Saneringsplan fijn stof voor de zones met overschrijding in 2003 en aanpak fijn stofproblematiek in Vlaanderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Saneringsplan fijn stof voor de zones met overschrijding in 2003 en aanpak fijn stofproblematiek in Vlaanderen"

Transcriptie

1 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid Cel Lucht Saneringsplan fijn stof voor de zones met overschrijding in 2003 en aanpak fijn stofproblematiek in Vlaanderen Plan in uitvoering van de richtlijnen 96/62/EG en 1999/30/EG 23 december

2 LIJST VAN TABELLEN... 5 LIJST VAN FIGUREN INLEIDING Kaderrichtlijn Luchtkwaliteit 96/62/EG en dochterrichtlijnen Situatie in Vlaanderen Doelstelling van dit plan Relatie met andere plannen en beleidsdocumenten NEC richtlijn CAFE programma Structuur van het plan WAT IS PM GEZONDHEIDSEFFECTEN VAN PM KOSTEN EN BATEN VAN EEN REDUCTIEBELEID VOOR FIJN STOF Kosten en baten van eerste dochterrichtlijn luchtkwaliteit Kosten en baten van de thematische strategie BRONNEN VAN FIJN STOF IN VLAANDEREN Bronnen van primaire emissies Bronnen van secundaire emissies en biogene bronnen CONCENTRATIES VAN FIJN STOF IN VLAANDEREN Gemeten concentraties in Vlaanderen Gemodelleerde concentraties in Vlaanderen Huidige situatie Toekomstige situatie MAATREGELEN Generieke maatregelen Sector verkeer Wegverkeer Wegverkeer: Vlaams niveau ) Mobiliteitsbeleid

3 2) Rijgedrag ) Milieuvriendelijke voertuigen Vliegtuigverkeer Vliegtuigverkeer: Internationaal niveau Vliegtuigverkeer: Vlaams niveau Scheepvaart Binnenscheepvaart Binnenscheepvaart: Internationaal niveau Binnenscheepvaart: Vlaams niveau Zeescheepvaart Zeescheepvaart: Internationaal niveau Zeescheepvaart: Vlaams niveau Sector industrie Diffuse emissies Geleide emissies Algemene stofnorm Stookinstallaties Sectorale industriële maatregelen Huishoudelijke en tertiare sector Sector land- en tuinbouw Generieke maatregelen naar verontreinigde zones Sector verkeer Wegverkeer Scheepvaart Zeescheepvaart Zonespecifieke maatregelen Overzicht van de overschrijdingen Onderzoek naar de bronnen van de overschrijdingen in 2003 (grenswaarde + overschrijdingsmarge) en aanpak Hotspot gebieden in Vlaanderen Gentse Kanaalzone Roeselare Oostrozebeke Ruisbroek Haven van Antwerpen (meetpunten Luchtbal en Boudewijnsluis) Menen Grootstedelijke gebieden Gentse agglomeratie Antwerpse agglomeratie Kleinstedelijke gebieden Mechelen Zuid en Mechelen Technopolis Steenokkerzeel (Zaventem) Beschrijving van de andere meetpunten van het meetnet Kleinstedelijke gebieden Kortrijk Beschrijving meetpost Bronnen en aanpak Vilvoorde Hasselt, Destelbergen en Schoten Matig industriële gebieden in Vlaanderen Hoboken Lommel Herne Meetpunten in achtergrondgebied ACTIE - OVERZICHT

4 9. REFERENTIES BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE

5 Lijst van tabellen TABEL 1. STAPSGEWIJZE REDUCTIE VAN DE PM 10 GRENSWAARDE GESOMMEERD MET DE OVERSCHRIJDINGSMARGE... 7 TABEL 2. LUCHTKWALITEITSNORMEN VOOR DE OVERIGE POLLUENTEN GESPECIFIEERD IN DE DOCHTERRICHTLIJNEN LUCHTKWALITEIT TABEL 3. KOSTEN EN BATEN VAN REDUCTIEMAATREGELEN PM 10 VOOR EU TABEL 4. DOELSTELLINGEN VAN HET SCENARIO VAN DE THEMATISCHE STRATEGIE (TS) TEN OPZICHTE VAN CLE (CURRENT LEGISLATION) EN MTFR (MAXIMUM TECHNICAL FEASIBLE REDUCTION) TABEL 5. EMISSIEREDUCTIE VOOR BELGIË OP BASIS VAN DE NEC-RICHTLIJN (2010), CLE (CURRENT LEGISLATION, 2020), TS (THEMATISCHE STRAGIE, 2020) EN MFR (MAXIMUM FEASIBLE REDUCTION, 2020) TABEL 6. KOSTEN EN GEMONETARISEERDE BATEN (MILJARD EURO) VOOR CLE (CURRENT LEGISLATION) EN TS (THEMATISCHE STRATEGIE) TABEL 7. EMISSIES VAN PM 10 (TON) IN VLAANDEREN VOOR HET JAAR 2003 (EMISSIE- INVENTARIS) TABEL 8. EMISSIES VAN PM 2,5 (TON) IN VLAANDEREN VOOR HET JAAR 2003 (EMISSIE- INVENTARIS) TABEL 9. EMISSIES DOOR HET GANSE VERKEER EN HET WEGVERKEER IN 2003 (TON) TABEL 10. OVERZICHT UITLAAT EMISSIES VAN STOF VAN DE VERSCHILLENDE VOERTUIGCATEGORIEËN TABEL 11. EURO NORMEN VOOR VOERTUIGEN EN TIJDSTIP VAN IN WERKING TREDEN TABEL 12. ALGEMENE STOF EMISSIEGRENSWAARDE VOOR LUCHT VLAREM II TABEL 13. EMISSIEGRENSWAARDEN BUBBEL VOOR STOF BIJ DE RAFFINADERIJEN: HUIDIGE EN NIEUWE IN TABEL 14. EMISSIEGRENSWAARDEN VOOR STOF VOOR DE GROTE STOOKINSTALLATIES VAN DE RAFFINADERIJEN TABEL 15. EMISSIEGRENSWAARDEN VOOR STOF VOOR DE KATALYTISCHE KRAKERS TABEL 16. JAARGEMIDDELDE PM 10 CONCENTRATIES (µg/m³) WAARGENOMEN OP DE VERSCHILLENDE MEETPOSTEN TABEL 17. AANTAL OVERSCHRIJDINGEN VAN DE PM 10 DAGGRENSWAARDE (50 µg/m³) VERMEERDERD MET DE OVERSCHRIJDINGSMARGE WAARGENOMEN OP DE MEETPOSTEN VAN 2001 TOT EN MET TABEL 18. AANTAL OVERSCHRIJDINGEN VAN DE DAGGEMIDDELDE GRENSWAARDE VAN 50 µg/m³ (GELDIG VANAF 1 JANUARI 2005) TABEL 19. ACTIES UIT HET ONTWERP UITVOERINGSPROGRAMMA VAN HET ONTWERP STRATEGISCH PLAN VAN DE GENTSE KANAALZONE TABEL 20. OVERZICHT VAN DE ACTIES MET HET OOG OP AANPAK VAN DE FIJN STOFPROBLEMATIEK IN VLAANDEREN

6 Lijst van figuren FIGUUR 1. VERSCHILLENDE BIJDRAGEN AAN PM FIGUUR 2. DEELTJESVERDELING IN FUNCTIE VAN AËRODYNAMISCHE DIAMETER VAN ZWEVEND STOF FIGUUR 3. AANDEEL (%) VAN DE VERSCHILLENDE SECTOREN IN DE PM 10 EMISSIE IN VLAANDEREN, FIGUUR 4. AANDEEL (%) VAN DE VERSCHILLENDE SECTOREN IN DE PM 2,5 EMISSIE IN VLAANDEREN, FIGUUR 5. PM 10 JAARGEMIDDELDE CONCENTRATIES IN 2002 EN FIGUUR 6. PM 10 JAARGEMIDDELDE CONCENTRATIES IN VLAANDEREN IN FIGUUR 7. BIJDRAGE VAN DE VERSCHILLENDE LANDBOUW- EN VEETEELTACTIVITEITEN AAN DE PM 10 UITSTOOT VAN DEZE SECTOR IN FIGUUR 8. JAARGEMIDDELDE PM 10 CONCENTRATIES (VLAANDEREN, 2004) : INTERPOLATIE VIA IDW4 : ALLE MEETSTATIONS ZELFDE GEWICHT FIGUUR 9. INTERPOLATIE VIA IDW4 : DE INVLOED VAN DE STEDELIJKE, INDUSTRIËLE EN VERKEERS STATIONS (IN HET PAARS AANGEDUID) WERD BEPERKT TOT EEN AFSTAND VAN 5 KM. GEEN BEPERKING VOOR RURALE EN VOOR-STEDELIJKE STATIONS (DONKER BLAUW) FIGUUR 10. PM 10 GEMODELLEERDE MAANDGEMIDDELDE CONCENTRATIE, JANUARI 2002, MET ALLE ANTROPOGENE (NO X, SO 2, VOS, NH 3, PM , PM 2.5 ) VLAAMSE EMISSIES =0. DE BIJDRAGE VAN NIET-VLAAMSE BRONNEN TOT DE LUCHTKWALITEIT IN VLAANDEREN WORDT WEERGEGEVEN FIGUUR 11. PM 10 GEMODELLEERDE MAANDGEMIDDELDE CONCENTRATIE, JANUARI 2002, MET ALLE ANTROPOGENE (NO X, SO 2, VOS, NH 3, PM , PM 2.5 ) EMISSIES. DE BIJDRAGE VAN VLAAMSE EN NIET-VLAAMSE BRONNEN TOT DE LUCHTKWALITEIT IN VLAANDEREN WORDT WEERGEGEVEN FIGUUR 12. PM 10 GEMODELLEERDE MAANDGEMIDDELDE CONCENTRATIE, MAART 2002, MET ALLE ANTROPOGENE (NO X, SO 2, VOS, NH 3, PM , PM 2.5 ) VLAAMSE EMISSIES =0. DE BIJDRAGE VAN NIET-VLAAMSE BRONNEN TOT DE LUCHTKWALITEIT IN VLAANDEREN WORDT WEERGEGEVEN FIGUUR 13. PM 10 GEMODELLEERDE MAANDGEMIDDELDE CONCENTRATIE, MAART 2002, MET ALLE ANTROPOGENE (NO X, SO 2, VOS, NH 3, PM , PM 2.5 ) EMISSIES. DE BIJDRAGE VAN VLAAMSE EN NIET-VLAAMSE BRONNEN TOT DE LUCHTKWALITEIT IN VLAANDEREN WORDT WEERGEGEVEN FIGUUR 14. PM 10 GEMODELLEERDE CONCENTRATIE JANUARI RELATIEF VERSCHIL TUSSEN MAANDGEMIDDELDE CONCENTRATIE IN JANUARI 2002 MET EN ZONDER VLAAMSE EMISSIES FIGUUR 15. PM 10 GEMODELLEERDE CONCENTRATIE JANUARI RELATIEF VERSCHIL TUSSEN MAANDGEMIDDELDE CONCENTRATIE IN MAART 2002 MET EN ZONDER VLAAMSE EMISSIES FIGUUR 16. PM 10 GEMODELLEERDE MAANDGEMIDDELDE CONCENTRATIE, JANUARI 2020, MET ALLE ANTROPOGENE (NO X, SO 2, VOS, NH 3, PM , PM 2.5 ) EMISSIES. DE BIJDRAGE VAN VLAAMSE EN NIET-VLAAMSE BRONNEN TOT DE LUCHTKWALITEIT IN VLAANDEREN WORDT WEERGEGEVEN FIGUUR 17. PM 10 GEMODELLEERDE MAANDGEMIDDELDE CONCENTRATIE, MAART 2020, MET ALLE ANTROPOGENE (NO X, SO 2, VOS, NH 3, PM , PM 2.5 ) EMISSIES. DE BIJDRAGE VAN VLAAMSE EN NIET-VLAAMSE BRONNEN TOT DE LUCHTKWALITEIT IN VLAANDEREN WORDT WEERGEGEVEN FIGUUR 18. BIJDRAGE (%) VAN SCHIPEMISSIES TOT SAP CONCENTRATIE IN EUROPA, FIGUUR 19. BIJDRAGE (%) VAN SCHIPEMISSIES TOT PM 10 CONCENTRATIE IN EUROPA,

