CONTROLE- EN RAPPORTAGEPROTOCOL 2003 Abw, IOAW, IOAZ/WFA en WIK

Transcriptie

1 CONTROLE- EN RAPPORTAGEPROTOCOL 2003 Abw, IOAW, IOAZ/WFA en WIK

2 Bijlage bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW, IOAZ en artikel 7, eerste lid, van de Regeling administratieve uitvoerin gsvoorschriften Wik. De krachtens artikel 130, vijfde lid van de Abw, artikel 52, vijfde lid, van de IOAW, artikel 52, vijfde lid, van de IOAZ en artikel 33, vijfde lid, van de WIK te stellen regels inzake de accountantsverklaring bij het verslag over de uitvoering en het onderzoek dat resulteert in de accountantsverklaring Abw, IOAW en IOAZ en de accountantsverklaring WIK. CONTROLE- EN RAPPORTAGEPROTOCOL 2003 Abw, IOAW, IOAZ/WFA en WIK Inleiding De Abw, IOAW, IOAZ en WIK worden door, dan wel onder, verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders uitgevoerd. Zij doen per kwartaal een opgave van de over die periode ten laste van de gemeente gebleven kosten, door middel van een declaratie zoals bedoeld in artikel 1, onder f, van de Regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW en IOAZ (verder te noemen: Rfa) en artikel 4, tweede lid, van de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften (Rau-Wik). Na afloop van ieder jaar legt het College van Burgemeester en Wethouders verantwoording af over de uitvoering van de hier bedoelde wetten door middel van een verslag over de uitvoering. Het verslag omvat mede de kostenopgaven voor de ten laste van de gemeente gebleven kosten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, b, c, d en e, artikel 12, eerste lid, onder a, b, c en d, van de Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ (verder te noemen: WFA), artikel 1, onder c, artikel 4, eerste lid, onder b, en artikel 5 van de Rau-Wik. Voor de kostenopgaven WFA en WIK is het kasstelsel van toepassing. Hoewel hier in de lijn van de vigerende regelgeving het begrip kosten wordt gehanteerd, wordt hiermee bedoeld de gemeentelijke uitgaven en ontvangsten gedurende het verantwoordingsjaar. De ten laste van de gemeente gebleven kosten bestaan derhalve uit de gemeentelijke uitgaven en ontvangsten waarvoor per te onderscheiden uitgaven/ontvangstensoort verschillende percentages rijksvergoeding gelden (75%, 90% of 100%). Ingevolge artikel 7, tweede lid, van de Rfa, en artikel 7, tweede lid, van de Rau-Wik draagt het College van Burgemeester en Wethouders zorg voor de tijdige inzending van het verslag, de kostenopgaven en de daarop betrekking hebbende accountantsverklaringen. Deze verklaringen worden afgegeven op basis van een onderzoek dat met inachtneming van het ter zake vastgestelde controle- en rapportageprotocol is uitgevoerd. Gemeenten zijn verplicht zich over de uitvoering van de Abw, IOAW, IOAZ en WIK te verantwoorden. Na afloop van het verantwoordingsjaar verstrekken gemeenten hiertoe een verslag over de uitvoering aan het ministerie van SZW. Het verslag moet zijn voorzien van de verklaringen van de deskundige belast met de in artikel 213 van de in de Gemeentewet voorgeschreven controle omtrent de getrouwheid 1 van het verslag over de uitvoering inclusief de opgave van de ten laste van de gemeente gebleven kosten WFA en WIK. Het model van het verslag Abw, IOAW, IOAZ en WIK 2003 ligt met ingang van 20 november 2002 ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Stcrt. 14 november 2002, nr. 220) en is bij circulaire van 22 november 2002, 1 Waaronder de rechtmatigheid van het handelen door de gemeente. 2

3 kenmerk Intercom/2002/86968, aan gemeenten toegezonden. De bij de gemeente fungerende accountant geeft door middel van de accountantsverklaring een oordeel over de getrouwheid van de in het verslag over de uitvoering opgenomen informatie over de wetsuitvoering waaronder de rechtmatigheid inclusief de opgave van de ten laste van de gemeente gebleven kosten WFA en WIK. In de bijlagen bij de accountantsverklaring ( rapportages naar aanleiding van het accountantsonderzoek ) wordt door de accountant gerapporteerd. Dit geschiedt mede aan de hand van alle aandachtspunten opgenomen in hoofdstuk 2 van dit controle- en rapportageprotocol. Ten aanzien van het gestelde in hoofdstuk 2 kan de accountant gebruik maken van en kan hij verwijzen naar het door de gemeente opgestelde verslag over de uitvoering Abw, IOAW, IOAZ en WIK Verslag over de uitvoering Het verslag over de uitvoering is opgebouwd uit de volgende onderdelen: Onderdeel A Beeld omtrent de wetsuitvoering. Verantwoording omtrent tekortkomingen rechtmatigheid. Onderdeel B Facultatieve verantwoordingsonderdelen Onderdeel C Gegevens omtrent de aanwending van het overschot Onderdeel D Opgave van de ten laste van de gemeente gebleven kosten Het onderdeel A is een verplicht verantwoordingsonderdeel. In het model verslag over de uitvoering 2003 is aangegeven welke elementen in die verantwoording moeten worden betrokken (hoofdstuk 2): 2.2 Gemeentelijk beleid Beleidsplan en beleidsverslag Toeslagenbeleid 2.3 Uitvoering rechtmatigheid Abw, IOAW en IOAZ Aanvraag levensonderhoud Heronderzoek Beëindigingsonderzoek Vaststellen terugvordering Vaststellen verhaal (alleen Abw) Beheer debiteuren terugvordering en verhaal Boete 2.4 Uitvoering rechtmatigheid WIK Aanvraag levensonderhoud Heronderzoek Beëindigingsonderzoek Vaststellen terugvordering Boete Het onderdeel A wordt betrokken in het accountantsonderzoek dat met inachtneming van dit controle- en rapportageprotocol wordt uitgevoerd (hoofdstuk 2 van dit protocol). Waarbij voor de Abw, IOAW en IOAZ een accountantsverklaring kostenopgave opgesteld dient te worden en een afzonderlijke accountantsverklaring kostenopgave voor de WIK. Onderdeel B maakt geen onderdeel uit van het accountantsonderzoek. In onderdeel C wordt door de gemeente de aanwending van een (eventueel) overschot op de 3

