Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité"); Gelet op de aanvraag van de FOD Justitie ontvangen op 1 augustus 2016;

Transcriptie

1 1/11 Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 35/2016 van 27 oktober 2016 Betreft: Machtigingsaanvraag voor het opvragen van gegevens door FEDASIL bij de dienst Voogdij van de FOD Justitie, in het kader van de aanwijzing van voogdij voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (AF-MA ) Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van de FOD Justitie ontvangen op 1 augustus 2016; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 13 en 26 September 2016 Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 20 september 2016; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 27 oktober 2016, na beraadslaging, als volgt:

2 Beraadslaging FO 35/2016-2/11 I. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG 1. Het Comité ontving op 1 augustus 2016 een machtigingsaanvraag van de FOD Justitie (hierna de aanvrager ) en deze aanvraag werd op verzoek van het Comité op 13 en 26 september 2016 aangevuld met bijkomende informatie. 2. Het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (hierna FEDASIL ) is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid waarvan het statuut, de opdrachten en bevoegdheid geregeld worden in artikel 55 en volgende van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en bepaalde andere categorieën vreemdelingen (hierna Opvangwet ). FEDASIL is belast met de opvang van asielzoekers in België en moet 1 hen materiële hulp verstrekken en hen opvangen en kwaliteitsvolle begeleiding bieden. 3. Het huidige regeerakkoord 2 stelt : De bescherming van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) moet worden versterkt. Er zal een uniforme registratie worden uitgewerkt om de bescherming van deze vaak kwetsbare doelgroep te versterken. De aanvraag is hierbij volgens de aanvrager een eerste stap: alle eerstelijnsdiensten die met deze doelgroep in contact treden, hebben op een snelle manier toegang tot enkele belangrijke gegevens om hun processen te kunnen verderzetten. 4. In het kader van de uitvoering van de zogenaamde Voogdijwet 3 verzoekt de aanvrager om FEDASIL toegang te verlenen tot persoonsgegevens van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (hierna NBMV ) uit een databank van de dienst Voogdij van de aanvrager. Dit via een webapplicatie die een snellere en efficiëntere informatiedoorstroom moet toelaten waarbij niet steeds voorafgaand contact dient te worden opgenomen met de dienst Voogdij van de aanvrager. 5. De aanvrager onderlijnt ook dat de informatiestroom reeds een wettelijke basis heeft in de voormelde Voogdijwet, in het bijzonder door de artikelen 7, 2 en 8, 2 van deze wet 4. Het Comité neemt hier akte van. 1 Krachtens artikel 56 van de Opvangwet. 2 Zie pagina 156 van het Regeerakkoord van 9 oktober 2014, gepubliceerd op 3 Programmawet (I) (art. 479) van 24 december Titel XIII - Hoofdstuk VI : Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, B.S., 31 december Art Wanneer de dienst Voogdij of de overheden bevoegd voor asiel, toegang tot het grondgebied, verblijf en verwijdering twijfel koesteren omtrent de leeftijd van de betrokken persoon, laat de dienst Voogdij onmiddellijk een medisch onderzoek door een arts uitvoeren teneinde na te gaan of deze persoon al dan niet jonger is dan 18 jaar. Het medisch onderzoek geschiedt onder toezicht van de dienst Voogdij. De kosten van dat medisch onderzoek zijn ten laste van de overheid die het heeft gevraagd. Ingeval de dienst Voogdij uit eigen beweging een onderzoek laat verrichten, zijn de kosten ten laste van die dienst. 2. Wanneer uit het medisch onderzoek blijkt dat betrokkene minder dan 18 jaar oud is, wordt gehandeld overeenkomstig artikel 8. Wanneer uit het medisch onderzoek blijkt dat betrokkene meer dan 18 jaar oud is, vervalt de hoede door de dienst Voogdij van rechtswege. De dienst Voogdij stelt daarvan onmiddellijk de betrokkene in kennis, alsook de overheden bevoegd voor asiel,

