Voordracht voor de raadsvergadering van 19 september 2012

Transcriptie

1 Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van 19 september 2012 Jaar 2012 Publicatiedatum <vrije tekst griffie> Agendapunt <vrije tekst griffie> Datum besluit B&W 10 juli 2012 Tekst van openbare besluiten wordt gepubliceerd Onderwerp Vaststellen Beleidsvisie en Toetskader Stadsrandpolder Waterland Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Amsterdam Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders, besluit 1. De naar aanleiding van de tervisielegging van de concept Beleidsvisie en Toetskader Stadsrandpolder Waterland binnen de termijn van tervisielegging naar voren gebrachte zienswijzen ontvankelijk te verklaren en één zienswijze die buiten de tervisielegging is ontvangen niet ontvankelijk te verklaren; 2. De ontvankelijke zienswijzen voor zover zij zien op redactionele aanpassingen, de bedrijfseconomische vitaliteit, maximale oppervlakte voor verbredingsactiviteiten met uitzondering van kleinschalig kamperen (boerencamping), toepassing skybox en de maximale oppervlakte van het agrarische bouwperceel gedeeltelijk gegrond te verklaren voor zover deze zienswijzen aanleiding hebben gegeven om de Beleidsvisie en Toetskader Stadsrandpolder Waterland gewijzigd vast te stellen ten opzichte van de concept Beleidsvisie en Toetskader Stadsrandpolder Waterland en voor het overige ongegrond te verklaren; 3. Vast te stellen de Beleidsvisie en Toetskader Stadsrandpolder Waterland als uitwerking van de structuurvisie, met dien verstande dat in afwijking van de concept beleidsvisie zoals die ter visie heeft gelegen de volgende wijzigingen zijn aangebracht: a. Aansluiting van Landelijk Noord bij Amsterdam vond pas in 1921 plaats (pagina 7) b. Ook Landschap Waterland beheert stukken van het gebied (p. 9) c. Landschap Waterland maakte deel uit van de projectgroep Gebiedsproces Waterland Oost (p.11) d. Bij definitie van economisch vitaal landbouwbedrijf zijn de voorwaarden van minimaal 50 hectare land waarvan minimaal 30 hectare huiskavel geschrapt (meerdere pagina s) e. Wat betreft de maximaal toegestane oppervlakte voor verbredingsactiviteiten van 400 m2 zijn aanvullende voorwaarden (verdeling percentages) geschrapt (meerdere pagina s). Daarnaast wordt vermeld dat in het ontwerpbestemmingsplan Landelijk Noord van het stadsdeel een maximale oppervlaktemaat van 500 m2 voor 1

2 verbredingsactiviteiten is opgenomen, en dat de centrale stad zich hiertegen niet zal verzetten. In de praktijk betekent dit verhoging van het maximaal toelaatbare oppervlak voor verbreding tot 500 m2. f. Bij de maximale grootte van het agrarisch bouwperceel van 1,5 hectare wordt toegevoegd: met de mogelijkheid om die met toestemming van de provincie te laten groeien tot 2 hectare (meerdere pagina s). g. Skyboxen mogen alleen inpandig (meerdere pagina s). h. Passage over kruidenrijk lang grasland wordt aangepast: grasland moet ook een meer open structuur hebben (p. 12) i. De conclusie dat terreinbeherende organisaties niet kunnen uitbreiden is prematuur en wordt geschrapt (p. 9) j. Over het vuurtoreneiland in de IJdoornpolder wordt de volgende passage opgenomen: Gezien de uitzonderlijke positie van dit eiland en het belang van het behoud van het erfgoed is op dit eiland de ontwikkeling van een recreatief, cultureel en/of maatschappelijk programma mogelijk, binnen de randvoorwaarde dat de bestaande natuurwaarden, landschappelijke waarden en culturele waarden van de IJdoornpolder en de nabij liggende Hoeckelingsdam niet worden aangetast. Deze visie biedt een toetsingskader voor initiatieven die in Waterland lopen en biedt het raamwerk voor het nieuwe bestemmingsplan voor Landelijk Noord. Het gebied waarover de beleidsvisie gaat wordt begrensd door de ing A10 (zuidzijde), de grens met de gemeente Landsmeer (westzijde), de grens met de gemeente Waterland (noordzijde) en het Markermeer/IJmeer (oostzijde) en betreft het gedeelte daarvan dat in de structuurvisie Amsterdam 2040 in de hoofdgroenstructuur valt en het groentype Stadsrandpolder heeft. Voor het deel van Waterland dat valt binnen de bovengenoemde begrenzing en onder het groentype Stadsrandpolder is deze beleidsvisie, na vaststelling door de gemeenteraad, het primaire toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. De visie vervangt dan voor dit gebied het instrumentarium van de Structuurvisie De beleidsvisie heeft dezelfde looptijd als het instrumentarium van de structuurvisie: tot Motie 162 van 16 februari 2011 van de raadsleden Van Drooge, Van Doorninck, Van der ee en Mulder inzake een duurzame toekomst voor Waterland (Structuurvisie 2040) hiermee als afgedaan te beschouwen. Wettelijke grondslag Artikel 169 gemeentewet en afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht Bestuurlijke achtergrond Bij de vaststelling van de structuurvisie Amsterdam 2040 (februari 2011) heeft de gemeenteraad motie 162 (Inzake duurzame toekomst voor Waterland) aangenomen van de raadsleden Van Drooge, Van Doorninck, Van der ee en Mulder waarin het college wordt verzocht 1. Om, in nauw overleg met Noord, op korte termijn voor Waterland een gebiedsvisie te ontwikkelen met als doel grip te krijgen op de ontwikkelings- 2

