Lager camerastandpunt

Transcriptie

1

2 Lager camerastandpunt Model kijkt neer op camera en kijker, model kan arrogant overkomen We moeten opkijken naar model: lijkt stoer en heldhaftig Interessant standpunt voor mensen met stoer beroep zoals bouwvakkers, brandweerlui of militairen, maar ook voor succesvolle sportmensen

3

4 Hoger camerastandpunt Kijker kijkt neer op model: lijkt bescheiden, rustig maar misschien ook verlegen of timide Interessant voor intieme portretfoto s en handig om lelijke neusgaten te verdoezelen

5 Camera op ooghoogte Meest neutrale en voorzichtige positie Geschikt voor alle normale portretten en voor kinderen

6 Pose Camera op ooghoogte en model frontaal met schouders horizontaal = saaie pasfotopose Beter dan frontaal is beetje schuin naar camera, dus met 1 schouder naar voor en 1 naar achter

7 Pose Ogen zijn belangrijkste: hierop scherpstellen Oren moeten niet noodzakelijk duidelijk in beeld komen (mogen onscherp worden of zelfs verborgen door een nog schuinere pose)

8 Natuurlijk licht binnenshuis Daglicht dat door raam valt = ideaal voor mooi belicht portret Gebruik gordijntje zodat licht diffuus wordt (of evt iets verder van raam staan) Laat model min of meer naar licht kijken zodat licht mooi op het gezicht valt Schaduwkant in gezicht uitlichten dmv reflectiescherm Leer oog hebben voor het aanwezige licht en verwerk dit in je portret

9 Natuurlijk licht binnenshuis

10 Reflectiescherm & alternatieven Reflectiescherm bestaat in verschillende diameters Witte (neutrale kleur, matige reflectie), zilveren (neutrale kleur, hardere reflectie) en gouden (oranje, warme zonnebankgloed) reflectieschermen Kan ook met wit karton, piepschuim of karton met zilverpapier

11

12 Opdracht binnenportret met/zonder reflectiescherm Maak binnen een aantal portretfoto s met natuurlijk licht Raam zijdelings langs persoon, persoon evt wat naar buiten (naar het licht) laten kijken M-stand, f4 tot f8 (beperkte scherptediepte), sluitertijd volgens lichtmeter (natuurlijk licht), iso opdrijven om uit de hand te kunnen fotograferen Vergelijk de schaduwkant eens door wel en niet een (zelfgemaakt) reflectiescherm te gebruiken

13 Natuurlijk licht buitenshuis Herfst- of winterzonnetje in namiddag = mooi warm licht (met zachte schaduwen) In zomer best niet op middag want dan te fel licht en te harde schaduwen Bij te felle zon zet je persoon beter in schaduw en belicht je indirect via reflectiescherm Hou je achtergrond wazig door in te zoomen en klein f-getal (dan gaat alle aandacht naar model)

14

15 Zonder reflectiescherm Met wit reflectiescherm Met zilver reflectiescherm

16 Opdracht buitenportret met/zonder reflectiescherm Maak een aantal buitenportretten met en zonder reflectiescherm Zet model in zon (zijdelings), in schaduw, en licht de schaduwzijde op met een reflectiescherm (wit, zilver, goud) M-stand, f4 tot f8 (beperkte scherptediepte), sluitertijd volgens lichtmeter (natuurlijk licht), iso volgens aanwezige licht Vergelijk de schaduwzijde in gezicht

17 Flitslicht als invullicht Schaduwen in buitenportret kan je opvullen met reflectiescherm maar ook met flitslicht Voordelen flitslicht: interne flitser altijd bij, compacter dan reflectiescherm en krachtiger Gebruik zoveel mogelijk diffuserkapje op je flitser om het flitsoppervlak te vergroten Hou ook rekening met beperkt bereik interne flits (3m). Verhoog evt de iso (iso x4 = afstand x2)

18 Tegenlicht met reflectiescherm Groot oppervlak reflectiescherm = zeer zachte schaduwen Geen levende ogen Kracht reflectielicht niet te regelen, dus soms te weinig of te veel reflectie

19 Tegenlicht met invulflits Flitser = hardere schaduwen, via flitscompensatie kan je flitskracht wat minderen of zelf wat achteruit gaan Wel levendige ogen

20 Invulflits

21 Flitslicht als invullicht Inflitsen bij zonnige tegenlichtsituatie (heldere hemel als achtergrond): hou rekening met flitssynchronisatietijd (1/200 e of 1/250 e ). Zonder flits zou de sluitertijd evt 1/1000 e zijn, door de flits wordt dit nu 1/200 e (= langer belichten) & dus achtergrond overbelicht Bij overbelichting neem je een groter f-getal (kleinere opening) dan laat je min licht door en dus min kans op overbelichting (maar ook meer scherptediepte)

22 Balans met achtergrondlicht Portret tegen heldere hemel M-stand met sluitertijd max op 1/200 e sec (synchrotijd) & licht meten op hemel Diafragma afregelen zodat belichting in evenwicht is (balkje midden) Belichting achtergrond nu ok, persoon op 3-tal meter (of minder, afhankelijk van het f-getal waarmee je nu werkt) zetten en flitsen om schaduwen uit te lichten

23 Invulflits en belichtingscompensatie Heldere of witte achtergrond Overbelichten doet achtergrond wit worden, flitslicht belicht model (TTL vermindert flitskracht) Overbelichten = in M-modus sluitertijd zodanig instellen dat balkje lichtmeter aan de +-zijde blijft 1 à 2 stops overbelichten = langere sluitertijd (opletten: 1/30 e sec = grens uit de hand)

24

25 Invulflits en belichtingscompensatie Dramatische achtergrond Onderbelichten doet wolkenhemel dramatisch worden, flitslicht belicht model Onderbelichten = in M-modus sluitertijd vast op 1/200 e (synchrotijd) en diafragma afregelen zodat balkje lichtmeter aan de --zijde blijft Je onderbelicht door diafragma meer te sluiten (groter f-getal), dus het flitsbereik zal ook verminderen (dichter gaan of iso omhoog)

26

27

28 Opdracht invulflits en belichtingscompensatie Maak een aantal portretfoto s waarbij je de heldere hemel dramatischer maakt door deze te onderbelichten Zorg ervoor dat de persoon toch voldoende belicht wordt door te flitsen en rekening te houden met de flitsafstand

29 Fotostudio Kan thuis in living of garage Vanaf 3m breed, 5m lang Witte of zwarte achtergrond (doek) Minstens 1 draadloze opzetflitser met paraplu of studioflitser met softbox en draadloze aansturing Is betaalbaar voor hobbygebruik

30

31 Studioflitser Manueel instellen, geen TTL Levert meer licht dan opzetflitser Kracht uitgedrukt in Ws (Wattseconde)

32 Voorkant studioflitser Reflector (kap met zilveren binnenkant) dient om licht te bundelen. Deze kan eraf en vervangen worden door vb softbox of snoot Vooraan 2 lampen: instellicht en flitsbuis. Deze laatste moet na het flitsen weer even opladen, (even wachten, soms biepje = kan weer flitsen) Instellicht is gewone lamp, die continu kan branden. Levert veel min licht dan flitsbuis. Toont waar licht en schaduw op model valt

33 Achterkant studioflitser

34 Achterkant studioflitser Slave sensor laat de flitser flitsen zodra hij een andere flits ziet. Je stuurt de hoofdflitser (draadloos) aan, de andere flitsers reageren via de slave sensor op de flitsende hoofdflits Vermogen: via deze grote draaiknop regel je de kracht van de flits. Deze gaat van 1/16 e tot volle kracht. Meer vermogen = meer licht = flitskop kan verder van model = meer bewegingsvrijheid voor fotograaf

35 Achterkant studioflitser Test-knop: om flitser te laten afgaan zonder aansturing van camera. Handig bij opstelling met meerdere flitsers om te kijken of de slaves werken

36 Hoeveel vermogen heb je nodig? Kracht van flitskop uitgedrukt in Ws, hoe hoger getal, hoe krachtiger en hoe verder je flitser van onderwerp kan zetten 100 à 200 Ws: portretfoto s 1 persoon, kleine producten 200 à 300 Ws: 1 à 2 personen van kop tot teen, middelgrote objecten 300 à 400 Ws: groepsportretten tot 8 personen, grote objecten > 400 Ws: grote groepen, interieurs

37 Hoeveel vermogen heb je nodig? Alles natuurlijk afhankelijk van hoe groot de ruimte is en aard van je onderwerpen Begin evt met goedkope flitsset Stel dat je later professionelere studio met krachtige flitsers koopt, dan nog zijn de lichte flitsers perfect bruikbaar als achtergrondlicht, invullicht,

38 Hoe sluit je studioflitser aan? Verschillende methodes, maar beste is met draadloze triggerset (niet zo duur & vaak inbegrepen in volledige studioset). Geen gedoe met kabels!!! Werkt op iedere camera (behalve Sony want andere flitsschoen verloopstukje nodig) Zender op flitsschoen camera Ontvanger op hoofdflitser. Andere flitskoppen reageren via slave-functie op hoofdflitser Zender en ontvanger op zelfde kanaal zetten!

