De vogelstand in Landgoed Oosterbeek

Transcriptie

1 Soort: Stand 2014: stand 2015: De vogelstand in Landgoed Oosterbeek

2 Inleiding In het voorjaar van 2014 en 2015 heeft ornitholoog Wim Kooij een onderzoek gedaan in Landgoed Oosterbeek naar de aanwezigheid van broedvogels. Hij heeft dit gedaan volgens de wetenschappelijke BMP methode van Sovon, waarbij hij alle voorkomende vogels in het gebied in kaart heeft gebracht op territoriaal gedrag. Door clustering van de waarnemingenreeks wordt het aantal territoria vastgesteld. Een territorium betekent nog geen broedgeval of zelfs broedresultaat. In een gebied met weinig beschutting hebben vogels wel een territorium maar komen ze niet tot broeden. Het terugvalpercentage in Oosterbeek kan dan ook hoger liggen dan de 30% die nu wordt waargenomen. Het is aan te bevelen om binnen enkele jaren opnieuw een monitoring over twee jaar uit te voeren om het resultaat van het beheer vast te stellen. De resultaten op de lijsten betreffen de totalen inclusief het vogelrustgebied (VGR). Op de kaarten zijn de aantalen in het VGR aangegeven met een cijfer achter de code. Het VGR is aangegeven met een groene kleur. Voor details BMP-methode zie: Colofon Uitgave van de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor s Gravenhage e.o (AVN) Productie en vormgeving: Aletta de Ruiter BMP-opnames Wim Kooij Tekst: Wim Kooij Tekeningen en foto s: Haagse vogelbescherming, Wikipedia Uitgave: maart 2016 m.m.v. Haagse Vogelbescherming

3 Dertig procent minder vogels in Oosterbeek De plannen van de gemeente Den Haag om het aanzien van landgoed Oosterbeek bijna 150 jaar in de tijd terug te zetten naar de aanleg van architect Zocher sr. heeft grote invloed op de uiterst waardevolle natuurontwikkeling die het terrein in de tussentijd heeft doorgemaakt. Exclusief karakter Zocher sr. plantte graag karakteristieke individuele bomen als tulpenboom en moerascypres langs de spiegelende vijver en ging ingenieus om met eiken en beuken, zowel op markante individuele plaatsen als langs meanderende lanen. Een aantal van deze exemplaren hebben indrukwekkende afmetingen bereikt. Vanwege hun ouderdom geven ze nu een exclusief karakter aan het gebied dat geen enkele architect ooit had kunnen voorspellen. Bij gebrek aan beheer ontstond er flink wat achterstallig onderhoud in het groen, waar vogels en zoogdieren van profiteerden. Broedgelegenheid verloren Echter, het lijkt erop dat tijdens de opknapbeurt en het terughalen van een stuk landschapsgeschiedenis ook kostbare natuur is vernietigd. Omdat oude bomen en vooral veel struiken zijn verwijderd is er nogal wat broedgelegenheid verloren gegaan. In 2014 en 2015 heb ik het terrein gebiedsdekkend op vogels geïnventariseerd om te zien wat de gevolgen zijn van de ingrepen in de natuur. In 2014 telde ik 139 territoria van 36 vogelsoorten (exclusief het vogelreservaat, dat strikt genomen onderdeel is van het landgoed). Die cijfers zijn in 2015 niet meer gehaald. De teller bleef nu steken op 98 territoria verspreid over 32 soorten. Dit is een terugval van 30 procent. Deze cijfers trekken een grote schaduw over de revitalisering van dit landgoed. Vervelende bijkomstigheid is dat er voor Oosterbeek ruim een half miljoen euro beschikbaar was voor een opknapbeurt ter compensatie van het groen dat even verderop plaats moest maken voor de nieuwe Amerikaanse ambassade. Spijtig gevolg is nu dat er op twee aan elkaar grenzende gebieden vogels en natuur aan het kortste eind trekken. Daarbij moet nog worden opgemerkt dat vanwege ingrepen die reeds vroeg in 2014 plaatsvonden, de vogelstand toen al zijn eerste knauw had gekregen. Zo broedden in voorafgaande jaren nog struweelbroeders als tuinfluiter en fitis in Oosterbeek. Maar deze soorten zijn bij de eerste werkzaamheden al direct afgehaakt. Braamsluiper en fluiter broedden niet jaarlijks maar kwamen wel regelmatig in het voorjaar op verkenning. Ook van deze soorten is in het afgelopen broedseizoen niets meer vernomen. De eens zo talrijke spreeuw verdween definitief als broedvogel. Het jaar tevoren was het aantal territoria al teruggelopen tot 3. Hetzelfde geldt voor het goudhaantje, de staartmees en de kleurrijke putter. Na het weghalen van de onderbegroeiing en het kappen van oude bomen met holtes is de broedgelegenheid van struikbroeders en de holenbroeders sterk afgenomen. De winterkoning zakte in van 13 tot 6 territoria en dat na een zachte winter. De merel viel terug van 14 naar 8 broedgevallen en de roodborst maakte een duikeling van 11 naar 7 paartjes. Van de holenbroeders noem ik de glanskop (nog slechts 1 exemplaar), de koolmees (niet meer dan 7 paartjes) en de boomklever (teruggevallen naar 2 territoria). De volhouders Om het plaatje voldoende compleet en objectief te maken, mag niet onvermeld blijven dat niet elke soort in aantal achteruit ging. Er waren ook volhouders. De wilde eend had dit jaar zelfs een territorium meer (6), maar die nestelt langs de Tankgracht en daar hebben de ingrepen geen invloed gehad. De 4 paartjes grote bonte specht lieten zich niet verjagen en hakten vrolijk nieuwe holen in de resterende oude bomen. Maar deze soort doet het in de hele regio zeer goed op dit moment. De ijsvogel kwam nog wel vissen in het landgoed, maar het dichtstbijzijnde broedgeval zit in Clingendael, vlakbij de Japanse tuin. De balans van 30 procent minder vogels in Oosterbeek leidt niet bij iedereen tot schrik of verontwaardiging maar ook tot berustende en relativerende reacties. Ik heb het hier en daar getest in mijn omgeving. Meen je nu dat je een punt maakt van wat kauwtjes, winterkoningen, roodborstjes, mezen en parkieten die zijn verdwenen. Daar hebben we er toch wel genoeg van?, was de mening van mijn collega s. Plaats voor beleving en bezinning Natuurlijk is er geen aanleiding om de terugval per soort uit te vergroten. Maar het substantiële totaalverlies aan territoria is wel degelijk een indicator van de verloren gegane ecologische waarde. Er waren genoeg mogelijkheden om het landgoed een herstelbeurt te geven en tegelijkertijd de natuurkwaliteit die zich in de afgelopen decennia had ontwikkeld te koesteren. Conclusie is dat er aan het wezen van beheer van een landgoed opgezet volgens de Engelse landschapsstijl is voorbij gegaan. De natuur moet in die filosofie juist zijn gang kunnen gaan, moet meer natuurlijke elementen in zich dragen en plaats bieden voor beleving en bezinning. Wim Kooij

4 Soort: Boomkruiper Soort van opgaand gesloten bos Op bomen met ruwere stam De soort broed in openingen in bomen, vaak achter loszittend schors met een voorkeur voor oudere minder vitale bomen. Stand 2014: 3 Stand 2015: 3

5 Soort: Boomklever Soort van opgaand gesloten bos In bomen met gladde stam Holenbroeder in holten in beuken met minder vitale delen. Stand 2014: 5 stand 2015: 4

6 Soort: Bosuil Soort van opgaand gesloten bos Rustige plekken bosrijk gebied Holenbroeder, grote gaten in oude bomen Stand 2014: 1 Stand 2015: 1

7 Soort: Grote bonte specht Soort van opgaand gesloten bos Vookeur voor oude bomen Maakt meerdere nestholten per jaar in oude bomen Stand 2014: 4 stand 2015: 5

8 Soort: Canadese Gans Watervogel, vaak in parken als verwilderde wildfowl Vijver, rond eilandje, tankgracht Op kale rustige oevers Stand 2014: 2 Stand 2015: 1

9 Soort: Brandgans Watervogel, vaak in parken als verwilderde wildfowl Vijver, rond eilandje, tankgracht Op kale rustige oevers Stand 2014: 1 stand 2015: 1

10 Soort: Fuut Watervogel Beek In de beschutting van oevers; een drijfnest van twijgen op water waar al takken en stammen liggen Stand 2014: 1 Stand 2015: 1

11 Soort: knobbelzwaan Water- en weidevogel Tankgracht In de beschutting op een glooiende oever op een droge plek Stand 2014: 1 stand 2015: 1

12 Soort: Ekster Soort van open bos, boomgroepen en bosranden Door het hele gebied fouragerend Gesloten nest van stevige takken hoog in de boom dat jaarlijks opnieuw gebruikt wordt. Stand 2014: 3 Stand 2015: 2

13 Soort: Kauw Soort van open bos, boomgroepen en bosranden Door het hele gebied met een voorkeur voor hoog bos Holtebroeder, gebruikt oude bomen met gaten in de stam, nest wordt jaarlijks opnieuw gebruikt. Stand 2014: 7 stand 2015: 6

14 Soort: Halsbandparkiet Soort van opgaand bos en open bosranden Beukenlanen Holtebroeder, maakt graag gebruik van oude spechtengaten, maar kan ook zelf een boomgat maken. Stand 2014: 5 Stand 2015: 4

15 Soort: Vlaamse gaai Soort van opgaand gesloten bos Op rustige plekken met struiken en hoge bomen Broedt in bomen met dicht struikgewas eronder Stand 2014: 3 stand 2015: 2

16 Soort: Koolmees Soort van opgaand gesloten bos Door het gehele gebied in bossen Holtebroeder, maakt graag gebruik van nestkasten, oude spechtengaten en andere boomholtes Stand 2014: 14 Stand 2015: 12

17 Soort: Pimpelmees Soort van opgaand gesloten bos In oud bos door het gehele gebied Holtebroeder, oude spechtengaten, soms ook achter loszittend schors, maakt een gevlochten nest van kleine twijgjes en pluizen of haren Stand 2014: 10 stand 2015: 9

18 Soort: Glanskopmees Soort van opgaand gesloten bos Voornamelijk in en rond vogelrustgebied Holtebroeder, gaten in oude bomen of achter loszittend schors Stand 2014: 5 Stand 2015: 4

19 Soort: Staartmees Soort van struiken en struwelen Plekken met dicht struikgewas en opgaande stengels in vogelrustgebied Gevlochten nest in dicht struikgewas. Verstoringsgevoelig. Stand 2014: 3 stand 2015: 1

20 Soort: Roodborst Soort van struiken en struwelen Door het hele park op plekken met voldoende struiken Meestal dicht tegen de grond in dicht struikgewas Stand 2014: 15 Stand 2015: 10

21 Soort: Tjiftjaf Soort van opgaand gesloten bos In rustige bosgebieden Nestelt in een graskuiltje op de grond tussen struiken Stand 2014: 7 stand 2015: 5

22 Soort: Vink Soort van opgaand gesloten bos In hogere bomen op rustige plekken Gevlochten bolvormig nest van grashalmen, mos kleine takjes. In beschutting van klimop, braam of dichte takvorming. Stand 2014: 4 Stand 2015: 4

23 Soort: Winterkoning Soort van struiken en struwelen Door het gehele park waar voldoende dekking is van lage struiken en takkenhopen Meerdere grote bolvormige nesten in oeverranden of takkenhopen, waar het vrouwtje een keus uit maakt. Stand 2014: 17 stand 2015: 10

24 Soort: Heggenmus Soort van struiken en struwelen In struikgewas waar voldoende dekking is. Klein nest discht bij de grond in struikgewas. Stand 2014: 8 Stand 2015: 6

25 Soort: Zanglijster Soort van struiken en struwelen Vooral op stille pplekken in dicht struikgewas In struiken, heggen en klimop op verschillende hoogtes. Stand 2014: 5 stand 2015: 4

26 Soort: Merel Soort van struiken en struwelen Door het gehele park in beschutting struikgewas Goed verstopt in dicht struikgewas op borsthoogte, gevlochten nest van takken Stand 2014: 20 Stand 2015: 12

27 Soort: Zwartkop Soort van struiken en struwelen Op prustige plekken met voldoende struikgewas Op knie-heuphoogte een gevlochten nest tussen dichtvertakte struiken Stand 2014: 7 stand 2015: 5

28 Soort: Zwarte kraai Soort van open bos, boomgroepen en bosranden In hoge bomen aan rand van open vlakte Fors nest in top van de boom tussen gaffeltakken dat jaren achtereen gebruikt wordt. Stand 2014: 2 Stand 2015: 2

29 Soort: Goudhaantje Soort van hoog opgaand naaldhout Op plek van voormalige koepel in wintergroen naaldhout Klein gevlochten nest tussen dichte takken in naaldbomen. Stand 2014: 1 stand 2015: 0

30 Soort: Holenduif Soort van hoog opgaand oud bos In oud bos met minder vitale bomen. Heeft rust nodig. Holtebroeder, maakt gebruik van ingerotte takopeningen in oude bomen. Stand 2014: 1 Stand 2015: 2

31 Soort: Turkse tortel Soort van parkachtige landschappen In opgaand bos met gevarieerde kruinhogtes. Nestelt in bomen op gevorkte zijtakken Stand 2014: 1 stand 2015: 1

32 Soort: Nijlgans Soort van open bos en gevarieerd landschap met water In de buurt van de vijver, verplaatst zich voortdurend Broedt in bomen in de oksel van een dikke tak of op kale bodems Stand 2014: 1 Stand 2015: 1

33 Soort: Wilde eend Watervogel van beschutte watergangen en vijvers Beek, tankgracht en vijver over meerdere plekken De wilde eend broedt op de oever tussen de beschutting van hoog gras, riet of struiken. De jogen zijn nestvlieders en hebben een schuine oever nodig waar ze uit kunnen klimmen. Stand 2014: 6 stand 2015: 6

34 Soort: Waterhoen Watervogel In sloten, beek en tankgracht Maakt drijfnest in het water dicht langs de oever Jongen zijn nestvlieders en moeten het land op kunnen Stand 2014: 4 Stand 2015: 2

35 Soort: Meerkoet Watervogel Vijver en tankgracht Groot drijfnest dat gebruikt wordt als uitvalsbasis, broedt vaak in nabijheid fuut. Stand 2014: 4 stand 2015: 3

36 Soort: Groenling Soort van open bos, boomgroepen en bosranden Alleen in bosrand naast weiland Nestelt in heggen, struiken of groenblijvende coniferen Stand 2014: 1 Stand 2015: 1

37 Soort: Putter Parkachtig landschap, tuinen Afhankelijk van zaaddragende planten Broed in struiken of kleine bomen op borst of hoofdhoogte tussen dichte takken. Stand 2014: 1 stand 2015: 0

38