de Rechtspraak Rechtbank Gelderland Over het beroep met zaaknummer ARN 14 / 8270 WABOM 209 deel ik u het volgende mee.

Transcriptie

1 GEMEENTE BERKELLAND de Rechtspraak Rechtbank Gelderland Ing. grp type - 3 m2016 M M zknr. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland Postbus HA Borculo Team bestuursrecht Arnhem bezoekadres Walburgstraat CD Arnhem datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) faxnummer afdeling onderwerp 1 maart 2016 Team 1 mevr 1. van Wijhe zaaknummer ARN 14 / 8270 WABOM het beroep van M.A.J. Mutter te Beltrum correspondentieadres Postbus EM Arnhem t f algemeen f belasting Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Geachte heer/mevrouw, Over het beroep met zaaknummer ARN 14 / 8270 WABOM 209 deel ik u het volgende mee. Het beroep is behandeld op de zitting van donderdag 18 februari De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting geschorst, omdat zij nog niet over alle informatie beschikt die nodig is om het onderzoek op de zitting te kunnen afronden. Ik heb een kopie van het proces-verbaal bijgevoegd. Ik houd u op de hoogte van het verdere verloop van de procedure. Als u naar aanleiding van deze brief vragen hebt, kunt u contact opnemen met de administratie van de rechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer. Als u de rechtbank belt of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer te vermelden. HOOE BE342

2 schorsing RECHTBANK GELDERLAND Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummers: AWB 14/8270, 14/8272 schorsing van het onderzoek op de zitting van 18 februari 2016 in de zaak tussen 1. M.A.J. Mutter, 2. B.G.M. Spekschoor, 3. N. Heinen, 4. T.A.N. Groot Zevert, 5. J. Klein Nijenhuis, 6. W. Wassink, 7. H. Stoverink, 8. G. van Eiteren, 9. A. Florijn, te Beltrum, eisers (gemachtigde: mr. V. Wösten), en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland te Borculo, verweerder. Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen: 1. maatschap G. van de Lagemaat, te Lunteren, (vergunninghouder) (gemachtigde mr. J. van Groningen), 2. de gemeenteraad van de gemeente Berkelland, te Borculo (gemachtigde J.A. Bannink). Overwegingen Het beroep is behandeld op de zitting van de enkelvoudige kamer van 18 februari Gebleken is dat het onderzoek in deze procedure niet volledig is geweest. Ter zitting, waarvan een proces-verbaal is gemaakt, dat is bijgevoegd, is uiteindelijk afgesproken dat verweerder, het college, met inachtneming van de (geweigerde) verklaring van geen bedenkingen, een nieuw besluit zal nemen. Aan de gemeenteraad wordt in dat kader meegeven dat het standpunt van de gemeenteraad de motivatie van het besluit vormt en dat die motivatie thans summier is. In de gemeenteraad van april zal dit punt besproken worden. Voor eind april zal verweerder vervolgens een nader besluit nemen. Indien de verklaring van geen bedenkingen geweigerd blijft, zal dat een besluit zijn tot weigering van de omgevingsvergunning. Vervolgens zal dit besluit worden gepubliceerd en aan de rechtbank worden gezonden, waarna dit nieuwe besluit op grond van artikel 6:19 Awb in

3 deze procedure zal worden betrokken. Partijen krijgen alsdan de gelegenheid op dit nieuwe besluit te reageren, waarnaar de rechtbank partijen zal berichten op welke wijze de zaak verder zal worden behandeld. Beslissing De rechtbank: schorst het onderzoek op de zitting; Deze beslissing is gegeven door mr. J.J.W.P. van Gastelx^cTrter, inlègenwoordigheid van mr. E. Mengerink, griffier. griffier I Afschrift verzonden aan partijen op: n < uunonn»» U 1 HAAXI Wfth

4 proces-verbaal RECHTBANK GELDERLAND Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummers: AWB 14/8270, 14/8272 Proces-verbaal van de zitting van de enkelvoudige kamer van 18 februari 2016 in de zaak tussen 1. M.A.J. Mutter, 2. B.G.M. Spekschoor, 3. N. Heinen, 4. T.A.N. Groot Zevert, 5. J. Klein Nijenhuis, 6. W. Wassink, 7. H. Stoverink, 8. G. van Eiteren, 9. A. Florijn, te Beltrum, eisers (gemachtigde: mr. V. Wösten), en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland te Borculo, verweerder. Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen: Maatschap G. van de Lagemaat, te Lunteren, (vergunninghouder) (gemachtigde mr. J. van Groningen) De gemeenteraad van de gemeente Berkelland, te Borculo (gemachtigde J.A. Bannink) Zitting hebben: mr. J.J.W.P. van Gastel, rechter, in tegenwoordigheid van mr. E. Mengerink, griffier. Verschenen zijn: Eisers: M.A.J. Mutter, B.G.M. Spekschoor, N. Heinen, T.A.N. Groot Zevert, A. Florijn, en gemachtigde mr. V. Wösten Verweerder: drs. J. van Oostrum (burgemeester), E.A.M. Bouwhuis-Ter Hedde, A.M. Kosters-Holl, R.B. Kattenbelt Vergunninghouder: dhr. en mw. van de Lagemaat, P. Boverhof en gemachtigde mr. J. van Groningen Gemeenteraad: gemachtigde J.A. Bannink