7 1. Inleiding 1.1 Kaderrichtlijn Luchtkwaliteit 96/62/EG en dochterrichtlijnen Op 27 september 1996 werd de Kaderrichtlijn (96/62/EG) 1 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit vastgelegd. Deze Kaderrichtlijn heeft als algemene doelstelling de grondbeginselen om een gemeenschappelijke strategie te formuleren die erop is gericht: - doelstellingen voor de luchtkwaliteit in de Gemeenschap te omschrijven en vast te stellen, teneinde schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mens en het milieu als geheel te voorkomen, te verhinderen of te verminderen; - de luchtkwaliteit in de Lidstaten op basis van gemeenschappelijke methoden en criteria te beoordelen; - te beschikken over adequate informatie over de luchtkwaliteit en ervoor te zorgen dat de bevolking daarover wordt ingelicht; - goede luchtkwaliteit in stand te houden en die in de andere gevallen te verbeteren. Deze Kaderrichtlijn vormt samen met vier dochterrichtlijnen de basis voor het kwaliteitsbeleid Lucht binnen de Europese Unie. De polluenten die door de dochterrichtlijnen omschreven worden, zijn in de Kaderrichtlijn gedefinieerd. Het gaat om 13 polluenten zijnde zwaveldioxide (SO 2 ), stikstofdioxide (NO 2 ), fijn stof (PM 10 ), lood (Pb), ozon (O 3 ), benzeen, koolmonoxide (CO), poly-aromatische koolwaterstoffen (PAK), cadmium (Cd), arseen (As), nikkel (Ni) en kwik (Hg). In de dochterrichtlijnen worden voor deze polluenten luchtkwaliteitsnormen (grenswaarden, in een aantal gevallen alarmdrempels en in het geval van ozon, cadmium, arseen, nikkel, PAK en kwik een richt- of streefwaarde) vastgelegd. De WHO luchtkwaliteitsrichtlijnen lagen mee aan de wetenschappelijke basis van de vastgestelde waarden. Voor fijn stof (PM 10 ), de polluent waarop dit plan betrekking heeft, worden normen bepaald in de 1 e dochterrichtlijn (1999/30/EG). Deze richtlijn trad in werking op 19 juli 1999 en werd integraal omgezet in Vlarem II op 18 januari In deze dochterrichtlijn wordt niet enkel een grenswaarde, maar worden ook overschrijdingsmarges bepaald. De overschrijdingsmarge is het percentage van de grenswaarde waarmee deze onder de in Richtlijn 96/62/EG vastgelegde voorwaarden kan worden overschreden. Deze overschrijdingsmarge neemt lineair af vanaf de startdatum tot 0% op de datum waarop aan de grenswaarde moet worden voldaan, zijnde 1 januari 2005 voor PM 10. Tabel 1 geeft een overzicht van de geleidelijke afname van de PM 10 grenswaarde gesommeerd met de overschrijdingsmarge bepaald in de 1 e dochterrichtlijn. 1 Richtlijn 96/62/EG van de Raad van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit 7

8 Tabel 2 geeft de luchtkwaliteitsnormen voor de overige polluenten behandeld in de dochterrichtlijnen weer. Tabel 1. Stapsgewijze reductie van de PM 10 grenswaarde gesommeerd met de overschrijdingsmarge. Grenswaarde (µg/m³) Te respecteren op PM uur PM 10 1 jaar

9 Tabel 2. Luchtkwaliteitsnormen voor de overige polluenten gespecifieerd in de dochterrichtlijnen luchtkwaliteit. Grenswaarde (µg/m³) Te respecteren op SO 2 1 uur SO 2 24 uur NO 2 1 uur Jaarlijks 10 µg/m³ afname tot 200 µg/m³ in 2010 NO 2 1 jaar Jaarlijks 2 µg/m³ afname tot 40 µg/m³ in 2010 Pb 1 jaar 0, ,9 0,9 0,7 0,6 CO Hoogste dagelijkse 8 uur 10 mg/m³ Benzeen 1 jaar a) Vanaf µg/m³ afname tot 5 µg/m³ in Ozon Hoogste dagelijkse 8 uur streefwaarde 120 µg/m³ niet te overschrijden op meer dan 25 dagen per kalenderjaar gemiddeld over 3 jaar Te respecteren op 2010 is het eerste jaar waarvan de berekeningen worden gebruikt As 1 jaar 6 ng/m³ Cd 1 jaar 5 ng/m³ Ni 1 jaar 20 ng/m³ B(a)P 1 jaar 2 ng/m³ a) in de Vlarem reglementering werd deze bepaling aangepast: vanaf geldt een concentratieniveau van 5 µg/m³. Conform artikel 8 van de kaderrichtlijn luchtkwaliteit dienen de lidstaten voor de zones en agglomeraties waar de luchtkwaliteitsnorm vermeerderd met de overschrijdingsmarge (indien van toepassing) wordt overschreden ervoor te zorgen dat er een plan of programma wordt opgesteld dat ertoe leidt dat binnen de daarvoor gestelde termijn aan de grenswaarde wordt voldaan. Deze plannen of programma s dienen uiterlijk twee jaar na het eind van het jaar waarin de niveaus werden waargenomen overgemaakt te worden aan de Europese Commissie. Conform een mededeling van de Europese Commissie moet een extern en intern plan opgesteld en overgemaakt worden. Het extern plan bevat tabelmatig de informatie gevraagd in bijlage 4 van de kaderrichtlijn luchtkwaliteit. Het interne plan vult dit extern plan aan en beschrijft uitgebreider de waargenomen overschrijdingssituatie. Volgens de bepalingen van de richtlijn dienen lidstaten aan de Europese Commissie te rapporteren en plannen over te maken. Voor België rapporteren de gewesten afzonderlijk en worden plannen per gewest opgesteld en overgemaakt Situatie in Vlaanderen Einde 2003 werd door Vlaanderen voor de eerste maal een plan aan de Europese Commissie overgemaakt. Het behandelde de in 2001 waargenomen overschrijdingen van de normen vermeerderd met de respectieve overschrijdingsmarge, zijnde van SO 2. Dit plan diende officieel nog niet worden overgemaakt, gezien de richtlijn slechts monitoring vereiste vanaf Gezien deze SO 2 -knelpunten ondertussen opgelost zijn, dienden deze niet meer hernomen te worden in de latere plannen en programma s. Einde 2004 werd een plan overgemaakt aan de Europese Commissie betreffende de in 2002 waargenomen overschrijdingen vermeerderd met de respectieve overschrijdingsmarge. Enkel overschrijdingen van de PM 10 luchtkwaliteitsnormen werden vastgesteld op basis van de metingen van het automatisch meetnet van de VMM en dit in 3 Vlaamse zones, zijnde Evergem, Oostrozebeke en 9

10 Roeselare. Dit plan bevatte naast generiek beleid of generieke maatregelen, genomen en / of voorzien voor gans Vlaanderen en die de PM 10 achtergrondwaarde beïnvloeden, ook specifiek beleid gericht op de overschrijdingsgebieden. De reeds overgemaakt externe en interne plannen zijn beschikbaar op de website Einde 2005 moet aan de Europese Commissie een plan overgemaakt te worden betreffende de in 2003 in Vlaanderen waargenomen overschrijdingen van de geldende luchtkwaliteitsnormen. In dat jaar werden enkel overschrijdingen van de PM 10 luchtkwaliteitsnormen vastgesteld. In de toekomst worden overschrijdingen van andere normen niet uitgesloten. Zo worden overschrijdingen van de NO 2 normen, geldig vanaf 1 januari 2010, mogelijks verwacht. Echter maatregelen beschreven in dit plan zullen deze concentraties ook al gunstig beïnvloeden (specifiek voor NO 2 zijn dit de geplande verkeersmaatregelen). De klemtoon van dit plan ligt evenwel op fijn stof Doelstelling van dit plan Dit plan is het intern plan dat is opgesteld om te voldoen aan de verplichtingen van de 1 e dochterrichtlijn en de Vlarem II reglementering. Tegen 31 december 2005 moet immers aan de Commissie gerapporteerd worden over de Vlaamse locaties waar in 2003 de luchtkwaliteitsnormen werden overschreden. Aangezien het intern plan het Vlaamse beleid verder uitwerkt en verfijnt is een discussie hieromtrent met de stakeholders onder vorm van adviesvragen aan SERV en MINA Raad opportuun. Gezien de tijdsspanne die rest, zal dit intern plan de Europese Commissie na 31 december 2005 bereiken. Dit moet toelaten in de definitieve versie terdege rekening te houden met de adviezen van de stakeholders. Het extern plan, waarin informatie tabelmatig wordt overgemaakt, zal wel tijdig aan de Europese Commissie gecommuniceerd worden. Echter, dit plan is opgesteld niet enkel ter voldoening van de regelgeving, maar vooral om de gezondheid van de Vlaamse burger te beschermen. In heel Vlaanderen worden immers hoge fijn stof concentraties waargenomen. Modelleringen op internationaal niveau tonen dat de fijn stof concentraties in Vlaanderen (Benelux) momenteel tot de hoogste in Europa behoren. Toekomstinschattingen geven een nog minder positief beeld: hoewel de concentraties beduidend dalen t.o.v. heden, vormt Vlaanderen in 2020, samen met een zone in de voormalige USSR, hét hotspotgebied wat betreft fijn stof concentraties in de omgevingslucht. Dit zelfs ná doorrekening van de reeds geplande beleidsmaatregelen ter vermindering van de luchtverontreiniging. Deze informatie, gecombineerd met de wetenschap dat fijn stof zeer nadelige gezondheidseffecten met zich meebrengt, maakt de bestrijding van fijn stof tot een uiterst belangrijk thema voor het Vlaamse milieubeleid. Met de uitwerking van dit plan wordt een substantiële bijdrage aan een verlaging van de fijn stof concentraties in de Vlaamse omgevingslucht en dus een verbetering van de levensomstandigheden van elke burger beoogd. Dit plan is een stofplan dat focust op PM 10. Dit ter uitvoering van de verplichtingen van de regelgeving; enkel overschrijdingen van de PM 10 luchtkwaliteitsnormen werden tot op heden vastgesteld. Tevens zijn momenteel nog steeds meer meetgegevens beschikbaar over deze fijn stof fractie. Echter, naar gezondheidseffecten toe vormt PM 2,5 een belangrijkere fijn stof fractie. De beleidsklemtoon zal dus meer en meer, ook op Europees vlak, verschuiven naar deze polluent. Waar informatie beschikbaar is over PM 2,5, is deze mee opgenomen in dit plan als overweging. Eveneens wordt in dit stofplan ook aandacht besteed aan sommige andere polluenten (zoals NO 2 ), wanneer deze op geïntegreerde wijze met fijn stof kunnen worden aangepakt. 10

