Artikel 3 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bouwmaatstaven werkplaatsen technische dienst.

Transcriptie

1 Regeling bouwmaatstaven werkplaatsen technische dienst Regeling College bouw ziekenhuisvoorzieningen tot vaststelling van bouwmaatstaven ten behoeve van nieuwbouwplannen voor werkplaatsen technische dienst, goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Het College bouw ziekenhuisvoorzieningen, gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, besluit: Artikel 1 Ten behoeve van nieuwbouwplannen voor werkplaatsen technische dienst worden bouwmaatstaven vastgesteld, welke een nadere omschrijving inhouden van de in artikel 15, tweede lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen genoemde criteria. Deze bouwmaatstaven, nader omschreven in het bij deze regeling gevoegde rapport, worden als bijlage 1.65 toegevoegd aan de Regeling bouwmaatstaven Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stcrt. 2001, nr. 21) en vervangen de huidige bijlage Artikel 2 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin mededeling van de terinzagelegging van de bouwmaatstaven bij het College bouw ziekenhuisvoorzieningen wordt gedaan. Artikel 3 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bouwmaatstaven werkplaatsen technische dienst. Aldus vastgesteld in de vergadering van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen d.d. 19 februari De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 11 mei 2001 de bouwmaatstaven voor nieuwbouwplannen voor werkplaatsen technische dienst goedgekeurd, gelet op zijn bevoegdheid in artikel 15a, tweede lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen. Toelichting Algemeen De bevoegdheid van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen (het Bouwcollege) tot vaststelling van bouwmaatstaven is geregeld in artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV). De bouwmaatstaven behoeven, alvorens van kracht te worden, goedkeuring van de Minister. De bouwmaatstaven zijn een nadere uitwerking van de wettelijke criteria van bouwkundig-functionele doelmatigheid, noodzakelijkheid van de bestanddelen en verantwoorde tariefsgevolgen. In het kader van de overgangsbepalingen van de Wet uitvoeringsorganen volksgezondheid zijn de in het Besluit bouwmaatstaven WZV door de Minister vastgestelde bouwmaatstaven op grond van artikel 15, vierde lid oud, WZV, gelijkgesteld met door de Minister goedgekeurde maatstaven op grond van artikel 15a WZV. Nadien zijn deze bouwmaatstaven, tezamen met een aantal nieuw vastgestelde maatstaven, opgenomen in de door het Bouwcollege vastgestelde Regeling bouwmaatstaven Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stcrt. 2001, nr. 21). Cbz/nr bm087.2.doc

2 Het criterium van de bouwkundig-functionele doelmatigheid is uitgewerkt in specifieke bouwmaatstaven voor categorieën van voorzieningen of onderdelen daarvan (maatstafrapporten), welke zijn opgenomen in bijlagen bij de regeling. De specifieke maatstaven zijn in beginsel geformuleerd overeenkomstig de methodiek van het Bouwbesluit behorende bij de Woningwet, namelijk in de vorm van prestatie-eisen waar ruimten of gebouwdelen aan moeten voldoen. Van deze prestatie-eisen kan worden afgeweken, mits wordt aangetoond dat de gekozen oplossing tot een kwalitatief tenminste gelijkwaardig resultaat leidt. Een bouwinitiatief moet binnen de kostennormen worden gerealiseerd. Deze kostennormen zijn opgenomen in het algemeen deel van de Regeling bouwmaatstaven WZV en worden geactualiseerd door middel van de jaarlijkse zogenoemde Bouwkostennota van het Bouwcollege. Bouwmaatstaven wekplaatsen technische dienst In het kader van zijn taak bouwmaatstaven te ontwikkelen heeft het Bouwcollege maatstaven ten behoeve van nieuwbouwplannen voor werkplaatsen technische dienst vastgesteld. De bouwmaatstaven betreffen een actualisatie van de in 1988 door het College voor ziekenhuisvoorzieningen opgestelde maatstaven inzake nieuw te bouwen werkplaatsen voor de technische dienst. Actualisatie van de maatstaven leek gewenst, gelet op de ontwikkelingen die sindsdien hebben plaatsgevonden. Bij de totstandkoming van de maatstaven is gebruik gemaakt van gegevens uit recent door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen beoordeelde bouwinitiatieven voor werkplaatsen technische dienst. In de voorbereidingsfase zijn de maatstaven in ontwerp toegestuurd aan de Nederlandse Vereniging voor Technisch facilitair management in de Gezondheidszorg (NVTG) en de Arbeidsinspectie. Met de opmerkingen van deze organisaties is in de maatstaven rekening gehouden. In tegenstelling tot de maatstaven uit 1988, is in deze maatstaven niet alleen aandacht besteed aan de werkplaatsen technische dienst in een algemeen ziekenhuis, maar ook aan de overeenkomstige voorzieningen in een academisch ziekenhuis en andere zorginstellingen. Ten opzichte van de uit 1988 daterende maatstaven en ten opzichte van in de maatstaven voor andere zorginstellingen vermelde oppervlaktecijfers voor overeenkomstige voorzieningen is sprake van een in absolute zin vrijwel gelijkblijvende ruimte behoefte. Dit geldt echter alleen in situaties waarin de werkzaamheden van de technische dienst geheel of voor het grootste deel in eigen beheer worden uitgevoerd. Het laatste is evenwel in afnemende mate het geval. Met name bij kleinere zorginstellingen is een tendens te bespeuren om een steeds groter deel van de werkzaamheden uit te besteden. In deze maatstaven is met beide mogelijkheden rekening gehouden. Voor situaties waarin ten hoogste 20% van de werkzaamheden in eigen beheer wordt uitgevoerd, is een basispakket aan ruimtelijke voorzieningen geformuleerd. Voor situaties waarin ten minste circa 80% van de werkzaamheden in eigen beheer worden uitgevoerd, is een maximumpakket van toepassing. Voor het basispakket kan worden uitgegaan van circa 0,4 m² brutovloeroppervlakte (bvo) per bed of (klinische) plaats van de zorginstelling. Voor het maximumpakket kan worden uitgegaan van circa 1,2 m² bvo per bed ingeval van een ziekenhuis, respectievelijk van circa 0,8 m² bvo per (klinische) plaats in geval van een andere zorginstelling dan een ziekenhuis. Voor een academisch ziekenhuis, waar het gebruikelijk is de werkzaamheden in eigen beheer uit te voeren, wordt volgens de vigerende bouwmaatstaven voor een academische ziekenhuis uitgegaan van circa 3,2 m² bvo per bed. Dit hangt met name samen met de grotere omvang ten opzichte van een al- Cbz/nr bm087.2.doc

3 gemeen ziekenhuis en met het feit dat de in een academisch ziekenhuis aanwezige, relatief grote instrumentele dienst mede tot de functiegroep werkplaatsen technische dienst wordt gerekend. Omdat ten opzichte van de uit 1988 daterende maatstaven sprake is van een in absolute zin vrijwel gelijkblijvende ruimtebehoefte voor de werkplaatsen van de technische dienst, kunnen ook de investeringskosten voor de werkplaatsen technische dienst vrijwel gelijk blijven conform de bouwkostennota van het College bouw ziekenhuizen. Dit geldt echter alleen voor het maximumpakket aan ruimtelijke voorzieningen, bedoeld voor situaties waarin de werkzaamheden geheel of voor het grootste deel in eigen beheer worden uitgevoerd. Naar de mate waarin de werkzaamheden worden uitbesteed zullen de met de werkplaatsen technische dienst gemoeide investeringskosten in absolute zin kunnen afnemen. De bouwmaatstaven voor nieuwbouwplannen voor werkplaatsen technische dienst in de zorgsector liggen ter openbare inzage bij het Bouwcollege te Utrecht. De bouwmaatstaven zijn verkrijgbaar bij het Bouwcollege en te raadplegen op de algemeen secretaris College bouw ziekenhuisvoorzieningen mr. T. Vroon de voorzitter College bouw ziekenhuisvoorzieningen H.A. de Boer Cbz/nr bm087.2.doc

