TRACES CERTIFICAAT VOOR INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL. PROCEDURE VOOR HET INVULLEN VAN DEEL I (informatie betreffende de aangeboden zending)

Transcriptie

1 TRACES CERTIFICAAT VOOR INTRACOMMUNAUTAIRE HANDEL PROCEDURE VOOR HET INVULLEN VAN DEEL I (informatie betreffende de aangeboden zending) Ter attentie van de operatoren TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

2 Inhoudstafel Inleidende opmerking... 4 Toegang tot de toepassing... 4 Internet-adres... 4 Toegang tot de certificaten voor de intracommunautaire handel vanaf de welkompagina van TRACES... 5 Selectie van de code in de douanenomenclatuur (GN-code) voor de diersoort of het product dat gecertificeerd moet worden... 6 Scherm Referenties... 9 Referentienummer certificaat (I.2.)... 9 Lokaal referentienummer (I.2.a.)... 9 Nr. van bijbehorende originele certificaten (I.6.)... 9 Gerelateerde CITES-certificaten (I.6.)... 9 Bevoegde centrale autoriteit (I.3.) Bevoegde lokale autoriteit (I.4.) Identificatie van de aanvrager Scherm Handelaren Verzender (I.1.) Geadresseerde (I.5.) Plaats van oorsprong/plaats van de vangst (I.12.) Plaats van bestemming (I.13.) Handelaar (I.7.) Scherm Verzending Diersoort/Product (I.18.) en Productcode (GN-code) (I.19.) Aantal verpakkingen (I.22.) Aantal/Hoeveelheid (I.20.) Aard van de verpakking (I.24.) Temperatuur producten (I.21.) Dieren / Producten gecertificeerd voor (I.25.) Identificatie van de dieren / producten (I.31.) Scherm Transport Belangrijke voorafgaande opmerking: De vergunning van de vervoerder De vergunning van het vervoermiddel Het reisschema Vervoerder (I.17.) Gegevens over het transport Vertrekdatum (dd/mm/jjjj) (I.15.) Vertrektijd (uu:mm) (I.15.) Geschatte duur van het vervoer (I.29) Verantwoordelijke voor vervoer tijdens reis Vervoermiddelen (I.16.) Soort Identificatie Document Plaats van lading (I.14.) Nr. zegel en nr. container (I.23.) Scherm Route Doorvoer door de lidstaten (I.27.) Uitvoer (I.28.) Doorvoer door een derde land (I.26.) TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

3 Geplande halte- of overlaadplaatsen Het certificaat annuleren, de lopende aanvraag bewaren, inleveren voor certificatie Het certificaat annuleren De lopende aanvraag bewaren Inleveren voor certificatie Gevolg gegeven aan de certificatieaanvraag door de bevoegde autoriteit Bijlage 1 - Methodes om de oormerknummers van runderen in te voeren in de toepassing TRACES Methode gebaseerd op de manuele invoer Methode gebaseerd op de lezing van de barcode van het paspoort Methode gebaseerd op de import van een bestand (csv) aan de hand van de invoertool TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

4 Inleidende opmerking Om toegang te krijgen tot de toepassing, moet u eerst geregistreerd zijn in TRACES. Als u wil weten hoe u zich kunt registreren in TRACES, raadpleeg dan de lijst van de FAQ s. (<Ik wil mijn eigen gebruikersaccount als operator aanmaken. Wat moet ik doen?>) Toegang tot de toepassing Internet-adres Als u geregistreerd bent in TRACES, vult u de volgende gegevens in: in het veld het adres dat u bij uw registratie hebt opgegeven; in het veld Paswoord het paswoord dat u gekozen hebt. Opmerking: Als u de eerste keer inlogt, als u inlogt nadat uw paswoord gereset werd of nadat uw geblokkeerde account werd vrijgegeven, dan kan het zijn dat u het paswoord moet invullen dat u automatisch bezorgd werd door TRACES en dat begint met "TR. "). Klik dan op Login om toegang te krijgen tot de welkompagina van TRACES. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

5 Toegang tot de certificaten voor de intracommunautaire handel vanaf de welkompagina van TRACES Klik op de knop Gezondheidscertificaat voor de intracommunautaire handel (menu links op de welkompagina). Het volgende scherm verschijnt: Om een certificaat aan te maken, klikt u op de knop Nieuw (links onderaan op het scherm). Opmerking: Het is mogelijk een nieuw certificaat aan te maken op basis van een oud. Hierbij worden een aantal gegevens automatisch gerecupereerd en wint u dus tijd. Meer informatie vindt u in de lijst van de FAQ's. (<Welke functie heeft de knop "Kopiëren als nieuw" onderaan een bestaand certificaat?>) TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

6 Selectie van de code in de douanenomenclatuur (GN-code) voor de diersoort of het product dat gecertificeerd moet worden Het volgende scherm verschijnt: Met dit scherm kunt u een diersoort of een product opzoeken aan de hand van de categorie in de douanenomenclatuur (GN-code). Kies in het rolmenu (+) de diersoort of het product van dierlijke oorsprong dat u moet verzenden. De codes voorafgegaan door een "+" kunnen opengeklapt worden naar meer gedetailleerde niveaus. Klik meteen op de nomenclatuurcode om deze te selecteren. Opmerking: Om de douanecodes nodig voor de identificatie van de goederen makkelijker te kunnen selecteren, is een facultatief menu beschikbaar waarin u de referenties van de intracommunautaire certificaten kunt selecteren. Met deze filter kunt u de mogelijkheden op het niveau van de boomstructuur beperken en alleen de douanecodes overhouden die onder het geselecteerde certificaat vallen. Hiervoor selecteert u het betreffende certificaatmodel via het rolmenu van de rubriek Model: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

7 Nadat u het certificaatmodel geselecteerd hebt, toont het systeem u alleen de mogelijke GN-codes waaruit u uw keuze moet maken: Al naargelang van de diersoort of het product dat u geselecteerd hebt, verschijnt een scherm dat lijkt op onderstaand scherm (het kan variëren volgens de geselecteerde productcode): TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

8 Om de precieze soort te bepalen, selecteert u vervolgens het Type, de Klasse, de Familie en de wetenschappelijke Latijnse naam. Selecteer dan het bijbehorende certificaatmodel, als u de eerder beschreven filter niet hebt toegepast. Opmerkingen: Bepaalde opties (type, klasse, ) om de soort te preciseren, kunnen ontbreken of verplicht zijn naargelang de geselecteerde productcode. Zo wordt voor bepaalde productcodes standaard de wetenschappelijke Latijnse naam van de meest gecertificeerde soort geselecteerd. Indien nodig selecteert u een andere soort van dezelfde familie door het aankruisvakje naast de Latijnse naam van de juiste soort te activeren. Verschillende soorten van dezelfde familie kunnen geselecteerd worden in eenzelfde certificaat voor zover zij onder eenzelfde GN-code staan. U kunt ook de lijst van de FAQ s raadplegen. ("Wat is de gewone naam van de voornaamste soorten waarvan de naam vermeld is in het Latijn in TRACES?") Klik op de knop Toekennen. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

