Studiegids. Masteropleiding. Leren en Innoveren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studiegids. Masteropleiding. Leren en Innoveren"

Transcriptie

1 Studiegids Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012

2 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding Beroepsprofiel Voor wie is de Master Leren & Innoveren bedoeld? Werkveld en functies Opleidingsprofiel Algemeen Doelstelling opleiding Visie opleiding Het hbo-niveau van de opleiding Ontwikkeling van kwaliteiten Didactische uitgangspunten Inrichting opleiding Opleidingsvarianten Graden en titulatuur Opleidingsstructuur Programma s Afstuderen Examencommissie Instelling en benoeming Samenstelling Taken en bevoegdheden Verzoekschrift Voorzieningen Begeleiding ICT-faciliteiten Algemeen Studentenmail Sharepoint OSIRIS Student Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy Registratie studievoortgang Studenten Informatie Punt (STIP FE) Studievereniging Opleidingscommissies Contactgegevens Cursussen Cursusdeelname Inschrijving voor cursussen Beginvereisten Cursusbeschrijvingen Tentamens en examens Introductie Formatieve en summatieve toetsing De formatieve toetsing De summatieve beoordeling De verschillende assessments Startassessment (assessment for learning) Assessments bij de afronding van een perspectief Algemene criteria bij de assessments Assessments bij de afronding van praktijkgericht onderzoek Eindassessment Tentamenrooster Inschrijving en deelname (her)tentamens Voorzieningen in geval van een functiebeperking /99

3 4.3.9 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Gang van zaken tijdens tentamens Beoordeling Toekennen resultaat en inzage Onregelmatigheden / fraude Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Geldigheidsduur resultaten Diplomering Procedure afgifte getuigschrift Aantekening cum laude of met genoegen Roosters Jaarrooster Vakanties en vrije dagen Lesdagen en tijden Openingstijden gebouw Roosterinformatie en -wijzigingen Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Beroep aantekenen Hoger beroep Klachten Klacht indienen Herzieningsverzoeken bij klachten Ongewenst gedrag Schema klachten, bezwaar en beroep Studentzaken Studiebegeleiding Profileringsfonds Studentendecaan Vertrouwenspersoon Studentenarts Bureau Studentenpsychologen Mediation Studeren met een functiebeperking Verbetering taal- en schrijfvaardigheden Mediatheek Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen Bestuursbeurs Topsport Trajectum Sport Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Verzekeringen: Wettelijke aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering Over de HU Algemene informatie Onderwijsprofiel HU Bachelor- en Masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Orderegels Kwaliteitszorg Organogram HU Locaties HU /99

4 9.2 Algemene informatie faculteit Educatie Algemeen Organogram faculteit Contactgegevens Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Faciliteiten In- en uitschrijven voor de opleiding Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming Collegegeld Kosten voor boeken en leermiddelen Financiële tegemoetkoming Cursusbeschrijvingen Bijlagen Onderwijs- en examenregeling Overige regelingen Diversen Deze studiegids is op 22 mei 2012 vastgesteld door de directeur van het Kenniscentrum Educatie en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur op 22 juni NB. Waar in deze studiegids gesproken wordt over de opleiding wordt bedoeld de opleiding M Leren en Innoveren, geregistreerd in het crohoregister onder nummer /99

5 1 Voorwoord Beste student, Voor u ligt de studiegids van de opleiding Master Leren & Innoveren (MLI). We hopen dat u bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd hebt. In deze studiegids vindt u belangrijke spelregels en informatie die u daarbij kunnen helpen. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs aan. Competentiegericht: dat wil zeggen dat u goed voorbereid bent als u het beroepsleven begint (zie ). Vraaggestuurd: we streven ernaar het onderwijs en ook de ondersteuning er omheen zo in te richten dat u zich in en tijdens uw studie kunt ontwikkelen op een manier die u belangrijk vindt en die bij u past. Hieronder vindt u informatie over de belangrijkste aspecten van uw studie en de keuzes die u kunt maken. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld of verbeterd op initiatief van uw medestudenten. De hogeschool beschouwt u als partner, u maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht daarom veel waarde aan uw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar u als student uw oordeel en verbetertips kan geven. Ook organiseren we op opleidingen of faculteiten onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over uw opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (8.11). We vragen u elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En bent u bijzonder tevreden over het onderwijs van de ene docent(e); nomineer hem/haar als docent(e) van het jaar! Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen specialisaties, waarin u zich kunt specialiseren op een onderdeel van uw vakgebied. Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma s aanbiedt. Wat anders? U kunt de studietijd natuurlijk ook willen benutten om u zo breed mogelijk te ontwikkelen, en juist ervaring buiten uw reguliere studie op te doen. Dacht u erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld uw studievereniging, uw gezelligheidsvereniging of uw studentensportclub (8.13, 8.16)? Hiervoor noemden we al medezeggenschap en opleidingscommissies. Of combineert u topsport met een studie (8.14)? Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Het kan ook dat uw studie door allerlei oorzaken niet verloopt zoals u dat graag zou willen. Als dat komt door oorzaken waar u niets aan kunt doen, bijvoorbeeld ziekte of een functiestoornis, zijn er verschillende regelingen zijn waarop u een beroep kunt doen. Als u door uw persoonlijke situatie tentamens mist, kan u om een extra herkansing vragen (4.3.7). En had u een studiebeurs, maar studeert u door deze omstandigheden zo lang dat u geen er recht meer op hebt? Dan is er een mogelijkheid tot financiële ondersteuning (8.) In al deze gevallen geldt: meld het zo spoedig mogelijk aan uw studieloopbaanbegeleider (2.5.1) of uw studentendecaan (8.3)! Als u te lang over uw studie doet, kan u langstudeerder worden. Om dat te voorkomen bieden opleidingen soms extra inhaaltrajecten aan. Die worden via Sharepoint bekend gemaakt. En heeft u een functiebeperking? Dan kan u mogelijk langer over uw studie doen, maar dat hoeft lang niet altijd. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die u in uw studie kunnen ondersteunen (8.8). Problemen en klachten Hebt u problemen die uw studie negatief beïnvloeden? Of vragen omdat u niet precies weet waar u terecht kunt? Bij uw SLB er (2.5.1) of een studentendecaan (8.3) bent u aan het juiste adres, zij kunnen u adviseren of doorverwijzen. Als u klachten hebt over de bejegening door studenten of medewerkers, kunt u ook een vertrouwenspersoon (8.4) inschakelen. Zijn er bijvoorbeeld samenwerkingsproblemen in uw projectgroep: als u ze op tijd inschakelt kunnen onze studentmediators vaak escalatie voorkomen en de samenwerking weer herstellen (8.7). 1 De nummers verwijzen naar een paragraaf in de studiegids 5/99

6 En gaat er binnen de HU iets fout of bent u het niet eens met een besluit? Op elke faculteit of opleiding is een klachtenloket waar u terecht kunt met bezwaren en klachten (7.1). Wat verwacht de HU van u? Wij streven ernaar u een opleiding en studieklimaat te bieden waarin u zich optimaal kunt ontplooien. We willen niet dat dit door andere studenten wordt verpest door ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hat s, verbaal of fysiek geweld), en verwachten dan ook dat u zich aan onze interne regels houdt (9.1.4). Als u een diploma haalt, moet u dat ook verdiend hebben. Fraude (4.4.2) wordt niet getolereerd. Zeker als het gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kunnen leiden tot verwijdering van de opleiding. U ziet, er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. U vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door voordat u aan uw studie begint. Via de inhoudsopgave kunt u altijd achterhalen waar u iets kunt vinden. Maar is het niet duidelijk of kunt u het niet vinden: kijk op Sharepoint of vraag het uw SLB er of bij STIP FE (2.5.3). We wensen u een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar. Mede namens alle collega s die aan uw opleiding bijdragen, Dick de Wolff Directeur Kenniscentrum Educatie. 6/99

7 2 Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel Voor wie is de Master Leren & Innoveren bedoeld? Ervaren docenten die zich, in relatie met de ontwikkeling van de school waarin zij werkzaam zijn, verder willen professionaliseren in leren en innoveren, vormen de doelgroep van de opleiding Master Leren & Innoveren (MLI). Als leraar gaat u een krachtige rol vervullen bij de verdere onderwijsontwikkeling en professionalisering van het onderwijs. Daartoe maakt u zich tijdens de opleiding nieuwe rollen eigen. Naast de rol van excellente docent zijn dat de rollen van ondernemende ontwikkelaar, reflective practitioner en begeleider en gesprekspartner van collega s. In een beroepsspecifieke context, werkt u aan nieuwe competenties en kwaliteiten, die bij deze rollen horen. Als deelnemer aan de opleiding realiseert u zich dat het in onderwijsorganisaties steeds meer gaat om het vermogen om te (blijven) leren, zodat u initiatieven kunt nemen voor vernieuwingen die u professioneel weet uit te bouwen en te integreren in uw eigen situatie en in de opleiding als geheel. Deze opleiding is bij uitstek geschikt als u zelf verantwoordelijk wilt zijn, wilt samenwerken, inspirerend wilt zijn en u zichzelf en het onderwijs verder wilt ontwikkelen. Als u dat belangrijk vindt, wenst u dus ook in de Master Leren & Innoveren zo te werken en zo benaderd te worden. De deelnemers aan de Master Leren & Innoveren zijn afkomstig uit een breed scala van vakken en leergebieden.uit allerlei sectoren van het onderwijs (PO, VO, MBO, HBO). Als u wilt deelnemen aan de Master Leren & Innoveren, dan voldoet u aan de volgende instroomeisen: u beschikt over een afgeronde bacheloropleiding; u beschikt over drie jaar werkervaring binnen het - brede onderwijsveld. u bent gemotiveerd om uw professionele ontwikkeling verder te verdiepen en te verbreden in relatie met de ontwikkeling van de onderwijsinstelling waarin u werkzaam bent. u beschikt over draagvlak onder collega s, dan wel bent in staat dit draagvlak in relatief korte tijd op te bouwen. de jaarlijkse opleidingskosten zijn betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring); u voldoet aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie Bij het intake-assessment wordt onder meer aan de hand van het intakeportfolio nagegaan of de deelnemer aan de formele eisen voldoet. Daarnaast is voor toelating tot de opleiding van belang dat de deelnemer een bewuste keuze maakt voor het concept van de opleiding en dat hij de mogelijkheid binnen zijn organisatie krijgt om te werken aan de opdrachten van de masteropleiding Werkveld en functies De master Leren & Innoveren is gericht op de verdere professionalisering van docenten die daarmee een voortrekkersrol kunnen gaan vervullen op het gebied van onderwijsontwikkeling. In de opleiding wordt gericht gewerkt aan de de rollen die de master kan vervullen in innovatie en onderwijsontwikkeling binnen de onderwijs-instelling. Deze rollen veronderstellen een hoge mate van zelfstandigheid en persoonlijke leiderschapscapaciteiten. Hieronder staat aangegeven waarvoor de master vanuit een specifieke rol verantwoordelijk is binnen zijn onderwijsinstelling. Rol Excellente leraar Ondernemende ontwikkelaar Verantwoordelijk voor: De master Leren & Innoveren is verantwoordelijk voor het optimaal laten aansluiten van zijn eigen onderwijs bij de leerbehoeften van de lerende en het afnemend veld. De master Leren & Innoveren is (mede) verantwoordelijk voor het optimaal laten aansluiten van het onderwijs van zijn team bij de leerbehoeften van de 7/99

8 Reflective practitioner Begeleider en gesprekspartner van collega s lerende en het afnemend veld. Van hem wordt verwacht dat hij binnen het team het initiatief neemt tot onderwijsontwikkeling en op dit gebied een voortrekkersrol vervult. De master Leren & Innoveren is verantwoordelijk voor het aanleveren van evidence waarmee op een goede manier richting kan worden gegeven aan onderwijsontwikkeling. De master Leren & Innoveren is verantwoordelijk voor het enthousiasmeren, inspireren en inhoudelijk ondersteunen van collega s om het onderwijs optimaal aan te laten sluiten bij de leerbehoeften van lerende en het afnemende veld. De rollen zijn gebaseerd op de kennisbasis, met als kerngebieden leren en leerprocessen (en de effecten daarvan) en de ontwikkeling van innovaties en de begeleiding van de implementatie van innovatieprocessen. De leer- en innovatieprocessen kunnen zowel gericht zijn op de onderwijsgevers (leraren, instructeurs) als op onderwijsdeelnemers (lerende/ leerlingen) en de onderwijs infrastructuur. Op basis van deze rollen zijn competenties en kwaliteiten beschreven waaraan de master Leren & Innoveren moet voldoen. Deze zijn uiteengelegd in indicatoren en zijn bepalend geweest voor de curriculumopbouw. 2.2 Opleidingsprofiel Algemeen Bij de inrichting van de opleiding Master Leren & Innoveren wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd. De opleiding gaat ervan uit dat er niet zoiets is als dé waarheid of dé juiste manier van werken of dé enige manier van handelen voor iedereen. Verschillende persoonlijke keuzes en waarderingen zijn naast elkaar mogelijk. Groei en ontwikkeling hebben alleen maar kans van slagen wanneer opvattingen, gedachten en waarderingen permanent in dialoog zijn. Iedereen maakt daarin zijn eigen keuzes en afwegingen. Weloverwogen, dat wel. Zelf verantwoordelijk Het opleidingsconcept gaat ervan uit dat deelnemers aan een opleiding zich doelgericht in vrijheid moeten kunnen ontwikkelen tot zelfverantwoordelijke en zelfinzichtelijke individuen. Zij voelen zich daadwerkelijk betrokken bij hun eigen leerproces in relatie tot de uitvoering van hun leidinggevende activiteiten als manager Leren en Innoveren op de werkvloer. Zij leren op professionele wijze om te gaan met diverse situaties die zich binnen de (toekomstige) werkomgeving voordoen. De verantwoordelijkheid voor het leren komt in deze opvatting voor een belangrijk deel bij de individuele deelnemer zelf te liggen. Zinvolle kennis Centrale grondgedachte binnen de opleiding Master Leren & Innoveren is dat leren pas betekenis krijgt als de lerende iets doet met nieuwe kennis, als die kennis aansluit bij de kennisstructuur die al bij de deelnemer bestaat, of als deze daar bewust voor in de plaats komt. In dat laatste geval stelt de deelnemer bepaalde, min of meer onbewuste veronderstellingen binnen zijn werkconcept bij. Kritische interactie De ontwikkeling van eigen kracht is essentieel bij Leren & Innoveren. Er ontstaat een permanente en kritische interactie tussen het werkveld, de deelnemer en de opleiding als essentiële voorwaarde voor ontwikkeling en groei Doelstelling opleiding We leven in een kennisintensieve samenleving. Daarin gaat het steeds meer om het vermogen om te (blijven) leren, zodat mensen in staat zijn om initiatieven te nemen voor vernieuwingen die ze weten uit te bouwen en te integreren in hun eigen leef- en werksituatie. Deze masteropleiding is bij uitstek geschikt voor mensen die zelfverantwoordelijk zijn, die kunnen samenwerken, inspirerend zijn, het initiatief kunnen nemen. Zij willen zichzelf en hun onderwijs verder ontwikkelen. Zij vinden dat belangrijk in hun werk en willen dus ook in de Master Leren & Innoveren zo werken en zo 8/99

9 benaderd worden. De opleidingsdidactiek van de Masteropleiding is erop gericht de afgestudeerde maximaal voor te bereiden op een beroepsomgeving, waarvan wel de contouren gegeven zijn maar niet de specifieke invulling bekend is. Sterker nog, de afgestudeerde is zelf actor om die steeds veranderende beroepsomgeving verder in te kleuren. De kracht van de Master Leren & Innoveren is juist om die latere professionele beroepsomgeving ook te incorporeren in de opleiding zelf: de contouren zijn er, maar door met een relatief open curriculum te werken heeft de deelnemer veel vrijheid om zelf vorm te geven aan zijn leerdoelen, leerroute en leerproces. Leren in de dynamische driehoek deelnemer (werknemer), werkplek (werkgever) en opleiding In de opleiding staat onderwijsontwikkeling centraal en hoe u daar als Master Leren & Innoveren mee omgaat. U verricht uw werk in een dynamische omgeving. Dat stelt voortdurend andere eisen aan uw taken, verantwoordelijkheden en daarmee aan uw competenties (leef- en werkkwaliteiten). In de opleiding werkt u aan uw conceptuele, lerende en onderzoekende, sociaalcommunicatieve, innovatieve kwaliteiten en aan uw kwaliteiten op het gebied van persoonlijk leiderschap. De opleiding MLI daagt u als deelnemer uit om u onderzoekend op te stellen, keuzes te maken en deze te verantwoorden. De opleiding rust u zodoende optimaal toe voor uw eigen professionele gedrag in uw (eigen) onderwijspraktijk. Programmaonderdelen Oriëntatie op het werkveld en de opleiding Inhoudelijke professionalisering vanuit vier perspectieven Werkplaatsbijeenkomsten Praktijkgericht onderzoek Integratie In de oriëntatie reflecteert u op uw werkveld en uw functioneren in de praktijk. U stelt vast welke professionele en persoonlijke kwaliteiten u gaat ontwikkelen. Daarbij zijn de professionele kwaliteiten in nauwe samenspraak met het werkveld afgeleid van de eisen die aan Masters Leren & Innoveren worden gesteld: conceptuele, onderzoekende en lerende, management, sociaalcommunicatieve en creatieve kwaliteiten. Daarna start u met de ontwikkeling van uw kwaliteiten. U professionaliseert zich inhoudelijk vanuit de vier perspectieven:, Zin in leren, verkenning van de effectiviteit van leerprocessen, Uitdagend Ontwerpen, Begeleiden van vernieuwingen, De maatschappelijke context van het onderwijs. Elk van de perspectieven bekijkt het werkterrein van een Master Leren & Innoveren vanuit een andere invalshoek. Het leren binnen een perspectief vindt voor een belangrijk deel plaats op uw werkplek. Problemen en situaties worden door u of onder uw regie geanalyseerd; acties worden door u of onder uw regie uitgevoerd en geëvalueerd. De kwaliteit van de werkplek is dus essentieel voor het welslagen van de opleiding. Binnen een perspectief verlopen de activiteiten globaal als volgt: Oriënteren via uitwisseling. Kiezen van een gezamenlijk thema en leervragen. Kiezen en operationaliseren van te ontwikkelen kwaliteiten. Opstellen eigen programmatische of projectmatige uitwerking (een activiteitenkaart). Theoretische en praktische verdieping en eventueel bijstellen van de opzet. Uitvoering van het programma of project. Praktijkgericht onderzoek wordt als een lint tussen de perspectieven verweven. U formuleert onder deskundige begeleiding op basis van een praktijkgerichte probleemstelling en informatiebehoefte een onderzoeksopzet. U verzamelt, analyseert en interpreteert gegevens en doet verslag van de onderzoeksresultaten. U geeft aan hoe de resultaten hebben bijgedragen aan het oplossen van het praktijkprobleem. Regelmatig wordt er gekeken naar de verworven professionele performance: de ontwikkeling in kwaliteiten wordt op basis van evaluaties van binnen en buiten de opleiding opgeleverde producten en doorlopen processen in kaart gebracht. Daarop vinden formatieve en summatieve assessments plaats. 9/99

10 Diverse activerende bijeenkomsten ondersteunen de inhoudelijke en persoonlijke professionalisering. De bijeenkomsten kunnen gewijd zijn aan de nieuwste inzichten in het vakgebied of werkveld, de frontiers of knowledge and research. Ook kan het gaan om controversiële thema s of prikkelende opvattingen binnen het vakgebied of werkveld. De bijeenkomsten fungeren als professioneel klankbord en staan onder leiding van gerenommeerde experts. De perspectieven 1 tot en met 4 zijn gepositioneerd in de volgorde van de ontwerplogica : helder krijgen welke leerprocessen worden beoogd, daarbij passend onderwijs ontwerpen, dat samen met collega s invoeren en daarbij rekening te houden met de voortdurend veranderende omgeving. De ontwerplogica wordt in het curriculum weliswaar lineair gepresenteerd en ook de perspectieven worden achtereenvolgens uitgevoerd, maar in werkelijkheid is er voor de afzonderlijke deelnemer vaak sprake van een cyclisch proces. Soms zal het nodig zijn om te anticiperen op (onderdelen van) een perspectief dat nog niet aan de orde is geweest, soms moet worden teruggegrepen op een perspectief dat al behandeld is Visie opleiding De inrichting van de perspectieven steunt op een visie op leren, die we samenvatten in de volgende punten: Leren is een actieve bezigheid; Leren vindt zowel plaats in een formele als een informele setting; De formele setting is vooral bedoeld om theoretische concepten en modellen te expliciteren; De informele setting: participeren in wisselende beroepscontexten is bedoeld om het vermogen tot transfer tussen theorie en praktijk te ontwikkelen; Leren is niet enkel een individuele activiteit maar ook een vorm van samenwerkend leren; Feedback ondersteunt het leren; Reflectie expliceert het geleerde en geeft de lerende de mogelijkheid het eigen leren te sturen. Onze opvatting over Innoveren is samen te vatten onder de volgende punten: Innoveren betekent realiseren van vernieuwingen; Innoveren is een leerproces voor leraren die geconfronteerd worden met of uitvoering moeten geven aan vernieuwingen. Het begeleiden van leraren in deze processen is voor de Master Leren & Innoveren een onderdeel van het innoveren; Innoveren is het ontwikkelen van een cultuur waarin het realiseren van vernieuwingen haalbaar wordt; Innoveren is het ontwikkelen van instrumenten om het realiseren van vernieuwingen mogelijk te maken Het hbo-niveau van de opleiding Het opleidingsprogramma voldoet ruimschoots aan de HBO-eisen. Zo is er een nadrukkelijke relatie met de beroepspraktijk (incl. beroepsgerelateerd onderzoek), komen de nieuwste (wetenschappelijke) inzichten, thema s en methodieken aan de orde in zogenaamde kompasbijeenkomsten. Elke deelnemer krijgt voor zijn eigen onderzoek een indicatieve lijst met wetenschappelijke literatuursuggesties Ontwikkeling van kwaliteiten De opleiding hanteert het uitgangspunt dat voor een adequate beroepsuitoefening op masterniveau kwaliteiten ontwikkeld moeten worden. Onder kwaliteiten wordt daarbij verstaan: professionele en persoonlijke kenmerken en eigenschappen die mensen kunnen ontwikkelen om als beroepsbeoefenaar (in opleiding) een adequate contextspecifieke performance te tonen. Het gaat om kwaliteiten die de persoon meer in het algemeen kan inzetten gedurende levens- en werksituaties. Deze kwaliteiten zijn als het ware de basis waarop de specifieke beroepscompetenties berusten en waaruit ze gevoed en verrijkt worden. Door de ontwikkeling van deze kwaliteiten wordt bij wisseling van beroep of beroepscontext ook transfer vergemakkelijkt. Daarom wordt, naast op het behalen van de beroepscompetenties, ook op de ontwikkeling van deze kwaliteiten gelet. De kwaliteiten zijn als het ware de kritische succesfactoren voor competent gedrag en vandaar dat de benoeming van de kwaliteiten van belang is geweest voor de beschrijving van de prestatie-indicatoren. 10/99

11 Groep I: conceptuele kwaliteiten De deelnemer is in staat om inzichten in het vakgebied toe te passen in zijn werkomgeving. Kenmerken van de bijbehorende werkstijl: analyserend, oordeel vormend, visionair, besluitvaardig, problemen oplossend, zich verantwoordend en vakkundig. Kwalificaties groep I 1. maakt gebruik van actuele kennis op het gebied van leren en innoveren; heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste concepten, ideeën en onderwerpen binnen het vakgebied; (c2 en c3) 2. analyseert (mogelijke) weerstanden tegen veranderingsprocessen op systematische wijze en probeert deze weerstanden weg te nemen door gericht actie te ondernemen; (c1) 3. houdt bij onderwijsontwikkeling rekening met de belangen, verwachtingen en eisen van diverse stakeholders m.b.t. het onderwijs (bijv. leerlingen en hun ouders/ verzorgers, onderwijsinspectie, in- en uitstroominstellingen), weegt deze belangen kritisch af en komt tot een eigen weloverwogen beargumenteerd oordeel; (c1) 4. levert een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke pedagogische visie en pedagogisch beleid binnen de eigen onderwijsinstelling, brengt (verbeter)voorstellen in en kan aangeven waarin zijn visie verschilt van die van anderen; (c2) 5. stelt zich constructief kritisch op t.o.v. verschillende (pedagogische) theorieën, invalshoeken; (c2) 6. toont analytisch vermogen, combineert op beargumenteerde wijze inzichten uit verschillende theorieën, onderzoeken en de praktijk en vertaalt deze naar concrete mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling binnen de eigen onderwijsinstelling; (c2) 7. geeft -binnen de door het management gestelde kaders- op professionele wijze vorm en richting aan onderwijsontwikkeling; (c2) 8. zet acties in die een positieve bijdrage leveren aan het pedagogisch klimaat binnen de onderwijsinstelling, maakt daarbij gebruik van relevante inzichten (bijv. m.b.t. het vergroten van het leervermogen en de zelfredzaamheid van leerlingen, de effectiviteit van onderwijs- en leerstrategieën en de veiligheid en uitdaging die in een leef- en leeromgeving aanwezig moet zijn); (c2) 9. houdt bij onderwijsontwikkeling expliciet rekening met verschillen tussen leerlingen, bijvoorbeeld wat betreft hun sociale / culturele achtergrond, het niveau, leerstijlen en leervragen; (c2) 10. stelt zich constructief kritisch op t.o.v. de effectiviteit en kwaliteit van het bestaande onderwijs en t.o.v. onderwijsontwikkelingen (zowel nationaal als internationaal), overziet de didactische consequenties van ontwikkelingen en kan voor- en nadelen van verschillende benaderingen/werkwijzen benoemen en onderbouwen; (c3) 11. signaleert onder meer op basis van inzichten vanuit good practices kansen en belemmeringen om de effectiviteit en kwaliteit van het onderwijs binnen de eigen onderwijsinstelling te verbeteren; (c3) 12. kijkt over de grenzen van het eigen vakgebied heen, overziet en beoordeelt de consequenties van (voorgestelde) ontwikkelingen voor de (onderwijs)praktijk van collega s en ondersteunt hen daarin; (c3) 13. volgt relevante actuele (nationale en internationale) onderwijsontwikkelingen en kan deze plaatsen in een bredere maatschappelijke en politieke context, vertaalt ontwikkelingen naar consequenties voor de eigen onderwijsinstelling; (c6) 14. verantwoordt de gekozen onderwijsaanpak en de bereikte leerresultaten richting externe partijen op heldere en overtuigende wijze, zowel schriftelijk als mondeling; (c6) 15. neemt weloverwogen en beargumenteerde besluiten; (c4) 16. handelt maatschappelijk verantwoord; (c6) 17. houdt overzicht over complexe besluitvormingsprocessen en is besluitvaardig; (c4) 18. lost problemen effectief op; (c4) 19. geeft er blijk van meerdere perspectieven te kunnen betrekken; (c7) 20. betrekt ethische en morele overwegingen bij keuzes en besluiten. (c6) 11/99

12 Groep II: onderzoekende en lerende kwaliteiten De deelnemer is in staat om van ervaringen te leren en zichzelf te sturen. Kenmerken van de bijbehorende werkstijl: onderzoekend, reflecterend, zelfsturend en zelfontwikkelend. Kwalificaties groep II 1. signaleert mede op basis van (gevraagde en ongevraagde) feedback leervragen van zichzelf en van collega s binnen de leergemeenschap en initieert leeractiviteiten die het leerproces binnen de leergemeenschap ondersteunen, houdt hierbij rekening met de samenstelling en de behoeften van de leergemeenschap; (c5 en c6 en c7) 2. vertaalt signalen uit de omgeving naar leer- en ontwikkeldoelen voor zichzelf en de onderwijsinstelling; (c6) 3. onderzoekt en beoordeelt systematisch complexe situaties en vraagstukken en kan uiteenlopende oplossingsstrategieën verkennen; (c7) 4. reflecteert kritisch op de eigen rol(len) in het veranderings- en implementatieproces, onderkent en benoemt de invloed en gevolgen van het eigen handelen op anderen en vice versa; (c1) 5. verricht zelfstandig en in teamverband praktijkgericht en/of toegepast onderzoek vanuit een multidisciplinair perspectief; (c7) 6. maakt bij het verrichten van praktijkonderzoek en/of toegepast onderzoek op verantwoorde wijze gebruik van gangbare methoden en technieken en maakt op verantwoorde wijze gebruik van relevante resultaten van wetenschappelijk onderzoek op educatief, pedagogisch gebied en aanpalende terreinen; (c7) 7. heeft een constructief kritische instelling ten aanzien van theorievorming, gebruikte oplossingsmethoden en geboekte resultaten op het terrein van leren en innoveren in de brede educatieve sector en kan de relevantie daarvan beoordelen bij het uitvoeren van werkzaamheden en het initiëren van praktijkgericht onderzoek; (c7) 8. is zich bij het werken aan een onderzoekstaak bewust van de grenzen van zijn eigen competentie en schakelt zo nodig de expertise van derden in; (c7) 9. beargumenteert en verantwoordt de uitkomsten van zijn onderzoek, verspreidt resultaten binnen en buiten de onderwijsinstelling; (c7) 10. voert open discussies en voert kritische evaluaties uit met betrekking tot de (mogelijke) effecten van zijn onderzoek in de praktijk; (c7) 11. beschikt over lerend vermogen, hetgeen tot uitdrukking komt in het nemen van verantwoordelijkheid voor de eigen professionele loopbaan- en kennisontwikkeling; (c7) 12. expliciteert de normen en waarden waarop hij zijn handelen baseert en toont de bereidheid deze ter discussie te stellen; (c1) 13. heeft zelfsturend vermogen; stelt zich kritisch op ten aanzien van het eigen persoonlijk en professioneel handelen, probeert zijn werkwijzen voortdurend te verbeteren. (c7) Groep III: (persoonlijk) leiderschapkwaliteiten De deelnemer is in staat om anderen te managen. Kenmerken van de bijbehorende werkstijl: sturend, begeleidend en coachend, organiserend, doelgericht en planmatig handelend, inspirerend en stimulerend, bedrijfsmatig, verantwoordelijkheid nemend. Kwalificaties groep III 2. handelt planmatig; vertaalt beleid en visie naar plannen en acties; (c4) 3. coacht collega s bij de ontwikkeling en implementatie van nieuwe arrangementen in de onderwijspraktijk, denkt (pro-)actief mee, brengt creatieve ideeën in en geeft waar nodig adviezen; (c2) 4. coacht collega s op basis van pedagogische kennis en inzichten bij het realiseren van een goed en veilig leef- en leerklimaat binnen de onderwijsinstelling; (c2) 5. vervult een voortrekkersrol binnen het eigen team/vakgebied, initieert de ontwikkeling en het ontwerp van bijvoorbeeld nieuwe werkvormen, materialen, toetsvormen etc.; (c3) 6. erkent het belang van verschillende relevante elementen van het schoolsysteem (bijv. de cultuur, interne organisatie en structuur, de politiek-maatschappelijke omgeving, 12/99

13 beschikbare wetenschappelijke kennis, persoonlijke belangen etc.) bij veranderingsprocessen, houdt hier bij de ontwikkeling van het onderwijs expliciet rekening mee om te komen tot haalbare en realistische ontwikkelingsvoorstellen; (c4) 7. heeft zicht op het diffusieproces van innovaties, (h)erkent de verschillende fases in het proces en overziet de consequenties van innovaties binnen de onderwijsinstelling op diverse terreinen (zoals personeelsbeleid, kwaliteitszorg, inzet van middelen), benoemt en bewaakt zijn eigen positie in het geheel; (c4) 8. houdt in het werk de lange termijn doelstellingen in het oog en vervult binnen het eigen team/sectie een sturende en bewakende rol op het gebied van de kwaliteitszorg; (c4) 9. bewaakt de kwaliteit en voortgang van onderwijsontwikkelingen, maakt regelmatig de balans op wat betreft voortgang en behaalde resultaten en neemt indien nodig gepaste actie; (c4) 10. maakt waar relevant gebruik van de sturingsmogelijkheden die hij binnen de onderwijsinstelling heeft, adviseert collega s en schoolleiding over eventueel te nemen maatregelen; (c4) 11. houdt rekening met de verschillen in ontwikkelingssnelheid van betrokkenen en speelt hier (pro-)actief op in, stelt zich flexibel op in veranderingsprocessen en stelt waar nodig - op basis van de eigen ervaringen en signalen van andere betrokkenen - de doelen, activiteiten en planning bij; (c4) 12. toont verantwoordelijkheidsbesef, verantwoordt bij de opzet en uitvoering van projecten de gemaakte keuzes, behaalde resultaten en ingezette middelen; (c4) 13. vervult binnen het team een voortrekkersrol, neemt het initiatief tot onderwijsontwikkeling en activeert, inspireert en motiveert collega s; (c5) 14. stelt zich actief op in het verkrijgen en overdragen van informatie, (h)erkent en maakt gebruik van de expertise van collega s; (c5) 15. bewerkstelligt binnen het team draagvlak voor onderwijsontwikkeling, licht ontwikkelingen toe en beargumenteert zijn visie op heldere wijze, toont daarbij overtuigingskracht. Vervult een voorbeeldfunctie voor collega s, levert een positieve bijdrage aan de sfeer en de teamband, stimuleert collega s tot onderlinge samenwerking en kennisoverdracht; (c5). 16. staat open voor de inbreng en standpunten van collega s en gaat hierover op een strategische wijze het gesprek met hen aan, stelt zich hierbij positief kritisch op; (c5) 17. fungeert als vraagbaak voor collega s, draagt kennis en ervaring over; (c5) 18. demonstreert leiderschapskwaliteiten, geeft op effectieve wijze leiding aan gesprekken, overleg en vergaderingen; (c5) 19. speelt een leidende of coördinerende rol bij de totstandkoming en/of uitvoering van onderzoeksprojecten; (c7) 20. bindt en boeit mensen en organisaties en stimuleert gemeenschappelijke verantwoording; (c1) 21. opereert in het krachtenveld van verschillende opvattingen en belangen; (c6) 22. zet sturen, begeleiden en coachen effectief en in een goede mix in; (c5) Groep IV: sociaal-communicatieve kwaliteiten De deelnemer is in staat tot communicatie en samenwerking. Kenmerken van de bijbehorende werkstijl: communicerend, samenwerkend, netwerkend, bevlogen, betrokken en verbonden. Kwalificaties groep IV 1. herkent communicatiepatronen en zet gesprekstechnieken in; (c1) 2. voert gesprekken met collega s en leidinggevenden over onderwijsontwikkeling, luistert naar en staat open voor meningen en opvattingen van anderen en neemt deze waar relevant mee in zijn denken en handelen; (c1) 3. stelt zich flexibel op, schakelt gemakkelijk tussen de verschillende rollen die hij binnen de onderwijsinstelling vervult; (c1) 4. toont in veranderingsprocessen sensitiviteit ten opzichte van zijn omgeving, pakt signalen m.b.t. veranderingsprocessen op (bijv. van collegae) en past zo nodig zijn handelingswijze op basis van deze signalen aan; (c1) 13/99

14 5. gaat op sociaal vaardige wijze om met mensen in verschillende functies en van verschillend niveau, karakter of achtergrond; (c1) 6. communiceert op heldere wijze met diverse betrokkenen (bijv. collega s, ouders/verzorgers, leidinggevenden) over de pedagogische achtergronden en uitgangspunten van onderwijsontwikkelingen; (c2) 7. geeft in gesprekken met diverse betrokkenen de onderwijsvisie en de consequenties van deze visie op het pedagogisch denken en handelen binnen de onderwijsinstelling helder en duidelijk weer (c2) 8. informeert, inspireert en enthousiasmeert collega s m.b.t. relevante onderwijsontwikkelingen, maakt de meerwaarde van ontwikkelingen zichtbaar en heeft daarbij oog voor mogelijke weerstanden. (c1) 9. levert een constructieve bijdrage aan het maatschappelijk debat, neemt actief deel aan relevante professionele netwerken, overlegorganen en communities of practice ; (c6) 10. demonstreert netwerkkwaliteiten, legt en onderhoudt de juiste externe contacten.; (c6) 11. betrekt waar nodig relevante externen (bijv. bedrijven, instellingen, ouders/verzorgers) bij onderwijsontwikkeling; (c6) 12. gaat op diplomatieke wijze om met de belangen van diverse externe betrokkenen, weegt deze belangen mee bij onderwijsontwikkeling en vindt daarbij de balans tussen externe belangen en de belangen van de eigen onderwijsinstelling: (c6) 13. beantwoordt vragen van externe betrokkenen op deskundige wijze en neemt deze mee in zijn denken en handelen; (c6) 14. toont belangstelling en respect voor de ander en houdt rekening in het handelen met de gevoelens, interesses en behoeften van de ander met behoud van de nodige professionele distantie en met inachtneming van de organisatiedoelen;(c1) 15. gaat bij zijn taakvervulling op verantwoorde en effectieve wijze relaties aan, onderhoudt deze met individuen, binnen groepen en/of grotere sociale verbanden; (c1) 16. houdt bij zijn activiteiten rekening met de aanwezige motivatie, mogelijkheden, activiteiten en inzichten van actoren binnen zijn eigen organisatie en die van organisaties waarmee hij samenwerkt; (c1) 17. brengt adviezen, opvattingen en beslissingen, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over bij diverse doelgroepen; (c1) 18. neemt in woord, geschrift en handelen actief deel aan de (internationale) discussie over educatieve, pedagogische en andere vraagstukken op het gebied van de beroepsuitoefening; (c2/ c3) 19. presenteert de uitkomsten van onderzoek zowel mondeling als schriftelijk duidelijk en systematisch aan een publiek van vakgenoten en niet-vakgenoten. (c7) Groep V: creatieve kwaliteiten De deelnemer is in staat om de beroepspraktijk mede vorm te geven. Kenmerken van de bijbehorende werkstijl: verbeterend, vernieuwend, innoverend, baanbrekend, initiërend. Kwalificaties groep V 1. komt met nieuwe concepten en ideeën en implementeert deze; 2. zoekt ook buiten het directe werkveld naar bruikbare concepten en ideeën; 3. gaat op effectieve wijze om met onverwachte gebeurtenissen en situaties; 4. helpt mee de organisatie te ontwikkelen als lerende organisatie; 5. moedigt initiatief en experiment aan; 6. neemt deel aan pilot-projecten; 7. neemt actief deel aan de (internationale) discussie met betrekking tot leren en innoveren, educatieve, pedagogische en andere vraagstukken op het gebied van de beroepsuitoefening; 8. neemt initiatief; 9. komt met nieuwe oplossingen voor (nieuwe) problemen/ vraagstukken; 10. implementeert op effectieve wijze onderwijsverbeteringen en vernieuwingen; 11. is origineel in zijn aanpak van vraagstukken en problemen en het vinden van oplossingen. 14/99

15 Om het HBO-masterniveau te garanderen is bij de doorvertaling van de kwaliteiten in (eind)kwalificaties van de Master Leren & Innoveren rekening gehouden met de kwalificaties Master zoals deze geformuleerd zijn in de Dublin Descriptoren. Door deze matrix is inzichtelijk gemaakt waar en hoe met het bereiken van de eindkwalificaties van de opleiding tegelijkertijd de kwalificaties Master worden gehaald. Bij het opstellen van de eindkwalificaties van de masteropleiding Leren & Innoveren is uitgegaan van de landelijk vastgestelde competentiebeschrijvingen, zoals geformuleerd in het rapport van de stuurgroep beleidsagenda lerarenopleidingen HBO-raad. Bij de opstelling van deze competentiebeschrijvingen was al rekening gehouden met de Dublin-descriptoren. Dit is bevestigd in het onderzoek van het LBPO, waarin de uitwerking van de SBL-competentiebeschrijving op masterniveau is afgezet tegen de Dublin Descriptoren van de zogenoemde derde cyclus. De samenwerkingspartners hebben de landelijke competentiebeschrijvingen aangescherpt en de te bereiken competenties en kwaliteiten geconcretiseerd door middel van indicatoren. Door de matrix hieronder is inzichtelijk gemaakt waar en hoe met het bereiken van de in indicatoren vertaalde competenties en kwaliteiten van de opleiding tegelijkertijd de kwalificaties Master van de Dublin-descriptoren worden gehaald. Dublin-descriptoren 1. Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van de Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. 2. Toepassen van kennis en inzicht Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere ( of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en om met complexe materie om te gaan. 3. Oordeelsvorming Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. 4. Communicatie Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of nietspecialisten 5. Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelf gestuurd of autonoom karakter. Indicatoren ; 2.3; 2.4; 2.6; ; 3.3; 3.4; 3.7; ; 4.6; 4.7; ; 6.4; ; 7.8; 7.9; ; 1.8; 1.10; 1.11; ; 2.2; 2.4; 2.5; 2.6; 2.8; 2.9; ; 3.3; 3.4; 3.5; 3.6; 3.8; ; 4.2; 4.3; 4.4; 4.5; 4.6; 4.7; 4.8; 4.9; 4.10; 4.12; 4.13; 4.14; ; 5.4; 5.6; 5.7; ; 6.4; 6.9; ; 7.8; 7.9; 7.10; 7.13; ; ; ; 3.3; 3.7; ; 4.2; 4.3; 4.7; 4.8; 4.10; 4.11; 4.12; ; 5.8; ; 6.2; 6.3; 6.8; 6.9; ; 7.3; 7.4; 7.5; 7.6; 7.7; 7.8; 7.9; 7.10; 7.11; 7.12; ; 1.2; 1.3; 1.4; 1.6; 1.9; 1.10; 1.13; ; ; ; 4.10; ; 5.2; 5.3; 5.4; 5.5; 5.7; 5.8; ; 6.4; 6.5; 6.6; 6.7; 6.8; 6.9; 6.11; ; 7.9; 7.11; ; ; 7.2; 7.3; 7.5; 7.6; 7.7; 7.8; 7.9; 7.10; 7.13 Voor een uitgebreide beschrijving van deze tabel, zie separate bijlage Kennis en inzicht 15/99

16 Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van de Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. De deelnemer ontwikkelt vooral op pedagogisch-didactisch terrein kennis en inzicht op een hoger niveau dan een leraar met een bacheloropleiding bereikt. (2.1; 3.1). Hij kijkt over de grenzen van zijn vakgebied heen (3.4; 6.4). Hij toont analytisch vermogen (2.4) en originaliteit in het ontwikkelen van ideeën en het vinden van oplossingen (2.9; 3.8; 4.14; 6.9). Hij is ook in staat zelfstandig of in onderzoeksverband kennis en inzicht te genereren door middel van (praktijkgericht) onderzoek (7 passim). 2. Toepassen van kennis en inzicht Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere ( of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en om met complexe materie om te gaan. Bij de masteropleiding Leren & Innoveren wordt de deelnemer binnen alle competentiegebieden getraind in, en begeleid bij het toepassen van kennis en inzicht in praktijksituaties (bijvoorbeeld 1.1; 2.1; 3.1; 4.4; 4.6; 6.1; 7.7), ook in een bredere context (2,9; 3,8; 7,9) en in onbekende en nieuwe (probleem)situaties (2,10; 3,9; 4,15; 6,10). Hiertoe werkt de deelnemer ook bewust aan zijn innoverende kwaliteiten (1.11; 1.14; 2.10; 3.9; 4.15; 6.10). De kennis, die de deelnemer genereert in het kader van de opleiding moet hij toepassen/uittesten in de praktijk, evalueren en zo nodig bijstellen (7 passim). 3. Oordeelsvorming Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Van de deelnemer wordt verwacht dat hij een kritisch beargumenteerd oordeel kan geven over theorieën en ontwikkelingen met betrekking tot het onderwijs (3.2; 7.7). In de praktijk is hij in staat om bij onderwijsvernieuwing relevante leervragen te onderkennen (5.9), kansen en belemmeringen in te schatten (3.3) en prioriteiten te stellen (3.7). Hij kan overweg met onverwachte en complexe situaties waarin de informatie onvolledig of beperkt is (2.10; 3.9; 6.10; 7.6) en met complexe besluitvormingsprocessen (4,2). Hij toont verantwoordelijkheidsbesef (4.11; 5.2; 7.3), houdt bij besluiten rekening met de belangen van anderen (1.4; 1.5) en betrekt ethische en morele overwegingen bij besluiten en keuzes (6.3; 7.4). 4. Communicatie Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten In het kader van de opleiding is er veel aandacht voor de ontwikkeling bij de deelnemer van sociaal/communicatieve kwaliteiten op interpersoonlijk gebied (1 passim), van sociaal/communicatieve kwaliteiten voor een leidende functie in een teamverband (5 passim) en voor de ontwikkeling van sociaal/communicatieve kwaliteiten in contact met de bredere (onderwijs)omgeving (6 passim). Verder moet de deelnemer zijn vermogen tot heldere schriftelijke communicatie bewijzen in een onderzoeksverslag en presenteert hij de resultaten van zijn onderzoek mondeling aan een forum bestaande uit studenten en medewerkers van de eigen onderwijsinstelling, van de partneronderwijsinstellingen en van professionals uit het werkveld (7.11). 5. Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelf gestuurd of autonoom karakter. De deelnemer leert verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen professionele loopbaan- en kennisontwikkeling (7.3). Hij leert om op basis van zelfreflectie en feedback eigen inzichten en eigen handelen aan te passen (1.12; 4.10). Hij ontwikkelt een onderzoekende houding (7.5) en is in staat relevante leervragen te signaleren (5.9; 7.1) en zelfstandig nieuwe concepten, ideeën en oplossingen te vinden. Hij ontwikkelt door middel van het onderzoek binnen de perspectieven en het grote individuele onderzoek onderzoeksvaardigheden op HBO-masterniveau (7, passim). Door dit alles is de abituriënt in staat een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelf gestuurd of autonoom karakter. 16/99

17 2.2.6 Didactische uitgangspunten Elke deelnemer stelt op basis van een persoonlijke leeragenda een persoonlijk perspectief (met individuele afstemming op de gewenste ontwikkeling in kwaliteiten) op. Met dit perspectief is het mogelijk het gezamenlijke leerlandschap persoonlijk in te kleuren. De inkleuring is afhankelijk van persoonlijke interesses, de mogelijkheden die de beroepscontext biedt, de veranderopdracht en de al ontwikkelde kwaliteiten. Het model van het leerlandschap is sterk gericht op samenwerking en vraagt om verantwoordelijkheid van de deelnemers. De deelnemer doorloopt met andere deelnemers aan de opleiding de route door het leerlandschap: het leerteam. Elk leerteam krijgt een studiebegeleider. Het leerteam helpt de deelnemer zijn/haar visie te ontwikkelen, probleemstellingen aan te scherpen, geeft feedback, houdt een spiegel voor, staat de deelnemer bij in zijn/haar leerproces en ondersteunt. Binnen het leerteam staat de voortgang in de ontwikkeling van kwaliteiten centraal. Of het nu om het leerproces, de producten die de leerprocessen opleveren of om de professionele beroepsuitoefening gaat. Ook de gezamenlijke begeleiders fungeren voor elkaar als professioneel klankbord. Zij vormen gezamenlijk een academieteam. Het leerteam maakt deel uit van een leergemeenschap met opleiders en lerenden (binnenkring) en met vertegenwoordigers uit het werkveld, wetenschappers, adviseurs, managers (buitenkring). De leerteams doen een beroep op de expertise van de leergemeenschap bij het oriënteren, bij het formuleren van probleemstellingen en leervragen, bij het nader specificeren van te ontwikkelen leefen werkkwaliteiten en de concrete uitwerking daarvan in specifieke kwalificaties, bij het ontwikkelen van producten, bij het bepalen van de professionele performance, bij het verzamelen van bewijsstukken. Kennis gebruiken om kennis verder te helpen, daar gaat het om in dit verband. Inhoudelijke professionalisering vindt plaats vanuit vier perspectieven. Het uitvoeren van onderzoek binnen de perspectieven vindt primair plaats in de context van de beroepspraktijk. Het leren gebeurt dus voor een belangrijk deel op de werkplek. Problemen en situaties worden door de deelnemer of onder zijn/haar regie geanalyseerd; acties worden door de deelnemer of onder zijn/haar regie uitgevoerd en geëvalueerd. De kwaliteit van de werkplek is dus essentieel voor het welslagen van de opleiding. Kompas- of werkplaatsbijeenkomsten ondersteunen de inhoudelijke en persoonlijke professionalisering. De bijeenkomsten zijn gewijd aan de nieuwste inzichten in het vakgebied of werkveld, de bodies and frontiers of knowledge and research. Ook gaat het om controversiële thema s of prikkelende opvattingen binnen het vakgebied of werkveld. De bijeenkomsten fungeren als professioneel klankbord voor alle deelnemers en staan onder leiding van gerenommeerde experts. Bij ieder perspectief worden meerdere bijeenkomsten georganiseerd als wezenlijke bijdrage aan de bewijsvoering bij het verwerven van de master-kwalificaties. Praktijkgericht onderzoek wordt als een lint tussen de perspectieven verweven. Onder deskundige begeleiding wordt op basis van een praktijkgerichte probleemstelling en informatiebehoefte een onderzoeksopzet geformuleerd. De deelnemers verzamelen, analyseren en interpreteren gegevens en geven aan wat de resultaten betekenen voor het praktijkgerichte probleem. Al tijdens de opleiding werken zij aan het oplossen van het praktijkgerichte probleem. Wetenschappelijke inzichten worden vertaald naar de praktijk en de praktijk geeft terugkoppeling naar de wetenschap. De deelnemer werkt tijdens de opleiding aan de onderdelen van het leerlandschap en stelt op basis daarvan zijn ontwikkelingsportfolio samen. Het bewijsmateriaal bestaat onder andere uit verslagen van zijn ontwikkelingsproces, producten die duidelijk maken hoe de perspectiefonderzoeken en het praktijkgericht onderzoek plaatsgevonden hebben (papers, onderzoeksverslagen) en alle andere relevante sheets, reflectie-essays, commentaren en beoordelingen. De deelnemer toont aan het einde van de tweejarige Master aan dat hij/zij de onderdelen van het leerlandschap heeft doorlopen en dat de persoonlijke professionalisering door de ontwikkeling van kwaliteiten heeft plaatsgevonden. De deelnemer selecteert uit zijn/haar portfolio de bewijsstukken daartoe en presenteert en bespreekt deze als ware professional met de leergemeenschap. Hij/zij presenteert aanpak en resultaten van het door hem verrichte praktijkgericht onderzoek. Didactische werkvormen Bij de diverse didactische werkvormen staat het coöperatief leren centraal (vooral in de leerteams) om de kwaliteit van de samenwerking van de deelnemers te verbeteren. Maar er zijn natuurlijk ook individuele opdrachten in de vorm van literatuuronderzoek, deskresearch en praktijkonderzoek. Die opdrachten worden steeds gekoppeld aan de ontwikkeling van de eigen leef- en werkkwaliteiten. 17/99

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs COMPETENTIES EN INDICATOREN 1 Interpersoonlijke competentie De

Nadere informatie

De vier beroepsrollen binnen de MLI

De vier beroepsrollen binnen de MLI PI s met een * zijn op woordniveau of in zinsconstructie veranderd PI s met kennis zijn voorzien van een link naar de kennisbasis De vier beroepsrollen binnen de MLI O&I = O------LA1----------------------I

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Studiegids. Masteropleiding. Leren en Innoveren 2013-2014

Studiegids. Masteropleiding. Leren en Innoveren 2013-2014 Studiegids Masteropleiding Leren en Innoveren 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, januari 2013 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 8 2.1 Beroepsprofiel... 8 2.1.1 Beroep...

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Leraar basisonderwijs LB

Leraar basisonderwijs LB Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

Competenties directeur Nije Gaast

Competenties directeur Nije Gaast Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn

Nadere informatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende

Nadere informatie

Competentievenster 2015

Competentievenster 2015 Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding (niet invullen) Inschrijfnummer: datum van binnenkomst: datum intakegesprek: Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding Leren & Innoveren Hogeschool Inholland

Nadere informatie

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal

Studiegids. Masteropleiding. Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal Studiegids Masteropleiding Dovenstudies / Leraar Nederlandse Gebarentaal 2012-2013 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2012 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van: Pro-U assessment centrum Eigendom van: Blad 1 Persoonlijke gegevens Naam en voorletters Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Mobiel nummer Onderwijsinstelling E-mailadres Docentbegeleider Geboortedatum

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding (niet invullen) Inschrijfnummer: datum van binnenkomst: datum intakegesprek: Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding Leren & Innoveren Hogeschool Inholland

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Competentieprofielen Docentfuncties

Competentieprofielen Docentfuncties Competentieprofielen Docentfuncties De Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken is in 2002 begonnen met de ontwikkeling van competentiemanagement. Een werkgroep competentiemanagement bestaande uit sectordirecteuren,

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren

COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS. Resultaatgebieden 1. Ondersteuning en advisering aan IB en leraren COMPETENTIEPROFIEL ONDERSTEUNER PASSEND ONDERWIJS De ondersteuner passend onderwijs is werkzaam in een team van professionals dat wordt aangestuurd door een ondersteuningsmanager. De ondersteuner passend

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Master Management of Education

Master Management of Education Master Management of Education NQA Visitatierapport 1 NQA Visitatierapport 2 Inhoudsopgave Verantwoording van de opzet van het aanvraagrapport Master Management of Education in relatie tot het NVAO kader...5

Nadere informatie

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Context Descriptor Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

De criteria dragen bij aan de ontwikkeling van de volgende competenties en indicatoren:

De criteria dragen bij aan de ontwikkeling van de volgende competenties en indicatoren: Toetsing KERNGEBIED ONTWERPEN 2012-2013 Voorwaarden De uitwerking van de opdracht moet aan de hieronder geformuleerde voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor beoordeling. De beoordelaars behouden

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LC Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LC Type 1 Salarisschaal 11 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator 1 Algemene voorwaarden cultuurcoördinator Opleidingsniveau & denkniveau HBO denk- & werkniveau Opleiding; (Master) opleiding Richtlijn uren coördinatie; 40 uur Randvoorwaarden; Open en transparante communicatie

Nadere informatie

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Strategisch leiderschapsprofiel voor specialisten

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Strategisch leiderschapsprofiel voor specialisten Strategisch leiderschapsprofiel voor specialisten Specialist: er zijn 4 hoofdrollen geïdentificeerd voor de specialist op het strategische niveau. Brandweer vakman leiderschap staat aan de basis van de

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Compentieprofiel Adjunct-directeur AB

Compentieprofiel Adjunct-directeur AB 1. Onderwijskundig leiderschap Gericht op het primaire proces Kwaliteitszorg 2. Visiegericht leiderschap Organisatieontwikkeling 3. Aansturen van professionals Aansturen van professionals Interpersoonlijk

Nadere informatie

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep (versie mei 2012) FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LA) Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek:

Nadere informatie

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 ALEANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 Deze monitor is ingevuld op basis van een eerste gesprek, een lesobservatie en een nagesprek (soms in andere

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013. Crebonr.

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013. Crebonr. Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonr. Vastgesteld Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 7 1. Algemene informatie D1: Voorbereiding

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven

Nadere informatie

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende Leidinggevende*: er zijn 6 hoofdrollen geïdentificeerd voor de leidinggevende en 3 niveaus van leiderschap, te weten strategisch, tactisch en operationeel.

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0125

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0125 Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0125 Penvoerder: Sectorkamer handel Gevalideerd door: Sectorkamer handel Op: 10-11-2015 2 van 6 1. Algemene informatie

Nadere informatie

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Dit profiel bevat de taken en competenties voor de schoolopleider en de schoolcoördinator, geordend naar de bekwaamheidsgebieden van de Velon beroepsstandaard.

Nadere informatie

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving.

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. Context Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. 4 Een herkenbare,

Nadere informatie

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden Leercoaches begeleiden studenten in hun leertraject, studievoortgang en ieontwikkeling binnen de Netwerkschool ROC Nijmegen. Deze notitie uit 2013 beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kerntaken

Nadere informatie

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Competentie 1.1: Stimuleert een respectvolle omgang binnen de groep.

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement h. Functie docent Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub h Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene

Nadere informatie

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen.

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen. Functiebeschrijving Functienaam Adviseur III Normfunctienaam Adviseur III Code Peildatum N03.01.06 1-1-2013 Functiereeks Beleid Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Leiderschapscompetenties ( niet vakmanschap of inhoudelijke professionaliteit)

Leiderschapscompetenties ( niet vakmanschap of inhoudelijke professionaliteit) Leiderschapscompetenties ( niet vakmanschap of inhoudelijke professionaliteit) We delen de competenties in drie groepen in, zij het dat we de volgorde enigszins hebben gewijzigd, conform het model dat

Nadere informatie

Bijlage III Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Beschrijving leerresultaten van gereguleerde kwalificaties

Bijlage III Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Beschrijving leerresultaten van gereguleerde kwalificaties Bijlage III Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Beschrijving leerresultaten van gereguleerde kwalificaties Beschrijvingen in leerresultaten van de diploma s de door het Ministerie van OCW gereguleerde

Nadere informatie

Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2)

Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2) Keuzedeel mbo Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2) gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0211 Penvoerder: Sectorkamer handel Gevalideerd door: Sectorkamer handel Op: 10-11-2015

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

Gespreksformulieren LB personeel Dommelgroep

Gespreksformulieren LB personeel Dommelgroep Gespreksformulieren LB personeel Dommelgroep (versie mei 2012) FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LB) Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek:

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 13-02- 2014 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 24-04 2014. Deze versie treedt in werking op 1 september 2014

Nadere informatie

Profiel gemeenteraadslid

Profiel gemeenteraadslid 1 1 Profiel gemeenteraadslid 2NB: Overal waar zij of ze staat kan ook hij gelezen worden. 3ALGEMEEN 4Een D66 gemeenteraadslid is gekozen door de inwoners van Utrecht en vertegenwoordigt hen op een 5integere

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013.

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013. Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonummer(s) Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 8 Leeswijzer Dit document bevat de kwalificatie-eisen

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

Matrix L-schalen met werkkaders vanuit functiebeschrijvingen

Matrix L-schalen met werkkaders vanuit functiebeschrijvingen Matrix L-schalen met werkkaders vanuit functiebeschrijvingen - Werkgebieden - Speelruimte - Kennis/Vaardigheid - Contacten Algemeen Docent LB Docent LC 1 Docent LD Docent LE De werkzaamheden worden De

Nadere informatie

Oriëntatie op ondernemerschap

Oriëntatie op ondernemerschap Keuzedeel mbo Oriëntatie op ondernemerschap gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0080 Penvoerder: Sectorkamer handel Gevalideerd door: Sectorkamer Handel Op: 10-11-2015 2 van 6 1. Algemene

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Let op: momenteel wordt gewerkt aan een instrument dat beoordeelt aan de hand van de nieuwe bekwaamheidseisen

Nadere informatie

Beste kandidaat voor de masteropleiding Kunsteducatie met een bachelordiploma als kunstvakdocent,

Beste kandidaat voor de masteropleiding Kunsteducatie met een bachelordiploma als kunstvakdocent, Master Kunsteducatie Hanzehogeschool Groningen & NHL Hogeschool Beste kandidaat voor de masteropleiding Kunsteducatie met een bachelordiploma als kunstvakdocent, U wilt in 2016-2017 de masteropleiding

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken? Intervisie Wat is het? Intervisie is een manier om met collega's of vakgenoten te leren van vragen en problemen uit de dagelijkse werkpraktijk. Tijdens de bijeenkomst brengen deelnemers vraagstukken in,

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

Praktijkopleider agrotechniek

Praktijkopleider agrotechniek Associate degree Deeltijd 2018-2019 Praktijkopleider agrotechniek Ontwikkel uw vaardigheden als praktijkopleider in de agrotechnische sector met deze tweejarige opleiding 2 De agrarische sector is continu

Nadere informatie

Competenties directeur Primair Onderwijs ONDERWIJS. Schoolmanagement

Competenties directeur Primair Onderwijs ONDERWIJS. Schoolmanagement Competenties directeur Primair Onderwijs ONDERWIJS Schoolmanagement Ontwikkelt een gezamenlijke visie op onderwijs en opvoeding en houdt deze levend. Schept optimale randvoorwaarden voor goed onderwijs.

Nadere informatie

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten 1. Interpersoonlijk competent Een interpersoonlijk competente leraar/lerares schept een vriendelijke

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen

Nadere informatie

Avans visie Onderwijs & ICT

Avans visie Onderwijs & ICT Avans visie Onderwijs & ICT Samen het maximale uit jezelf halen met ICT Algemeen De visie op Onderwijs en ICT is afgeleid van de Avans Onderwijsvisie en opgesteld vanuit de overtuiging dat we onze ambitie

Nadere informatie

1 Interpersoonlijk competent

1 Interpersoonlijk competent 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen: 1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en

Nadere informatie

Sport, Gezondheid en Management. Cursusjaar 2015/2016. Stage jaar 2. Feedback en beoordeling werkveldbegeleider

Sport, Gezondheid en Management. Cursusjaar 2015/2016. Stage jaar 2. Feedback en beoordeling werkveldbegeleider Sport, Gezondheid en Management Cursusjaar 2015/2016 Stage jaar 2 Feedback en beoordeling werkveldbegeleider Naam student: Danny Sims Naam John van Apeldoorn werkveldbegeleider: Organisatie: Eco coachen

Nadere informatie

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

Voorbereiding hbo kunstonderwijs Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo kunstonderwijs gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0184 Penvoerder: Sectorkamer ICT en creatieve industrie Gevalideerd door: Sectorkamer ICT en creatieve

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

Beroepsonderwijs Competentiemodel Competenties per bekwaamheidseis

Beroepsonderwijs Competentiemodel Competenties per bekwaamheidseis Beroepsonderwijs Competentiemodel Competenties per bekwaamheidseis Interselect Spijksedijk 18F 4207 GN Gorinchem 0183 693939 Pagina 1 van 13 / 21 maart 2007 / de heer B. Krol / Interselect 2007 BO competentietaal

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) en netwerk-leren (De Laat, 2012) verhogen de kans op succesvol leren in het kader van een

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 014-015 Master Pedagogiek CROHO-nummer 44113 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1. Informatie en communicatie...

Nadere informatie

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden Rondvraag Persoonlijke rapportage van M. Gulden Gegevens deelnemer Naam Organisatie Functie B. Smit PiCompany Intern Leraar De Zevensprong Gegevens Rondvraag Datum 31 oktober 2005 Nummer 31721.96907 Profiel

Nadere informatie

Leerling Gezel Meester Feedback. Zet in een kortcyclisch proces creatieve ideeën, specificaties en concepten om tot werkende prototypes

Leerling Gezel Meester Feedback. Zet in een kortcyclisch proces creatieve ideeën, specificaties en concepten om tot werkende prototypes Naam: Saskia Arends Datum: 16-09-2016 Realisatiekracht Beginner Kan nog geen ideeën snel omzetten tot prototypes Zet ideeën om tot werkende prototypes Zet in een kort cyclisch proces ideeën om tot werkende

Nadere informatie