5 Alle in dit proces-verbaal opgenomen verklaringen zijn zakelijk weergegeven. Rechter. In deze regiezitting worden eerst scenario's geschetst die kunnen worden gevolgd in deze zaak. Daarna wordt de mogelijkheid geboden aan partijen voor een reactie op deze scenario's. Tot slot worden afspraken gemaakt met betrekking tot het verdere verloop van de zaak. Geeft een schets van de voorliggende zaak, waarin een omgevingsvergunning is verleend voor een varkensstal en een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) is geweigerd door de gemeenteraad. In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is imperatief bepaald dat bij weigering van de VVGB de omgevingsvergunning moet worden geweigerd. Dit zou het college dan moeten doen. De wetgever heeft in de Wabo voorts bepaald dat als de omgevingsvergunning wordt geweigerd, ook het college van burgemeester en wethouders daartegen beroep in kan stellen. In zo'n geval moet de omgevingsvergunning geweigerd worden, en daarna kan het college van B&W beroep instellen tegen zijn eigen omgevingsvergunning. In deze zaak betekent dat een volledige wijziging van de situatie, waarbij de derde-partij (vergunninghouder) eiser wordt en de eisers derde-partij. De volgende scenario's zijn denkbaar: 1. Er is geen VVGB verleend, dus volgt vernietiging door de rechtbank. De zaak gaat dan terug naar de gemeente. 2. Vernietiging van het bestreden besluit, waarbij de rechtbank zelf in de zaak voorziet. In dit scenario is het lastig dat de derde-belanghebbende dan enkel in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State deze beslissing kan aanvechten. 3. Verweerder neemt een nieuw besluit en weigert alsnog de omgevingsvergunning voor de derde-partij. Vervolgens volgt er een publicatie van de omgevingsvergunning, waarna dit nieuwe besluit op grond van artikel 6:19 Awb wordt meegenomen in deze procedure. Daarna volgt een inhoudelijke behandeling bij de rechtbank. In dat geval wordt aan de gemeenteraad meegeven dat het standpunt van de gemeenteraad de motivatie van het besluit vormt. Gelet hierop wordt voorgesteld om de summiere motivering in het gemeenteraadsbesluit m.b.t. de weigering verder aan te vullen. De rechter vraagt partijen om aan te geven of zij andere mogelijkheden zien en wat hun voorkeur heeft. Eisers. Dit lijkt me een voldoende overzicht. De voorkeur van eisers ligt bij scenario 3, dat de gemeente een nieuw besluit neemt. Eisers kunnen zich voorstellen dat met omwonenden en vergunninghouder een oplossing voor de kwestie wordt gevonden, aangezien ieder zo zijn twijfels heeft bij de voortzetting van het varkensbedrijf op deze locatie. R. Ziet u in dit scenario een rol voor de rechtbank? E. Buiten het formele mediation traject zijn eisers niet bekend met andere mogelijkheden. R. Er kan een comparitie worden gelast.