9 Scherm Referenties Het volgende scherm verschijnt in het tabblad Verzending-Referenties (menubalk bovenaan het scherm): U moet in dit scherm niets invullen; dit scherm moet worden ingevuld door de bevoegde autoriteit die instaat voor de certificatie. Ter informatie vindt u hierna de betekenis van de velden die voorkomen op dit scherm: Referentienummer certificaat (I.2.) Dit veld is aanvankelijk leeg. Het zal het unieke referentienummer bevatten dat automatisch wordt aangemaakt door het TRACES-systeem, ten laatste wanneer u deel I van het certificaat doorstuurt naar de bevoegde autoriteit die instaat voor de certificatie. Dit nummer begint altijd met INTRA, behalve voor certificaten die geregistreerd worden als "Ontwerp". In dit laatste geval begint het nummer met DRAFT. Lokaal referentienummer (I.2.a.) Standaard is dit veld leeg. Het zal het lokale referentienummer bevatten dat de certificerende bevoegde autoriteit volgens haar eigen indeling kan toekennen. Nr. van bijbehorende originele certificaten (I.6.) Deze rubriek heeft alleen betrekking op dieren van bepaalde soorten (runderen, varkens, schapen, geiten, paarden) die via een verzamelcentrum passeren. In dit veld kunnen de nummers worden vermeld van de bijbehorende originele certificaten. In alle andere gevallen is dit veld niet van toepassing. Gerelateerde CITES-certificaten (I.6.) Dit veld geldt alleen voor de soorten die voorkomen in de Conventie van Washington over beschermde soorten en producten. In dit veld kan (kunnen) het (de) nummer(s) van het (de) bijbehorende CITES-certifica(a)t(en) worden ingevuld. CITES betekent "Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dieren plantensoorten". CITES trad in werking in 1975 en is de enige wereldwijde overeenkomst die tot doel heeft te garanderen dat de internationale handel in wilde dier- en plantensoorten gebaseerd is op het duurzaam gebruik en beheer van populaties in het wild en in gevangenschap. Hij biedt een kader voor de samenwerking tussen landen om een nieuwe vermindering van de populaties wilde dier- en plantensoorten te voorkomen. Meer dan 160 landen passen de CITES-overeenkomst toe en elk jaar sluiten nieuwe landen zich aan bij de overeenkomst. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

10 Bevoegde centrale autoriteit (I.3.) In dit veld worden de naam en het nummer ingevuld van de bevoegde centrale autoriteit van het land van oorsprong, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het veld Bevoegde centrale autoriteit (I.3.) wordt automatisch ingevuld door het systeem op basis van het land en de postcode vermeld voor de plaats van oorsprong (cf. scherm Handelaren). Bevoegde lokale autoriteit (I.4.) In dit veld worden de naam en het nummer ingevuld van de bevoegde lokale autoriteit van de plaats van oorsprong, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het veld Bevoegde lokale autoriteit (I.4.) wordt automatisch ingevuld door het systeem op basis van het land en de postcode vermeld voor de plaats van oorsprong (cf. scherm Handelaren). Identificatie van de aanvrager Het veld Naam wordt automatisch ingevuld op basis van de identificatiegegevens van de gebruiker die ingelogd is op het systeem bij de indiening van de aanvraag. Het veld Certificaatdatum wordt automatisch ingevuld door het systeem op het moment dat het certificaat elektronisch wordt verzonden naar de bevoegde autoriteit die instaat voor de certificatie (cf. Inleveren voor certificatie). TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

11 Scherm Handelaren Klik op het tabblad Handelaren (menubalk bovenaan het scherm). Het scherm met het opschrift Handelaren verschijnt: Verzender (I.1.) In deze rubriek moeten de naam en het adres worden vermeld van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de zending verzendt. Opmerkingen: Deze rubriek moet ingevuld worden; anders krijgt u de volgende foutmelding: Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s. (<Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?> en <Hoe kan ik een nieuwe organisatie aanmaken in TRACES?>) Geadresseerde (I.5.) TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

12 In deze rubriek moeten de naam en het adres worden vermeld van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de ontvangst van de zending in het land van bestemming. Opmerkingen: Deze rubriek moet ingevuld worden; anders krijgt u de volgende foutmelding: Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s. (<Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?> en <Hoe kan ik een nieuwe organisatie aanmaken in TRACES?>) Plaats van oorsprong/plaats van de vangst (I.12.) Het betreft hier de plaats waaruit de dieren of producten afkomstig zijn. Standaard neemt het systeem automatisch de gegevens uit de rubriek Verzender over in de velden van de rubriek Plaats van oorsprong/plaats van de vangst. In een aantal gevallen stemmen de gegevens van de plaats van oorsprong/plaats van de vangst evenwel niet overeen met de gegevens van de verzender; u moet dan een andere plaats van oorsprong/plaats van de vangst selecteren. Opmerkingen: Deze rubriek wordt gecontroleerd op de soort. Deze rubriek moet ingevuld worden; anders krijgt u de volgende foutmelding: Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s. (<Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?> en <Hoe kan ik een nieuwe organisatie aanmaken in TRACES?>) Plaats van bestemming (I.13.) Het betreft hier de plaats waar de dieren of producten naartoe worden gebracht om er definitief te worden uitgeladen. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

13 Opmerkingen: Deze rubriek wordt gecontroleerd op de soort. Deze rubriek moet ingevuld worden; anders krijgt u de volgende foutmelding: Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s. (<Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?> en <Hoe kan ik een nieuwe organisatie aanmaken in TRACES?>) Handelaar (I.7.) Deze rubriek betreft alleen zendingen van runderen, varkens, schapen en geiten. Hij geldt niet voor de andere soorten, noch voor de producten. Voor de betreffende soorten moeten de Naam en het Erkenningsnummer van de handelaar ingevuld worden. Opmerkingen: Deze rubriek wordt gecontroleerd op de soort. Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s. (<Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?> en <Hoe kan ik een nieuwe organisatie aanmaken in TRACES?>) U hebt nu het scherm met het opschrift Handelaren ingevuld. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

