Nieuw én vertrouwd: Door fusie Bres met Van Loon & Van der Wolf ontstaat advocatenkantoor met brede expertise.

Transcriptie

1 Fusiekrant januari 2012 Nieuw én vertrouwd: Door fusie Bres met Van Loon & Van der Wolf ontstaat advocatenkantoor met brede expertise. Persbericht Twee Eemlandse advocatenkantoren gefuseerd Bres advocaten - op de bres voor cliënten De advocatenkantoren Bres advocaten en Van Loon & Van der Wolf beide uit Soest zijn per 1 januari gefuseerd. Het nieuwe kantoor met acht juristen gaat verder onder de naam Bres advocaten. Door de fusie biedt het advocatenkantoor een uitgebreid pakket aan juridische dienstverlening met een goede afstemming op de veranderende marktvraag. Bres advocaten wil zich door realistische groei een stevige positie verwerven in de top 5 van kantoren in de driehoek Hilversum-Amersfoort-Utrecht. Bres advocaten ontstond in 2010 uit een fusie tussen Boekhoff Vermin advocaten uit Amersfoort en het Soester advocatenkantoor Schoonderbeek, Emmen & Vetkamp. Van Loon & Van der Wolf werd in 1994 opgericht. Bezoekadres Vestiging Torenstraat Torenstraat 47, 3764 CL Soest Vestiging Birkstraat Birkstraat 95-97, 3768 HD Soest Vestiging Van Weedestraat, Van Weedestraat 3, 3761 CA Soest Postadres Postbus 3136, 3760 DC Soest T (035) F (035) E info@bresadvocaten.nl W Omdat in beide kantoren één van de partners in 2015 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, werd tijdig nagedacht over het waarborgen van de continuïteit. Fusie bleek een goede oplossing, temeer omdat daarmee een uitgebreider pakket van juridische dienstverlening geboden kan worden. Mr. A. Emmen: Zoals in onze kantoornaam ligt besloten, staan wij op de bres voor onze cliënten, zowel in de proces- als in de adviespraktijk. Onze cliënten zijn ondernemers, instellingen, vakbonden, woningcorporaties. Ook werken we voor particuliere cliënten, meestal waar het vermogensrechtelijke geschillen betreft. Ons streven is gericht op een groei tot een adviespraktijk met 9 a 10 advocaten, die voor 65 procent diensten verleent aan ondernemingen en instellingen en voor maximaal 35 procent aan particulieren. Dat betekent dat een breed aanbod aan deskundigheid geboden moet worden. De fusie met Van Loon & Van der Wolf helpt ons om die doelstelling eerder te behalen. Mr. J.E. van der Wolf: De omvang die we voor ogen hebben biedt het voordeel van dieptespecialisatie. Bij Bres advocaten doen we niet van alles een beetje, maar een aantal specifieke rechtsgebieden heel goed. Te denken valt daarbij aan ondernemingsrecht, arbeidsrecht, bestuurs-, bouw- en huurrecht en personen- en familierecht. Kortom een diversiteit aan juridisch advies. Alle partners van Bres advocaten zijn woonachtig in of in de directe omgeving van Soest en daarmee diep geworteld in de locale gemeenschap van Eemland. Het kantoor is goed op de hoogte van de regionale markt, de problematiek en de bijzonderheden. Medio dit jaar zal Bres advocaten nu gevestigd op drie locaties - een nieuwe, gezamenlijke huisvesting betrekken De drie kantoren zijn vanaf heden wel via één adres en telefoonnummer bereikbaar. De partners van het nieuwe kantoor zijn: Mr. René Boekhoff, Mr. André Emmen, Mr. Dick van Loon, Mr. Kees Schoonderbeek, Mr. Johanna Six-Van der Werf, Mr. Jan Erik van der Wolf, Mr. Max Vetkamp en Mr. drs. Maudy Vermin. 1

2 Onze praktijk Om goed te kunnen inspelen op de steeds groter wordende juridische complexiteit is Bres georganiseerd in 4 secties: 1 ondernemings-, insolventie- en rechtspersonenrecht mr. Kees Schoonderbeek mr. André Emmen 2 arbeidsrecht mr. Max Vetkamp mr. Kees Schoonderbeek mr. Jan Erik van der Wolf 3 onroerend goed/bouwrecht en bestuursrecht mr. Dick van Loon mw. mr. Maudy Vermin mr. René Boekhoff 4 personen- en familierecht mw. mr. Johanna Six-van der Werf mr. André Emmen Aldus is niet alleen verzekerd dat onze cliënten kunnen rekenen op de juiste specialisatie die hoort bij hun vraag, maar is ook voorzien in continuïteit en achtervang, doordat onze advocaten als generalistische specialisten zonodig ook bij elkaar kunnen inspringen. Intussen is het recht veelvormig en laat het zich ook niet altijd duidelijk rubriceren. Aarzel dus niet om uw specifieke vraag aan een van onze advocaten voor te leggen, waarbij dit overzicht hoogstens een eerste indruk geeft van onze expertise. 2