4 ontvangen gebudgetteerde uitkering verantwoord. De gegevens in onderdeel C dienen primair om een landelijk inzicht te verkrijgen in bepaalde effecten van de uitvoering. Gemeenten worden niet aangesproken op deze effecten. Deze uitvraag heeft betrekking op artikel 5 van de WFA. Het is niet verplicht de gegevens omtrent de aanwending van een (eventueel) overschot te betrekken in het accountantsonderzoek. Onderdeel D betreft de opgave van de ten laste van de gemeente gebleven kosten (de kostenopgave met de bijlagen). Onderdeel D wordt betrokken in het accountantsonderzoek dat met inachtneming van dit controle- en rapportageprotocol wordt uitgevoerd (hoofdstuk 4 van dit protocol). Het controle- en rapportageprotocol 2003 heeft de volgende indeling: 1. Algemene uitgangspunten 1.1 Het accountantsonderzoek 1.2 Het verslag over de uitvoering en de accountantsverklaring Het onderwerp van onderzoek De reikwijdte van de accountantsverklaring De te hanteren toleranties De rapportagevoorschriften 1.3 De aandachtspunten inzake de rechtmatigheid van de wetsuitvoering Het onderwerp van onderzoek De te hanteren goedkeurings- en controletoleranties De rapportagevoorschriften 2 Lijst van aandachtspunten Abw, IOAW en IOAZ en lijst van aandachtspunten WIK 2.1 Algemeen 2.2 Gemeentelijk beleid 2.3 Uitvoering rechtmatigheid Abw, IOAW en IOAZ Aanvraag levensonderhoud / verlening dan wel voortzetting van de bijstand Heronderzoek Beëindigingsonderzoek Vaststellen terugvordering Vaststellen verhaal Beheer debiteuren terugvordering en verhaal Boete 2.4 Uitvoering rechtmatigheid WIK Aanvraag levensonderhoud Heronderzoek Beëindigingsonderzoek Vaststellen terugvordering Boete 3. Opgave ten laste van de gemeente gebleven kosten 3.1 Onderzoek naar de aansluiting tussen kostenopgave WFA en de declaraties 3.2 Onderzoek naar de gegevens in de kostenopgave WFA Bevoegdheid aangaande bijstandsverlening ondernemers in de binnenvaart Juistheid bedragen voor kosten van uitvoering ondernemers in de binnenvaart Juistheid bedragen kosten van onderzoek bijstandsverlening zelfstandigen Juistheid bedragen kosten van begeleiding bijstandsverlening zelfstandigen 2 In dit protocol is een splitsing aangebracht tussen enerzijds de Abw, IOAW en IOAZ en anderzijds de WIK. Paragraaf 2.4 van dit protocol komt overeen met de onderwerpen van paragraaf 2.3 van het model Verslag over de Uitvoering

5 3.2.5 Tijdigheid en juistheid van besluiten opgenomen in de mutatieverslagen Juistheid aansluiting, mutaties en saldi t.a.v. de mutatieverslagen Juistheid van kosten van aanvullende bijstand en ontvangsten bij cessie van inkomsten Juistheid van de t.l.v. de gemeente gebleven kosten in een kalenderjaar Juistheid en volledigheid van de bedragen over de verschillende rubrieken Juistheid bedragen en aantallen zijn 3.3 Onderzoek naar de aansluiting tussen kostenopgave WIK en de declaraties 3.4 Onderzoek naar de gegevens in de kostenopgave WIK Vaststellen dat de in de kostenopgave verantwoorde bedragen juist en volledig en aansluiten met de gemeentelijke administratie ter zake Vaststellingen (zie paragraaf) ten aanzien van de mutatieverslagen bij de kostenopgave Vaststellen dat gebruik is gemaakt van het van toepassing zijnde model voor de kostenopgave en dat deze volledig en tekstmatig ongewijzigd is ingevuld 4. Accountantsverklaring Abw, IOAW en IOAZ / WFA 2003 en Accountantsverklaring WIK 2003 In dit protocol gebruikte afkortingen: Abw Algemene bijstandswet; Bbz Bijstand besluit zelfstandigen; Bwr-Wik Besluit weigering rijksvergoeding Wet inkomensvoorziening kunstenaars; CWI Centrum voor werk en inkomen; IOAW Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; IOAZ Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; Rau Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Abw, IOAW en IOAZ 1996 laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 12 december 2000, Stcrt. 251; Rau-Wik Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wet inkomensvoorziening kunstenaars; Rfa Regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW en IOAZ, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt nummer 15; SUWI Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen; UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen; Vodu Verslag over de uitvoering Abw, IOAW en IOAZ 2003; WFA Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ; WIK Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars. 5

6 1 Algemene uitgangspunten 1.1 Het accountantsonderzoek Het onderzoek door de accountant omvat: a) De getrouwheid van de in het verslag over de uitvoering opgenomen informatie; b) De rechtmatigheid van de wetsuitvoering (onderdeel A & D van het verslag). Ad a) De controle richt zich op de getrouwheid van de in het verslag over de uitvoering 2003 opgenomen informatie over de wetsuitvoering van de gemeente en de rechtmatigheid van de uitvoering. In de situatie dat het College van Burgemeester en Wethouders uitvoering geven aan een door de gemeenteraad vastgesteld verbeterplan ter opheffing van door de gemeente zelf geconstateerde tekortkomingen in de uitvoering van de Abw, IOAW, IOAZ en/of WIK, is dat geen reden voor een verminderde omvang van het onderzoek en/of andersoortige wijze van rapportering. Ongeacht de uitvoering van het gemeentelijk verbeterplan dient over de feitelijke stand van zaken in de uitvoering door de accountant een oordeel te worden gegeven. Ad b) De controle richt zich op: de opgave van de ten laste van de gemeente gebleven kosten WFA en WIK (de kostenopgaven); de bij de kostenopgaven behorende bijlagen, te weten: Abw, IOAW en IOAZ - het mutatieverslag terugvordering (voor Abw/IOAW/IOAZ); - het mutatieverslag verhaal (voor Abw); - het mutatieverslag debiteuren leenbijstand onder beding van krediethypotheek (voor Abw); - het mutatieverslag debiteuren overbruggingsuitkeringen (voor Abw); - het mutatieverslag geldleningen (voor Abw/ Bz incl. Bob ); - het mutatieverslag boeten (voor Abw, IOAW en IOAZ); en WIK - het mutatieverslag geldleningen; - het mutatieverslag terugvordering; - het mutatieverslag boeten; - het mutatieverslag debiteuren leenbijstand onder beding van krediethypotheek WIK; de bij de opgaven behorende kwartaal-, aanvullende- en slotdeclaraties. 1.2 Het verslag over de uitvoering en de accountantsverklaring Het onderwerp van onderzoek Het onderzoek richt zich op de getrouwheid van de informatie over de wetsuitvoering en de rechtmatigheid van de uitvoering alsmede naar de hiermee verband houdende verantwoorde uitgaven en ontvangsten op titel van de WFA en WIK zoals deze in de opgaven van de ten laste van de gemeente gebleven kosten (de kostenopgaven met bijlagen) zijn verantwoord. Het onderzoek omvat de getrouwheid van de informatie over de wetsuitvoering waaronder de rechtmatigheid zoals door de gemeente is verantwoord in het verslag over de uitvoering Abw, IOAW, IOAZ en WIK 2003 alsmede de financiële gevolgen van de wetsuitvoering opgenomen in de ingediende (kwartaal-, aanvullende- en slot)declaraties. Hierbij wordt vastgesteld of de in deze declaraties opgenomen aantallen en bedragen aansluiten met de gemeentelijke administratie 6

