Programmavoorstel Kennis voor Klimaat

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Programmavoorstel Kennis voor Klimaat"

Transcriptie

1 Programmavoorstel Kennis voor Klimaat Versie voor CWTI, 17 november

2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting Het vraagstuk, missie en aanpak Klimaatverandering en ruimtegebruik Beleidsurgentie Het belang van kennisbundeling Klimaatverandering: de wetenschappelijke inzichten Naar een klimaatbestendig ruimtegebruik Aanpak en opbouw kennisprogramma Samenvatting Toegevoegde waarde van het programma Kennis voor Klimaat De partners Positionering van het programma binnen Nederland Positionering binnen het internationale onderzoeksveld Gebiedsgerichte adaptatiestrategieën ontwikkelen Keuze voor hotspots Algemene werkwijze hotspots Inhoud van de hotspots Behoefte aan kennisontwikkeling voor adaptatiestrategieën Genereren van lokale klimaatinformatie - het nationaal klimaat model (NKM) Inventarisatie en kwantificering van effecten van klimaatverandering Het belang van systeemkennis Klimaat Kennis Faciliteit Ondersteuning: het modelplatform Generiek onderzoek Uitwisseling van kennis Businessplan Governance en toezichtstructuur Werkwijze en planning Begroting Kwaliteitsborging en verantwoording Versie voor CWTI, 17 november

3 1 Samenvatting De aarde is de afgelopen 100 jaar 0,6 graad warmer geworden. Het overgrote deel hiervan hangt samen met de invloed van menselijke activiteiten zoals het gebruik van fossiele brandstoffen. Maatregelen ter beperking van de uitstoot van broeikasgassen worden geïnitieerd in internationaal verband. Echter in verband met de inherente traagheid van het systeem aarde wordt, ook ingeval van radicale beperking van emissies, een aanzienlijke verandering van het klimaat onvermijdelijk geacht. Nederlandse overheden en bedrijven zullen hun beslissingen voor de lange termijn moeten afstemmen op de gevolgen van klimaatverandering. Beslissers moeten weten welke effecten waar zullen optreden en hoe waarschijnlijk die effecten zullen zijn. Wetenschappers hebben kennis over klimaatverandering, de effecten ervan en de manieren waarop organisaties daarmee om kunnen gaan. Beslissers hebben ervaring met het maken van uitvoerbare en haalbare strategieën en hebben van daar uit zowel behoefte aan toegesneden wetenschappelijke kennis als kennis over de uitvoeringspraktijk van beleid. Missie Kennis voor Klimaat Het onderhavige programma Kennis voor Klimaat wil met bedrijven en overheden enerzijds en wetenschappers anderzijds toegepaste kennis genereren om adaptatiestrategieën te ontwikkelen en deze uitvoerbaar te maken. De Universiteiten van Wageningen en Utrecht, de Vrije Universiteit, KNMI en TNO Bouw en Ondergrond hebben voor dit programma de krachten verenigd. Daarbij hebben ze de actieve steun van overheden en bedrijven verworven. Dit komt tot uitdrukking in de gezamenlijke opstelling en de gezamenlijke uitvoering van dit programma. Hiermee leveren deze partners een bijdrage aan het genereren van kennis om Nederland klimaatbestendiger in te gaan richten. Het programma geeft invulling van het tweede spoor van het interdepartementale programma ARK en sluit het goed aan op de intenties van de regering zoals vastgelegd in de begroting voor De missie: Het beschikbaar krijgen van wetenschappelijke gefundeerde en vanuit de maatschappelijke praktijk gevoede kennis, zodat overheden en bedrijven samen in het licht van de effecten van klimaatverandering weloverwogen ruimtelijke en investeringsbeslissingen kunnen nemen. Aanpak De aanpak van het programma concentreert zich op het ontwikkelen van adaptatiestrategieën voor gebieden die kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. Daartoe kiest het programma ervoor om in een beperkt aantal gebieden (hotspots genaamd) strategieën te ontwerpen, de daartoe noodzakelijke wetenschappelijke kennis te verwerven en vervolgens toe te passen. De hotspots zijn: Haaglanden, Mainport Schiphol, Rotterdamse regio, Zuidwestelijke Delta, Waddenzee, Rivierengebied, Droge rurale gebieden en Ondiepe wateren en veenweidegebieden. Het programma zorgt voor transfer van kennis en ervaringen uit de hotspots naar vergelijkbare gebieden in Nederland en buitenland. De hotspots Voor de uitvoering van het programma zijn in dit programma hotspots gekozen, waar door een gemengd team van overheden, bedrijven en wetenschappers (het zgn. hotspotteam) de behoefte aan kennis wordt geïnventariseerd. Geheel toegesneden gaan de wetenschappers aan het werk om de gevraagde kennis te leveren. Bedrijven en overheden gaan daarmee aan de slag om hun strategieën en beslissingen voor te bereiden. Zij kunnen daarbij altijd weer terugvallen op de wetenschappers om nog meer nieuwe vragen te stellen. De wetenschappers horen van de beslissers wat hun ervaringen zijn met de kennis en kunnen zo ervaren welke aanpassingen zij moeten doen om de kennis toepasbaar te maken voor het beleid. Omgekeerd ervaren de beslissers welke onzekerheden en risico s een rol spelen, zodat zij die beter kunnen communiceren met burgers en bedrijven. De Klimaat Kennis Faciliteit Voor een brede ondersteuning bij de beantwoording van de vragen die in de hotspots gesteld worden, wordt de Klimaat Kennis Faciliteit ingericht. Binnen deze faciliteit wordt toegesneden informatie en kennis aan de hotspotteams geleverd. Dit betreft informatie over klimaatverandering en de effecten daarvan, kennis over het omgaan met de wetenschappelijk gekwantificeerde onzekerheden, over kosten en baten van oplossingsrichtingen en praktische adviezen hoe de kennisdialoog tussen wetenschappers en bestuurlijke praktijkmensen in de hotspots aan te pakken. Deze faciliteit heeft, ongeacht de kennisvragen uit de hotspots, basisvoorzieningen nodig zoals hardware, software en Versie voor CWTI, 17 november

4 onderhoud en doet generiek onderzoek naar zaken die voor alle hotspots gelden. Het werk dat daarboven ten behoeve van specifieke hotspots wordt verricht, is afhankelijk van de vragen uit die hotspots. Tijdens de looptijd van het programma wordt duidelijk wat de vragen precies zijn. Bij dit programma hoort een programmaboek waarin de ondersteuning en het onderzoek van de Klimaat Kennis Faciliteit, de uitvoering van de hotspots en de werking van de kennistransfer wordt gedetailleerd. Tevens doen wij in dit boek projectvoorstellen en -suggesties over mogelijke onderzoeksvragen. De beslissing voor de te behandelen vragen is in eerste instantie aan de wensen van de actoren in de hotspots en valt uiteindelijk onder de verantwoordelijkheid van het toekomstig bestuur. Kennisplatform De kennis die ten behoeve van de hotspots ontwikkeld wordt, moet verspreid en onderhouden worden. Binnen de hotspots ontstaan kennisnetwerken tussen allerlei partijen. Om de kennisoverdracht van de ene hotspot naar de andere over te dragen zal een kennisplatform ingericht worden. Dit bestaat uit mensen die in de hotspots werken en/of bij de kennisinstellingen. Zij zijn verder beschikbaar om beslissers uit vergelijkbare gebieden in Nederland van kennis te voorzien vanuit de hotspots. Zo wordt de kennis ontsloten voor een bredere doelgroep. Daarnaast zal het platform de kennis uit de hotspots ook thematisch vertalen om het nationale beleid beter te kunnen ondersteunen en wordt een relatie gelegd met het kennisprogramma Haaglanden. Tenslotte zal via het platform de ontwikkelde kennis geëxporteerd worden naar het buitenland. In dit programma worden voorstellen gedaan voor samenwerking met lopende projecten in New Orleans, California, Taiwan en Vietnam. Ook aan ontwikkelingslanden zal aandacht besteed worden, enkele voorbeelden in de Afrika (Subsahara) zijn hiervoor reeds uitgewerkt. De partners De universiteiten van Wageningen, Utrecht en de Vrije Universiteit zijn bij uitstek toegerust en gekwalificeerd om dit programma uit te voeren. De wetenschappelijke en internationaal erkende prestaties van de indienende partners staan garant voor een unieke en effectieve aanpak van het programma. De combinatie met de hotspot Haaglanden maakt dat de uitvoeringspraktijk onmiddellijk en snel aan de wetenschap gekoppeld kan worden. Via Waterkader Haaglanden participeren het hoogheemraadschap van Delfland, de Provincie Zuid-Holland, de gemeenten Den Haag, Rijswijk, Westland en Midden-Delfland en het stadsgewest Haaglanden. Op dit moment hebben de Schipholgroep, de partijen in de Rotterdamse Regio en de provincie Zeeland zich gecommitteerd aan hotspots. Organisatie De indieners gaan een samenwerkingsverband aan in een stichting. Het bestuur van de stichting wordt enerzijds gevormd door twee vertegenwoordigers van de kennisinstellingen, anderzijds door drie gerenommeerde bestuurders uit overheid en bedrijfsleven. Daarmee is ook in de organisatie de combinatie van vraag en aanbod geïnstitutionaliseerd. De verdere voorstellen voor uitwerking van de deelprogramma s en de concrete onderzoeks- en uitvoeringsprojecten worden getoetst op hun wetenschappelijke merites door een wetenschappelijke adviesraad. De maatschappelijke behoefte wordt getoetst in een maatschappelijke adviesraad. De vakdepartementen VROM, V&W, LNV leggen in een kaderbrief hun wensen voor de jaarlijkse programmering voor aan het bestuur van de Stichting. Het bestuur stelt het jaarprogramma vast, de departementen verzorgen financiering uit FES op basis van een subsidiebeschikking. Financiën Het programma heeft een looptijd van 6 jaar. Indien de aanvraag voor de FES-gelden wordt gehonoreerd, kan in maart 2007 met de uitvoering begonnen worden. Het einde van het programma wordt dan voorzien in februari De totale uitvoeringskosten worden begroot op 172 miljoen. Daaraan dragen de indienende kennisinstellingen bij voor 15 miljoen. De rechtstreekse financiering vanuit de vakdepartementen bedraagt eveneens 15 miljoen. Andere partijen in de hotspots nemen 71,3 miljoen voor hun rekening. De indieners doen daarmee een beroep op het FES-fonds voor 70,7 miljoen euro. Deze eenmalige bijdrage vanuit de aardgasbaten maakt een grote sprong in toegepaste wetenschappelijke kennis mogelijk. De vele resultaten van het programma kunnen tijdens de looptijd van het programma al ingebed worden in de activiteiten van de kennisinstellingen, zodat na afloop van het programma de verworven kennis is geborgd. Versie voor CWTI, 17 november

5 2 Het vraagstuk, missie en aanpak Wereldwijd verandert het klimaat. Nederland staat voor de uitdaging strategieën te ontwikkelen om zich daaraan aan te passen. Het programma Kennis voor Klimaat creëert massa, focus en koppeling tussen de maatschappelijke instanties, de uitvoeringspraktijk en onderzoeksinstituten om de kennis te genereren die nodig is om Nederland op een effectieve manier klimaatbestendig te maken. 2.1 Klimaatverandering en ruimtegebruik Wetenschappelijk is nu duidelijk bewijs geleverd dat de uitstoot van broeikasgassen een belangrijke oorzaak is van de opwarming die gaande is. Voor de 21e eeuw wordt een verdergaande stijging van de gemiddelde temperatuur verwacht. In Nederland wordt het klimaat grimmiger, met een toename van extreme weersomstandigheden, zoals warme droge zomers, een grotere kans op periodes met grote neerslaghoeveelheden in de winter, en extremere zomerse buien. Verder moeten we rekening houden met een stijging van de zeespiegel die ligt tussen de 20 en 85 cm tegen het eind van deze eeuw, afgezien van de effecten van bodemdaling. De nieuwste wetenschappelijke inzichten wijzen erop dat zelfs zeer vergaande maatregelen voor de beperking van de uitstoot van de broeikasgassen (mitigatie) niet afdoende zullen zijn om de negatieve effecten van klimaatverandering te kunnen voorkomen. Daarom is het cruciaal om nu, parallel aan de versterkte inspanningen om de emissies van broeikasgassen fors te beperken, ook te investeren in maatregelen die ons in staat stellen beter met de klimaatverandering om te kunnen gaan (adaptatie). Adaptatiemaatregelen leggen vaak veel beslag op de ruimte die in Nederland zeer schaars is. We staan daarom voor een enorme uitdaging. Op het snijpunt van klimaat en ruimte ontstaan belangrijke nieuwe vragen, zowel in de sfeer van risico s als van kansen. Voorbeelden van vragen waar we meer duidelijkheid over moeten krijgen zijn: hoe ziet ons klimaat er uit in 2040 en in 2100? Waar moeten we nu al wel en waar (nog) niet rekening mee houden in lopende investeringsprogramma s van de overheid op het gebied van ruimtelijke ordening, waterbeheer, stedelijke ontwikkeling, natuur en infrastructuur? Welke implicaties heeft dit voor de besluitvorming over de ruimtelijke inrichting van nu? In hoeverre kan ruimtelijke planning bijdragen aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen? Welke kansen biedt adaptatie voor maatschappelijke en technologische innovaties die onze economische structuur en internationale concurrentiepositie kunnen versterken? 2.2 Beleidsurgentie Klimaatverandering is in de afgelopen drie jaar met grote regelmaat in de actualiteit en onderdeel van het politieke debat geweest. In dit najaar namen Tony Blair en Jan-Peter Balkenende de ongebruikelijke stap om samen een brief te schrijven aan de EU-voorzitter, en de overige EU-regeringsleiders. Geïnspireerd door de recente klimaatfilm van Al Gore, An Inconvenient Truth en het recente rapport van de Britse topeconoom Sir Nicholas Stern over de kosten van klimaatverandering, pleiten beide regeringsleiders voor meer aandacht voor dit vraagstuk. In zijn rapport stelt Stern dat als er niet nu gehandeld wordt, de totale kosten en risico s van klimaatverandering vergelijkbaar zullen zijn aan minimaal 5% BNP per jaar. De kosten voor proactief handelen kunnen beperkt worden tot 1% BNP. Het MNP noemt bij de presentatie van zijn duurzaamheidsagenda (november 2006) klimaatverandering één van de bedreigingen voor de kwaliteit van leven. Ruimtelijk ordenen is daarbij noodzakelijk voor het gelijktijdig accommoderen van zoveel mogelijk ruimtevragende functies in Nederland, gegeven de reeds bestaande ruimtedruk en de extra fysieke voorwaarden voor de waterproblematiek die samenhangt met het klimaatprobleem. Een genoemd voorbeeld is dat het stijgen van de zeespiegel zal vragen om forse ingrepen langs de kust. De WRR draagt met haar klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme- (8 juni 2006) drie oplossingssporen aan voor het klimaatprobleem: aanpassing aan een veranderend klimaat, de selectie van mondiaal perspectiefvolle mitigatieroutes tot het jaar 2050 en de internationale coördinatie die nodig is om die routes succesvol te gebruiken. Onderhavig voorstel levert de kennis die voor de uitwerking van het eerste oplossingsspoor nodig zal zijn. Versie voor CWTI, 17 november

6 In maart 2005 heeft de Eerste Kamer de motie-lemstra aangenomen. In deze motie wordt gesteld dat lange termijn ontwikkelingen rondom zaken als (onder meer) klimaatverandering, zeespiegelrijzing en hoogwaterproblemen onvoldoende aan de orde komen in de grote ruimtelijk georiënteerde beleidsnota s. De crosssectorale samenhang tussen ruimtelijke ontwikkeling en klimaatverandering ontbreekt en bij ongewijzigd beleid zal deze ook niet ontstaan. Hetzelfde geldt voor de geschetste langere termijn sociaal-economische scenario s en visies die vaak aan de basis staan voor het overheidsbeleid, zoals de scenariostudies Vier vergezichten op Nederland (CPB, 2004) en de Welvaart en Leefomgevingstudie (CPB, MNP, RPB en AVV). In zijn motie wijst Lemstra op: de verschillen in de planningshorizonten in deze beleidsnota s en het feit dat ze dicht bij het heden liggen het feit dat er uit genoemde nota s geen heldere visie naar voren komt op de vraag hoe er geanticipeerd gaat worden op lange termijn ontwikkelingen rondom de ruimtelijke effecten van klimaatverandering het feit dat er geen relaties worden gelegd met de investeringen in de kennisinfrastructuur en met de toekomstige aanwending van de middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking - terwijl er grote investeringen gemoeid zullen zijn met het voorsorteren op deze opgaven dat er bovendien geen instrumenten beschikbaar zijn voor een objectieve afweging van maatschappelijke kosten en baten. 2.3 Het belang van kennisbundeling De kans op succesvolle en uitvoerbare adaptatiestrategieën wordt aanzienlijk vergroot als er een goede samenwerking bestaat tussen alle relevante partijen: overheden, marktpartijen en kennisinstellingen. Het programma Kennis voor Klimaat wil die uitdaging nadrukkelijk oppakken door de kennis afkomstig uit het water- en milieubeheer, het klimaatonderzoek, de ruimtelijke ordening en de daarmee samenhangende sociaal-wetenschappelijke disciplines integraal in te zetten voor deze strategieën. Om cross-sectorale adaptatiestrategieën te ontwerpen en om een goede, inhoudelijk consistente basis onder het klimaatbestendiger maken van Nederland te leggen, is het van belang dat deze onderzoeksinspanningen niet alleen worden ontsnipperd en ontkokerd, maar ook versneld. Een integrale en praktische focus is dan ook onontbeerlijk. Deze focus kan worden gevonden in een koppeling tussen onderzoek naar adaptatiestrategieën met concrete gebieden en ruimtelijk verbonden economische sectoren waar afwegingen spelen over grote investeringsbeslissingen, met een afschrijvingsduur op de midden tot lange termijn ( ).. Het gaat daarbij om het reduceren van klimaatgebonden risico s tot een maatschappelijk en economisch aanvaardbaar niveau waarbij op slimme manier gebruikt wordt gemaakt van combinaties van technologische en maatschappelijke ( hard zacht ) adaptatiemaatregelen en emissiearm ruimtegebruik. 2.4 Klimaatverandering: de wetenschappelijke inzichten Internationaal In 2001 heeft het internationaal zeer gezaghebbende Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) geconstateerd dat het globale zeeniveau is gestegen met een snelheid van gemiddeld 1 à 2 mm per jaar en dat de mondiaal gemiddelde oppervlakte temperatuur over de periode is gestegen met 0.6ºC. De toename van broeikasgasemissies door menselijke activiteiten wordt als één van de belangrijkste oorzaken van deze mondiale veranderingen aangewezen. De observaties In het KNMI rapport "Klimaat in de 21e eeuw" is op grond van metingen over dezelfde periode voor Nederland een analoog beeld vastgesteld: sinds 1990 is de temperatuur met gemiddeld 1.2 ºC gestegen de jaarlijkse neerslag is vanaf 1906 met 18% toegenomen, vnl. in de winter, lente en de herfst tussen 1993 en 2004 steeg de waterstand in de Noordzee met ongeveer 3 mm per jaar. Over de hele 20e eeuw is de zeespiegel van de Noordzee met ongeveer 20 cm gestegen. Versie voor CWTI, 17 november

7 De scenario s voor de toekomst Met de nu al beschikbare informatie van de vierde generatie klimaatmodellen, waarvan de resultaten in 2007 beschikbaar komen in het 4 e Assessment Rapport van het IPCC, heeft het KNMI vier verschillende klimaatscenario s geproduceerd voor de ontwikkeling van temperatuur, neerslag en zeespiegelstijging in Nederland voor de periode De consequenties zijn dat de winters natter zullen worden met meer kans op extreme neerslag. Ook in de zomer neemt de hevigheid van de buien toe. Tegelijkertijd zullen zachte winters en hete zomers vaker gaan voorkomen. En de zeespiegel blijft stijgen: tot 35 centimeter in Recent heeft het Milieu- en Natuur Planbureau met zijn duurzaamheidsverkenning gesteld dat onder meer het stijgen van de zeespiegel mede door het smelten van de poolkap vraagt om forse ingrepen langs de kust. De effecten Nederland is door zijn ligging en bodemgesteldheid derhalve kwetsbaar voor lange termijn veranderingen in het weer. Meer en vooral hevige regenval zal leiden tot overstromingen en wateroverlast in stedelijke gebieden : straten onder water, volstromen van kelders en tunnels, waterschade in huizen en winkels. Zonder maatregelen zal het overstorten van rioleringen vaker voorkomen met verslechterde waterkwaliteit tot gevolg. In het rivierengebied zal ruimte moeten komen voor nog meer doorvoer in natte tijden. Zeespiegelstijging leidt tot de mogelijkheid van dijkdoorbraken tijdens hevige stormen. Zowel grotere droogtes als meer neerslag zijn nadelig voor de natuur: verstoring in de voedselketen, uitsterven van soorten door te snelle verhuizing van soorten en een verandering van de planktonsamenstelling op zee. Hetzelfde geldt voor de landbouw : een doorgaande verlenging van het groeiseizoen leidt tot hogere opbrengsten en kansen voor andere gewassen. Maar er is ook een grote kans op frequentere schade en ziekten en plagen zullen vaker voorkomen met als gevolg oogstverliezen. Wat betreft recreatie moet Nederland rekening houden met een verlenging van het toeristenseizoen, bijvoorbeeld doordat Zuid-Europa te warm wordt. Door warmer zwemwater zullen meer infecties voorkomen, en in Nederland zal weinig meer op natuurijs geschaatst kunnen worden, terwijl ook het skiseizoen in de Alpen korter wordt. Voor bedrijven zal de droogte betekenen dat de scheepvaart op de rivieren met beperkingen (en dus kostenstijgingen) te maken krijgt en dat de inname van koelwater in droge en warme jaren aan banden gelegd moet worden. Op het gebied van gezondheid valt te verwachten dat meer mensen zullen overlijden ten gevolge van de hitte, maar minder ten gevolge van de kou. De ziekte van lyme (tekenbeten en rode vlekken) zal zich uitbreiden en ook de kans op allergieën zal verder toenemen. In de stedelijke omgeving kunnen door de toename van de temperatuur vaker zogenaamde hitte-eilanden ontstaan. Dit tast de kwaliteit van de leefomgeving aan en leidt tot verhoogde sterfte onder kwetsbare groepen. De gebouwde omgeving en de individuele woningen in Nederland zijn niet ingesteld op langdurige hitte. Gegeven deze effecten van klimaatverandering op alle sectoren en beleidsterreinen is het van groot belang dat besluitvormers op nationaal en regionaal niveau het ruimtegebruik en grote investeringsbeslissingen kunnen aanpassen aan de zeer nabije veranderingen in het klimaat. 2.5 Naar een klimaatbestendig ruimtegebruik De Nederlandse samenleving moet specifieke kennis moet genereren om: de gevolgen van mogelijke beleidslijnen en de daarmee gepaarde investeringsbeslissingen zichtbaar te maken en te kunnen vergelijken adaptatiestrategieën te ontwikkelen die reageren op een gedeelde visie over de lange termijn ontwikkeling van het klimaat, die afzonderlijke initiatieven integreren en die een groot draagvlak hebben in de samenleving. Een zorgvuldige invulling van dit klimaatbeleid vraagt om een adequate agendering, om aanpassing en ontwikkeling van (nieuw) beleid rond ruimtelijke- en investeringsbeslissingen, maar ook om het ontwikkelen, ontsluiten en samenbrengen van de daarvoor benodigde kennis. Versie voor CWTI, 17 november

8 2.5.1 De missie en doelen van het programma Kennis voor Klimaat Het programma Kennis voor Klimaat richt zich op het invullen van de genoemde kennisvragen. Het betrekt daarbij zowel wetenschappelijke inzichten als maatschappelijke ervaringen met de uitvoeringspraktijk. De missie van het programma is: Het beschikbaar krijgen van wetenschappelijk gefundeerde en vanuit de maatschappelijke praktijk gevoede kennis, zodat overheden en bedrijven samen -in het licht van de effecten van klimaatverandering- weloverwogen ruimtelijke- en investeringsbeslissingen kunnen nemen. De ontwikkeling van kennis ten behoeve van effectieve adaptatiestrategieën voor specifieke gebieden en sectoren staat in dit kennisprogramma centraal. Onze hoofdprobleemstelling is: Hoe te komen tot haalbare en uitvoerbare adaptatiestrategieën gegeven de kwetsbaarheid van specifieke gebieden en sectoren voor klimaatverandering. De specifieke doelen van het programma zijn: het ontwikkelen en realiseren van adaptieve strategieën, innovatieve processen en vernieuwende maatregelen door overheden, private partijen en kennisinstellingen om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen op een wijze die de maatschappelijke kosten verlaagt en/of de opbrengsten verhoogt het ontwikkelen en verbeteren van de toepassing en interpretatie van projecties van klimaatmodellen, specifiek gericht op de Nederlandse situatie, op basis van voortschrijdende wetenschappelijke inzichten in en maatschappelijke behoeften ten aanzien van het klimaatsysteem. Het inzetten van deze modellen verschaft inzicht in de effecten van klimaatverandering en het ontwikkelen en onderbouwen van adaptieve strategieën op nationale, regionale en lokale schaal het ontwikkelen van instrumenten voor beleidsvormers en beslissers in bedrijfsleven en overheden die gebruikt kunnen worden bij het nemen van weloverwogen beslissingen over investeringen en de ruimtelijke inrichting, waarbij op systematische wijze wetenschappelijke en maatschappelijke onzekerheden inzichtelijk in kaart worden gebracht het (inter)actief delen en verspreiden van de kennis die is opgedaan met het ontwikkelen en uitvoeren van adaptatiestrategieën door de huidige en toekomstige beleidsvormers en beslissers in het bedrijfsleven en bij overheden binnen en buiten dit programma. 2.6 Aanpak en opbouw kennisprogramma Programmavoorstel De omschreven doelen van het programma staan in dienst van het op participatieve wijze ontwikkelen van effectieve adaptatiestrategieën voor een beperkt aantal representatieve regionale gebieden in Nederland. In deze gebieden zijn verschillende ruimtelijk gebonden economische sectoren aanwezig die te maken krijgen met klimaatverandering en waar grote ruimtelijke investeringsbeslissingen spelen. Het totale pakket aan gebieden in dit kennisprogramma (hotspots) is qua samenstelling van sectorale belangen en bestuurlijke/maatschappelijke context representatief voor de hele Nederlandse praktijk. In hoofdstuk 4 wordt de selectie van hotspots toegelicht, en wordt voor elk van de geselecteerde hotspots een concrete aanpak geschetst. Het programma kiest bewust voor een regionale invalshoek. Regionale inzichten met betrekking tot adaptatie dragen bij om de nationale adaptatie strategieën op maat te maken, en niet andersom. Voorts wordt als uitgangspunt genomen dat de kennis die in deze hotspots wordt verzameld, ook bruikbaar is voor de aanpak van adaptatievraagstukken elders in Nederland. Hierbij wordt zo aangesloten bij het ARK. In de hotspots worden adaptatiestrategieën ontwikkeld die rekening houden met de kenmerken van het vraagstuk per gebied en met de spelende wetenschappelijke en maatschappelijke onzekerheden. Hierbij wordt gericht gezocht naar een goede manier om met deze onzekerheden om te gaan. Dit gericht en bewust anticiperen op toekomstige klimatologische omstandigheden in een complexe en dynamische samenleving is een nieuwe dimensie in de besluitvorming. Versie voor CWTI, 17 november

9 Er wordt een nieuwe generatie klimaatdata en scenario s ontwikkeld waarmee op regionaal niveau, voor de adaptatiestrategieën relevante, effect- en evaluatiestudies en risico analyses uitgevoerd kunnen worden met een doorkijk van 20 tot 50 jaar. In hoofdstuk 5 gaan we in op wetenschappelijke kennisontwikkeling die bijdraagt aan het wegnemen dan wel verduidelijken van de wetenschappelijke onzekerheden in het beleidsproces rond adaptatiestrategieën. Het gaat hierbij om het verbeteren van de koppeling tussen regionale en mondiale klimaatmodellen, het bepalen van eerste orde effecten op het fysieke systeem en het ontwikkelen van een nieuwe generatie sociaaleconomische modellen voor het doen van maatschappelijke kosten-baten analyses, waarin lange termijn scenario s voor klimaat, ruimtegebruik en economie aan elkaar gekoppeld worden. Tenslotte zullen wij wetenschappelijke inzichten en praktijkervaringen een meerwaarde geven in toegepaste en toe te passen kennis voor ruimtelijke adaptatie vraagstukken. In deze stap gaan we op basis van specifieke kennis, generieke inzichten ontwikkelen. Dit werk vindt plaats binnen de Klimaat Kennis Faciliteit (KKF), zoals beschreven in hoofdstuk 6. Het gaat daarbij om zowel modelondersteuning, kennisuitwisseling als aanvullend onderzoek. Het (breed) ontwikkelen en ontsluiten van deze wetenschappelijke- en maatschappelijke kennis dient zo veel mogelijk in samenhang plaats te vinden. Daartoe ontstaan in de hotspots kennisnetwerken die in een Kennisplatform hun kennis onderling uitwisselen, de implicaties voor de verschillende beleidssectoren in kaart brengen en de opgedane kennis op hotspot- en sector niveau ter beschikking stellen aan andere gebieden in Nederland. Tevens draagt het Kennisplatform zorg voor verspreiding en toetsing van de kennis in internationale wetenschappelijke en maatschappelijke fora Programmaboek In het programmaboek wordt de ondersteuning, het onderzoek en de kennisuitwisseling van de Klimaat Kennis Faciliteit uitgewerkt. Ook wordt een nadere concretisering en detaillering van de verschillende hotspots aangeboden. Het karakter van het programma brengt met zich mee dat niet al het onderzoek van tevoren geprogrammeerd kan worden. De initiatiefnemers willen bewust de mogelijkheid open houden dat maatschappelijke actoren andere kennisvragen belangrijk vinden dan de aanbieders van deze kennis nu voorzien. Toch hebben de initiatiefnemers al nagedacht welk onderzoek relevant kan zijn voor de hotspots. In het programmaboek zijn die voorstellen opgenomen. De uiteindelijke beslissing voor de te behandelen vragen laten wij over aan de wensen van de actoren in de hotspots Adhesiebetuigingen In een separate bijlage zijn adhesiebrieven gebundeld. Deze brieven zijn van partners direct betrokken in de hotspots, van regionale bestuurders en van (internationale) instituten, die op deze wijze hun interesse en steun voor dit initiatief kenbaar willen maken. 2.7 Samenvatting Kern van onze aanpak vormen de adaptatiestrategieën per kwetsbaar gebied. Deze krijgen vorm in hotspots. Het proces per hotspot kent de volgende stappen: 1. vanuit een ruimtelijk planvormingsproces of een investeringsbeslissing hebben beleidsmakers en maatschappelijke actoren de wens voor een adaptatiestrategie 2. voor de hotspot wordt een team geformeerd dat alle partijen bij elkaar brengt (markt, overheid, wetenschap). Dit hotspotteam formuleert de kennisvragen voor de Klimaat Kennis Faciliteit en de andere kennisgebieden. Op basis van de antwoorden zet het hotspotteam de volgende stappen: 3. ontwikkelen en opstellen van benodigde aanpak en instrumenten 4. detailleren strategie en uitvoeren ervan 5. toetsen van de haalbaarheid van de gekozen strategie en eventuele aanpassing van de strategie 6. de ervaringen van de partijen met de stappen 1 tot en met 5 worden tijdens dit proces verspreid aan volgende hotspots en naar overheden, marktpartijen en wetenschap in binnen- en buitenland. Versie voor CWTI, 17 november

10 Organisatorisch ziet een en ander er als volgt uit. De programmacoördinator hotspot is verantwoordelijk voor het op gang krijgen en houden van het articuleren van kennisvragen en het beantwoorden van deze vragen. Hij/zij stelt een hotspotteam samen dat de spelers van alle facetten van de vraag vertegenwoordigt: bijvoorbeeld water, wind, mist, kosten-baten, gemeente, waterschap, bedrijf etc. In dit hotspotteam worden de volgende activiteiten verricht: scenario analyses, effectstudies, KBA s, financiële analyses, mogelijke strategieën, risico analyses. Voor de noodzakelijke wetenschappelijke ondersteuning wenden de respectieve vertegenwoordigers zich tot het betreffende onderdeel van de Klimaat Kennis Faciliteit. Deze faciliteit bevat de volgende functies: ondersteuning van de beantwoording van de hotspots-vragen, onderzoek naar de algemene en sectorale aspecten van adaptatiestrategieën en uitwisseling van de ervaringen tussen de hotspots, van de hotspots naar binnen- en buitenlandse gebieden met vergelijkbare opgaven. Dat levert de volgende resultaten op: een Klimaat Kennis Faciliteit (KKF), waarin begrepen: o een nationaal klimaat model, software voor de aansluiting mondiaal en regionaal model, en een gebruikersinterface om vragen uit sectoren en cases te kunnen behandelen o een klimaatatlas: kwalitatief beeld van de omvang van klimaateffecten op Nederland ruimtegebruik en de effectiviteit van investeringen risico- en kanskaarten nieuwe indicatoren voor ruimtelijke kwaliteit passend bij de Nota Ruimte o voor nationale en regionale besluitvormers beschikbare en toegankelijke kennis: het kennisplatform inclusief vraagbaak voor alle overheden en maatschappelijke actoren mogelijke adaptatiestrategieën voor 8 kwetsbare gebieden (Haaglanden, Mainport Schiphol, Rotterdamse regio, Zuidwestelijke Delta, Waddenzee, Rivierengebied, Droge rurale gebieden, Ondiepe wateren en veenweidegebied) op basis van toegesneden scenario s inclusief de kosten en baten voor sectoren haalbare en uitvoerbare adaptatiestrategieën voor typen gebieden en sectoren, aangevuld met buitenlandse cases (waaronder: California, New Orleans, Taiwan, Vietnam, Afrika/subsahara) In praktijk uitgevoerde en getoetste strategie (Haaglanden) In buitenlandse cases overgedragen en getoetste strategieën. Versie voor CWTI, 17 november

11 4 Gebiedsgerichte adaptatiestrategieën ontwikkelen Klimaatverandering heeft direct invloed op beleid en geplande investeringen in infrastructuur en de ruimtelijke inrichting van Nederland. In de komende decennia zijn er door de overheid investeringen gepland die in totaal vele miljarden bedragen. Een degelijke analyse van klimaatbestendige investeringsopties kan leiden tot omvangrijke besparingen op de vereiste investeringsbedragen en de daaraan verbonden jaarlijkse kosten en een verhoging van de maatschappelijke baten van de investeringen. Box 4.1 Ruimtelijke investeringen in Nederland In de Uitvoeringsagenda Ruimte 2006 zijn de ruimtelijke investeringen in Nederland gekwantificeerd. De rijksinstrumenten voor investeringen in de uitvoering van het ruimtelijk beleid tot en met 2011 bedragen bij elkaar 37 miljard. Aanvullend hierop heeft het kabinet uit het FES-fonds 1 miljard beschikbaar gesteld. Deze investeringen zijn te relateren aan de doelen uit de Nota Ruimte: Thema rood: steden en netwerken In totaal draagt 34 miljard van het investeringsbudget van de rijksoverheid bij aan de realisatie van de doelstellingen binnen dit thema. De hoofdmoot bestaat uit investeringen die zich richten op bereikbaarheid. Een vijfde deel van het rode rijksinvesteringsbudget - 7,8 miljard - draagt bij aan het verbeteren van de leefbaarheid en de sociaal-economische positie van de steden. Thema groen: natuur, landschap en recreatie Bij elkaar levert 4,3 miljard van het totale investeringsbudget van het rijk een bijdrage aan de realisatie van groene doelstellingen voor de periode De investeringen dragen voor meer dan de helft bij aan de borging en ontwikkeling van natuurwaarden. Het gaat hier om investeringen in het verwerven, beheren en inrichten van de ecologische hoofdstructuur. Daarnaast investeert het rijk veel in recreatievoorzieningen in en rond de steden. Thema blauw: water Het rijk besteedt in de periode miljard aan de realisatie van de blauwe doelstellingen. Daarbij kent het waddenfonds een investeringsperiode van 20 jaar en zal in 2007 van start gaan. Jaarlijks wordt in dat fonds met 33,9 miljoen gevoed. Totaal is voor de periode een bedrag van 678 miljoen beschikbaar. Het programma Kennis voor Klimaat ontwikkelt tegelijkertijd kennis en adaptatiestrategieën om beleid en investeringen klimaatbestendig te maken. Daarbij neemt het programma fysieke gebieden als startpunt voor de vraag naar kennis. Daarmee levert het programma kennis over de praktische uitvoering van beleid op regionaal en lokaal niveau in geselecteerde hotspots. Met de ervaringen uit de hotspots wil het programma door kennistransfer ook voor nationaal spelende thema s toepasbare kennis voor adaptatiestrategieën ontwikkelen en ondersteunen. 4.1 Keuze voor hotspots De initiatiefnemers hebben gekozen voor een geselecteerde groep van geografische hotspots. In deze hotspots wordt kennis ontwikkeld en gebruikt om praktische oplossingsrichtingen met belanghebbenden te ontwerpen in het planvormingsproces. In sommige hotspots worden strategieën geïmplementeerd in proeftuinen (Haaglanden). Daarmee ontstaat de unieke mogelijkheid ook kennis te verwerven over de uitvoering van adaptatiestrategieën. Een hotspot betreft een lokaal of regionaal gebied, waar ruimtelijke ontwikkelingen (gaan) spelen en die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering, omdat: er grote ruimtelijke infrastructurele investeringen spelen die mede uit FES gefinancierd (gaan) worden Versie voor CWTI, 17 november

12 ze kwetsbaar zijn voor het veranderend klimaat het adaptief vermogen van de hotspot beperkt is, of aanzienlijk vergroot kan worden de adaptatie opgave raakt aan verschillende (nationale) beleidsthema s/sectoren en regionale belangen waardoor een crosssectorale aanpak essentieel is er bestuurlijk draagvlak is voor het klimaatbestendig maken van de ruimtelijke ontwikkeling de hotspot een duidelijk handelingsperspectief heeft en bij voorkeur uitmondt in het nemen van maatregelen, die leiden tot een klimaatbestendige toekomst. De hotspots zijn tevens een dwarsdoorsnede van de beleidssectoren waar de veranderingen in het klimaat een dominante rol gaan spelen. De initiatiefnemers hebben daarbij de onderstaande sectoren op het oog: Waterbeheer, veiligheid, overlast en beschikbaarheid Transport en vervoer Landbouw, natuur en recreatie Stedelijke ontwikkeling Energievoorziening Financiële dienstverlening Gezondheid. De initiatiefnemers hebben gekozen voor een selectie van 8 hotspots die aan de bovenstaande aspecten voldoen en daarbij representatief zijn voor de belangrijkste gebiedstypen in Nederland. De hotspots zijn representatief voor de in elke sector verwachte klimaateffecten en belangen die zowel nationaal als regionaal een rol spelen. Daarmee kunnen de resultaten van de hotspots ook gebruikt worden door de regionale en lokale maatschappelijke actoren in andere kwetsbare gebieden. De hotspots zijn: - Haaglanden - Mainport Schiphol - Rotterdamse Regio - Zuidwestelijke Delta - Waddenzee - Rivierengebied - Ondiepe wateren en veenweidegebied - Droge rurale gebieden. Onderstaande tabel laat de complementariteit van de hotspots zien en op welke manier de verschillende sectorale invalshoeken aan de orde komen. Het programma werkt op deze manier van specifiek naar generiek. Dat betekent dat uit het onderzoek voor de hotspots generieke sector-relevante kennis zal worden afgeleid. Uit onderstaande tabel kunnen we ook afleiden dat de beleidssectoren Stedelijke Ontwikkeling, Energie en Industrie en Gezondheid minder aan de orde komen. Dat kan ertoe leiden dat de kennisuitwisseling tussen de hotspots juist op deze sectoren gericht moet worden met eventueel extra generiek onderzoek als daartoe aanleiding bestaat (zie paragraaf 6.2). Tabel 4.1 Samenhang tussen hotspots en sectoren Financiele dienstverlening Gezondheid Energie en industrie Stedelijke ontwikkeling Landbouw, natuur, recreatie Transport Water veiligheid /schaarste Haaglanden Mainport Schiphol Rotterdamse Regio Zuidwestelijke Delta Waddenzee Rivierengebied Ondiepe wateren en veenweidegebied Droge rurale gebieden Versie voor CWTI, 17 november

13 de regio om het woon- en werkklimaat van de regio te versterken. De investering in stedelijke ontwikkeling in het klimaatgevoelige gebied zal naar de huidige verwachting liggen in de orde van 2 à 3 miljard euro in de komende 10 tot 15 jaar. Gezien de risico s van achteraf gezien verkeerde investeringen en/of onvoldoende bescherming lijkt een kennisinvestering op dit gebied van 5 miljoen euro zeker netto baten op te leveren. Kennisprodukten samengevat Verkenningen en studies van creatieve en kosteneffectieve oplossingen t.b.v. het behoud van een goed klimaat voor vestiging, werken en wonen. In deze adaptatieverkenningen zal worden samengewerkt met soortgelijke gebieden in Europa en elders op de wereld waarbij ondermeer zal worden voortgebouwd op bestaande samenwerkingsrelaties met de havens van Antwerpen en Hamburg. Ook zullen een havengebied in Azië en in de Verenigde Staten bij deze verkenningen en planstudies worden betrokken Een kwantitatieve analyse van de effecten van klimaatverandering op bevaarbaarheid, inclusief kansverdeling. Deze zal bruikbare informatie opleveren voor alle bij riviervervoer betrokken sectoren en daarmee samenhangende lokale en bovenstroomse investeringen. Verdere ontwikkeling van recente studies (waaronder Leven met Water) aangaande stedelijke ontwikkeling, omgevingskwaliteit en de wateropgave op basis van nieuwe inzichten in klimaatverandering. Het is de bedoeling een brug te slaan tussen de lopende studies gericht op de middenlange termijn en de lange termijnproblematiek Zuidwestelijke Delta Kwetsbaarheid De Zuidwestelijke Delta zal in de toekomst te maken krijgen met zeespiegelstijging, veranderende windpatronen en veranderende rivierafvoeren (lager in de zomer en hoger in de winter). Dit leidt tot veranderingen in waterkwaliteit, verzilting, waterbeschikbaarheid, ecologie en estuariene dynamiek. Deze effecten zullen hun weerslag hebben op het ruimtegebruik, de economische structuur en de lange termijn beleidsdoelen, zoals verwoord in het Delta-programma van de provincies Zeeland, Noord- Brabant en Zuid-Holland. Het herstel van de estuariene dynamiek is, naast het garanderen van veiligheid en het versterken van de regionale economische structuur, één van de belangrijkste ambities. Alle initiatieven rondom het herstel van estuariene dynamiek hebben één ding gemeen, ze willen optimaal gebruik maken van de aanwezige hydrodynamische processen. Juist klimaatverandering zal de hydrodynamische randvoorwaarden sterk gaan beïnvloeden. Dit kan ertoe kan leiden dat het inzetten van bestaande spuicomplexen ten einde de zoet-zout gradiënt en de getijdendynamiek te herstellen niet meer voldoende zal zijn om de beoogde doelstellingen te halen voor landbouw en natuur. De zeespiegelstijging betekent tevens dat de risico s voor overstromingen veranderen, wat meegenomen zal moeten worden bij de plannen voor herstel van de estuariene dynamiek. Doelstelling en opzet hotspot In het onlangs vastgestelde omgevingsplan heeft de provincie Zeeland haar ambities op het gebied van klimaat en veiligheid verwoord, in samenhang met het Delta programma. Centraal daarbij staat een op te stellen klimaatagenda, waarvan de contouren en een aantal actiepunten voor de korte, de middellange en de lange termijn al in het omgevingsplan staan weergegeven. De volgende ontwikkelingsopgaven komen hierbij in aanmerking om te toetsen op hun klimaatbestendigheid: het garanderen van de veiligheid het herstel van estuariene dynamiek (zoet-zout, getijde) de koppeling van de grote rivieren aan de Deltawateren in het kader van Ruimte voor de Rivier de ruimtelijke verdeling van de zoetwatervoorziening in relatie tot landgebruik maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit het behoud van natuur en landschap het ruimtelijk, economisch en sociaal vitaal houden van de deltaregio welzijn en ruimtelijke inrichting Het doel van deze hotspot is het inbrengen van een lange termijn perspectief in het waterbeheer en de ruimtelijke ordening van het Deltagebied waarbij klimaatverandering integraal is meegenomen in de Versie voor CWTI, 17 november

14 besluitvorming. Voor deze hotspot is een samenhangend geheel van werkpakketten geformuleerd, waarbinnen de verschillende kennisvragen te positioneren zijn. Er zijn een vijftal centrale activiteiten gedefinieerd die een rol spelen binnen alle werkpakketten en waarbij ondersteuning wordt gezocht bij de Klimaat Kennis Faciliteit. In onderstaande figuur 4.3 wordt deze samenhang weergegeven, voor de uitwerking wordt verwezen naar het programmaboek. Figuur 4.3 Samenhang werkpakketten hotspot Zuidwestelijke Delta Kosten en baten De baten die onderhavig onderzoek zal opleveren zijn klimaatbestendige strategieën voor het herstel van de estuariene dynamiek. Met de (potentiële) maatregelen die genomen moeten worden in het kader van het herstel van estuariene dynamiek zijn vele miljoenen aan investeringen gemoeid. Het is goed om deze maatregelen te evalueren in het kader van de klimaatverandering ten einde te bepalen of ze ook op een termijn van vele decennia robuust zijn. De baten van nieuwe integrale methoden van kustverdediging zijn in de eerste plaats veiligheidsbaten. De veiligheid tegen overstromen van het achterland blijft ondanks de stijging van de zeespiegel op het wettelijke niveau gehandhaafd. De meerwaarde van de nieuwe kustverdedigingmethoden ligt vooral in het creëren van kansen voor natuur, kustrecreatie en zilte teelten. Dit resulteert in oplossingen die beter landschappelijk inpasbaar zijn, meer draagvlak kennen en meer kostendragers hebben. Kennisprodukten samengevat een klimaatbestendig Deltaprogramma (waterbeheer en ruimtelijke ordening) inzicht in de effecten van het klimaat op strategieën voor herstel estuariene dynamiek innovatieve concepten van klimaatbestendige kustverdediging, (zoals het schorbuffer concept, nieuwe financiële arrangementen en binnen- en buitendijkse verdedigingsstrategieën) die zowel veiligheid garanderen als ook een toegevoegde waarde hebben voor ruimtelijke kwaliteit het ontwerpen van verschillende ruimte ontwikkelingsscenario s voor het rurale gebied in de Zuidwestelijke Delta waarbij rekening gehouden wordt met de toekomstige waterbeschikbaarheid onder verschillende klimaat-, markt, en innovatiescenario s voor in het bijzonder de landbouwsector. inzicht in welke innovatiekansen adaptatie biedt voor ondernemers in de Zuidwestelijke Delta (zilte landbouw, aquacultuur, recreatie, visserij). Versie voor CWTI, 17 november

15 7 Businessplan 7.1 Governance en toezichtstructuur Er wordt een Stichting Kennis voor Klimaat opgericht door één van de kennisinstellingen op verzoek van het penvoerend ministerie. De oprichter stelt het bestuur van de stichting samen en die stelt een reglement op, waarin staat uitgewerkt hoe de interne bedrijfsvoering en kwaliteitszorg geregeld zal worden. De organisatie wordt daarbij ingericht als geschetst in onderstaande figuur: Raad van Toezicht Bestuur van de Stichting KvK: vraag (bedrijven/overheden) en aanbod (kennisinstellingen) Wetenschap pelijke Adviesraad Maat schap pelijke Adviesraad Programma Programmabureau directeur Programmaraad: PD+ Coordinatoren programmalijnen Programma lijnen ARK Klimaat Kennis Faciliteit Haaglanden Mainport Schiphol Rotterdamse regio Zuidwestelijke delta Waddenzee Rivierengebied Ondiepe wateren Droge rurale geb. Figuur 7.1 Organisatie Stichting Kennis voor Klimaat De organisatie is opgebouwd uit: Raad van Toezicht Deze raad houdt toezicht op de uitvoering en voortgang van het totale programma en controleert het bestuur. De raad is samengesteld uit personen die onafhankelijk zijn van de bij het programma betrokken partijen, of bij de uitvoering van de werkzaamheden. De raad van toezicht wordt samengesteld door het penvoerend ministerie. Bestuur In het bestuur van de stichting zijn vraag en aanbod samengebracht. Het bestuur bestaat daarbij uit vertegenwoordigers van de deelnemende overheden, kennisinstellingen en private organisaties. Voorgesteld wordt voor de vraagzijde een vertegenwoordiging van de partners in de programmalijnen van zowel publieke zijde als private zijde te betrekken. Voor de aanbodzijde worden de kennisinstellingen vertegenwoordigd door twee personen uit de deelnemende instellingen: KNMI, TNO Bouw en ondergrond 4, Universiteit Utrecht, Vrije Universiteit Amsterdam, Wageningen Universiteit. In totaal bestaat het bestuur uit 5 personen, onder wie de onafhankelijk voorzitter. Het bestuur is verantwoordelijk voor de effectieve uitvoering van het programma Kennis voor Klimaat en de verantwoorde besteding van de financiële middelen voor de beoogde kennisdoelen. Op voorstel van de programmadirecteur beslist het Bestuur over het jaarplan. Het jaarplan dient te worden goedgekeurd door het ministerie van VROM. Deze goedkeuring leidt tot een bevoorschotting op jaarbasis vanuit de 4 TNO vertegenwoordigt tevens het Delta-instituut. Versie voor CWTI, 17 november

16 opgestelde subsidiebeschikking, met in achtneming van meerjarenverplichtingen. Het Bestuur legt het jaarverslag ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht. Programmadirecteur (PD) De programmadirecteur wordt aangesteld door het bestuur en werkt onder verantwoordelijkheid van dat Bestuur. De directeur is verantwoordelijk voor zowel de organisatorische als wetenschappelijke kwaliteit van het programma. Voor de borging van de wetenschappelijke kwaliteit wordt hij/zij geadviseerd door de wetenschappelijke adviesraad en ondersteund door de coördinatoren van de programmalijnen. Voor de organisatorische zaken wordt hij ondersteund door het programmabureau. De directeur bereidt de besluiten van het bestuur voor en vormt met de coördinatoren van de programmalijnen de programmaraad. De directeur draagt de verantwoordelijkheid voor een goede vraagarticulatie in de hotspots alsmede voor de uitwerking daarvan in een jaarlijks op te stellen kennisprogramma (het jaarplan). De concrete invulling van de werkzaamheden voortvloeiend uit het jaarlijkse kennisprogramma wordt uitgevoerd door de partners in elke hotspot. Programmaraad De programmaraad bestaat uit de coördinatoren van de programmalijnen (waaronder de individuele hotspots). De programmadirecteur leidt het programmabureau en zit als een onafhankelijk voorzitter de programmaraad voor. Deze raad stelt de onderzoeksvragen op die in de diverse programmalijnen aan de orde komen evenals de begroting van de activiteiten binnen de programmalijnen. Uitgangspunt daarbij is onderhavig programmavoorstel. Jaarlijks stelt deze groep samen met de programmadirecteur een jaarplan op en vat het de resultaten van het afgesloten jaar samen in een jaarverslag. De vakinhoudelijk betrokken departementen VROM, LNV en V&W verzorgen de verbinding naar (de programmering van) ARK. Zij zullen door concrete en uitgewerkte kennisvragen actief bijdragen aan de totstandkoming van het jaarplan in de programmaraad, wanneer het jaarplan en -verantwoording aan de orde zijn. Programmabureau Het programmabureau is verantwoordelijk voor het beheer van het programma. Dat houdt o.a. het opstellen van jaarplannen, de monitoring van de voortgang en de rapportage in. Het bureau ondersteunt naast de programmadirecteur ook het bestuur en de RvT in de uitvoering van hun taken. Daarnaast ondersteunt het de programmaraad bij haar werkzaamheden. De activiteiten rondom de kennistransfer (paragraaf 6.3) worden ook door het programmabureau vormgegeven. Maatschappelijke adviesraad (MAR) De maatschappelijke adviesraad wordt samengesteld uit leden voorgedragen door het bestuur op basis van een consultatieronde onder de maatschappelijke stakeholders uit de hotspots. De raad telt maximaal 5 leden. De maatschappelijke adviesraad adviseert het bestuur over het jaarplan. In deze raad hebben vertegenwoordigers van de maatschappelijke groeperingen zitting die direct verbonden zijn met de thematiek, zoals regionale en lokale overheden, waterschappen, natuurbeschermingsorganisaties e.d. Voorgesteld wordt ook een aantal vertegenwoordigers van de private sector in deze raad op te nemen. Wetenschappelijke adviesraad (WAR) De wetenschappelijke adviesraad wordt samengesteld uit leden voorgedragen vanuit de in het programma vertegenwoordigde kennisinstellingen. De wetenschappelijke adviesraad is een onafhankelijke, internationaal samengestelde raad vanuit de wetenschap. Deze raad beoordeelt de wetenschappelijke kwaliteit van de programma s. De raad geeft advies over het jaarprogramma en de wetenschappelijke koers van het programma. NWO zal in voorkomende gevallen en op verzoek van het bestuur de kwaliteit van de geleverde kennis borgen, zodat voortgangscontrole vooral op (kwaliteit van) output gezekerd is. Het jaarplan en maatschappelijke en wetenschappelijke reflectie worden aan het bestuur voorgelegd. Programmalijnen Het programma is onderverdeeld in de volgende programmalijnen: Versie voor CWTI, 17 november

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak Een goede kwaliteit van de leefomgeving is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat

Nadere informatie

Klimaatadaptatie. Charles Aangenendt

Klimaatadaptatie. Charles Aangenendt Klimaatadaptatie Charles Aangenendt Adaptatie Ruimte en Klimaat 2006: start Nationaal Programma Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK) Doel: klimaatbestendig maken van ruimtelijke inrichting lange termijn:

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Wat kunnen we in Nederland verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering) en het broeikaseffect? Waargenomen klimaatverandering KNMI 06 klimaatscenario

Nadere informatie

Samenvatting Nationaal Onderzoekprogramma Kennis voor Klimaat

Samenvatting Nationaal Onderzoekprogramma Kennis voor Klimaat Samenvatting Nationaal Onderzoekprogramma Kennis voor Klimaat 2008 2013 Kennis voor Klimaat is een ambitieus onderzoekprogramma s dat via samenwerking tussen de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Gevolgen van klimaatverandering voor Nederland

Gevolgen van klimaatverandering voor Nederland Gastcollege door Sander Brinkman Haagse Hogeschool Climate & Environment 4 september 2008 Introductie Studie Bodem, Water en Atmosfeer, Wageningen Universiteit Beroepsvoorbereidendblok UNFCCC CoP 6, Den

Nadere informatie

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering

Nadere informatie

Regionale Adaptatie Strategie vanwege klimaatverandering. MT 22 maart 2012 Arno Lammers

Regionale Adaptatie Strategie vanwege klimaatverandering. MT 22 maart 2012 Arno Lammers Regionale Adaptatie Strategie vanwege klimaatverandering MT 22 maart 2012 Arno Lammers Voorgeschiedenis RAS - Proces Waterkader Haaglanden gestart febr. 2003 na opdracht AB - Regionaal Bestuursakkoord

Nadere informatie

Kennisagenda NKWK- KBS. Groeidocument versie 0.1

Kennisagenda NKWK- KBS. Groeidocument versie 0.1 Kennisagenda NKWK- KBS Groeidocument versie 0.1 November 2015 Voorwoord Dit is de eerste versie (versie 0.1) van het Groeidocument van de Kennisagenda NKWK- KBS. Dit document is een eerste aanzet voor

Nadere informatie

Zoet is goed maar een beetje zout smaakt beter door Pier Vellinga *) Spaarwater eindsymposium Schouwburg de Harmonie, Leeuwarden, 12 maart 2019

Zoet is goed maar een beetje zout smaakt beter door Pier Vellinga *) Spaarwater eindsymposium Schouwburg de Harmonie, Leeuwarden, 12 maart 2019 Zoet is goed maar een beetje zout smaakt beter door Pier Vellinga *) Spaarwater eindsymposium Schouwburg de Harmonie, Leeuwarden, 12 maart 2019 Presentatie in drie delen: 1. Het klimaat verandert; wat

Nadere informatie

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject

Nadere informatie

Deltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma

Deltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma Deltaprogramma De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden Bart Parmet 5 februari 2015 1 Onze delta 60% overstroombaar, 9 miljoen mensen, 2/3e BNP, 16% economie afh. zoetwater Uitdagingen

Nadere informatie

VERBINDEN, VERSTERKEN EN ONTWIKKELEN

VERBINDEN, VERSTERKEN EN ONTWIKKELEN Foto: Platform Slappe Bodem, Vincent Basler VERBINDEN, VERSTERKEN EN ONTWIKKELEN In oktober 2016 is het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling (voorheen kennisprogramma Klimaat, Water en Bodemdaling (KWB))

Nadere informatie

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen 2. Water Bodem & Gebruik 3. Het Groene Hart, met zijn veenweiden, Over de realisatie van

Nadere informatie

Aanpak regie verzilting Noord-Nederland. Titian Oterdoom

Aanpak regie verzilting Noord-Nederland. Titian Oterdoom Aanpak regie verzilting Noord-Nederland Titian Oterdoom Toename verzilting Bodemdaling zeespiegelstijging Grilliger neerslagpatroon met langere perioden van droogte Warmer klimaat meer verdamping gewassen

Nadere informatie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische

Nadere informatie

-Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer-

-Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer- Klimaatverandering; wat komt er op ons af? -Klimaatverandering, klimaatscenario s en gevolgen voor beleid en beheer- Het klimaat in Nederland gaat veranderen. Op dit moment is dat nog niet te merken. De

Nadere informatie

Klimaat in de 21 e eeuw

Klimaat in de 21 e eeuw Klimaat in de 21 e eeuw Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd en voor Nederland Mogelijke

Nadere informatie

Overzicht en karakteristieken klimaatrisico s Nederland. Willem Ligtvoet

Overzicht en karakteristieken klimaatrisico s Nederland. Willem Ligtvoet Overzicht en karakteristieken klimaatrisico s Nederland Willem Ligtvoet Kader: Nationale Adaptatiestrategie (begin 2016) Gevraagd: breed overzicht klimaateffecten en aangrijpingspunten voor beleid Aanvulling

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland Conferentie Kennis voor Klimaat WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland Vz: Cees Moons Organisatie: Aad Sedee & Aalt Leusink 27 november 2008 Context Adaptatieprogramma

Nadere informatie

Klimaatbestendige stad

Klimaatbestendige stad Klimaatbestendige stad Joke van Wensem Samenwerken aan water en klimaat Programmaplan en kennisagenda Algemeen en programmering: Deltaprogramma RA/IenM, STOWA, RWS, CAS, Deltares Projectentournee: Deltaprogramma

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Naar een kennisprogramma Bodem & Ondergrond

Naar een kennisprogramma Bodem & Ondergrond Naar een kennisprogramma Bodem & Ondergrond Douwe Jonkers Directoraat-Generaal Ruimte & Water COB-congres 30 oktober 2014 Inhoud Aanleiding Thema s Werkwijze Start Kennisprogramma Bodem & Ondergrond Vandaag:

Nadere informatie

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta) Agenda Stad Concernstaf CSADV Stadhuis Grote Kerkplein 15 Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2092 www.zwolle.nl Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta) Hoe houden we onze delta leefbaar

Nadere informatie

De bodem daalt sneller dan de zeespiegel stijgt. Tijd voor een innovatieve en integrale aanpak van bodemdaling!

