Bijlage 3, behorend bij de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken (artikel 9, eerste lid).

Transcriptie

1 Bijlage 3, behorend bij de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken (artikel 9, eerste lid). De krachtens artikel 13, vierde lid, van de Wsw te stellen regels inzake de accountantsverklaring bij het verslag over de uitvoering en het onderzoek dat resulteert in de accountantsverklaring Wsw CONTROLE- EN RAPPORTAGEPROTOCOL 2005 Wsw Inleiding De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de gemeente (veelal het college van burgemeester en wethouders). De feitelijke uitvoering kan in samenwerking met andere gemeenten plaatsvinden. Indien wordt gekozen voor een gemeenschappelijke regeling op grond van artikel 8, eerste lid, Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr), treedt het bestuur van de gemeenschappelijke regeling (Wgr-bestuur) in de plaats van de deelnemende gemeenten. Voorwaarde hierbij is dat de deelnemende gemeenten de gemeentelijke taken in het kader van de uitvoering van de Wsw volledig aan het Wgr-bestuur hebben overgedragen. De financieringsstroom en het toezicht zullen dan worden gericht op het Wgr-bestuur en niet op de afzonderlijke gemeenten. Het begrip ingezetenschap wordt dan gekoppeld aan de aan het Wgr-verband deelnemende gemeenten. Het college van burgemeester en wethouders dan wel het Wgr-bestuur is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van de wet en de bij of krachtens deze wet gestelde regels, te weten: Het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken (Buswbw; Stb. 2004, 491) De Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken (Ruswbw; Stcrt. 2004, 246) Jaarlijks legt de gemeente of het Wgr-bestuur waaraan over het vergoedingsjaar subsidie is verleend, verantwoording af door middel van een verslag over de uitvoering, bedoeld in artikel 13, vierde lid, Wsw en opgenomen in bijlage 1, genoemd in artikel 9, eerste lid, Ruswbw. Het jaar 2005 is het tweede jaar dat met een volledig vorm gegeven verslag wordt gewerkt. De versie van 2005 wijkt af van die van 2004, omdat hierin de wijzigingen zijn verwerkt die voortvloeien uit de wijziging van de wet (Stb. 2004, 325), die met ingang van 1 januari 2005 in werking is getreden, alsmede uit de invoering van de Buswbw en Ruswbw.Deze wijzigingen hangen samen met de overdracht van de indicatiestelling aan CWI, de versoepeling van de mogelijkheid om andere organisaties, zoals een SW-bedrijf, de inpassing in de arbeid en de begeleiding daarbij te laten verzorgen en het schrappen van de mogelijkheid om subsidieoverschotten als gevolg van efficiency terug te vorderen. Met de invoering van het laten indienen van een verslag over de uitvoering is tevens toepassing gegeven aan het principe van single audit. De accountant zal het verslag als document gebruiken om daarover zijn verklaring af te geven. De vaststelling van de subsidie door het ministerie van SZW zal gebaseerd zijn op de bestuursverklaring van de gemeente of het Wgr-bestuur over de prestatie-indicatoren (onderdeel 1), de rechtmatigheid (onderdeel 2) en het financieel beeld en volumegegevens (onderdeel 3), voorheen de kostenopgave, alsmede het accountantsoordeel over de juistheid 1

