WMS in opbouw. Wat moet je doen als achterblijver? pagina 3: Niet nodeloos ingewikkeld doen. pagina 4: Hoe vindt je actieve ouders?

Transcriptie

1 jaargang 2, nummer 1 WMS in opbouw Wat moet je doen als achterblijver? pagina 3: Niet nodeloos ingewikkeld doen pagina 4: Hoe vindt je actieve ouders? pagina 5: Welk geschil hoort waar? Congres in november pagina 6: Eerste zitting Landelijke Commissie Geschillen WMS Hoort uw school tot de achterblijvers? Neem contact op met lilian@infowms.nl 1 Behoort uw school tot de achterblijvers? Dat is geen vraag die je graag met ja wilt beantwoorden. Toch kan de ontwikkeling van het statuut en de reglementen voor de medezeggenschap behoorlijke vertraging hebben opgelopen. Misschien maakt u zich daar zorgen over, of voelt u zich onmachtig om de zaak in beweging te brengen. De projectgroep WMS kan u daarbij helpen. Wij ondersteunen zowel het bestuur als de medezeggenschapsraden. Schrijf even een mailtje naar lilian@infowms.nl en leg het probleem voor. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op. Ieder bericht dat bij de projectgroep WMS binnenkomt via mail of brief met het verzoek hoe te handelen als een bestuur of een medezeggenschapsraad nog niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, krijgt een standaard antwoord. Dit antwoord is een aanbod van lichte ondersteuning. Nog geen grof geschut en nog niet meteen verwijzen naar de ondernemingskamer. We geven een handreiking aan betrokkenen, bestuur en/of medezeggenschapsraad. Indien er geen reactie komt op bovengenoemde brief volgt een actieve benadering van de achterblijvers door de projectorganisatie. Er volgt een brief aan het bevoegd gezag en aan de raad. Hierin wijzen wij op de wettelijke verplichtingen en bij uitblijven de mogelijke sancties. Immers uiterlijk 1 augustus 2008 moet alles op orde zijn, dan vervallen alle oude reglementen. We schrijven in die brief ook dat ondersteuning mogelijk is door de organisatie waarbij zij aangesloten zijn. Dat kan zijn een besturenorganisatie, en voor de medezeggenschapsraad, een onderwijsvakorganisatie of een ouderorganisatie. Als er intensieve ondersteuning nodig is moet dit vanuit de aangesloten organisaties verzorgd worden. Vervolgens nemen wij telefonisch contact op om te informeren welke acties er zijn ondernomen. Indien ook hierop geen duidelijk antwoord wordt gegeven, melden wij de naam van het schoolbestuur aan de besturenorganisatie waarbij het schoolbestuur is aangesloten. Vervolgens neemt de besturenorganisatie contact op met het betrokken schoolbestuur en wijst hen op de wettelijke verplichtingen. De wet schrijft voor dat het bevoegd gezag verantwoordelijk is voor een goede organisatie van de medezeggenschap. Pas als het echt misgaat en er duidelijk sprake is van onwil bij het bestuur komt de ondernemingskamer in zicht. Dan is juridische ondersteuning noodzakelijk. Rob de Koning, projectleider WMS.