4 BOUWMAATSTAVEN voor WERKPLAATSEN TECHNISCHE DIENST in de zorgsector Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen Voorbereid door de Commissie Bouw Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 19 februari 2001 Goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 11 mei 2001 Cbz/nr bm087.2.doc

5 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1 Status van de maatstaven 1 Gebruik van de maatstaven 1 I INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN 2 1.Begrippenkader en uitgangspunten 2 2.Omvang 2 II RUIMTEBEHOEFTE 3 1. Samenvatting ruimtebehoefte 3 2. Specificatie ruimtebehoefte 4 3. Brutovloeroppervlakte 6 BIJLAGE Technische eisen Cbz/nr bm087.2.doc

6 INLEIDING Deze bouwmaatstaven hebben betrekking op de werkplaatsen technische dienst van een zorginstelling. Met deze maatstaven wordt niet beoogd een specifiek model voor de organisatie van de technische dienst voor te schrijven. Wel geven ze de inhoudelijke randvoorwaarden met hun ruimtelijke consequenties aan, die bij het programma van de functie werkplaatsen technische dienst in acht genomen moeten worden. Status van de maatstaven De bouwmaatstaven zijn vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen (Bouwcollege) bij besluit van 19 februari 2001 gelet op artikel 15a van de de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV), en goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij besluit van 11 mei De maatstaven zijn een nadere uitwerking van de artikel 15, tweede lid, WZV genoemde criteria van doelmatigheid, noodzakelijkheid van bestanddelen en in het algemeen belang verantwoorde tariefgevolgen. De bouwmaatstaven zullen als bijlage 0.65 onderdeel gaan uitmaken van het Besluit bouwmaatstaven WZV. Verwezen wordt naar het algemene deel van de toelichting bij de Regeling College bouw ziekenhuisvoorzieningen Bouwmaatstaven werkplaatsen technische dienst. De maatstaven zijn bedoeld als hulpmiddel voor initiatiefnemers, architecten en adviseurs bij het ontwikkelen van een bouwinitiatief voor nieuw te bouwen werkplaatsen technische dienst. Het Bouwcollege hanteert de maatstaven als referentiekader bij de toetsing van bouwinitiatieven krachtens de WZV. Indien bestaande voorzieningen afwijken van de in het rapport beschreven opzet, is een aanvraag tot aanpassing niet op voorhand gemotiveerd. De maatstaven, die vooral betrekking hebben op zorginhoudelijke en functionele aspecten, kunnen worden gezien als een aanvulling op het Bouwbesluit, dat een meer technisch karakter heeft. Gebruik van de maatstaven Met betrekking tot het gebruik van de bouwmaatstaven wordt het volgende opgemerkt: - de maatstaven zijn richtinggevend, dus sluiten andere mogelijkheden niet uit. Omstandigheden kunnen leiden tot een afwijkende opzet. Wel is hierbij een goede onderbouwing noodzakelijk; - een bouwinitiatief moet worden gerealiseerd binnen de kostennormen. In dit verband wordt verwezen naar de Bouwkostennota van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen; - binnen de kostennormen is het toegestaan meer vloeroppervlakte te realiseren dan in de maatstaven is aangegeven, mits dit niet conflicteert met de aan de ruimtelijke voorzieningen gestelde kwaliteitseisen. Cbz/nr \\CVZ1\SYS\USER\RIE\internet\publicaties\bm087.2.doc 1