2 van de gegevens van de prestatie-indicatoren van onderdeel 1, het financiële beeld en volumegegevens van onderdeel 3, alsmede de tekortkomingen in de rechtmatigheid van onderdeel 2. Ook indien de gemeente of het Wgr-bestuur over enig subsidiejaar geen subsidie van het Rijk ontvangt, kan het van belang en nodig zijn dat de gemeente of Wgr-bestuur verantwoording aflegt over het betreffende subsidiejaar, namelijk wanneer er bij de gemeente personen op de wachtlijst staan en/of in het werknemersbestand zijn opgenomen. De reden hiervoor is dat de gegevens uit het verslag over de uitvoering over jaar t-2 die in juli van het jaar t-1 worden verstrekt, de basis vormen voor de subsidietoekenning voor het jaar t. Het gaat hierbij om de personen: a) die in het lopende jaar op de wachtlijst, bedoeld in artikel 8, eerste lid, Buswbw zijn geplaatst en voor wie door het Rijk over het lopende subsidiejaar geen subsidie in het kader van de wet is verleend; b) met wie één of meer dienstbetrekkingen zijn aangegaan dan wel één of meer arbeidsovereenkomsten, als bedoeld in artikel 7, Wsw, zijn gerealiseerd en die behoren tot de doelgroep van de wet, maar voor wie door het Rijk over het lopende subsidiejaar geen subsidie in het kader van de wet is verleend. De accountant geeft door middel van de accountantsverklaring een oordeel over de getrouwheid van de in het verslag over de uitvoering opgenomen informatie en over de rechtmatigheid van de wetsuitvoering. Indien de accountantsverklaring niet goedkeurend is, moet de accountant de materiële tekortkomingen op een vervolgblad bij de accountantsverklaring toelichten. Een uitgebreidere toelichting wordt gegeven in het rapport van bevindingen. Kwalitatieve fouten die niet van invloed zijn op de strekking van de accountantsverklaring, maar die wel de voorgeschreven rapportagetolerantie overschrijden, moeten ook worden vermeld in het rapport van bevindingen. In het rapport van bevindingen kan de accountant gebruik maken van en verwijzen naar het door de gemeenten of Wgr-bestuur opgestelde verslag over de uitvoering. Het verslag over de uitvoering is opgebouwd uit de volgende onderdelen: * Prestatie-indicatoren (onderdeel 1) * Rechtmatigheid (onderdeel 2) * Verantwoording rechtmatigheidstekortkomingen (onderdeel 2a) * Financieel beeld en volumegegevens, inclusief de subsidieverantwoording (onderdeel 3) * Bestuursverklaring In het onderdeel Prestatie-indicatoren zijn de indicatoren opgenomen die bij de verantwoording moeten worden betrokken. Deze zijn de volgende: Realisatie arbeidsplaatsen met een Wsw-indicatie Wachtlijst Aantal personen in begeleid werken Gemeentelijke bijdrage 2

3 In het onderdeel Rechtmatigheid zijn de elementen opgenomen die bij de verantwoording moeten worden betrokken. Deze zijn de volgende: Dienstbetrekkingen Begeleid werken Tijdige indiening verzoek herindicatie In het onderdeel Financieel beeld en volumegegevens is de volgende indeling gemaakt: A Subsidie, inclusief verantwoording B1 Realisatie subsidiabele arbeidsplaatsen B2 Realisatie van arbeidsplaatsen C Opgave volumegegevens Bij de subsidieverantwoording geeft de gemeente of Wgr-bestuur zelf aan wat de hoogte van de subsidie moet zijn na aftrek van onderrealisatie en van rechtmatigheidstekortkomingen. 3

4 Het controle- en rapportageprotocol Wsw 2005 heeft de volgende indeling: 1. Algemene uitgangspunten 1.1. Het accountantsonderzoek 1.2. Het verslag over de uitvoering en de accountantsverklaring Het onderwerp van onderzoek De reikwijdte van de accountantsverklaring De te hanteren toleranties De rapportagevoorschriften 2. Lijst van aandachtspunten Wsw Onderdeel 1 Prestatie-indicatoren Realisatie arbeidsplaatsen in het uitvoeringsjaar Wachtlijst Aantal personen in begeleid werken Gemeentelijke bijdrage Onderdeel 2 Rechtmatigheid van de uitvoering Dienstbetrekkingen Begeleid werken Tijdige indiening verzoek herindicatie Onderdeel 2a Verantwoording rechtmatigheidstekortkomingen Onderdeel 3 Financieel beeld en volumegegevens A Subsidie en subsidieverantwoording B1 Realisatie van subsidiabele arbeidsplaatsen B2 C 3. Accountantsverklaring Wsw Realisatie van arbeidsplaatsen Opgave volumegegevens Dienstbetrekkingen van vóór 1/1/1998 Dienstbetrekkingen van na 1/1/1998 Wachtlijst en wachtlijstbeheer Uitstroom Realisatiegegevens uitvoeringsjaar begeleid werken 4

