LESBRIEF. Cleo THEMA S : REIZEN FANTASIE VRIENDSCHAP SAMENVATTING: Wij maken kinderdromen waar

Transcriptie

1 THEMA S : REIZEN FANTASIE VRIENDSCHAP SAMENVATTING: is verdrietig. Ze moet zich altijd haasten. Naar de bus. Op school. Ze voelt zich vaak alleen. Daarom gaat ze op zoek naar een andere plek. Een plek waar ze zeemonsters verslaat en waar de wolken smaken naar slagroom. Alleen haar kat mag mee. Maar dat is buiten een jongen gerekend Een ontroerend en sfeervol verhaal over een meisje dat helemaal niet zo alleen is als ze altijd dacht. Voor dagdromers vanaf 5 jaar. maakt op haar reis de meest fantastische dingen mee. Fantasie is prachtig. Met de activiteiten die hieronder beschreven staan, mogen de kinderen dan ook lekker fantaseren! Wanneer u een dikgedrukt vraag ziet, kunt u die direct aan de kinderen stellen. U kunt ook gebruikmaken van deze bijlagen: plattegrond fantasie verhalen tellen Auteur & Illustrator: Sassafras De Bruyn

2 LEESHULPVRAGEN Elke lesbrief van Clavis Uitgeverij bevat vragen om tijdens, voor of na het lezen te stellen. Deze leeshulpvragen zijn, voor uw gemak, van tevoren bedacht. U kunt dan de tijd nemen om de kinderen te observeren: Kunnen de kinderen antwoord geven op de vragen? Begrijpen de kinderen dat ze meegaan in de fantasie van? Zijn de kinderen bekend met de begrippen kaft, titel, voorkant en schrijver? Pagina 1-2 Pagina 3-4 Hoeveel dingen moet jij op een dag? Waarom zou iemand lachen om de bril van? Hoe voelt zich, denk je? Hoe weet je dat? Waarom noemt haar kat dapper? Kan een dier je allerbeste vriend zijn? Waarom wel of waarom niet? Wat bedoelt met haar spullen? Wat pakt ze?

3 Pagina 5-6 Pagina 7-8 Wat is de horizon? Naar wie zwaait, denk je? Hoe voelt zich nu? Hoe weet je dat? Wat denk je dat allemaal heeft meegenomen? Kun je een zin verzinnen bij deze bladzijde? Hoeveel witte vogels tel je? Pagina 9-10 Pagina Wat is een spektakel? Wat ziet in de lucht? Kun je zoiets ook echt in de lucht zien? Hoe zie je dat dit zeebos betoverd is? Hoe zou de jongen heten? Wat ziet nog meer tussen de bomen?

4 Pagina Pagina Zie je de zeemeerminnen? Wijs ze aan. Waar zouden en de jongen dansen, denk je? Hoeveel dozen liggen er in het water? Tel ze maar. Wat is trotseren? Hoe kun je zien dat en de jongen dapper zijn? Zouden zulke zeemonsters ook echt bestaan? Pagina Pagina Met open mond luisteren, hoe ziet dat eruit? Welke kleuren zie je? Hoe komt dat? Waar zou het verhaal over reuzenkikkers nog meer over gaan? Zie je Amadeus de kat? Wijs hem maar aan. Heb je gezien dat de jongen ook een dier als vriend heeft? Welk dier is dat? Hoeveel treden moet een ladder tot aan de wolken hebben, denk je?

5 Pagina Pagina Wat betekent samen kunnen we de wereld aan? Waar zou jij naartoe varen als je was? Hoe voelen en de jongen zich? Hoe kun je dat zien? Wat denk je dat er gebeurd is? Zie je de zeemonsters nog? Wijs ze maar aan. Met wie zou jij samen op een bankje zitten of op reis gaan?

