Praktische-opdracht door een scholier 1786 woorden 24 april keer beoordeeld. Voorwoord

Transcriptie

1 Praktische-opdracht door een scholier 1786 woorden 24 april keer beoordeeld Vak Biologie Voorwoord Op donderdag 15 april hebben wij in het bos naar vogels gekeken en geluisterd. Dit was interessant en we hebben er veel vogels kunnen horen en ook een paar kunnen zien. Ieder van ons kreeg een stukje bos aan gewezen waar we ons onderzoek moesten doen, in ons gebied moesten we alle vogels bekijken en daar aantekeningen van maken. Inleiding Het onderzoek vind plaats in het kralingse bos. Ieder van ons kreeg een stuk bos aan gewezen waar in we het onderzoek moesten doen. We moesten vele punten nalopen en dat deden we dus ook. Het onderzoek moesten we in tweeën delen, een stuk moest in het bos gebeuren en het andere deel moest thuis of op school uitgewerkt worden. De punten die we in het bos moesten behandelen waren: een kaartje maken van het gebied wat ons toe behoorde (voor het onderzoek) de vogels observeren. De aantekeningen moesten ook gemaakt worden die we dan later zouden uitwerken. De doelstelling van dit onderzoek was het beantwoorden van de vraagstelling die u later in dit verslag zal terug vinden. Vraagstelling Onze vraagstelling van het onderzoek is: komen er (heel)veel verschillende vogels voor in een klein stukje bos? Het is ons gelukt hier een overzicht van te krijgen en het op deze manier te kunnen vermelden. De deelvragen: Wat voor soorten zijn er dan te vinden? Hoeveel zijn er van de zelfde soort te vinden? Zijn deze soorten vooral te zien of te horen? Verschilt de plaats waar ze zitten veel van elkaar? Methode Het gebied waar in wij de vogels hebben onderzocht was een veelzijdig gebied, er was water, veld en bos dus dat zou moeten betekenen dat we veel verschillende vogels tegen zouden moeten komen. Onze methode was om eerst rond te lopen en daarna even stil te zitten, we hebben in verhouding meer gelopen dan gezeten. Pagina 1 van 6

2 Resultaten van ons onderzoek Eerst hebben we een schema gemaakt met daarin de soort en het aantal keer dat we de vogel gezien hebben. Daaronder hebben we de beschrijving van de vogels van wat wij zelf hebben waargenomen, en daarna de lijst van de waargenomen vogels te zien met informatie verkregen uit literatuur. Soort: Hoe veel keer gezien: Meeuw 1 Kraai 1 Tjiftjaf 3 Specht 2 Pimpelmees 2 Merel 1 Fazant vrouw 1 Fazant man 2 Zanglijster 1 Winterkoning 1 Koolmees 2 Ekster 4 Eend 5 Meerkoet 2 Waterhoen 2 Vink 1 Dit is de lijst waar in staat wat wij hebben waar genomen in ons gebied. Het was op vallend dat we de tjiftjaf niet heel vaak hebben gezien in vergelijking tot hoe vaak we hem gehoord hebben. De beschrijving van de soorten die we gezien hebben Ekster Wij zagen de ekster in een boom en hij maakte een geluid die leek op dat van een schaap. Hij zat hoor in een boom en als hij vloog hij van hoog naar laag dus een schuine lijn. Verdere informatie word behandeld in het stukje waar in we twee soorten moeten behandelen. Koolmees Deze had een grappig geluid en viel ons daarom op. Hij zat niet hoog in de boom maar wat meer in de takken en wat lager dus hij zat vrij stil en vloog niet weg toen wij hem aan het bestuderen waren. Tjiftjaf Pagina 2 van 6

