1. Woonplaats: Hoofdgemeente: Deelgemeente:

Transcriptie

1 1

2 Vragenlijst is bedoeld voor de bedrijfsleider van het landbouwbedrijf. 1. Woonplaats: Hoofdgemeente: Deelgemeente: 2. Leeftijd: jaar 3. Geslacht: O M O V 4. Welke landbouwactiviteiten worden uitgevoerd?: (meerdere antwoorden mogelijk) O akkerbouw O tuinbouw O sierteelt O melkvee O vleesvee O pluimvee O varkens O andere. 5. Welke landbouwverbreding komt er voor op uw landbouwbedrijf? (meerdere antwoorden mogelijk) O geen O zorgboerderij O hoevetoerisme O hoeve verkoop O landbouweducatie O andere 6. Hoeveel jaar bent u al actief als bedrijfsleider? O 0-5 jaar O 6-10 jaar O jaar O jaar O jaar O jaar O Meer dan 40 jaar 7. Hoogst behaald diploma: O basisonderwijs O lager secundair onderwijs O hoger secundair onderwijs O hogeschool O universiteit O andere.. Hebt u een specifieke landbouwopleiding gevolgd? O neen O ja, welke:.. 8. Gezinstype: O Koppel zonder inwonende kinderen O koppel met inwonende kinderen: aantal O Alleenwonend O nooit getrouwd O gescheiden O weduwe/weduwnaar O Ander gezinstype: 9. De opbrengsten van het landbouwbedrijf zijn voor: (meerdere antwoorden mogelijk) O het kerngezin (u zelf, partner & kinderen ten laste) O kinderen die niet meer ten laste zijn O loontrekkenden buiten het gezin O andere.. 2

3 10. Zijn er nog andere inkomsten in het gezin die verworven worden buiten het eigen landbouwbedrijf? (meerdere antwoorden mogelijk) O U zelf: aantal uren/week:. O Partner: aantal uren/week:. O Inwonende kinderen: aantal uren/week:.. O Andere: Aantal loontrekkende personeelsleden (niet familieleden) die werken op jaarbasis in uw landbouwbedrijf? O geen O 1-5 O 6-10 O O > Omcirkel hieronder hoe u de financiële situatie van uw landbouwbedrijf inschat: (0 = heel slecht; 10 = uitstekend) in het verleden: 5 jaar geleden: nu: in de toekomst: binnen 5 jaar: 13. Welke effect heeft de financiële situatie van uw landbouwbedrijf op uw welbevinden (je goed in je vel voelen)? (0 = heel negatief effect; 10 = heel positief effect) 14. Hoe sterk bent u mee met de professionele veranderingen in de landbouwsector: (0= volledig niet mee; 10 = perfect mee) - kennis reglementering: - kennis van de nieuwste technieken in de landbouwsector: 15. Hebben de professionele veranderingen effect op uw welbevinden (je goed in je vel voelen)? (0 = geen enkel effect; 10= zeer veel effect) - kennis reglementering: - kennis van de nieuwste technieken in de landbouwsector: 3

4 16. Hoe wapent u zich tegen de globalisering/liberalisering van de landbouwsector? O Niet O Schaalvergroting O Samenwerking met andere landbouwers O Samenwerking met bedrijven O Deeltijds als loontrekkende aan de slag O Stopzetting uitbating O Landbouwverbreding O Andere 17. Welk effect heeft de globalisering/liberalisering op uw welbevinden (je goed in je vel voelen)? (0 = heel negatief effect; 10 = heel positief effect) 18. Hebben de landbouworganisaties in Vlaanderen een impact op de economische crisis in de landbouwsector? (0 = volledig geen impact; 10 = sterke impact) 19. Via welk kanalen verwerft u kennis omtrent de landbouwsector? (vermeld een nummer van rangorde naast uw antwoordcategorieën) O vakliteratuur O vergaderingen O professionele adviseurs O internet O andere landbouwers O studieavonden O andere. 20. Hoe frequent volgt u vorming inzake de bedrijfsvoering van uw landbouwbedrijf? O nooit O 1x/jaar O 2 à 6x/jaar O 7 à 12x/jaar O >12x/per jaar 21. Is het aanbod inzake vorming in de landbouwsector voor u gekend? (0 = niet gekend; 10 = heel goed gekend) 22. Hoe frequent hebt u contact met uw familie (niet inwonende familieleden)? 23. Hoe frequent hebt u contact met uw dorpsgenoten? 4

5 24. Hoe frequent hebt u contact met andere landbouwers? 25. Hoe frequent hebt u contact met vrienden? 26. Bij wie kan u terecht als u piekert? (vermeld een nummer van rangorde naast uw antwoordcategorieën ).. Partner. Kinderen. Familie. Vrienden. Dorpsgenoten. Collega landbouwers... Andere. 27. Waar bevindt u zich op deze schaal inzake uw welbevinden (je goed in je vel voelen)? (0 = voel mij zeer slecht; 10 = voel mij uitstekend) 28. Welke professionele diensten komen er bij u op het bedrijf ( erfbetreders )? (meerdere antwoorden mogelijk) O veearts O verkoper O vervoerder O postbode O huisarts O poetshulp O warme maaltijden O verpleegkundigen O sociale dienst O adviseur (bank, boekhouder, technische expertise) O andere Bij welke erfbetreder kan u terecht als u piekert? (meerdere antwoorden mogelijk) O veearts O verkoper O vervoerder O postbode O huisarts O poetshulp O warme maaltijden O verpleegkundigen O sociale dienst O adviseur (bank, boekhouder, technische expertise) O andere Gebruikt u internet om zich te informeren inzake uw bedrijfsvoering? O Neen O JA: O O websites O sociale media O andere 5

6 31. Bent u lid van een landbouworganisatie? O Ja: O ABS O Boerenbond O VAC O Bio Forum O Groene Kring O Andere. Reden van lidmaatschap: (meerdere antwoorden mogelijk) O sociale contacten O kennis en informatie O belangenverdediging O individuele advies en dienstverlening O andere O Neen Waarom niet? (meerdere antwoorden mogelijk) O lidgeld te duur O geen nood aan sociale contacten O geen nood aan kennis en informatie via dit kanaal O geen nood aan belangenverdediging O geen nood aan individueel advies en dienstverlening O andere Ooit lid geweest van een landbouworganisatie? O Neen O JA Indien JA: Waarom haakte u af? (meerdere antwoorden mogelijk) O lidgeld te duur O ontevreden over sociale contacten O ontevreden over kennis en informatie via dit kanaal O ontevreden over belangenverdediging O ontevreden over individueel advies en dienstverlening O andere. 32. Duid (zet een kruisje) per type vereniging aan welk soort lidmaatschap u hebt. Socio-culturele vereniging Sportvereniging Hobbyclub Kunstvereniging Vrouwenvereniging Politieke vereniging Andere... Geen lid Papieren lid (enkel lidkaart) Neemt deel aan activiteiten Bestuurslid 6

7 33. Indien u een partner hebt, duid (zet een kruisje) dan per type vereniging aan welk soort lidmaatschap u partner heeft. Socio-culturele vereniging Sportvereniging Hobbyclub Kunstvereniging Vrouwenvereniging Politieke vereniging Andere... Geen lid Papieren lid (enkel lidkaart) Neemt deel aan activiteiten Bestuurslid 34. Neemt u zelf deel aan het verenigingsleven doordat uw kinderen actief zijn in het verenigingsleven? O Ja O Neen O Geen kinderen Gaat u met volgende stellingen akkoord? 35. Mensen in een landelijke regio voelen zich vaak eenzaam, doordat er weinig mogelijkheden zijn tot sociaal contact. (0 = volledig niet akkoord; 10 = volledig mee akkoord) 36. In een landelijke regio hebben de inwoners meer kans om depressief te worden. (0 = volledig niet akkoord; 10 = volledig mee akkoord) 37. Een sociaal netwerk helpt om persoonlijke problemen op te lossen. (0 = volledig niet akkoord; 10 = volledig mee akkoord) 38. Een sociaal netwerk helpt om financiële problemen op te lossen. (0 = volledig niet akkoord; 10 = volledig mee akkoord) 39. Landbouwers hebben minder zicht op het hulpverleningsaanbod in de welzijnssector ten opzichte van andere inwoners van een landelijke regio. (0 = volledig niet akkoord; 10 = volledig mee akkoord) 40. Landbouwers hebben door de hoge werkdruk onvoldoende tijd om sociale contacten te leggen en te onderhouden? (0 = volledig niet akkoord; 10 = volledig mee akkoord) 7