7 en met de gegevens in de kostenopgaven en de bijbehorende bijlagen. Indien deze aansluiting is vastgesteld, vormen deze declaraties de specificatie van de gedurende het jaar gerealiseerde kostensoorten (uitgaven en ontvangsten en uitgaven naar categorieën van personen). Het onderzoek strekt zich mede uit over de gemeentelijke administratie. Deze moet toereikend zijn om een getrouwe weergave van de uitvoering in het uitvoeringsproces te kunnen bieden. Een adequate opzet en werking van de administratieve organisatie en daarmee verbonden maatregelen van interne controle waaronder begrepen de processen gericht op een wetsconforme uitvoering en kwaliteitshandhaving is van belang. Eén van de aandachtsgebieden in het onderzoek of beslissingen in het kader van deze wetten zijn genomen door of namens het/de beslissingsbevoegde orgaan/persoon (onderdeel van de rechtmatige wetsuitvoering) De reikwijdte van de accountantsverklaring De accountantsverklaring heeft betrekking op de getrouwheid van de informatie over de wetsuitvoering waaronder de rechtmatigheid in het verslag over de uitvoering Abw, IOAW, IOAZ en WIK 2003 (onderdeel A) en de opgave van de ten laste van de gemeente gebleven kosten de kostenopgaven met bijlagen WFA en WIK (onderdeel D); hierbij wordt mede rekening gehouden met de voorwaarden van de WFA en de WIK. De minister stelt de ten laste van de gemeente gebleven kosten vast op basis van alle beschikbare gegevens. Ook als de strekking van de accountantsverklaring goedkeurend is, betekent dit niet dat dan de ten laste van de gemeente gebleven kosten, altijd conform hetgeen in de kostenopgave is verantwoord, worden vastgesteld. Op grond van overige beschikbare informatie (zoals: eventueel aanvullende rapportage van de Hoofdinspecteur Werk en Inkomen) kan de minister besluiten om, gelet op artikel 11 WFA en artikel 38, derde lid, WIK de ten laste van de gemeente gebleven kosten niet (geheel) te vergoeden. Nadere regels hieromtrent zijn opgenomen in de Rfa (artikel 8 van de Rfa) en in het Besluit weigering rijksvergoeding WIK (artikel 3) De te hanteren toleranties De bedragen opgenomen in de kostenopgaven WFA en WIK moeten exact aansluiten met de ingediende declaraties. Deze exacte aansluiting met genoemde declaraties geldt ook voor de uitgaven en ontvangsten welke in de bijlagen bij de kostenopgave zijn opgenomen, alsmede voor de aansluiting tussen de in deze bijlagen opgenomen saldi per aanvang van het betreffende jaar en de saldi per ultimo van het voorgaande jaar. De goedkeuringstolerantie voor genoemde aansluitingen is nihil. Foutcompensatie is niet toegestaan. Voor de getrouwheid van de bedragen opgenomen in de kostenopgave en de rechtmatigheid van de wetsuitvoering geldt een goedkeuringstolerantie van 5% over de kostenopgave WFA als geheel en 5% over de kostenopgave WIK als geheel. Voor de niet in geld uit te drukken tekortkomingen in de uitvoering is het aan de accountant om te oordelen of het verslag over de uitvoering van de gemeente een getrouwe weergave geeft van de wetsuitvoering waaronder de rechtmatigheid De rapportagevoorschriften De controle van het verslag over de uitvoering 2003 wordt afgesloten met twee accountantsverklaringen; één voor de Abw, IOAW, IOAZ en WFA en één voor de WIK. De accountantsverklaringen omvatten het oordeel over de getrouwheid van de in het verslag over de uitvoering opgenomen informatie over de wetsuitvoering waaronder de rechtmatigheid, waarin begrepen de bedragen en kwantiteiten (aantallen uitkeringontvangenden, verstrekkingen en debiteuren). Voor de verklaring moet gebruik gemaakt worden van de door het ministerie verstrekte formulieren. Deze formulieren zijn hiervoor voorzien van een uniek kenmerk per gemeente. 7

8 Indien de verklaringen een niet goedkeurende strekking hebben (bij overschrijding van de tolerantie en/of bij een niet getrouwe weergave van de feitelijke wetsuitvoering) moet dit in de verklaringen worden aangegeven in een vervolgblad. De rapportagetolerantie is 0%. In de bijlage bij de accountantsverklaringen de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek, worden de geconstateerde fouten en de oorzaken hiervan gerapporteerd. De fouten moeten worden gekwantificeerd, waarbij zowel bij de financiële als bij de niet -financiële fouten wordt aangegeven wat de geconstateerde fout voor betekenis heeft voor het oordeel van de accountant op dat specifieke onderdeel van de uitvoering. 1.3 De aandachtspunten inzake de rechtmatigheid van de wetsuitvoering Het onderwerp van onderzoek Het onderwerp van onderzoek is de getrouwheid van de verantwoordingsgegevens die in het verslag over de uitvoering zijn opgenomen. Uitgangspunt bij deze toets zijn de normen zoals die ontleend worden aan de geldende wet - en regelgeving. In het verslag over de uitvoering rapporteert de gemeente op systematische wijze of voldaan is aan de wettelijke normen. In de aandachtspuntenlijst (zie hoofdstuk 2 van dit protocol) zijn díe bepalingen uit wet - en regelgeving opgenomen die van belang zijn bij de rapportage over de wetsuitvoering. Het is noodzakelijk dat bij de aandachtspunten de opzet, het bestaan en de werking van de administratieve organisatie en interne controle, alsmede de opzet en uitvoering van de operationele behandelingsprocessen worden getoetst. Het gaat hierbij onder meer om: De aanwezigheid van documenten (bv. liggen aan de uitkeringen dan wel vorderingen juiste en volledige besluiten ten grondslag); De overeenstemming van de in de besluiten vastgestelde hoogte van de uitkeringen met de op dat moment geldende wettelijke bedragen, enz; De verplichte handelingen (bv. zijn zo nodig bedragen teruggevorderd dan wel op derden verhaald); De procedures met daaraan verbonden termijnen (bv. hebben de her-, debiteuren- en beëindigingsonderzoeken tijdig plaatsgevonden) De te hanteren goedkeurings- en controletoleranties Bij de aandachtspunten kan een onderscheid worden gemaakt in wel - en niet in geld te waarderen aandachtspunten. Voor de getrouwheid van de informatie over de wetsuitvoering zoals door de gemeente verantwoord in het verslag over de uitvoering (de in geld uit te drukken tekortkomingen) geldt een goedkeuringstolerantie van 5% over de kostenopgave WFA (het totaal aan rijksvergoeding en uitkering) en kostenopgave WIK (het totaal aan rijksvergoeding) als geheel. Foutcompensatie is niet toegestaan; bijvoorbeeld in situaties waarbij ten onrechte teveel dan wel te weinig aan uitkeringen is verstrekt. In beide situaties is het een fout die gecumuleerd moet worden. 8