14 Scherm Verzending Klik op het tabblad Verzending (menubalk bovenaan het scherm). Het volgende scherm verschijnt: Diersoort/Product (I.18.) en Productcode (GN-code) (I.19.) Het betreft hier de identificatie van de diersoort of de producten en van de overeenstemmende code van de douanenomenclatuur (GN-code). Deze velden worden automatisch ingevuld door het systeem al naargelang van de selectie die werd gemaakt bij het begin van de procedure voor het aanmaken van het certificaat. Het is nu nog mogelijk deze gegevens te wijzigen; klik daartoe op de knop Browsen. Er verschijnt een lijst van GN-productcodes. Als de vereiste productcode niet bovenaan de lijst staat, klikt u op de verticale balk om de overblijvende codes te zien Klik op de gepaste productcode om deze te selecteren. U krijgt het scherm te zien waarin u de soort/het product kunt omschrijven. Selecteer eerst de gegevens die de soort/het product nader omschrijven (type, klasse, familie). Let op: al naargelang van de soort zijn sommige velden niet toegankelijk. Selecteer dan de Latijnse naam van de soort die overeenstemt met de soort dieren of producten die u wil verzenden. Selecteer tot slot het betreffende certificaatmodel, als u de eerder beschreven filter niet hebt toegepast. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

15 Klik op de knop Toekennen. Het systeem vult automatisch in de velden Diersoort/Product, Productcode (GN-code) en Soort de overeenstemmende gegevens in. Als de te certificeren zending niet-gespeende dieren omvat, vink dan het bijbehorende vakje aan. Vul vervolgens het volgende deel van het scherm in: Aantal verpakkingen (I.22.) Klik in het veld en voer de passende informatie in: - voor dieren: aantal dozen, kooien, boxen, Als de dieren allemaal samen vervoerd worden in een voertuig zonder bijzondere voorzieningen, vul dan "1" in. - voor producten: het aantal containers,. Opmerking: Deze rubriek moet verplicht ingevuld worden; anders krijgt u de volgende foutmelding: Aantal/Hoeveelheid (I.20.) Klik in het veld en voer de passende informatie in: - voor levende dieren, eieren, sperma, eicellen, embryo's: het aantal eenheden; - voor aquacultuurdieren en afgeleide producten van dierlijke oorsprong: het gewicht in kilo; - voor siervissen: het aantal eenheden of het gewicht in kilo naargelang de presentatie. Opmerkingen: Wanneer een aantal eenheden opgegeven moet worden, kunnen alleen gehele getallen worden ingevoerd; de eventueel ingevoerde getallen na de komma worden automatisch verwijderd. Wanneer een gewicht in kilo opgegeven moet worden, wordt alleen rekening gehouden met de eerste twee cijfers na de komma, de andere worden automatisch verwijderd. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

16 Een punt (.) mag niet gebruikt worden om duizendtallen in te geven. Deze rubriek moet verplicht ingevuld worden; anders krijgt u de volgende foutmelding: Bijzonder geval van de geregistreerde paarden: Het gebruik van TRACES voor de bewegingen van geregistreerde paarden in het kader van de intracommunautaire handel is facultatief maar voor lidstaten die het systeem willen gebruiken, is er geen enkele technische belemmering. Volgens richtlijn 90/426/EEG, bijlage B, moet het attest zoals wettelijk vereist ingevuld worden per geregistreerd paard. De geadresseerde, de plaats van bestemming of de vervoerder moeten niet verplicht ingevuld worden. Als TRACES gebruikt wordt in dit bijzondere geval, dan moet in het vak I.20 als aantal "1" ingevuld worden. Als dit niet het geval is, dan krijgt u één van de volgende foutmeldingen: Aard van de verpakking (I.24.) Klik in het veld als uw certificaat betrekking heeft op producten en voer de passende informatie in aan de hand van het rolmenu. Opmerking: Dit veld is in alle gevallen zichtbaar maar is alleen toegankelijk voor producten. Temperatuur producten (I.21.) Klik in het veld als uw certificaat betrekking heeft op producten en voer de gepaste temperatuur (bewaringswijze) in door het juiste vakje aan te vinken. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

17 Opmerking: Dit veld is in alle gevallen zichtbaar maar is alleen toegankelijk voor producten. Dieren / Producten gecertificeerd voor (I.25.) De inhoud van deze rubriek verschilt naargelang van de geselecteerde diersoort of de aard van het geselecteerde product. Selecteer het doel van de dieren of producten door het juiste aankruisvakje te activeren. Opmerking: Naargelang van geselecteerde diersoort of product voorgestelde doelen: Fokken: voor fok- en gebruiksdieren. Mesten: alleen voor schapen en geiten. Slacht: voor dieren die rechtstreeks naar een slachthuis verzonden worden. Transhumance: alleen voor runderen die men in berggebieden weidt. Erkende instelling: voor dieren bestemd voor een officieel erkend(e) orgaan, instelling of centrum overeenkomstig Richtlijn 92/65/EG Kunstmatige reproductie: alleen voor sperma, eicellen en embryo's. Geregistreerde paarden: overeenkomstig Richtlijn 90/426/EEG. Heruitzetting wild: alleen voor wild dat wordt uitgezet om de bestanden aan te vullen. Gezelschapsdieren: gezelschapsdieren die betrokken zijn bij een commerciële transactie. Menselijke consumptie: alleen voor producten die bestemd zijn voor menselijke consumptie en waarvoor de reglementering een gezondheidscertificaat eist. Diervoeder: alleen voor diervoeder bestemde producten zoals bedoeld in verordening 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad. Technisch gebruik: niet voor menselijke of dierlijke consumptie geschikte producten die bestemd zijn voor industrieel gebruik zoals bedoeld in verordening 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad. Voor ander gebruik dan farmaceutisch gebruik. Farmaceutisch gebruik: technische producten die uitsluitend voor farmaceutisch gebruik bestemd zijn zoals bedoeld in verordening 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad. Overige: bestemd voor niet in deze classificatie opgenomen doeleinden. Deze rubriek moet verplicht ingevuld worden; anders krijgt u de volgende foutmelding: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

18 Identificatie van de dieren / producten (I.31.) De inhoud van deze rubriek verschilt naargelang van de geselecteerde diersoort of de aard van het geselecteerde product. Als de identificatiegegevens vereist zijn, vul ze dan in aan de hand van de opschriften van de weergegeven velden. Als er meerdere lijnen nodig zijn om de identificatiegegevens in te voeren, dan beschikt u over de functies Toevoegen en Toevoegen (10). Met de eerste functie maakt u telkens één nieuwe lijn aan, met de tweede maakt u 10 nieuwe lijnen in één keer aan. U kunt makkelijk van de ene lijn naar de andere gaan met behulp van de "Tab"-toets van uw klavier. Op dezelfde manier kunt u met de functie Verwijderen één record verwijderen, terwijl u met de functie Wissen alle records in één keer kunt verwijderen. Naargelang van de diersoort is de functie Import zichtbaar. Met deze functie kunt u automatisch een bestand in het standaardformaat importeren waarin de individuele identificatie van de dieren vooraf werd ingevoerd. Deze bestanden kunnen gedownload worden vanaf de site van de Europese Commissie: csv files Het aantal lijnen (identificatienummers) dat in de toepassing kan worden ingevoerd is onbeperkt. Opmerkingen: In gevallen waarin de individuele identificatie van de dieren ingebracht moet worden, voert het systeem een controle uit op het aantal lijnen ingevoerd in de rubriek I.31 en de hoeveelheid vermeld in de rubriek I.20. Het aantal lijnen ingevoerd in de rubriek I.31 mag niet groter zijn dan de hoeveel vermeld in de rubriek I.20. Anders krijgt u de volgende foutmelding: Via het hoofdzoekscherm (welkompagina) kunt u een intracommunautair certificaat opzoeken op basis van een paspoortnummer. Deze opzoeking is gebaseerd op de nummers die ingevoerd werden in de rubriek I.31 van de certificaten. Als de soort niet werd opgegeven als zoekcriterium (cf. Goederen en selectie van de passende GN-code), dan zal de opzoeking alle paspoorten opleveren van alle betreffende soorten (runderen, paarden, gezelschapsdieren, ). Anderzijds hoeft u niet het volledige nummer te kennen; de opzoeking kan uitgevoerd worden op basis van een reeks karakters. Bijlage 1 beschrijft in detail drie methodes om de oormerknummers van runderen in te voeren in de toepassing TRACES. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

19 U hebt nu het scherm met het opschrift Goederen ingevuld. Scherm Transport Klik op het tabblad Transport (menubalk bovenaan het scherm). Het scherm met het opschrift Transport verschijnt: De rubrieken en velden van dit scherm verschillen al naargelang het om dieren of om producten gaat. Belangrijke voorafgaande opmerking: Betreffende de commerciële vervoerders van dieren die onderworpen zijn aan de toepassing van de verordening 1/2005 van de Raad inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer: vervoerdersvergunning, erkenning van het vervoermiddel en reisschema. De vergunning van de vervoerder Commerciële vervoerders van dieren moeten ongeacht de wijze van vervoer (wegvoertuig, vliegtuig, vaartuig, treinwagon) beschikken over een door de bevoegde autoriteit afgegeven vergunning. Voor commerciële vervoerders die actief zijn in de intracommunautaire handel, moet de informatie in verband met deze vergunning ingebracht worden in de toepassing TRACES. Het standaardscherm bestemd voor de registratie van de gegevens van een organisatie in TRACES voorziet hiervoor een zone: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

20 In de rubriek Vervoersvergunning kunt u de volgende gegevens invullen: het type van deze vergunning: - type 1 "Vergunning voor een vervoerder overeenkomstig artikel 10, lid 1"; - type 2 "Vergunning voor een vervoerder overeenkomstig artikel 11, lid 1" voor lange transporten (langer dan 8 uur); de soorten dieren die vervoerd mogen worden; de vervaldatum van deze vergunning. Opmerkingen: De toepassing TRACES voert een automatische controle uit op de geldigheid van deze vergunningen bij de creatie van een certificaat in de toepassing. Deze verplichtingen gelden niet voor privévervoerders. De vergunning van het vervoermiddel Anderzijds moeten wegvoertuigen voor lange transporten door de bevoegde autoriteit worden goedgekeurd en geregistreerd in TRACES. De vergunning van deze vervoermiddelen omvat: het soort vergunning (korte of lange duur), de nummerplaat van het voertuig, de diersoorten die vervoerd mogen worden, de aanwezigheid van een navigatiesysteem, de oppervlakte, de uiterste geldigheidsdatum. In de rubriek Vervoersvergunning - Vervoersmiddelen kunt u deze informatie inbrengen per vervoermiddel: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

21 Met de knop Toevoegen kunt u zoveel voertuigen toevoegen als nodig. Met de knop Openen kunt u per betrokken voertuig een scherm openen waarin aanvullende informatie kan worden ingebracht. Met de knop Opslaan kunt u de informatie bewaren die u hebt ingevoerd in dit scherm. Zodra de vervoerder gekozen is (cf. rubriek I.17 Vervoerder hieronder), zal het vervoermiddel meteen toegekend kunnen worden in de rubriek I.16 Vervoermiddelen (zie hieronder), waarbij zowel rekening wordt gehouden met de vergunning van de vervoerder als de vergunning van het geselecteerde vervoermiddel. Het reisschema Terwijl de inlichtingen in verband met de vervoerder vereist zijn voor alle diersoorten, is het reisschema onder bepaalde voorwaarden alleen verplicht voor runderen, schapen, geiten, varkens en niet-geregistreerde paarden. De verplichtingen om een reisschema in te vullen en ten minste één controlepost mee te delen, worden in TRACES geactiveerd voor verschillende reistijden en voor het oppervlaktevervoer alleen. Een reisschema is verplicht voor de hierboven gedefinieerde diersoorten en voor een reistijd die geschat wordt op meer dan 8 uur. In dit geval moet ten minste één halte- of overlaadplaats gedefinieerd worden. De verplichting om één of meer controleposten mee te delen, hangt af van de betreffende soorten, het al dan niet gespeend zijn van de dieren en de reistijd volgens de hieronder gedefinieerde regels: voor niet-gespeende dieren en een reistijd van meer dan 19 uur, voor varkens en niet-geregistreerde paarden en een reistijd van meer dan 24 uur, voor schapen, geiten en runderen en een reistijd van meer dan 29 uur. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

22 Opmerkingen: Halte- of overlaadplaatsen en controleposten moeten meegedeeld worden op het tabblad "Route" in de rubriek Geplande halte- of overlaadplaatsen (zie hieronder). De aanwezigheid van niet-gespeende dieren moet meegedeeld worden op het tabblad "Zending" in de rubriek Goederen (zie eerder). Vervoerder (I.17.) Deze rubriek betreft de levende dieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong al naargelang van de geldende reglementering. In het kader van de toepassing van de reglementering op de bescherming van dieren tijdens het vervoer moet het erkenningsnummer van een commerciële vervoerder verplicht opgegeven worden. Opmerkingen: Voor deze rubriek wordt een controle uitgevoerd op de soort en op de vergunning van de vervoerder (voor de betreffende soorten). Als deze rubriek niet ingevuld is terwijl dit naargelang de betreffende soort wel verplicht is, dan krijgt u de volgende foutmelding: Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s. (<Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?> en <Hoe kan ik een nieuwe organisatie aanmaken in TRACES?>) Gegevens over het transport TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

23 De toegang tot de velden van deze rubriek verschilt naargelang het certificaat betrekking heeft op levende dieren of op producten van dierlijke oorsprong: Scherm om een certificaat van het type "levende dieren" in te brengen: Scherm om een certificaat van het type "producten" in te brengen: De velden Vertrekdatum, Vertrektijd en Geschatte duur van het vervoer hebben alleen betrekking op levende dieren. Het veld Verantwoordelijke voor vervoer tijdens reis betreft zowel levende dieren als producten van dierlijke oorsprong. Vertrekdatum (dd/mm/jjjj) (I.15.) Dit is de geplande datum waarop de dieren moeten vertrekken. Klik in het veld Vertrekdatum en voer de gegevens in volgens het formaat dd/mm/jjjj. Opmerkingen: Als u geen datum invoert, krijgt u de volgende foutmelding: Als u de datum in een verkeerd formaat inbrengt, krijgt u de volgende foutmelding: TRACES voert een automatische controle uit op het aantal dagen dat verstrijkt tussen de certificaatdatum en de vertrekdatum en tolereert een verschil van +/- 30 dagen. Het systeem laat niet toe certificaten in te brengen waarbij het verschil tussen de data groter is dan deze tolerantie. Als het aantal dagen tussen de data groter is dan deze tolerantie, krijgt u volgende foutmelding: Vertrektijd (uu:mm) (I.15.) Dit is het geplande tijdstip waarop de dieren moeten vertrekken. Klik in het veld Vertrektijd en voer de gegevens in volgens het formaat uu:mm. Opmerking: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

24 Als u het tijdstip in een verkeerd formaat inbrengt, krijgt u de volgende foutmelding: Geschatte duur van het vervoer (I.29) Dit is de tijd die naar schatting nodig is om de zending naar de bestemming te brengen. Deze tijd wordt automatisch berekend door het geografisch informatiesysteem (GIS) dat geïntegreerd is in TRACES, op basis van de plaats van oorsprong en de plaats van bestemming. Het algoritme is gebaseerd op een optimale reisweg, rekening houdend met de snelheidsbeperkingen die gelden op het wegennet van elke lidstaat maar begrensd tot 100 km/u. Voor vervoer per spoor bedraagt de snelheid 50 km/u en voor vervoer over zee bedraagt zij 20 km/u. In het kader van het vervoer over zee moeten de laad- en losplaatsen in de havens ingegeven worden als controleposten opdat de berekening het gedeelte over zee zou meetellen. Deze module houdt geen rekening met luchtvervoer en de reistijd moet nog altijd manueel ingevoerd worden. Opmerkingen: Het resultaat berekend door het GIS is een minimumtijd. U kunt dit gegeven verbeteren, maar alleen naar boven! Als de ingevoerde verbetering kleiner is dan het resultaat berekend door het GIS, dan krijgt u de volgende foutmelding: Afhankelijk van de geschatte reistijd: - zal al dan niet een reisschema opgesteld moeten worden. - zal al dan niet een halteplaats of een stopplaats vermeld moeten worden in de rubriek Geplande halte- of overlaadplaatsen (zie hieronder). Als de rubriek niet ingevuld is terwijl dit verplicht was, dan krijgt u één of meer van de volgende foutmeldingen: - zullen controles uitgevoerd worden op de vervoerder meegedeeld in de rubriek I.17 en op het vervoermiddel meegedeeld in de rubriek I.16. Als niet voldaan is aan de voorwaarden in verband met de vergunning van de vervoerder en/of de vergunning van het vervoermiddel, dan krijgt u één of meer van de volgende foutmeldingen: De volgende foutmelding kunt u krijgen in bepaalde situaties, bijvoorbeeld wanneer u de functie "Kopiëren als nieuw" gebruikt: Verantwoordelijke voor vervoer tijdens reis Klik in het veld en voer de naam van de verantwoordelijke voor vervoer tijdens de reis in. Opmerking: Deze rubriek moet ingevuld worden; anders krijgt u de volgende foutmelding: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

25 Vervoermiddelen (I.16.) Deze rubriek betreft de levende dieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong al naargelang van de geldende reglementering. Soort Klik op het rolmenu en selecteer de passende soort vervoer in de lijst. Identificatie Klik in het veld en voer de informatie in. In dit veld kunt u de identificatie van het gebruikte vervoermiddel opgeven: voor luchtvervoer: het vluchtnummer; voor vervoer over zee: de naam van het schip; voor vervoer per spoor: het nummer van de trein en de wagon; voor wegvervoer: de nummerplaat van het wegvoertuig en eventueel het nummer van de aanhangwagen. Document Klik in het veld en voer de eventuele informatie in. Dit veld is niet verplicht; de verwijzing naar een bijkomend document met betrekking tot het vervoer kan hier worden opgegeven. Opmerkingen: De velden Soort en Identificatie moeten ingevuld worden; anders krijgt u de volgende foutmelding: Voor deze rubriek wordt een controle uitgevoerd op de vergunning van het vervoermiddel (voor de betreffende soorten). Plaats van lading (I.14.) Deze rubriek geldt alleen voor dieren. Deze rubriek is niet verplicht. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

26 Standaard neemt het systeem in de velden van de rubriek Plaats van lading automatisch de gegevens uit de rubriek Verzender over. In een aantal gevallen stemmen de gegevens van de plaats van lading evenwel niet overeen met de gegevens van de verzender; u moet dan een andere plaats van lading selecteren. Deze informatie kan ook gewist worden door te klikken op Wissen. Opmerking: Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s. (<Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?> en <Hoe kan ik een nieuwe organisatie aanmaken in TRACES?>) Nr. zegel en nr. container (I.23.) Deze rubriek geldt alleen voor producten; hij is niet verplicht. Het containernummer en het zegelnummer horen samen maar elk veld kan apart worden ingevuld. Klik in het veld Zegelnummer en voer de informatie in. Klik in het veld Containernummer en voer de informatie in. U hebt nu het scherm met het opschrift Transport ingevuld. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

27 Scherm Route Klik op het tabblad Route (menubalk bovenaan het scherm). Het scherm met het opschrift Route verschijnt: Doorvoer door de lidstaten (I.27.) Als de zending door een of meer lidstaten moet gaan voor zij in het land van bestemming aankomt, dan moet u deze vermelden door ze in het rolmenu te selecteren. Met de knop Toevoegen kunt u zoveel doorvoerlanden toevoegen als nodig. Opmerking: Het land van bestemming mag niet opgegeven worden als doorvoerland; anders krijgt u de volgende foutmelding: Uitvoer (I.28.) In dit deel van het scherm kunt u bijkomende gegevens verstrekken over de naar een derde land uitgevoerde zendingen. Aangezien het meestal om certificaties in het kader van intracommunautaire handel gaat, is het vakje NEEN standaard geactiveerd. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