6 E. Eisers kunnen zich voorstellen dat een samenkomst meerwaarde kan hebben. Desgevraagd wordt aangegeven dat dit traject parallel kan lopen aan scenario 3. R. Wat is de visie van verweerder op de zaak? Verweerder kan zich vinden in scenario 3, waarbij de weigering aanvullend wordt onderbouwd. Dan is in ieder geval de onderbouwing van de weigering bekend. R. Hoe wordt aangekeken tegen een overleg tussen partijen? V. Een overleg moet nooit worden geweigerd, maar er zijn redelijk wat omstandigheden die de zaak complex maken om tot een oplossing te komen, zoals een compensatie voor de derde-partij. Het is niet mogelijk om deze compensatie zoals in het westen van het land met woningbouw op te lossen. Gemachtigde gemeenteraad: Geeft aan als raadsgriffier te spreken en daardoor niet in de positie te zijn om uitspraken te doen over de motivering. Het belang van de raad is gelegen in scenario l. R. U kunt wel doorgeven aan de gemeenteraad dat de motivering zoals deze er nu ligt summier is. Gemachtigde gemeenteraad: Dit zal worden doorgegeven. Overleg tussen partijen heeft natuurlijk altijd de voorkeur. Derde-partij. Scenario 3 heeft de voorkeur, waarbij de gemachtigde een vierde scenario schetst. Gaat het college de omgevingsvergunning weigeren dan blijft een ontoereikende motivering over. Wellicht kan de rechtbank door middel van een bestuurlijke lus de gemeenteraad gelasten het besluit beter te onderbouwen, aangezien de weigering nu al op onderdelen tekortschiet, en waarbij de gemeenteraad wellicht tot een andere besluitvorming komt. R. Een bestuurlijke lus is pas mogelijk bij een besluit waar een gebrek in zit. Besluit heeft nu een gebrek. In het kader van het besluit van het college tot afwijzing kan een motivering aan de gemeenteraad worden gevraagd m.b.t. de afwijzing. Misschien dat de gemeenteraad in deze zitting aanleiding ziet tot een nadere motivatie. Dit scenario kan ook na het nieuwe besluit. Dan kan worden gekeken of het voldoende is. D. Voorkeur gaat uit naar de procedure met de minste extra handelingen. Dan lijkt het voorgestelde scenario 3 het meest efficiënt. Op middelijke wijze oplossen is gelet op de omstandigheden lastig, aangezien er geen mogelijkheden bestaan om het met het woningbouwcontingent op te lossen en er geen andere mogelijkheden zijn om het verlies te compenseren. Een comparitie is te beperkt voor een oplossing, het komt toch op het financiële plaatje uit. E. Hier ligt niet uitsluitend een juridisch probleem maar ook een maatschappelijk probleem, hier is tijd voor nodig. Daarom is het niet verstandig om procedureel de kortste weg te kiezen. Gemachtigde derde-partij denkt uitsluitend in geld, voor eisers geldt ook het maatschappelijk ondernemen, dit wordt in dit verhaal gemist. Bij voortzetting van de veehouderij wordt een

7 ernstig knelpunt gecreëerd. De kwestie dient bij de politiek teruggelegd te worden. Hier moet vanwege onenigheid kennelijk nog iets in gebeuren. Eisers zien daarnaast niet in hoe de rechtbank de gemeenteraad kan gelasten over het raadsbesluit na te denken. De rechtbank kan uitsluitend vaststellen dat het besluit niet aan de wettelijke eisen voldoet. V. Voorkeur voor scenario met zo snel mogelijk duidelijkheid, ook voor de omwonenden. Dit zit in de onderbouwing door de gemeenteraad van de VVGB. D. Er wordt voorbij gegaan aan het feit dat er geen beroep openstaat tegen het besluit van de gemeenteraad. Uitsluitend tegen het besluit van het college kan beroep worden ingesteld. Via dat spoor moetje toch langs de raad, waarbij wordt verwezen naar de uitspraak van de Afdeling uit R. Vraag is of dit rechtstreeks kan of dat het via het college van B&W moet. D. Dit is voor vergunninghouder om het even. Kan ook rechtstreeks richting de gemeenteraad. R. Verzoekt het college om een nieuw besluit te nemen, op welke termijn kan dit gebeuren? V. 4 tot 6 weken. R. Met daarbij de oproep aan de gemeenteraad om te kijken of de motivering van de weigering kan worden uitgebreid. V. Hiervoor is iets meer tijd nodig. R. Het heeft de voorkeur om de gemeenteraad ook formeel op de hoogte te brengen. Gemachtigd gemeenteraad. De gemeenteraad vergadert elke 4 weken, dat wordt dan de vergadering in april. De volgende raadsvergadering is op 8 maart, daarna in de 2 e week van april. R. Verzoek aan verweerder om eind april te kijken of het besluit genomen kan worden. Mocht dit niet zo zijn dan het verzoek om bericht te doen aan de rechtbank indien dit niet gehaald wordt. Daarna kan het besluit worden opgestuurd naar de rechtbank. Dan zal vervolgens vergunninghouder in de gelegenheid worden gesteld om daartegen beroepsgronden in te dienen. Naar aanleiding daarvan wordt gekeken wat er verder gedaan kan worden. Indien tot de conclusie wordt gekomen dat de motivering te mager is dan is een tussenuitspraak mogelijk. Bij een robuustere motivering volgt een extra zitting om over inhoud te praten. Van de gemaakte afspraken wordt een proces-verbaal gemaakt. Het duurt 2 weken voordat dit bij u wordt bezorgd.

8 Waarvan proces-verbaal, ^1 Afschrift verzonden aan partijen op: