieEnergiebesparing bij belichte rozen middels verlaging van de teelttemperatuur
Energiebesparing bij belichte rozen middels verlaging van de teelttemperatuur Rapport van fase 1 van het project Verlagen van de teelttemperatuur bij gebruik van temperatuurintegratie H.F. de Zwart & J.A.
Nadere informatieEnergiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut
Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2016 Jeroen Wildschut Wageningen University & Research Bloembollen PPO nr 37 422 563 00 Februari 2018 2018 Wageningen University & Research Wageningen
Nadere informatieZonne-energie voor ondernemers
Zonne-energie voor ondernemers Een zonnige en zuinige toekomst? Johannes Zijlstra 20-03-2013 LTO Noord Advies Zonne energie; drijvende kracht!? 1 Zonuren Onderwerpen Energie en duurzaamheid Ontwikkeling
Nadere informatieVochtbeheersing onder een scherm. Peter van Weel
Vochtbeheersing onder een scherm Peter van Weel Aircobreeze: luchtbeweging en menging Diverse proeven 1. Biologische tomaat/paprika met dubbel energiescherm en Aircobreeze 2. Gerbera met verduisteringsdoek,
Nadere informatieCO2-monitor 2013 s-hertogenbosch
CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de
Nadere informatienergiebesparing in de ICT
nergiebesparing in de ICT Een koud kunstje? 10 April Green IT Energy Solutions Niels Sijpheer 3671 Meter (Q=m.g.h) 100 kg massa en 1 kwh arbeid: Hoe hoog kom ik? A Minder dan100 meter B Tussen 100 en 1000
Nadere informatieAll-electric, al achterhaald voordat we begonnen zijn?
All-electric, al achterhaald voordat we begonnen zijn? 2050 alles duurzaam Ing. Marco J. Bijkerk Manager innovative technologies New Business Development Remeha 17-3-2016 remeha.nl ALL GAS Groen Gas ALL
Nadere informatieGrootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies
Grootschalige introductie van micro wkk systemen Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies jeeninga@ecn.nl Micro wkk een controversieel onderwerp? De discussie rondom het nut van micro wkk wordt niet altijd niet
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012
Energy Services Verhoef BV VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012 Concept, 21 mei 2013 Opgesteld door Energy Services Verhoef BV in opdracht van
Nadere informatieAll-electric voorbij, op weg naar 0 CO 2
All-electric voorbij, op weg naar 0 CO 2 2050 alles duurzaam Ing. Marco J. Bijkerk Manager innovative technologies New Business Development Remeha 24-1-2017 remeha.nl ALL GAS Nul op de meter PV Groen Gas
Nadere informatie4 Energiebesparingsadvies
4 Energiebesparingsadvies 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het energiebesparingsadvies voor het gebouw gepresenteerd. Allereerst wordt een inventarisatie gegeven van de reeds getroffen en onderzochte
Nadere informatieHigh Level Business Case Energiecoöperatie
High Level Business Case Energiecoöperatie DE Ramplaan (Haarlem) Het project: een haalbaarheidsstudie Energie- en klimaatneutraliteit in bestaande woonwijk is technisch haalbaar en financieel haalbaar
Nadere informatieEfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving
Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft
Nadere informatieTuinbouw wil efficiënt omgaan met energie
Tuinbouw wil efficiënt omgaan met energie Handelsplatform, marktplaats voor energie in de tuinbouw De glastuinder van nu is een allround manager die van alle markten thuis moet zijn om zijn bedrijf economisch
Nadere informatie3 Energiegebruik huidige situatie
3 Energiegebruik huidige situatie 3.1 Het Energie Prestatie Certificaat In het kader van de Europese regelgeving (EPBD) bent u verplicht om, bij verkoop of verhuur van de woning, een energiecertificaat
Nadere informatieEnergiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut. Rapport WPR-816
Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2016 Jeroen Wildschut Rapport WPR-816 Referaat T.o.v. 2008 is het over broei en teelt gewogen gemiddelde energieverbruik per eenheid met 17,8% afgenomen.
Nadere informatieANRE-DEMONSTRATIEPROJECT: WKK BIJ ANODISERINGSBEDRIJF ANALU, MACHELEN
ANRE-DEMONSTRATIEPROJECT: WKK BIJ ANODISERINGSBEDRIJF ANALU, MACHELEN Eindrapport J. Van Bael, W. Luyckx, J. Stroobants, T. Daems, J. Cools VITO Augustus 1998 SAMENVATTING In het kader van de bevordering
Nadere informatieFinanciële baten van windenergie
Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen
Nadere informatieTEO/WKO WARMTE BESTAANDE WOONWIJK HEEG
TEO/WKO WARMTE BESTAANDE WOONWIJK HEEG In het dorp Heeg is voor een wijk met 800 slecht geisoleerde woningen onderzocht of verwarmen met thermische energie uit de nabijgelegen watergang Greft haalbaar
Nadere informatieEnergiestromen tulp en hyacint. Jeroen Wildschut (PPO) Maurice Kok, Bob Bisschop (DLV Plant)
Energiestromen tulp en hyacint Jeroen Wildschut (PPO) Maurice Kok, Bob Bisschop (DLV Plant) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr 331096 juli 2006 2006 Wageningen,
Nadere informatieDeerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies
Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies 2013 Inleiding In het kader van de CO 2 prestatieladder is een ketenanalyse uitgevoerd naar de CO 2 productie door verwarming
Nadere informatieKansen hybride luchtwater - warmtepompen bestaande bouw
warmtepompen Dick Reijman Potentieelstudie van SenterNovem Kansen hybride luchtwater - warmtepompen bestaande bouw De bestaande woningbouw is één van de sectoren die een forse bijdrage kan leveren aan
Nadere informatieEnergie aspecten EPT en SiB
26 Februari 2015 Energie aspecten EPT en SiB Jan Gielen DLV Plant MUSHROOMS j.gielen@dlvplant.nl 1 Energiebesparende opties EPT en SiB EPT www.energiekepaddenstoelentelers.nl Houtkachel Zonnepanelen WKO
Nadere informatieDuurzame dienstverlening Rekenen aan rendement
Duurzame dienstverlening Rekenen aan rendement Rekenen aan rendement zonnepanelen Monique van der Meij Energie-adviseur Monique.vanderMeij@flynth.nl mobiel: 06 53 26 19 68 LTO Noord Programma Ondernemer
Nadere informatieZonne-energie voor ondernemers. Een zonnige en zuinige toekomst?
Zonne-energie voor ondernemers Een zonnige en zuinige toekomst? Sjoerd Bootsma LTO Noord Advies Zonne-energie Onderwerpen Energie en duurzaamheid Ontwikkeling elektriciteitsprijs Aandeel groene stroom
Nadere informatieEnergiebesparing systeemgrenzen en referentie systeem ir. Martin F.G. van der Jagt dec 2013 Apeldoorn. Inleiding
Energiebesparing systeemgrenzen en referentie systeem ir. Martin F.G. van der Jagt dec 2013 Apeldoorn Inleiding Door elektriciteit over de systeemgrens te dumpen en daar geen rekening mee te houden, lijkt
Nadere informatieAdvies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling
Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling Een warmtepomp genereert op een efficiënte manier warmte om uw huis comfortabel te verwarmen of van warm water te voorzien. Warmtepompen hebben
Nadere informatieEffecten energiebelastingschuif op de CO 2 -emissie in de dienstensector Marijke Menkveld, ECN part of TNO 1 juni 2018
Effecten energiebelastingschuif op de CO 2 -emissie in de dienstensector Marijke Menkveld, ECN part of TNO 1 juni 2018 Deze notitie is opgesteld door ECN-TNO en PBL in de rol van kennisleverancier-aan-tafel
Nadere informatieInnovatie Netwerk Energie Systemen glastuinbouw Oost Brabant (INES) Aardwarmte, WKK en CO 2 10 januari 2013, Peter Vermeulen
Innovatie Netwerk Energie Systemen glastuinbouw Oost Brabant (INES) Aardwarmte, WKK en CO 2 10 januari 2013, Peter Vermeulen Programma Kosten doublet Warmte aardwarmte berekening Warmtebalans aardwarmte
Nadere informatieIn het hol van de leeuw?
In het hol van de leeuw? Ing. Ruud Brunst Manager Applications 5-10-2016 remeha.nl We horen vaak Gas raakt op of fosiele brandstoffen worden schaars maar is dat wel zo? remeha.nl Gas zal nog lang beschikbaar
Nadere informatieTEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN
TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN In gemeente Meppel is een nieuwbouwwijk van 1953 woningen gepland, die gefaseerd tussen 2014 en 2039 gerealiseerd wordt. Deels worden de kavels bouwrijp opgeleverd,
Nadere informatieBetrokken partijen. Potentieelstudie lucht/water warmtepomp in de bestaande bouw. Robert Harmsen. NPW Congres, 12 februari 2009.
Potentieelstudie lucht/water warmtepomp p in de bestaande bouw Robert Harmsen NPW Congres, 12 februari 2009 Betrokken partijen Opdrachtgevers: SenterNovem Alklima Daalderop Daikin Inventum Stiebel-Eltron
Nadere informatieIng. Marco J. Bijkerk, Manager innovative technologies Business development Remeha NWE
Ing. Marco J. Bijkerk, Manager innovative technologies Business development Remeha NWE 2050 alles duurzaam CO 2 Brandstof gebruik en CO2 in centraal vermogen 700000 600000 500000 400000 300000 200000 100000
Nadere informatieRentabiliteit geconditioneerd telen
Rentabiliteit geconditioneerd telen 2 april 2008 Marcel Raaphorst (Wageningen UR Glastuinbouw) Marc Ruijs (LEI / Wageningen UR Glastuinbouw) Inhoud presentatie Achtergrond Systemen en technische uitvoeringen
Nadere informatieOptimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT
Resultaten en bevindingen van project Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT Dit rapport is onderdeel van de projectencatalogus
Nadere informatieWarmtepompen. Een introductie
Warmtepompen Een introductie Inhoud presentatie Introductie 040energie Warmtepompen: Principe Varianten Financieel Is mijn huis geschikt? Vragen? Introductie 040Energie 040energie is een vereniging van
Nadere informatieNIEUWBOUWWIJK NIJSTAD-OOST
TEO/WKO WARMTE NIEUWBOUWWIJK NIJSTAD-OOST In gemeente Hoogeveen is een kleine nieuwbouwwijk van 88 woningen gepland. Gemeente Hoogeveen is eigenaar van de grond en is voornemens om de kavels bouwrijp te
Nadere informatieKuubskist met golfbodem
Kuubskist met golfbodem Een alternatief uit de praktijk Jeroen Wildschut, Arie van der Lans Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 361 654 13 December 2013
Nadere informatiePrestaties WKO in de glastuinbouw. Ir. Charles Geelen & ir. Krijn Braber
Prestaties WKO in de glastuinbouw Ir. Charles Geelen & ir. Krijn Braber Doelstellingen Genereren van inzicht in de werkelijke prestaties en optredende problemen bij WKO systemen Identificeren van verbetermogelijkheden
Nadere informatieCO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2016-H1. Periode: 1 januari t/m 30 juni 2016
CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2016-H1 Periode: 1 januari t/m 30 juni 2016 Opgesteld door: Gerda de Raad - Will2Sustain Datum: 3 oktober 2016 Versie: Concept Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1
Nadere informatieProfiel- en onbalans kosten (gemiddelde 2015-2029) [ /kwh]
Notitie Petten, 15 december 2014 Afdeling Policy Studies Van Aan Carolien Kraan, Sander Lensink S. Breman-Vrijmoed (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Basisprijzen SDE+ 2015 Samenvatting
Nadere informatieHands on energiescan sportverenigingen. Energiek vooruit 18 september 2014
Hands on energiescan sportverenigingen Energiek vooruit 18 september 2014 Inhoud 1. Wat houdt de scan in? 2. Uitkomst van de scan 3. Aandacht voor financiering 4. Workshop 1. Wat houdt de scan in? Intake
Nadere informatieMWKK met gasturbine. Zwembadverwarming + elektriciteit met MWKK Coiffeusewaswater + elektriciteit met MWKK
MWKK met gasturbine 27/09/2018 Zwembadverwarming + elektriciteit met MWKK Coiffeusewaswater + elektriciteit met MWKK Uw energiedokter Oudenaardseweg 123 B 9790 Wortegem-Petegem Tel: 055 310242 Fax: 055
Nadere informatieToelichting 05: WKK-Potentieelstudie en toepasbaarheid warmte- en koudenetten
COMMISSIE ENERGIEBELEIDSOVEREENKOMST Toelichting 05: WKK-Potentieelstudie en toepasbaarheid warmte- en koudenetten 1 Inleiding Volgens Art. 6(6) van de EBO verbinden de Ondernemingen zich ertoe om een
Nadere informatieVoortgangsrapportage CO2 Prestatieladder Q1-Q2 2015 GKB Groep B.V.