39

40

41

42

43 Zonder diffusors: kleine lichtbron Flitslicht is net als fel zonlicht een puntlicht Een kleine lichtbron zorgt voor harde schaduwen en een scherpe overgang tussen het gedeelte in de schaduw en het belichte deel Vandaar dat studioflitsers bijna altijd met diffusors gebruikt worden

44 Met diffusor: grote lichtbron Op licht bewolkte dag veel minder schaduw. Wolkendek fungeert als diffuser. Het zonlicht wordt verdeeld over groter oppervlak (wolken) Licht krijgt veel grotere spreiding en gaat om lichaam heen. Beide kanten even goed belicht en dus geen schaduwen Wolkendek bij studioflitsers zijn softboxen of paraplu s

45 Witte transparante paraplu Handig om op te zetten, compact om op te bergen, gemakkelijk mee te nemen Licht en goedkoop ( 10 à 15) licht gaat door paraplu en gaat veel kanten op. Er ontstaat grote spreiding van het licht Met meer vermogen inflitsen om onderwerp net zo goed te belichten als met softbox Flitser met paraplu dichter bij onderwerp zetten

46 Witte transparante paraplu

47 Zwarte paraplu met zilveren of gouden binnenkant Een zwarte reflectieparaplu kaatst het licht terug. Het onderwerp staat aan zelfde kant als flitser Licht wordt meer gebundeld, lichtbundel is meer gericht en geeft sterkere contrasten Binnenkant kan zilverkleurig (hardere reflectie), wit (neutrale reflectie) of goudkleurig (warme reflectie) zijn

48 Zwarte paraplu met zilveren of gouden binnenkant

49 Softbox Softbox is zwaarder en duurder dan paraplu met zelfde afmetingen Softbox is soort tent met frame van flexibele stokken. Binnenkant is reflecterend Aan voorzijde transparant wit diffuusdoek Licht is heel diffuus door interne reflecties en is heel goed te richten Verschillende vormen en groottes

50 Softbox

51 Lichtvervormers Diffusers verspreiden het licht (softbox, paraplu) Lichtvervormers dienen om het licht meer te bundelen en te richten Reflector, snoot, grid, barndoors,

52 Reflector Metalen hulpstuk dat voor de flitskop gemonteerd wordt Interessant in combinatie met witte transparante paraplu waar anders veel licht verloren gaat

53 Soort lichttunnel Snoot Smaller dan reflector maar met zelfde functie Smalle opening = spotlichteffect Vooral gebruikt als effectlicht, vaak samen met kleurfilters

54 Grid Rooster dat voorkomt dat licht zijdelings verspreid wordt Gebruikt in combinatie met reflector of snoot

55 Barndoor Barndoor of kleppenset Om het licht een bepaalde kant op te richten Vaak gebruikt in combinatie met kleurfilters

56 Hooggeplaatste grote softbox: Zacht hoofdlicht Reflector en blauw filter: zijdelings effectlicht Reflector en rood fliter: zijdelings effectlicht

57 Belichten met 1 lichtbron Met 1 lichtbron (en reflectiescherm) kan je starten Lichtbron kan studioflitser, continulicht (bouwlamp) of (losse) opzetflitser zijn Hoofdlicht is de zon van de set. Deze flitser levert het meeste licht, het vermogen staat hoogst Invullicht geeft het onderwerp reliëf en diepte en licht de harde schaduwen wat op. Kan een 2 e flitser zijn op halve kracht of verder van model, maar kan ook reflectiescherm zijn

58 Belichten van frontaal bovenaf Zonlicht komt ook van boven en lichte bewolking zorgt voor mooi diffuus licht In studio: hoofdlicht = iets hoger geplaatste softbox. Schaduwen in hals zachter maken met reflectiescherm (invullicht) Voordeel: goedkope en snelle opstelling, slechts 1 lichtbron nodig Nadeel: schaduwen vrij vlak, niet geschikt voor karakterkoppen

59 Belichten van frontaal bovenaf

60 Belichten van zijkant Plaats je het hoofdlicht links (iets hoger), dan krijg je rechts groot schaduwgebied. Wil je minder groot schaduwgebied in gezicht? Lichtbron meer naar midden van gezicht richten of persoon meer naar lichtbron laten kijken

61 Zijdelings belichten (zonder reflectiescherm)

62 Belichten van zijkant Om rechterkant zachter te maken heb je 2 e lichtbron nodig of reflectiescherm Plaats dit aan andere kant op 45 en bij voorkeur lager dan het hoofdlicht (dan wordt de schaduw in de hals ook ingevuld)

63 Zijdelings belichten (met reflectiescherm)

64 1 lichtbron schuin achter 1 lichtbron zijdelings

65 1 lichtbron schuin voor 1 lichtbron bijna frontaal

66 Extra: Rembrandt belichting Belichting met 1 lichtbron Lichtbron schuin hoog voor het model Nadruk op één kant van het gezicht Model beetje naar licht laten kijken zodat een driehoekje van licht verschijnt onder 2 e oog

67 Extra: Rembrandt belichting

68 Belichten met 2 lichtbronnen 2 e lichtbron kan gebruikt worden als invullicht in plaats van reflectiescherm Bij 2 gelijke lichtbronnen: invullicht op (helft) minder vermogen of (2x) verder van onderwerp Hoofdlicht is belangrijkste, invullicht minder krachtig

69 1 lichtbron vs 2 lichtbronnen

70 Lichtbron als randlicht (effectlicht) Hoofdlicht van schuin boven en reflectiescherm als invullicht Effectlicht komt van schuin achter model via reflector of snoot (gebundeld licht) Om model los te maken van donkere achtergrond Ontstaat mooie lichtrand rond persoon

71 Lichtbron als randlicht

72 Lichtbron als randlicht

73 Lichtbron als haarlicht (effectlicht) Is ook vorm van randlicht Gebundeld licht komt van schuin achter model en is gericht op haren Zorgt voor glamoureus tegenlichteffect Ook nodig bij persoon met donker haar voor zwarte achtergrond

74 Lichtbron als haarlicht

75 Lichtbron als achtergrondlicht Andere mogelijkheid om model los te maken van achtergrond Gebundeld licht op achtergronddoek Op witte achtergrond: snoot en kleurfilters Op donkere achtergrond: reflector

76 Lichtbron als achtergrondlicht

77 Belichting met 3 of meer lichtbronnen Combinatie van hoofdlicht (grote softbox) en invullicht (reflectiescherm of 2 e softbox) 3 e lichtbron als randlicht en 4 e lichtbron als achtergrondlicht

78 Belichting met 3 of meer lichtbronnen

79 Belichting met 3 of meer lichtbronnen

80 Camera-instelling belichting Gebruik je continulicht: Av-stand of M-stand en belichting in evenwicht (evt spotmeting) Gebruik je flitsers: M-stand en geen rekening houden met lichtmeter (f5,6 f8 & sluiter tussen 1/60 e en 1/200 e, kan 1/160 e zijn bij minder krachtige flitskop) Iso: continulicht is zwakker, dus evt opdrijven om sluitertijd kort te houden. Flitslicht is krachtig genoeg, dus iso mag 100 blijven Witbalans aanpassen: gloeilamp of flitser

81 Camera-instelling belichting Sluitertijd: rekening houden met synchrotijd: 1/200 e (bij minder krachtige flitskoppen 1/160 e ) zoniet krijg je zwarte boord op foto Een goed vertrekpunt is f8 & 1/125 e of indien je iets sneller wilt (actie bevriezen) f6,3 & 1/200 e Is je model overbelicht? Zet je iso lager, verminder het vermogen van je flitser, zet de flitser verder van model of kies groter f-getal (kleinere opening = minder licht doorlaten)

82 Camera-instelling belichting Is je model onderbelicht? Verhoog het vermogen van je flitser of zet deze dichter bij het model. Kies een kleiner f-getal zodat je meer licht doorlaat Zwarte achtergrond donker houden: sluitertijd kort houden: 1/200 e (onderbelichten is zwarter), voldoende afstand tussen model en achtergrond (flitslicht van model mag niet op zwart doek vallen), groter f-getal gebruiken (minder licht doorlaten)

83 Camera-instelling belichting Witte achtergrond zuiver wit krijgen: extra flitskop erop richten of langere sluitertijd (overbelichten), maar dan kan je geen beweging meer bevriezen

84 Experimenteer met belichting

85 Experimenteer met belichting

86 Experimenteer met belichting

87 Studioset 1: Rembrandt belichting met 1 gloeilamp en reflectiescherm Opstelling: zijdelingse belichting met 1 toneelspot, spelen met invalshoek (schuin voor, achter, zijdelings), zwarte achtergrond Schaduwzijde in gezicht uitlichten met reflectiescherm (bekijk verschil s zonder reflectiescherm) Techniek: M-stand, f4 f8 (beperkte scherptediepte), sluitertijd volgens lichtmeter (continu licht), iso opdrijven en evt spotmeting op belichte deel gezicht Witbalans op gloeilamp (oranjegele zweem van spot eruit)

88

89 Studioset 2: Basisportret tegen knalwitte achtergrond Opstelling: flitskop met softbox als hoofdlicht zijdelings (schuin boven), tweede flitskop met gouden of zilver paraplu als slave invullicht andere kant (schuin onder) Witte achtergrond met 3 e slave flitskop (met softbox) ervoor of erachter voor knalwitte achtergrond Techniek: M-stand, f5,6 à f8, sluiter volgens beweging model (tussen 1/60 e en 1/200 e ), iso 100 Witbalans op flitslicht

90 Studioset 2: Basisportret voor knalwitte achtergrond Is het model te donker? Kijk eerst of het tekort aan licht komt van het hoofdlicht of invullicht. Verhoog dan het vermogen van de desbetreffende flitser of zet deze dichter bij het model. Kies evt kleiner f-getal zodat je meer licht binnenlaat Is het model te helder? Check of je iso op 100 staat, verminder het vermogen van de desbetreffende flitser of zet deze verder van model. Kies evt groter f-getal zodat je min licht doorlaat

91 Studioset 2: Basisportret voor knalwitte achtergrond Is de achtergrond niet wit genoeg? Plaats extra flitser met softbox op de achtergrond of verhoog het vermogen van deze flitser

92

93 Studioset 3: Glamourportret tegen diepzwarte achtergrond Opstelling: flitskop met softbox als hoofdlicht zijdelings (schuin boven), tweede flitskop met softbox als slave invullicht andere kant (schuin onder) Voldoende meter tussen model en zwarte achtergrond zodat geen flitslicht op achtergrond valt 3 e slave flitskop met snoot als slave haarlicht/randlicht schuin achter/boven model = glamoureffect (model komt los van achtergrond)

94 Studioset 3: Glamourportret tegen diepzwarte achtergrond Techniek: M-stand, f8 of hoger (om zwart te houden), sluitertijd zo kort mogelijk (1/200 e ), iso 100 Witbalans op flitslicht Is het model te donker? Kijk eerst of het tekort aan licht komt van het hoofdlicht of invullicht. Verhoog dan het vermogen van de desbetreffende flitser of zet deze dichter bij het model. Kies evt kleiner f-getal zodat je meer licht binnenlaat

95 Studioset 3: Glamourportret tegen diepzwarte achtergrond Is het model te helder? Check of je iso op 100 staat, verminder het vermogen van de desbetreffende flitser of zet deze verder van model. Kies evt groter f-getal zodat je min licht doorlaat Is de achtergrond niet zwart genoeg? Gebruik een kortere sluitertijd (1/200 e ) of neem een groter f-getal (dan laat je ook min licht van je model binnen, dus flitsvermogen hoger en flitsers dichter bij model)

96

97 Studioset 4: portret voor witte achtergrond & lichteffecten Opstelling: flitskop met softbox als hoofdlicht zijdelings (schuin boven), tweede flitskop met softbox of paraplu als slave invullicht andere kant 3 e slave flitskop (met kleurfilter en barndoors) op witte achtergrond gericht: kleurvlek op achtergrond 4 e slave flitskop met snoot als haarlicht/randlicht voor glamoureffect of losmaken van achtergrond

98 Studioset 4: portret voor witte achtergrond & lichteffecten Techniek: M-stand, f5,6 à f8, sluiter volgens beweging model (tussen 1/60 e en 1/200 e ), iso 100 Witbalans op flitslicht

99

100 Tot slot nog dit Wil je meer leren over studiofotografie en dan vooral de verschillende manieren van belichten??? Strobox.com

101

102 Eindwerkopdrachten portret (4) Buitenportret tegen dreigende hemel (licht meten op achtergrond en onderbelichten en dan inflitsen rekening houden met beperkt flitsbereik) Close-up met Rembrandt belichting (gebruik maken van kunstlicht, reflectie en achtergrond) Studioportret tegen zwarte achtergrond (mooie belichting in gezicht, rand-of haarlicht en diepzwarte achtergrond) Studioportret tegen witte achtergrond (mooie belichting in gezicht, zuiver witte achtergrond) Oog hebben voor standpunt, kadrage,compositie en belichting. Spontane glimlach en speciale pose

103 Einde thema 6