Werkbladen Webquest Pret met een ballonraket

Transcriptie

1 Werkbladen Webquest Pret met een ballonraket Namen groepsleden:

2 Stap 3: Luchtdruk Gebruik bij dit werkblad de bronnen die bij stap 3 staan. Ben je klaar? Ga dan door met stap Met welk instrument meet je luchtdruk? 2. Lucht drukt A) alleen van boven op een voorwerp B) alleen van onder op een voorwerp C) van alle kanten op een voorwerp 3. Wat gebeurt er met de luchtdruk als de snelheid van lucht toeneemt? 4. Kras het foute antwoord door: Lucht stroomt altijd van een plaats met een hoge / lage luchtdruk naar een plaats met een hoge / lage luchtdruk. 5. Waarom is dat zo? Aantal punten bij het nakijken:

3 Stap 4: Stuwkracht Gebruik bij dit werkblad de bronnen van stap Wat zou het leuk zijn om eens door de lucht te zweven! Maar elke keer als je springt, kom je gewoon weer terug naar de grond. En ook een bal die je de lucht in gooit, komt net zo hard weer terug. Welke kracht zorgt hiervoor? 7. Wie maakte de eerste beschrijving van deze kracht? 8. Welke kracht heb je nodig om een vliegtuig vooruit te laten bewegen of een raket omhoog te laten schieten? 9. Bij vraag 6 en 8 heb je een kracht ingevuld. Welke kracht hoort bij welke pijl? A = B = 10. Waarmee wordt de kracht uit vraag 8 bij een raket opgewekt? A) De aantrekkingskracht van de aarde B) De explosie die uit de motoren komt C) De wind die onder de raket blaast 11. Hoe groot is de stuwkracht op het moment dat het opstijgen begint? A) Kleiner dan de zwaartekracht B) Gelijk aan de zwaartekracht C) Groter dan de zwaartekracht

4 12. En hoe groot is de stuwkracht als de raket aan het opstijgen is? A) Kleiner dan de zwaartekracht B) Gelijk aan de zwaartekracht C) Groter dan de zwaartekracht Aantal punten bij het nakijken:

5 Stap 6: Bouw de ballonraket Nu ga je de ballonraket bouwen. Volg het stappenplan dat hier onder staat. Kom je er niet uit? Vraag dan eerst één van je klasgenoten om hulp. Kom je er dan nog niet uit? Vraag het dan aan je meester of juf.

6

7

8

9 Stap 7: Proefjes met de ballonraket Blaas je ballon op en houd het tuutje dichtgeknepen. Plaats hem in de houder. De luchtdruk in de ballon is nu hoger dan buiten de ballon. 13. Laat nu het tuutje van de ballon los. Wat zie je? 14. Bekijk de werkbladen over luchtdruk en stuwkracht nog eens. Hieronder staat een plaatje. Teken een pijl die laat zien welke kant de lucht op is gegaan toen je het tuutje van de ballon losliet. Zet bij die pijl Lucht. Teken ook een pijl die laat zien welke kant de ballon op is gegaan. Zet bij die pijl Ballon. 15. Waarom ging de lucht die kant op? Gebruik het begrip luchtdruk. 16. Waarom ging de ballon de andere kant op? Hoe heet de kracht die daar voor zorgt?

10 Blaas de ballon nog eens op, maar plaats hem nu schuin in de houder! Het tuutje moet een stukje naar rechts wijzen. Laat je ballon los. 17. Welke richting wil de ballon nu op? A) Naar rechts B) Naar links C) Dat kan je niet zien Blaas de ballon weer op. Plak het tuutje van de ballon wat dichter met plakband, zodat het gaatje waar de lucht uit komt kleiner wordt. Let op: het gaatje moet niet helemaal dichtgeknepen worden! Laat de ballon los. 18. Streep het foute antwoord door: De ballon ging nu sneller / langzamer / even snel dan zonder dichtgeplakt tuutje. 19. Streep het foute antwoord door: De lucht kan meer / minder snel uit de ballon. Hierdoor wordt de stuwkracht groter / kleiner. Je hebt net een aantal proefjes gedaan met een ballon. Doordat je de ballon hebt opgeblazen, zit er lucht in. Zo werkt het met een echte raket ook een beetje. De motoren in de raket veroorzaken een explosie en daardoor ontstaan er gassen (ook een soort lucht). 20. Stel: De motor van een raket werkt niet goed. Daardoor kan er veel te weinig lucht uit de onderkant van de raket komen. De stuwkracht wordt kleiner dan de zwaartekracht. Gaat de raket nu nog de lucht in? Waarom wel / niet?

11 21. Leg nu hieronder uit hoe het lanceren van een raket werkt. Zorg er voor dat je de begrippen luchtdruk, stuwkracht en zwaartekracht gebruikt. Je mag ook het plaatje hieronder gebruiken bij je uitleg. Hier kun je bijvoorbeeld pijlen in tekenen. Aantal punten bij het nakijken: