Errata C198 - Kerende constructies in gewapende grond

Transcriptie

1 Errata C198 - Kerende constructies in gewapende grond Hieronder is een aantal correcties gegeven van CUR-publicatie 198 Kerende constructies in gewapende grond - Taludhelling steiler dan 70, verschenen in september Naast onderstaande correcties is een algehele herziening nodig in verband met het in werking treden van de Eurocodes, met name Eurocode 7-1, zoals opgenomen in NEN Voor deze algehele voorziening zal een CUR-commissie eind 2012 aan het werk gaan. blz. Onjuiste tekst / tabel / figuur Verbetering tabel 2.1: klei/veen en gemengde grond is "ongeschikt" tabel aanpassen, zie hierna tweede regel: "taludhelling " "taludhelling (90- )" Fig. 3.4 a) en Fig. 3.4 b) vervallen nieuwe figuren 3.4 a1) t/m 3.4 a3) en 3.4 b1), 3.4 b2) en 3.4 c1), zie hierna tabel 3.3, geval B, veranderlijke belasting op brug: "n.v.t" is onjuist; en: bij gunstig werkende belastingfactor 0,9 (G) respectievelijk (Q) tabel 3.3 aanpassen zie hierna bij voetnoot 3 ) ontbreekt verwijzing "., zie 3.5 en bijlage bij bijlage A." fig. 3.6, vrije hoogte is 6 m, totale hoogte is 6,5 m maatlijnen corrigeren, zie hierna Toevoegen voetnoot onder Tabel 3.4: De gegeven -waarden en faalkansen zijn niet aangepast naar aanleiding van de in dit erratum gegeven correcties Toevoegen voetnoot onder Tabel 3.5: fig. 3.7: slecht leesbaar groter lettertype, zie hierna De gegeven -waarden en faalkansen P f in de kolom CUR zijn niet aangepast naar aanleiding van de in dit erratum gegeven correcties Toevoegen na 9 e regel: Bij verificatie van de uitwendige stabiliteit kan voor de wandwrijvingshoek aan de achterzijde van het gewapend massief worden uitgegaan van de hoek van inwendige wrijving van de achteraanvulling formule 3-6: tweede plusteken vervangen door vermenigvuldigingsteken: gedraineerd gedrag tan d + a bc + c d B ef F r;h;d = F s;v;d a gedraineerd gedrag F r;h;d = F s;v;d a tan d + a bc c d B ef verklaring beneden formules 3-11 en 3-12 K is de gronddrukfactor [-]; in formule 3-11 wordt deze berekend met de rekenwaarde van en in de bepaling van R v;i;d wordt deze berekend met de karakteristieke waarde van e regel: De grootte van K bedraagt alinea beneden fig. 3.15: "rekenwaarde"vervangen door "karakteristieke" waarde Vervangen door: De grootte van K in formules 3-11 en 3-15 bedraagt De gronddrukfactor K wordt in beginsel met de karakteristieke waarde van berekend bij de bepaling van R v;d;i en met de rekenwaarde van in de formules 3-11 en Rest vervalt: Ook bij de probabilistische veiligheidsanalyse (zie ) is uitgegaan van deze aanpak. Opgemerkt wordt dat in de Franse norm NF P [2] de gronddrukfactor K met de karakteristieke waarde van wordt berekend hetgeen leidt tot lagere waarden van K en T (trekkracht in de wapening). In die norm wordt evenwel de trekkracht in de