6 SUGGESTIES VOOR NA HET LEZEN VAN HET BOEK. Onderstaande activiteiten kunt u in willekeurige volgorde uitvoeren. Bij elke bijlage vindt u diverse suggesties waarmee de kinderen aan het werk kunnen. Print ter voorbereiding de kaarten uit de bijlagen verhalen en sterren, knip ze uit en lamineer ze voor de stevigheid. Plattegrond De eerste variant van de plattegrond heeft een rooster. Neem pionnen en zet die op de vakken. Laat de pionnen nu een zeereis maken: de kinderen geven aan welke kant de pion op gaat. Hierbij komen de begrippen links, rechts, boven en beneden aan bod. Zet in een van de vakjes een kruis: hier ligt de schat, of hier staat het huis van. Lukt het de kinderen daar te komen? Laat de kinderen de route die vaart ook tekenen, door kruisjes in de vakken te zetten. De boot kan natuurlijk niet op het land varen, dus er mogen alleen kruisjes in de blauwe vakken komen te staan. Zijn er vierkante tegels op jullie schoolplein? Doe dan dezelfde activiteit eens buiten! Teken met stoepkrijt de eilanden en laat de kinderen met kruisjes aangeven hoe de route verloopt. De tweede variant van de plattegrond heeft alleen een rooster, geen eilanden. De kinderen mogen die zelf tekenen. Geef ook eens opdrachten: Kun je een eiland tekenen dat tien vakken groot is? Hoeveel verschillende eilanden van vijf vakken kun je maken? De derde variant van de plattegrond heeft wel eilanden, maar geen rooster. Ook hierop kunnen de kinderen de reis van aangeven, maar ze hoeven zich niet te houden aan de rechte lijnen. Laat ze van de plattegrond een schatkaart maken. De kinderen mogen plaatjes knippen uit tijdschriften en daarmee de plattegrond versieren. Staan er bomen op het eiland? Waar is het huis van? Welke dieren leven er in de zee? Uiteraard kunnen de kinderen dit allemaal ook zelf tekenen! De vierde variant van de plattegrond bestaat uit alleen maar blauwe zee. Hierop kunnen de kinderen zelf hun eilanden tekenen, maar ook enge zeemonsters. Vervolgens stippelen ze een route uit die om de obstakels heen gaat. Laat de kinderen een atlas bekijken. Hierin zien ze allerlei verschillende plattegronden, met verschillende kleuren. Ook zien ze de lijnen die over de kaart lopen. Geef ze er een globe bij. Kunnen jullie ons land ontdekken? Welke route zouden jullie varen als we in een boot zaten?

7 Fantasie Tijdens het lezen van het boek hebben de kinderen al ontdekt dat veel avonturen bedacht heeft. Ze heeft haar fantasie gebruikt! De kinderen gaan dat ook doen. U kunt een tekenopdracht geven, zoals: Wat ziet? Teken een van de zeemonsters die tegenkomt. Of laat de kinderen bedenken wat het volgende avontuur van zal zijn: Welke bijzondere dingen zal ze nog meer tegenkomen? Geef de kinderen allerlei stukken papier in verschillende kleuren, bijvoorbeeld de restjes van een vorige opdracht. Vertel dat ze met dit papier een zeemonster mogen knippen en plakken. Doordat ze met kleine stukken papier werken, moeten ze goed nadenken over de vormen. Het blad uit de bijlage kan ook gebruikt worden als achtergrond voor een vouwwerkje. Laat de kinderen bijvoorbeeld een boot vouwen, waar ze zichzelf op tekenen. Vergroot het blad tot A3-formaat en laat de kinderen met wasco tekenen. Ze kunnen bijvoorbeeld een zeemonster tekenen, of een onbewoond eiland. Geef ze ook eens witte wasco, waarmee ze wolkenbeesten maken. Met blauwe waterverf komen de wolkenbeesten tot leven! Ga naar buiten en laat de kinderen naar de wolken kijken. Als je lang genoeg naar de wolken kijkt, zie je er vanzelf figuren in. Wat zien jullie? Vouw een groot vel papier in drie stukken. Laat een kind op het eerste stuk de kop van een dier tekenen. Een ander kind tekent in het middelste stuk het lijf van een (ander) dier. Weer een ander kind tekent op het laatste stuk een staart. Als het papier opengevouwen wordt, ontstaan de mooiste fantasiedieren! Laat de kinderen zoeken naar afbeeldingen van dieren in tijdschriften. Hiermee gaan ze hun eigen fantasiedieren maken. Ze knippen van verschillende dieren een kop, lijf, poten en staart en ze plakken dit alles aan elkaar. Een tijger met een snavel en vleugels, bijvoorbeeld. Kunnen de kinderen ook een naam bedenken voor hun dier?