3 Beraadslaging FO 35/2016-3/11 II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. ONTVANKELIJKHEID 6. Krachtens artikel 36bis van de WVP vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging van (het bevoegde) sectoraal comité. 7. Dit Comité moet nagaan of deze mededeling enerzijds nodig is voor de implementatie van de opdrachten die toevertrouwd worden door of krachtens de wet aan de vragende federale overheid en anderzijds of deze mededeling in zijn diverse aspecten compatibel is met al de geldige normen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wat de verwerking van de persoonsgegevens betreft (Parl. Doc. 50, , 1940/004). 8. De dienst Voogdij van de aanvrager zal de persoonsgegevens van NBMV aan FEDASIL via elektronische weg (een webapplicatie) meedelen. Het Comité is derhalve bevoegd 5. III. TEN GRONDE IV. FINALITEITSBEGINSEL 9. Artikel 4, 1, 2 van de WVP staat uitsluitend een verwerking van persoonsgegevens toe voor welbepaalde, uitdrukkelijke omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en bovendien kunnen die gegevens niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. toegang tot het grondgebied, verblijf en verwijdering, en iedere andere betrokken overheid. 3. Ingeval van twijfel over de uitslag van het medisch onderzoek, wordt met de jongste leeftijd rekening gehouden. Art Wanneer volgens de dienst Voogdij is komen vast te staan dat de persoon die onder zijn hoede is gesteld voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 5 of in artikel 5/1 wordt onmiddellijk een voogd aangewezen. 2. De beslissing luidens welke een voogd is aangewezen wordt onmiddellijk aan laatstgenoemde ter kennis gebracht alsook aan de overheden bevoegd voor asiel, toegang tot het grondgebied, verblijf en verwijdering en aan iedere andere betrokken overheid. Aan de minderjarige wordt onverwijld meegedeeld wie zijn voogd is en informatie verschaft over het voogdijregime. 3. Enkel de personen die voorkomen op de in artikel 3, 2, 6, bedoelde lijst kunnen als voogd worden aangewezen. 5 Elke opvangstructuur die partner is of wordt van FEDASIL in toepassing van artikel 62 van de Opvangwet kan worden beschouwd als een verwerker in de zin van artikel 1 5 WVP die optreedt voor rekening van, ten behoeve van en onder controle van FEDASIL. Verwerkers moeten nooit apart worden gemachtigd volgens het Comité. Het volstaat dat de verantwoordelijke voor de verwerking wordt gemachtigd. Het Comité verduidelijkt wel dat als er een verwerkingsopdracht als bedoeld in artikel 1, 5 van de WVP is gepland, er conform artikel 16 van de WVP een verwerkingsovereenkomst moet worden afgesloten tussen FEDASIL en de verwerker

4 Beraadslaging FO 35/2016-4/ De dienst Voogdij van de aanvrager is ingesteld bij artikel 3 van de Voogdijwet. Deze dienst is belast met het organiseren van een specifieke voogdij over NBMV. 11. De aanvraag beoogt het uitwerken van een uniforme registratie van NBMV. De toegang tot de gevraagde informatie zal het mogelijk maken voor FEDASIL om de bescherming van de NBMV te versterken (zie randnummers 3 en 4 hiervoor), en om de erkenningsprocedures efficiënter te laten verlopen. 12. De bescherming van de NBMV behoort tot de taken van de dienst Voogdij, zoals vermeld in artikel 3, 2 van de Voogdijwet. 1 een voogd aanwijzen teneinde de vertegenwoordiging van de niet-begeleide minderjarigen te verzekeren; 2 overgaan tot identificatie van de niet-begeleide minderjarigen en, indien de staat van minderjarigheid wordt aangevochten, de leeftijd laten nagaan door middel van een medisch onderzoek, onder de voorwaarden bedoeld in artikel 7; 3 de contacten coördineren met de overheden bevoegd voor asiel, toegang tot het grondgebied, verblijf en verwijdering, met de overheden bevoegd voor opvang en huisvesting, alsmede met de overheden van de landen van herkomst van de minderjarigen, inzonderheid teneinde hun familie op te sporen of andere opvangstructuren te vinden; 4 zich ervan vergewissen dat door de bevoegde overheden binnen de kortste termijn een duurzame oplossing in het belang van de minderjarige wordt gezocht; 5 de personen die als voogd kunnen worden aangewezen erkennen, en indien grond daartoe bestaat, deze erkenning intrekken; 6 de lijst van erkende personen bijhouden en voor ieder van hen vermelden over hoeveel minderjarigen zij de voogdij uitoefenen; 7 waken dat de als voogd aangewezen personen een opleiding krijgen aangepast aan de problematiek van de niet begeleide minderjarigen. 13. Het gewenste resultaat is dat FEDASIL een beveiligde toegang zou hebben tot identiteits- en contactgegevens van NBMV en hun voogd zodat FEDASIL haar procedures onverhinderd kan verderzetten. Voor de dienst Voogdij van de aanvrager betekent dit een ontlasting van zijn permanentiedienst, die aldus voor bepaalde gegevens kan verwijzen naar de databank, in het bijzonder tijdens de periodes buiten de kantooruren. 14. Gelet op wat voorafgaat, oordeelt het Comité dat de beoogde doeleinden welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd zijn en dus conform artikel 4, 1, 2 van de WVP.

5 Beraadslaging FO 35/2016-5/11 Het Comité onderlijnt dat de gevraagde gegevens slechts voor die doeleinden mogen worden verwerkt. De bedoelde verwerkingen zijn toelaatbaar op basis van artikel 5, c) van de WVP. 15. In deze context dient ook te worden geanalyseerd of de doeleinden van de geplande verwerkingen niet onverenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor de gegevens oorspronkelijk door de FOD Justitie zijn verwerkt. Conform artikel 4, 1, 2 WVP dient bij de beoordeling van deze verenigbaarheid rekening te worden gehouden met alle relevante factoren, waaronder de redelijke verwachtingen van de betrokkene en de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. Het Comité stelt in dit verband vast dat: a. de coördinatietaak in artikel 3 2, 3 van de Voogdijwet de dienst Voogdij van de aanvrager opdraagt om de contacten (te) coördineren met de overheden bevoegd voor asiel, toegang tot het grondgebied, verblijf en verwijdering, met de overheden bevoegd voor opvang en huisvesting,, inzonderheid teneinde hun familie op te sporen of andere opvangstructuren te vinden, b. artikel 24 3 van de Voogdijwet bepaalt dat, bij beëindiging van rechtswege van de voogdij 6, de dienst Voogdij van de aanvrager het einde van de voogdij vaststelt en de volgende personen en diensten hiervan per brief op de hoogte brengt: de voogd, de gewezen pupil, de vrederechter, en indien grond daartoe bestaat, de overheden met welke de voogd contact had in verband met de betrokken minderjarige., c. artikel 56 van de Opvangwet voorziet specifieke bevoegdheden voor FEDASIL voor de begunstigden van opvang, waaronder NBMV. In deze context heeft FEDASIL een nood om snelle toegang te krijgen tot informatie over de betrokken minderjarige (identiteitsgegevens van minderjarige en eventuele voogd), d. artikel 59 van de Opvangwet bepaalt met name dat FEDASIL belast is met de toekenning van de materiële hulp aan niet-begeleide minderjarigen in het kader van de observatie- en oriënteringsfase, e. bij de observatie- en oriëntatiecentra ( OOC ) die de NBMV opvangen dienen derhalve beslissingen te worden genomen ten aanzien van NBMV waarbij kennis van de identiteit, leeftijd en de voogdijstatus van de NBMV essentieel is. Zo bepaalt artikel 4 van het K.B. van 9 april (hierna KB OOC ) dat geen enkele beslissing van verwijdering zal worden 6 Als omschreven in artikel 24 1 van de Voogdijwet. 7 Koninklijk besluit tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels voor de centra voor observatie en oriëntatie voor nietbegeleide minderjarige vreemdelingen, B.S., 7 mei 2007.