11 1.4. Relatie met andere plannen en beleidsdocumenten NEC richtlijn De bestrijding van de fijn stof problematiek kan niet los gezien worden van andere plannen en beleidsdocumenten omtrent luchtverontreiniging. Fijn stof is in de omgevingslucht niet enkel ten gevolge van primaire emissies aanwezig, maar wordt ook op secundaire wijze gevormd als reactieproduct van SO 2, NO x, NH 3 en VOS. Een reductie van deze polluenten wordt beoogd met de NEC richtlijn (2001/81/EG) 2. In navolging van deze richtlijn werd een emissiereductieprogramma voor het Vlaamse Gewest voor deze polluenten opgesteld. De Vlaamse Regering keurde dit programma goed op 12 december Dit programma wordt tegen einde 2006 geactualiseerd; voorzien is dat de Vlaamse Regering advies vraagt aan de raden over dit geactualiseerde programma in de loop van De samenhang tussen fijn stof en de polluenten van de NEC richtlijn is duidelijk. Dit plan spitst zich echter enkel toe op primair fijn stof en niet op de secundaire precursoren, waarvoor naar het NEC reductieprogramma verwezen wordt. Het is evenwel de bedoeling in de toekomst een gezamenlijk beleid te ontwikkelen en hierover gezamenlijk te rapporteren CAFE programma Binnen het 6 e Europese Milieu Actie Programma lanceerde de Europese Commissie het Clean Air for Europe (CAFE) proces in Het CAFE programma analyseert maatregelen en dient ter beleidsontwikkeling. Dit programma onderbouwde de Thematische Strategie Luchtverontreiniging die door de Commissie werd uitgebracht 21 september Binnen dit kader worden fijn stof en ozon erkend als de meest prioritaire te bestrijden polluenten. Binnen het CAFE programma en de thematische strategie is een EU-beleid opgesteld met Europese maatregelen. In synergie hiermee dienen lokale maatregelen uitgevoerd te worden. De lokale maatregelen worden in dit plan opgelijst. Het is niet de intentie in dit plan het voorgestelde Europese programma te evalueren. Wel wordt in dit plan in een aantal gevallen aangegeven welke Europese maatregelen voor deze bronnen complementair nodig zijn aan lokale maatregelen Structuur van het plan Teneinde een globaal plan voor te leggen waarin de fijn stof problematiek in Vlaanderen beschreven wordt, worden in de eerste hoofdstukken algemene aspecten van fijn stof aangehaald. Hoofdstuk 2 beschrijft beknopt wat onder fijn stof verstaan wordt en hoofdstuk 3 licht de nadelige gezondheidseffecten van fijn stof toe. Dat de aanpak van fijn stof voordelig is en eveneens aan te moedigen vanuit economisch standpunt wordt toegelicht in het 4 e hoofdstuk waarin de kosten baten analyse van de 1 e dochterrichtlijn en de thematische strategie wordt weergegeven. Het 5 e hoofdstuk geeft een overzicht van de bronnen van fijn stof en de bijhorende emissies. Een overzicht van de concentraties van fijn stof in Vlaanderen wordt in het volgende, 6 e, hoofdstuk gegeven waarin gemeten concentraties worden onderscheiden van gemodelleerde. De voor de toekomst gemodelleerde concentraties worden eveneens in dit hoofdstuk weergegeven. De focus van dit plan ligt evenwel op de aanpak van de hoge fijn stof concentraties in Vlaanderen. Genomen en geplande maatregelen worden opgelijst in hoofdstuk 7 voor de verschillende bronnen van fijn stof in Vlaanderen. Teneinde deze bronnen terdege aan te pakken wordt er zowel op generiek niveau als op zone niveau naar maatregelen gekeken. Een overzicht van de verschillende in het plan opgenoemde acties wordt in het laatste, 8 e, hoofdstuk gegeven. 2 Richtlijn 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen. 11

12 2. Wat is PM Fijn stof omvat alle deeltjes, vaste en vloeibare, die in de atmosfeer rondzweven. Ze kunnen er enkele uren tot maanden verblijven in functie van hun eigenschappen (o.m. deeltjesgrootte) en van de meteorologische omstandigheden. De stofdeeltjes worden veelal ingedeeld volgens grootte. De meest besproken fracties zijn PM 10, PM 2,5 tot zelfs PM 0,1. Dit zijn de fracties van deeltjes met een aërodynamische 3 diameter (a.d.) van 10 µm, 2,5 µm en 0,1 µm. Deze deeltjes (PM 10 en kleiner) kunnen doordringen tot in de diepere luchtwegen en daar gezondheidseffecten veroorzaken. De deeltjes kunnen van menselijke oorspong zijn (antropogene aard) of van natuurlijke oorsprong. Ze worden volgens hun vormingswijze ingedeeld in primaire en secundaire deeltjes. Primaire deeltjes worden rechtstreeks in de atmosfeer uitgestoten (roet, verwaaien van ertsen, ). Secundaire deeltjes ontstaan in de atmosfeer door condensatie uit de gasfase (van SO 2, NOx, NH 3, VOS). In de eerste vormingsfase van deeltjes uit condensatiereacties van gassen, worden zeer snel zeer kleine vaste deeltjes gevormd. Die kleine deeltjes zijn zeer beweeglijk en klonteren samen in een luchtige structuur. Als die deeltjes hygroscopisch zijn, zullen ze in de atmosfeer water aantrekken en door oplossen en herkristalliseren compacte deeltjes vormen (zouten). Zijn ze hydrofoob (waterafstotend) dan blijven ze een luchtige structuur met kleine dichtheid behouden (v.b. roet). Deze hydrofobe deeltjes hebben de langste verblijftijd in de atmosfeer. Aan de deeltjes kunnen er zware metalen, PAK s en andere gevaarlijke stoffen geadsorbeerd zijn. Organische Organische koolstof, koolstof, gasvormig gasvormig SO SO 2 -, 2 -, sulfaatemissies sulfaatemissies NH NH 3 -emissies 3 -emissies Semi-vluchtige Semi-vluchtige organische organische verbindingen verbindingen H 2 SO 2 SO 4 4 (NH (NH 4 ) 4 ) 2 SO 2 SO 4 4 Organische Organische koolstof, koolstof, deeltjesvormig deeltjesvormig NH NH 4 NO 4 NO 3 3 Elementaire Elementaire koolstof, koolstof, deeltjesvormig deeltjesvormig NO NO x -emissies x -emissies Anorganische Anorganische emissies emissies - - mineralen mineralen (SiO (SiO 2, 2, ) ) - - metalen metalen (Pb, (Pb, Fe, Fe, Zn, Zn, ) ) PM Mariene Mariene aërsolen aërsolen (Cl (Cl -, -, Na Na + + ) ) Opwaaiend Opwaaiend stof, stof, banden- banden- en en remmenstof remmenstof H 2 O 2 Biologisch Biologisch materiaal materiaal - - pollen pollen - - sporen sporen Figuur 1. Verschillende bijdragen aan PM Aërodynamische diameter: de diameter van een bolvormig deeltje dat in de omgevingslucht hetzelfde gedrag vertoont als het stofdeeltje. 12

13 Deeltjes verdeling Emissie van primaire deeltjes of gassen Nucleatie, condensatie en groei coagulatie Mechanische vorming, opwaaien, zeezouten a.d. (µm) 0,001 0,01 0,1 1 2, PM2,5 PM10 TSP Figuur 2. Deeltjesverdeling in functie van aërodynamische diameter van zwevend stof. 13