Voortgangsrapportage CO2 Prestatieladder Q1-Q2 2015 GKB Groep B.V. Barendrecht, 19-08-2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Algemeen... 3 3. Energiestromen... 3 3.1 Doelstellingen... 4 4. Inzage energieverbruik...
Nadere informatieOnrendabele top berekeningen voor bestaande WKK 2008. J.S. Hers W. Wetzels A.J. Seebregts A.J. van der Welle
Onrendabele top berekeningen voor bestaande WKK 2008 J.S. Hers W. Wetzels A.J. Seebregts A.J. van der Welle ECN-E--08-022 Mei 2008 Verantwoording ECN heeft van het Ministerie van Economische Zaken opdracht
Nadere informatieBijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%
Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25% Inleiding Deze bijlage bevat de effecten van een mogelijke verhoging van de energiebelasting (EB) op aardgas in de
Nadere informatieHybride warmtepompen. Wat, wanneer en hoe? Simon Tuitel, Product Manager Warmtepompen, Controls & connectivity
Hybride warmtepompen Wat, wanneer en hoe? Simon Tuitel, Product Manager Warmtepompen, Controls & connectivity Agenda Waarom Hybride en wat zijn de voordelen Wat is een Hybride systeem Voorbeeld berekening
Nadere informatieEnergiebesparing op de voorbeeldbedrijven in Utrecht. Stand van zaken voorjaar 2018
Energiebesparing op de voorbeeldbedrijven in Utrecht Stand van zaken voorjaar 2018 1 Doelstellingen ENM Utrecht 20% van de melkveehouders verbruikt in 2020 niet meer elektriciteit op het bedrijf als er
Nadere informatieAantal warmtekrachtcertificaten verkocht aan minimumsteun
Statistieken Laatste aanpassing Aantal warmtekrachtcertificaten verkocht aan minimumsteun Dit document bevat gegevens betreffende de aantallen warmtekrachtcertificaten die aan netbeheerders werden verkocht
Nadere informatieEnergiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut
Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2012 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 32 361 651 13 September 2013 2013 Wageningen, Praktijkonderzoek
Nadere informatieVoortgangsrapportage CO2 Prestatieladder Q1-Q2-Q3 2015 GKB Groep B.V.
Voortgangsrapportage CO2 Prestatieladder Q1-Q2-Q3 2015 GKB Groep B.V. Barendrecht, 11-11-2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Algemeen... 3 3. Energiestromen... 3 3.1 Doelstellingen... 4 4. Inzage energieverbruik...
Nadere informatieElektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf
Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Hoeveel CO 2 bespaar je hiermee? 1 Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf; hoeveel CO2 bespaar je hiermee? Erfwerkzaamheden
Nadere informatieEconomie van Het Nieuwe Telen
Economie van Het Nieuwe Telen Innovatienetwerk Duurzame EnErgie 2-3-21 Marc Ruijs Peter Vermeulen LEI en WUR Glastuinbouw WUR Glastuinbouw Inhoud Inleiding Pilotgewassen en referentie Varianten van Het
Nadere informatieBijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar
Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar Referentienummer Datum Kenmerk 336723.01.N001 1 september 2014 336723 Betreft Indicatieve berekening exploitatie warmtenet Westland 1 Inleiding Om een globale
Nadere informatieEnergie-efficiëntieverbetering bij koffiebranders
Energie-efficiëntieverbetering bij koffiebranders Energie-efficiëntie verbeteren binnen het koffiebrandproces via drie stappen Aanleiding In deze studie is de energiebesparing bij koffiebrandmachines onderzocht.
Nadere informatieBiomassa WKK in de glastuinbouw
Management samenvatting Biomassa WKK in de glastuinbouw Evaluatie van transitieroutes Februari 2005 Auteurs Opdrachtgevers : Ir. Joep Coenen, Cogen Projects Ir. Stijn Schlatmann, Cogen Projects : Productschap
Nadere informatieHoe duurzaamheid in de zorgsector verhogen?