6 Beraadslaging FO 35/2016-6/11 genomen ten aanzien van een NBMV, opgevangen in het centrum, voordat zijn voogd werd aangesteld overeenkomstig artikel 6, 3, of artikel 8 van de Voogdijwet, en zonder dat deze effectief betrokken werd bij het zoeken naar een duurzame oplossing in overeenstemming met het hoogste belang van de NBMV, f. het Verslag aan de Koning bij het voormelde K.B. van 9 april 2007 verwijst naar artikel 6 van de Voogdijwet, waarbij een verblijf in een OOC wordt benut voor de registratie, identificatie en aanstelling van een voogd voor de NBMV. 16. Gelet op het voorgaande, is het Comité van oordeel dat de geplande, verdere verwerkingen van de gegevens betreffende NBMV van de dienst Voogdij door FEDASIL niet onverenigbaar zijn in de zin van artikel 4, 1, 2 van de WVP. 3. PROPORTIONALITEITSBEGINSEL 3.1. Aard van de gegevens 17. Artikel 4, 1, 3, WVP stelt dat persoonsgegevens toereikend, ter zake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt. 18. De aanvraag strekt ertoe om FEDASIL te machtigen om toegang te krijgen tot volgende gegevens die door de dienst Voogdij van de aanvrager worden bijgehouden : a. de naam, voornaam, nationaliteit en adres van de NBMV; b. de door de dienst Voogdij aangenomen geboortedatum na leeftijdsonderzoek; c. de eventuele aliassen, en nummer openbare veiligheid van de NBMV; d. de leeftijdsbeslissing van de dienst Voogdij (meer-of minderjarigheid); e. de datum van aanwijzing van een voogd en beëindiging van een voogdij; f. de datum waarop de NBMV verdwenen is uit een opvangcentrum. 19. Het (vorige) adres van de NBMV die verblijft in een OOC is volgens FEDASIL cruciaal in de missie van het OOC. Volgens de artikelen 6, 9 en 10 van het KB OOC is het de taak van het OOC om de minderjarige te beschermen en te omkaderen; waarbij in de eerste week het contact met de buitenwereld gelimiteerd wordt. Nadien wordt het sociale, psychologische en medische profiel van de minderjarige in kaart gebracht. Kennis hebben van een vorige verblijfplaats, eventuele familieleden of een breder netwerk is cruciaal in de missie van het OOC (observeren en oriënteren).

7 Beraadslaging FO 35/2016-7/11 Daarnaast kan de kennis van een vorige verblijfplaats de informatiedeling met politie en parket versnellen in het kader van een onrustwekkende verdwijning. 20. De NBMV die in het OOC worden opgevangen bevinden zich in uiteenlopende administratieve procedures. Alvorens de NBMV wordt gevonden op het grondgebied of gesignaleerd door de dienst Voogdij kan de minderjarige reeds verblijven in een structuur van de Gemeenschappen of op een privé-adres bij een eventueel familielid of elders. Samen met de dienst Voogdij dient ingeschat te worden of de minderjarige in aanmerking komt voor een opvang in een OOC dat specifiek gericht is op de opvang van niet-begeleide nieuwkomers. 21. Wat de voormelde gegevens b) en d) betreft stelt FEDASIL dat op basis van de verklaarde geboortedatum (aangenomen geboortedatum) opvang wordt gevraagd en toegekend voor de minderjarige. De leeftijdsbeslissing (minderjarige/meerderjarige) en de eventueel aangepaste geboortedatum zijn noodzakelijk om verder opvangrecht en een aangepaste opvangplaats toe te kennen; alsook een aangepaste procedurele begeleiding aan te bieden. 22. Uit de aanvraag blijkt dat FEDASIL deze informatie nodig heeft om haar wettelijke taken uit te voeren. In dat verband wordt gewezen op de toepassing van de artikel 56, 1 van de Opvangwet 8. Het Comité neemt hiervan akte. 23. Gelet op de doeleinden die FEDASIL nastreeft en op bovenstaande motivatie, besluit het Comité dat de opgevraagde gegevens bij de FOD Justitie, conform artikel 4, 1, 3 van de WVP zijn Bewaringstermijn van de gegevens 24. Aangaande de bewaringstermijn van de gegevens herinnert het Comité er aan dat de gegevens niet langer bewaard mogen worden dan nodig voor het realiseren van het doeleinde waarvoor ze werden ingezameld (artikel 4, 1, 5, WVP). 25. In de aanvraag wordt in dit verband gesteld dat de gegevens tot aan de leeftijd van 19 jaar van de betrokken persoon zullen worden weergegeven in de databank. De term weergeven betekent dat de gegevens tot aan de (aangenomen) leeftijd van 19 jaar van de betrokkene niet worden geschrapt uit de interne databank van de dienst Voogdij. 8 "Art Het Agentschap heeft onder meer de taak om de organisatie, het beheer en de kwaliteitscontrole van de materiële hulp, toegekend aan de begunstigden van de opvang, te verzekeren. Het mag subsidies toekennen in verband met zijn opdrachten."

