Willie Wortel Wedstrijddag Spaghettibrug

Transcriptie

1 Willie Wortel Wedstrijddag Spaghettibrug Je gaat met je groepje een brug maken die alleen gemaakt is van spaghetti en wat lijm. De sterkste brug, die het vaakst zijn eigen massa kan dragen, wint de wedstrijd. - Een brug moet een afstand van 50 cm overbruggen. Dat betekent dat afstand tussen de steunpunten 50 cm is en dat de brug dus langer moet zijn. - Je krijgt van de organisatie een plankje met haak. Die moet zo in de brug verwerkt worden, dat aan de haak een schaaltje van de balans bevestigd kan worden. De minimale afstand van de haak tot een steunpunt moet 20 cm zijn. - Vóór de start van de wedstrijd worden alle bruggen gewogen. De brug (+ lijm + haak) mag maximaal 500 gram wegen. Als blijkt dat een brug te zwaar is, mag een team spaghetti wegbreken tot de massa kleiner is dan 500 gram. 1. De brug wordt gewogen. 2. Het team plaatst de brug op de steunpunten. 3. Aan de haak wordt een schaaltje van een balans gehangen. 4. Leden van het team zetten zelf gewichtjes op het schaaltje. 5. De brug moet een massa tenminste 10 seconden kunnen houden om te tellen. 6. De brug die het vaakst zijn eigen massa kan dragen, wint de wedstrijd. Een brug hoeft niet heel zwaar te zijn om heel sterk te zijn. Bedenk dat een zware brug ook veel gewicht moet dragen. Beschrijf welke figuren voor sterkte zorgen Materialen: Spaghetti 500 gram en lijm

2 One minute contest Je gaat met je groepje een tijdmechanisme maken. Na precies 1,00 minuut moet een waxinelichtje gedoofd worden. Het team dat het dichtst bij 1,00 minuut komt, wint de wedstrijd. - Het tijdsmechanisme moet mechanisch aangedreven worden. Er mag geen elektronica gebruikt worden. - Na 1,00 minuut moet een waxinelichtje gedoofd worden. 1. Er wordt een ongebruikt waxinelichtje verstrekt door de organisatie. 2. Het team steekt het waxinelichtje aan. 3. Op het startsein van de scheidsrechter, zet het team het mechanisme in werking. 4. De scheidsrechter bepaalt het tijdstip waarop het lichtje gedoofd is. 5. Het team dat het dichtst bij 1,00 minuut zit (boven of onder), wint de wedstrijd. De beste van 2 pogingen telt. Bedenk op welke manier je een waxinelichtje kunt doven. Bedenk hoe je een bepaalde hoeveelheid tijd af kunt meten. Beschikbaar materiaal: Waxinelichtjes, Contructieplaat, PVC-pijpjes, Touw/draad/elastiek, Lege bakjes, Schroefjes/spijkertjes, Houten latjes, Knikkers, Zand/water

3 De beste boot Je gaat met je groep een bootje maken dat wordt voortbewogen op de energie van twee postelastieken (via een schoepenrad). De boot die de grootste afstand aflegt, wint de wedstrijd. - Het bootje moet met zo min mogelijke weerstand door het water bewegen. - Van de organisatie krijg je een zakje met 100 g zand dat je in de boot moet meenemen. - De snelheid krijgt de boot met behulp van postelastiek via een schoepenrad, zeil en/of een ballon. - De boot moet de vorm krijgen van een catamaran. - Het gebruik van motor of andere energiebron is niet toegestaan. 1. De elastieken worden door het team gespannen. 2. De boot wordt door de leden van het team te water gelaten. 3. Het bootje moet vanuit stilstand vertrekken. 4. Op het startsein wordt de boot losgelaten. 5. De boot die het verst komt in 1 minuut (gemeten in een rechte lijn) wint de wedstrijd. Bedenk hoe je de weerstand van het bootje in het water zo klein mogelijk kunt maken. Beschikbaar materiaal petflessen verschillende maten, panlatten, postelastiek, Schoepenradjes ballon, rietjes, rondhout.