3 Ondernemings-, insolventie- en rechtspersonenrecht Een procedure over het instorten van een magazijnstelling bij een groot distributiebedrijf met een schade van 1,2 miljoen over de vraag bij wie de aansprakelijkheid hiervoor hoort te liggen. De sectie ondernemings-, insolventie- en rechtspersonenrecht legt zich, in brede zin, toe op alle juridische vragen die voortvloeien uit het rechtsverkeer tussen ondernemingen, hun klanten, hun leveranciers, hun organen (ondernemingsraad, raad van commissarissen, algemene vergadering van aandeelhouders) en andere partijen. De sectie bestrijkt ook het contractenrecht en het aansprakelijkheidsrecht. Wanneer sprake is van wanprestatie, als gemaakte afspraken niet zijn nagekomen, of van onrechtmatige daad, wanneer een ondernemer schade lijdt door een actie van iemand met wie geen contractuele relatie bestaat, kan dat leiden tot een vordering tot schadevergoeding. De praktijk omvat tevens het opstellen en beoordelen van contracten, algemene voorwaarden en de incasso van vorderingen. Verder beschikken de hier werkzame advocaten over gespecialiseerde kennis van het insolventierecht, zowel wanneer sprake is van faillissement of surséance als van zgn. vijf voor twaalf -situaties, waarbij ondernemingen in zwaar weer zijn geraakt, maar waarbij bijvoorbeeld door herstructurering gezonde bedrijfsonderdelen kunnen worden ontzien of verkocht. Tenslotte leggen onze advocaten zich toe op het rechtspersonenrecht, een rechtsgebied dat raakvlakken heeft met de notariële praktijk waar het gaat om de in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek geregelde rechtspersonen als NV, BV, Stichting en Vereniging. mr. Kees Schoonderbeek cdr.schoonderbeek@bresadvocaten.nl Cliënt is directeur van een buitenlandse vestiging van een multinational, krijgt ruzie en wordt op een zijspoor gezet. Dan blijkt dat de pensioenverzekeraar een grote claim neerlegt bij de werkgever i.v.m. nabetaling voor gedurende vele jaren opgebouwd en herhaaldelijk aangepast pensioen. Werkgever verwijt de werknemer dat hij zelf zijn pensioen heeft verbeterd zonder dat werkgever daarvan op de hoogte was. Na juridische bijstand door Bres oordeelt de rechter echter dat werknemer zijn werkgever niet bewust om de tuin heeft geleid en hij wordt in het gelijk gesteld. Cliënt is directeur-aandeelhouder van een uitgeverij en krijgt ruzie met de andere directeuraandeelhouder, waarbij de ander weigert om cliënt uit te kopen. Onder dreiging van het weglopen van personeel besluit cliënt om dan maar de ander uit te kopen. Over deze zaak worden meerdere procedures gevoerd, waaronder een kort geding, een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam en een procedure bij de rechtbank waarbij gedwongen uitkoop wordt gevorderd. Complicerend in deze zaak is dat de wederpartij zich beroept op de geschillenregeling uit de aandeelhoudersovereenkomst. Het standpunt van de cliënt wordt uiteindelijk in beroep door het hof bevestigd, waarbij de motivatie van Bres volledig wordt overgenomen. Een ondernemer heeft een joint venture met een partner, die tevens zijn accountant is. De joint venture legt zich toe op de verkoop van panden. Na enige tijd blijkt dat de door de ondernemer behaalde winst door de fiscus wordt beschouwd als winst uit onderneming, terwijl de door de accountant behaalde winst als vermogenswinst wordt aangemerkt, wat onbelast is. De ondernemer voelt zich door de fiscus ongelijk behandeld en wendt zich tot Bres. mr. André Emmen ahj.emmen@bresadvocaten.nl 3

4 Arbeidsrecht Het arbeidsrecht is de thermometer van de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers. Hoewel werknemers nog steeds en van oudsher een goede bescherming genieten van de wet, gaan er tegelijkertijd al jaren stemmen op die pleiten voor flexibilisering van het arbeidsrecht, omdat de volgens deze stemmen te rigide bescherming van werknemers onvoldoende tegemoet komt aan de behoefte van werkgevers, vooral in economisch zware tijden. Terwijl de onderhandelingen tussen de sociale partners op dit punt slechts moeizaam vorderen, heeft zich in de praktijk een zowel uitgebreide als subtiele jurisprudentie gevormd, waarbij de kantonrechter een belangrijke plaats inneemt. De arbeidsrechtpraktijk van Bres omvat het ontslagrecht, het ondernemingsraadrecht en het collectieve arbeidsrecht (CAO s). mr. Max Vetkamp Cliënt is in dienst van een grote instelling voor thuiszorg en heeft een arbeidscontract, dat alleen betrekking heeft op werktijd door de week (maandag t/m vrijdag), niet in het weekend. Werkgever verplicht cliënt op zeker moment ook in het weekend te gaan werken. Cliënt verzet zich hiertegen, nu deze regeling in strijd is met zijn arbeidsovereenkomst. Na inschakeling van Bres krijgt cliënt eerst gelijk van de Geschillencommissie CAO. Ook de vervolgens ingeschakelde kantonrechter bepaalt dat de werkgever de arbeidstijdregeling niet eenzijdig mag wijzigen. Bij een grote instelling voor psychische zorg loopt een spel met patiënten uit de hand, hetgeen ook tot ophef in de publiciteit leidt. De bij het spel betrokken werknemers worden ontslagen nu de uitvoering van het spel niet in het belang wordt geacht van de aan de zorg van deze instellingsmedewerkers toevertrouwde bewoners. De medewerkers stellen zich echter op het standpunt dat ontslag een onevenredige maatregel is, welk standpunt door de rechter, na inschakeling van Bres, wordt gevolgd. Bovendien leidt de procedure tot meer begrip voor de zware omstandigheden, waaronder de medewerkers werken. mr. Jan Erik van der Wolf In een zaak die betrekking heeft op de re-integratie van een door rugklachten arbeidsongeschikt geraakte werknemer gaat het om de vraag wat passende arbeid is. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen eerste spoor (d.w.z. de eigen bedongen arbeid), andere passende arbeid en tweede spoor, waarbij de werkgever kan worden verplicht om de werknemer elders te plaatsen. Hoewel in de jurisprudentie is bepaald dat andere, passende arbeid na verloop van tijd dient te worden beschouwd als bedongen arbeid, gaat de kantonrechter toch niet mee in dit standpunt van de werknemer, onder meer met verwijzing naar de loonstrook, waaruit blijkt dat nog steeds wegens ziekte een gekort loon wordt betaald. Ook het UWV beschouwt de nieuwe (controle-)werkzaamheden niet als passende arbeid; de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. mr. Kees Schoonderbeek 4

5 Onroerend goed/bouwrecht en bestuursrecht In Nederland is het de taak van woningcorporaties om het maatschappelijk belang te dienen door het beschikbaar stellen van redelijke woonruimte. Aldus zijn er enkele honderden corporaties die gezamenlijk een paar miljoen sociale woningen ter beschikking stellen van de huurders. En aldus vervullen woningcorporaties een vitale rol in de woningmarkt. In de juridische regulering van de verplichtingen tussen verhuurder en huurder speelt het huurrecht een centrale rol. Ingeval van een conflict tussen verhuurder en huurder gaat het vaak om het (niet) naleven van de uit het huurcontract voortvloeiende verplichtingen, bijvoorbeeld wanneer de huurder overlast veroorzaakt voor zijn buren. De advocaten van Bres zijn ook betrokken bij herstructureringsprojecten, ingeval van grootschalige sloop en vervangende nieuwbouw en de daarbij te geven (soms gedwongen) medewerking aan sloop of renovatie. Aanpalende rechtsgebieden omvatten de Huisvestingswet, het huurprijzenrecht, kwesties