2 Van onwil lijkt geen sprake Dat 30% van de scholen de zaken nog niet op orde zou hebben, ach, dat getal zegt hem niet zoveel, zegt Gerard Willemsen, als jurist verbonden aan de Algemene Onderwijsbond. Die cijfers zijn inmiddels alweer een paar maanden oud, en hij vermoedt dat er nog een hoop overleg plaatsvindt. Veel instellingen liggen met de mr overhoop over wat hij maar even omschrijft als zaken van ondergeschikt belang. Dan doelt hij bijvoorbeeld op het toekennen van faciliteiten: dat een secretaris maar 80 uur krijgt in plaats van 100. Geen futiliteit, benadrukt Willemsen maar daar wordt de hele boel nu wel mee gefrustreerd. Zo zijn er ongetwijfeld ook nog veel brin-discussies gaande, en is er vast hier en daar gesteggel over themaraden, deelraden en groepsraden : daar zit m de vertraging, denkt hij. Scholen zijn wellicht bezig met echt eigen ontwerpen voor statuten en reglementen, ook dat kost tijd. Van echte onwil en bewuste achterblijvers merkt híj niks, zegt Willemsen. Dus laat iedereen de tijd tot 1 augustus vooral gebruiken, adviseert hij. Mocht er daarna nog niks op papier staan, dan ligt de zaak natuurlijk anders. Als een bestuur echt dwars ligt, dan kan de mr misschien beter de projectgroep WMS eens gaan informeren, adviseert hij. Die praat namens 18 organisaties en kan in die zin dus indien echt noodzakelijk- wel een vuist maken en de zaak aankaarten bij de onderwijsinspectie of het ministerie. In laatste instantie kan er natuurlijk aangifte volgen van het feit dat een bestuur zijn wettelijke plicht verzaakt. Als personeelsleden uit de mr wanhopig zijn na de zoveelste onbeantwoorde brief aan het bevoegd gezag, en de medezeggenschap nog steeds niet volgens de WMS kan functioneren dan kunnen we het natuurlijk op het scherpst van de snede uit gaan vechten bij de rechter of de ondernemingskamer. Een kwestie van zéér lange adem, waarschuwt Willemsen al op voorhand, die het ook als een uitermate zwaar middel beschouwt. Dan heb je het eerder over jaren dan over maanden. Zo ver kunnen beide partijen het beter niet laten komen, dat is duidelijk. Deze situatie moet niet langer duren Niet nodeloos In 70% van alle gevallen verloopt de invoering van de WMS vrij soepel, blijkt uit onderzoek. Maar de projectgroep krijgt ook noodsignalen, zowel van leerkrachten als van ouders. Hieronder treft u een geanonimiseerde bloemlezing aan van de verzoeken om hulp die de laatste tijd binnen kwamen bij de projectgroep. Alle briefschrijvers hebben inmiddels antwoord gekregen, en de projectgroep verleent in het vervolgtraject hulp op maat als daar behoefte aan is. Ik wil als personeelslid dat de medezeggenschap voor 1 augustus geregeld is. Deze situatie moet niet langer duren, mailt een personeelslid van een grote organisatie voor voortgezet onderwijs. De vrouw constateert enigszins moedeloos, maar ook terecht verontwaardigd dat deze kwestie blijkbaar geen prioriteit heeft. Ook de ouders hebben zich met een brief naar het College van Bestuur gewend om te vragen wanneer er wat gebeurt. Een ouder van een leerling op een VO school trekt ook aan de bel bij de projectgroep WMS. Er is op de school van haar zoon veel mis, blijkt uit haar brief. Miscommunicatie, een gebrek aan zorg op maat voor de leerlingen, onkunde en onmacht bij het onderwijzend personeel. Een en ander ligt naar mijn idee mede aan het feit dat er geen MR is op deze school, schrijft de ouder in haar mail aan de projectgroep WMS. Deze school heeft sturing en expertise van buitenaf nodig. Op eigen houtje komen ze niet verder. Ik doe een beroep op u om deze school zo nodig te helpen. Uit een andere brief, ditmaal van een verontruste ouder van een gymnasiast: Wij als ouders willen niet wachten op nieuwe reglementen wanneer het bestuur daar een keer tijd of zin in heeft. En verderop: Eén van de problemen schijnt te zijn dat deze school geen eigen BRINnummer heeft. Kunt u mij vertellen wat ik moet weten en wat ik kan doen om op de aanstaande vergadering een goed weerwoord te kunnen geven aan het College van Bestuur? Dat is inmiddels gebeurd. De overstap van WMO naar WMS ging eigenlijk van een leien dakje, zegt voorzitter Piet Postema van de medezeggenschapsraad van scholengemeenschap Helinium in Hellevoetsluis. Per 1 maart 2006 zouden zes openbare scholen in de omgeving bestuurlijk fuseren en tijdens dat proces werd meteen de stand van zaken rondom mr -en de vorming van een nieuwe gmr- meegenomen. Twee van de zes fusiepartners waren 2