2 blz. Onjuiste tekst / tabel / figuur Verbetering formule 3-13 geeft de factor voor gronddruk in horizontale richting wapening vervolgens verhoogd door een modelfactor ter grootte van 1,125 toe te passen. index h toevoegen bij K a in formule K a; h cos ' sin( ' ) sin ' [ 1 ] cos tabel 3.10, naam onvolledig Tabel Wandwrijvingshoek voor berekening inwendige stabiliteit tabel 3.10, kolom 2. achteraanvulling: onjuiste formule voor coherant gravity method = ( - L / H ) 2, zie figuur verklaring onder formule 3-15 toevoegen: K is de gronddrukfactor [-], berekend met de rekenwaarde van 75/ formules hebben geen nummers nummers toevoegen: 3-15a, 3-15b, 3-15c en 3-15d e formule (3-15a) F s;wap vervangen door T H;i;d formule bovenaan blz.: h i moet zijn z i en 2 = [ 1 - z i / (d + b / 2) ] / (d + b / 2) nummer formule toevoegen (3-15d) eerste zin na formule 3-18: " de het " verwijder woordje ".. de.." formule 3-19: A w;i verwijderen uit formule ris toevoegen (zie blz. 43) formule 3-19 wordt: F r;aanh;i;d = 2 ( 2 f aanh f d;g v;i;d(x) dx ) / ( aanh ris) eerste zin onder formule (3-19) toevoegen eenheid [ - ] laatste, onderste zin verwijderen woord..soort.. ; is een modelfactor of niet verwijzing naar figuur 3.19 (3 e regel van onderen) is fout fig. 3.20: lijn 1 en lijn 2 aangeven zie hierna verklaring bij formule 3-24: term f aanh komt niet in formule voor, term L aanh;i komt wel in formule voor Moet zijn: (zie figuur 3.20 links) L aanh;i f aanh 2 (3-15d) is de lengte waarover aanhechting aanwezig is [m] vervalt e alinea, 4 e regel F r;aanh;i;d vervangen door F r;aanh;i;d / ris ris toevoegen (zie blz. 43) formule (3-26) vervangen door: Tr ; i; d Fr ; aanh; i; d en T ris ris fig. 4.1: assen zijn weggevallen zie hierna e alinea, laatset zin, foutieve verwijzing naar Moet zijn:.. als genoemd in en zijn 215 bijl.a voetnoot 5 ): ".. constructeis,.." vervangen door ".. constructies,.." 216 bijl.a voetnoot 3 ): ".. constructeis,.." vervangen door ".. constructies,.." 226, 228, 230, 232 bijl.b berekeningsvoorbeeld - correctie: in verband met gecorrigeerde formule 3-13 bijl.c berekeningsvoorbeeld - herziening: k in plaats van d - herziening: verschillende belastingfactoren voor verticale en horizontale kracht zie bijlagen

3 BIJLAGE Tabel 2-1 Toepasbaarheid van verschillende combinaties aanvulgrond en wapeningstypen wapeningstype aanvulmateriaal stalen strippen kunststof strippen zeskant metaaldraadgaas breuksteen + + zand/flugsand kunststof grids klei/veen +/ +/ gemengde grond (2) + + geëxpandeerde klei slakken + (1) + + (1) + vliegas + (1) + + (1) + (1) Stalen wapeningstypen (strippen of metaaldraadgaas) zijn geschikt in combinatie met verontreinigd aanvulmateriaal (zoals slakken of vliegas), mits het staal gegalvaniseerd, thermisch verzinkt, geplastificeerd, of op ander wijze tegen corrosie beschermd is. De meeste typen stalen wapening worden standaard beschermd geleverd en zijn daarmee voor vrijwel ieder aanvulmateriaal geschikt. Stalen strippen zijn doorgaans standaard thermisch verzinkt. Zeskantig metaaldraadgaas wordt standaard thermisch verzinkt en met een coating van PVC geleverd. (2) Met gemengde grond wordt een mengsel van natuurlijke grondsoorten bedoeld. + wil zeggen: geschikte combinatie wil zeggen: minder geschikte combinatie wil zeggen: ongeschikte combinatie H = 6,5 m Fig. 3.6 Geometrie basisontwerp.