14 3. Gezondheidseffecten van PM Momenteel wordt fijn stof gezien als één van de belangrijkste luchtverontreinigende stoffen die leiden tot nadelige gezondheidseffecten. Grootschalige epidemiologische studies in Noord-Amerika en Europa hebben verbanden aangetoond tussen de verandering in dagelijks gemiddelde concentraties aan PM en korte termijn gezondheidseffecten. Bij korte episodes (24 uur) van luchtvervuiling worden bestaande gezondheidsproblemen zoals luchtweginfecties en astma ernstiger. Er worden meer gevallen van hoest, luchtwegklachten en het gebruik van bronchodilatoren gemeld. Het aantal spoedopnames voor luchtwegklachten neemt ook toe, evenals het aantal acute sterfgevallen, vaak bij ouderen met reeds verzwakte hart- en longfuncties. Naast de korte termijn effecten zijn er ook gegevens over chronische gezondheidseffecten. De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) maakt melding van een verminderde longfunctie, een toename van chronische luchtwegaandoeningen (v.b. bronchitis, emphyseem astma) en een verminderde levensverwachting. Uit MIRA-T 2004 (Van Steertegem et al., 2004) blijkt dat bij ongewijzigde concentraties aan fijn stof (PM 10 en PM 2,5 ) iedereen in Vlaanderen in zijn leven gemiddeld een derde van een gezond levensjaar (DALY) zal verliezen Van zwevend stof gaat de aandacht voor de gezondheidseffecten uit naar de fractie PM 10 en kleiner. Dit komt door de plaats van afzetting in het ademhalingssysteem. PM 10 wordt hierbij gedefinieerd als de thoracale fractie van het stof of de fractie die binnendringt in de diepere luchtwegen. De fractie groter dan PM 2,5 (PM 10 PM 2,5 ) wordt hoofdzakelijk afgezet in de bovenste luchtwegen. De fijnere deeltjes (PM 2,5 ) zetten zich af in de bronchi en in de longblaasjes. Grovere deeltjes worden daardoor meestal in verband gebracht met ziekteverschijnselen die plaatsvinden in het bovenste deel van het ademhalingsstelsel (verergering van astma), terwijl de fijne fractie vaker in verband wordt gebracht met ernstigere effecten met ziekenhuisopnamen en vroegtijdige sterfte tot gevolg. Fijn stof heeft echter over de werkingsmechanismen een groot deel van zijn geheimen nog niet prijs gegeven. Zo zouden het aantal deeltjes en de samenstelling van de deeltjes ook een rol kunnen spelen in de gezondheidseffecten. Toxicologisch onderzoek suggereert dat de aanwezigheid van kankerverwekkende stoffen en metalen op stof, roet en de ultrafijne fractie een deel van de gezondheidsimpact van stof zou kunnen verklaren. Hierbij komt de fractie PM 2,5 op de voorgrond, evenals de nog kleinere fractie (ultrafijne deeltjes of deeltjes met een a.d. kleiner dan 0,1 µm). Dit betekent echter niet dat de PM 10 -fractie onschuldig zou zijn. Een aantal emissiebronnen worden naar voor geschoven, die mogelijk geassocieerd kunnen worden met gezondheidseffecten en waarvan de emissies zich binnen de fractie PM 2,5 bevinden, meer bepaald motorvoertuigen, motoren met inwendige verbranding (stookemissies) en verbranding van kool, zware stookolie en hout. Dit betekent dat er zeker aandacht moet zijn voor verkeersemissies en verbrandingsemissies. Er bestaat echter wetenschappelijk geen algemeen duidelijk beeld over alle bronnen die schadelijk zijn en alle bronnen die onschadelijk zijn. Op dit ogenblik is er dus geen reden om bepaalde sectoren uit te sluiten bij het doorlichten op mogelijkheden voor emissiereductie. 14

15 4. Kosten en baten van een reductiebeleid voor fijn stof Een specifieke kosten baten analyse voor de maatregelen opgenomen in dit plan werd nog niet gemaakt. Gezien de maatregelen worden genomen in het kader van de Europese verplichtingen is het evenwel duidelijk dat de maatregelen deel uitmaken van een kosteneffectief maatregelenpakket dat op Europees niveau is bepaald en waarvan de additionele lokale maatregelen inherent deel uitmaken. Om een beeld te schetsen van de verhouding tussen de kosten en de baten, wordt er hierna ingegaan op de kosten baten analyse uitgevoerd in kader van de eerste dochterrichtlijn luchtkwaliteit enerzijds en in kader van de door de Europese Commissie voorgestelde thematische strategie anderzijds Kosten en baten van eerste dochterrichtlijn luchtkwaliteit In opdracht van de Europese Commissie werd er een kosten baten studie uitgevoerd (Olsthoorn et al., 1997) naar aanleiding van de eerste dochterrichtlijn luchtkwaliteit 1999/30/EG. Deze studie geeft een overzicht van de kosten en de baten die verbonden zijn aan het invoeren van grenswaarden voor SO 2, NO x, PM 10 en Pb. De auteurs van de studie merkten op dat er onder meer voor PM 10 weinig gegevens beschikbaar waren. Ook verschilden de aannames (destijds voorgestelde wetgeving zoals emissiegrenswaarden voor voertuigen) met de realiteit (uiteindelijk goedgekeurde wetgeving) en waren niet alle bronnen voor PM 10 opgenomen. De auteurs gaven ook mee dat de baten onderschat zijn omdat men zich heeft beperkt tot gezondheid en nieuwe gebouwen en materialen 4. Belangrijk te vermelden is ook dat de studie gebaseerd is op de impact op steden. Bovendien werd er rekening gehouden met een daggrenswaarde van 50 µg/m³ die maximaal 25 maal (i.p.v. 35 maal) mag overschreden worden en een jaargemiddelde grenswaarde van 30 µg/m³ (i.p.v. 40 µg/m³) Uit Tabel 3 blijkt dat op Europees vlak (EU15) voor PM 10 de baten bij invoering van de grenswaarden heel wat groter zijn dan de kosten. Tabel 3. Kosten en baten van reductiemaatregelen PM 10 voor EU15 5 Polluent Geschatte kosten (miljoen ECU of Euro) Geschatte baten (miljoen ECU of Euro) PM (50 300*) * Rekening houdende met onzekerheid van de luchtkwaliteitsmodellering 4.2. Kosten en baten van de thematische strategie Zoals vermeld in heeft de Europese Commissie een thematische strategie rond luchtverontreiniging uitgewerkt. De polluenten die een rol spelen binnen deze strategie zijn SO 2, NOx, NH 3, ozon en fijn stof (PM 2,5 ). Het gaat dus, naast fijn stof zelf (PM 2,5 ) over de precursoren van fijn stof (SO 2, NOx, NH 3 ) enerzijds en ozon dat ook deels gevormd wordt door precursoren van fijn stof anderzijds. Hierdoor is de evaluatie van de kosten en baten van deze thematische strategie interessant om mee te nemen in het stofplan. Er is echter binnen de thematische strategie niet meer ingegaan op PM 10 waardoor er geen bijkomende informatie is over de kosten en baten voor het behalen van de grenswaarden van PM 10. Ter voorbereiding van de thematische strategie werd door de Europese Commissie het CAFE proces opgestart. De voornaamste elementen van CAFE worden beschreven in de communicatie van de Commissie hierover (COM(2001)245). Over deze communicatie zijn er in 2001 onder voorzitterschap van België raadsconclusies geweest. Uit de analyses die werden gedaan binnen het CAFE-proces bleek dat de doelstellingen van het 6 e Milieuactieprogramma (EAP) niet haalbaar waren tegen 2020, zelfs niet met inzet van alle beschikbare technische maatregelen. Hierdoor worden er binnen de thematsiche strategie nieuwe doelstellingen ontwikkeld. 4 Olsthoorn (X.) et al., p Olsthoorn (X) et al., p

16 Ter voorbereiding van de beslissing over het ambitieniveau van de thematische strategie, werden er 3 scenario s doorgerekend met een verschillend ambitieniveau. De algemene doelstellingen zijn: - Voor de effecten van fijn stof op de gezondheid: een reductie van het aantal verloren levensjaren op de meest kosteneffectieve manier voor de EU als geheel. - Inzake verzuring, eutrofiëring en troposferisch ozon gaat men uit van een gap closure tussen het CLE-niveau in 2020 ( current legislation of bij uitvoering van huidig beleid) en het MTFR-niveau in 2020 ( maximum technical feasible reduction of maximaal haalbare reductie met in zet van alle mogelijke technische maatregelen). Op basis van een kosten baten evaluatie van verschillende scenario s besliste de Europese Commissie om voor de thematische strategie de in de onderstaande tabel opgenomen doelstellingen te hanteren: Tabel 4. Doelstellingen van het scenario van de thematische strategie (TS) ten opzichte van CLE (current legislation) en MFR (maximum technical feasible reduction). CLE TS MFR Verloren levensjaren t.g.v. PM 2,5 (voor de EU, miljoen levensjaren) 137 (0%) 106,5 (75%) 96 (100%) Verzuring (per lidstaat, gap-closure voor depositie boven kritische 0% 55% 100% lasten, %) Eutrofiëring (per lidstaat, gap-closure voor depositie boven kritische 0% 55% 100% lasten, %) Ozon (per lidstaat, gap closure voor de SOM35, %) 0% 60% 100% De emissiereducties die hiervoor in België moeten gerealiseerd worden zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 5. Emissiereductie voor België op basis van de NEC-richtlijn (2010), CLE (current legislation, 2020), TS (thematische stragie, 2020) en MFR (maximum feasible reduction, 2020). België NEC 2020 BAU SO (-47%) (-56%) NO x (-47%) (-43%) VOS (-43%) (-40%) NH (-9%) (-6%) PM 2, (-44%) 2020 T.S. 57 (-70%) 137 (-59%) 118 (-51%) 59 (-27%) 17 (-60%) 2020 MFR In de volgende tabel wordt de kosten en de baten die gepaard gaan met de thematische strategie weergegeven. Zowel voor België als voor de EU in zijn geheel overschrijden de baten van de thematische strategie ruimschoots de kosten voor de maatregelen die ervoor moeten worden genomen. Tabel 6. Kosten en gemonetariseerde baten (miljard euro) voor CLE (current legislation) en TS (thematische strategie) België EU CLE 2020 T.S BAU 2020 T.S. 16

17 Kosten t.g.v. de 10,3-29,1 7,1-22,4 5,7-18, gezondheidseffecten Bijkomende baten 1,4-4, t.o.v. baseline 2020 Kosten voor n.g. 2,0 2,3 n.g. 65,9 73,1 reducties Bijkomende kosten t.o.v. baseline ,3 7,2 Opm: grijze vakjes zijn eigen berekeningen van de cel lucht, op basis van: voor O 3 scenario A en voor PM het gemiddelde van A en B officiële cijfers van de Europese Commissie cijfers nog niet beschikbaar. Om de doelstellingen te bereiken zullen er op Europees niveau diverse maatregelen worden uitgewerkt zoals herziening van de NEC-richtlijn, bepalingen (zoals normen) omtrent PM 2,5, 17