3 Broedende kip niet storen Broedende kippen moet je niet storen, vindt Loulène Boersma, beleidsadviseur bij de bond katholiek primair onderwijs (bond KBO) in Den Haag. De meeste achterblijvers bevinden zich zoals het er nu naar uitziet in het primair onderwijs, en Boersma heeft alle vertrouwen in een goede afloop voor 1 augustus 2008, zegt ze. Er staat inmiddels een oproep op de site waarin achterblijvers worden opgeroepen om zich te melden. Dat gebeurt nu al mondjesmaat en als projectgroep WMS gaan we kijken hoe we de boel goed op de rails kunnen krijgen. De bond KBO en de bond KBVO hebben eind februari als besturenorganisaties bovendien nog een eigen onderzoek gedaan, en ook daaruit blijkt dat van onwil bij besturen geen sprake is. Zoals de staatssecretaris in haar brief aan de Kamer ook al aangaf, is iedereen gewoon nog volop in gesprek en druk met het verwerken van aanpassingen. Hoe vind je ac Het valt niet altijd mee om ouders bij de medezeggenschap te betrekken in het voortgezet onderwijs. Dat blijkt uit een onderzoek dat Frederik Smit (ITS, Radboud Universiteit Nijmegen) deed. Janny Arends (VOO) komt met tips en trucs. Binnenkort verschijnt een serie van 12 cartoons om het werk in de mr te stimuleren. ingewikkeld doen praktijkscholen, en die hadden helemaal nog geen medezeggenschapsraad. Het nieuwe bestuur nam het initiatief om rond de tafel te gaan zitten en begeleid door een medewerker van VOS/ABB werd er direct open en constructief gepraat. Er werd echt goed naar ons geluisterd, kijkt Postema terug. Omdat de WMS in zicht kwam, werd snel besloten om de reglementen en statuten daar alvast op aan te passen. Na 1 januari 2007 is er niet nodeloos ingewikkeld gedaan: de modelreglementen van de site van de projectgroep WMS werden gebruikt. Het enige probleempje dat opdook in het overleg was de samenstelling van de nieuwe gmr. Postema was persoonlijk een voorstander van een gmr die uit 24 leden zou bestaan, zegt hij. Vier van elke school: twee personeelsleden, een ouder en een leerling. Maar het bestuur was daar tegen, de in dit verband populaire term Poolse Landdag viel al snel. Ook binnen de huidige gmr werd slechts door één leerling gepleit voor een grotere gmr. De huidige gmr blijft in functie tot 1 augustus 2008 en bestaat nog volgens de regels van de WMO- volledig uit leden die ook lid zijn van de mr op hun school. Op 1 augustus zal een nieuwe gmr aantreden, gekozen volgens de nieuwe reglementen, dus is er ook plaats voor personen die niet in de mr van hun school De mr van SG Helinium in vergadering bijeen (foto Joost Grol) zitten. De toekomstige gmr bestaat uit 12 personen. Elke school heeft een personeelslid afgevaardigd en levert daarnaast óf een ouder, óf een leerling aan de gmr. Voor de praktijkscholen zal het moeilijk zijn om een leerling te leveren voor de gmr, die mogen dan een ouder afvaardigen. Een pragmatische oplossing die vast wel gaat werken, hoopt Postema. Het bestuur verdient echt een grote pluim. Het is allemaal prima gelopen, er is echt goed naar elkaar geluisterd. De bevoegdheden van mr en gmr zijn duidelijk. Themaraden, groepsraden, deelraden: we hebben ze nog niet gebruikt, maar alles staat goed beschreven en ik heb er alle vertrouwen in. In november waren we helemaal klaar en zijn reglement en statuten goedgekeurd. 3