5 1. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN 1.1. Het accountantsonderzoek Het onderzoek door de accountant omvat: a) de getrouwheid van de in het verslag over de uitvoering opgenomen informatie. b) de controle van de rechtmatigheid van de wetsuitvoering. Het onderzoek heeft betrekking op de onderdelen 1, 2, 2a en 3 van het verslag over de uitvoering. De accountantsverklaring heeft betrekking op de eerste drie prestatie-indicatoren van onderdeel 1 en op de onderdelen 2, 2a en 3. De uitkomst van het onderzoek naar de prestatie-indicator Gemeentelijke bijdrage heeft dus geen invloed op de strekking van de accountantsverklaring. Bevindingen die geen invloed hebben op de strekking van de accountantsverklaring moeten wel worden vermeld in de bijlagen bij de accountantsverklaring (rapportage naar aanleiding van het onderzoek). In de bijlagen bij de accountantsverklaring wordt door de accountant tevens gerapporteerd over de wetsuitvoering. In paragraaf 1.2 het verslag over de uitvoering en de accountantsverklaring wordt ingegaan op: het onderwerp van onderzoek; de reikwijdte van de accountantsverklaring; de te hanteren goedkeuring- en controletoleranties; de rapportagevoorschriften. In paragraaf 2 Lijst van aandachtspunten Wsw wordt ingegaan op: 2.1. het onderwerp van onderzoek 2.2 de te hanteren goedkeuring- en controletoleranties 2.3 de rapportagevoorschriften. 1.2 Het verslag over de uitvoering en de accountantsverklaring Het onderwerp van onderzoek Het onderzoek richt zich op de getrouwheid van de informatie over de wetsuitvoering en de rechtmatigheid van de uitvoering alsmede op de hiermee verband houdende verantwoorde bedragen op titel van de Wsw zoals deze in het verslag over de uitvoering Wsw 2005 zijn verantwoord. Uitgangspunt bij deze toets zijn de normen zoals die worden ontleend aan de geldende weten regelgeving. In het verslag over de uitvoering rapporteert het college van burgemeester en wethouders of het Wgr-bestuur over de geconstateerde tekortkomingen. In de aandachtspuntenlijst (zie hoofdstuk 2 van het protocol) zijn de bepalingen uit de weten regelgeving opgenomen die van belang zijn bij de rapportage over de wetsuitvoering. Het model van de accountantsverklaring Wsw 2005 en het model controle- en rapportageprotocol Wsw 2005, bijlagen 2 en 3 als bedoeld in artikel 9, eerste lid, Ruswbw, zijn ter inzage gelegd in de bibliotheek van het ministerie van SZW. 5

6 1.2.2 De reikwijdte van de accountantsverklaring De accountantsverklaring heeft betrekking op de getrouwheid van de informatie over de wetsuitvoering waaronder de drie eerstgenoemde prestatie-indicatoren, de rechtmatigheid en de verantwoording hierover en het financieel beeld, inclusief de subsidieverantwoording, en volumegegevens van het verslag over de uitvoering Wsw. De accountantsverklaring heeft geen betrekking op het vierde punt van de prestatie-indicatoren (gemeentelijke bijdrage) en de bestuursverklaring De te hanteren toleranties De rapportage moet exact aansluiten op de in de administratie opgenomen bedragen, de daarbij behorende gemeentelijke besluiten dan wel de daarbij behorende van het rijk ontvangen subsidiebrieven. De tolerantie voor de realisatie subsidiabele arbeidsplaatsen bij onderdeel B1 en realisatie arbeidsplaatsen bij onderdeel B2 van onderdeel 3 financieel beeld en volumegegevens geldt per rubriek. De te hanteren controlediepgang dient vergelijkbaar te zijn met een statistische steekproef