rond koop en verkoop van onroerend goed en het burenrecht. Het merendeel van de procedures wordt voorgelegd aan de kantonrechter of soms, wanneer een spoedeisende voorziening gewenst is, aan de rechtbank in kort geding. In deze sectie worden ook zaken behandeld op het gebied van het bouwrecht en het bestuursrecht. In het eerste geval betreft het vaak geschillen van/met aannemers, bijvoorbeeld over de betaling, technisch-bouwkundige punten of oplevering. Ook asbestproblematiek doet zich met zekere regelmaat voor, waarbij dan de vraag kan zijn wie dient op te komen voor (onverwachte) meerkosten van verwijdering. Procedures over bouwrechtzaken kunnen worden voorgelegd aan de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Wanneer een burger of een bedrijf een probleem heeft met de overheid, dan betreden de partijen het terrein van het bestuursrecht, dat een eigen rechtsgang kent (sector bestuursrecht bij rechtbank, Raad van State). Vaak gaat het hier om vragen met betrekking tot het bestemmingsplan of om (bouw) vergunningen. mr. Dick van Loon Een procedure, waarbij legale bewoning van een eengezinswoning door Poolse werknemers mogelijk werd. Veel van de door Bres behandelde zaken hebben betrekking op huurders die overlast veroorzaken voor hun omgeving. Een dergelijke situatie speelde ook in het geval van een hoogbejaarde man die zijn buren gedurende een periode van 30 jaar had geterroriseerd onder meer door bedreiging met een honkbalknuppel. Na inschakeling van Bres kon de man uiteindelijk uit zijn huis worden gezet, na een daartoe strekkend vonnis van zowel de rechter in eerste aanleg als in hoger beroep. mr. Maudy Vermin mr. René Boekhoff Een procedure, waarbij is bepaald dat de gemeente Soest niet een vergunning had mogen geven aan het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) om tijdelijk te verblijven in hotel Het Witte Huis, omdat is gebleken dat die noodopvang niet in overeenstemming was met de voor het pand geldende horeca-bestemming. 5

6 Personen- en familierecht Het personen- en familierecht is bij uitstek een rechtsgebied, waarin de zakelijk-juridische aspecten van de praktijk nauw raken aan de emotionele. Dit kan van de ingeschakelde advocaat onder meer vergen dat hij/zij de cliënt, die soms in het heetst van de strijd niet altijd goed zicht heeft op het eigen belang, ervoor behoedt dat hij zijn eigen glazen ingooit. Soms kan het nodig zijn dat de cliënt wat wordt afgeremd bij het doen van toezeggingen. Echtscheiding is een verschijnsel dat, zelfs als men er zelf voor kiest, het leven van de meeste mensen volledig op zijn kop zet. Juist dan zijn kalmte en inzicht van de advocaat geboden. In gevallen waarin een van de echtgenoten tevens ondernemer is, is het zaak dat de ingeschakelde advocaat niet alleen scherp hoofd- en bijzaken kan onderscheiden maar ook goed kan rekenen en inzicht heeft in de financiële en fiscale consequenties van de echtscheiding. Dat is zowel voor het bepalen van de hoogte van de alimentatie als voor de vermogensverdeling van belang. Zowel bij mediation als bij het voeren van procedures is goede regie en communicatie met de cliënt belangrijk. Verder kunnen de zaken extra gecompliceerd worden, wanneer er kinderen in het spel zijn met wier belangen rekening dient te worden gehouden. Gelukkig is er inmiddels het ouderschapsplan dat ouders ervan bewust maakt dat een echtscheiding niet het einde van het ouderschap betekent. Ook na de echtscheiding blijven partijen ouders van de kinderen en zullen zij op dat vlak met elkaar moeten blijven communiceren. De personen- en familierechtadvocaten van Bres zijn er, waar mogelijk, op uit om een andere dan de geijkte weg te bewandelen. Zo konden regelmatig zaken, die op het eerste gezicht hopeloos leken, toch tot een goed einde worden gebracht. Erfrecht Hetzelfde geldt voor erfrechtelijke situaties. Ook daar kunnen de emoties hoog oplopen en kan de