9 1.3.3 De rapportagevoorschriften De controle van de aandachtspunten wordt voor de Abw, IOAW en IOAZ en voor de WIK afgesloten met een rapportage naar aanleiding van het accountantsonderzoek, zie hoofdstuk 2 van dit protocol. Per aandachtspunt dient de accountant zijn bevindingen te rapporteren. Hij kan hierbij gebruik maken van of verwijzen naar hetgeen de gemeente in haar verslag over de uitvoering heeft vermeld. Het verantwoorden en kwantificeren van tekortkomingen is niet vormvrij. De rapportering moet een getrouw beeld geven van de werkelijke situatie, omdat de informatie een belangrijke rol kan spelen bij de vaststelling van de ten laste van de gemeente gebleven kosten. Kwantificering volgens de aspectenmethode Hiervoor wordt verwezen naar de handreiking behorende bij het Verslag over de Uitvoering Abw, IOAW, IOAZ en WIK 2003 en het supplement bij de circulaire van 31 juli 2001, kenmerk TZ/TG/2001/ Per aandachtspunt / per product verantwoordingselement worden de tekortkomingen voor elk onderdeel door de gemeente gekwantificeerd gerapporteerd. Zo mogelijk worden hierbij ook de bedragen vermeld. Ook wordt de geschatte invloed van de fout/tekortkoming geëxtrapoleerd naar het gehele aandachtspunt (in bedragen respectievelijk kwantiteiten). Kwantificering niet volgens de aspectenmethode Indien de (interne) onderzoeken en rapportages van gemeenten en gemeenteaccountants niet volgens de aspectenmethode plaatsvinden, is de kwantificering en rapportering van tekortkomingen als volgt. Per aandachtspunt / per product worden de bevindingen gekwantificeerd gerapporteerd (ook indien de fouten binnen de tolerantie blijven). De kwantificering bestaat uit vermelding van het aantal verrichte waarnemingen en van het aantal waarnemingen waarin de fout/tekortkoming is geconstateerd. Per aandachtspunt / per product verantwoordingselement worden de tekortkomingen voor elk onderdeel door de gemeente gekwantificeerd gerapporteerd. Zo mogelijk worden hierbij ook de bedragen vermeld. Ook wordt de geschatte invloed van de fout/tekortkoming geëxtrapoleerd naar het gehele aandachtspunt (in bedragen respectievelijk kwantiteiten). De omvang van een tekortkoming kan op drie manieren worden omschreven namelijk: 1) exact, 2) het geldelijk bezwaar/beslag en 3) een percentage foutwaarnemingen. Welke omschrijving van toepassing is hangt af van het soort tekortkoming. Voor voorbeelden wordt verwezen naar het supplement bij de circulaire van 31 juli 2001, kenmerk TZ/TG/2001/ Voorzover sprake is van een tekortkoming waarvan niet kan worden vastgesteld of en voor welk bedrag de ten laste van de gemeente gebleven kosten buiten aanmerking moeten worden gelaten c.q. waarvan het financiële beslag niet kan worden vastgesteld, kan met een feitelijke weergave worden volstaan met vermelding van het aantal verrichte waarnemingen en het aantal waarnemingen waarbij de tekortkoming is geconstateerd en de aard en duur van de tekortkoming. Per aandachtspunt / per product van verantwoordingselementen geeft de accountant in zijn rapportage in de bijlagen bij de accountantsverklaring tevens een conclusie. 9

10 2 Lijst van aandachtspunten Abw, IOAW en IOAZ en lijst van aandachtspunten WIK 2.1 Algemeen De eventuele opmerkingen, vermeld in een accountantsverklaring over een voorgaand dienstjaar, bezien op afwikkeling. Indien de opmerking over de afwikkeling alleen voor een bepaalde wet geldt dit uitdrukkelijk vermelden in de bijlage bij de accountantsverklaring rapportages n.a.v. het accountantsonderzoek. 2.2 Het gemeentelijk beleid - Beleidsplan en beleidsverslag (paragraaf in model Verslag over de Uitvoering 2003) - Toeslagenbeleid (paragraaf in model Verslag over de Uitvoering 2003) De accountant dient in dit kader vast te stellen: a. Dat er, conform de artikelen 118 Abw en 42 IOAW/IOAZ een beleidsplan en een beleidsverslag Abw, IOAW en IOAZ tot stand is gekomen; b. Dat deze tenminste zijn gericht op de onderwerpen genoemd in artikel 118 Abw resp. art. 42 IOAW/IOAZ; c. Dat deze elk kalenderjaar door de gemeenteraad zijn vastgesteld; d. Dat bij verordening is vastgesteld voor welke categorieën de bijstandsnorm wordt verhoogd of verlaagd, en op grond van welke criteria de hoogte van die verhoging of verlaging wordt bepaald (art. 38 eerste lid Abw); e. Dat deze verordening tevens voldoet aan de overige relevante bepalingen van de Abw (o.a. de overige leden van artikel 38, Abw). De relevante wetsartikelen voor de oordeelsvorming door de accountant zijn hierboven al vermeld. In paragraaf 2.2 (2.2.1 en 2.2.2) van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. Bij het gemeentelijk beleid moet getoetst worden aan de volgende punten: - Is een beleidsplan en/of een beleidsverslag aanwezig; - Is in het beleidsplan en het beleidsverslag aandacht geschonken aan tenminste de in artikel 118, Abw resp. art. 42, IOAW/IOAZ genoemde onderwerpen; - Is het beleidsplan voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar door het College van Burgemeester en Wethouders vastgesteld (is dat niet het geval dan wordt vermeld per welke datum vaststelling heeft plaatsgevonden); - Is het beleidsplan door de gemeenteraad goedgekeurd / vastgesteld; - Per welke datum het beleidsverslag over het voorafgaande jaar door de gemeenteraad is vastgesteld. 10

11 2.3 Uitvoering rechtmatigheid Abw, IOAW en IOAZ Aanvraag levensonderhoud A. Het recht op uitkering (aanvraag levensonderhoud Abw, IOAW en IOAZ) Vaststellen dat besluiten inzake het recht op uitkering bij de aanvraag in overeenstemming met de wet zijn genomen. Bij de oordeelsvorming moeten de volgende aspecten worden betrokken: 1) Gemeentelijke verordeningen, beleidsplannen en werkinstructies welke van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering; 2) Toepassing kring van rechthebbenden; 3) Hebben burgemeester en wethouders bij de toekenning van de bijstand rekening gehouden met de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de betrokken persoon, de noodzakelijkheid van de kosten en de aanwezigheid van voorliggende voorzieningen; 4) Zo nodige toepassing van Besluit krediethypotheek bijstand; 5) Juiste toepassing Besluit krediethypotheek bijstand (voorschriften/ vrijlating vermogen); 6) Bijstandsverlening aan zelfstandigen; 7) Hoogte en ingangsdatum van de bijstand (juiste norm/grondslag, overlijdensuitkering, relatie bijzondere bijstand); 8) De middelen (inkomen*/vermogen, vrijlatingsbepalingen). Let op! Bij de Ioaw wordt vermogen vrijgelaten en bij de Ioaz geldt een bijzonder regime. * Hieronder wordt ook verstaan het verrekenen van inkomsten (bijvoorbeeld aan de hand van inkomstenbriefjes / rofjes e.d.). Het overzicht van de aan de cliënt uitbetaalde uitkering moet in dit kader worden gezien als een beschikking waartegen bezwaar en beroep open staat. 11

12 In paragraaf onderdeel A Het recht op uitkering van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. De relevante wetsartikelen en besluiten en regelingen bij deze onderdelen zijn: Abw: Art. 7, 8, 9 en 11 (kring van rechthebbenden) Art. 11, 13, 15, 16 en 17 (afstemming op omstandigheden) Art. 19, 20 en 22 t/m 24 (vorm van de bijstand) Art. 26 t/m 37, 38, tweede lid en 76 (hoogte van de bijstand) Art. 42 t/m 44 en 46 t/m 54 (de middelen) (m.n. aanpassing art. 43, Abw) IOAW/IOAZ: Art. 2 en 3 (kring van rechthebbenden) Art. 4, 5 en 6 (voorwaarden voor het recht op uitkering) Art. 9 en 10 (hoogte van de uitkering) Art. 11 ev (geldend maken van het recht op uitkering) SUWI Wet SUWI Art. 26 (beoordeling kans op werk, administratieve indeling en advies inschakeling arbeidsproces) Art. 28 (aanvraag van een uitkering en een toeslag en aangifte van werkloosheid) Besluit SUWI Art. 2.3 (termijnen bijstandsaanvraag) Regeling SUWI Art. 2.1 (administratieve indeling werkzoekenden) Art. 2.4 (overdracht aanvraag door de CWI aan de gemeente of het UWV) Art. 2.5 (directe doorverwijzing door de CWI naar de gemeente of het UWV) Art. 2.6 (Overeenkomsten tussen de CWI, de gemeenten en het UWV) Art. 7.3 (overgangsbepalingen i.v.m. hoofdstuk 4 Wet SUWI) Nadere regelgeving: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Stb 1995, nr. 203 en Circulaire BZ/ACT/00/25129) Besluit krediethypotheek bijstand (Stb.1995, nrs 204 en 496 en Stb en 409) Bijstandsregeling vakantietoeslag 2002 (Stcrt nr. 245 en 246) Vreemdelingenbesluit (Stb.1998/308 en Stb.2000/497) Inkomensbesluit IOAW (Stb. 1986, nr. 658 en 1997/ 387, 1999/199) Inkomensbesluit IOAZ (Stb. 1987, nr. 305) Aanpassingswet Wet Inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000/571) en de circulaire Bijstand en belastingherziening van december 2000, kenmerk BZ/IW/00/80456 en februari 2001, kenmerk BZ/AB/01/5015 Overig: Gemeentelijke toeslagenverordening Gemeentelijke beleidsplannen B. Onderzoeksverplichting gemeenten (aanvraag levensonderhoud Abw, IOAW en IOAZ) Vaststellen dat bij onderzoeken bij de aanvraag voor een uitkering aandacht is geschonken aan 12

13 alle relevante aspecten voor het vaststellen van het recht op uitkering (de volledigheid en juistheid). 13

14 In paragraaf onderdeel B Onderzoeksverplichting gemeenten van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. Ten behoeve van een uniforme meting geldt het volgende. Wanneer in de loop van januari de uitkering wordt toegekend over januari, ongeacht de datum met ingang waarvan de toekenning geschiedt, dan geldt de maand januari als eerste uitkeringsmaand. Wordt de uitkering in januari toegekend, ingaande februari dan geldt februari als eerste uitkeringsmaand. Wordt de uitkering in februari toegekend met terugwerkende kracht tot januari, dan geldt februari als eerste uitkeringsmaand. De meting van de termijnen geschiedt in hele kalendermaanden. Indien na het intakegesprek een uitkering wordt verleend, dan wordt ervan uitgegaan dat de eerste uitkeringsmaand plus de eerstvolgende zeven maanden van deze uitkering worden gedekt door onderzoek en heronderzoek samen. Analoog geldt dit voor de maand waarin de beslissing op het heronderzoek is genomen plus de eerstvolgende zeven maanden. Voor de goede orde: indien er sprake is van een onderzoeksplan als bedoeld in artikel 2 en/of 4 Rau, dan wordt uiteraard gerekend met de op grond daarvan geldende (afwijkende) termijnen. Afwijkende termijnen mogen niet met terugwerkende kracht worden vastgesteld. Met betrekking tot een maand waarover géén uitkering is verstrekt dient als volgt gehandeld te worden. Maanden waarover niet tot uitbetaling van de uitkering is overgegaan zonder dat het recht formeel beëindigd is (bijvoorbeeld omdat betrokkene eenmalig inkomsten heeft ontvangen die meer bedragen dan de toepasselijke bijstand), tellen wél mee bij de eventuele berekening van achterstandsmaanden. Wanneer het recht op bijstand wél formeel onderbroken is geweest (en er dus sprake is van een beëindigingsbeschikking en een nieuwe toekenningsbeschikking), dan begint de heronderzoektermijn bij de hernieuwde toekenning van vooraf aan te lopen, als betrof het een volstrekt nieuw geval. Abw Art. 65 (inlichtingenverplichting belanghebbende en identiteit) Art. 66, eerste t/m vijfde lid (verstrekking gegevens en bewijsstukken, algemene en specifieke onderzoeksverplichting burgemeester en wethouders) Art. 66, zesde lid (debiteurenonderzoek) Art. 68, vierde t/m zesde lid (niet behandelde aanvraag, voorwaarde voor kunnen nemen van een besluit en uitzondering daarop) Art. 68a, (toekenning bijstand, melding door belanghebbende, periode tussen melding en indienen aanvraag) Art. 69 (opschorting van de bijstand) Art. 70, eerste en tweede lid (vereisten inhoud besluit) Art. 117 (administratie) IOAW/IOAZ Analoog aan de Abw zijn de volgende artikelen van belang: 13, 14, eerste t/m vijfde lid, 16, vierde t/m zesde lid, 17, 18, eerste en tweede lid, en 41. Art. 14, zesde lid (debiteurenonderzoek) SUWI Wet SUWI Art. 29 (het verstrekken van gegevens in verband met een uitkeringsaanvraag) Art. 62 (gegevensverstrekking do or de Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank en de gemeenten) Regeling SUWI Art. 2.1 (administratieve indeling werkzoekenden) Art. 2.2 (door de belanghebbende te verstrekken gege vens en bewijsstukken) Art. 2.3 (onderzoek verstrekte gegevens en bewijsstukken door de CWI Art. 2.5 (directe doorverwijzing door de CWI naar de gemeente of het UWV) 14 Nadere regelgeving Bbz (eventueel artikel 19) Rau (toelichting op artikel 2, eerste lid, onder c alsmede de artikelen 4, 5 en 6)