8 Verhalen In de bijlage vindt u verhaalkaarten. Vertel de kinderen dat ze hiermee een verhaal gaan vertellen. Net als bij kunnen dit best gekke verhalen worden. Leg de kaarten op tafel en wijs er eentje aan. Laat een kind een verhaal bedenken bij deze kaart. Moeilijker wordt het als er een tweede of derde kaart bij komt. Wie lukt het een leuk verhaal te bedenken? Wat is een zin eigenlijk? Enkele woorden achter elkaar, die bij elkaar passen. Laat de kinderen een zin bedenken bij een willekeurige verhaalkaart. Ik loop naar het huis. Daag ze uit om korte en lange zinnen te bedenken. Ik loop naar het huis van mijn oma. Print de kaarten nogmaals uit, maar lamineer ze nu niet. Laat de kinderen een kaart kiezen, waarbij ze een tekening maken. De kaart plakken ze op de tekening. Gebruik hiervoor het tekenblad dat als bijlage toegevoegd is. Onder aan dat blad kunnen de kinderen met uw hulp een zin schrijven die bij de tekening past. Gebruik de verhaalkaarten ook om mee te rijmen. Geef de kinderen een willekeurige verhaalkaart en vraag: Welk woord rijmt? U kunt ze helpen door een rijmzin te maken: Ik zit op de fiets en ik zie (niets). Schrijf de woorden eens op: ook kinderen die nog niet kunnen lezen, zien dat de rijmwoorden er bijna hetzelfde uitzien. Speel een rijmspel. Leg alle kaarten met de afbeelding naar beneden op tafel. Eén kind mag een kaart omdraaien. Wanneer dit kind een rijmwoord kan bedenken, mag hij de kaart houden. Nu is het volgende kind aan de beurt. Wie heeft de meeste kaarten? Waarom horen de woorden bij elkaar? Leg de kaarten weer met de afbeelding naar beneden op tafel. Een kind mag nu twee kaarten omdraaien. Als hij kan vertellen waarom deze kaarten bij elkaar horen, mag hij beide kaarten houden. Bijvoorbeeld: De zonnebril en het ijsje horen bij elkaar, omdat je ze allebei in de zomer gebruikt. Soms is het moeilijk: waarom horen een fiets en een schaar bij elkaar?

9 Sterren plukt de sterren uit de bomen en bewaart ze. Ze brengen geluk! Print voldoende sterren uit, minimaal drie vellen. Hiermee kunnen de kinderen bij elke getalkaart evenveel sterren leggen. Kennen de kinderen de getallen van nul tot en met vijftien? Print de sterren zes keer en snijd de kaarten. Laat een kind een dobbelsteen gooien, de stippen tellen en evenveel sterren plukken. Wie heeft uiteindelijk de meeste sterren? Speel het spel ook eens met een getaldobbelsteen. Herkennen de kinderen de getallen? Maak twee setjes van de getalkaarten. Draai ze allemaal met de afbeelding naar beneden. Nu kunnen de kinderen een parenspel (memory) spelen. Eén kind draait twee kaarten om. Zijn ze gelijk? Dan mag dit kind het paar houden. Wie kan er wel een beetje extra geluk gebruiken? Vertel de kinderen dat ze een ster mogen uitdelen aan iemand die ze lief vinden of aan iemand die iets knaps heeft gedaan. Op deze manier leren ze complimenten geven aan een ander. Print de sterren en laat de kinderen de stervorm uitknippen. Een goede knipoefening: leer de kinderen hoe ze vanuit de punt naar het midden toe knippen. Zo hoeven ze met hun schaar geen bochten te maken. De uitgeknipte sterren kunnen op een tekening geplakt worden, bijvoorbeeld bij een tekenopdracht die hierboven beschreven staat.

10 BIJLAGE: PLATTEGROND

14 BIJLAGE: FANTASIE

15 BIJLAGE: VERHALEN

19 BIJLAGE: STERRENTELLEN

23 BIJLAGE: STERREN TELLEN