waarbij een betrouwbaarheidspercentage van 95% en een controletolerantie van 1% wordt gehanteerd. De controletolerantie voor de volumegegevens bij onderdeel C van onderdeel 3 financieel beeld en volumegegevens geldt per subrubriek. Een voorbeeld van een subrubriek is het volume werknemersbestand van het aantal personen met de arbeidshandicap matig. De te hanteren controlediepgang dient hier eveneens vergelijkbaar te zijn met een statistische steekproef waarbij een betrouwbaarheidspercentage van 95% en een controletolerantie van 1% wordt gehanteerd De rapportagevoorschriften De controle van het verslag over de uitvoering 2005 wordt afgesloten met een accountantsverklaring voor de Wsw. Voor de verklaring moet gebruik worden gemaakt van het door het ministerie verstrekte formulier. Dit formulier is voorzien van een uniek kenmerk per gemeente of Wgr-bestuur. Indien de verklaring een niet goedkeurende strekking heeft (bij overschrijding van de tolerantie en/of bij een niet getrouwe weergave van de feitelijke wetsuitvoering) moet dit in de bijlage bij de accountantsverklaring worden toegelicht. In de bijlage bij de accountantsverklaring wordt gerapporteerd over de geconstateerde fouten in het verslag over de uitvoering Wsw 2005 alsmede over de oorzaken hiervan. Hiervoor geldt een tolerantie van 0%. De fouten moeten worden gekwantificeerd, waarbij wordt aangegeven wat de geconstateerde fout voor betekenis heeft voor het oordeel van de accountant op dat specifieke onderdeel van de uitvoering. Het model voor de rapportage is als bijlage opgenomen bij het model van de accountantsverklaring Wsw Om het aantal fouten van de verschillende aandachtspunten in het juiste perspectief te kunnen plaatsen moeten deze worden gerelateerd aan het aantal personen dat hoort bij het betreffende aandachtspunt. In deze aantallen moet de accountant inzicht hebben. Per aandachtspunt wordt per onderdeel van het aandachtspunt gekwantificeerd gerapporteerd. De kwantificering bestaat uit de vermelding van het aantal verrichte waarnemingen en van het aantal waarin de fout/tekortkoming is geconstateerd. Zo mogelijk 6

7 worden hierbij ook de bedragen vermeld. Eveneens wordt de geschatte invloed van de fout/tekortkoming geëxtrapoleerd naar de totale relevante massa (in kwantiteiten respectievelijk bedragen) Het rapport van bevindingen In het rapport van bevindingen wordt (indien van toepassing) ingegaan op: een nadere uitgebreide toelichting op een niet goedkeurende accountantsverklaring; de fouten die de voorgeschreven toleranties overschrijden. In het rapport van bevindingen (dat bij de accountantsverklaring wordt gevoegd) wordt over de geconstateerde fouten in het verslag over de uitvoering gerapporteerd, alsmede over de oorzaken van deze fouten. De fouten moeten ook worden gekwantificeerd. Indien het verslag over de uitvoering getrouw is (ook de weergave van de rechtmatigheid), kan de accountant in het rapport van bevindingen gebruik maken van en verwijzen naar het door de gemeente of het Wgr-bestuur opgestelde verslag over de uitvoering Wsw De accountant moet voor de rapportage van de aangetroffen fouten het verslag over de uitvoering te volgen. Voor de toetspunten per onderdeel wordt verwezen naar de lijst van aandachtspunten (hoofdstuk 2). Indien het verslag over de uitvoering getrouw is (ook voor de weergave van de rechtmatigheid) kan worden volstaan met een algemene verwijzing naar het verslag over de uitvoering en is een puntsgewijze rapportage niet noodzakelijk. Dit is wel noodzakelijk als het verslag niet getrouw is. Bij een niet goedkeurende accountantsverklaring moet in het rapport van bevindingen worden ingegaan op alle belangrijke (groepen van) fouten. Deze fouten worden gerapporteerd conform het gestelde in de voorgaande alinea. 