18 5. Bronnen van fijn stof in Vlaanderen 5.1. Bronnen van primaire emissies Een emissie-inventaris voor Vlaanderen voor PM 10 en PM 2,5 werd voor de eerste maal opgenomen in Lozingen in de lucht (VMM) voor het jaar Onderstaande tabellen geven de bijdrage van de verschillende bronnen voor PM 10 en PM 2,5 in 2003 weer. De indeling voor PM 10 wordt in dit plan meer gedetailleerd weergegeven dan deze voor PM 2,5. Tabel 7. Emissies van PM 10 (ton) in Vlaanderen voor het jaar 2003 (emissie-inventaris). Sector PM 10 emissies (ton) zoals gerapporteerd in emissie-inventaris VMM Elektriciteitscentrales 1138 Raffinaderijen 1477 Industrie 5745 (verbranding + proces) - Ijzer en staal (28 stook- en 564 procesemissies) - Non-ferro (96 stook- en 767(*) procesemissies) - Chemie (574 stook- en 264 procesemissies) - Voeding, dranken, tabak (336 stook- en 55 procesemissies) - Papier en uitgeverijen - 8 (8 stook- en 0 procesemissies) - Minerale niet-metaal (vnl steenbakkerijen) (142 stook- en 1571 procesemissies) - Metaalverwerkende nijverheid - 69 (12 stook- en 57 procesemissies) - Textiel, leder en kleding - 20 (20 stook- en 0 procesemissies) - Andere (558 stook- en 0 procesemissies) - Spaanplaatsector (nog niet opgenomen in emissie-inventaris) WKK 9 Bevolking 1516 Verkeer uitlaatemissies 5054 Verkeer niet-uitlaat (slijtage van banden, wegdek, 2250 remmen, rails, ) Land- en tuinbouw en veeteelt - stookemissies (vnl tgv zware stookolie) - kippen, runderen varkens (stallen) - Verkeer - Slijtage van het wegdek (**) (**) Andere 601 Totaal (**) (*) De emissiefactor die leidt tot deze hoge emissie wordt momenteel herbekeken in een onderzoek i.o.v. de Vlaamse Overheid Aminal. (**) Slijtage van het wegdek bij land- en tuinbouw gaat over landbouwvoertuigen die off-road of op landbouwgronden rijden. Deze emissie is gebaseerd op een onzekere emissiefactor. De betrouwbaarheid van de aangewende emissiefactor wordt momenteel onderzocht in een onderzoek i.o.v. de Vlaamse Overheid - Aminal. Tabel 8. Emissies van PM 2,5 (ton) in Vlaanderen voor het jaar 2003 (emissie-inventaris). Sector PM 2,5 emissies (ton) zoals gerapporteerd in emissie-inventaris VMM Elektriciteitscentrales 561 Raffinaderijen 1009 Industrie 4188 WKK 9 Bevolking 1428 Verkeer uitlaat 5001 Verkeer niet-uitlaat 1247 Land- en tuinbouw en veeteelt 2303 Andere 601 Totaal

19 Niet in de tabel opgenomen bronnen zijn de natuurlijke bijdrage enerzijds en diffuse emissies van allerlei aard zoals bij op- en overslag bedrijven anderzijds. Naar deze bijdrage wordt eveneens onderzoek verricht gedurende 2005 i.o.v. de Vlaamse Overheid - Aminal. Onderstaande figuren geven het aandeel (%) van de verschillende sectoren in de PM 10 en PM 2,5 - emissies in Vlaanderen weer voor Hierbij werd voor PM 10 de factor slijtage van het wegdek bij land- en tuinbouw buiten beschouwing gelaten wegens de onzekerheid die hieromtrent heerst en gezien deze factor momenteel opnieuw herzien en geëvalueerd wordt. Voorlopige onderzoeksresultaten duiden op een beduidend lagere bijdrage dan vermeld in Tabel 7; een uitstoot in de grootte-orde van enkele kiloton wordt begroot. Deze activiteit wordt ingeschat niet bij te dragen tot de PM 2,5 emissies. 19% land-, tuinbouw en veeteelt 10% verkeer niet-uitlaat 23% verkeer uitlaat 3% andere PM % elektriciteits 7% centralesraffinaderije n 26% industrie 7% 0% WKK bevolking Figuur 3. Aandeel (%) van de verschillende sectoren in de PM 10 emissie in Vlaanderen, PM2, % andere 14% land-, tuinbouw en veeteelt 8% verkeer niet-uitlaat 3% elektriciteitsce ntrales 6% raffinaderijen 25% industrie 31% verkeer uitlaat 9% bevolking 0% WKK Figuur 4. Aandeel (%) van de verschillende sectoren in de PM 2,5 emissie in Vlaanderen, Uit deze figuren blijkt verkeer (uitlaat + niet-uitlaat 6 ) het meest bij te dragen tot de PM 10 en PM 2,5 emissie, namelijk voor respectievelijk 33% en 39%, gevolgd door industrie met respectievelijk 26% en 25% en land-, tuinbouw en veeteelt met respectievelijk 19% en 14%. Verkeer blijkt dus een belangrijke bron van PM 10 en zeker ook van PM 2,5. Het feit indachtig dat aan PM 2,5 nog meer schadelijke gezondheidseffecten gerelateerd worden en dat verbrandingsdeeltjes van verkeer mogelijks een intrinsiek meer nadelig karakter vertonen, vormt verkeer een belangrijke aan te pakken bron. 6 Emissies t.g.v. slijtage van banden, remmen, wegdek, 19

20 Bovendien leidt het verkeer door zijn directe nabijheid tot woningen en andere gevoelige bestemmingen tot belangrijke blootstelling van mensen. In het vermelde rapport lozingen in de lucht, (VMM, 2004) wordt eveneens de evolutie van de PM 10 en PM 2,5 emissies in Vlaanderen gegeven; in de periode dalen de PM 10 en PM 2,5 emissies met bijna 18%, respectievelijk 33%. De industriële emissies dalen in die periode door gebruik van nieuwe technologieën en schonere brandstoffen. Het aandeel van de raffinaderijen ligt in 2003 hoger dan de jaren daarvoor, dit door een hogere stofuitstoot bij één raffinaderij. De emissies van de andere sectoren blijven nagenoeg stabiel. 5.2 Bronnen van secundaire emissies en biogene bronnen Zoals vermeld wordt het fijn stof in de omgevingslucht niet enkel op primaire wijze uitgestoten, maar ook op secundaire wijze gevormd door condensatiereacties van SO 2, NOx, NH 3, VOS. Tevens wordt fijn stof op natuurlijke wijze uitgestoten; zo kunnen zich vb. zeezouten, terpeendeeltjes, opwaaiend bodemstof, zich in de lucht bevinden. Gezien de secundaire deeltjes zich veelal vormen op enige afstand van het emissiepunt en deze vorming ook afhankelijk is van de meteorologische omstandigheden, kan de brongrootte van een precursor van fijn stof niet rechtlijnig verbonden worden aan een bijdrage tot de fijn stof concentraties in de omgevingslucht. Voor de emissies en het beleid rond deze bronnen van fijn stof precursoren wordt verwezen naar het NEC-reductieprogramma van het Vlaamse Gewest (te consulteren op Biogene bronnen worden geacht ook beduidend bij te kunnen dragen tot de fijn stof concentraties in de omgevingslucht. Deze natuurlijke bronnen vallen niet te beïnvloeden door beleidsmaatregelen. In Nederland worden zeezout en bodemstof ingeschat voor 20 30% bij te dragen aan de jaargemiddelde fijn stof concentraties. Nederlandse eerste inschattingen van de lange termijn gemiddelde bijdrage van zeezoutaërosolen aan de fijn stofconcentraties in Nederland begroten deze bijdrage op 4 5 µg/m³ (6 7 µg/m³ aan de kust, 2 3 µg/m³ in Limburg en aan de Oostgrens). Echter, duidelijkheid over de verschillende bronnen en hun bijdragen is er nog niet. Bovendien wordt de gezondheidsimpact van natuurlijke fijn stof deeltjes beperkt tot verwaarloosbaar geacht. 20

21 6. Concentraties van fijn stof in Vlaanderen 6.1. Gemeten concentraties in Vlaanderen Daggrenswaarde PM 10 concentratiemetingen werden in Vlaanderen opgestart in de loop van 1995 in een tiental meetstations. Eind 2003 werden er op 22 locaties PM 10 metingen uitgevoerd. Sinds 2000 wordt er door de VMM PM 2,5 gemeten. Eind 2003 wordt er op zeven plaatsen in Vlaanderen PM 2,5 gemeten. In 2003 werd de PM 10 daggrenswaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens (50 µg PM 10 /m³) in alle 21 meetstations overschreden (het pas in juli 2003 opgestarte meetstation Antwerpen- Linkeroever niet mee in beschouwing genomen). De daggrenswaarde vermeerderd met de overschrijdingsmarge van toepassing voor dat jaar (zijnde 60 µg/m³) werd in kalenderjaar 2003 op 13 van de 21 meetlocaties overschreden. Het grootst aantal overschrijdingen in 2003 werd zowel voor de daggrenswaarde, als de grenswaarde vermeerderd met de overschrijdingsmarge vastgesteld in Roeselare. Het aantal overschrijdingen van de daggrenswaarde (50 µg/m³) is in 2003 in alle stations gestegen t.o.v Voor PM 2,5 zijn er, voorlopig, nog geen Europese of Vlaamse luchtkwaliteitsnormen. Deze worden wel gepland binnen de herziening van de Europese Kaderrichtlijn Luchtkwaliteit en de 1 e drie bijhorende dochterrichtlijnen. Jaargrenswaarde De grenswaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens (40 µg/m³) werd op 9 van de 21 stations overschreden in De hoogste jaargemiddelde concentratie van 53 µg/m³ werd gemeten in het station te Evergem. Onderstaande figuur geeft de jaargemiddelde PM 10 concentraties weer in het kalenderjaar 2002 en 2003 voor de verschillende stations in Vlaanderen. In de figuur worden de jaargemiddelden getoetst aan de grenswaarde en aan de respectievelijke grenswaarde vermeerderd met de overschrijdingsmarge. Uit de figuur blijkt duidelijk dat de jaargemiddelden in 2003 hoger liggen dan deze in GW + OM 2002 (45) ---- GW + OM 2003 (43) GW 2005 (40) Jaargemiddelde 2002 Jaargemiddelde 2003 Figuur 5. PM 10 jaargemiddelde concentraties in 2002 en Figuur 6 geeft de jaargemiddelde PM 10 concentraties in het kalenderjaar 2003 in Vlaanderen weer. De interpolatiekaartjes kwamen tot stand door de verschillende meetlocaties in Vlaanderen in rekening te brengen en de nabijgelegen meetstations van de andere Gewesten. Deze kaart geeft een benaderend beeld van de fijn stof concentraties in Vlaanderen; het resultaat is immers deels afhankelijk van het aantal meetstations en de juiste locatie ervan. Opgemerkt wordt dat de hieronder weergegeven figuur tot stand kwam met behulp van een aangepaste interpolatietechniek i.p.v. de tot hiertoe steeds door de VMM gebruikte techniek. Deze figuur verschilt dus van de figuur weergegeven in het rapport Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest, 2003 (VMM, 2004). De klassieke interpolatietechniek veronderstelt een ruimtelijke homogeniteit, i.e. alle meetlocaties zijn op de zelfde manier representatief voor hun omgeving. Dit is echter niet altijd het geval. Deze techniek kan dus, v.b. rond industriële stations, leiden tot overschatte concentraties in de 21

