Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Noorman-den Uyl over de armoedeval.

Transcriptie

1 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Telefax (070) Uw brief Onderwerp Vragen van het lid Noorman-den Uyl Ons kenmerk ASEA/LIV/2005/78284 Datum 2 december 2005 Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Noorman-den Uyl over de armoedeval. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (mr. A.J. de Geus)

2 2 1. Is de minister bereid ter voorbereiding van het algemeen overleg over inkomensbeleid 1 de volgende vragen over de beantwoording van de motie Omtzigt vóór 2 december te beantwoorden? Ja 2. Kan de regering een actualisering (raming) over 2006 verstrekken van de tabel zoals die is verstrekt in antwoord op vragen van de Kamerleden Crone en Noorman-den Uyl 2 over inkomens die de heffingskortingen niet kunnen verzilveren? Er is nog geen actuele raming over 2006 beschikbaar. Zodra de raming beschikbaar is (begin 2006), zal de staatssecretaris van Financiën u deze verstrekken. 3. De herintredersval is in de periode per saldo enigszins verslechterd, schrijft de minister; welke maatregelen stelt hij voor om deze verslechtering om te buigen? De herintredersval is voor herintreders die een partner hebben met een inkomen op WML-niveau sterk verbeterd in de periode De herintredersval is verslechterd voor herintreders met een partner met een hoger inkomen, waarbij vooral de gezinnen met jonge opgroeiende kinderen sterker te maken hebben met een beperkte inkomensvooruitgang bij participatie van de niet-werkende partner. Het kabinet heeft daarom voor 2006 verschillende maatregelen genomen die gericht zijn op gezinnen met kinderen. Hierdoor is de herintredersval in 2006 verbeterd ten opzichte van Dit is veroorzaakt door de volgende maatregelen: Verhoging overheidsbijdrage in de kinderopvang met 200 miljoen. Een goot deel ( 130 miljoen) van dit bedrag wordt gebruikt om de eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang door ouders te verlagen. Dit komt vooral ten goede aan de midden- en hogere inkomens. Verhoging arbeidskorting met 56 Verhoging aanvullende combinatiekorting met 219 Bij de begrotingsbesprekingen voor 2007 zal de armoedeval een belangrijk afwegingscriterium zijn bij de te nemen maatregelen. 4. De verslechtering van de werkloosheidsval voor de alleenstaande ouder in de periode komt door het groter wordende verzilveringsprobleem; hoe groot is dit verzilveringsprobleem en hoeveel geld kost het om dit te verhelpen? Op WML-niveau heeft de alleenstaande ouder in 2006 een standaardverzilveringsprobleem van ongeveer 1200,-. Voor het oplossen van het verzilveringsprobleem voor deze groep zou verzilvering van de kinder- en alleenstaande ouderkortingen nodig zijn. Op grond van de in vraag 2 genoemde tabel zou dit in mln hebben gekost. Overigens staat de alleenstaande ouder er in de periode qua koopkracht relatief goed voor. 5. Kan de regering de informatie die is gegeven in figuur 3.1 in de notitie Overzicht armoedeval ook in tabelvorm verstrekken? 1 6 december ingezonden 22 maart 2005

3 3 Hieronder vindt u de gegevens in figuur 3.1 in de notitie Overzicht armoedeval in tabelvorm. Hierbij zij wel opgemerkt dat het gaat om de resultaten van een simulatie. Er is een schatting gemaakt van de inkomensmutatie die werkloze minima doormaken bij de aanvaarding van werk. Het gaat niet om resultaten die zich in werkelijkheid gerealiseerd hebben. De cijfers moeten dan ook met enige voorzichtigheid worden gehanteerd. Tabel 1 Aantal werkloze minima (x1000) naar verwachte inkomensmutatie bij het vinden van een baan en huishoudsituatie, 2006 Verwachte inkomensmutatie (%) <0% 0-10% 10-50% >50% totaal Huishoudenslid Alleenstaand Eenoudergezin Paar zonder kind Paar met kinderen Totaal Hoe zou in de genoemde notitie tabel 2.2 (marginale druk in %, ) eruit zien, als het verzilverings probleem zou zijn opgelost voor: de kinderkorting? de ouderenkorting en de aanvullende/alleenstaande ouderenkorting? alle kortingen zoals genoemd in de beantwoording van de hierboven genoemde vragen van Crone en Noorman-den Uyl? In onderstaande tabel zijn in kolom A de cijfers opgenomen zoals gepresenteerd in de genoemde tabel 2.2 voor het jaar Kolom B laat de cijfers zien voor het geval in 2006 sprake zou zijn van verzilvering van de kinderkortingen. Te zien is dat de marginale druk op het traject minimumloonminimumplus voor de alleenverdiener met kinderen fors stijgt. De oorzaak hiervan is dat de alleenverdiener met kinderen bij het niet verzilveren van de kinderkorting over een groot deel van de bruto-inkomensstijging tussen minimumloon en minimumplus geen belasting betaalt. Als verzilvering mogelijk zou zijn, dan zou vanaf het minimumloon over elke inkomensstijging vanaf minimumloon belasting verschuldigd zijn. Voor de alleenstaande ouder rond WMl is het effect minder groot, omdat deze ook na verzilvering van de kinderkorting een alleenstaande ouder nog geen belasting verschuldigd is. Kolom C toont de effecten van verzilvering van de alleenstaande ouderkorting en de aanvullende alleenstaande ouderkorting. Dit leidt voor de alleenstaande ouder tot een stijging van de marginale druk tussen minimumloon en minimumplus. Ook hier is de reden dat zonder verzilvering van de alleenstaande ouderkortingen geen belasting verschuldigd is over inkomensstijgingen tussen minimumloon en minimumplus, en bij verzilvering van de kortingen wel. Kolom D toont de effecten van verzilvering van zowel de kinderkorting als de alleenstaande ouderkortingen. In dat geval zijn vanaf WML alle getoonde huishoudens belasting verschuldigd. Daarom zou het verzilverbaar maken van nog meer bestaande kortingen niet tot andere uitkomsten leiden.

4 4 Tabel 2: marginale druk in % 2006 A B C D 2006 verzilvering kinderkorting 2006 verzilvering alleenstaande ouderkortingen 2006 verzilvering kinderkortingen + alleenstaande ouderkortingen 2006 Alleenstaande Minimumloon - minimumplus 70 1/4 70 1/4 70 1/4 70 1/4 Minimumplus - Modaal 53 1/4 53 1/4 53 1/4 53 1/4 Modaal - 2*modaal 49 1/4 49 1/4 49 1/4 49 1/4 Alleenstaande ouder Minimumloon - minimumplus /4 47 1/2 47 1/2 Minimumplus - Modaal /4 73 1/4 73 1/4 Modaal - 2*modaal 57 1/2 57 1/2 57 1/2 57 1/2 Alleenverdiener mk Minimumloon - minimumplus 58 3/4 67 1/4 58 3/4 67 1/4 Minimumplus - Modaal 72 3/4 72 3/4 72 3/4 72 3/4 Modaal - 2*modaal 53 1/2 53 1/2 53 1/2 53 1/2 2*modaal-2 ½ modaal 55 1/4 55 1/4 55 1/4 55 1/4 Tweeverdiener, inkomen minstverdiener stijgt**** Hoofdverdiener Partner minimumloon ½ * Minimumloon ½ *minimumplus 37 3/4 37 3/4 37 3/4 37 3/4 minimumplus ½ * Minimumplus ½ * Modaal 35 1/4 35 1/4 35 1/4 35 1/4 modaal ½ * Modaal - modaal Tweeverdiener, inkomen meestverdiener stijgt**** Hoofdverdiener Partner minimumloon ½ * minimumloon minimumplus 59 1/2 59 1/2 59 1/2 59 1/2 Minimumplus modaal Modaal 2*modaal 2* modaal 2½ modaal ½ * minimumplus ½ * modaal Modaal 64 1/4 64 1/4 64 1/4 64 1/4 52 1/2 52 1/2 52 1/2 52 1/2 55 1/4 55 1/4 55 1/4 55 1/4