2. LIJST VAN AANDACHTSPUNTEN Wsw Algemeen Op- en aanmerkingen, voorzover deze in (de rapportage naar aanleiding van het accountantsonderzoek in) de verklaring over de voorgaande periodes zijn geconstateerd, moeten altijd worden bezien op afwikkeling. Het gaat hierbij om op- en aanmerkingen voor zover deze relevant zijn voor dan wel van invloed kunnen zijn op de uitvoering van de Wsw, zoals de daarin opgenomen overgangsbepalingen (Hoofdstuk 7 Wsw: Overgangsbepalingen). 2.1 Prestatie-indicatoren Vaststellen dat de gegevens opgenomen in de prestatie-indicatoren overeenstemmen met de in de onderdelen B en C (volumegegevens) van onderdeel 3 opgenomen gegevens. 2.2 Rechtmatigheid van de uitvoering Dienstbetrekkingen/ arbeidsovereenkomsten Dienstbetrekkingen met personen die tot de doelgroep behoren Vaststellen dat de gemeente of Wgr- bestuur in het uitvoeringsjaar alleen dienstbetrekkingen is aangegaan met personen die op het moment van plaatsing ingezetene zijn van de gemeente of het werkingsgebied van het 7

8 samenwerkingsverband en die blijkens een indicatie- of herindicatiebeschikking tot de doelgroep van de wet behoren (artikel 2, eerste lid, Wsw). 1. Dienstbetrekking bij de gemeente: Het werknemersbestand bestaat uit: de zittende populatie werkzaam in de Wsw (stand per 31 december 1997). De tot deze groep behorende personen hoefden geen ingezetene te zijn van de gemeente waarmee een dienstverband was gesloten en hoefden op grond van artikel 19 Wsw evenmin te worden onderworpen aan de (her)indicatie volgens de Wsw. Uitzondering wordt gemaakt voor de personen die kenbaar hebben gemaakt in aanmerking te willen komen voor begeleid werken (arbeidsovereenkomst begeleid werken als bedoeld in artikel 7 Wsw). In dat geval is een indicatie nodig uitsluitend voor het punt wel of niet geschikt voor begeleid werken; de personen die vanaf 1 januari 1998 worden geplaatst. De tot deze groep behorende personen mogen alleen onder verantwoordelijkheid van de gemeente waarvan de betrokkene ingezetene is of het Wgr-verband waarvan de betreffende gemeente deel uitmaakt, worden geplaatst met een geldige indicatie volgens de indicatiecriteria van de Wsw (dienstbetrekking tussen de gemeente en de ingezetene van die gemeente). 2. Het vaststellen of de dienstbetrekkingen voldoen aan de daarvoor gestelde voorwaarden moet plaatsvinden op basis van de aangegane dienstbetrekkingen in het desbetreffende uitvoeringsjaar a Vaststellen dat een arbeidsovereenkomst met de gemeente aanwezig is (artikel 2, tweede lid, Wsw).. : Het is niet de bedoeling dat wordt vastgesteld of er een arbeidsovereenkomst bestaat die geheel voldoet aan het gestelde in het BW. Alleen de aanwezigheid wordt nagegaan. Er vanuit gaande dat over het algemeen de arbeidsovereenkomst schriftelijk wordt gesloten, zal de vastlegging daarvan zich in de administratie bevinden Arbeidsovereenkomsten met personen die tot de doelgroep behoren Vaststellen dat de arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7 van de wet die een werkgever anders dan de gemeente heeft gesloten met een werknemer, is aangegaan met personen die tot de doelgroep van de wet behoren. Als het gaat om pesonen die vanaf de wachtlijst een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7 sluiten, moet de werknemer zowel tot de doelgroep van de wet behoren als ingezetene van de gemeente zijn. Betreft het een werknemer die vanuit een dienstbetrekking een arbeidsovereenkomst sluit, dan hoeft de werknemer geen ingezetene van de gemente zijn, maar hij moet wel tot de doelgroep van de wet behoren Dienstbetrekkingen met personen die niet (meer) tot de doelgroep behoren (artikel 9, eerste lid, onderdeel b, Wsw jo. artikel 24 Buswbw) a Vaststellen het aantal personen dat in het betreffende uitvoeringsjaar gedurende enige periode een dienstbetrekking heeft vervuld, nádat betrokkene, blijkens herindicatie, niet meer tot de doelgroep behoorde b Vaststellen aan hoeveel personen als bedoeld in a de gemeente in het betreffende uitvoeringsjaar een aanbod voor passende arbeid of een alternatieve opvangmogelijkheid heeft gedaan. 8