De bodem daalt sneller dan de zeespiegel stijgt. Tijd voor een innovatieve en integrale aanpak van bodemdaling! De bodem daalt sneller dan de zeespiegel stijgt Tijd voor een innovatieve en integrale aanpak van bodemdaling! In de Nederlandse Delta wonen negen miljoen mensen. Hier wordt zeventig procent van ons inkomen

Nadere informatie

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Programmabureau Duurzaam Rotterdam Climate Proof

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Programmabureau Duurzaam Rotterdam Climate Proof John Jacobs Programmabureau Duurzaam Rotterdam Climate Proof Adaptatie? Effecten klimaatverandering Rotterdam: er is urgentie om te handelen Strategie gericht op functioneren van de stad Bebouwing Nutsnetwerken

Nadere informatie

Klimaatadaptatie. Programmaplan duurzame en gezonde stad

Klimaatadaptatie. Programmaplan duurzame en gezonde stad Klimaatadaptatie Programmaplan duurzame en gezonde stad Inhoud Ons klimaat verandert Wat betekent het voor Nederland? De uitdagingen voor onze regio Wat doen we al in Helmond en waar dragen we aan bij?

Nadere informatie

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat? De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat? De klimaatbestendige stad Klimaatadaptatie van stedelijk gebied staat sinds kort prominent op de publieke agenda. Op Prinsjes dag heeft het kabinet de Deltabeslissing

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

KNMI 06 klimaatscenario s

KNMI 06 klimaatscenario s KNMI 06 klimaatscenario s Stof tot nadenken? Opzet presentatie Klimaatverandering en het (versterkte) broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering De nieuwe KNMI-klimaatscenario s Mogelijke effecten 1

Nadere informatie

Op weg naar klimaatbewuste regio. Marcel Houtzager Hoogheemraadschap van Delfland

Op weg naar klimaatbewuste regio. Marcel Houtzager Hoogheemraadschap van Delfland Op weg naar klimaatbewuste regio Marcel Houtzager Hoogheemraadschap van Delfland Klimaateffecten Nederland Neerslag Het regent minder vaak 7% tot 30% Maar buien zijn heftiger! 8% tot 24% Wake-up call -

Nadere informatie

Raak onderzoek 2015, 2016 Wiebe Bakker

Raak onderzoek 2015, 2016 Wiebe Bakker De klimaatbestendige stad, inrichting in de praktijk Raak onderzoek 2015, 2016 Wiebe Bakker Een hot item Aandacht voor klimaatadaptatie Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering Klimaatbestendige Stad

Nadere informatie

Waterveiligheid in Westpoort

Waterveiligheid in Westpoort Pilotstudie 2012 / 2013 Atlas samengesteld 15 interviews 3 workshops Opbrengst Ketenafhankelijkheden Handelingsperspectieven Deltaprogramma Nieuwe normen voor Waterveilighied Zoetwatervoorziening voorspelbaarder

Nadere informatie

Op weg naar de volgende generatie KNMI klimaatscenario s Albert Klein Tank et al.

Op weg naar de volgende generatie KNMI klimaatscenario s Albert Klein Tank et al. Op weg naar de volgende generatie KNMI klimaatscenario s Albert Klein Tank et al. Agenda waarom klimaatscenario s voor NL? hoe komen ze tot stand? wat veroorzaakt de spreiding in de klimaatprojecties?

Nadere informatie

Klimaatverandering in internationaal perspectief

Klimaatverandering in internationaal perspectief Klimaatverandering in internationaal perspectief Gaan onze buurlanden uit van dezelfde verandering? Janette Bessembinder Stelling 1 Als de warme golfstroom tot stilstand komt, wordt het in Nederland minstens

Nadere informatie

KNMI 06 klimaatscenario s

KNMI 06 klimaatscenario s KNMI 06 klimaatscenario s Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario s Mogelijke

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 - PS2008MME13-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 6 mei 2008 Nummer PS : PS2008MME13 Afdeling : ECV Commissie : MME Registratienummer : 2008int221948 Portefeuillehouder : Ekkers Titel

Nadere informatie

Klimaat voor Ruimte. prof.dr. Pavel Kabat Wetenschappelijk Directeur Voorzitter Programmaraad

Klimaat voor Ruimte. prof.dr. Pavel Kabat Wetenschappelijk Directeur Voorzitter Programmaraad Klimaat voor Ruimte prof.dr. Pavel Kabat Wetenschappelijk Directeur Voorzitter Programmaraad Doel van het KvR programma is: Klimaatverandering. naar klimaatverandering als vraagstuk aangaande ruimtelijke

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Zeespiegelmonitor 2018

Zeespiegelmonitor 2018 Zeespiegelmonitor 2018 Wat is de aanleiding van dit rapport? Jaarlijks rapporteren Deltares en HKV met de Zeespiegelmonitor over de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust. De zeespiegel en het getij

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Klimaatbestendige stad

Klimaatbestendige stad Klimaatbestendige stad Nú bouwen aan de stad van de toekomst Deltaprogramma Nieuwbouw & Herstructurering Hoe is het begonnen? Veel onderzoek Nationale adaptatiestrategie Advies van Commissie Veerman Deltaprogramma

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Welke extremen kunnen we in de toekomst verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario

Nadere informatie

Klimaatscenario s voor Vlaanderen, en impact op de waterhuishouding

Klimaatscenario s voor Vlaanderen, en impact op de waterhuishouding Vlaamse Klimaatconferentie: Adaptatie, 26.5.2011, Antwerpen Klimaatscenario s voor Vlaanderen, en impact op de waterhuishouding Johan Brouwers Dienst Milieurapportering - MIRA, Vlaamse Milieumaatschappij

Nadere informatie

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Afdeling Water Rotterdam Climate Proof

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Afdeling Water Rotterdam Climate Proof John Jacobs Afdeling Water Rotterdam Climate Proof Adaptatie is niet nieuw! Effecten klimaatverandering Rotterdam: er is urgentie om te handelen Strategie gericht op functioneren van de stad Bebouwing

Nadere informatie

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE Klimaatakkoord Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE BETREFT Procesbrief Klimaatakkoord DEN HAAG ONS KENMERK 5 oktober 2018 18.34838

Nadere informatie

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Bodem & Klimaat Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer Jaartemperaturen en warmterecords in De Bilt sinds het begin van de metingen in 1706 Klimaatverandering KNMI scenarios Zomerse dagen Co de Naam

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Wat kunnen we in de toekomst verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd/in

Nadere informatie

toekomst veenweide Inspiratieboek

toekomst veenweide Inspiratieboek toekomst veenweide Inspiratieboek BOSCH SLABBERS toekomst veenweide Inspiratieboek Opdrachtgever Kennis voor Klimaat In samenwerking met Alterra, DHV, Gemeente Midden-Delfland, Provincie Zuid-Holland,

Nadere informatie

KLIMAATADAPTATIE: GEMEENTEN AAN ZET. Bijeenkomst Stadwerkwerk, Boxmeer, Kim van Nieuwaal, 12 juni 2018

KLIMAATADAPTATIE: GEMEENTEN AAN ZET. Bijeenkomst Stadwerkwerk, Boxmeer, Kim van Nieuwaal, 12 juni 2018 KLIMAATADAPTATIE: GEMEENTEN AAN ZET Bijeenkomst Stadwerkwerk, Boxmeer, Kim van Nieuwaal, 12 juni 2018 Klimaatverandering: mitigatie en adaptatie Klimaatadaptatie: een voorgeschiedenis 1980s 1990 : Klimaatwetenschap

Nadere informatie

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger Klimaatveranderingstand van de wetenschap Prof Wilco Hazeleger Achtergrond Wetenschap kan nooit absolute zekerheden bieden Het klimaatsysteem is complex Beperkingen in kennis en waarnemingen Beleid wil

Nadere informatie

Klimaat voor Ruimte In vogelvlucht

Klimaat voor Ruimte In vogelvlucht Klimaat voor Ruimte In vogelvlucht Klimaat voor Ruimte Het BSIK 1 programma Klimaat voor Ruimte (KvR) doet onderzoek naar klimaatverandering en naar manieren hoe met de gevolgen ervan om te gaan. Het spitst

Nadere informatie

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 3 Samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Rond het verbinden van water en ruimte zijn al veel stappen gezet. In het kader van de Vernieuwing van het MIRT is door Rijk, provincies en waterschappen

Nadere informatie

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking

Nadere informatie

Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen

Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen Samenhang in de Zuidwestelijke Delta/ voorlopige bevindingen Ruimteconferentie Den Haag 21 mei 2013 Zuidwestelijke Delta Beleid is in beweging De Delta is niet leeg Samenhang We hebben geleerd dat je waterplannen

Nadere informatie

Businesscase Van Deltadialoog naar Deltaplan naar Deltabusiness

Businesscase Van Deltadialoog naar Deltaplan naar Deltabusiness Businesscase Van Deltadialoog naar Deltaplan naar Deltabusiness Van Deltadialoog naar Deltaplan naar Deltabusiness Een businesscase voor overheid, kenniswereld en bedrijfsleven om de Nederlandse state

Nadere informatie

tijdreeksen voor de toekomst

tijdreeksen voor de toekomst Klimaatverandering, klimaatscenario s en tijdreeksen voor de toekomst J. Bessembinder J. Beersma, KNMI Opzet presentatie Definitie klimaat en klimaatscenario s Mondiale en regionale klimaatscenario s Relatie

Nadere informatie

KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET

KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET KLIMAATADAPTATIE LEEFT, MAAR LEIDT NOG NIET www.atosborne.nl Klimaatadaptatie leeft, maar leidt nog niet. Klimaatadaptatie leeft, maar leidt nog niet. Dat is de belangrijkste conclusie die getrokken kan

Nadere informatie

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner Memo Aan deelnemers diner-debat Eye Kopie aan Contactpersoon Rik van Terwisga Datum 8 januari 2015 Onderwerp Vervolg Debat-diner "Watersysteem van de Toekomst" Watersysteem van de Toekomst: vervolg

Nadere informatie

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a.

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a. Nieuwe KNMI klimaatscenario s Nieuwe KNMIklimaatscenario s 2006 2006 Janette Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Klimaatverandering Waargenomen veranderingen Wat zijn klimaatscenario s? Huidige en nieuwe

Nadere informatie

Deltascenario s. Deltaprogramma

Deltascenario s. Deltaprogramma Deltaprogramma Deltascenario s Verkenning van mogelijke fysieke en sociaaleconomische ontwikkelingen in de 21 ste eeuw op basis van KNMI 06- en WLO-scenario s, voor gebruik in het Deltaprogramma 2011-2012

Nadere informatie

Kennis Platform Water. Samenvatting advies 2012

Kennis Platform Water. Samenvatting advies 2012 Kennis Platform Water Samenvatting advies 2012 Samenvatting advies 2012 Voor u ligt het eerste advies van het kennisplatform water Nieuwe Stijl over strategisch wateronderzoek. Dit (informele) platform

Nadere informatie

LANDBOUW EN NATUUR IN TIJDEN VAN KLIMAATVERANDERING

LANDBOUW EN NATUUR IN TIJDEN VAN KLIMAATVERANDERING LANDBOUW EN NATUUR IN TIJDEN VAN KLIMAATVERANDERING Lezing ter gelegenheid van de Algemene Ledenvergadering 2018 van It Fryske Gea 29 mei 2018 De Wiidpleats Earnewâld door Pier Vellinga hgl. em. Vrije

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Mondiaal en in Nederland J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd/in Europa

Nadere informatie

De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling

De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling Prof. dr. Patrick Meire Universiteit Antwerpen Ecosystem management research group De polders, tussen de kust en zandig/zandlemig

Nadere informatie

aanbiedingsnota raad invullen organisatie beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017

aanbiedingsnota raad invullen organisatie beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017 beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017 invullen organisatie registratienr. 17INT09157 casenr. BBV17.0501 voorstel over vaststellen Nota Zonne-energie

Nadere informatie

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk Achtergronden Klimaatverandering en klimaatscenario s Prof Dr Bart van den Hurk Watis 06 hetmondiale klimaatprobleem? Klimaatverandering is van alle tijden Natuurlijke invloeden: Interne schommelingen

Nadere informatie

Verkenning Bodemdaling

Verkenning Bodemdaling Verkenning Bodemdaling Versterking bestaande aanpak Foto: G. Boerekamp Aanpak De verkenning is uitgevoerd door Tommy Bolleboom (RWS/Bodem+) i.s.m. Niels Kinneging (RWS), Gilles Erkens (Deltares) en Michiel

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Klimaat Services. Opzet presentatie

Klimaat Services. Opzet presentatie Klimaat Services J. Bessembinder Opzet presentatie Basis voor klimaat-services Voorbeelden confectie Voorbeelden maatwerk Basis confectie en maatwerk : tijdreeksen voor de toekomst Activiteiten binnen

Nadere informatie

agendapunt 3.a.1 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden KENNIS VOOR KLIMAAT: PROJECTEN 1E EN 2E TRANCHE Datum 17 augustus 2010

agendapunt 3.a.1 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden KENNIS VOOR KLIMAAT: PROJECTEN 1E EN 2E TRANCHE Datum 17 augustus 2010 agendapunt 3.a.1 850401 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden KENNIS VOOR KLIMAAT: PROJECTEN 1E EN 2E TRANCHE Portefeuillehouder Wiegman, A.G. Datum 17 augustus 2010 Aard bespreking Informatief Afstemming

Nadere informatie

Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta. Samenvatting. Plan van Aanpak

Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta. Samenvatting. Plan van Aanpak Samenvatting Plan van Aanpak Zuidwestelijke Delta De vitale delta met oog voor de toekomst Veranderingen door onder andere stijging van temperatuur en zeewaterpeil en daling van de bodem hebben gevolgen

Nadere informatie

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied Meld nu uw bouwproject aan voor het Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied. Daarin bundelen overheden,

Nadere informatie

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Bijlage 1 Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Vergadering van 7 juli Sociale innovatie Gesproken over sociale innovatie. Er is een eerste gesprek geweest tussen leden van de

Nadere informatie

Bestuurlijke programmaopdrachten 2009-2010 Regio Groningen-Assen

Bestuurlijke programmaopdrachten 2009-2010 Regio Groningen-Assen Bestuurlijke programmaopdrachten - Regio Groningen-Assen stuurgroep 22 juni Bijlage 3 Bestuurlijke programmaopdrachten.doc Bestuurlijke programmaopdracht bereikbaarheid Verbetering en waarborging bereikbaarheid

Nadere informatie

Hoogheemraadschap van Delfland

Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Beleidskader ten behoeve van adaptatie aan klimaatverandering Beleidsveld: Aard voorstel: 150 Besluitvormend Vergaderdatum: Agendapunt: Kenmerk VV: Aantal bijlagen: 18 december

Nadere informatie

HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10

HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10 REP HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10 14 december 2018 Wat is REP? Door de huidige forse groei van wonen en werken in de regio Utrecht en nieuwe thematische ruimtevragen als energie

Nadere informatie

Klimaat als kans! 5x ORAS

Klimaat als kans! 5x ORAS Klimaat als kans! 5x ORAS november 2011 In opdracht van Kennis voor Klimaat hebben Rob Bonte, Anne Kamphuis en Harald Blonk, adviseurs van Royal Haskoning SMC, het proces begeleid om te komen tot de ORAS-notities

Nadere informatie

Kick-off programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid-Holland 10 december 2015

Kick-off programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid-Holland 10 december 2015 Kick-off programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid-Holland De aftrap Op heeft JSO met u de aftrap gegeven van het programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid- Holland. Het programma voorziet in

Nadere informatie

Veiligheid primaire waterkeringen,

Veiligheid primaire waterkeringen, Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met de Verlengde derde toetsing

Nadere informatie

Masterclass Klimaatbestendige Stad Klimaatbestendige gebiedsontwikkeling Bauke de Vries,

Masterclass Klimaatbestendige Stad Klimaatbestendige gebiedsontwikkeling Bauke de Vries, Masterclass Klimaatbestendige Stad Klimaatbestendige gebiedsontwikkeling Bauke de Vries, 28-09-2017 Opbouw 1. Context KNMI scenario s kosten en risico s 2. Effecten hittestress, droogtestress, wateroverlast

Nadere informatie

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013 FRYSLÂN FOAR DE WYN Plan van aanpak Finale versie, 14 november 2013 Albert Koers, Comité Hou Friesland Mooi Hans van der Werf, Friese Milieu Federatie Johannes Houtsma, Platform Duurzaam Friesland FRYSLÂN

Nadere informatie

Convenant G32-Stedennetwerk en Platform31: Samenwerken aan Aantrekkelijke en Krachtige Steden, 2015 t/m 2018

Convenant G32-Stedennetwerk en Platform31: Samenwerken aan Aantrekkelijke en Krachtige Steden, 2015 t/m 2018 Convenant G32-Stedennetwerk en Platform31: Samenwerken aan Aantrekkelijke en Krachtige Steden, 2015 t/m 2018 De stichting, Stichting Platform31, gevestigd aan het Koningin Julianaplein 10 (7 e verdieping)

Nadere informatie

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving 16 september 2014-15:25 Het ministerie van Infrastructuur en Milieu besteedt in 2015 9,2 miljard euro aan een gezond, duurzaam

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

Sociaaleconomische Toekomstscenario s

Sociaaleconomische Toekomstscenario s Sociaaleconomische Toekomstscenario s Geschikt voor zoet en zout? door Gert Jan van den Born 1 Toekomstverkenningen Scenario s zijn gekoppeld aan onzekerheden in de toekomst Binnen domein van ruimtelijke

Nadere informatie

Het Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag

Het Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag Het Deltaprogramma Nederland op orde: vandaag en morgen Wim Kuijken / Bart Parmet 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag Het Deltaprogramma Nationaal programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening 2

Nadere informatie

Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af. Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014

Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af. Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014 Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014 1 Tot 6.70 m. onder zeeniveau 60% overstroombaar gebied, daar wonen ongeveer 9 miljoen mensen met

Nadere informatie

Albert Klein Tank, Geert Lenderink, Bernadet Overbeek, Janette Bessembinder, KNMI

Albert Klein Tank, Geert Lenderink, Bernadet Overbeek, Janette Bessembinder, KNMI Klimaatverandering in Nederland Aanvullingen op de KNMI 06 scenario s Albert Klein Tank, Geert Lenderink, Bernadet Overbeek, Janette Bessembinder, KNMI De KNMI klimaatscenario s voor Nederland uit 2006

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 17 mei 2017 Ons kenmerk BB/U201700352 Lbr. 17/028 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 3 Onderwerp Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering Samenvatting

Nadere informatie

Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen

Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen enkele aanvullende beschouwingen prof. dr. ir. Patrick Willems K.U.Leuven Afdeling Hydraulica Toekomstig klimaat? huidig klimaat: gematigd

Nadere informatie

Samenvatting 203 Klimaatverandering leidt volgens de voorspellingen tot een toename van de mondiale temperatuur en tot veranderingen in de mondiale waterkringloop. Deze veranderingen in de waterkringloop

Nadere informatie

Profiel NWO. Lid raad van bestuur tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen

Profiel NWO. Lid raad van bestuur tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen Profiel Lid raad van bestuur tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen Lid raad van bestuur, tevens domeinvoorzitter Sociale en Geesteswetenschappen De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk

Nadere informatie

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST concept DECEMBER 2003 GEMEENTE DIENST STEDELIJKE ONTWIKKELING CONCEPT versie december 2003 1 Gemeente Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling Met medewerking van: Dienst Stadsbeheer Ingenieursbureau Den

Nadere informatie

Westflank Haarlemmermeer

Westflank Haarlemmermeer Nota Ruimte budget 48 miljoen euro Planoppervlak 1500 hectare Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Westflank Haarlemmermeer Westflank Haarlemmermeer is een Randstad Urgent - project.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG T 070-456 00 00 F 070-456 11 11 Datum 4 september 2018 Onderwerp

Nadere informatie

Klimaat, -verandering en -scenario s

Klimaat, -verandering en -scenario s Klimaat, -verandering en -scenario s Janette Bessembinder et al. Opzet presentatie Wat is klimaat en klimaatverandering Waargenomen veranderingen Klimaatscenario s Klimaatdienstverlening 1 Wat is klimaat?

Nadere informatie