28 Wanneer echter een derde land vermeld is als Plaats van bestemming in rubriek I.13, - wordt het vakje JA automatisch geactiveerd; - wordt in het veld Export naar 3e land automatisch de naam ingevuld van het land dat werd meegedeeld in rubriek I.13. Als u klikt op de knop Selecteren, wordt een zoekscherm geopend waarmee u het punt van uitgang kunt selecteren langs waar de zending het grondgebied van de Europese Unie moet verlaten. Dit punt van uitgang is verplicht een grensinspectiepost. Opmerking: Als u dit laatste gegeven niet invult, krijgt u de volgende foutmelding: Doorvoer door een derde land (I.26.) Wanneer de zending door een derde land moet gaan alvorens de lidstaat van bestemming te bereiken, moeten de naam van het derde land van doorvoer, het punt van uitgang uit de Europese Unie en het punt van binnenkomst in de Europese Unie worden vermeld. Selecteer het Derde land van doorvoer in het rolmenu. Het Punt van uitgang is de grensinspectiepost langs waar de zending de Europese Unie zal verlaten om in het derde land van doorvoer binnen te komen. Als u op de knop Selecteren tegenover het veld Punt van uitgang klikt, wordt een zoekscherm geopend waarmee u het punt van uitgang kunt selecteren. Het Punt van binnenkomst is de grensinspectiepost langs waar de zending in de Europese Unie zal binnenkomen vanuit het derde land van doorvoer. Als u op de knop Selecteren tegenover het veld Punt van binnenkomst klikt, wordt een zoekscherm geopend waarmee u het punt van binnenkomst kunt selecteren. Opmerking: Als u een derde land van doorvoer inbrengt zonder een punt van uitgang en/of een punt van binnenkomst te selecteren, dan krijgt u één of meer van de volgende foutmeldingen: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

29 Geplande halte- of overlaadplaatsen Afhankelijk van de bepalingen voorzien in de verordening 1/2005 van de Raad inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer (zie Voorafgaande opmerking eerder in dit document) en de geschatte reistijd meegedeeld in het vak I.29, kan een overlaadplaats of controlepost vereist zijn. Om een overlaadplaats toe te voegen, klikt u op de voorziene knop: Om een controlepost te selecteren, klikt u op de voorziene knop: U krijgt toegang tot een scherm waarin u een controlepost kunt opzoeken en selecteren: Vul dan in de velden Datum en Tijd de geplande datum en het geplande tijdstip van aankomst op de overlaadplaats of controlepost in. Opmerkingen: Een overlaadplaats moet opgegeven worden voor elk commercieel transport van meer dan 8 uur. Een controlepost moet opgegeven worden voor elk commercieel transport van meer dan 24 uur. U kunt verschillende overlaadplaatsen en controleposten opgeven door zo vaak als nodig te klikken op de knoppen Toevoegen / Selecteren. De lijst van de controleposten in TRACES wordt centraal beheerd (gesloten lijst). U kunt er zelf geen aanmaken; u moet ze selecteren in de voorgestelde lijst. Als een halte- of overlaadplaats vermeld moet worden en u dit niet doet, dan krijgt u één van de volgende twee foutmeldingen: Als een halte- of overlaadplaats vermeld is zonder datum en/of tijdstip van aankomst, dan krijgt u de volgende foutmelding: Als het formaat van de datum en/of het tijdstip van aankomst op de overlaadplaats of controlepost niet correct is, dan krijgt u één van de volgende foutmeldingen: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

30 De datum en het tijdstip van aankomst op de overlaadplaats of de controlepost worden gecontroleerd ten opzichte van de certificaatdatum (rubriek Identificatie van de aanvrager) en de vertrekdatum (rubriek 1.15): - De datum van aankomst op de overlaadplaats of controlepost moet na de vertrekdatum vallen. - Het aantal dagen tussen de certificaatdatum en de datum van aankomst op de overlaadplaats of controlepost mag maximum 30 dagen bedragen. Als de controle op deze data een fout vaststelt, dan krijgt u één van de volgende foutmeldingen: Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s. (<Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?> en <Hoe kan ik een nieuwe organisatie aanmaken in TRACES?>) U hebt nu het scherm met het opschrift Route ingevuld. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

31 Het certificaat annuleren, de lopende aanvraag bewaren, inleveren voor certificatie U kunt nu kiezen uit drie mogelijkheden: - ofwel de procedure annuleren indien het niet meer nodig is om een certificaat aan te maken; - ofwel de in het systeem ingevoerde gegevens bewaren om ze later te kunnen aanvullen; - ofwel uw aanvraag indienen bij de certificerende instantie (PCE). U beschikt daartoe over 3 knoppen die onderaan de pagina zijn weergegeven: Bemerk dat deze knoppen vanuit alle eerder besproken schermen kunnen worden opgeroepen. Het certificaat annuleren Om de procedure te annuleren, klikt u op de knop Annuleren en terug naar menu. Zo annuleert u het werk in uitvoering en keert u terug naar de welkompagina. Deze keuze kan op elk tijdstip tijdens het aanmaken van een aanvraag worden gemaakt. De lopende aanvraag bewaren Om de gegevens te bewaren die u in het systeem hebt ingevoerd om ze later te kunnen aanvullen, klikt u op de knop Bewaar als ontwerp. Het volgende scherm verschijnt: Klik in het veld Gelieve uw paswoord in te voeren om de verzending te ondertekenen en als ontwerp te bewaren en breng uw paswoord in, d.w.z. het paswoord dat u gebruikt hebt om in het systeem in te loggen. In dit scherm hebt u ook de mogelijkheid om het vakje Voor de rest van de sessie hetzelfde paswoord gebruiken aan te vinken. Als dit vakje aangevinkt is, kunnen verschillende aanvragen opgeslagen worden tijdens dezelfde sessie zonder dat u uw paswoord opnieuw moet invoeren. Klik op de knop Bewaar als ontwerp Het systeem bevestigt dat het gezondheidscertificaat voor de intracommunautaire handel werd aangemaakt en toont het overeenstemmende referentienummer: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

32 Het aldus aangemaakte certificaat heeft de status "Ontwerp" in het systeem en het referentienummer ervan begint altijd met DRAFT. In dit stadium is het nog niet doorgestuurd naar uw bevoegde autoriteit. Als u deel I van de zopas door u aangemaakte aanvraag wil overlopen of zelfs afdrukken, klikt u op de knop Certificaat openen. Zodra het certificaat geopend is, kunt u het afdrukken in de gewenste taal door te klikken op de knop Afdrukken; het afgedrukte document bevat op de achtergrond de vermelding ONTWERP. Als u wil terugkeren naar het hoofdzoekscherm, klikt u op de knop Terug naar zoekscherm. De referentie naar het certificaat dat u zopas hebt aangemaakt, verschijnt in het deel van het scherm met het opschrift Zoekresultaat. Om een certificaat terug te vinden in de database, moet u het zoekscherm gebruiken en hierin de gewenste zoekcriteria specificeren. U kunt het certificaat op elk moment openen en voltooien om het voor te leggen aan uw bevoegde autoriteit met het oog op de certificatie. Opmerkingen: Uw collega's die in TRACES verbonden zijn aan dezelfde organisatie als u, kunnen een eerder door u aangemaakt certificaat met de status "ONTWERP" openen, wijzigen en bewaren en omgekeerd. Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s ("Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?"). Inleveren voor certificatie Om uw aanvraag door te sturen naar uw bevoegde autoriteit met het oog op de certificatie, klikt u op de knop Inleveren voor certificatie. Het volgende scherm verschijnt: Klik in het veld Voer uw paswoord in voor ondertekening van de verzending en indiening voor certificatie en breng uw paswoord in, d.w.z. het paswoord dat u gebruikt hebt om in het systeem in te loggen. In dit scherm hebt u ook de mogelijkheid om het vakje Voor de rest van de sessie hetzelfde paswoord gebruiken aan te vinken. Als dit vakje aangevinkt is, kunnen verschillende aanvragen worden ingediend voor certificatie tijdens dezelfde sessie zonder dat u uw paswoord opnieuw moet invoeren. Klik op de knop Verklaring ondertekenen. Het systeem bevestigt dat het gezondheidscertificaat voor de intracommunautaire handel werd aangemaakt en toont het overeenstemmende referentienummer: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