8 Beraadslaging FO 35/2016-8/ FEDASIL stelt dat zij verantwoordelijk is voor de opvang van zowel minderjarige als meerderjarige asielzoekers. Een meerderjarig verklaarde asielzoeker wordt opgevangen gedurende het verdere verloop van zijn asielprocedure. Ook dan dient FEDASIL de leeftijdsbepaling te kunnen achterhalen; de gegevens van de vroegere voogd indien dit nodig is voor de sociale of procedure begeleiding. 27. De bewaring van de gegevens na de leeftijd van 18 jaar betreft volgens de aanvrager een overgangsperiode. Deze persoon kan nog enige tijd in het opvangnetwerk van FEDASIL verblijven. Het is dan nuttig om nog een kijk te hebben op het verleden. 28. Gelet op voormelde overweging is het Comité van oordeel dat deze voorgestelde bewaartermijn gepast is Frequentie van de toegang en duur van machtiging 29. Betreffende de frequentie van de mededeling van de gegevens, wordt in de aanvraag een permanente toegang gevraagd. 30. Ter motivering van deze vraag tot permanente toegang verwijst FEDASIL naar artikel 6 van voormeld K.B. van 9 april 2007 op basis waarvan FEDASIL de taak heeft om de NBMV en hun voogden bij te staan bij alle handelingen en procedures die vermeld staan in artikel 9 van de voormelde Voogdijwet. Een permanente opvolging door FEDASIL moet dus mogelijk zijn aangaande een controle van het exacte statuut van de jongere, de resultaten van de leeftijdtest, en de aanduiding van zijn voogd. 31. Het Comité neemt hier akte van en is van oordeel dat een dergelijke frequentie gepast is in het licht van artikel 4, 1, 3, WVP. 32. De toegang wordt ook voor onbepaalde duur gevraagd. In de aanvraag wordt hierbij gespecifieerd dat de taken en opdrachten die zijn toevertrouwd aan FEDASIL door de wetgever niet zijn beperkt in de tijd. 33. Het Comité constateert dat, met het oog op de realisatie van de opgegeven doeleinden, een machtiging voor onbepaalde duur gepast is (artikel 4, 1, 3 WVP).

