Effectiviteit van heffingskortingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Effectiviteit van heffingskortingen"

Transcriptie

1 Effectiviteit van heffingskortingen 8 oktober 2007 Dr. W. Kanning 2006/2007 Bachelorscriptie Semester 2 Bevordering van de arbeidsparticipatie van vrouwen Caroline Tielrooij

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Arbeidsparticipatie van vrouwen Fiscale geschiedenis omtrent arbeid en inkomen Huidige situatie van vrouwen op de arbeidsmarkt De theorie van arbeidsaanbod van vrouwen Fiscale beleidsvarianten en Participatie-effecten Algemene heffingskorting Aanvullende combinatiekorting 9 3 Criteria 11 4 Toetsing van de criteria 11 5 Conclusie 12 Bibliografie 14 Bijlage 1 15 Bijlage 2 15 Bijlage 3 15 Bijlage 4 16 Bijlage

3 1. Inleiding Nederland staat aan het begin van een vergrijzingsgolf. Het aandeel 65-plussers in de bevolking stijgt aankomende decennia van 14% naar 24%, terwijl Nederland steeds verder ontgroent en de potentiële beroepsbevolking, en daarmee het arbeidsaanbod, in diezelfde periode krimpt van 61% naar 54%. Als gevolg van deze ontwikkeling zal de grijze druk (dit is de ratio tussen het aantal 65-plussers en de potentiële beroepsbevolking) stijgen van 23% tot ruim 40% (De Mooij en Stevens, 2006, p1). Aangezien Nederland een omslagstelsel hanteert, wijzen De Sociaal Economische Raad (SER) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) het kabinet op haar beleidsuitdaging. Deze zou volgens hen gericht moeten zijn op het vergroten van het draagvlak door middel van een hogere participatiegraad. Dit was ook een van de doelstellingen van de in juni 2007 gehouden participatietop (gevormd door het kabinet, de Stichting van de Arbeid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten). Bevordering van de arbeidsparticipatie wordt nodig geacht om het draagvlak voor de collectieve voorzieningen te vergroten. Het kabinet en de Stichting van de Arbeid formuleerden in hun Tripartietebeleid dat inzet van onbenut arbeidspotentieel van groot belang is. Dit arbeidspotentieel is volgens hen onder andere te vinden in gehuwde vrouwen en werkende vrouwen met jonge kinderen (Tripartietebeleid, 2001, p13). Tevens merkte het Tripartietebeleid niet alleen op dat een hogere arbeidsparticipatie nodig is om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden, maar ook om bestendige economische groei van Nederland te waarborgen (Tripartiete beleidsinzet, 2007, p1). De overheid kan verschillende beleidsmaatregelen nemen om de participatie van vrouwen te bevorderen. In het kader van mijn opleiding zal ik mij in deze scriptie beperken tot de effectiviteit van twee fiscale instrumenten: de algemene heffingskorting en (aanvullende) combinatiekorting. De centrale vraag van deze scriptie luidt: - Zijn de algemene heffingskorting en de aanvullende combinatiekorting effectieve instrumenten om arbeidsparticipatie van vrouwen te stimuleren? Andere beleidsmaatregelen zijn onder andere de recente discussie omtrent gratis kinderopvang of het omzetten van arbeidskorting in een zogenaamde Earned Income Tax Credit (EITC). 2

4 In de volgende paragraaf wordt aan de hand van de fiscale beleidshistorie beschreven hoe de ontmoediging van arbeidsdeelname door vrouwen de laatste decennia is veranderd in stimulering ervan. Daarnaast wordt beschreven hoe de arbeidsparticipatie van vrouwen er op dit moment voorstaat. Tevens worden de algemene heffingskorting en aanvullende combinatiekorting in hun huidige vorm beschreven en volgt een uiteenzetting van de mogelijke fiscale hervormingsmaatregelen en de effecten hiervan op de participatie. Vervolgens zal in paragraaf drie een tweetal criteria worden opgesomd om de centrale vraag te kunnen beantwoorden waarna in paragraaf vier toetsing aan de hand van deze criteria zal plaatsvinden. Tot slot wordt in de conclusie van paragraaf vijf een antwoord gegeven op de centrale vraag van deze scriptie. 2. Arbeidsparticipatie van vrouwen 2.1 Fiscale geschiedenis omtrent arbeid en inkomen Vanaf 1973 is het overheidsbeleid overgegaan van een samenvoegingstelsel, waarin de gehuwde man belastingplichtig is voor zowel zijn eigen inkomen als dat van zijn vrouw, naar een stelsel van individuele belastingheffing over het arbeidsinkomen (Pott-Buter en Tijdens, 2001, p24). Tot en met 1983 werd uitgegaan van een traditioneel rollenpatroon waarbij de man als kostwinner fungeerde. Wanneer zijn vrouw eveneens arbeidsinkomen verwierf ontving zij een belastingvrije som die beduidend lager was dan die van haar partner (Stevens, 2006, p11). In 1984 werden de Tweeverdienerwetten geïntroduceerd waarbij niet-persoonsgebonden inkomensbestanddelen werden toegerekend aan degene met het hoogste inkomen. Dit was niet langer per definitie de man. Tevens kregen beide partners een gelijke belastingvrije som. Echter vanwege de heersende maatschappelijke rolverdeling bleek het partnerinkomen vaak zo gering te zijn dat deze belastingvrije som in de individuele belastingheffing niet geheel geëffectueerd kon worden. Het onbenutte deel van de belastingvrije som kon vanaf 1985 worden overgeheveld naar de andere partner (de zogenoemde integrale voetoverheveling) (Stevens, 2006, p12-13). De statistiek (zie tabel 1) laat zien dat de introductie van de Tweeverdienerwetten een negatieve invloed had op de arbeidsparticipatie van gehuwde vrouwen. De wederzijdse afhankelijkheid zorgde ervoor dat deze groep vrouwen zich van deelname aan de arbeidsmarkt onttrok. 3

5 In 1990 werd de belastingvrije som omgezet in een basisaftrek. Zolang het inkomen van de gehuwde vrouw beneden de belastingvrije basisaftrek bleef, ontving haar man dubbele basisaftrek. Daarnaast werd bij een laag inkomen een invorderingsvrijstelling gegeven. De overheveling en invorderingsvrijstelling hadden een positieve invloed op de arbeidsmarktdeelname van gehuwde vrouwen (zie tabel 1), echter werden vrouwen niet gestimuleerd een inkomen te verwerven boven die lage inkomensgrens. De Wet IB 2001 heeft de belastingvrije som omgezet in een systematiek van heffingskortingen. Waar de belastingvrije som een belastingvoordeel opleverde dat afhankelijk was van het toptarief waarin men viel, is de heffingskorting een belastingbesparing die voor iedereen gelijk is. Heffingskortingen worden door de overheid gebuikt als generiek sturingsmiddel voor het arbeidsmarktbeleid (Stevens, 2006, p.203) Huidige situatie van vrouwen op de arbeidsmarkt Statistieken laten zien dat er steeds meer vrouwen actief zijn op de arbeidsmarkt. De Emancipatiemonitor 2006 (zie tabel 2) toont een nettoarbeidsparticipatie (werkzame vrouwelijke beroepsbevolking) van 52% in eind Ultimo 2005 is deze nettoparticipatie gegroeid tot 54%. In een tijdsbestek van 5 jaar is de nettoparticipatiegraad dus met 2%-punt gestegen. Deze stijging is minder sterk dan de brutoparticipatie (werkzame en werkloze beroepsbevolking). Deze nam in dezelfde periode met 4%-punt toe. Dit betekent dat er vrouwen toetraden tot de beroepsbevolking, maar zij niet slaagden in het vinden van een betaalde baan. Participatiegraad wordt gedefinieerd als het aantal werkzame personen in de potentiële beroepsbevolking. In deze scriptie is voor het begrip potentiële beroepsbevolking aangesloten bij de definitie van het CBS: personen die ten minste 12 uur per week werken, of werk hebben aanvaard waardoor ze tenminste 12 uur per week gaan werken, of personen die verklaard hebben tenminste 12 uur per week te willen werken en actief op zoek zijn naar een betaalde baan. Hoewel de nettoparticipatiegraad de afgelopen jaren is toegenomen, blijft deze sinds 2002 nog altijd achter bij de verwachting (Emancipatiemonitor 2006, p67). Het CPB heeft in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de verwachte ontwikkeling van de participatie van vrouwen onderzocht. Hierbij komt naar voren dat bij ongewijzigd beleid de participatie de komende jaren nog zal toenemen, maar op lange termijn zal stabiliseren tot een participatiegraad van 64% in 2040 (zie tabel 3). 4

6 De arbeidsmarktanalyse van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) toont aan dat het aantal vrouwen die tot het arbeidspotentieel behoren met een fulltime aanstelling sinds 1990 nauwelijks is gegroeid, terwijl het aantal vrouwen met een parttime aanstelling in dezelfde periode is verdubbeld (Emancipatimonitor 2006, p67). Heden ten dage werkt meer dan tweederde van de vrouwen die tot het arbeidspotentieel behoren in deeltijd. Cijfers van het CBS geven aan dat de parttime banen met name in trek zijn bij vrouwen met minderjarige kinderen. Van deze groep vrouwen heeft 9% een fulltime aanstelling, 40% bevindt zich niet op de arbeidsmarkt en de overige 51% van de vrouwen werkt in deeltijd. Het grootste deel hiervan heeft een aanstelling van uur per week (Arbeidsmarktanalyse RWI, 2007, p21) De theorie van arbeidsaanbod van vrouwen Volgens Pott-Buter en Tijdens maken vrouwen volgens de economische theorie van het arbeidaanbod twee beslissingen. Daarin wordt een afweging gemaakt tussen betaalde arbeid, onbetaalde arbeid en vrije tijd. Het aantal uren dat het individu kiest om te werken weerspiegelt voor haar de optimale combinatie van consumptie en vrije tijd. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat deze beslissingen niet geheel rationeel zijn. Het traditionele rollenpatroon waarin de vrouw thuis voor het huishouden en de kinderen moet zorgen verliest in onze maatschappij weliswaar terrein, maar is zeker niet verdwenen. De heersende maatschappelijke opvatting omtrent dit rollenpatroon is van invloed op haar beslissingen. De eerste beslissing omvat het wel of niet betaald werken. Volgens de economische theorie gaan vrouwen pas werken als het nettoloon hoger is dan het nettoloon dat zij minimaal willen verdienen (het reserveringsloon). Dit reserveringsloon is de waarde van de vrije tijd of de uitkering die zij opgeeft, de kosten van het uitbesteden van onbetaalde arbeid die zij voorheen zelf verrichtte etc. Pott-Buter en Tijdens duiden dit aan als substitutie-effect. Bij het reserveringsloon speelt tevens het gezinsinkomen een belangrijke rol. Indien de vrouw een partner heeft met een hoog inkomen zal zij minder snel geneigd zijn betaalde arbeid te verrichten. De algemene tendens is dat zij de voorkeur zal geven aan vrije tijd (SEO, 2007, p7). Hierbij moet echter worden opgemerkt dat uit onderzoek van het kenniscentrum voor emancipatie en gezin, gedaan in opdracht van de emancipatieraad, blijkt dat hoogopgeleide vrouwen na de geboorte van kinderen vaker doorwerken dan lageropgeleide vrouwen. Het aantal uur dat zij betaalde arbeid verrichten wordt meestal wel verminderd. 5

7 Verder veroorzaakt het progressieve belastingstelsel een hoge marginale belastingdruk op het additionele inkomen waardoor weinig financiële prikkel zal ontstaan zich op de arbeidsmarkt aan te bieden of zich voor meer uren aan te bieden (Stevens, 2006, p217). Het progressieve belastingstelsel is dus eveneens van invloed op de hoogte van het reserveringsloon (het nettoloon dat vrouwen minimaal willen verdienen). Daarnaast geldt met name voor de lagere inkomensgroepen dat een deel van het extra gezinsinkomen weer wegvloeit door extra kosten van kinderopvang, vermindering van inkomensafhankelijke subsidies zoals huurtoeslag, kwijtschelding van lokale belastingen en het wegvallen van andere gemeentelijke inkomensondersteuningen. Op deze wijze ontstaat een armoedeval. De tweede beslissing, voor degenen die reeds participeren in het arbeidsproces, is het meer of minder uren gaan werken. Een verandering in het netto-inkomen leidt enerzijds tot een inkomenseffect, immers hetzelfde inkomen kan met minder uren werk worden verdiend. Hierdoor zal men geneigd zijn minder uren te willen werken. Anderzijds leidt een verandering in netto-inkomen tot een substitutie-effect aangezien minder werken relatief duurder wordt. Immers, naarmate het nettoloon stijgt levert het verrichten van betaalde arbeid steeds meer op. Hierdoor zal men onbetaalde arbeid/vrije tijd willen verruilen voor betaalde arbeid. Uit empirisch onderzoek is gebleken dat substitutie-effect sterker is dan het negatieve inkomenseffect (SEO, 2007, p5). Het SEO onderzoek laat zien dat de overheid de arbeidsparticipatie van vrouwen op twee manieren kan beïnvloeden. Ten eerste door het nettoloon van vrouwen te verhogen, bijvoorbeeld door marginale belastingtarieven te verlagen. Ten tweede door het reserveringsloon te verlagen, bijvoorbeeld door kosten van kinderopvang te verlagen en betere zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlofregelingen te treffen. Volgens Evers, de Mooij en van Vuuren is de arbeidsaanbodelasticiteit van vrouwen groter dan die van mannen. De arbeidsaanbodelasticiteit geeft het effect van een verandering in nettoloon op het aantal gewerkte uren weer. Een elasticiteit van nul betekent dat een verhoging van het nettoloon niet leidt tot een hoger arbeidsaanbod. Bij een positieve elasticiteit zal een hoger nettoloon leiden tot een hoger arbeidsaanbod en bij een negatieve elasticiteit zal dit niet het geval zijn. De gemiddelde arbeidsaanbodelasticiteit voor mannen en vrouwen bedraagt respectievelijk en 0.5 (Evers, de Mooij en van Vuuren, 2007, p172). Dit impliceert volgens hen dat vrouwen sterker reageren op financiële prikkels dan mannen. Daarnaast concluderen Evers, de Mooij en van Vuuren dat hoger opgeleide vrouwen minder gevoelig zijn voor loonsveranderingen dan lager opgeleide vrouwen. Hun elasticiteit 6

8 is dus kleiner. Dit wordt verklaard doordat vrouwen met een hoger opleidingsniveau een hoger potentieel loon hebben en daardoor actiever zijn op de arbeidsmarkt. Hierdoor neemt hun gevoeligheid voor veranderingen in loon af (SEO, 2007, p17). 2.4 Fiscale beleidsvarianten en Participatie-effecten Algemene heffingskorting Iedere belastingplichtige in Nederland heeft recht op algemene heffingskorting (2006: 1990). Deze heffingskorting biedt een tegemoetkoming voor kosten van primair levensonderhoud. Indien de belastingplichtige geen inkomen heeft of minder dan 5821 per jaar verdiend (cijfer 2006) wordt deze individuele korting niet of slechts gedeeltelijk benut. Deze korting is op partnerniveau verrekenbaar. Al dan niet deelnemen aan het arbeidsproces heeft zodoende geen invloed op de algemene heffingskorting. Indien de verdienende partner voldoende belasting betaald, kan de niet-verdienende partner de heffingskorting uitbetaald krijgen. Dit heeft een remmende werking op het verwerven van een (laag) inkomen door de partner, veelal moeders van jonge kinderen en mantelzorgers (Pott- Buter en Tijdens, 2001, p49). Daarnaast leidt de verrekenbaarheid ertoe dat het tweede/additionele inkomen tegen een relatief hoog marginaal tarief wordt belast. Immers de algemene heffingskorting van de niet/weinig verdienende is al verbruikt bij de meestverdienende partner. Afhankelijke partners worden door de werking van deze heffingskorting niet gestimuleerd toe te treden tot de arbeidsmarkt (Stevens, 2007, p203). In de volksmond wordt deze heffingskorting dan ook wel spottend aanrechtsubsidie genoemd. Het kabinet heeft in haar regeerakkoord gepleit voor afschaffing van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting. De overdraagbaarheid wordt met 5%-punt per jaar in 20 jaar geleidelijk afgebouwd tot nihil. Het SEO en het CPB hebben recentelijk onderzoek gedaan naar de effecten van afschaffing van deze algemene heffingskorting. Het SEO heeft in opdracht van het Ministerie van SZW onderzoek gedaan naar de afschaffing van de algemene heffingskorting voor de afhankelijke partner. Indien de heffingskorting voor de niet-werkende partner wordt afgeschaft heeft dat twee effecten tot gevolg. 7

9 Ten eerste treedt er een substitutie-effect op. Het marginale tarief waartegen haar inkomen wordt belast gaat omlaag van 34,15% naar 0%. Dit betekent dat netto- en brutoinkomen aan elkaar gelijk zijn zolang zij minder verdient dan per jaar. Ten tweede treedt er een inkomenseffect op. Indien de vrouw niet participeert op de arbeidsmarkt krijgt zij de heffingskorting niet langer uitbetaald. Dit betekent dat haar inkomen met 1990 per jaar omlaag gaat. De heffingskorting is eveneens niet meer verrekenbaar met het inkomen van de partner. Het netto-gezinsinkomen gaat omlaag. Voor vrouwen ontstaat op deze wijze een extra stimulans om de arbeidsmarkt te betreden. Hierdoor trachten zij de daling in het gezinsinkomen op te vangen. In feite daalt haar reserveringsloon (het nettoloon dat zij minimaal wil verdienen). Beide effecten stimuleren het arbeidsaanbod van de afhankelijke vrouw (SEO, 2007, p34). Tabel 4 laat zien dat door deze fiscale hervorming het arbeidsaanbod van vrouwen in uren met 6,8% groeit. In personen stijgt het arbeidsaanbod met 12,4%. Vrouwen met kinderen reageren sterker op deze hervorming dan vrouwen zonder kinderen. Dit is te verklaren uit het feit dat vrouwen met kinderen een lagere participatiegraad hebben dan vrouwen zonder kinderen. Uit het SEO-rapport komt eveneens naar voren dat reeds werkende vrouwen door deze maatregel meer uren gaan werken (SEO, 2007, p35). Ook de in 2007 verschenen CPB-nota pleit voor afschaffing van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting. De nota stelt dat deze maatregel een positief effect heeft op de arbeidsparticipatie van vrouwen. Allereerst wordt de niet-werkende partner gestimuleerd deel te nemen aan het arbeidsproces om de daling van het gezinsinkomen te compenseren. De CPB-nota merkt eveneens op dat de groei van het arbeidsaanbod in arbeidsjaren kleiner is dan in personen, omdat de groei van het arbeidsaanbod vooral parttimers betreft. De CPB-nota en het SEO-rapport stemmen op deze punten overeen. Daarnaast voegt de CPB-nota hier nog aan toe dat de budgettaire besparing van 1,65 miljard euro, als gevolg van het afschaffen van de overdraagbaarheid, gebruikt zou kunnen worden voor een generieke tariefverlaging van de loon- en inkomstenbelasting. Deze aanvullende maatregel zou het arbeidsaanbod een extra impuls geven. Ook Stevens is van mening dat de overhevelingmogelijkheid van de algemene heffingskorting afgeschaft moet worden. Dit zou een lager entreetarief mogelijk maken en daarmee de arbeidsparticipatie bevorderen. Hij merkt op dat de doelstelling van gezinsdraagkracht en de stimulering van arbeidsparticipatie door vrouwen daarbij lijnrecht *34,15% = Dit is het bedrag van de algemene heffingskorting in 2006, waardoor per saldo geen belasting verschuldigd is. 8

10 tegenover elkaar staan. Vanuit het oogpunt van gezinsdraagkracht is de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting van belang. Vanuit het oogpunt van stimulering van de arbeidsparticipatie is afschaffing van de overdraagbaarheid een must. Er moet dus een afweging worden gemaakt tussen wat rechtvaardigheidsbeginsel en het doelmatigheidsbeginsel (Stevens, 2007, p ) Aanvullende combinatiekorting De combinatiekorting is een individuele heffingskorting die een tegemoetkoming biedt voor werkenden met jonge kinderen tot 12 jaar. Deze groep heeft over het algemeen te maken met specifieke kosten die werkenden zonder jonge kinderen niet hebben, namelijk kosten die verband houden met het uitbesteden van zorg voor die kinderen. Met de (aanvullende) combinatiekorting poogt de overheid de combinatie van zorg- en werktaken te stimuleren. In 2006 bedraagt deze korting 146. De korting geldt pas indien de belastingplichtige meer dan 4405 per jaar verdiend. Voor de aanvullende combinatiekorting komt de belastingplichtige in aanmerking indien hij/zij in het kalenderjaar geen partner had of indien hij/zij in dat kalenderjaar minder verdiende dan zijn/haar partner. Het is als het ware een extra belastingkorting voor de minstverdienende partner. In 2006 bedraagt de aanvullende combinatiekorting 608. Volgens Caminada zal verhoging van de huidige (aanvullende) combinatiekorting de arbeidsparticipatie van mensen met lagere inkomens ondersteunen (Caminada, 2007, p2). Deze maatregel dient volgens hem gefinancierd te worden uit de budgettaire besparing van de algemene heffingskorting. Het SEO onderzoek heeft, in overleg met het ministerie van SZW, vier hervormde beleidsopties doorberekend waarin zij de aanvullende combinatiekorting verhoogt. De vier beleidsopties zijn hieronder weergegeven. Variant 1 - Met een inkomen van 4405 ontvangt de belastingplichtige een aanvullende combinatiekorting van De aanvullende combinatiekorting blijft 608 tot een inkomen van (de helft van het Wettelijk Minimum Loon (WML)) voor de tweede verdiener. - De aanvullende combinatiekorting wordt verhoogd tot een maximum van 1200 bij de opbouw van 50% van het WML naar 100% van het WML voor de tweede verdiener. 9

11 Variant 2 - Met een inkomen van 4405 ontvangt de belastingplichtige een aanvullende combinatiekorting van De aanvullende combinatiekorting blijft 608 tot een inkomen van (de helft van het wettelijk minimum loon) voor de tweede verdiener. - De aanvullende combinatiekorting wordt verhoogd tot een maximum van 1300 bij de opbouw van 50% van het WML tot een modaal inkomen ( 33150, CBS). Variant 3 - Variant 1 met afschaffing van de reguliere combinatiekorting. Variant 4 - Variant 2 met afschaffing van de reguliere combinatiekorting. Een verhoging van de aanvullende combinatiekorting verhoogt het nettoloon van vrouwen. Dat deze maatregel invloed heeft op hun arbeidsaanbod blijkt uit tabel 5. Deze toont de participatie-effecten van de verschillende beleidopties. De maatregel laat zien dat in variant 1 het arbeidsaanbod in uren 5,6% toeneemt, in personen slechts met 3,1%. De overige varianten hebben een kleiner effect op arbeidsparticipatie. Varianten 3 en 4, waarin de reguliere combinatiekorting wordt afgeschaft, hebben een negatief effect op de arbeidsparticipatie. Een aantal vrouwen trekt zich terug van de arbeidsmarkt. Dit zijn de vrouwen die een loon verdienen dat net boven de loongrens van 4405 ligt. De combinatiekorting verhoogt het uurloon rond deze loongrens. Dit effect vervalt bij het afschaffen van de reguliere combinatiekorting (SEO, 2007, p38). Kortom, de in dit rapport gepresenteerde beleidsopties laten slechts een kleine verhoging zien in het aantal vrouwen dat de arbeidsmarkt zal betreden. De participatiegraad stijgt daarom niet fors. Wel gaat het aantal vrouwen die reeds een parttime-aanstelling hebben meer uren werken. 10