7 I INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN Het College voor ziekenhuisvoorzieningen heeft in 1988 bouwmaatstaven ontwikkeld voor de werkplaatsen technische dienst in een algemeen ziekenhuis. De laatste jaren hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die aanleiding geven tot het actualiseren van de maatstaven. In dit verband kan de tendens worden genoemd om werkzaamheden steeds meer uit te besteden, vooral in geval van kleinere zorginstellingen. 1. Begrippenkader en uitgangspunten De werkzaamheden van de technische dienst zijn gericht op het bedrijfsmatig instandhouden en technisch beheren en onderhouden van: - het gebouw c.q. de gebouwen; - de technische voorzieningen (installaties, transportsystemen en middelen); - de energievoorziening; - medische en niet-medische apparatuur; - de (overige) inventaris; - het terrein en de terreinvoorzieningen. In deze maatstaven is gekozen voor een clustering van de diverse groepen van ruimten. Daardoor kan zoveel mogelijk rekening gehouden worden met verschillende organisatievormen. Verwacht kan worden dat in de toekomst de technische dienst nog meer gedeconcentreerd zal worden of ten dele uitbesteed met de nadruk op dienstverlening. Deconcentratie speelt met name een rol bij instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en verstandelijk-gehandicaptenzorg. Veelal kennen diverse activiteiten eigen ondersteuning door een gedecentraliseerde technische dienst. Uitbesteden van werkzaamheden is in financieel opzicht interessant, indien de prijs voor de werkzaamheden (inclusief BTW) concurrerend is met de prijs (exclusief BTW) van de werkzaamheden die door de instelling zelf worden uitgevoerd. 2. Omvang De omvang van de werkplaatsen technische dienst wordt bepaald door de mate waarin werkzaamheden worden uitbesteed en door de aard van de in eigen beheer uit te voeren werkzaamheden. In de voorliggende maatstaven is in samenhang daarmee een onderscheid gemaakt naar een basis- en een maximumpakket. Voor het bepalen van de omvang van het basispakket is, op grond van pragmatische redenen, ervan uitgegaan dat verreweg het grootste deel (indicatief ten minste circa 80%) van de werkzaamheden door derden wordt uitgevoerd. Daardoor zal de omvang van de werkplaatsen beperkt kunnen zijn, terwijl niet alle ruimtelijke voorzieningen aanwezig behoeven te zijn. Voor het maximumpakket is ervan uitgegaan dat verreweg het grootste deel (indicatief ten hoogste circa 20%) van de werkzaamheden door derden wordt uitgevoerd. Door de instelling zal aangetoond moeten worden in welke mate sprake is van uitbesteden van diensten dan wel het in eigen beheer uitvoeren van werkzaamheden. Cbz/nr \\CVZ1\SYS\USER\RIE\internet\publicaties\bm087.2.doc 2

8 II RUIMTEBEHOEFTE In dit hoofdstuk is de ruimtebehoefte van de werkplaatsen technische dienst beschreven. Eerst wordt een samenvatting van de ruimtebehoefte, onderverdeeld naar de aard van de taakgroepen binnen de technische dienst, gegeven. Vervolgens wordt de ruimtebehoefte per taakgroep gespecificeerd. De in dit hoofdstuk gehanteerde indeling van de taakgroepen als onderdeel van de technische dienst is als voorbeeld bedoeld. Uiteraard kan voor een andere indeling worden gekozen, afhankelijk van het organisatiemodel van de instelling. 1. Samenvatting ruimtebehoefte Algemeen ziekenhuis In de hierna volgende tabellen 1 en 2 is de ruimtebehoefte van de werkplaatsen technische dienst van een middelgroot algemeen ziekenhuis (circa 400 bedden) samengevat. Bij deze ruimtebehoefte kan het volgende worden opgemerkt: - het indicatieve karakter van de oppervlakten neemt toe naarmate deze oppervlakten meer op de onderdelen dan op het geheel betrekking hebben. De totale oppervlakte van de functiegroep heeft derhalve een meer normatief karakter dan de oppervlakten van (veel) individuele ruimten. De totale brutovloeroppervlakte per bed van de instelling als geheel geldt krachtens het Besluit bouwmaatstaven WZV als norm; - uit een oogpunt van flexibiliteit is bij de voor diverse ruimtelijke voorzieningen aangehouden oppervlakten waar mogelijk gestreefd naar een standaardisatie van afmetingen. Voor het bepalen van het basispakket is ervan uitgegaan dat zoveel mogelijk werkzaamheden (indicatief ten minste circa 80%) worden uitbesteed aan derden. In dit geval zullen slechts beperkte ruimtelijke voorzieningen voor deze functiegroep aanwezig zijn. Voor het bepalen van het maximumpakket is ervan uitgegaan dat indicatief ten hoogste circa 20% van de te verrichten werkzaamheden wordt uitbesteed. Tabel 1 Samenvatting gemiddelde ruimtebehoefte omschrijving nuttige oppervlakte in m² basispakket maximum totaal per bed (400) totaal per bed (400) nuttige oppervlakte, totaal binnen dit subtotaal: centrale voorzieningen 120 0, , , ,20 werkplaatsen 36 0, ,50 opslagruimten 24 0, ,25 De nuttige oppervlakte van de functiegroep werkplaatsen technische dienst varieert bij een middelgroot ziekenhuis van circa 0,3 m² (basispakket) tot circa 0,95 m² (maximumpakket) per bed. Vooralsnog worden deze oppervlaktecijfers ook aangehouden in geval van een ziekenhuis met een andere capaciteit. Cbz/nr \\CVZ1\SYS\USER\RIE\internet\publicaties\bm087.2.doc 3

9 Voor een klein ziekenhuis kunnen deze cijfers echter wat hoger uitvallen door een ongunstig schaaleffect. Voor de ruimtebehoefte van de technische dienst in een academisch ziekenhuis worden afwijkende oppervlaktecijfers gehanteerd, evenals voor andere zorginstellingen dan ziekenhuizen (zie hierna). Academisch ziekenhuis De ruimtebehoefte van de technische dienst van een academisch ziekenhuis is over het algemeen groter dan die van een algemeen ziekenhuis. Dit vindt zijn oorzaak in de volgende factoren: - de te onderhouden gebouwoppervlakte is circa 70% groter dan die van een algemeen ziekenhuis; - in een academisch ziekenhuis zijn de voorzieningen complexer van aard; - de relatief zeer omvangrijke instrumenten makerij, instrumentatiedienst en werkplaatsen voor instrumentmakers worden tot de functiegroep werkplaatsen technische dienst gerekend. Door de relatief grotere omvang van een academisch ziekenhuis zijn technische werkzaamheden in het algemeen in eigen beheer doelmatig uit te voeren. Daardoor komt uitbesteden naar verhouding minder voor, hoewel dit in beginsel ook hier mogelijk is. Op grond van bovengenoemde factoren wordt voor de werkplaatsen technische dienst in een academisch ziekenhuis een nuttige oppervlakte van circa 2,6 m² per bed aangehouden, overeenkomstig het in de bouwmaatstaven academische ziekenhuizen vermelde kencijfer. Overige instellingen Voor de andere zorginstellingen dan ziekenhuizen is bij het bepalen van de ruimtebehoefte van de technische dienst uitgegaan van een indicatieve benadering. Op basis van de op de betreffende sectoren van toepassing zijn de bouwmaatstaven en op de recente toetsingspraktijk van het Bouwcollege kan voor het basispakket, even als voor een algemeen ziekenhuis, worden uitgegaan van circa 0,3 m² nuttige oppervlakte per bed of (intramurale) plaats. Op dezelfde basis kan voor het maximumpakket worden uitgegaan van circa 0,65 m² nuttige oppervlakte per bed of (intramurale) plaats bij een klinische capaciteit van gemiddeld 150 bedden of plaatsen. Bij een grotere capaciteit kan dit kencijfer enigszins lager zijn. Laatst genoemd kencijfer is lager dan bij een algemeen ziekenhuis, omdat de gebouwen van andere zorginstellingen dan ziekenhuizen gewoonlijk minder complex zijn en omdat sprake is van een per bed of plaats kleinere vloeroppervlakte. Bovendien behoort tot de taken van de technische dienst het onderhoud van de apparatuur, welke taak in een ziekenhuis omvangrijker is dan in een andere zorginstelling 2. Specificatie ruimtebehoefte In tabel 2 is de ruimtebehoefte van de technische dienst van een middelgroot ziekenhuis (circa 400 bedden) gespecificeerd. Daarbij zijn de meest voorkomende ruimten per functie genoemd zonder dat daar per ruimte nuttige het aantal vierkante meters bij is vermeld. Per functie is wel het totaal aan vierkante meters weergegeven als kaderstelling, afhankelijk van de grootte van het ziekenhuis. De optelling van de in tabel 2 vermelde oppervlakten leidt tot in de tabel 1 weergegeven samenvatting van de ruimtebehoefte. Cbz/nr \\CVZ1\SYS\USER\RIE\internet\publicaties\bm087.2.doc 4

10 Tabel 2 Specificatie gemiddelde ruimtebehoefte voor een middelgroot ziekenhuis omschrijving nuttige oppervlakte, totaal centrale voorzieningen (afgerond) binnen dit subtotaal: ruimte registratie/ administratie secretariaat kamer hoofd technische dienst ruimte gebouwbeheersystemen tekeningenarchief garderobe/toiletten en douches personeel koffie-/instructieruimte afdelingswerkkast nutt. opp. (m²) basispakket nutt. opp. (m²) maximum PM 85 PM opmerkingen Deze ruimte is bedoeld voor ziekenhuizen van grotere omvang. Gescheiden naar dames en heren. werkplaatsen (afgerond) binnen dit subtotaal: houtbewerking metaalbewerking gawalo* schilder tuin- en terreinonderhoud elektrotechniek elektronica ruimte meet-en regeltechnici mechanische en fijnmechanische apparatuur werkruimte t.b.v. onderhoud door derden 36 PM 195 PM ) Slechts noodzakelijk voor zover werk- ) zaamheden niet worden uitbesteed. ) Slechts noodzakelijk indien werkzaamheden regelmatig worden uitbesteed. * gawalo = gas, water, loodgieter. Cbz/nr \\CVZ1\SYS\USER\RIE\internet\publicaties\bm087.2.doc 5

11 omschrijving nutt. opp. (m²), basispakket nutt. opp. (m²), maximum opmerkingen Maakt deel uit van een werkplaatsruimte. Alleen voor de werkplaatsen. 3. Brutovloeroppervlakte In het schema hieronder is de relatie tussen de diverse vloeroppervlakten overeenkomstig NEN 2580 weergegeven. Schema vloeroppervlakten volgen NEN 2580 opslagruimten binnen dit subtotaal: te repareren goederen gerepareerde goederen te testen apparatuur opslag hout / metaal / glas onderdelen / ijzerwaren / kunststoffen / woningtextiel en vloerbedekking brandbare stoffen gascilinders transport- en klimmateriaal Brutovloeroppervlakte netto vloeroppervlakte tarra vloeroppervlakte nuttige oppervlakte, volgens bouwplan nuttige oppervlakte, geprogrammeerd ontwerpverliezen verkeersoppervlakte installatie-oppervlakte constructie-oppervlakte ruimten lager dan 1,5 m Cbz/nr \\CVZ1\SYS\USER\RIE\internet\publicaties\bm087.2.doc 6

12 De brutovloeroppervlakte van de werkplaatsen technische dienst wordt als volgt berekend: *totale nuttige oppervlakte, geprogrammeerd *ontwerpverliezen 100% ca. 4% t.o.v. nuttige opp., geprogrammeerd Totale nuttige oppervlakte, volgens bouwplan 104% *verkeersoppervlakte 1) ) *installatie-oppervlakte ) hierover: max. 10% Totale netto vloeroppervlakte max. 115% *tarra vloeroppervlakte (constructie) hierover: ca. 10% t.o.v. nuttige opp. volgens bouwplan t.o.v. nuttige opp., geprogrammeerd t.o.v. netto opp. Totale brutovloeroppervlakte (betreft uitsluitend aan alle zijden omsloten en overdekte oppervlakte, conform NEN 2580) 125% t.o.v. nuttige opp., geprogrammeerd 1) Betreft uitsluitend afdelingsverkeer, hoofdverkeersruimte van de instelling is hier derhalve niet bij inbegrepen, evenmin als (centrale)installatie-oppervlakte. Op grond van het voorgaande bedraagt de brutovloeroppervlakte ten behoeve van de werkplaatsen technische dienst in een algemeen ziekenhuis circa 0,4 m 2 per bed voor het basispakket, respectievelijk circa 1,2 m 2 per bed voor het maximumpakket (voor een klein ziekenhuis kunnen deze oppervlaktecijfers enigszins hoger uitvallen). De brutovloeroppervlakte ten behoeve van de werkplaatsen technische dienst in een andere zorginstelling dan een algemeen ziekenhuis (behalve een academisch ziekenhuis, zie hierna) bedraagt circa 0,4 m² per bed of (intramurale) plaats voor het basispakket, respectievelijk circa 0,8 m² per bed of plaats voor het maximumpakket. Laatstgenoemd oppervlaktecijfer heeft betrekking op een instelling met ten hoogste 150 bedden of plaatsen; bij een hogere capaciteit kan met 0,6 tot 0,7 m² per bed of plaats worden volstaan. Voor de brutovloeroppervlakte ten behoeve van de werkplaatsen technische dienst (inclusief instrumentele dienst) van een academisch ziekenhuis wordt vooralsnog circa 3,2 m² per bed aangehouden, op basis van de vigerende maatstaven. Cbz/nr \\CVZ1\SYS\USER\RIE\internet\publicaties\bm087.2.doc 7

13 BIJLAGE TECHNISCHE EISEN In deze bijlage zijn de technische eisen voor de functiegroep werkplaatsen technische dienst als geheel beschreven. Voor deze functiegroep worden eisen gesteld op grond van het Bouwbesluit, de Wet Milieubeheer en de Arbeidsomstandighedenwet, alsmede de diverse van toepassing zijnde NEN-normen. Energievoorziening In de werkplaatsen is V vereist ten behoeve van de apparatuur. Veiligheid De elektrotechnische installaties van de werkplaatsen technische dienst moeten voldoen aan de algemene norm NEN 1010 Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties. Netvoedingen moeten worden uitgevoerd conform NEN 1010/3134, alle dataleidingen moeten worden voorzien van galvanische scheidingen. Metalen leidingen voor gassen en vloeistoffen moeten worden voorzien van isolatiekoppelingen conform de NEN 3134-specificatie. Verlichting Voor gangen en sanitaire ruimten is een minimum niveau van 150 lux, volgens NEN 3006 een vereiste, voor algemene ruimten wordt 250 lux aanbevolen. Communicatie Personenzoeksystemen kunnen zelfstandig functioneren of met verplegingsoproep-, storingsmelding-, brandmelding- of andere systemen worden gecombineerd. Koppeling aan de telefooncentrale is in verband met de functionaliteit standaard. In werkruimten moeten zonodig aansluitpunten voor netwerkapparatuur aanwezig zijn. Binnenklimaat In het kader van de Arbo-wet zijn ten aanzien van het klimaat op de arbeidsplaats de bepalingen uit het arbeidsomstandighedenbesluit Arbeidsomstandighedenwet 1998 van toepassing. De bepalingen betreffen onder meer het tegengaan van schade en hinder ten gevolge van toxische stoffen, voldoende luchtverversing, het bevorderen van een draaglijke temperatuur en het tegengaan van hinderlijke tocht. In het arbeidsomstandighedenbesluit Arbeidsomstandighedenwet 1998 wordt als toetsingscriterium ten behoeve van het klimaat de zogenoemde L-index gebruikt. In deze wet staat de beveiliging en de gezondheid van de werknemer voorop. Cbz/nr \\CVZ1\SYS\USER\RIE\internet\publicaties\bm087.2.doc 1