22 omgeving van die stations. Om dit (deels) op te lossen werd de techniek aangepast en wordt rekening gehouden met de classificatie van de meetstations. De invloedssfeer van de stedelijke, industriële en verkeersmeetstations (roze punten op Figuur 6) wordt beperkt. Voorwaarde voor toepassing van deze techniek is de beschikbaarheid van voldoende rurale en voorstedelijke stations (blauwe punten op Figuur 6) om een goede inschatting te kunnen maken van de fijn stof achtergrondconcentraties in Vlaanderen.. In 2003 was de beschikbaarheid van voorstedelijk en rurale Vlaamse PM10 meetstations nog beperkt. Dit kan leiden tot een onder- of overschatting van de achtergrondconcentraties in een aantal regio s. Zowel de resultaten van de klassieke als de aangepaste interpolatietechniek dienen dus genuanceerd geïnterpreteerd te worden. De aangepaste techniek geeft een beter algemeen beeld van de PM 10 vervuiling in Vlaanderen. Meer informatie over de interpolatietechnieken wordt gegeven in bijlage 1. Figuur 6. PM 10 jaargemiddelde concentraties in Vlaanderen in De hoogste jaargemiddelde concentraties komen in het kalenderjaar 2003 voor in Oost- en West- Vlaanderen (Roeselare, Menen, en in de omgeving van de Gentse Kanaalzone) en in het westen van de provincie Antwerpen (Ruisbroek en Antwerpen). De laagste jaargemiddelde PM 10 concentraties komen voor in de Westhoek en in Limburg. Opgemerkt wordt dat momenteel in het gebied in West- Vlaanderen waar mede de hoogste Vlaamse concentraties worden voorgesteld op bovenstaande figuur saneringsmaatregelen werden en worden getroffen. Deze vlek op Figuur 6 wordt dus momenteel minder uitgesproken verwacht. Lange termijn evolutie In Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest, 2003 (VMM, 2004) wordt de evolutie van de jaargemiddelde PM 10 concentraties binnen het telemetrisch meetnet (op basis van halfuren) grafisch weergegeven sedert het begin van de PM 10 metingen. Over het algemeen wordt een dalende tendens in de periode van de jaargemiddelde concentraties waargenomen. Enkel in Borgerhout (42R801), Ruisbroek (42R832) en Roeselare (44M705) zet deze daling zich ook in 2000 verder. In alle andere stations doet zich een stabilisatie of zelfs een lichte stijging voor. In 2001 stijgt de jaargemiddelde concentratie in alle stations van het telemetrisch meetnet. In 2002 vindt er een daling plaats in nagenoeg alle stations. In 2003 vindt er in alle stations van het telemetrisch meetnet een stijging plaats. Deze stijging is, onder andere, te wijten aan voor de verspreiding van fijn stof ongunstige meteorologische omstandigheden. Deze situatie werd ook in andere landen bemerkt. PM 2,5 metingen werden te recent opgestart om reeds te kunnen spreken van een lange termijn evolutie. 22

23 6.2. Gemodelleerde concentraties in Vlaanderen Huidige situatie Met het BelEuros model werden PM 10 concentraties berekend voor de maand januari en maart Het betreft maandgemiddelde concentraties: berekeningen van buitenlandse bijdragen op jaargemiddelde basis is voorlopig nog niet mogelijk, gezien modellering van de zomermaanden vaak nog tot overschattingen leidt wegens problemen met de chemie/aërosol module. Aan dit knelpunt wordt gewerkt. De modelresultaten stemmen weliswaar goed overeen met de metingen in de wintermaanden. Het BelEuros model wordt eveneens aangewend ter modellering van PM 2,5. Echter, op moment van schrijven waren deze resultaten nog niet beschikbaar. De invoergegevens zijn geïnventariseerde antropogene emissies (NO x, SO 2, VOS, NH 3, PM 2,5, PM 2,5-10) en waargenomen meteorologische omstandigheden voor het jaartal Alle emissies opgenomen in de VMM emissie-inventaris worden ingevoerd. De buitenlandse bijdrage werd ingeschat door alle Vlaamse antropogene emissies gelijk te stellen aan nul. Concentraties werden berekend in gridcels van 15 km * 15 km. Ook werd de invloed van Vlaamse bronnen op de luchtkwaliteit buiten Vlaanderen ingeschat. De figuren van de PM 10 gemodelleerde maandgemiddelde concentraties, januari en maart 2002 met alle antropogene (NO x, SO 2, VOS, NH 3, PM , PM 2.5 ) Vlaamse emissies ingevoerd en gelijk gesteld aan nul worden weergegeven in bijlage 2. Uit deze BelEuros modelresultaten blijkt ongeveer 20 tot 30 % van de PM 10 concentraties in Vlaanderen (alvast in januari en maart 2002) te worden veroorzaakt door Vlaamse emissies; 80 70% zou dus veroorzaakt worden door niet Vlaamse bronnen. Echter de impact van eigen bronnen tot de waargenomen immissieniveaus is groter dan de modelresultaten weergeven. Deze hogere invloed zou blijken wanneer het BelEuros model toe zou laten concentraties in grids kleiner dan 15 km * 15 km te berekenen. Bovendien is de buitenlandse bijdrage afhankelijk van de plaats. Zo zal in stedelijk gebied of in een sterk industriële zone, dus in zogenaamde hotspot gebieden, de binnenlandse bijdrage van PM 10 hoger zijn. Deze inschattingen stemmen overeen met eerder uitgevoerde modellering en eigen berekeningen waarin de bijdrage van het buitenlands aandeel in de PM 10 concentraties geraamd werd op 50 80%. Internationale modellering in verband met PM 2,5 (i.p.v. PM 10 ) geeft aan dat 43% van de concentratie aan primair PM 2,5 van België zelf komt en 17% van de concentratie aan secundaire inorganische aërosolen van Belgische oorsprong is (Klein et al., 2005). Het secundair aandeel is het belangrijkste van de fractie PM 2,5. EC en OC (elementair en organisch koolstof) metingen voor PM 2,5 duiden op een concentratiebijdrage van respectievelijk > 1,5 µg/m³ en 4-5 µg/m³ in Vlaanderen. Modelresultaten komen tot een gelijkaardig OC-aandeel (6 8 µg/m³ voor Vlaanderen); 60 70% van dit OC wordt ingeschat van biogene oorsprong (biogene terpenen) te zijn (Torseth et al., 2004). De modelresultaten tonen eveneens dat de Vlaamse fijn stof emissies naar een zeer ruim gebied buiten Vlaanderen worden getransporteerd en daar de concentraties beïnvloeden. Door verdunningseffecten is deze invloed beperkt in hoeveelheid. In dat heel ruime gebied worden 1 5% van de concentraties veroorzaakt door Vlaamse emissies. 23

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Koen Toté - VMM Overzicht presentatie Luchtkwaliteit 2017 getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van fijn stof en stikstofdioxide

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Vlaanderen. Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013

Luchtkwaliteit in Vlaanderen. Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013 Luchtkwaliteit in Vlaanderen Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013 Overzicht Welke stoffen meet de VMM? Wetgevend kader Toetsing aan regelgeving Evolutie luchtkwaliteit Inzoomen op afzonderlijke

Nadere informatie

PM-problematiek, invloed van diffuus

PM-problematiek, invloed van diffuus PM-problematiek, invloed van diffuus Febem Infodag inerte materialen februari 2010 Mirka Van der Elst Mirka.vanderelst@lne.vlaanderen.be 02 553 11 23 Inhoud 1. Wat is beleidsmatig relevant stof? 2. Oorsprong

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

Vlaams beleid luchtverontreiniging en. milieuvergunningsaanvragen

Vlaams beleid luchtverontreiniging en. milieuvergunningsaanvragen Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Geert Pillu Adviesverlener LNE afdeling Milieuvergunningen Brugge Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Kennis

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

- 1 - april mei juni juli augustus september maand - 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7

Nadere informatie

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 MEMO Aan/To: Van/From: Datum/Date: RAI Vereniging Chris van Dijk 18 september Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 Ieder jaar publiceert het RIVM een jaaroverzicht van de meetresultaten

Nadere informatie

Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen?

Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen? Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen? Amsterdam, 30 mei 2013 Christine Matheeussen Overzicht 1. Welke stoffen meet de VMM? 2. Toetsing aan Europese regelgeving 3. Inzoomen op NO 2 PM 4. Besluit

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in (West-)Vlaanderen

Luchtkwaliteit in (West-)Vlaanderen Luchtkwaliteit in (West-)Vlaanderen Harelbeke - Jabbeke Overzicht 1. Waarom luchtmetingen? 2. Welke stoffen meet de VMM? 3. Toetsing aan regelgeving 4. Evolutie polluenten 5. Polluenten in detail (fijn

Nadere informatie

Luchtkwaliteit. Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!??

Luchtkwaliteit. Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!?? Luchtkwaliteit Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!?? Deel 1: Wat is luchtverontreiniging? Emissie, Verspreiding,Blootstelling 1952 2009 3 4 5 Van de bronnen van luchtvervuiling in Nederland

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide IP/98/1049 Brussel, 2 december 1998 De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide De Europese Commissie heeft een voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid

Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Toekomstbestendig luchtkwaliteitsbeleid Presentatie schakeldag 11 juni 2013 Luchtkwaliteitsbeleid Nederland en Europa Beleidsdoel: gezondheidsschade door luchtverontreiniging zoveel mogelijk beperken.

Nadere informatie

Chemkar PM 10 De samenstelling van fijn stof in Vlaanderen onder de loep

Chemkar PM 10 De samenstelling van fijn stof in Vlaanderen onder de loep Chemkar PM 10 De samenstelling van fijn stof in Vlaanderen onder de loep De Vlaamse Milieumaatschappij stelt de resultaten van het eerste grootschalige onderzoek naar de samenstelling van fijn stof in

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Steden Probleemschets, Aandachtspunten, Tendensen

Luchtkwaliteit in Steden Probleemschets, Aandachtspunten, Tendensen Luchtkwaliteit in Steden Probleemschets, Aandachtspunten, Tendensen Frans Fierens, Gerwin Dumont (*) (*)Medewerkers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) gedetacheerd naar de Intergewestelijke Cel voor

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Luchtverontreiniging groot probleem gezondheid Elk jaar sterven wereldwijd zo n 6,5 miljoen mensen aan de gevolgen van luchtverontreiniging en in Nederland zorgt dit jaarlijks zeker voor 13.000 vroegtijdige

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

Oorspronkelijk werd bij de analyse de deeltjesconcentratie van 8 verschillende componenten bepaald :

Oorspronkelijk werd bij de analyse de deeltjesconcentratie van 8 verschillende componenten bepaald : 4.5 POLYAROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN (P.A.K.) In de loop van het jaar 1997 werd een procedure op punt gesteld voor de bepaling van het gehalte aan polyaromatische koolwaterstoffen in de lucht. Tussen eind

Nadere informatie

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij IRCEL. Hoorzitting MINA raad, 14 maart 2018

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij IRCEL. Hoorzitting MINA raad, 14 maart 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij IRCEL Hoorzitting MINA raad, 14 maart 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Van alleen

Nadere informatie

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.)