12 3. Criteria In 2000 heeft de Europese Unie zich in Lissabon ten doel gesteld uit te groeien tot een dynamische kenniseconomie. In het in datzelfde jaar gepresenteerde Meerjarenbeleidsplan betekende een dynamische kenniseconomie voor Nederland onder andere het vergroten van de arbeidsmarktdeelname van vrouwen. Om de Lissabon-doelstellingen te kunnen bereiken bevat het Meerjarenbeleidsplan uit 2000 een emancipatiebeleid gericht op het gebied van arbeid en inkomen. Dit beleid heeft drie doelstellingen. Ten eerste, een verhoging van de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen tussen de vijftien en vierenzestig jaar tot 65% procent in Ten tweede, een toename van economische zelfstandigheid voor 60% procent van de vrouwen tussen vijftien en vierenzestig jaar in Tot slot, een meer evenwichtige verdeling van onbetaalde arbeid tussen mannen en vrouwen (Pott-Buter en Tijdens, 2001, p6). Bij het actualiseren van het Meerjarenbeleidsplan in 2005 is hier nog een doelstelling aan toegevoegd. Er moeten niet alleen meer vrouwen gaan werken, maar vrouwen met een deeltijdbaan moeten ook meer uren gaan werken. Ten behoeve van de toetsing van de centrale vraag zijn de eerste en vierde doelstelling van het bovengenoemde emancipatiebeleid als beoordelingscriteria gehanteerd. 4. Toetsing van de criteria De economische theorie stelt dat het arbeidsaanbod van vrouwen op twee manieren bevorderd kan worden. Ten eerste door verhoging van het netto-inkomen, de arbeidsaanbodelasticiteit van vrouwen is immers positief. Ten tweede door het verlagen van het reserveringsloon. De algemene heffingskorting heeft, in zijn huidige vorm waarin de korting op partnerniveau verrekenbaar is, geen stimulerende werking op de arbeidsparticipatie van nietwerkende vrouwen. Fiscale hervorming waarbij de overdraagbaarheid van de heffingskorting wordt afgeschaft leidt voor de niet-werkende partner tot een daling van het marginale tarief waartegen haar inkomen wordt belast. Zolang zij minder verdiend dan 5821 per jaar zijn bruto- en netto-inkomen aan elkaar gelijk. De afschaffing van de overdraagbaarheid verhoogt zodoende het netto-inkomen. Het voorstel van het CPB een generieke tariefverlaging door te voeren zou het arbeidsaanbod nog eens een extra impuls kunnen geven, omdat op dergelijke wijze de marginale druk op het additionele inkomen verder daalt. Dit komt overeen met een stijging van het netto-inkomen. 11

13 Tevens betekent het schrappen van de overdraagbaarheid dat het netto-gezinsinkomen daalt. De niet-werkende partner zal gestimuleerd worden deel te nemen aan het arbeidsproces om de daling van het gezinsinkomen te compenseren. Kortom, haar reserveringsloon daalt. Uit paragraaf komt naar voren dat de voorgestelde fiscale maatregel het arbeidsaanbod van vrouwen in uren met 6,8% doet stijgen. In personen groeit het arbeidsaanbod met 12,4%. Bij ongewijzigd beleid zal de arbeidsparticipatie van vrouwen in 2011 blijven steken op 64%. Dit betekent dat de doelstelling van 65% in 2011 niet gehaald wordt. Uit het voorgaande blijkt dat afschaffing van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting leidt tot een forse stijging van het aantal niet-werkende vrouwen dat zich aan zal bieden op de arbeidsmarkt. Hierdoor kan aan het eerste criteria worden voldaan. Tevens blijkt de maatregel effect te hebben op het aantal uren dat vrouwen zich aanbieden. Daarmee wordt ook aan het tweede criterium voldaan. Met de (aanvullende) combinatiekorting zorgt de overheid ervoor dat een goede combinatie van zorg- en werktaken mogelijk gemaakt wordt door werkenden met jonge kinderen tegemoet te komen. Een verhoging van deze heffingskorting heeft een positief effect op de arbeidsparticipatie van vrouwen. De in het SEO-rapport doorberekende beleidopties laten zien dat een verhoging van de aanvullende combinatiekorting het meeste effect heeft. Het aantal vrouwen dat de arbeidsmarkt zal betreden is gering. Deze toename varieert tussen 2,7% tot 3,1%. Het voordeel van deze beleidsoptie is voornamelijk afkomstig uit het aantal vrouwen met een parttime-aanstelling dat meer uren besluit te gaan werken. Deze toename varieert van 3,8% tot 5,6%. Door middel van een fiscale hervorming van de aanvullende combinatiekorting wordt aan beide criteria voldaan. 5. Conclusie In deze scriptie is werking van de algemene heffingskorting en de aanvullende combinatiekorting besproken. De algemene heffingskorting is in haar huidige vorm niet effectief. Door de overdrachtsmogelijkheid worden niet-werkende partners niet gestimuleerd de arbeidsmarkt te betreden. Door de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting af te schaffen is de algemene heffingskorting echter wel een effectief instrument om de arbeidsparticipatie van vrouwen te stimuleren. Het netto-inkomen van de vrouw wordt 12

14 verhoogd en haar reserveringsloon verlaagd. Hierdoor stijgt het aantal vrouwen dat zich aanbiedt op de arbeidsmarkt met 12,4%. Tevens stijgt het arbeidsaanbod in uren met 6,8%. Omdat exacte cijfers ontbreken kan weinig gezegd worden over de effectiviteit van de aanvullende combinatiekorting in zijn huidige vorm. Echter blijkt uit onderzoek dat verhoging van de aanvullende arbeidskorting een positief effect heeft op de arbeidsparticipatie van vrouwen. Deze maatregel zorgt niet zozeer voor een verhoging van het aantal vrouwen dat zich aanbied op de arbeidsmarkt, maar laat wel voor een forse stijging in het aantal uren dat vrouwen werken. Beide heffingskortingen kunnen met de in deze scriptie genoemde fiscale hervormingen worden ingezet als effectief fiscaal instrument om de arbeidsparticipatie van vrouwen te stimuleren. 13

15 Bibliografie Caminada, C.L.J. (2007). Inkomensbeleid. Tijdschrift voor openbare financiën, (37), 1-6. Centraal Bureau voor de Statistiek (2006). Vrouwen in opmars ( NL/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/publicaties/artikelen/archief/2006/ wm.htm), 15 juli 2007 Centraal Plan Bureau (2007). Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen, De Mooij, R.A., Stevens, L.G.M. (2006). Fiscaal-economische uitdagingen voor een volgend kabinet. Weekblad Fiscaal Recht, Evers, M., De Mooij, R.A., Van Vuuren, D. (2007). Arbeidsaanbodelasticiteit en beleid. Economisch Statistische Berichten, (92), E-Quality, Kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit (2006). ( Kok, L., Hop, P., Pott-Buter, H. (2007). Kosten en baten van participatiebeleid. SEO Economisch Onderzoek, Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2007). Tripartiete Beleidsinzet Portegijs, W., Hermans, B., Lalta, V. (2006). Emancipatiemonitor 2006: Veranderingen in de leefsituatie en levensloop. Sociaal Cultureel Planbureau en Centraal Bureau voor de Statistiek, Pott-Buter, H., Tijdens, K. (2001). Emancipatie-effectrapportage belastingen en premies: Een verkenning naar nieuwe mogelijkheden vanuit het belastingstelsel Universiteit van Amsterdam, Raad voor Werk en Inkomen (2007). Arbeidsmarktanalyse Stevens, L.G.M. (2006). Fiscaal gezinsbeleid. Kluwer, Deventer, Stevens, L.G.M. (2006). Fiscale fascinatie: fiscaal beleid Kluwer, Deventer,

16 Bijlagen Tabel 1 Gehuwde vrouwen met een eigen arbeidsinkomen Bron: Emancipatie-Effectrapportage 2002 Tabel 2 Bruto- en nettoparticipatie, naar leeftijd, personen jaar, (in procenten) Tabel 3 Participatiegraad bij ongewijzigd beleid Bron: CPB

17 Tabel 4 Participatie-effect heffingskorting voor afhankelijke partner op aanbod in uren en participatiegraad Tabel 5 Effect verhogen aanvullende combinatiekorting op arbeidsaanbod in uren en personen 16

Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen

Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen CPB Notitie Datum : 17 januari 2007 Aan : SZW Een analyse van maatregelen gericht op de arbeidsparticipatie van vrouwen 1 Inleiding Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het CPB verzocht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Balkenende IV en de Armoedeval: een effectieve combinatie?

Balkenende IV en de Armoedeval: een effectieve combinatie? Balkenende IV en de Armoedeval: een effectieve combinatie? Thijs van den Berg 0407542 Bachelorscriptie Fiscale Economie 16-07-2007 Overheid & Fiscaliteit Begeleider: W. Kanning Inhoud 1 Inleiding 1 2 Theoretisch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006 E BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Inkomensafhankelijke arbeidskorting

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Inkomensafhankelijke arbeidskorting De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Structurele gevolgen voor de arbeidsmarkt van een viertal PvdA voorstellen

Structurele gevolgen voor de arbeidsmarkt van een viertal PvdA voorstellen CPB Notitie Datum : 27 september 2004 Aan : Tweede kamerfractie PvdA (Martin van Leeuwen) Structurele gevolgen voor de arbeidsmarkt van een viertal PvdA voorstellen 1 Inleiding De Tweede Kamerfractie van

Nadere informatie

Houdbaarheidseffecten van participatiebeleid

Houdbaarheidseffecten van participatiebeleid CPB Notitie Datum : 19 januari 2007 Aan : SER secretariaat (Devreese) Houdbaarheidseffecten van participatiebeleid 1 Inleiding Uit de analyse van Van Ewijk e.a. (2006) volgt dat bij ongewijzigd beleid

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 10 december 2007 Onderwerp : technische toelichting bij brief armoedeval

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 10 december 2007 Onderwerp : technische toelichting bij brief armoedeval Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : december 07 Onderwerp : technische toelichting bij brief armoedeval 1. Inleiding Verschillende maatregelen die het kabinet de komende jaren wil doorvoeren,

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Financiële bijlage D66-verkiezingsprogramma

Financiële bijlage D66-verkiezingsprogramma Financiële bijlage D66-verkiezingsprogramma D66 staat garant voor een solide financieel beleid, dat ruimte biedt voor investeringen in de kwaliteit van de samenleving en economische dynamiek. Het verkiezingsprogramma

Nadere informatie

Artikelen. Naar een arbeidsdeelname van 80 procent in 2016

Artikelen. Naar een arbeidsdeelname van 80 procent in 2016 Artikelen Naar een arbeidsdeelname van 8 procent in 216 Boukje Janssen en Martijn Souren Om de vergrijzing betaalbaar te houden en krapte op de arbeidsmarkt te voorkomen, heeft het kabinet zich tot doel

Nadere informatie

De opbouw van de notitie is als volgt. Sectie 2 beschrijft de varianten. Sectie 3 beschrijft de effecten op de werkgelegenheid.