3 richting van het gebied en invulling te geven aan het Europese landbouwbeleid en tegelijkertijd optimaal bescherming te bieden aan de landschappelijke waarden van het gebied; 2. Deze visie tevens af te stemmen met aangrenzende gemeenten 3. Daarbij tevens de ruimte voor ruimte -regeling te betrekken 4. Ook de eventuele mogelijkheid voor het vestigen van recreatieve voorzieningen grenzend aan of in de stadsrand-polder in deze visie uit te werken 5. Deze gebiedsvisie voor Waterland te beschouwen als uitwerking van de Structuurvisie Amsterdam 2040 Onderbouwing besluit Door de Beleidsvisie en toetskader Stadsrandpolder Waterland als structuurvisieuitwerking vast te laten stellen door de raad, wordt deze tot 2021 het primaire toetsingskader voor het deel van Waterland dat valt onder het groentype Stadsrandpolder. Het biedt dan het raamwerk voor het nieuwe bestemmingsplan voor Landelijk Noord (dat stadsdeel Noord moet gaan opstellen) en het biedt een toetsingskader voor: de noodzakelijke landbouwkundige ingrepen in de komende tien jaar (schaalvergroting, boerderijverplaatsing, vestiging nieuw bedrijf); de gewenste ontwikkelingen op het gebied van verbreding van boerenbedrijven (met maatschappelijke en recreatieve functies). andere ruimtelijke ontwikkelingen in dit gebied. Het centrale beleidsuitgangspunt van de concept-beleidsvisie is (conform de structuurvisie): Amsterdam streeft in Waterland naar verbetering van landschap, natuur en recreatie in onderlinge samenhang. En ziet de boeren hierbij als de belangrijkste beheerders. Voor zover schaalvergroting en verbreding van boerenbedrijven noodzakelijk zijn vanwege de economische rentabiliteit van de bedrijven, worden die ontwikkelingen gefaciliteerd op voorwaarde dat het landschap, de natuurwaarden en de recreatieve waarden er op vooruit gaan. (citaat uit beleidsvisie) Waterland is een belangrijk recreatiegebied voor Amsterdammers. ust, ruimte, natuur en cultuurhistorie zijn de belangrijkste recreatieve waarden van het gebied. Hierin passen geen grootschalige recreatief/toeristische ontwikkelingen die deze waarden kunnen aantasten. Juist de afwezigheid daarvan bepaalt de recreatieve waarde van het landschap. Het landschap is gevormd door eeuwenlange veehouderij. Ook nu zijn de boeren de belangrijkste beheerders van het gebied, en dat zal de komende tien jaar zo blijven. De boeren geven aan dat schaalvergroting en verbreding nodig zijn om economisch rendabel te blijven. Deze beleidsvisie geeft de ruimte voor die schaalvergroting en verbreding. Dat kan tevens ten goede komen aan de recreatie, door toevoeging van kleinschalige activiteiten aan agrarische bedrijven. De kern van de beleidsvisie bestaat uit het Afsprakenkader Ontwikkeling Landbouw en Landschap Waterland Oost. Dit afsprakenkader is in oktober 2011 vastgesteld door een stuurgroep met daarin stadsdeel Noord, gemeente Waterland en het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het afsprakenkader is tot stand gekomen in het Gebiedsproces Waterland Oost. In de projectgroep voor dit afsprakenkader zaten de gemeenten Amsterdam en Waterland, stadsdeel Noord, de 3