33 Het aldus aangemaakte certificaat heeft de status "Nieuw" in het systeem en het referentienummer ervan begint altijd met INTRA. In dit stadium is het doorgestuurd naar uw bevoegde autoriteit. Als u deel I van het zopas door u aangemaakte certificaat wil overlopen of zelfs afdrukken, klikt u op de knop Certificaat openen. Zodra het certificaat geopend is, kunt u het afdrukken in de gewenste taal door te klikken op de knop Afdrukken; het afgedrukte document bevat op de achtergrond de vermelding NIEUW. Als u wil terugkeren naar het hoofdzoekscherm, klikt u op de knop Terug naar zoekscherm. De referentie naar het nieuwe certificaat dat u zopas hebt aangemaakt, wordt weergegeven in het deel van het scherm met het opschrift Zoekresultaat. Om een certificaat terug te vinden in de database, moet u het zoekscherm gebruiken en hierin de gewenste zoekcriteria specificeren. Zolang het certificaat niet gevalideerd (of geannuleerd) is door uw bevoegde autoriteit, kunt u het nog openen en verbeteren. Opmerkingen: Om te vermijden dat er een verschil zou zijn tussen een papieren versie die vóór een wijziging wordt afgedrukt en ter beslissing voorgelegd en de laatste elektronische versie die uw bevoegde autoriteit raadpleegt, wordt een versienummer (V.) toegevoegd in de rubriek I.2 "Referentienummer certificaat". Telkens als een certificaat opnieuw wordt ingeleverd, al dan niet met wijzigingen, verhoogt het versienummer (V) met 1. Raadpleeg ook de lijst van de FAQ s ("Hoe kan ik een organisatie opzoeken in TRACES?"). TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

34 Gevolg gegeven aan de certificatieaanvraag door de bevoegde autoriteit Zodra de aanvraag is doorgestuurd naar de bevoegde autoriteit kan zij: Het certificaat valideren: het certificaat zal dan de status Geldig hebben; het afgedrukte document zal op de achtergrond de vermelding ORIGINEEL bevatten. Het certificaat weigeren: het certificaat zal dan de status Geweigerd hebben; het afgedrukte document zal op de achtergrond de vermelding GEWEIGERD bevatten. Het certificaat valideren en daarna annuleren (bv.: gecertificeerde zending die uiteindelijk niet verstuurd wordt): het certificaat zal eerst de status Geldig hebben en daarna Geannuleerd; het afgedrukte document zal op de achtergrond de vermelding GEANNULEERD bevatten. Het certificaat valideren en daarna vervangen (bv.: wijziging aangebracht aan een reeds gecertificeerde en verstuurde zending): het certificaat zal eerst de status Geldig hebben en daarna Vervangen; het afgedrukte document zal op de achtergrond de vermelding VERVANGEN bevatten. Anderzijds zal het vervangende certificaat de status Geldig hebben en zal het afgedrukte document op de achtergrond de vermelding ORIGINEEL bevatten. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

35 Bijlage 1 - Methodes om de oormerknummers van runderen in te voeren in de toepassing TRACES De oormerknummers van runderen moeten ingevuld worden in het vak I.31 van deel I (Informatie betreffende de aangeboden zending) van het intracommunautair certificaat. Voorafgaande opmerkingen: In tegenstelling tot de omschrijving op het scherm moet u het oormerknummer ingeven en niet het paspoortnummer! (wanneer deze 2 nummers verschillend zijn). Elke lijn van het vak I.31 mag slechts één oormerknummer bevatten. Het aantal nummers dat kan worden ingevoerd, is onbeperkt. De knoppen: Met de knop kunt u telkens 1 lijn toevoegen, met de knop 10 lijnen tegelijk (gebruik naar keuze afhankelijk van het aantal in te voeren nummers). Met de knop kunt u de bijbehorende lijn en haar inhoud verwijderen. Met de knop kunt u in één beweging de inhoud van alle lijnen wissen en hun aantal terugbrengen tot 10. Met de knop kunt u een bestand importeren dat de lijst van de nummers bevat, aan de hand van de invoertool. TRACES biedt 3 methodes aan om de nummers in te voeren in het vak I.31., namelijk: - de manuele invoer; - de lezing van de barcode van het paspoort door middel van een geschikte barcodelezer; - de import, aan de hand van de invoertool, van een bestand (csv) waarin de nummers eerder werden ingevuld. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

36 1. Methode gebaseerd op de manuele invoer Voordelen: - Vereist alleen een verbinding met TRACES. - Geschikt voor de invoer van een klein aantal nummers. Nadelen: - De nummers moeten in realtime ingevoerd worden. - Tragere methode als een groot aantal nummers ingevoerd moet worden. - Grotere kans op fouten door typfouten of onzorgvuldigheid bij de invoer van de gegevens (met mogelijke negatieve impact op het vervolg van het certificatieproces). Voorwaarden voor de invoer van de nummers: - De nummers moeten ingevoerd worden in het reglementaire formaat en er mogen geen overbodige karakters of spaties ingevoerd worden. - Elk oormerknummer moet altijd voorafgegaan worden door de iso-code van het land (BE, LU, NL, ) en moet het reglementaire aantal digits bevatten (voor België: BE gevolgd door 8 of 9 numerieke digits die het dier identificeren). Procedure: Inloggen op TRACES, het certificaat openen, indien nodig de andere gegevens aanvullen, het vak I.31 openen (Scherm Verzending, tabblad Verzending). De cursor op de eerste lijn plaatsen en het eerste nummer invoeren conform de invoervoorwaarden (kopiëren/plakken is toegelaten). De cursor naar de tweede lijn verplaatsen, ofwel met tabulatietoets, ofwel met de muis. Het tweede nummer invoeren in de tweede lijn. Op dezelfde manier te werk gaan voor de nummers van de andere runderen waarop het certificaat betrekking heeft. Alle knoppen van het vak I.31 (cf. hierboven beschreven functionaliteiten) zijn beschikbaar om makkelijk zoveel lijnen toe te voegen/te verwijderen als er nummers zijn; met uitzondering van de knop "Import" die bij deze methode geen nut heeft. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