5 5 **** De marginale druk voor tweeverdieners is berekend onder de veronderstelling van een gelijkblijvend inkomen van de meestverdienende partner en vervolgens een gelijkblijvend inkomen van de minstverdiendende partner. De marginale druk wordt berekend voor de bij de partner genoemde inkomenstrajecten. 7. Kan worden aangegeven hoe deze tabel 2.2 eruit ziet als ook de marginale druk wordt toegevoegd voor de alleenverdiener met kinderen die zijn inkomen ziet stijgen van 2*modaal naar 2½*modaal, en voor de tweeverdieners van 2*modaal en modaal waarbij de meestverdiener zijn inkomen ziet stijgen naar 2½*modaal? De marginale druk voor de alleenverdiener met kinderen die zijn inkomen ziet stijgen van 2*modaal naar 2 ½ * modaal bedraagt in ¼%. Voor de tweeverdiener van 2*modaal en modaal waarbij de meestverdiener zijn inkomen ziet stijgen naar 2½*modaal bedraagt in 2006 de marginale druk ook 55¼% (zie ook tabel 2). 8. Kan de regering de informatie die in de genoemde notitie is gegeven in figuur 3.2 ook in tabelvorm verstrekken met percentages op 1 decimaal nauwkeurig? Hieronder vindt u de gegevens in figuur 3.2 in de notitie Overzicht armoedeval in tabelvorm. Wederom geldt hierbij de opmerking dat het hierbij gaat om resultaten van een simulatie en dat de cijfers met enige voorzichtigheid gehanteerd dienen te worden. Tabel 3 Verdeling werkloze minima naar hoogte verwachte loon en huishoudsituatie, 2006 Verwachte loon in % Eenoudergezin alleenstaande overige totaal minimumloon 50+ huishoudens tot 50% 6.7% 4.9% 5.4% 17.0% % 12.1% 5.1% 6.2% 23.4% % 6.7% 8.2% 26.5% 41.4% % 1.5% 1.3% 10.5% 13.4% meer dan 200%.. 3.9% 4.9% Totaal 27.2% 20.3% 52.4% 100.0% 9. Kan de regering (naar analogie van box 4.1 en box 4.2 in genoemde notitie) ook een overzicht geven van maatregelen die ongunstig uitwerken voor de armoedeval in de periode ? Hieronder vindt u de box waarin de maatregelen staan beschreven die een negatieve invloed hebben gehad op de armoedeval. De verhogingen van de pensioenpremies hebben ook een negatief effect op de armoedeval, maar de pensioenpremies zijn niet meegenomen in onderstaande box omdat de pensioenpremies niet door de overheid worden vastgesteld. Uiteraard kan er alleen een beeld van de armoedevalproblematiek gevormd worden wanneer zowel de gunstige als ongunstige maatregelen in beschouwing worden genomen. Box 1 Beleidsmaatregelen die de armoedeval vergroten Verlaging van de gewone combinatiekorting met 85 Invoering zorgtoelsag: de zorgtoeslag heeft een afbouwtraject 2005 Stijging tarief eerste schijf met 0,85%-punt Stijging tarief tweede schijf met 1,45%-punt Verhoging van de aanvullende kinderkorting met 135 Verhoging van de AWF-werknemerspremie met 0,05%-punt

6 Stijging tarief eerste schijf met 0,40%-punt Stijging tarief tweede schijf met 1,85%-punt 2003 Verhoging van de AWF-werknemerspremie met 0,85%-punt Stijging tarief eerste schijf met 0,80%-punt Stijging tarief tweede schijf met 0,80%-punt 2002 Stijging tarief tweede schijf met 0,25%-punt