4 Land- en Tuinbouworganisatie Noord, de natuurvereniging Water, Land en Dijken, de provincie Noord-Holland, Stivas (stichting ter verbetering van de agrarische structuur), het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, het Landschap Waterland en de Centrale Dorpenraad van Landelijk Noord. Dit afsprakenkader is aangevuld met beleidsmatige hoofdstukken over de visie van de stad op Waterland en met een gedetailleerd uitgewerkt hoofdstuk over recreatie en maatschappelijke voorzieningen. Ten opzichte van het afsprakenkader zijn (naar aanleiding van zienswijzen) de volgende wijzigingen aangebracht in de beleidsvisie: Wat betreft de maximaal toegestane oppervlakte voor verbredingsactiviteiten van 400 m2 zijn aanvullende voorwaarden uit het afsprakenkader geschrapt om meer flexibiliteit mogelijk te maken. Daarnaast wordt erop gewezen dat in het ontwerp bestemmingsplan Landelijk Noord van het stadsdeel een maximale oppervlaktemaat van 500 m2 is opgenomen en dat de centrale stad zich hier niet tegen zal verzetten. Dit maakt in de praktijk een maximale oppervlaktemaat van 500 m2 voor verbreding mogelijk. Voor de definitie van een economisch vitaal landbouwbedrijf zijn de voorwaarden Minimaal 50 hectare grond waarvan minimaal 30 hectare huiskavel geschrapt, omdat een aantal boeren uit Waterland hier niet aan kan voldoen vanwege de specifieke situatie in dit kleinschalige veenweidegebied. De uitgangspunten van het afsprakenkader zijn onverkort overgenomen, en aangevuld met meer gedetailleerde uitgangspunten die specifiek voor Amsterdam gelden. Twee daarvan zijn: Bestaande noodwoningen worden gelegaliseerd. Nieuwe noodwoningen worden niet toegestaan. Bestaande illegale recreatiewoningen worden gelegaliseerd (als recreatiewoning, niet als woning). Nieuwe recreatiewoningen worden niet toegestaan. Deze zijn opgenomen op uitdrukkelijk verzoek van stadsdeel Noord, om de impasse rond deze kwesties te doorbreken en met het nieuw te maken bestemmingsplan met een schone lei te beginnen. Als de beleidsvisie als structuurvisie-uitwerking wordt vastgesteld wordt het instrumentarium verruimd ten opzichte van dat in de Structuurvisie, om de boeren meer ruimte te bieden voor een rendabele bedrijfsvoering. Deze verruiming betreft de volgende zaken. Verplaatsing van boerderijen wordt mogelijk. Dit speelt in de komende jaren waarschijnlijk in twee gevallen. Dit betreft uitplaatsingen uit de dorpskernen van respectievelijk Zunderdorp (naar het Schouw) en Durgerdam (plek nog onduidelijk). De bedrijvigheid zorgt voor steeds meer problemen in de dorpen. Op de oude plek worden de gebouwen gesloopt en mag 15% van de gebouwenoppervlakte worden teruggebouwd om de verplaatsing te betalen. Verplaatsing is niet mogelijk naar stukken Waterland die onderdeel zijn van de Ecologische Hoofdstructuur en in de hele zone ten oosten van het Goudriaankanaal, vanwege de ecologische waarde. Verplaatsing naar de weidevogelleefgebieden is alleen mogelijk met ontheffing van de provincie. Het agrarisch bouwvlak (de bouwkavel) mag geheel worden bebouwd. Hierdoor wordt vergroting van bestaande bedrijven mogelijk. De oppervlakte 4

5 van de bouwkavel mag maximaal 1,5 hectare zijn, met de mogelijkheid om die met toestemming van de provincie te laten groeien tot 2 hectare. Voor zorg en/of voor verbreding mag maximaal 400 m2 worden gebruikt. Dit mag ook in nieuwbouw zijn. In het instrumentarium in de structuurvisie mag zorg of verbreding alleen in bestaande bouw. Paardenbak: toegestaan zonder overkapping binnen het bouwvlak van volwaardige agrarische bedrijven (in Structuurvisie niet toegestaan). Kleinschalig kamperen (boerencamping, in Structuurvisie niet toegestaan) is toelaatbaar bij volwaardige agrarische bedrijven gedurende het kampeerseizoen. Voor Waterland geldt een maximum van 4 boerencampings. Galerie, museum: kleinschalig en in bestaande bouw (in Structuurvisie niet toegestaan). Er is ruimte voor een bezoekerscentrum in het gebied in de strook boven de A 10 (groentypen sportpark en volkstuin). Dit betekent voor het huidige initiatief de Poort van Waterland dat de locatie bij golfbaan Amsterdam niet geschikt is, maar de locatie bij sportpark De Weeren (die nu wordt onderzocht) wel. De concept-beleidsvisie is opgesteld in nauw overleg met stadsdeel Noord. De direct bij Landelijk Noord betrokken organisaties Centrale Dorpenraad Landelijk Noord, ANGSAW en Toeristisch Ondernemersplatform hebben op eerdere versies van deze beleidsvisie gereageerd. Dat heeft geleid tot een aantal aanpassingen. Overeenkomstig het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht heeft de concept Beleidsvisie en Toetskader Stadsrandpolder Waterland met de daarop betrekking hebbende stukken ter visie gelegen. De concept beleidsvisie heeft met ingang van 3 mei tot en met 14 juni 2012 voor een ieder ter inzage gelegen, met de mogelijkheid zienswijzen in te dienen. Ter begeleiding van de tervisielegging heeft DO in samenwerking met de Centrale Dorpenraad een informatie/discussie-avond georganiseerd in de Stadshoeve bij Zunderdorp. Gedurende de periode van tervisielegging zijn 24 zienswijzen ingebracht. In het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens mogen persoonsgegevens van natuurlijke personen niet elektronisch beschikbaar worden gesteld. Daarom zijn deze persoonsgegevens geanonimiseerd. In de Nota van Beantwoording zienswijzen Beleidsvisie en Toetskader Stadsrandpolder Waterland worden de zienswijzen inhoudelijk behandeld. De zienswijzen hebben met name betrekking op redactionele aanpassingen, de bedrijfseconomische vitaliteit, maximale oppervlakte voor verbredingsactiviteiten met uitzondering van kleinschalig kamperen (boerencamping) en de maximale oppervlakte van het agrarische bouwvlak. Uit de zienswijzen en de inbreng op de discussie-avond blijkt verder dat een aantal organisaties en particulieren er voor pleit om na vaststelling van de beleidsvisie, een gebiedsvisie voor Waterland voor de lange termijn (tot 2040) op te laten stellen. Hierin zouden onder andere de volgende zaken verder uitgewerkt kunnen worden: Weidevogelbeleid ecreatiebeleid (inclusief recreatieve functies door niet-agrariërs) Landschappelijke inpassing bebouwing, ook in de dorpen Financieel regelen van het beheer van het gebied Ook pleit een aantal indieners voor het benoemen van een casemanager Waterland ( plattelandsloods ), die initiatiefnemers begeleidt door de complexe regelgeving die op het gebied rust. 5

6 Financiële paragraaf Toelichting n.v.t. Geheimhouding n.v.t. Stukken Meegestuurd 1. Beleidsvisie en toetskader Stadsrandpolder Waterland, 19 september Nota van Beantwoording zienswijzen Beleidsvisie en Toetskader Stadsrandpolder Waterland, 19 september geanonimiseerd; Ter inzage gelegd Niet geanonimiseerd exemplaar van de Nota van Beantwoording zienswijzen Beleidsvisie en Toetskader Stadsrandpolder Waterland, 19 september Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en adres) emco Daalder, telefoon , r.daalder@dro.amsterdam.nl Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam A. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 6