De opbouw van de notitie is als volgt. Sectie 2 beschrijft de varianten. Sectie 3 beschrijft de effecten op de werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Werkgroep IBO sociale huur Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Henk-Wim de Boer Datum: 18 november 2016 Betreft:

Nadere informatie

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij

AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij CPB Notitie 17 juni 2014 AWBZ-premie over vier schijven Uitgevoerd op verzoek van de Socialistische Partij. CPB Notitie Aan: SP, Henk van Gerven Datum: 17-6-2014 Betreft: AWBZ-premie over vier schijven

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 juni 2011 Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg

Nadere informatie

Alleenstaande ouders en kindregelingen

Alleenstaande ouders en kindregelingen Alleenstaande ouders en kindregelingen Op deze site wordt u geïnformeerd over regelingen die in het regeerakkoord Bruggen slaan zijn opgenomen. Naar aanleiding van de plannen voor het versoberen van de

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1424 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten)

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten) Bijlage 5 In het overleg over het begrotingsonderzoek SZW van 22 november 2001 heb ik toegezegd u voor de begrotingsbehandeling nadere informatie te doen toekomen met betrekking tot de inkomensmaatregelen

Nadere informatie

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070) 3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon M.H.C. Lever Datum: 10 juni 2011 Betreft: Sociaal akkoord

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Memo beperken inkomenseffecten

Memo beperken inkomenseffecten Memo beperken inkomenseffecten Aanleiding De ongerustheid in de samenleving over de effecten van de nieuwe zorgpremie op het koopkrachtbeeld, de arbeidsmarkt en de werking van het zorgstelsel. Kernpunten

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (datum), Directie

Nadere informatie

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd 2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd Mensen moeten steeds de keuze maken tussen werken en vrije tijd: 1. Werken * Je ontvangt loon in ruil voor je arbeid; * Langer werken geeft meer loon (en dus kun

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Effect fiscale- en inkomensondersteunende regelingen op economische zelfstandigheid

Effect fiscale- en inkomensondersteunende regelingen op economische zelfstandigheid Effect fiscale- en inkomensondersteunende regelingen op economische zelfstandigheid Ministerie van SZW, 2 februari 1 Inleiding Aanleiding In de brief van de minister van OCW, SZW en J&G: Meer kansen voor

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht

Nadere informatie

Samenvatting Scenario s armoedevalbestrijding

Samenvatting Scenario s armoedevalbestrijding Samenvatting Scenario s armoedevalbestrijding Bestrijding van de armoedeval is van groot belang voor het terugdringen van de uitkeringsafhankelijkheid en het bevorderen van de arbeidsparticipatie en scholing.

Nadere informatie

Datum: 16 november 2015 Betreft: Structurele effecten 4e nota van wijziging Belastingplan 2016

Datum: 16 november 2015 Betreft: Structurele effecten 4e nota van wijziging Belastingplan 2016 CPB Notitie Aan: Ministerie van Financiën Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Henk-Wim de Boer Datum: 16 november 2015 Betreft:

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding NOTA VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding Het onderhavige besluit wordt gewijzigd in verband met het besluit van het kabinet om voor 2006 en volgende jaren de rijksvergoeding van de kosten van kinderopvang

Nadere informatie

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken CPB Memorandum Sector : Arbeidsmarkt en Welvaartsstaat Afdeling/Project : Arbeid Samensteller(s) : Rob Euwals, Daniël van Vuuren, Adri den Ouden, Janneke Rijn Nummer : 171 Datum : 12 december 26 Arbeidsaanbod

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo I

Eindexamen economie vwo I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Uit het antwoord moet

Nadere informatie

Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Verankering van emancipatie in beleid en uitvoering a) Commitment ambtelijke en politieke top In de begroting van het Ministerie

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud,

Nadere informatie

Belastingherziening; tips & tricks

Belastingherziening; tips & tricks Belastingherziening; tips & tricks Winterlezing 2015 Laura van Geest 14 februari 2015 Winterlezing over Belastingherziening Akkers geploegd door Van Dijkhuizen en Van Weghel Stas Wiebes heeft gezaaid met

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-27 7 februari 2002 9.30 uur Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig De reeks van jaren met een gunstige arbeidsmarkt is in 2001 voortgezet. De groei van de

Nadere informatie

Wijzigingen op privégebied

Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Deze whitepaper bevat een samenvatting van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen op privégebied. De informatie in dit onderdeel heeft betrekking

Nadere informatie

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven

Nadere informatie

1 Inleiding. 1 Zie Commissie van Weeghel (2010), Commissie van Dijkhuizen (2013) en de kabinetsbrief Keuzes voor een beter

1 Inleiding. 1 Zie Commissie van Weeghel (2010), Commissie van Dijkhuizen (2013) en de kabinetsbrief Keuzes voor een beter Samenvatting Generieke lastenverlichting doet relatief weinig voor de arbeidsparticipatie. Lastenverlichting voor werkende moeders met jonge kinderen is relatief effectief. Ook het beperken van inkomensondersteuning

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 juni 2010 Betreft kinderopvangtoeslag vanaf 2011 a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 710 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 322 Kinderopvang Nr. 137 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Nieuwsbrief Prinsjesdag 2015 NIEUWSBRIEF. over de gevolgen van Prinsjesdag 2015 voor uw personeelsbeleid

Nieuwsbrief Prinsjesdag 2015 NIEUWSBRIEF. over de gevolgen van Prinsjesdag 2015 voor uw personeelsbeleid NIEUWSBRIEF over de gevolgen van Prinsjesdag 2015 voor uw personeelsbeleid Via deze speciale Prinsjesdag-nieuwsbrief brengen wij u volledig op de hoogte van Prinsjesdag 2015 die relevant zijn voor werkgevers.

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 december 2012 Effecten van het Regeerakkoord voor de marginale druk Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie Aan: SZW Centraal Planbureau

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Structurele effecten variant overdraagbaarheid. heffingskorting, inkomstenbelasting. Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën

Structurele effecten variant overdraagbaarheid. heffingskorting, inkomstenbelasting. Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën CPB Notitie 12 november 2015 Structurele effecten variant overdraagbaarheid algemene heffingskorting, verhoging kinderbijslag en tarieven inkomstenbelasting Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Noorman-den Uyl over de armoedeval.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Noorman-den Uyl over de armoedeval. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013

Koopkracht van ouderen 2013-2014. Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 Koopkracht van ouderen 2013-2014 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013 In opdracht van de CSO, koepel

Nadere informatie

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel CPB Notitie Aan: Ministerie OCW Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Marcel Lever Datum: 7 juni 2013 Betreft: Aflossing studieschuld

Nadere informatie

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Martine Mol De geboorte van een heeft grote invloed op het arbeidspatroon van de vrouw. Veel vrouwen gaan na de geboorte van het minder werken.

Nadere informatie

Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap CPB Notitie 7 juni 2013 Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. CPB Notitie Aan: Ministerie OCW Centraal Planbureau

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2008 Nr. 58 BRIEF VAN

Nadere informatie

bron: C.L.J. Caminada (2007), 'Inkomensbeleid', Tijdschrift voor Openbare Financiën, jaargang 37 (nr. 1).

bron: C.L.J. Caminada (2007), 'Inkomensbeleid', Tijdschrift voor Openbare Financiën, jaargang 37 (nr. 1). bron: C.L.J. Caminada (2007), 'Inkomensbeleid', Tijdschrift voor Openbare Financiën, jaargang 37 (nr. 1). INKOMENSBELEID C.L.J. Caminada Samenvatting Het inkomensbeleid dat het kabinet-balkenende voor

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018.

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018. RAMINGSTOELICHTINGEN Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018. Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Ramingstoelichtingen...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 399 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met de vaststelling van de hoogte van het kindgebonden budget met ingang van

Nadere informatie

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 In opdracht

Nadere informatie

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017)

Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) CPB Notitie Aan: Ministerie van Financien Datum: 26 oktober 2016 Betreft: Doorrekening standaardkoopkracht voorbeeldhuishoudens (actualisatie 2017) Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508

Nadere informatie

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 1 Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 De meeste relevante tabellen met betrekking tot partneralimentatie zijn uit de positionpaper 1. Persoonlijk bruto inkomen Tabel

Nadere informatie

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0 Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0 Effect van de invoering van het basisinkomen op het inkomen van een aantal voorbeeldhuishoudens Jasja Bos, Marjan Verberk-De Kruik Inkomenseffecten van het basisinkomen

Nadere informatie

EMANCIPATIE-EFFECTRAPPORTAGE

EMANCIPATIE-EFFECTRAPPORTAGE I EMANCIPATIE-EFFECTRAPPORTAGE BELASTINGEN EN PREMIES Een verkenning naar nieuwe mogelijkheden vanuit het belastingstelsel 2001 Onderzoek op verzoek van het ministerie van Financiën Den Haag AIAS Research

Nadere informatie

Fiscaal instrumentarium voor de arbeidsparticipatie van vrouwen (te) kostbaar?

Fiscaal instrumentarium voor de arbeidsparticipatie van vrouwen (te) kostbaar? 98 Fiscaal instrumentarium voor de arbeidsparticipatie van vrouwen (te) kostbaar? C.A.J. Bonnemaijer J.J.E. Wijnen* Samenvatting Op lange termijn zullen in Nederland de collectieve uitgaven fors toenemen

Nadere informatie

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Bijdrage prof. dr. Kees Goudswaard / 49 Financiering van de AOW: solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Deze vraag staat centraal in de bij drage van bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid prof.

Nadere informatie

Belastingplan 2012. Vs. 05-01-2012 1

Belastingplan 2012. Vs. 05-01-2012 1 Belastingplan 2012 - Wettelijk minimumloon per maand o 15 jr. 434,00 o 16 jr. 499,10 o 17 jr. 571,40 o 18 jr. 658,20 o 19 jr. 759,45 o 20 jr. 889,65 o 21 jr. 1.048,80 o 22 jr. 1.229,60 o 23 jr. e.o. 1.446,60

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren.

Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren. Inkomensafhankelijke zorgpremie / nivelleren. 1. Inleiding Naar verwachting zal nivellering via de inkomensafhankelijke zorgpremie (IAP) worden vervangen door nivellering via het belastingstelsel. De IAP

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Datum: 11 november 2015 Betreft: Structurele effecten variant overdraagbaarheid algemene heffingskorting en verlaging IACK

Datum: 11 november 2015 Betreft: Structurele effecten variant overdraagbaarheid algemene heffingskorting en verlaging IACK CPB Notitie Aan: Ministerie van Financiën Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Henk-Wim de Boer Datum: 11 november 2015 Betreft:

Nadere informatie

Bachelor Thesis Kevin Koster. Alleen of met z n twee

Bachelor Thesis Kevin Koster. Alleen of met z n twee Bachelor Thesis Kevin Koster Alleen of met z n twee De invloed van belastingheffing op de arbeidsparticipatie van de tweede verdiener Naam: C.C.A. Koster Studierichting: Fiscale economie Administratienummer:

Nadere informatie

MICSIM. Een microsimulatiemodel voor de analyse van wijzigingen in de inkomstenbelasting. Egbert Jongen. 12 februari Centraal Planbureau

MICSIM. Een microsimulatiemodel voor de analyse van wijzigingen in de inkomstenbelasting. Egbert Jongen. 12 februari Centraal Planbureau Een microsimulatiemodel voor de analyse van wijzigingen in de inkomstenbelasting Egbert Jongen 12 februari 2016 Inhoud Doel en output Onder de motorkap Meten is weten Beleidsimplicaties Doel Een evidence

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 386 Besluit van 15 oktober 2013 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met aanpassing van de kinderopvangtoeslagtabel voor

Nadere informatie

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie

Budgettaire, koopkracht- en arbeidsmarkteffecten van herziening belastingstelsel Op verzoek van de JOVD

Budgettaire, koopkracht- en arbeidsmarkteffecten van herziening belastingstelsel Op verzoek van de JOVD CPB Notitie 3 mei 2011 Budgettaire, koopkracht- en arbeidsmarkteffecten van herziening belastingstelsel Op verzoek van de JOVD. CPB Notitie Aan: JOVD Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510

Nadere informatie

Datum: 18 februari 2015 Betreft: Onderzoek alternatieve vormgeving kinderopvangtoeslag

Datum: 18 februari 2015 Betreft: Onderzoek alternatieve vormgeving kinderopvangtoeslag CPB Notitie Aan: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Henk-Wim de Boer Datum: 18

Nadere informatie

Werkgelegenheidseffecten van lastenverzwaringen en bezuinigingen

Werkgelegenheidseffecten van lastenverzwaringen en bezuinigingen Werkgelegenheidseffecten van lastenverzwaringen en bezuinigingen Egbert Jongen en Kees Folmer De komende kabinetsperiode staat vermoedelijk in het teken van lastenverzwaringen en bezuinigingen. Dit artikel

Nadere informatie