9 Beraadslaging FO 35/2016-9/ Bestemmelingen en/ of derden waaraan gegevens worden meegedeeld 34. In de aanvraag wordt aangegeven dat de gegevens intern zullen gebruikt worden bij FEDASIL, meer bepaald bij de volgende diensten en voor volgende functieprofielen. a) Dienst dispatching, Functie : NBMV-coördinator DISP; b) Sociale dienst van de drie centra, Functie : sociaal werkers; c) Dienst Cel NBMV, functie : medewerkers cel NBMV; d) Dienst Regio Noord en Zuid, Functie NBMV-contactpersoon. 35. In totaal gaat het om en bij 27 personen (aantal kan licht fluctueren) met volgende functieprofielen : a) Profiel 1 (Coördinatie DISP-NBMV) : 3 personen (1 site); b) Profiel 2 (Coördinatie DISP-NBMV) : 5 personen per centrum (3 centra); c) Profiel 3 (Medewerkers NBMV cel) : 5 personen (1 site); d) Profiel 4 ( Contactpersonen regio s noord en zuid) : 2 personen per regio (2 regio s). 36. Het Comité ziet in het licht van artikel 4, 1, 3 WVP geen bezwaren tegen het feit dat bovengenoemde personen en diensten toegang hebben tot onderhavige persoonsgegevens, op voorwaarde dat zij enkel van deze toegang gebruik maken binnen de perken van de taken en bevoegdheden die hen door de regelgeving werden verleend. 4. TRANSPARANTIEBEGINSEL 37. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke verwerking van gegevens een verwerking is die gebeurt op een transparante wijze. Eén van de hoekstenen van een transparante verwerking, betreft de informatieplicht in de zin van artikel 9, 2, WVP. 38. In voorliggend geval zullen de geplande gegevensverwerkingen evenwel verricht worden met het oog op de toepassing van bepalingen voorgeschreven door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie. Op grond van artikel 9, 2, 2 de lid, b), WVP is in een dergelijke situatie een vrijstelling van de informatieplicht van kracht. 39. Deze vrijstelling neemt echter niet weg dat het Comité er zich kan van vergewissen of er passende waarborgen bestaan voor de bescherming van de fundamentele rechten van de betrokkenen. Bovendien wordt de transparantie ook niet uitsluitend gewaarborgd door de informatieplicht (cf. artikelen 4, 1, 1 en 9 tot 15bis WVP). Het Comité onderzoekt dan ook of de

10 Beraadslaging FO 35/ /11 betrokkene bij het nemen van een beslissing en bij de kennisgeving van iedere wijziging van deze beslissing onder andere wordt geïnformeerd over de gebruikte gegevens, hun herkomst en de logica die aan de basis ligt van de beslissing. 40. FEDASIL heeft naar aanleiding van voorliggende aanvraag een privacybeleid op haar website gepubliceerd De FOD Justitie plant om een overzicht te publiceren op haar website van de reeds verleende machtigingen. Het Comité neemt hier akte van. 42. Het Comité wenst dat de dienst Voogdij van de aanvrager brieven richt aan de voogd van de betrokkene waarop een informatieclausule 10 zal worden vermeld. Dit gelet op het feit dat er van dient te worden uitgegaan dat de NBMV zelf de meegedeelde informatie niet zal begrijpen. 43. Het Comité legt bovendien FEDASIL de voorwaarde op om volgende informatie te publiceren op haar website : een overzicht van de reeds verleende machtigingen door het Comité waarbij FEDASIL betrokken partij is, inclusief de voorliggende machtiging 5. BEVEILIGING 5.1. Op het niveau van FEDASIL 44. Uit de stukken die door FEDASIL zijn medegedeeld, blijkt dat zij over een consulent inzake informatiebeveiliging en een informatiebeveiligingsbeleid beschikt. Het Comité heeft er akte van genomen Op het niveau van de FOD Justitie 45. Uit eerder meegedeelde stukken blijkt dat de FOD Justitie over een consulent inzake informatiebeveiliging en een informatiebeveiligingsbeleid beschikt. Het Comité heeft er akte van genomen Uw gegevens worden verzameld door de dienst Voogdij, FOD Justitie, Waterloolaan 115, 1000 Brussel. U hebt toegang tot deze gegevens door u tot deze dienst te wenden. Deze gegevens kunnen worden verspreid aan Fedasil.

11 Beraadslaging FO 35/ /11 OM DEZE REDENEN, het Comité machtigt FEDASIL om, via de webservice van de dienst Voogdij FOD Justitie, onder de voorwaarden als bepaald in onderhavige beraadslaging en voor zo lang deze worden nageleefd, de gevraagde gegevens elektronisch te ontvangen; beslist dat zij het recht behoudt om desgevallend in de toekomst en op geregelde tijdstippen na te gaan of de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen daadwerkelijk en duurzaam werden ingevoerd overeenkomstig de stand van de techniek en van die aard zijn dat zij de bestaande risico s afdoende kunnen dekken. In dit verband beveelt het Comité de aanvrager iedere relevante wijziging in de beveiliging van de toegelaten verwerkingen ter kennis te brengen van het Comité. De Wnd. Administrateur, De Voorzitter, (get.) An Machtens (get.) Stefan Verschuere