15 15

16 C. Het opleggen van verplichtingen en de handhaving ervan (aanvraag levensonderhoud Abw, IOAW en IOAZ) Vaststellen dat in alle daarvoor in aanmerking komende gevallen verplichtingen aan Abw-, IOAW- en IOAZ-uitkeringen zijn verbonden, en dat is toegezien op naleving daarvan. In paragraaf onderdeel C Het opleggen van verplichtingen en de handhaving ervan van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. De relevante wetsartikelen, besluiten en regelingen bij deze onderdelen zijn: Abw: Art. 14 (tekortschietend besef van verantwoordelijkheid/ maatregelverplichting) Art. 14a t/m 14f (administratieve boete) Art. 65 (inlichtingenverplichting) Art. 69, derde, vierde en vijfde lid (herziening/intrekking bijstandsbesluit) Art. 70, derde en vierde lid (trajectplan als bijlage) Art. 106 (verplichtingen in relatie tot arbeidsinschakeling, aard en doel) Art. 107 (ontheffing i.v.m. sociale/medische redenen/ kind(-eren) jonger dan 5 jaar) Art. 108 (instellen vordering uitkering levensonderhoud) Art. 110 (medewerking vestiging hypotheek/ zekerheden geldlening) Art. 111, eerste lid (plicht gemeente bevordering gebruik voorzieningen zelfstandige bestaansvoorziening /voorlichting en bemiddeling in dit kader) Art. 112 (verplichtingen zelfstandige) Art. 113 (voorwaarden verbonden aan de uitkering/ ontheffing 57,5 jarigen) Art. 114 (noodzakelijke scholing/ ontheffing) Art. 114a (tijdelijke ontheffing sollicitatieverplichting deelnemers sociale-activeringsactiviteiten) Art. 115 (onbeloonde arbeid) IOAW/IOAZ: Art. 18, derde en vierde lid (gestelde verplichtingen) Art. 20 (maatregelverplichting gemeente) Art. 20a t/m 20f (administratieve boete) Art. 34, eerste lid (plicht gemeente bevordering gebruik voorzieningen zelfstandige bestaansvoorziening /voorlichting en bemiddeling in dit kader) Art. 35 (verplichtingen in relatie tot arbeidsinschakeling, aard en doel) Art. 36 (ontheffing i.v.m. sociale/medische redenen/ kind (-eren) jonger dan 5 jaar) Art. 37 (ontheffing i.v.m. noodzakelijke scholing/opleiding) Art. 38 (onbeloonde arbeid) SUWI Wet SUWI Art. 26 (beoordeling kans op werk, administratieve indeling en advies inschakeling arbeidsproces) Art. 29 (het verstrekken van gegevens in verband met een uitkeringsaanvraag) Regeling SUWI Art. 2.1 (administratieve indeling werkzoekenden) Art. 2.2 (door de belanghebbende te verstrekken gegevens en bewijsstukken) Overig: Maatregelenbesluit Abw, IOAW en IOAZ (Stb. 1996, 360 en 662) Besluit boeten sociale zekerheidswetten 16

17 17

18 D. Administratie (aanvraag levensonderhoud Abw, IOAW en IOAZ) 1) Vaststellen dat in de administratie een juiste, volledige en tijdige vastlegging is gewaarborgd van: - Besluiten vanwege aanvragen (om een voorziening); - Besluiten vanwege onderzoeken (primair onderzoek); - Uit besluiten voortkomende betalingen; - Uit besluiten voortkomende ontvangsten; - Besluiten met betrekking tot vorderingen; - Besluiten met betrekking tot verplichtingen. 2) Vaststellen van een adequate opzet en werking van de administratieve organisatie en daarmee verbonden maatregelen van interne controle. In paragraaf onderdeel D Administratie van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. Aspecten die tevens bij de oordeelsvorming moeten worden betrokken zijn: 1) de dossiervorming; 2) de zichtbare en controleerbare vastlegging van bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces (art. 117, eerste lid, onder c Abw; art. 41, eerste lid onder c van de IOAW en IOAZ; art. 6.1, Rau); 3) de samenhang tussen de diverse vastleggingen en bewijsstukken (art 6.2, Rau); 4) de samenhang per wet tussen de totalen in de administratie en van de onderdelen van de declaraties bedoeld in de Rfa, en de opgave ten laste van de gemeente gebleven kosten, bedoeld in de artikelen 130, Abw en 52, IOAW/IOAZ (art. 6.3, Rau en art.10, Rfa); 5) het op een juiste wijze opnemen en verwerken van uitkerings- en andersoortige besluiten in respectievelijk de uitkeringenadministratie en andere administraties (dit geldt voor zowel uitgaven als ontvangsten); 6) een juiste toepassing van rekenregels ten aanzien van uit te betalen vakantiegeld, loonbelasting, premies volksverzekering en ziekenfondspremie; 7) een correcte aansluiting tussen de financiële administratie, de uitkeringenadministratie, de declaraties en opgave ten laste gebleven kosten Abw, IOAW en IOAZ; 8) de administratieve verwerking van uitgaven en ontvangsten; 9) de vorderingen voortkomend uit de uitvoering van de Abw, IOAW en IOAZ opgenomen in de debiteurenadministratie niet verjaard zijn. De relevante wetsartikelen, en besluiten en regelingen, naast de reeds genoemde zijn: Abw: art. 77 (beperkte beslagmogelijkheid) art. 117 (aan de administratie te stellen eisen) IOAW/IOAZ: art. 41. Nadere regelgeving: Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften (Rau) en de Regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW en IOAZ (Rfa). 18

19 2.3.2 Heronderzoek A. Het recht op uitkering (heronderzoek Abw, IOAW en IOAZ) Vaststellen dat besluiten inzake het voortzetten van het recht op uitkering in overeenstemming met de wet zijn genomen. Bij de oordeelsvorming moeten de volgende aspecten worden betrokken: 1) Gemeentelijke verordeningen, beleidsplannen en werkinstructies welke van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering; 2) Toepassing kring der rechthebbenden; 3) Hebben burgemeester en wethouders bij de voortzetting van de bijstand rekening gehouden met de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de betrokken persoon, de noodzakelijkheid van de kosten en de aanwezigheid van voorliggende voorzieningen; 4) Zo nodige juiste toepassing van Besluit krediethypotheek bijstand; 5) Juiste toepassing Besluit krediethypotheek bijstand (voorschriften/ vrijlating vermogen/ doelgroep); 6) Juiste toepassing bijstandsverlening aan zelfstandigen; 7) Hoogte van de bijstand (juiste norm/grondslag, overlijdensuitkering, relatie bijzondere bijstand); 8) De middelen (inkomen*/vermogen, vrijlatingsbepalingen). * Hieronder wordt ook verstaan het verrekenen van inkomsten (bijvoorbeeld aan de hand van inkomstenbriefjes / rofjes e.d.). Het overzicht van de aan de cliënt uitbetaalde uitkering moet in dit kader worden gezien als een beschikking waartegen bezwaar en beroep open staat. In paragraaf onderdeel A Het recht op uitkering van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. De relevante wetsartikelen en besluiten en rege lingen bij deze onderdelen zijn: Zie onderdeel A Het recht op uitkering. B. Onderzoeksverplichting gemeenten (heronderzoek Abw, IOAW en IOAZ) 1) Vaststellen dat bij heronderzoeken aandacht is geschonken aan alle relevante aspecten voor het opnieuw vaststellen van het recht op uitkering (de volledigheid en juistheid). 2) Vaststellen dat de heronderzoeken tijdig zijn verricht (artikel 2 Rau 1996 en artikel 10 Rfa). In paragraaf onderdeel B Onderzoeksverplichting gemeenten van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. Voor info inzake wijze van vast te stellen termijnen zie toelichting: onderdeel B Onderzoeksverplichting gemeenten. De in 2 van de Rau c.q. artikel 10, Rfa genoemde termijnen betreffen het aantal uitkeringsmaanden. 19

20 C. Het opleggen van verplichtingen en de handhaving ervan (heronderzoek Abw, IOAW en IOAZ) Vaststellen dat in alle daarvoor in aanmerking komende gevallen verplichtingen aan Abw-, IOAW- en IOAZ-uitkeringen zijn verbonden, en dat is toegezien op naleving daarvan. In paragraaf onderdeel C Het opleggen van verplichtingen en de handhaving ervan van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. De relevante wetsartikelen, besluiten en regelingen bij deze onderdelen zijn: Zie onderdeel C Het opleggen van verplichtingen en de handhaving ervan. D. Administratie (heronderzoek Abw, IOAW en IOAZ) 1) Vaststellen dat in de administratie een juiste, volledige en tijdige vastlegging is gewaarborgd van: - Besluiten vanwege heronderzoeken; - Besluiten vanwege uitkeringen (b.v. vanwege gemelde omstandigheden van invloed op de hoogte van een uitkering); - Besluiten met betrekking tot verplichtingen; - Uit besluiten voortkomende betalingen; - Uit besluiten voortkomende ontvangsten. 2) Vaststellen van een adequate opzet en werking van de administratieve organisatie en daarmee verbonden maatregelen van interne controle. In paragraaf onderdeel D Administratie van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. Voor info zie toelichting bij onderdeel D Administratie. 20

21 2.3.3 Beëindigingsonderzoek A. Het recht op uitkering (beëindiging Abw, IOAW en IOAZ) Vaststellen dat besluiten inzake het recht op uitkering gedurende uitkeringsproces genomen (tot beëindiging uitkering), in overeenstemming met de wet zijn genomen. Bij de oordeelsvorming moeten de volgende aspecten worden betrokken: 1) Gemeentelijke verordeningen, beleidsplannen en werkinstructies welke van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering; 2) Juiste toepassing kring der rechthebbenden (voorliggende periode); 3) Hebben burgemeester en wethouders tot beëindiging van de uitkering rekening gehouden met de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de betrokken persoon, de noodzakelijkheid van de kosten en de aanwezigheid van voorliggende voorzieningen; 4) Zo nodige toepassing van Besluit krediethypotheek bijstand; 5) Juiste toepassing Besluit krediethypotheek bijstand (voorschriften/ vrijlating vermogen/ doelgroep); 6) Bijstandsverlening aan zelfstandigen; 7) Hoogte en beëindigingsdatum van de bijstand (juiste norm/grondslag, overlijdensuitkering, relatie bijzondere bijstand); 8) De middelen (inkomen*/vermogen, vrijlatingsbepalingen). *Hieronder wordt ook verstaan het verrekenen van inkomsten (bijvoorbeeld aan de hand van inkomstenbriefjes / rofjes e.d.). Het overzicht van de aan de cliënt uitbetaalde uitkering moet in dit kader worden gezien als een beschik king waartegen bezwaar en beroep open staat. In paragraaf onderdeel A Het recht op uitkering van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. De relevante wetsartikelen en besluiten en regelingen bij deze onderdelen zijn: Voor info zie toelichting bij onderdeel A Het recht op uitkering. B. Onderzoeksverplichting gemeenten (beëindiging Abw, IOAW en IOAZ) Vaststellen dat de beëindigingsonderzoeken tijdig zijn verricht en dat in deze onderzoeken op een juiste en volledige wijze de beëindigingsdatum is vastgesteld en de afwikkeling van de wederzijdse verplichtingen is geregeld. In paragraaf onderdeel B Onderzoeksverplichting gemeenten van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. Voor info inzake wijze vast te stellen termijnen zie toelichting bij onderdeel B: Onderzoeksverplichting gemeenten. Artikel 3, Rau en artikel 10, Rfa. De in 2 van de Rau c.q. artikel 10, Rfa genoemde termijnen betreffen het aantal uitkeringsmaanden. 21

22 C. Het opleggen van verplichtingen en de handhaving ervan (beëindiging Abw, IOAW en IOAZ) Vaststellen dat in alle daarvoor in aanmerking komende gevallen verplichtingen aan Abw-, IOAW en IOAZ-uitkeringen zijn verbonden, en dat is toegezien op naleving daarvan. In paragraaf onderdeel C Het opleggen van verplichtingen en de handhaving ervan van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. De relevante wetsartikelen, besluiten en regelingen bij deze onderdelen zijn: Zie toelichting bij onderdeel C Het opleggen van verplichtingen en de handhaving ervan. D. Administratie (beëindiging Abw, IOAW en IOAZ) 1) Vaststellen dat in de administratie een juiste, volledige en tijdige vastlegging is gewaarborgd van: - Besluiten vanwege beëindigingsonderzoek; - Uit besluiten voortkomende betalingen; - Uit besluiten voortkomende ontvangsten. 2) Vaststellen van een adequate opzet en werking van de administratieve organisatie en daarmee verbonden maatregelen van interne controle. In paragraaf onderdeel D Administratie van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. Voor info zie toelichting bij onderdeel D Administratie. 22