4 tieve ouders? In het primair onderwijs is ouderparticipatie over het algemeen geen enkel punt, weet Janny Arends, beleidsadviseur medezeggenschap bij de VOO (Vereniging voor Openbaar Onderwijs). Er is veel animo van ouders om actief te zijn op de school van hun kinderen. Er is vaak zelfs sprake van concurrentie: wie mag er mee op schoolreisje, wie zit er dit jaar in de bediening bij het kerstdiner? Verkiezingen voor de oudergeleding in de mr zijn op veel basisscholen dan ook heel gewoon. Maar op de middelbare school verandert dat vaak drastisch. Daar is een aantal duidelijke redenen voor, zegt Arends. De fysieke afstand tussen huis en school is natuurlijk vaak al groter. Je gaat als ouder niet meer mee naar school, en kent dús andere ouders en docenten vaak minder goed dan op de basisschool. Dat maakt de betrokkenheid minder. Daarnaast hebben pubers natuurlijk zelf de neiging om te verbieden dat ouders zich met hun school bemoeien. De middelbare school is hún domein vinden ze zelf, en voor ouders die wel graag actief willen zijn op school, is die houding natuurlijk een extra belemmering. Kinderen die ouder worden willen begrijpelijkerwijs ook zelfstandiger opereren en hebben dus vaak weinig zin in pottenkijkers van thuis. Op de open dagen voor aanstaande brugklassers zijn ouders nog nauw betrokken bij het voortgezet onderwijs. Daarna wordt dat door allerlei omstandigheden vaak minder. (Foto Joost Grol) Ook al willen ouders zelf graag actief zijn, dat soort factoren maakt het moeilijk, constateert Arends dan ook. Toch zijn er wel manieren om daar iets aan te doen. Als schoolleiding bijvoorbeeld, moet je echt actief zijn wil je ouders bij de school betrekken, vindt ze. Het loont als je iedereen ouders, leerlingen en personeel- het gevoel geeft: het doet ertoe wat jullie vinden. We vinden het belangrijk om jullie mee te laten praten. En dat laat je bijvoorbeeld zien door informatie op tijd aan te leveren of voor een goede faciliteitenregeling te zorgen. Dan hebben mensen eerder de neiging om zich actief in te zetten. Medezeggenschapsraden mogen zich ook best wat meer inspannen om aan de weg te timmeren, vindt ze. Positieve resultaten moet je over het voetlicht brengen, en je moet er als mr voor zorgen dat je zichtbaar bent. Het blijkt soms niet mee te vallen om als geïnteresseerde ouder de notulen of vergaderdata van de medezeggenschapsraad te vinden, de communicatie naar de achterban kan vaak een stuk beter. Zoek als mr de actieve ouders ook echt op, adviseert de VOO. Bijna elke school heeft wel een ouderraad: daar zítten al actieve ouders, die hebben laten zien dat ze meer dan gemiddeld betrokken zijn bij de school. Dat is dus een prima vijver waar je nieuwe mr-leden uit kunt vissen. En anders kennen zij weer veel andere ouders. Het opstellen van een duidelijk profiel voor een nieuw mr-lid kan afschrikken, maar de kans is groter dat je ouders juist duidelijker aanspreekt, denkt Arends. Als je nadrukkelijk vraagt om iemand met financiële ervaring of pedagogisch inzicht, dan denken mensen ook: oh, dáár kan ik wel wat mee. Dat werkt misschien beter dan dat mensen denken dat ze overál verstand van moeten hebben. Eén commissie, dat is kwaliteit Hoeveel verschillende geschillencommissies er eigenlijk naast elkaar functioneerden tijdens de WMO weet ze niet eens precies, zegt Netty Tiemersma eerlijk. Maar nu is er ( gelukkig, vindt ze) nog maar één: de Landelijke Commissie Geschillen WMS. Eén landelijk punt waar iedereen -protestants, openbaar en katholiek, algemeen bijzonder, primair en voortgezet onderwijs- met een geschil terecht kan. Daar zijn we echt heel erg blij mee. Het zorgt, denken we, voor heldere communicatie, meer efficiency, kwaliteitsborging en eenduidige jurisprudentie. In het verleden waren er nog weleens wat nuance-verschillen. Nu kun je goed analyseren wat de trend is. De nieuwe commissie bestaat volgens Netty, voorzitter van het bestuur, uit toppers. Zeer gekwalificeerde mensen die allemaal zeer ervaren zijn in advies- en geschillenwerk. Er zit echt kwaliteit. De commissie krijgt een flinke kluif, verwacht Tiemersma. De nieuwe wet is superduidelijk over inspraak en advies, maar in de uitvoering kunnen er natuurlijk nuances ontstaan. Wat laat je over aan de gmr, de mr, wie moet of mag wanneer over wat iets zeggen. De bevoegdheden bijvoorbeeld bij een fusie- zijn nu anders neergelegd dan in de WMO. De nieuwe voorzitter, Irene Asscher-Vonk, zal zich met haar commissie de eerste tijd vooral over interpretatiegeschillen moeten buigen, verwacht Tiemersma. De stichting ziet het als een belangrijke taak om de commissie te voorzien van deskundige ondersteuning, zodat die haar werk snel >> 4