9 c Vaststellen in hoeveel van de in b bedoelde gevallen de dienstbetrekking na weigering van het passende aanbod en na het verstrijken van de geldende opzegtermijn is voortgezet d Vaststellen wat uitgedrukt in standaardeenheden de totale overschrijding is die voortkomt uit het ten onrechte voortzetten van de dienstbetrekking van personen als bedoeld in c. Indien de dienstbetrekking langer wordt voortgezet dan de van toepassing zijnde opzegtermijn, is de dienstbetrekking als onrechtmatig aan te merken waarvoor geen recht op subsidie bestaat Begeleid Werken Vaststellen wat de taakstelling begeleid werken in het betreffende uitvoeringsjaar is in aantal arbeidsovereenkomsten in de zin van artikel 7 Wsw Vaststellen de grootte van de onderrealisatie begeleid werken t/m Verwijtbaarheid onderrealisatie begeleid werken (artikel 27, tweede lid, Buswbw) Is er sprake van onderrealisatie, dan moet de verwijtbaarheid worden vastgesteld. Daartoe dienen de vragen t/m Vaststellen hoeveel personen op de wachtlijst op 31 december 2005 de indicatie begeleid werken hebben (art. 11, eerste lid, onder d, Wsw) Vaststellen het aantal van de in bedoelde personen dat niet kon worden geplaatst, omdat de gemeente personen zonder een indicatie begeleid werken heeft geplaatst, die anders langer dan 12 maanden op de wachtlijst zouden hebben gestaan Vaststellen het aantal van de in bedoelde personen (met uitzondering van de in genoemde personen) voor wie de gemeente geen begeleidingsorganisatie heeft ingeschakeld met de expliciete opdracht een begeleid werkenplek te vinden voor betrokkene en met inachtneming van de in artikel 5 Ruswbw genoemde aspecten Vaststellen de grootte van de feitelijke verwijtbaarheid voor de gemeente en vaststellen dat daarbij de juiste rekenmethode is toegepast Tijdige indiening verzoek herindicatie Vaststellen het aantal personen dat in het betreffende uitvoeringsjaar voor enige periode een dienstbetrekking of arbeidsovereenkomst heeft vervuld, nádat de indicatietermijn was afgelopen en er nog geen nieuw indicatiebesluit was genomen Vaststellen in hoeveel van de in bedoelde gevallen de gemeente bij het indienen van een verzoek tot herindicatie de geldende aanvraagtermijn niet in acht heeft genomen (artikel 6, eerste lid, Buswbw). 9

10 Vaststellen wat uitgedrukt in standaardeenheden de totale overschrijding is van de oorspronkelijke indicatietermijn (te rekenen vanaf 1 januari 2005) tot aan de begindatum van de nieuwe indicatieperiode bij de in bedoelde gevallen. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente of Wgr-verband om tijdig de verzoeken tot herindicatie bij CWI in te dienen. Daartoe is in artikel 6, eerste lid, Buswbw opgenomen dat uiterlijk 16 weken vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de indicatieperiode een verzoek tot herindicatie bij CWI moet zijn ingediend. Blijkt in de praktijk dat een periode van 16 weken niet voldoende voor CWI is om de herindicatie af te ronden en een beslissing te nemen., dan zijn hieraan geen financiële gevolgen voor de gemeente of Wgr-verband verbonden, ook al komt geen naadloze aansluiting tot stand van de afloop van de ene indicatieperiode