23 2.3.4 Vaststellen terugvordering (Abw, IOAW en IOAZ) A) Vaststellen dat invulling is gegeven aan de in de Abw, IOAW en IOAZ opgenomen terugvorderingsverplichting. B) Vaststellen dat is voldaan aan de kwaliteitseisen welke de wet aan besluiten terugvordering stelt. C) Vaststellen van een adequate opzet en werking van de administratieve organisatie en daarmee verbonden maatregelen van interne controle. Het terugvorderingsbesluit dient het bedrag dat teruggevorderd wordt te vermelden alsmede de termijnen waarbinnen betaling verlangd wordt (art. 86, Abw en art. 27, IOAW/Z). Voor de besluiten die vanaf 1 juli 1997 bekend gemaakt worden geldt voorts dat hierin vermeld dient te worden dat het besluit, bij gebreke van tijdige betaling, op de in artikel 87, Abw omschreven wijze ten uitvoer gelegd zal worden. Daarnaast wordt in de beschikking aangegeven: - vanaf welke datum en op welke wijze aan de termijnen voldaan moet worden (art. 86, Abw, art. 27, IOAW/Z); - of rente betaald moet worden, welk percentage daarbij geldt en volgens welke methode de berekening ervan plaatsvindt, mits van toepassing; - of terugvordering plaatsvindt na ontvangst van de middelen, vergoedingen of tegemoetkomingen, mits van toepassing; - dat betrokkene verplicht is desgevraagd aan B&W de inlichtingen te verstrekken die voor terugvordering van belang zijn (art. 86, tweede lid Abw en art. 27, tweede lid, IOAW/Z). In paragraaf van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd: onderdeel A: Is invulling gegeven aan de in de wet opgenomen terugvorderingsverplichting onderdeel B: Is voldaan aan de kwaliteitseisen van de schriftelijke besluiten tot terugvordering onderdeel C: Administratie De relevante wetsartikelen zijn: Abw: Hoofdstuk VI, par. 2, Terugvordering met uitzondering van de artikelen 80 en 85 Kwaliteit schriftelijk besluit terugvordering; art 86. IOAW/IOAZ: Hoofdstuk II, par. 5 Terugvordering. Kwaliteit schriftelijk besluit ; art 27 (terugvordering). Zie voor info inzake administratie de toelichting bij onderdeel D Administratie. 23

24 2.3.5 Vaststellen verhaal A) Vaststellen dat invulling is gegeven aan de in de Abw opgenomen verhaalsverplichting. B) Vaststellen dat is voldaan aan de kwaliteitseisen welke de wet aan besluiten verhaal stelt. C) Vaststellen van een adequate opzet en werking van de administratieve organisatie en daarmee verbonden maatregelen van interne controle. Het verhaalsbesluit (anders dan met toepassing van art. 96) dient het bedrag of de bedragen waarvan betaling verlangd wordt (art. 102) te vermelden alsmede de termijn(en) waarbinnen betaling verlangd wordt (art. 102). Verder geldt dat het verhaalsbesluit schriftelijk medegedeeld moet worden aan de belanghebbende of de langstlevende echtgenoot of een der erfgenamen die geacht kan worden bij de afwikkeling van de nalatenschap betrokken te zijn (art. 102, Abw). Voor het verhaalsbesluit o.g.v. art. 96, Abw geldt dat het bij brief medegedeeld moet worden aan degene op wie verhaald wordt, met de aanmaning het verschuldigde binnen 30 dagen na verzending van de brief te voldoen. In paragraaf van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. onderdeel A: Is invulling gegeven aan de in de wet opgenomen verhaalsverplichting onderdeel B: Is voldaan aan de kwaliteitseisen van de schriftelijke besluiten tot verhaal onderdeel C: Administratie De relevante wetsartikelen zijn: Abw: Hoofdstuk VII Verhaal Kwaliteit schriftelijk besluit verhaal; 96 en 102 Zie voor info inzake administratie de toelichting bij onderdeel D Administratie. 24

25 2.3.6 Beheer debiteuren terugvordering en verhaal A. Onderzoeksverplichting gemeenten - Vaststellen dat debiteurenonderzoeken op belanghebbenden en op derden tijdig zijn verricht en dat deze onderzoeken op een juiste en volledige wijze hebben plaatsgevonden (betreft debiteuren terugvordering; artikel 4, Rau en artikel 10, Rfa). B. Debiteuren - Vaststellen dat het gemeentelijk debiteurenbeleid past binnen het rijksbeleid/wetgeving en uitgekristalliseerde standpunten van de rechterlijke macht inclusief het incassobeleid. - Vaststellen dat de oorzaak van het afboeken en/of buiteninvorderingstellen van vorderingen is gelegen in de individuele omstandigheden van de debiteur en geen oorzakelijk verband heeft met omstandigheden welke binnen de invloedssfeer van de gemeente zijn gelegen. - Vaststellen dat de incasso-activiteiten van B&W er op gericht zijn om het aan de debiteur opgelegde betalingsritme in stand te houden en zo nodig af te dwingen. C. Administratie - Vaststellen van een adequate opzet en werking van de administratieve organisatie en daarmee verbonden maatregelen van interne controle. NB. Bovenstaand onderscheid is van belang gelet op artikel 8, tweede lid onder e. en f. van de Rfa. 25

26 In paragraaf van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd: onderdeel A: Onderzoeksverplichting gemeenten onderdeel B: Debiteuren onderdeel C: Administratie Relevante wetsartikelen, besluiten en regelingen zijn: Abw: Art. 65 (inlichtingenverplichting belanghebbende en identiteit) Art. 66, eerste t/m vijfde lid (verstrekking gegevens en bewijsstukken, algemene en specifieke onderzoeks-verplichting burgemeester en wethouders) Art. 66, zesde lid (debiteurenonderzoek) Art. 68, vierde t/m zesde lid (niet behandelde aanvraag, voorwaarde voor kunnen nemen van een besluit en uitzondering daarop) Art. 69 (opschorting van de bijstand) Art. 70, eerste en tweede lid (vereisten inhoud besluit) Art.117 (de administratie) IOAW/IOAZ: Analoog aan de Abw zijn de volgende artikelen van belang: 13, 14, eerste t/m vijfde lid, 16, vierde t/m zesde lid, 17, 18, eerste en tweede lid, en 41. Art. 14, zesde lid (debiteurenonderzoek) Nadere regelgeving: Bbz (eventueel artikel 19) Rau (toelichting op artikel 2, eerste lid, onder c alsmede de artikelen 4,5 en 6) Rfa (art 8 en art. 10). In paragraaf van de rapportage n.a.v. het accountantsonderzoek worden de bevindingen gerapporteerd. Zie voor info inzake administratie: onderdeel D Administratie. 26