Hoe duurzaamheid in de zorgsector verhogen? Pascal Debbaut Probis Corporate nv materiaal- en middelengebruik in de zorgsector Jason Van Driessche Profex energie in de zorgsector Ludo Timmermans Directeur
Nadere informatieSmart Energy Mix. Victor van Heekeren Platform Geothermie
Smart Energy Mix Victor van Heekeren Platform Geothermie Inhoud 1. Hoe ziet het er uit (globale contouren) 2. Vragen 3. Profiel/introductie Platform Geothermie 4. Blockers & Drivers, het krachtenveld 5.
Nadere informatieENERGIERAPPORTAGE ENERGIE mrt
ENERGIERAPPORTAGE ENERGIE 2-217 mrt 218 INLEIDING EN MANAGEMENTSAMENVATTING INLEIDING Deze rapportage heeft betrekking op het energie van Avans hogeschool en wordt gebruikt om de resultaten van de diverse
Nadere informatieEnergierapportage MFC Atria Leusden. Asschatterweg JJ Leusden
Energierapportage 2018 MFC Atria Leusden Asschatterweg 37 3831 JJ Leusden Introductie Voor u ligt de energierapportage 2018, waarin de energieverbruiken van de scholen wordt vergeleken met het maximale
Nadere informatie3B.2 Reductieplan 2017
3B.2 Reductieplan 2017 1.1 Aanleiding In 2014 is bij Gebr. De Jongh BV een energie efficiency onderzoek (4GDJ-CO2.EEI.R) uitgevoerd. Dit energie efficiency onderzoek is geactualiseerd in het eerste kwartaal
Nadere informatieSlimmemeterPortal.nl maandrapport
SlimmemeterPortal.nl maandrapport Hierbij ontvangt u uw maandrapport van juli 218. In dit overzicht vindt u uw energieverbruik ten opzichte van juni, een overzicht van de laatste 12 maanden, een vergelijking
Nadere informatieVoortgangsrapportage CO2 Prestatieladder (Q4 -) 2015 GKB Groep B.V.
Voortgangsrapportage CO2 Prestatieladder (Q4 -) 2015 GKB Groep B.V. Barendrecht, 25-01-2016 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Algemeen... 3 3. Energiestromen... 3 3.1 Doelstellingen... 4 4. Inzage energieverbruik...
Nadere informatieTEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK
TEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK Woningbouwcoöperatie Elkien heeft voornemens om in de wijk t Eiland in Sneek 300 woningen voor een deel te slopen en voor een deel te renoveren. Daarbij is de opgave
Nadere informatieKees Bakker
Kees Bakker info@energiehuishelmond.nl Vrijwilliger Energiehuis op cover blad Eigen Huis! Ervaringsdeskundige! Verwarmen van een woning verwarmt met aardgas gestookte CV verwarmt elektrisch met warmtepomp
Nadere informatieCO2- en energiereductieplan feb CO2- en ENERGIEREDUCTIEPLAN
CO2- en ENERGIEREDUCTIEPLAN INHOUDSOPGAVE Pag. 1. INLEIDING... 3 2. ORGANISATIE... 4 2.1. Stuurgroep... 4 2.2. Organisatie grens... 4 3. CO2-REDUCTIE SCOPE 1... 5 3.1. Reductie maatregel energielabel auto
Nadere informatieWestvoorne CO 2 - uitstoot
Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn
Nadere informatieANRE DEMONSTRATIEPROJECT WKK IN TANKREINIGINGSINSTALLATIE HOYER, ANTWERPEN. Eindrapport. Wim Luyckx en Johan Van Bael
ANRE DEMONSTRATIEPROJECT WKK IN TANKREINIGINGSINSTALLATIE HOYER, ANTWERPEN Eindrapport Wim Luyckx en Johan Van Bael Vito Juli 2001 2 SAMENVATTING Hoyer België maakt deel uit van de Hoyer groep, gespecialiseerd
Nadere informatieRol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening:
Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening: Betaalbaar & betrouwbaar? Robert Harmsen ECN Beleidsstudies COGEN Symposium Zeist 22 oktober 2004 Een blik naar de toekomst (1) Four Futures
Nadere informatieWarmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012
Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012 1 COGEN Vlaanderen Doelstelling:
Nadere informatieKLIMAATGARANT. Bewonershandleiding. Woningen met EnergiePrestatieVergoeding
KLIMAATGARANT Bewonershandleiding Woningen met EnergiePrestatieVergoeding 2018 Bewonershandleiding Woningen met EnergiePrestatieVergoeding Inhoud Introductie 3 Wat is de EPV? 4 Wat is de Energiebundel?
Nadere informatie