sturende hand van de advocaat voorkomen dat vanuit de emotie verkeerde keuzes worden gemaakt. Bij nalatenschapkwesties zijn vaak nog meer partijen betrokken dan bij een echtscheiding. Het goed doorgronden van de afzonderlijke belangen van de verschillende erfgenamen is noodzakelijk om de juiste strategische beslissingen te nemen. Daarom is Bres in dergelijke kwesties steeds op zoek naar de kern van het geschil; regelmatig blijkt dat iets anders dan de stellingen die partijen betrekken. Ons kantoor onderscheidt zich doordat het als gespecialiseerd kantoor in het familierecht kennis combineert op snijvlak van advocatuur, notariaat en fiscaal recht. Daarom is Bres de aangewezen partner om na te denken over de financiële toekomst van de cliënt (estate planning) en hem te adviseren over de inrichting van zijn testament en huwelijksvoorwaarden. mr. Johanna Six-Van der Werf Bijna drie jaar na de echtscheiding wendt een vrouw zich tot haar advocaat. Vijf jaar voor de echtscheiding is een gezamenlijk huis verkocht met een overwaarde van zes ton. Het geld komt terecht op een bankrekening ten name van de (inmiddels ex-) echtgenoot, die naar nu blijkt het vermogen niet voorzichtig heeft beheerd, door het te investeren in opties, futures en derivaten met als gevolg het volledig verdampen van het vermogen. Hoewel er na echtscheiding geen geld meer over was om te verdelen conform de huwelijksvoorwaarden, stelt de vrouw dat de man hun beider vermogen onzorgvuldig heeft beheerd en daarom schadeplichtig is. Hoewel de Hoge Raad zich slechts een keer eerder heeft uitgesproken over min of meer vergelijkbare materie, laat het zich aanzien dat er uiteindelijk een gunstig juridisch perspectief is voor cliënte. Een vrouw voelt zich vermogensrechtelijk benadeeld na een echtscheiding, hoewel de verdeling van de goederen is vastgelegd in een schijnbaar onwrikbaar convenant. Na raadplegen van Bres blijken er toch nog mogelijkheden te zijn voor haar, ook omdat de ex-echtgenoot veel antiek bezit. Dankzij een niet erg bekende wettelijke bepaling, die ziet op kunst en boekerijen slaagt de vrouw er in alsnog een aanspraak te doen op het vermogen van de man en aldus een resultaat te boeken dat aanzienlijk beter is dan onder de enge interpretatie van het echtscheidingsconvenant. mr. André Emmen Een zeer ingewikkelde zaak speelde rond een familiebedrijf. Na het overlijden van de moeder erft de vader alles en krijgt de zoon een vordering op zijn vader voor zijn aandeel in de nalatenschap. Als vader overlijdt blijkt dat de inmiddels hertrouwde man ook een langstlevenden testament heeft voor zijn tweede echtgenote, waardoor zij alles erft (incl. het bedrijf) en voor de zoon een vordering op de tweede echtgenote resteert. Als uiteindelijk zowel de tweede echtgenote als de zoon overlijden krijgen diens kinderen een vordering op de erfgenamen van de tweede echtgenote (haar neven en achterneven) wegens het testament van hun grootvader en moeder. Omdat de schulden van de tweede echtgenote groter blijken dan de baten (waaronder het familiebedrijf), aanvaarden haar erfgenamen de erfenis onder voorrecht van boedelbeschrijving: als blijkt dat het saldo van de nalatenschap negatief is, dan kunnen de erven niet voor het tekort worden aangesproken. De kinderen van de zoon willen niet dat het familiebedrijf verkocht wordt (hetgeen bij beneficiaire aanvaarding het geval zou zijn) en willen bovendien betaling van de vorderingen ontstaan wegens het overlijden van hun opa en oma. Hoewel de positie van de erven op het eerste gezicht niet sterk lijkt, stellen zij met behulp van Bres toch met succes de erfgenamen van de tweede echtgenote aansprakelijk voor de tekorten van de nalatenschap. Dit leidt ertoe dat het bedrijf nu weer in het bezit is van de kleinkinderen van de grondlegger en dat zij hun vorderingen grotendeels betaald hebben gekregen. tekst: Erik van Zadelhof - ontwerp en fotografie advocaten: 6