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.) 4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.) Het gehalte vluchtige organische stoffen in de omgevingslucht wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 6 verschillende plaatsen gemeten, n.l. te Molenbeek

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.7.2012 C(2012) 4525 final BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.7.2012 inzake de kennisgeving door het Koninkrijk België van een uitstel van de termijn voor het bereiken van de grenswaarden

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

over het saneringsplan fijn stof

over het saneringsplan fijn stof Brussel, 8 november 2006 Advies SERV en Minaraad Advies over het saneringsplan fijn stof Contactpersoon Minaraad: Francis Noyen Contactpersoon SERV: Annemie Bollen SERV, 8 november 2006 Minaraad, 26 oktober

Nadere informatie

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk

Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Gemeente Deventer Actualisatie Toets luchtkwaliteit bestemmingsplan Spijkvoorder Enk Datum 31 augustus 2009 DVT352/Cps/1543 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding De gemeente Deventer is bezig met de planvorming

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Menen. 9 februari 2017

Luchtkwaliteit in Menen. 9 februari 2017 Luchtkwaliteit in Menen 9 februari 2017 Meetnet in Menen Meetpost dioxines/pcb Meetpost fijn stof 2 Overzicht Deel I: dioxines en PCB s 1. Wat zijn dioxines en PCB s? 2. Wetgeving 3. Meetstrategie VMM

Nadere informatie

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie

Nadere informatie

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). kenmerk: 653847/687260 Memo Aan Kopie aan Datum Van Telefoon E-mail Onderwerp: College van GS 4 juni 2015 Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). In deze

Nadere informatie

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL. GreenAir Workshop, 12 juni 2018

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL. GreenAir Workshop, 12 juni 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL GreenAir Workshop, 12 juni 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Van alleen meten

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage III c plan-mer Om de luchtkwaliteit te evalueren, toetsen we de berekende immissieconcentratie van een

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht Margreet van Zanten Met dank aan Jan Aben, Wilco de Vries en Rob Maas 1 Luchtkwaliteit: korte historie Jaargemiddelde NO 2 concentratie is tussen 2010 en 2015 5 microgram

Nadere informatie

Wereldgezondheidsorganisatie : fijnstof onderschat

Wereldgezondheidsorganisatie : fijnstof onderschat Wereldgezondheidsorganisatie : fijnstof onderschat In deze publicatie http://tiny.cc/3l493w van de regionale afdeling Europa van de WHO, wordt antwoord gegeven op 24 vragen die alle betrekking hebben op

Nadere informatie

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder Verontreiniging door wegverkeer Peter Hofschreuder Hebben we problemen,en met de luchtkwaliteit in Nederland? Verkorting van de levensduur door blootstelling aan fijn stof Verandering van de bekorting

Nadere informatie

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Notitie Aan : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam Van : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 Kopie : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Betreft : Luchtkwaliteitsonderzoek Tiendhove

Nadere informatie

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand?

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? De annual air quality kaarten tonen het resultaat van een koppeling van twee gegevensbronnen: de interpolatie van luchtkwaliteitsmetingen (RIO-interpolatiemodel)

Nadere informatie

Actieplan voor vermindering van de uitstoot aan fijn stof en NOx in (de haven en de stad) Antwerpen

Actieplan voor vermindering van de uitstoot aan fijn stof en NOx in (de haven en de stad) Antwerpen 1 of 6 Actieplan voor vermindering van de uitstoot aan fijn stof en NOx in (de haven en de stad) Antwerpen De haven van Antwerpen en de stad Antwerpen worden gekenmerkt door verhoogde concentraties van

Nadere informatie

Meti ti l ngen uchtkwalit it e MINA raad 4 f ebruari februari 2011

Meti ti l ngen uchtkwalit it e MINA raad 4 f ebruari februari 2011 Metingen luchtkwaliteit lit MINA raad 4 februari 2011 Overzicht Waarom luchtmetingen? ti VMM meetnetten lucht Wetgevend kader Toetsing aan grens- en streefwaarden Evolutie verschillende parameters Focus

Nadere informatie

De richtlijn 80/779/EG bepaalde als grenswaarde voor de dagwaarden:

De richtlijn 80/779/EG bepaalde als grenswaarde voor de dagwaarden: 4.9 ZWARTE ROOK (BSM) De meetposten voor Zwarte Rook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevinden zich in de Kroonlaan te Elsene (2FR002), te Ukkel (2FR012) en in het metrostation St.-Katelijne (2FB004).

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18879 13 april 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 8 april 2016, nr. IENM/BSK-2016/75666,

Nadere informatie

41. INDEXEN VOOR DE LUCHTKWALITEIT IN BRUSSEL

41. INDEXEN VOOR DE LUCHTKWALITEIT IN BRUSSEL 41. INDEXEN VOOR DE LUCHTKWALITEIT IN BRUSSEL 1.Algemene luchtkwaliteitsindex Om de graad van luchtvervuiling op eenvoudige en voor het grote pubiek verstaanbare wijze voor te stellen, werd in 1996 een

Nadere informatie

Roetmemo Roetkaart december 2014

Roetmemo Roetkaart december 2014 Roetmemo Roetkaart december 2014 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Ontwikkelorganisatie/ sector Milieu & Mobiliteit Afdeling Expertise Milieu Auteur Wiet Baggen Projectnaam Roetmemo - Roetkaart Datum 18

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.12.2013 COM(2013) 917 final 2013/0448 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht

Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht Luchtkwaliteit in de provincie Utrecht Margreet van Zanten Met dank aan Jan Aben, Wilco de Vries en Rob Maas 1 Luchtkwaliteit: korte historie Jaargemiddelde NO 2 concentratie is tussen 2010 en 2015 5 microgram

Nadere informatie

Bepalen van de luchtkwaliteit

Bepalen van de luchtkwaliteit Bepalen van de luchtkwaliteit Luchtkwaliteit in het kort De kwaliteit van de lucht waarin we leven is van invloed op de volksgezondheid. Zo kan een slechte luchtkwaliteit leiden tot onder andere luchtwegklachten

Nadere informatie

Kosten en baten van het EUluchtbeleid

Kosten en baten van het EUluchtbeleid Kosten en baten van het EUluchtbeleid Conferentie luchtkwaliteit 2014, Minaraad Bob Nieuwejaers Herziening NEC-richtlijn Richtlijn uit 2001 December 2013: commissievoorstel herziening NEC-richtlijn Verminderen

Nadere informatie

Tabel 1. Huidige concentratieschalen voor de berekening van de luchtkwaliteitsindex. NO 2. (uurgemiddelde)

Tabel 1. Huidige concentratieschalen voor de berekening van de luchtkwaliteitsindex. NO 2. (uurgemiddelde) IRCEL CELINE Berekening en implementatie van een nieuwe luchtkwaliteitsindex naar aanleiding van de nieuwe EU dochterrichtlijn betreffende grenswaarden voor SO 2, NO 2, PM10 en lood in de lucht en de toekomstige

Nadere informatie

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Luchtvervuiling in Nederland in kaart Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage 2013 Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage

Nadere informatie

Luchtbeleid in Vlaanderen. Studiedag luchtkwaliteit en gezondheid 10 oktober 2016 Tania Van Mierlo

Luchtbeleid in Vlaanderen. Studiedag luchtkwaliteit en gezondheid 10 oktober 2016 Tania Van Mierlo Luchtbeleid in Vlaanderen Studiedag luchtkwaliteit en gezondheid 10 oktober 2016 Tania Van Mierlo Beleidskader - Europees Thematische strategie luchtverontreiniging (TSAP) Communicatie Commissie 2005,

Nadere informatie

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 )

Tabel 1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wet luchtkwaliteit stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2 ) Luchtkwaliteit 1.1. Toetsingskader Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen De Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide

Nadere informatie

Luchtverontreiniging en gezondheid

Luchtverontreiniging en gezondheid Luchtverontreiniging en gezondheid Dr. Ir. Moniek Zuurbier GGD Gelderland-Midden 2 Inhoud presentatie Gezondheidseffecten: longen en hart Gevoelige groepen Blootstelling in Nederland Trends Componenten

Nadere informatie

Achtergronddocument Luchtkwaliteit Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Achtergronddocument Luchtkwaliteit Gemeente Utrechtse Heuvelrug Achtergronddocument Luchtkwaliteit Gemeente Utrechtse Heuvelrug Doorn, december 2013 1. Wetgeving en beleid De Wet luchtkwaliteit (verankerd in de Wet Milieubeheer hoofdstuk 5, titel 2) is een implementatie

Nadere informatie

Deeltjesvormige luchtverontreiniging: bronnen, effecten en beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Deeltjesvormige luchtverontreiniging: bronnen, effecten en beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Deeltjesvormige luchtverontreiniging: bronnen, effecten en beleid Indicator 13 december 2005 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Meten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief. Bo Van den Bril en David Roet

Meten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief. Bo Van den Bril en David Roet Meten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief Bo Van den Bril en David Roet Overschrijding kritische last 2/05/2016 2 Afname vermestende deposities 50 45 Vermestende depostie (kg N/(ha.jaar)

Nadere informatie

Aantal dagen waarop de daggemiddelde PM 10 -concentratie groter is dan 50 µg/m³

Aantal dagen waarop de daggemiddelde PM 10 -concentratie groter is dan 50 µg/m³ Aantal dagen waarop de daggemiddelde PM 1 -concentratie groter is dan 5 Indicatorgegevens Naam Aantal dagen waarop de daggemiddelde PM 1 -concentratie groter is dan 5 Definitie Het op een jaar waarop de

Nadere informatie

Achtergronddocument Luchtnota Gemeente Bunnik DEFINITIEF Omgevingsdienst regio Utrecht Juni 2013 kenmerk/ BUN1205.S002

Achtergronddocument Luchtnota Gemeente Bunnik DEFINITIEF Omgevingsdienst regio Utrecht Juni 2013 kenmerk/ BUN1205.S002 Achtergronddocument Luchtnota Gemeente Bunnik 2013-2017 DEFINITIEF Omgevingsdienst regio Utrecht Juni 2013 kenmerk/ BUN1205.S002 opgesteld door beoordeeld door E. Dolman D. van de Belt R. Visser akkoord

Nadere informatie

MIRA 2012 Verspreiding van POP s

MIRA 2012 Verspreiding van POP s MIRA 212 Verspreiding van POP s Emissie van dioxines naar lucht dioxine-emissie (g TEQ) 6 5 4 overige** energie huishoudens 3 2 1 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211* * voorlopige cijfers ** overige: landbouw

Nadere informatie

Aantal dagen met goede luchtkwaliteit.

Aantal dagen met goede luchtkwaliteit. Aantal dagen met goede luchtkwaliteit Indicatorgegevens Naam Definitie Meeteenheid Situering Beleidsdomein Bekommernis Aantal dagen met goede luchtkwaliteit. Percentage dagen met goede luchtkwaliteit.

Nadere informatie

Onderzoek Luchtkwaliteit. Ontwikkeling Raadhuisplein-Haderaplein Haren

Onderzoek Luchtkwaliteit. Ontwikkeling Raadhuisplein-Haderaplein Haren Onderzoek Luchtkwaliteit Ontwikkeling Raadhuisplein-Haderaplein Haren Opdrachtgever: Gemeente Haren Uitvoering: adviesbureau WMA Verantwoording Titel : Onderzoek Luchtkwaliteit ontwikkeling Raadhuisplein-Haderaplein

Nadere informatie

Luchtkwaliteit meten en evalueren

Luchtkwaliteit meten en evalueren Luchtkwaliteit meten en evalueren 5 december 2014 Edward Roekens Overzicht 1. Wat meten we systematisch? 2. Trends 3. Toetsing regelgeving 4. Bronnen van luchtverontreiniging 5. Modellen, campagnes, low-cost

Nadere informatie

Resultaten meetcampagne luchtkwaliteit in Gent bekend

Resultaten meetcampagne luchtkwaliteit in Gent bekend Resultaten meetcampagne luchtkwaliteit in Gent bekend Na een oproep van de Stad Gent stelden vijftig Gentenaars hun gevel ter beschikking om de invloed van het verkeer op de Gentse luchtkwaliteit te onderzoeken.

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Vlaanderen en in uw gemeente. Koen Toté - VMM

Luchtkwaliteit in Vlaanderen en in uw gemeente. Koen Toté - VMM Luchtkwaliteit in Vlaanderen en in uw gemeente Koen Toté - VMM VMM meet de luchtkwaliteit 13/03/2019 3 Luchtkwaliteit in Vlaanderen Waaraan toetsen we? Grens- en streefwaarden van de Europese Unie (EU)

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 24.11.2015 2014/0359(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de goedkeuring

Nadere informatie

Monitoring NSL. Werksessie Veehouderijen. Hans Berkhout RIVM

Monitoring NSL. Werksessie Veehouderijen. Hans Berkhout RIVM Monitoring NSL Werksessie Veehouderijen Hans Berkhout RIVM 1 Werksessie NSL 31 maart 2016 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 1. Doel monitoring NSL 2. Bepalen luchtkwaliteit 3. Resultaten MT2015

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof kost de Vlaming tot 3 gezonde levensjaren. Vlaanderen zal ook in de toekomst moeite hebben om aan de Europese fijn

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 163 van 29/06/99 RICHTLIJN 1999/30/EG VAN DE RAAD van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden,

Nadere informatie

Luchtvervuiling, nog altijd een probleem?

Luchtvervuiling, nog altijd een probleem? Luchtvervuiling, nog altijd een probleem? Frans Fierens wetenschappelijk medewerker van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) aangesteld bij de intergewestelijke cel voor het Leefmilieu (IRCEL) Vlaamse Olympiades

Nadere informatie

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting

Gezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting Gezondheidswinst door schonere lucht Nr. 2018/01 Gezondheidswinst door schonere lucht pagina 2 van 5 De lucht in Nederland is de afgelopen decennia een stuk schoner geworden en voldoet nu vrijwel overal

Nadere informatie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0448 (NLE) VOORSTEL van: ingekomen: 20 december 2013 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 1234 ENER 599

Nadere informatie

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o.

Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o. www.utrecht.nl Milieu en Mobiliteit Expertise Milieu 030-286 00 00 Beoordeling luchtkwaliteit Wilhelminalaan e.o. Resultaten van een nul-onderzoek rapport van de afdeling Expertise Milieu 11 februari 2016

Nadere informatie

MIRA 2011 VERSPREIDING VAN ZWARE METALEN. Emissie van zware metalen naar lucht.

MIRA 2011 VERSPREIDING VAN ZWARE METALEN. Emissie van zware metalen naar lucht. MIRA 211 VERPREIDING VAN ZWARE METALEN Emissie van zware metalen naar lucht P index emissie lucht (1995=1) 12 1 8 6 4 2 1995 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 21* doel 21 * voorlopige cijfers Doel (niet) gehaald

Nadere informatie

Info- en intervisiemoment

Info- en intervisiemoment Info- en intervisiemoment Agenda onthaal stook je gezondheid niet op handhaving bij stoken pauze intervisie lunch Stook je gezondheid niet op Inhoud Inleiding Een onschuldig vuurtje? Lokale aanpak: sensibilisering

Nadere informatie

TRANSITION = Lokaal luchtkwaliteitsbeleid Stad Gent

TRANSITION = Lokaal luchtkwaliteitsbeleid Stad Gent TRANSITION = Lokaal luchtkwaliteitsbeleid Stad Gent Tine Heyse Schepen voor Milieu, Klimaat, Energie en Noord-Zuid Stad Gent 10 oktober 2016 Mobiliteitsplan Gent: Duurzame MODAL SHIFT Bijdrage (lokaal)

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april J. van Rooij Notitie 20120520-03 Ontwikkeling hotelzone Maastricht Aachen Airport Beoordeling luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 26 april 2012 20120520-03 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

Onderzoek Luchtkwaliteit

Onderzoek Luchtkwaliteit Onderzoek Luchtkwaliteit Deze bijlage bevat het luchtkwaliteitsonderzoek en is de verantwoording voor de toelichting (paragraaf 5.10). In de eerste paragraaf van deze bijlage zijn het geldende beleid en

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 2.7.2009 C(2009) 5236 definitief BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 2.7.2009 betreffende de kennisgeving door België van een vrijstelling van de

Nadere informatie

Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden

Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 13 oktober 2008 Kenmerk N011-4522917MTU-evp-V01-NL Luchtkwaliteitonderzoek Lelystad bestemmingsplan De Velden 1 Achtergrond en opzet onderzoek In opdracht

Nadere informatie

Plan MER Mens en Gezondheid Voorstel plan van aanpak. 13 maart 2012

Plan MER Mens en Gezondheid Voorstel plan van aanpak. 13 maart 2012 Plan MER Mens en Gezondheid Voorstel plan van aanpak 13 maart 2012 Scope Plan MER mens & gezondheid Algemeen plan MER: Interpretatie feiten Scope van onderzoek duidelijker formuleren Sinds 2005 heel wat

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Derde kwartaalverslag 2014 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025

Nadere informatie

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer parkeren Spoorzone te Winterswijk Versie 2 december 2008 opdrachtnummer 08-159lucht datum 2 december 2008 opdrachtgever Gemeente Winterswijk Postbus 101 7100 AC Winterswijk

Nadere informatie

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2008 BIJLAGE A Lijst van communautaire wetgeving vastgesteld overeenkomstig het EG-Verdrag waarvan schending een wederrechtelijk handelen in de zin van

Nadere informatie

Samenvatting resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving

Samenvatting resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving Samenvatting: resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving Stuurgroep Genk-Zuid 27 juni 213 Meetplaatsen De VMM meet de luchtkwaliteit in Genk-Zuid op verschillende meetplaatsen. Tabel 1 geeft informatie

Nadere informatie

Dr. Ir. Roel Gijsbers

Dr. Ir. Roel Gijsbers Dr. Ir. Roel Gijsbers r.gijsbers@ens-cleanair.com Slimme, Gezonde en Vitale Stad Leefbaarheid Kwaliteit gebouwde omgeving Groen Infrastructuur & bereikbaarheid Kwaliteit voorzieningen Cultuur & Recreatiemogelijkheden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1790 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit A COMPANY OF Notitie Aan : Y. Muggen (Royal Haskoning) Van : M. Hallmann (Royal Haskoning) Datum : 4 oktober 2011 Kopie : P. van den Eijnden (Royal Haskoning) Onze referentie : 9S6258.H1/N0001/Nijm HASKONING

Nadere informatie

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014

Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014 Luchtkwaliteit Nieuwegein in 2014 Luchtkwaliteit Nieuwegein 2014 dbvision 2/37 Samenvatting Dit rapport doet verslag van de luchtkwaliteit van 2014 binnen de gemeente Nieuwegein. De concentraties zijn

Nadere informatie

Economische impactmodules voor het EUROS model

Economische impactmodules voor het EUROS model ECONOTEC CONSULTANTS (Contracten CG/67/28a & CG/E1/28B) Economische impactmodules voor het EUROS model Synthese Eindrapport K. Marien, J. Duerinck, R. Torfs, F. Altdorfer Studie in opdracht van de Federale

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Monique Meijerink Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Krantenkoppen liegen er niet om Bewoners eisen recht op schone lucht Niks aan de hand, gewoon deuren en ramen dicht Megastal bedreiging voor

Nadere informatie

Rapport luchtkwaliteit 2007. Gemeente Oegstgeest

Rapport luchtkwaliteit 2007. Gemeente Oegstgeest Rapport luchtkwaliteit 2007 Gemeente Oegstgeest Gemeente: Oegstgeest Datum: juni 2009 2 Samenvatting Dit rapport betreft de rapportage over de luchtkwaliteit van de gemeente Oegstgeest in de provincie

Nadere informatie

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg aansluiting 2 rotondes Hamelandweg te Lichtenvoorde Versie opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 7130 AA Lichtenvoorde auteur drs. A.D. Postma INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... I SAMENVATTING... 1

Nadere informatie

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting Overzicht gegevens Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 2 Algemeen 4 2.1 Gebruikte gegevens 4 2.2 Welke stoffen zijn betrokken? 4 2.3 Normen

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Menen. 24 mei 2016

Luchtkwaliteit in Menen. 24 mei 2016 Luchtkwaliteit in Menen 24 mei 2016 Overzicht Deel I: dioxines en PCB s 1. Wat zijn dioxines en PCB s? 2. Wetgeving 3. Meetstrategie VMM 4. Nieuwe meetresultaten 5. Trend 6. Resultaten nabij andere schrootbedrijven

Nadere informatie

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten

Notitie. Luchtkwaliteit Paleis het Loo. 1 Inleiding. 2 Werkwijze en uitgangspunten Notitie Contactpersoon Sander Kamp Datum 7 februari 2017 Kenmerk N001-1233768KMS-evp-V03-NL Luchtkwaliteit Paleis het Loo 1 Inleiding Paleis het Loo is voornemens uit te breiden en een groei te realiseren

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 7.4.2009

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van 7.4.2009 NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.4.2009 C(2009) 2560 definitief BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 7.4.2009 betreffende de kennisgeving van Nederland inzake uitstel van het tijdstip

Nadere informatie