5 >> en efficiënt kan doen. Binnen 6-8 weken moet een geschil worden behandeld, is het uitgangspunt. En als er spoedeisend belang is, dan kan er altijd ad hoc iets worden geregeld. De deskundige ondersteuning is gelukkig ruim voorhanden, bij de secretarissen van de voormalige commissies, die per 1 augustus worden samengevoegd. Iedereen, zowel ouders als personeelsleden is gebaat bij deze eenduidigheid, vindt de voorzitter van de stichting. We hebben het echt te danken aan de vakorganisaties dat dit er nu ligt. Geen christelijke, boeddhistische of montessoriaanse arbitrage meer, maar één geschillenregeling die voor álle besturen geldt, dat is echt kwaliteit. De voorzitter van de nieuwe geschillencommissie, Irene Asscher-Vonk, werd onlangs geïnterviewd door het magazine Info.MR. Daarin zei ze ondermeer het volgende: Ik vind het ontzettend leuk om met mensen te praten. In zo n geschillencommissie praten ze via jou met elkaar. Je bent dienend bezig, probeert om het proces beter te laten verlopen, om partijen onderling verstaanbaar te maken, dat vind ik prachtig. (..),Soms kun je een zaak wel verliezen, maar dat je your day in court hebt gehad, helpt soms echt. Ook als je ongelijk krijgt, kan zo n zitting een gevoel van tevredenheid opleveren. Je hebt gedaan wat je kon, de andere kant ook en je hebt de gelegenheid gehad om iets duidelijk te maken. Dat is heel belangrijk. Ook als je ongelijk krijgt, kan een zitting van de Commissie Geschillen een gevoel van tevredenheid opleveren, vindt voorzitter Irene Asscher-Vonk. (Foto Joost Grol) Voor iedereen hetzelfde regime Iedereen gaat er natuurlijk vanuit dat de nieuwe Landelijke Commissie Geschillen WMS fantastische uitspraken zal doen, waar alle partijen na afloop mee kunnen leven. Maar mocht dat onverhoopt tóch niet altijd het geval zijn, dan hebben zowel medezeggenschapsraden als het bevoegd gezag, de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de ondernemingskamer. Onder de WMO bestond die mogelijkheid niet: een openbare school kon in beroep gaan bij de bestuursrechter, maar tegen uitspraken die betrekking hadden op een bijzondere school, kon geen beroep worden ingesteld. Nu de WMS heeft geleid tot één geschillencommissie voor alle medezeggenschapsraden, is er ook één instantie zowel openbaar als bijzonder onderwijs beroep in kunnen stellen, de ondernemingskamer. Voor iedereen geldt nu hetzelfde regime, gelukkig, vindt Hilde Mertens. Mertens is directeur/secretaris van de Stichting Geschillencommissies Onderwijs, en ze verwacht niet dat er veel gebruik gemaakt zal worden van die beroepsmogelijkheid maar het is natuurlijk zeer zinnig dat het wel kán. Het instellen van beroep moet wel binnen een maand gebeuren, benadrukt Mertens. Daarna is het afgelopen met de beroepsmogelijkheden: cassatie is niet mogelijk. Welk geschil hoort waar? De nieuwe wet onderscheidt vier soort geschillen die bij de Geschillencommissie thuis horen: A instemmingsgeschillen B interpretatiegeschillen C adviesgeschillen D geschillen over de inhoud van het reglement en het statuut Niet alle geschillen horen bij de Geschillencommissie thuis. Soms moet je als (G)MR bij de ondernemingskamer zijn. De (G)MR kan zich rechtstreeks tot de ondernemingskamer wenden als het bevoegd gezag in gebreke blijft bij de naleving van de WMS: bijvoorbeeld als er al een besluit over een fusie is genomen zonder dat de MR daarmee heeft ingestemd. Of je hebt volgens de wet adviesrecht, en er wordt je als mr niets gevraagd. Dan kun je, zie artikel 36 van de WMS, een vordering tot naleving van verplichtingen, voortvloeiend uit de wet doen. De ondernemingskamer kan zelfs gevraagd worden een dwangsom te verbinden aan een bevel of verbod. Cassatie is niet mogelijk. Voor welke geschillen je bij de geschillencommissie kunt aankloppen en hoe de procedure in z n werk gaat staat uitgebreid beschreven in het Zakboek Medezeggenschap (vanaf pagina 45). Het zakboek is verkrijgbaar via de Projectgroep WMS. Ook op de site van de projectgroep is veel informatie te vinden over de gang van zaken bij de Geschillencommissie en de ondernemingskamer. Zie daarvoor nl/geschillen-wms. Congres in november! Ook dit jaar organiseert de projectgroep WMS weer een congres. Noteer de datum alvast in uw agenda: woensdag 12 november. Het congres vindt plaats in De Reehorst in Ede. Informatie over het programma en de wijze van aanmelden volgt nog op de website Zorg dat u er (tijdig) bij bent. 5

6 Aanvragen voor de behandeling van geschillen moeten schriftelijk worden ingediend op het volgende adres: Landelijke Commissie Geschillen WMS Postbus GC Utrecht Colofon WMS in opbouw is een uitgave van het projectbureau WMS. Het projectbureau is een initiatief van alle onderwijsorganisaties in het primair en voortgezet onderwijs: AOb, AVS, Besturenraad, Bond KBO en KBVO, CMHF, CNV Onderwijs, ISBO, LAKS, LOBO, LVGS, NKO, OUDERS & COO, VBS, VGS, VO-raad, VOO en VOS/ABB. De nieuwsbrief is gericht op iedereen die zich met medezeggenschap bezig houdt. Adres Projectbureau WMS Postbus GC Utrecht Redactie Anka van Voorthuijsen, Foto s Joost Grol Cartoons Frits Verschuren Extra exemplaren Lilian Schouten, lilian@infowms.nl Ontwerp en opmaak Drupsteen + Straathof, Den Haag Drukwerk Drukkerij A-twee, Waddinxveen Eerste zitting: zowel kritisch als ontspannen Het was toch wel een historisch moment memoreerde de voorzitter van de nieuwe Landelijke Commissie Geschillen WMS. Op 28 maart kwam de commissie voor het eerst bijeen in Utrecht, in een zaal op de vierde verdieping van een kantoorpand vlakbij het station. Weg der Verenigde Naties, kamer 4.01, dáár vindt in het vervolg de behandeling van alle medezeggenschapsgeschillen plaats. Totnogtoe was er niet zo n centrale plek. De éne commissie reisde naar de school in kwestie, het hele land door. De ander belegde de zittingen vaak in zalencentrum Hoog Brabant, een bekende vergaderlocatie in Utrecht of zocht naar een zaaltje in een stadhuis. Eén commissie had zittingen in Woerden. Allemaal verleden tijd: één locatie voor één commissie is toch eigenlijk veel beter, concluderen de secretarissen van de voormalige commissies eensgezind. Ook bij deze nieuwe commissie zitten beide partijen natuurlijk toch als kemphanen in de zaal. Er is per slot van rekening een ernstig verschil van mening tussen de mr en het bevoegd gezag. In het eerste geschil draaide het direct al om de grenzen van medezeggenschap onder de nieuwe wet. Heeft het bevoegd gezag de instemming van de pmr nodig als het nieuwe instrumenten wil gaan gebruiken om het functioneren van het personeel te beoordelen? En in hoeverre heeft de pmr het recht om te weten hóe die middelen precies worden ingezet? Op een school voor voortgezet onderwijs in Brabant kwamen ze er onderling niet uit, dus wordt nu de uitspraak van de commissie afgewacht. Die zal nu moeten beslissen of dit om beleid of om uitvoering gaat. In dat laatste geval is instemming van de pmr immers niet nodig. De commissie, onder de opgewekt kritische leiding van Irene Asscher-Vonk, overtuigde direct in haar optreden: de kwestie wordt scherp neergezet, de vragen die worden gesteld zijn verhelderend en raken zonder omwegen aan de kern De nieuwe Commissie Geschillen tijdens de eerste zittingsdag in Utrecht. In het midden voorzitter Irene Asscher-Vonk. Op de rug gezien links de afvaardiging van de mr, rechts die van het bevoegd gezag. van de zaak. Beide partijen krijgen uitgebreid de kans om hun standpunten toe te lichten en worden in hun waarde gelaten, maar krijgen wel kritische vragen van de commissie. De voorzitter houdt wel van wat onderkoelde humor zo blijkt een paar keer, en dat zorgt, ondanks het verschil van mening, die eerste dag toch voor een relatief ontspannen sfeer in kamer