3 Deze was in het bos nadrukkelijk aanwezig en over heerste vele vogels hij bleef zich zelf maar herhalen en hield niet lang zijn snavel. De tjiftjaf hebben we niet goed kunnen bekijken en hebben hem ook maar een keer echt even snel kunnen zien daarna vloog hij weg. Pimpelmees We zagen twee pimpelmeesjes in een boom zitten die druk aan het kwetteren waren ze wipte steeds van tak naar tak en echt stil zitten deden ze niet. Ze zijn erg klein maar wel schattig om te zien. Specht De specht hebben we alleen gehoord en niet gezien. Kauw De kauw hebben we wel kunnen zien maar hij maakte geen geluid hij zat in een bosje en na een tijdje vloog hij weg. Hij was zwart en had een grijzige kop. Winterkoning De winterkoning hebben we gehoord dat was ook duidelijk te herkennen aan zijn vele trillingen. Waterhoen De waterhoen hebben we wat langer kunnen bestuderen. We zagen dat hij zwom en daarna onder dook en daar vrij lang bleef, wij dachten dat hij dat deed om zijn eten te zoeken of zich te wassen. Meerkoet De meerkoet duikt steeds onder en komt dan weer boven hij maakt een raar geluid wat je niet echt kan vast leggen in woorden. Fazant De fazant maakt een gillend geluid waar van je denkt dat er iemand in nood is. Hij loopt statig heen en weer en staat soms dood stil als je dichter bij komt heeft hij dat meteen door en is hij weg. Wij hebben een mannetje gezien met een roodachtige kop en een vrouwtje met bruin en in haar veren veel strepen, haar kop was ook bruin. Verder informatie komt bij het beschrijven van de twee soorten. Vink De vink hebben we niet gezien maar wel gehoord zijn geluid leek te komen van hoor uit de boom. De vinkslag waar we het steeds over gehad hebben was duidelijk te horen, na een riedel was er een korte pauze. Eend De eend hebben wij gezien op vier momenten. slapend en we weten het niet zeker maar ik dacht dat ik heb gezien dat de eend slaapt op een been / poot en zijn kop om gedraaid in zijn veren. we hebben hem ook zwemmend gezien hij zwom aan een stuk door. Pagina 3 van 6

4 ook hebben we ze vliegend gezien ze vliegen laag over en korte stukjes. ze liepen over de kant en waggelde met hun kont. Merel De merel hebben we alleen maar gehoord en hij had een vol en rond geluid waar wat trillingen in voor komen. Beschrijving van de waargenomen vogels met informatie uit literatuur Meeuw Larus argentatus Meeuwen kun je op heel veel plaatsen eten zien zoeken, zoals bijvoorbeeld bij de haven, strand achter veerboten of op de vuilnisbelt. Kraai Corvus corone De zwarte kraai is een strandvogel. De trektijden zijn maart-april en oktober-november.ze zoeken eten op stranden, akkers en oevers. Tjiftjaf Phylloscopus collybita De tjiftjaf komt in alle bostypen voor. Ze komen dus zowel in loofbossen, naaldbossen als in gemengde bossen voor. Ze eten in de bladkronen en worden meestal door hun zang ontdekt. De voorjaarstrek vindt plaats in de periode maart-juni, de najaarstrek van eind augustus tot november. Er overwinterd maar een klein aantal in Nederland. Grote bonte specht Debdrocopos major De grote bonte specht eet vooral van voedertafels aan de rand van steden en dorpen, waar hij vooral aangetrokken wordt door vetbollen. Het is eigenlijk een standvogel, maar de noordelijke ondersoort komt soms invasieachtig naar het zuiden en kan dan ook in Nederland gezien worden. Pimpelmees Parus caeruleus De pimpelmees eet ook van voedertafels. Pimpelmezen zijn strand- of zwerfvogels. In september/oktober-maart/april trekken ze noordelijk, en oostelijke populaties naar het zuiden. Merel Turdus merula De merel foerageert op het gazon opzoek naar regenwormen en andere ongewervelde dieren. De meeste Merels zijn standvogels en in de winter wordt Nederland overspoeld met Merels uit noorden en oosten. De trek vindt plaats in de periode februari-april en september-november. Fazant Phasianus colchius Een fazant zoekt vooral eten in akkers of bij bosranden zodat hij snel de bossen in kan duiken. De fazant is een uitgesproken standvogel. Pagina 4 van 6