4 Muizenvalauto Je gaat met je groepje een autootje maken dat zich zo snel mogelijk voortbeweegt. De enige aandrijving komt van het dichtklappen van een muizenval. Het autootje dat als eerste een afstand van 7 meter overbrugt, wint de wedstrijd. - Het autootje moet minimaal 3 wielen hebben. - De muizenval (door de organisatie verstrekt) maakt in zijn geheel onderdeel uit van de auto. - Buiten de muizenval, mag er geen extra aandrijvende kracht zijn. - Materiaalkeuze is vrij. 1. De muizenvalauto start vanuit stilstand. 2. Het team spant de muizenval en zet de auto klaar met het voorste wiel achter de startlijn. 3. Op het startsein van de scheidsrechter wordt de auto losgelaten. 4. Wanneer het voorste wiel de 7-meterlijn passeert, wordt de tijd gestopt. 5. Het team met de snelste tijd, wint de wedstrijd. Wanneer een auto voor de 7- meterlijn tot stilstand komt, is de afstand die de auto afgelegd heeft, bepalend. Het beste resultaat van 2 pogingen telt. Bedenk welke krachten voertuigen afremmen en probeer die zo klein mogelijk te houden. Bedenk hoe je de kracht van het dichtslaan van de muizenval kunt vergroten. Materialen: Muizenval, CD s, rondhout, oogjes, touw, plaatmateriaal, spijkers

5 De Joker Je gaat met je groepje een joker maken die ingezet wordt in jouw klas tijdens de wedstrijd. - De joker moet ogen hebben die opvallen. - Hij moet minimaal 80 cm groot zijn. - Er moeten minimaal 3 bewegende onderdelen aan de joker zitten. - De joker moet de kleur van het team uitstralen. - De joker moet kunnen staan. - De joker moet gemaakt worden van papieren/of stof 1. De jokers worden beoordeeld door 2 juryleden. 2. De makers laten de bewegende onderdelen goed zien. 3. De makers presenteren de jokers ook bij de opdracht waarbij de joker wordt ingezet. Bedenk hoe je de joker zo opvallend mogelijk kunt maken. Bedenk hoe je de joker kunt laten staan. Beschikbaar materiaal: Papier in verschillende kleuren, Stof, Karton, Touw/draad/elastiek, splitpennen, naald en draad, tape, verf.

6 De luchtraket Je gaat met je groepje een raket maken die je met luchtdruk kunt wegschieten. De vluchtafstand wordt gemeten. Het team dat het verst komt, wint de wedstrijd. - Er mag geen andere energiebron gebruikt worden. - De raket moet op het lanceerstation plaatsbaar zijn. - De raket moet een ei kunnen vervoeren vanaf de lanceerplaats tot aan de eindbestemming zonder dat dit breekt. Het ei moet makkelijk plaatsbaar en er uit te halen zijn! - De raket moet overeind kunnen blijven staan. - Je mag maximaal 3 vellen papier gebruiken voor de basis van de raket. De kop van de raket mag van een ander materiaal gemaakt worden, bijvoorbeeld van hout ( hiervoor dien je dan zelf te zorgen!). 1. De raket wordt op de lanceerbasis geplaatst. 2. De leerling bouwt vervolgens zelf met een fietsenpomp de druk op. 3. De druk wordt door de begeleiding vrijgelaten. 4. De afstand tot aan de lanceerbasis gemeten. 5. Wanneer het ei heel is gebleken, wordt er 10 meter aan de afstand toegevoegd. 6. Het team waarvan de raket de meeste afstand aflegt wint de wedstrijd. Bedenk op welke manier waarop je de luchtweerstand zo klein mogelijk kan maken. Bedenk hoe je er voor kan zorgen dat het ei zo zacht mogelijk land (zorg evt. zelf voor materialen!). Bedenk ook op welke plek je het ei gaat plaatsen! Beschikbaar materiaal: Papier, Lijm, Klei, Plakband