Kaart 7 Vogels op reis

Transcriptie

1 Kaart 7 Vogels op reis Informatiekaart Werkblad Onderzoek: o Bij het wak Quiz: o Voor de leerkracht: De kinderen leren de volgende begrippen: Vogeltrek Standvogels Wintergasten Zomergasten Doortrekkers Ringen Doelen: o De kinderen weten waarom sommige vogels op reis gaan en hoe dit heet. o De kinderen kennen de begrippen standvogels, wintergasten, zomergasten en doortrekkers en kunnen vertellen wat deze begrippen inhouden. o De kinderen weten dat sommige vogels overgaan op ander voedsel, om te overleven. o De kinderen hoe sommige vogels reizen en kunnen dit verwoorden. o De kinderen weten wat het doel is van het ringen van vogels. o De kinderen zien enkele vogels die in ons land de winter doorbrengen en kunnen de soorten benoemen. o De kinderen observeren de vogels bij het wak en schrijven hun bevindingen op een observatieformulier.

2 Kaart 7 Vogels op reis Veel mensen gaan in de zomer op reis. Niet omdat ze moeten, maar voor hun plezier. Als het herfst is, worden sommige vogels onrustig, ze moeten weg. Dat doen ze niet voor hun plezier, maar omdat er te weinig voedsel is. Ze beginnen aan de vogeltrek. Zomergasten en wintergasten Sommige vogels zie je het hele jaar door, je kent ze vast wel: de huismus, de merel, de ekster, de zanglijster of de zwarte kraai. Deze vogels noemen we jaarvogels of standvogels. Mariëtte? Stichting de Voorde merel zanglijster Andere vogels zie je alleen in de winter (wintergasten), of alleen in de zomer (zomergasten). Vogels die hier komen om te broeden en dan weer wegtrekken, noemen we zomergasten. Een voorbeeld hiervan is de gierzwaluw. Jonge gierzwaluwen Doortrekkers Er is nog een andere groep vogels: doortrekkers. Dat zijn vogels die in de herfst uit het noorden komen, naar ons land. Deze vogels blijven hier maar kort. Voorbeelden zijn de koperwiek en de kramsvogel. koperwiek

3 Waarom trekken vogels? In de winter is het in ons land meestal koud. In ieder geval kouder dan in de zomer. Toch trekken vogels niet weg omdat het kouder wordt, maar omdat ze steeds minder voedsel kunnen vinden. In het zuiden is het minder koud en de vogels kunnen daar wel voldoende voedsel vinden. Er zijn ook hele handige vogels, die in de winter overgaan op een ander menu. In de zomer eet de pimpelmees vooral insecten. Maar insecten zijn in de winter niet zo makkelijk te vinden. Dus gaat de pimpelmees ook nog beukennootjes of opgehangen pinda s eten. IVN Vecht & Plassengebied Overdag of s nachts Er zijn vogels die het liefst overdag reizen. Maar ook s nachts wordt er heel wat afgereisd. We weten niet precies waarom er vogels zijn die s nachts reizen. Misschien omdat er dan weinig vijanden zijn. Vogels die overdag trekken, rusten regelmatig uit en gaan dan op zoek naar eten. Kleine zangvogels trekken graag in hun eentje. Andere vogels trekken meestal samen. Denk maar eens aan ganzen. Als je ze dan ziet vliegen, kun je de letter v zien. Foto ANP Onderzoek Veel mensen interesseren zich in de vogeltrek. Ze willen weten waarom vogels trekken, hoe ze dat doen en waar ze dan naar toe gaan. Dat laatste is inmiddels opgelost. Mensen weten waar vogels naar toe gaan, omdat ze vogels zijn gaan ringen. In 1912 is men in ons land met het ringen van vogels begonnen. Om vogels te mogen ringen heb je een speciale vergunning nodig. De gegevens van een geringde vogel worden bewaard bij het Vogeltrekstation in Arnhem. Wordt er een geringde vogel ergens dood gevonden, dan kan het ringnummer doorgegeven worden aan het Vogeltrekstation. Het ringetje kan ook opgestuurd worden. vogeltrekstation

4 Onderzoek Bij het wak Voorbereiding De kinderen moeten wat oud, droog brood meenemen van huis. Een broodje per kind is meer dan genoeg. Vertel vooraf in de klas dat de kinderen absoluut niet op het ijs mogen staan, en alleen aan de kant mogen blijven om te observeren. Laat de kinderen niet zonder begeleiding naar het water gaan. Duur van dit onderzoek 1 les

5 Onderzoek Bij het wak Wat heb je nodig? Oud brood Potlood Observatieblad Wat ga je doen? Je gaat naar een sloot, meer of kanaal die dichtgevroren is. Je gaat kijken naar enkele vogels die in de winter in Nederland blijven en hoe ze zich gedragen. Hoe ga je dat doen? 1. Zoek een plekje waar je de vogels en het wak goed kunt zien. Blijf wel op de kant staan en ga niet op het ijs. 2. Zorg dat je stil zit, zodat de vogels niet onrustig worden. 3. Je gaat kijken welke vogels je ziet. 4. Op je observatieblad schrijf je jouw bevindingen.

6 naam Observatieblad Bij het wak Welke vogels die je ziet ken je? Teken de vogels die je niet kent. Hoe heten de vogels die het hele jaar in de winter te zien zijn? Welke vogels zie je hier het meest? Waar zie je de meeste vogels zitten? a. op de kant b. in het wak Hoe zwemmen de vogels? Zie je verschillen? Welke? Strooi eens wat brood op de kant. Loop een stukje van de voerplaats weg. Wat gebeurt er? Wat valt je het meest op?