en het begin van de nieuwe indicatieperiode. De termijn van 16 weken is immers in acht genomen. Heeft de gemeente of Wgr-verband de termijn van 16 weken niet in acht genomen en is de beslissing door CWI genomen na afloop van de einddatum van de voorafgaande indicatieperiode, dan zijn de financiële consequenties wel voor de gemeente of Wgr-verband. De consequentie bestaat hieruit dat de gemeente of Wgr-verband niet in aanmerking komt voor subsidie voor de periode gelegen tussen afloop van de ene indicatieperiode en de start van de nieuwe indicatieperiode Financieel beeld en volumegegevens Vaststellen dat het in onderdeel A opgenomen subsidiebedrag overeenstemt met het bedrag dat als basissubsidie voor 2004 in de meest recente subsidiebrief van het ministerie van SZW aan de gemeente of het Wgr-verband is toegekend Vaststellen de getrouwheid van de in onderdeel 3 opgenomen gegevens omtrent de realisatie van subsidiabele arbeidsplaatsen in standaardeenheden opgenomen in onderdeel B1 en de realisatie van arbeidsplaatsen in standaardeenheden opgenomen in onderdeel B2, alsmede aantallen gerealiseerde subsidiabele arbeidsplaatsen in standaardeenheden opgenomen in onderdeel B1; aantallen gerealiseerde arbeidsplaatsen in standaardeenheden opgenomen in onderdeel B2 aantallen dienstbetrekkingen/arbeidsovereenkomsten van vóór en na 1 januari 1998, zowel gerealiseerd subsidabele als gerealiseerde arbeidsplaatsen Vaststellen de getrouwheid van de in onderdeel 3 opgenomen gegevens over de volumegegevens, opgenomen in onderdeel C: aantallen dienstbetrekkingen/arbeidsovereenkomsten van vóór en na 1 januari 1998; aantallen personen en arbeidsplaatsen naar categorie arbeidshandicap, en per aangegane dienstbetrekking / arbeidsovereenkomst per genoemd tijdvak (vóór of na 1 januari 1998); de gegevens over de aantallen personen op de wachtlijst per ultimo van een kwartaal; de gegevens van het aantal personen dat ultimo van het uitvoeringsjaar langer dan 12 maanden op de wachtlijst staat; de gegevens van het aantal personen dat in die periode ministens 12 maanden voor arbeid beschikbaar was; de gegevens van het aantal personen dat een terugkeergarantie heeft en dat 10

11 verhuisd is; zie handreiking vodu Wsw 2005 bij codes 321 tot en met 328 de uitstroom uit het werknemersbestand in 2005, totaal en naar reguliere arbeid, in personen/arbeidsplaatsen en naar arbeidshandicap; realisatiegegevens in het uitvoeringsjaar wat betreft begeleid werken naar nieuwe arbeidsovereenkomsten vanaf de wachtlijst, vanuit de dienstbetrekkingen, het totaal aantal plaatsingen vanaf de wachtlijst in dienstbetrekkingen en arbeidsovereenkomsten, de taakstelling en de realisatie aantal plaatsingen begeleid werken in het uitvoeringsjaar. Zie handreiking vodu Wsw 2005 codes 331 tot en met Vaststellen dat de in het financieel beeld en volumegegevens opgenomen gegevens de resultante zijn van een rechtmatige wetsuitvoering. 3. Accountantsverklaring Wsw In de accountantsverklaring wordt door de bij de gemeente fungerende accountant een oordeel gegeven over de getrouwheid van de verantwoording van de gemeente dan wel Wgr-verband, in casu het verslag over de uitvoering Wsw 2005, inclusief dat de geldbedragen en aantallen opgenomen in het onderdeel financieel beeld en volumegegevens tot stand zijn gekomen met het bij en krachtens de Wsw gestelde. Tevens wordt door de accountant gerapporteerd in de bijlagen bij de accountantsverklaring over de verantwoording, mede aan de hand van alle aandachtspunten opgenomen in hoofdstuk 2 van dit controle- en rapportageprotocol dan wel wordt verwezen naar het terzake door de gemeente opgestelde verslag over de uitvoering. 11