4 Actie Detail Resultaat 1. Leg uitgangspunten vast hoogte van de wand H helling van de wand helling maaiveld boven gewapend massief so helling maaiveld voorzijde gewapend massief s1 bovenbelasting q, grondparameters,c, d, sat grondwaterpeil(en) 2. Globale Dimensionering bepaal lengte van de wapening L bepaal inbeddingsdiepte 3. Berekening zakking gehele massief Zakking en zakkingsverschillen acceptabel? zo niet STOP 4. Controleer uitwendige stabiliteit 4.1 overschrijding draagkracht ondergrond en kantelen gehele massief 4.2 horizontaal afschuiven gehele massief 4.3 diepe glijvlakken ( Bishop, Janbu,.) *) 5. Detailleer wapening ( sterkte en laagindeling ) D M F s;v' laagindeling is afhankelijk van type bekleding en uitvoering 6. Controleer inwendige stabiliteit 6.1 treksterkte wapening 6.2 aanhechting wapening 7. Controleer bekleding inclusief verbinding met wapening 8. Bereken vervorming gewapend massief F s ; h kruip van de wapening inklinking gewapend massief zakking gehele massief zakking en zakkingverschil gekozen wapeningslengte akkoord? zo niet: ga terug naar 2 gekozen wapening akkoord (qua sterkte en economie)? zo niet: ga terug naar 5 sterkte akkoord? zo niet: pas bekleding aan of ga terug naar 5 *) In principe dienen ook glijvlakken te worden beschouwd die de wapening snijden. Om hierbij rekening te kunnen houden met de verankeringskracht van de wapening, moet de wapening bekend zijn, dus moet eerst stap 5 uitgevoerd worden. Diepe glijvlakken die de wapening snijden, kunnen ook beoordeeld worden bij de controle van de inwendige stabiliteit. Het onderscheid tussen uitwendige en inwendige stabiliteit is derhalve minder scherp dan hier is aangegeven. Bovenstaand schema kan echter bijdragen aan het inzichtelijk maken van het ontwerpproces. Fig. 3.7 Principe ontwerpproces landhoofden en steile taluds in gewapende grond.

5 Wrijvingshoek Uitwendige stabiliteit Inwendige stabiliteit Tie back wedge method = 0 = Coherant gravity method 2 = ( - L / H ) 2 A1 Fig a1) Keermuur - maximale verticale belasting op ondergrond, kantelmoment niet maximaal (UGT - geval A) A2 0,9 Fig a2) Keermuur - verticale belasting op ondergrond niet maximaal, kantelmoment maximaal (UGT - geval A) krimp/kruip temp. + rem Q G G A Fig a3) Landhoofd op keermuur (UGT - geval A)

6 B 0,9 0,9 Fig b1) Keermuur - verticale belasting op ondergrond minimaal, kantelmoment maximaal (UGT - geval B) krimp/kruip temp. + rem Q 0,9 G 0,9 G B Fig b2) Landhoofd op keermuur (UGT - geval B) Fig c1) Landhoofd op keermuur (BGT)

7 Tabel 3-3: Partiële factoren uiterste grenstoestand Parameter Partiële factor 1 ) A B Belastingfactoren eigen gewicht gewapend massief en grond boven gewapend massief 2 ) 0,9 2 ) gronddruk door eg-grond tegen gewapend massief en landhoofd idem, gunstig werkend 0,9 eigen gewicht landhoofd en brugdek 0,9 veranderlijke belasting boven massief n.v.t. veranderlijke belasting op brug veranderlijke belasting achter massief idem, gunstig werkend horizontale belasting door krimp en kruip horizontale belasting door temperatuur horizontale belasting door remmen Materiaalfactoren (geotechnische constructies, niet zijnde funderingen) hoek van inwendige wrijving tan, m; 3 ) cohesie c, m;c ongedraineerde schuifsterkte f undr, m;fundr eigen gewicht grond - 4 ) Overige factoren modelfactor aanhechting aanh factor voor gevolgschade ris (toepassen aan materiaalkant) - weinig gevolgschade (veiligheidsklassen 1 en 2 volgens NEN 6702) - veel gevolgschade (veiligheidsklasse 3 volgens NEN 6702) 1 ) de gegeven belastingfactoren betreffen veiligheidsklasse 3; door momentaanfactoren (tussen 0,5 en ) bovenop de belastingfactoren kunnen de feitelijke factoren voor bepaalde belastingen lager zijn dan hier vermeld, zie NEN ) bij de controle van diepe glijvlakken (Bishop en dergelijke) kan worden aangehouden f;g = zie NEN 6702 art ) in afwijking van BS 8006 wordt uitgegaan van cv in plaats van peak, zie 3.5 en bijlage bij bijlage A 4 ) voor het gewicht van de grond wordt een belastingfactor gebruikt zodat geen afzonderlijke materiaalfactor benodigd is 1,1

8 kracht Fig. 3.20, lijnen 1 en 2 aangeven in rechter figuur eigenschappen volgens index tests meetgegevens extrapolatie in-situ eigenschappen T r;k;g T r;k;g / m;mech x m;mil) T r;d;g t data t d tijd (log 10 ) Fig. 4.1 Kruipgedrag polymeren horizontale en verticale as aangeven