verzinnen de kinderen rijmwoorden of woorden met eenzelfde begin- of eindrijm tijdens een spel met sneeuwballen van papier.

Transcriptie

1 12. Sneeuwballenrijm Tijdens deze activiteit: verzinnen de kinderen rijmwoorden of woorden met eenzelfde begin- of eindrijm tijdens een spel met sneeuwballen van papier. Taal Ontluikende en beginnende geletterdheid Fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe Groep 1 Groep 2 Geeft aan of twee woorden Herkent en benoemt enkele hetzelfde of verschillend zijn. letters. Herkent afzonderlijke woorden Doet mee aan in een zin (legt een blokje voor woord/klankspelletjes. ieder woord). Benoemt een aantal letters Herkent eindrijm. correct. Hoort het verschil tussen lange en korte woorden. Past beginrijm toe. Motoriek Grote motoriek Groep 1 Groep 2 Gooien en vangen Gooit een grote, zachte bal Gooit een grote, zachte bal naar richting een ander. een ander zodanig dat die hem kan vangen. Vangt een met een boog aangegooid pittenzakje. de sneeuwbal (wit, koud, rond, de sneeuw) luisteren rijmen gooien in het midden pagina 1 van 7

2 oud papier waar proppen van gemaakt kunnen worden geprinte plaatjes van o.a. geschikte woordkaarten en woorden die erop rijmen, zie ook bijlage plakband of doorzichtig plakfolie liedje Sneeuwt het al?, Print verschillende plaatjes uit waar goed op gerijmd kan worden. Denk bijvoorbeeld aan een plaatje van Sil en Lis en aan de woordkaarten, zoals ijs, sjaal, want, (winter)jas, (slag)room, (stempel)kaart, (ijs)beer, (ijs)baan, wak, (sneeuw)bal. Print hier ook plaatjes van woorden die erop rijmen bij. Denk bijvoorbeeld aan woordkaartwoorden uit andere thema s (zie bijlage voor de plaatjes): Sil bril, Lis vis, ijs paleis, want hand, sjaal (fruit)schaal, (winter)jas gras, (slag)room (appel)boom, (stempel)kaart haard, ijsbaan banaan, sneeuw leeuw, ijsbeer peer, wak gebak, (sneeuw)bal afval. Maak proppen van papier of laat de kinderen deze voorafgaand aan de activiteit zelf maken. Dit zijn de sneeuwballen. Plak de plaatjes op de sneeuwballen, bijvoorbeeld met gebruik van doorzichtig plakfolie. Zet het liedje ik wil sneeuw klaar op het digibord. Ga met de kinderen en Sil en Lis in de kring zitten. Kijk en luister eerst met elkaar naar dit liedje over sneeuw op het digibord. Horen de kinderen dat de zinnen in het liedje op elkaar rijmen? Speel het liedje desgewenst een paar keer af, zodat de kinderen mee kunnen zingen en bewegen op de sneeuwdans. Wijs dan op de proppen papier in het midden en vertel dat dit sneeuwballen zijn en dat de kinderen de sneeuwballenrijm mogen gaan doen. Sil pakt de sneeuwbal met het plaatje van Lis erop en laat deze aan de kinderen zien. Wat staat er op het plaatje? Lis! Vraag aan Lis of zij misschien een woord kent dat op haar naam rijmt. Dat weet Lis wel: mis. Spreek de rijmwoorden uit en vraag de kinderen om goed te luisteren naar beide woorden. Weten de kinderen ook een woord dat op Lis rijmt? Of een woord dat ook op een s eindigt, of ook met een l begint? Wijs dan op de sneeuwballen die op de grond liggen. Vraag één of twee kinderen om te zoeken naar een sneeuwbal met een plaatje van een woord dat op Lis rijmt of ook de letter s als laatste letter heeft. En wie ziet een woord dat ook met een l begint? Bekijk op deze manier alle sneeuwballen en laat de kinderen de ballen die erbij horen zoeken. pagina 2 van 7

3 Leg de sneeuwballen weer door elkaar op de grond. De kinderen zitten of staan weer in de kring. Nu mag één van de kinderen een sneeuwbal pakken en voorlezen wat er op de sneeuwbal staat. Dan mag hij of zij de sneeuwbal naar één van de andere kinderen in de kring gooien. Dit kind mag dan een rijmwoord op het woord op de sneeuwbal bedenken en uitspreken. Vervolgens mag dit kind een nieuwe sneeuwbal uit de kring pakken en voorlezen en weer naar iemand anders gooien. Rijmen de kinderen mee tijdens het sneeuwballenrijmgevecht? U kunt alle rijmwoorden die de kinderen verzinnen bijhouden door deze op te schrijven op het bord. Praat na over de activiteit door alle woorden en door de kinderen bedachte rijmwoorden nog eens op te noemen. Geef de kinderen complimenten voor hun goede gerijm. Sluit de activiteit af door alle sneeuwballen weer bij elkaar te zoeken en deze in rijmparen aan touwtjes vast te maken en op te hangen in de klas. Dit kan gemakkelijk door een gaatje in het papier te maken met een perforator, waardoor het touwtje vastgemaakt kan worden. De extra rijmwoorden die de kinderen hebben bedacht, kunnen hier natuurlijk ook bij opgehangen worden. Intensief arrangement Houd voor de kinderen die het intensief arrangement krijgen aangeboden het spel klein. Laat hen bijvoorbeeld alleen de laatste letters van de woorden op de sneeuwballen lezen. Help hen hierbij waar nodig en doe voor. Spreek bijvoorbeeld het woord uit en laat de kinderen dan het woord en vervolgens de laatste letter herhalen. Kennen de kinderen nog een woord dat op diezelfde letter eindigt? Verdiept arrangement Geef de kinderen met een verdiept arrangement meer autonomie en laat hen vrijer in het verzinnen van rijmwoorden. Focus hierbij wat meer op langere woorden. Zoek rijmpjes over de winter, sneeuw en ijs en lees deze voor aan de kinderen. Horen de kinderen het rijm, het beginrijm en/of het eindrijm? pagina 3 van 7

4 Rijmwoorden pagina 4 van 7

5 pagina 5 van 7

6 pagina 6 van 7

7 pagina 7 van 7