5 Zanglijster Turdus philomelus De zanglijster foerageert het liefst onder struiken op regenwormen en slakken. Nederlandse broedvogels trekken naar Frankrijk, terwijl Scandinavische vogels zuidelijker wegtrekken. In Nederland overwinteren voornamelijk vogels uit Rusland. Trekperioden in maart-mei en septembernovember. Winterkoninkje Troglodytes troglodytes Het winterkoninkje broedt in dicht struikgewas, stenen muurtjes of in klimop. Nederlandse winterkoningen zijn standvogels, maar Scandinavische overwinteren onder andere in Nederland. De trek vindt plaats in de perioden maart-mei en september-november. Ekster Pica pica De ekster is in hoge mate gebonden aan open cultuurland, maar hij komt ook voor langs bosranden, in parken en woonwijken. De ekster zoekt zijn voedsel op de grond. De ekster is een echte Standvogel. Koolmees Parus major Koolmezen zijn s winters vaste bezoekers van de voedertafels. Koolmezen zijn stand- of zwerfvogels. In september/oktober-maart/april trekken noordelijke populaties naar het zuiden, soms zelfs invasieachtig. Wilde Eend Anas platyrhynchos De wilde eend is de grootste van alle zwemeenden. Je kan het vrouwtje goed van het mannetje onderscheiden. Veel wilde eenden hebben zich aangepast aan het leven onder mensen. Ze leven in parken, tuinen en vijvers. De wilde eenden komen in het najaar uit het noorden naar Nederland. Meerkoet Fulica atra Ze zoeken naar eetbare waterplanten door onderwater te duiken. De meerkoet is een standvogel. Waterhoen Gallinula chloropus De waterhoen nestelt bij voorkeur in kleine poelen, vijvers en sloten met een rijke vegetatie. Waterhoenen zijn echte standvogels. Vink Fringilla coelebs In de winter eten vinken van voedertafels, maar in het voor- en najaar zoeken ze naar voedsel in akkers en beukenbossen. Twee verschillende vogels en hun toevoeging aan hun omgeving We hebben besloten de Fazant en de Ekster met elkaar te gaan vergelijken omdat wij de fazant echt heel Pagina 5 van 6

6 schuchter vonden en de ekster een stuk minder. De fazanten die wij gezien hadden zaten aan de rand van het bos op een stukje grasland met lage struiken. Maar als je bij ze in de buurt kwam bleven ze eerst doodstil zitten en daarna renden ze pijlsnel het bos in. De ekster daaraan tegen was heel rustig aan het foerageren. En ging ook gewoon rustig door toen wij naderbij kwamen. We bleven op ongeveer 10 meter van de ekster staan om hem goed te kunnen bekijken. Ik vind dat de fazanten veel toevoegen aan de omgeving omdat het grote en toch ook wel bijzondere vogels zijn. En het altijd wel bijzonder is als je een fazant ziet. Van de ekster vind ik dat hij niet echt heel veel bijzonders toevoegt, maar het is wel leuk dat ze niet zo schuw zijn en je ze dus ook wel vaak in woonwijken of gewoon in je tuin kunt zien. Conclusie Wij zijn tot de conclusie gekomen dat het antwoord op onze vraag: Komen er (heel)veel verschillende vogels voor op een klein stukje bos? Moet zijn, Ja. Het valt in het begin misschien niet zo erg op dat er zoveel vogels zitten, maar als je er op gaat letten en luisteren merk je dat het stikt van het gekwetter en ander vogelgezang. Als je dan nog wat intensiever gaat kijken merk je dat je er ook nog redelijk wat goed kan bekijken. Veel vogels die we vermeld hebben, hebben we ook echt gezien, maar met name de tjiftjaf hebben we heel veel gehoord, maar niet gezien. Het viel me ook op dat we op ons kleine gebiedje toch nog drie fazanten hadden gezien, twee mannetjes en een vrouwtje. De soorten die we gezien hebben waren meestal de bekende vogels die we ook in de les behandeld hadden, of die je gewoon zelf wel kent. Discussie Als je onze resultaten bekijkt, zou je daar redelijk wat conclusies uit kunnen trekken, maar we hebben natuurlijk niet heel veel en gedetailleerde informatie kunnen verzamelen in zo n korte tijd. Je zou op dit onderzoek verder in kunnen gaan door bijvoorbeeld een keer s nachts, s ochtends, s middags en s avonds te gaan observeren, en die resultaten dan met elkaar te vergelijken. Waarschijnlijk tref je dan ook nog wel verschillen aan. Literatuurlijst Titel Auteur uitgever 1e druk Vogels herkennen Benny Génsbøl Schuyt & Co 1997 Bijz. Vertaald uit het Deens. Pagina 6 van 6