37 2. Methode gebaseerd op de lezing van de barcode van het paspoort Voordelen: - Biedt een grotere garantie wat betreft de kwaliteit van het formaat van de ingevoerde nummers. - Sneller, geschikt om een groot aantal nummers in te voeren. Nadelen: - De nummers moeten in realtime ingevoerd worden. - Vereist een leestoestel om de barcodes van de paspoorten te lezen. Voorwaarden voor de invoer van de nummers: - Deze barcodelezer moet compatibel zijn met de code Invoerfouten zijn mogelijk onder andere door een verkeerde parametrering van de lezer, een verkeerde lezing van de barcode (vlek, ) of door de invoer van verschillende nummers op eenzelfde lijn. Procedure: Inloggen op TRACES, het certificaat openen, indien nodig de andere gegevens aanvullen, het vak I.31 openen (Scherm Verzending, tabblad Verzending). Nagaan of de barcodelezer aangesloten is op de computer. De cursor op de eerste lijn plaatsen en de barcode van het eerste paspoort lezen. De cursor naar de tweede lijn verplaatsen, ofwel met tabulatietoets, ofwel met de muis. Afhankelijk van het model van lezer en de parametrering ervan kan de overgang van de ene lijn naar de andere automatisch gebeuren tussen twee lezingen (te controleren; anders bestaat het risico dat er meerdere nummers worden ingevoerd op dezelfde lijn). Het tweede nummer invoeren in de tweede lijn. Op dezelfde manier te werk gaan voor de nummers van de andere runderen waarop het certificaat betrekking heeft. Alle knoppen van het vak I.31 (cf. hierboven beschreven functionaliteiten) zijn beschikbaar om makkelijk zoveel lijnen toe te voegen/te verwijderen als er nummers zijn; met uitzondering van de knop "Import" die bij deze methode geen nut heeft. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

38 3. Methode gebaseerd op de import van een bestand (csv) aan de hand van de invoertool Voorafgaande opmerking: Deze methode maakt gebruik van een bestand in het csv-formaat dat ter beschikking wordt gesteld door de Commissie. Zodra de nummers van de runderen hierin zijn ingevoerd, kan het geïmporteerd worden in TRACES door middel van de invoertool die voorzien is in de toepassing. Het bestandsformaat csv (comma-separated values) is een open informaticaformaat dat tabulaire gegevens weergeeft in de vorm van waarden die gescheiden zijn door komma's; het is een tekstbestand waarin elke lijn overeenkomt met een rij van de tabel en de cellen van eenzelfde rij zijn gescheiden door een komma. In het geval van het csv-bestand dat door de Commissie ter beschikking gesteld wordt om de identificatie van runderen in te voeren, bevat elke rij slechts één cel, aangezien het oormerknummer het enige gegeven is dat moet worden ingevoerd voor elk rund. Dit csv-bestand kan gedownload worden van de site van de Commissie: csv files Voordelen: - Een realtime verbinding met TRACES is niet nodig om de nummers in te voeren. - Geschikt voor de invoer van nummers die eerder al in een lijst werden gezet in een ander bestand, eventueel aangemaakt door een andere toepassing. - Geschikt om een groot aantal nummers in te voeren. - Laat ook toe nummers in te voeren door de barcode van de paspoorten te lezen of door manuele invoer (inclusief kopiëren/plakken). - Kwaliteitsgarantie wat betreft het formaat van de nummers naargelang de invoermethode. - Snelheid van de procedure naargelang de invoermethode. Nadelen: - Bestandsformaat dat geen enkele wijziging toelaat (anders bestaat het risico dat de invoertool vastloopt). - Functie kopiëren/plakken is beperkt door het bestandsformaat (Excel csv). - Zie de nadelen van de vorige methodes, afhankelijk van de gebruikte invoermethode. Voorwaarden voor de invoer van de nummers: - Zie de invoervoorwaarden van de vorige methodes, afhankelijk van de gebruikte invoermethode. Procedure: Origineel formaat naar csv-formaat: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

39 Let op: noch de aanduidingen, noch de structuur van het bestand mogen gewijzigd worden, anders bestaat het risico dat de invoertool vastloopt! (alleen het aantal lijnen tussen de 2 aanduidingen [DATA] mag aangepast worden om het af te stemmen op het aantal nummers dat ingevoerd moet worden). Aanpassing van het aantal lijnen nodig om alle nummers in te voeren: Toevoeging van de oormerknummers in het bestand: Let op: de nummers moeten onder elkaar ingevoerd worden en er mag slechts één nummer per lijn staan! Het eerste nummer moet onder de eerste aanduiding [DATA] staan terwijl het laatste boven de tweede aanduiding [DATA] moet staan, zoals aangegeven in het voorbeeld. Nummers die zouden worden ingevoerd na de tweede aanduiding [DATA], zullen niet in aanmerking worden genomen bij de import van het bestand. TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

40 Het bestand een nieuwe naam geven en opslaan: Voor de hierboven beschreven stappen is een verbinding met TRACES niet noodzakelijk! Inloggen op TRACES, het certificaat openen, indien nodig de andere gegevens aanvullen, het vak I.31 openen (Scherm Verzending, tabblad Verzending). In het vak I.31 van de toepassing klikt u op de knop Import: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

41 Wanneer de invoertool geopend wordt, klikt u op de knop "Browse": Selecteer het opgeslagen bestand: Wanneer het bestand geselecteerd is, klikt u op de knop Opladen: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

42 Alle nummers van het bestand staan opgesomd in het vak I.31 : Als het formaat van het csv-bestand niet gerespecteerd werd, dan wordt de import van de gegevens niet uitgevoerd en genereert de invoertool de volgende foutmelding: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

43 Alternatieve methode: Voor operatoren die een bestand met de nummers van de te certificeren dieren kunnen genereren vanaf hun eigen toepassing maar waarvoor het csv-bestand moeilijk te gebruiken blijkt, bestaat er een alternatieve methode. Deze methode bestaat erin het scherm "Data" van de invoertool te gebruiken om hierin de lijst te plakken van de nummers in het bestand dat gegenereerd werd door hun eigen toepassing. Let op: de lijst moet ingevoerd worden in het formaat dat TRACES oplegt. Dit formaat mag niet gewijzigd worden. Anders loopt u het risico dat de invoertool vastloopt. Het formaat wordt beschreven rechts op het scherm Data onder het opschrift "Import Tool Help". Procedure: Plak de nummers (en de formaataanduidingen) in het scherm "Data" van de invoertool: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44

44 Klik op de knop Opladen: Alle nummers van het bestand staan opgesomd in het vak I.31 Als het invoerformaat niet gerespecteerd werd, dan wordt de import van de gegevens niet uitgevoerd en genereert de invoertool de volgende foutmelding: TRACES 3.32 INTRA certificaat-operatoren v /44